This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31977R2831
Council Regulation (EEC) No 2831/77 of 12 December 1977 on the fixing of rates for the carriage of goods by road between Member States
Verordening (EEG) nr. 2831/77 van de Raad van 12 december 1977 betreffende de prijsvorming voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten
Verordening (EEG) nr. 2831/77 van de Raad van 12 december 1977 betreffende de prijsvorming voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten
PB L 334 van 24.12.1977, p. 22–28
(DA, DE, EN, FR, IT, NL) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(EL)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1983
Verordening (EEG) nr. 2831/77 van de Raad van 12 december 1977 betreffende de prijsvorming voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten
Publicatieblad Nr. L 334 van 24/12/1977 blz. 0022 - 0028
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 07 Deel 2 blz. 0044
++++ VERORDENING ( EEG ) Nr . 2831/77 VAN DE RAAD van 12 december 1977 betreffende de prijsvorming voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 75 , Gezien het voorstel van de Commissie , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) , Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) , Overwegende dat een beleid van vervoerprijzen en -voorwaarden een belangrijk aspect vormt van het gemeenschappelijk vervoerbeleid waarvan de verwezenlijking door de Lid-Staten in het Verdrag is voorgeschreven en dat het vervallen op 31 december 1977 van de Verordening ( EEG ) nr . 1174/68 van de Raad van 30 juli 1968 , betreffende de invoering van een stelsel van margetarieven voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3181/76 ( 4 ) , het noodzakelijk maakt ervoor te zorgen dat het gemeenschappelijk beleid op dit gebied wordt voortgezet ; Overwegende dat een eenvormig stelsel voor de vorming van prijzen en voorwaarden voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten slechts geleidelijk en in overeenstemming met de evolutie van de betrokken markten kan worden tot stand gebracht ; Overwegende dat bijgevolg , bij wijze van proef , aan de Lid-Staten de mogelijkheid moet worden geboden om op grond van een gemeenschappelijk principe te kiezen tussen een stelsel van niet verplichte referentietarieven en een stelsel van verplichte margetarieven ; Overwegende dat in dit verband , bij het kiezen van één van beide stelsels , als gemeenschappelijk principe rekening moet worden gehouden met de economische en technische karakteristieken van de betrokken vervoermarkten ; Overwegende dat de referentietarieven , die slechts het karakter hebben van aanbevelingen op het gebied van de prijzen , de vervoeronderneming de verantwoordelijkheid laten om samen met de klant de vervoerprijs vast te stellen rekening houdend met de marktsituatie en de wederzijdse belangen van de partijen ; Overwegende dat in de referentietarieven derhalve rekening moet worden gehouden met de kosten van de desbetreffende vervoerprestaties om te komen tot de vorming van een vervoerprijs die rekening houdt met de economische situatie van de vervoerders ; Overwegende dat voor de verplichte margetarieven de voornaamste bepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 1174/68 moeten worden aangehouden ; Overwegende dat de evolutie van de werkelijk toegepaste prijzen , hetzij in het kader van de referentietarieven hetzij in dat van de verplichte tarieven , in het oog moet kunnen worden gehouden ; Overwegende dat het nurtig lijkt om de mogelijkheid te scheppen voor het Comité voor de tarieven , samengesteld uit Regeringsdeskundigen en voorgezeten door de Commissie , deskundigen uit de betrokken economische kringen te raadplegen ; Overwegende dat het voor de uitvoering van deze verordening nodig is te voorzien in een doeltreffende controle op de verplichte tarieven en de