Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31978L1018

    Richtlijn 78/1018/EEG van de Raad van 27 november 1978 inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de regeling ,,uitwisselingsverkeer' ' van voor herstelling uitgevoerde goederen

    PB L 349 van 13.12.1978, p. 33–35 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1988; opgeheven door 31986R2473

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1978/1018/oj

    31978L1018

    Richtlijn 78/1018/EEG van de Raad van 27 november 1978 inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de regeling ,,uitwisselingsverkeer' ' van voor herstelling uitgevoerde goederen

    Publicatieblad Nr. L 349 van 13/12/1978 blz. 0033 - 0035
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 02 Deel 6 blz. 0269
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 02 Deel 5 blz. 0135
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 02 Deel 5 blz. 0135


    ++++

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 27 november 1978

    inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de regeling " uitwisselingsverkeer " van voor herstelling uitgevoerde goederen

    ( 78/1018/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

    Overwegende dat de Raad op 18 december 1975 Richtlijn 76/119/EEG inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de regeling " passieve veredeling " ( 4 ) heeft vastgesteld ; dat het gebruik maken van deze regeling slechts toegestaan kan worden wanneer het voor de bevoegde autoriteiten mogelijk is de uitgevoerde goederen in de veredelingsprodukten te identificeren ;

    Overwegende dat het economisch gerechtvaardigd is , in bepaalde beperkte gevallen , het gebruik maken van de regeling " uitwisselingsverkeer " , te weten de invoer , met gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de rechten bij invoer , van vervangende produkten die in de plaats gesteld worden van de voor hun herstelling , daaronder begrepen revisie en afstelling , uitgevoerde goederen toe te staan ; dat gebruikmaking van de regeling " uitwisselingsverkeer " echter niet toegestaan kan worden wanneer de uitgevoerde goederen zich niet bevinden in een van de in artikel 9 , lid 2 , van het Verdrag bedoelde situaties ;

    Overwegende dat de landbouwprodukten of de uit de verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen door hun aard nauwelijks voor herstelling in aanmerking komen ; dat bovendien de regeling " uitwisselingsverkeer " niet verenigbaar is met het gemeenschappelijk landbouwbeleid of met de specifieke regelingen die uit hoofde van artikel 235 van het Verdrag van toepassing zijn op bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen ; dat de produkten en goederen die onder dit beleid of deze regelingen vallen dan ook van het toepassingsgebied van de regeling " uitwisselingsverkeer " uitgesloten moeten worden ;

    Overwegende dat het noodzakelijk is in de Lid-Staten gemeenschappelijke regels vast te stellen met betrekking tot de regeling " uitwisselingsverkeer " ; dat deze regeling door haar bestemming en mogelijkheden de regeling passieve veredeling nadert en dat zij dientengevolge onder dezelfde regels moet vallen als die welke voorzien zijn bij Richtlijn 76/119/EEG , behoudens bij de onderhavige richtlijn voorziene bijzondere bepalingen ; dat deze bijzondere bepalingen met name betrekking hebben op het toepassingsgebied van de regeling alsmede op de mogelijkheid vervangende goederen in te voeren ( equivalentieverkeer ) en over te gaan tot aan de uitvoer van de goederen voorafgaande invoer van vervangende produkten ; dat in het kader van de regeling " uitwisselingsverkeer " , om controleredenen , gebruikmaking van het driehoeksverkeer niet toegelaten is , tenzij bepalingen die gebruikmaking van het driehoeksverkeer toestaan , worden vastgesteld volgens de in artikel 28 , leden 2 en 3 , van Richtlijn 69/73/EEG ( 5 ) bepaalde procedure ;

    Overwegende dat het van belang is de uniforme toepassing van deze regels te garanderen en te dien einde te voorzien in een communautaire procedure waardoor de wijze van toepassing tijdig kan worden vastgesteld ,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Deze richtlijn stelt de regels vast die dienen te worden opgenomen in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake de regeling " uitwisselingsverkeer " van voor herstelling uitgevoerde goederen , hierna genoemd regeling " uitwisselingsverkeer " .