passende sancties ; Overwegende dat de Raad uiterlijk op 31 december 1982 , rekening houdend met de met deze verordening opgedane ervaring , een beslissing zou moeten nemen over de regeling die later op de prijzen en voorwaarden voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten zal worden toegepast , HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Algemene bepalingen Artikel 1 Deze verordening is van toepassing op het vervoer van goederen over de weg voor rekening van derden tussen de Lid-Staten , met inbegrip van de goederen welke onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen , ook indien voor een deel van het parcours - het vervoer in doorvoer over het grondgebied van een derde land loopt , of - het voertuig waarin de goederen zich bevinden , over zee , per spoor of over de binnenwateren wordt vervoerd zonder dat de goederen worden overgeladen . Artikel 2 1 . Voor de prijzen van het in artikel 1 bedoelde vervoer geldt een stelsel van tarieven die zijn opgesteld conform deze verordening . 2 . De tarieven zijn of wel referentietarieven of wel verplichte tarieven . 3 . De betrokken Lid-Staten beslissen in gezamenlijk overleg over de toepassing van één van beide tariefstelsels voor de geldigheidsduur van deze verordening , met name rekening houdend met de economische en technische kenmerken van de betreffende vervoermarkt . Behoudens de naleving van dit beginsel : - kunnen de Lid-Staten verplichte tarieven behouden in de gevallen waar ingevolge een communautaire verordening dergelijke tarieven zijn toegepast ; - kunnen de Lid-Staten referentietarieven invoeren in de gevallen waarin geen enkele communautaire tariefregeling is toegepast . Referentietarieven Artikel 3 De referentietarieven vormen prijsaanbevelingen . Zij geven een indicatie voor het bepalen van de vervoerprijzen , die de verladers en de vervoerondernemingen vrijelijk overeenkomstig de marktsituatie en hun eigen belang mogen vaststellen . Artikel 4 1 . Het stelsel van referentietarieven omvat bilaterale of multilaterale tarieven . 2 . De referentietarieven worden vastgesteld in de vorm van algemene of van bijzondere tarieven . Zij moeten voor zover nodig gedifferentieerd worden , ten einde rekening te houden met de bijzonderheden van de onderscheiden vervoerprestaties en de vorming te bevorderen van individuele vervoerprijzen die niet al te zeer afwijken van de referentietarieven . 3 . De referentietarieven omvatten de prijsschalen en alle andere regels die nodig zijn voor het berekenen van de vervoerprijs ( prijs van het eigenlijke vervoer en bijkomende kosten ) . De Commissie formuleert voor 1 juli 1978 , na raadpleging van het in artikel 16 genoemde Comité , een aanbeveling betreffende deze regels . Artikel 5 De referentietarieven worden zodanig vastgesteld dat zij leiden tot de toepassing van vervoerprijzen welke de kosten van de desbetreffende prestaties , met inbegrip van de acquisitiekosten , dekken en tevens een billijke winst opleveren voor een goed beheerde en rationeel geëxploiteerde onderneming voor goederenvervoer over de weg . Artikel 6 1 . De beroepsorganisaties van de ondernemingen voor goederenvervoer over de weg van de betrokken Lid-Staten stellen tijdens bilaterale of multilaterale onderhandelingen gemeenschappelijk de voorstellen vast voor invoering of wijziging van referentietarieven . De Commissie en de betrokken Lid-Staten kunnen met raadgevende stem aan deze onderhandelingen deelnemen . De beroepsorganisaties stellen de Commissie en de Lid-Staten te gelegener tijd alle noodzakelijk informatie voor hun deelneming ter beschikking . 2 . Na raadpleging van de representatieve organisaties van de verladers en de tussenpersonen in het vervoer , doen bovengenoemde beroepsorganisaties de voorstellen , met vermelding van de standpunten van de geraadpleegde organisaties , toekomen aan de Regeringen der betrokken Lid-Staten , die onmiddellijk na ontvangst de Commissie daarvan in kennis stellen . Een betrokken Lid-Staat kan zich binnen zestig dagen na de datum van ontvangst van het voorstel verzetten tegen invoering van deze maatregelen . Ook de Commissie kan zich binnen deze termijn verzetten tegen invoering van de maatregelen indien deze onverenigbaar zijn met het communautaire recht . Als de Commissie of een betrokken Lid-Staat zich niet verzet tegen invoering van deze maatregelen , publiceren de beroepsorganisaties van de ondernemingen voor goederenvervoer over de weg de maatregelen in hun tarievenblad en in de vakbladen . In afwijking van deze procedure kan in de krachtens artikel 17 vast te stellen bepalingen uitdrukkelijk worden voorgeschreven dat de betrokken Lid-Staat het tarief of de tariefwijziging binnen dezelfde termijn goedkeurt . Artikel 7 1 . Als de onderhandelingen voor de vaststelling of de wijziging van een referentietarief geen resultaat opleveren , kan een belanghebbende beroepsorganisatie het geschil voorleggen aan haar eigen Staat , die de andere betrokken Lid-Staten en de Commissie onverwijld op de hoogte stelt . In dat geval en indien een Lid-Staat zich verzet tegen de invoering van de maatregel , kunnen de betrokken Lid-Staten zo spoedig mogelijk een besluit nemen dat ter kennis wordt gebracht van de betrokkenen , officieel wordt gepubliceerd en wordt medegedeeld aan de Commissie . 2 . Indien de betrokken Lid-Staten er niet in slagen een besluit te nemen in de zin van lid 1 , tweede alinea , wordt het geschil op verzoek van een van deze Lid-Staten aan de Commissie voorgelegd . Na raadpleging van het in artikel 16 genoemde Comité , geeft de Commissie een beschikking die ter kennis wordt gebracht van de betrokkenen en wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . 3 . De Commissie kan eigener beweging aan de betrokken organisaties een termijn opleggen waarbinnen de in artikel 6 , lid 1 , bedoelde onderhandelingen moeten worden afgesloten . Indien de onderhandelingen na afloop van deze termijn geen resultaat hebben opgeleverd , is de in de leden 1 en 2 bedoelde procedure van toepassing . 4 . De Commissie kan een termijn vaststellen waarbinnen de betrokken Lid-Staten een besluit in de zin van lid 1 , tweede alinea , moeten nemen . Indien er na het verstrijken van deze termijn nog geen besluit is genomen , is de in lid 2 genoemde procedure van toepassing . Verplichte tarieven Artikel 8 De verplichte tarieven worden door de bevoegde instanties van de Lid-Staten van kracht verklaard en gepubliceerd in de vorm van margetarieven . Deze zijn bindend voor de vaststelling van de vervoerprijzen en -voorwaarden , behoudens de in deze verordening opgenomen uitzonderingen en afwijkingen . Artikel 9 1 . De margetarieven in de zin van artikel 8 worden elk door een bovengrens en een benedengrens bepaald . Het verschil tussen deze beide grenzen vormt de grootte van de marge . 2 . De grootte der marges wordt vastgesteld op 23 % van de bovengrens van het tarief . 3 . Voor een bepaald vervoer mogen de prijzen vrij binnen de boven - en benedengrens van het desbetreffende margetarief worden vastgesteld . Behoudens het bepaalde in artikel 14 is het verboden overeenkomsten te sluiten welke vrachtprijzen behelzen die buiten de boven - en de benedengrenzen van de marges liggen . Artikel 10 1 . Ieder verplicht tarief wordt vastgesteld aan de hand van een basisprijs die in het midden van de marge ligt . De basisprijs wordt vastgesteld rekening houdend met de gemiddelde kosten van de desbetreffende vervoersprestaties , in voorkomend geval met inbegrip van de acquisitiekosten , welke gemiddelde kosten berekend worden voor goed geleide ondernemingen met een normale bezetting van hun vervoerscapaciteit , alsook met de marktsituatie , en wel zodanig dat de vervoerondernemers een billijke beloning kunnen verkrijgen . 