    Artikel 2

    1 . Onder regeling " uitwisselingsverkeer " wordt verstaan de douaneregeling krachtens welke vervangende produkten die in de plaats gesteld worden van goederen van elke soort en van elke oorsprong die met het oog op hun herstelling , daaronder begrepen revisie en afstelling , uitgevoerd zijn uit het douanegebied van de Gemeenschap , hierna genoemd " uitvoergoederen " , ingevoerd mogen worden met gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de rechten bij invoer .

    2 . De regeling " uitwisselingsverkeer " is onderworpen aan regels die gelijk zijn aan die welke neergelegd zijn in Richtlijn 76/119/EEG , behoudens in de onderhavige richtlijn vervatte bijzondere bepalingen .

    3 . De regeling " uitwisselingsverkeer " is niet van toepassing op goederen welke zich in de Gemeenschap onder de regeling actieve veredeling bevinden , noch op goederen die vallen onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid of onder specifieke regelingen die , uit hoofde van artikel 235 van het Verdrag , van toepassing zijn op bepaalde uit de verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen .

    Artikel 3

    1 . Indien de omstandigheden zulks rechtvaardigen , mogen de vervangende produkten onder de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde voorwaarden voor de uitvoer van de uitvoergoederen ingevoerd worden . Deze voorafgaande invoer wordt gelijkgesteld met de in artikel 2 , lid 1 , bedoelde invoer .

    2 . Bij de voorafgaande invoer van een vervangend produkt moet een garantie gesteld worden die het bedrag aan rechten bij invoer dekt . Deze garantie wordt vrijgemaakt na betaling van de krachtens artikel 8 invorderbare rechten bij invoer .

    Artikel 4

    1 . De vervangende produkten moeten onder dezelfde tariefonderverdeling vallen , van dezelfde handelskwaliteit zijn en dezelfde technische kenmerken bezitten als de uitvoergoederen indien deze het voorwerp van herstelling zouden zijn geweest .

    2 . Indien de uitvoergoederen voor de uitvoer zijn gebruikt , moeten de vervangende produkten eveneens gebruikt zijn geweest en mogen het geen nieuwe produkten zijn .

    De bevoegde autoriteiten kunnen echter afwijkingen op deze regel toestaan indien het vervangende produkt kosteloos geleverd is , hetzij op grond van contractuele of wettelijke garantieverplichtingen , hetzij ten gevolge van een fabricagefout , op voorwaarde dat de invoer van het vervangende produkt binnen twaalf maanden na het eerste in het vrije verkeer brengen van het uitgevoerde goed geschiedt .

    De bevoegde autoriteiten kunnen evenwel toestaan dat deze termijn in behoorlijk met redenen omklede uitzonderingsgevallen wordt overschreden .

    Artikel 5

    1 . De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van uitvoer staan door middel van algemene of bijzondere vergunningen het gebruik maken van de regeling " uitwisselingsverkeer " aan de belanghebbenden toe op hun verzoek en voorafgaand aan de uitvoer van de goederen of aan de voorafgaande invoer van de vervangende produkten .

    2 . De bevoegde autoriteiten kunnen het gebruik maken van de regeling " uitwisselingsverkeer " aan de belanghebbenden toestaan op hun ten laatste op het moment van invoer van de vervangende produkten ingediend verzoek indien de goederen zijn uitgevoerd in het kader van een vergunning van de regeling passieve veredeling .

    3 . Indien het beroep op de regeling " uitwisselingsverkeer " een niet-gerechtvaardigd voordeel ten gevolge zou hebben op het gebied van de vrijstelling van de rechten bij invoer , wordt het gebruik ervan door de bevoegde autoriteiten geweigerd .