2 . De verplichte tarieven kunnen worden gedifferentieerd aan de hand van de aard van de vervoersprestaties , met name van de technische en economische kenmerken van de zending , de verbindingen , de levertijden , het gewicht der te vervoeren goederen en de categorieën goederen . Artikel 11 1 . De verplichte tarieven worden in onderling overleg vastgesteld of gewijzigd door de rechtstreeks betrokken Lid-Staten , dat wil zeggen de Lid-Staten op het grondgebied waarvan de goederen worden geladen en gelost . De Commissie kan met raadgevende stem aan deze onderhandelingen deelnemen . De Commissie kan een termijn vaststellen waarbinnen de rechtstreeks betrokken Lid-Staten een besluit in de zin van de eerste alinea moeten nemen . Indien er na het verstrijken van deze termijn nog geen besluit is genomen , is de procedure van artikel 13 , leden 1 en 2 , van toepassing . 2 . Iedere Lid-Staat verklaart deze tarieven van kracht binnen twee maanden na de afsluiting van de onderhandelingen over de vaststelling of de wijziging van de tarieven of , in voorkomend geval , de voltooiing van de in artikel 13 , leden 1 en 2 , bedoelde procedure . 3 . Onverminderd het bepaalde in de leden 1 en 2 , kan een Lid-Staat eenzijdig de in zijn eigen munteenheid uitgedrukte prijsschalen naar boven aanpassen ten einde de gevolgen van de schommelingen van de wisselkoersen te elimineren . De betrokken Lid-Staat brengt de andere belanghebbende Lid-Staten en de Commissie ten minste een maand voor de inwerkingtreding van de maatregel op de hoogte . Artikel 12 De verplichte tarieven worden in de betrokken Lid-Staten officieel gepubliceerd . In deze publikatie wordt de datum vermeld waarop zij in werking treden . Wat de prijzen betreft , behoeft slechts de bovengrens te worden gepubliceerd . Artikel 13 1 . Als de onderhandelingen voor de vaststelling of de wijziging van een verplicht tarief geen resultaat opleveren , wordt het geschil op verzoek van een Lid-Staat aan de Commissie voorgelegd . Na raadpleging van het in artikel 16 genoemde Comité , geeft de Commissie een beschikking die ter kennis van de betrokkenen wordt gebracht en gepubliceerd in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . 2 . De beschikking van de Commissie wordt een maand na de bekendmaking uitvoerbaar , tenzij de zaak intussen door een Lid-Staat aan de Raad is voorgelegd . In dit geval geeft de Raad binnen drie maanden nadat hem de zaak is voorgelegd met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een beschikking die hij bekendmaakt in het Publikatieblad der Europese Gemeenschappen . Artikel 14 1 . In afwijking van artikel 9 , lid 3 , kunnen tussen een vervoerondernemer en zijn wederpartij schriftelijk bijzondere overeenkomsten worden gesloten welke behelzen dat vrachtprijzen buiten de boven - en de benedengrens van de marges worden toegepast . Het sluiten van zodanige overeenkomsten is toegestaan onder de volgende voorwaarden : a ) indien er omstandigheden bestaan waarmede bij het vaststellen van de tarieven geen rekening is gehouden , met name indien de bijzondere overeenkomsten betrekking hebben op vervoer dat speciale technische kenmerken vertoont , afgestemd zijn op de vereisten van de mededinging of voor een bepaalde duur zijn gesloten , en b ) indien de bijzondere overeenkomsten , wanneer zij de toepassing inhouden van vrachtprijzen boven de bovengrens van de marges , betrekking hebben op vervoersprestaties waarvan de technische kenmerken aanzienlijk hogere kosten met zich meebrengen dan de gemiddelde kosten in de zin van artikel 10 , lid 1 , waarop de overeenkomstige tarieven zijn gebaseerd ; dit geldt met name voor de gevallen waarin deze kenmerken verband houden met : - de noodzaak om tijdens het vervoer bijzondere zorg te besteden aan de goederen ; - de noodzaak om het voertuig te voorzien van speciale installaties ; - de noodzaak om een speciaal voertuig te gebruiken dat permanent van speciale installaties is voorzien ; - de noodzaak om het transport uit te voeren met een snelheid die aanmerkelijk lager ligt dan de normale rijsnelheid ; - het verzoek van de afzender , het transport bijzonder snel uit te voeren ; - de omstandigheid dat het gevaarlijke , afstotende of kwalijk riekende goederen betreft , - de omstandigheid dat de zending bestaat uit ondeelbare voorwerpen of voorwerpen van relatief uitzonderlijke afmetingen , of c ) indien de bijzondere overeenkomsten , wanneer zij de toepassing inhouden van vrachtprijzen beneden de benedengrens van de marges , betrekking hebben op een hoeveelheid goederen van ten minste 500 ton per periode van drie maanden . In elk geval moet iedere bijzondere overeenkomst de financiële bedrijfsresultaten van de vervoerondernemer op hetzelfde peil houden of verbeteren . 2 . De vervoerondernemer moet de bijzondere overeenkomst onmiddellijk na de sluiting ervan toezenden aan de bevoegde instanties van de Lid-Staat van oorsprong , dat wil zeggen de Staat waar de voertuigen ingeschreven zijn , of ingeval de Staat van inschrijving niet de Staat is waar de goederen worden geladen of gelost , de Staat alwaar de goederen worden geladen of gelost . Hij voegt bij deze overeenkomst alle gegevens welke het sluiten ervan , alsmede de overeengekomen prijzen , motiveren . 3 . Deze instanties zenden een afschrift van het dossier aan de bevoegde instanties van de betrokken Lid-Staten , dat wil zeggen de Staten alwaar de voertuigen zijn ingeschreven en die waar de goederen geladen en gelost zijn . 4 . Aan de hand van het overgelegde dossier verrichten de in de leden 2 en 3 bedoelde instanties alle controles en onderzoeken die zij wenselijk achten om na te gaan of de partijen bij de overeenkomst deze verordening in acht nemen . 5 . Ingeval de controles zouden leiden tot de constatering van een overtreding van deze verordening : - kunnen de bevoegde instanties van een Lid-Staat van de vervoerondernemers wier voertuigen aldaar zijn ingeschreven , verlangen dat zij gedurende een bepaalde tijd geen bijzondere overeenkomst uitvoeren zonder voorafgaande goedkeuring , - kunnen de bevoegde instanties van de betrokken Lid-Staten , onverminderd de bestuursrechtelijke maatregelen die zij kunnen treffen , de bevoegde instanties van de Staat waar het voertuig is ingeschreven verzoeken de hierboven vermelde maatregelen toe te passen . De Staat waar het voertuig is ingeschreven stelt de andere Lid-Staten en de Commissie in kennis van de eventueel genomen maatregelen . 6 . Ingeval de vervoermarkt voor bepaalde produkten via bepaalde verbindingen is verstoord , kan het sluiten van elke bijzondere overeenkomst gedurende een bepaalde tijd worden onderworpen aan voorafgaande goedkeuring door de bevoegde instanties van de Lid-Staat op wiens grondgebied de goederen worden geladen . De Regeringen van de betrokken Lid-Staten nemen in onderling overleg de ter zake nodige maatregelen . Een markt wordt geacht verstoord te zijn , wanneer met name het gemiddelde niveau van de gedurende een bepaalde periode toegepaste prijzen ontoereikend is om de rentabiliteit van een behoorlijk geleide vervoeronderneming met een normale bezetting van haar vervoerscapaciteit te waarborgen . Gemeenschappelijke bepalingen Artikel 15 1 . De vervoerondernemingen zijn gehouden de bevoegde overheidsinstanties van de Lid-Staten op hun verzoek inlichtingen te verstrekken inzake de in het internationale goederenvervoer over de weg toegepaste prijzen . De Regeringen der Lid-Staten stellen de Commissie op de hoogte van de resultaten van deze inlichtingen . 2 . Om een beter inzicht in de markten te verkrijgen , kunnen enquêtes gehouden worden betreffende de prijzen die op het vervoer van bepaalde goederen op belangrijke verbindingen worden toegepast . 