    Artikel 6

    1 . De termijn waarbinnen de invoer van de vervangende produkten moet geschieden , bedraagt ten hoogste zes maanden . Deze termijn kan echter op een door de vergunninghouder behoorlijk met redenen omkleed verzoek verlengd worden door de bevoegde autoriteiten zonder dat de totale duur twaalf maanden mag overschrijden . Deze termijn wordt berekend vanaf de datum dat het document van uitvoer van de uitvoergoederen door de bevoegde autoriteiten aanvaard wordt .

    2 . In geval van voorafgaande invoer bedraagt de termijn waarbinnen de uitvoer van de uitvoergoederen moet geschieden ten hoogste twee maanden . Deze termijn kan echter , op een door de vergunninghouder behoorlijk met redenen omkleed verzoek , verlengd worden door de bevoegde autoriteiten zonder dat de totale duur vier maanden mag overschrijden . Deze termijn wordt berekend vanaf de datum dat het document betreffende de invoer van de vervangende produkten door de bevoegde autoriteiten aanvaard wordt .

    Artikel 7

    1 . De invoer van de vervangende produkten mag slechts geschieden door de vergunninghouder of voor zijn rekening .

    2 . De invoer van de vervangende produkten moet plaatsvinden in de Lid-Staat waaruit de uitvoergoederen zijn of zullen worden uitgevoerd .

    3 . De bevoegde autoriteiten kunnen in de vergunning voorschrijven dat de uitvoer - en invoerverrichtingen geschieden bij hetzelfde douanekantoor .

    4 . Volgens de in artikel 10 bedoelde procedure kunnen echter bepalingen worden vastgesteld die het mogelijk maken de vervangende produkten in een andere Lid-Staat in te voeren dan de Lid-Staat van uitvoer .

    Artikel 8

    1 . De in artikel 2 bedoelde gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de rechten bij invoer geschiedt volgens de bij de artikelen 10 en 11 van Richtlijn 76/119/EEG vastgestelde bepalingen , waarbij de vervangende produkten worden gelijkgesteld met de in de voormelde artikelen genoemde wederingevoerde produkten .

    2 . Indien de vervangende produkten het voorwerp uitmaken van een voorafgaande invoer wordt echter het bedrag van de rechten bij invoer dat van toepassing zou zijn op uitvoergoederen indien zij in de Gemeenschap waren ingevoerd vanuit het land waaruit de vervangende produkten afkomstig zijn , vastgesteld naar het recht of het bedrag dat van toepassing is op de dag dat het uitvoerdocument van genoemde goederen door de bevoegde autoriteiten aanvaardt wordt . Deze datum is eveneens bepalend voor de vaststelling van de hoeveelheid , de aard en de waarde van genoemde goederen .

    Artikel 9

    Het Comité " douane-veredelingsverkeer " , ingesteld bij artikel 26 van Richtlijn 69/73/EEG , kan elk vraagstuk betreffende de toepassing van de onderhavige richtlijn dat door zijn voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat aan de orde wordt gesteld , onderzoeken .

    Artikel 10

    De bepalingen die nodig zijn voor de toepassing van de onderhavige richtlijn worden vastgesteld volgens de in artikel 28 , leden 2 en 3 , van Richtlijn 69/73/EEG omschreven procedure .

    Artikel 11

    De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om binnen zes maanden na kennisgeving van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen .

    De Lid-Staten delen de Commissie de bepalingen mede die zij vaststellen voor de toepassing van deze richtlijn . De Commissie stelt de andere Lid-Staten daarvan in kennis .

    Artikel 12

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Brussel , 27 november 1978 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    H . EHRENBERG

    ( 1 ) PB nr . C 182 van 30 . 7 . 1977 , blz . 4 .

    ( 2 ) PB nr . C 299 van 12 . 12 . 1977 , blz . 41 .

    ( 3 ) PB nr . C 59 van 8 . 3 . 1978 , blz . 48 .

    ( 4 ) PB nr . L 24 van 30 . 1 . 1976 , blz . 58 .

    ( 5 ) PB nr . L 58 van 8 . 3 . 1969 , blz . 1 .

    Top