3 . Op voorstel van de Commissie , gedaan na kennisneming van het advies van het in artikel 16 genoemde Comité , stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de programma's en de wijze van uitvoering vast ten aanzien van de in lid 1 bedoelde mededelingen en de in lid 2 bedoelde enquêtes . 4 . De bij de toepassing van deze verordening verkregen inlichtingen vallen onder de geheimhoudingsplicht . Artikel 16 1 . Bij de Commissie wordt een comité ingesteld ten einde deze Instelling bij te staan bij de toepassing van deze verordening en haar uitvoeringsbepalingen . Het Comité : - brengt advies uit in de uitdrukkelijk in deze verordening genoemde gevallen ; - stelt voor 1 oktober van ieder jaar een verslag op over de ontwikkeling der prijzen en voorwaarden inzake het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten in het voorafgaande jaar ; - dient de Commissie op haar verzoek van advies voor alle vraagstukken die betrekking hebben op de uitbouw van de toekomstige prijzenregeling in deze sector . De Commissie is gemachtigd om in het kader van deze verordening het Comité te raadplegen in alle andere gevallen waarin zij zulks dienstig acht . De adviezen van het Comité moeten met redenen worden omkleed en worden uitgebracht binnen een termijn die door zijn Voorzitter wordt bepaald . Zij worden met gekwalificeerde meerderheid van stemmen , overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , eerste alinea , en tweede alinea , eerste streepje , van het Verdrag aangenomen . De Voorzitter neemt geen deel aan de stemming . 2 . Het Comité is samengesteld uit Regeringsdeskundigen ; elke Lid-Staat wijst ten hoogste twee deskundigen aan . Het staat onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de Commissie die eveneens het secretariaat waarneemt . Het Comité wordt bijeengeroepen door de Voorzitter , op diens initiatief of op verzoek van een Lid-Staat . Het Comité is gemachtigd vertegenwoordigers van de beroepsgoederenvervoerders over de weg , van de verladers en van de tussenpersonen bij het vervoer te horen . Artikel 17 1 . De Lid-Staten stellen , na raadpleging van de Commissie , tijdig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast die nodig zijn voor de uitvoering van deze verordening . Voor wat de verplichte tarieven betreft , voorzien de Lid-Staten met name in een permanente en doeltreffende controle en passende sancties bij overtredingen . De Lid-Staten wijzen de in artikel 6 bedoelde organisaties aan . 2 . De Commissie pleegt op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief overleg met de Lid-Staten over de voorstellen inzake de in lid 1 bedoelde bepalingen . 3 . De Lid-Staten staan elkaar en de Commissie bij met het oog op de toepassing van deze verordening . Artikel 18 Deze verordening is niet van toepassing op het vervoer van de goederen die zijn opgesomd in de bijlage , welke een integrerend deel vormt van deze verordening . Artikel 19 Deze verordening doet geen afbreuk aan de verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal . Artikel 20 1 . De referentietarieven en de nieuwe verplichte tarieven moeten uiterlijk 1 januari 1979 worden bekendgemaakt . 2 . De verplichte tarieven die van toepassing zijn op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze verordening , blijven van toepassing totdat zij door andere tarieven worden vervangen . 3 . De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die de Lid-Staten hebben vastgesteld ter uitvoering van Verordening ( EEG ) nr . 1174/68 , blijven voor de overeenkomstig deze verordening vastgestelde verplichte tarieven van kracht totdat zij worden vervangen door de bepalingen die op basis van artikel 17 , lid 1 , zijn vastgesteld . Artikel 21 1 . Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1978 . Zij is van toepassing tot en met 31 december 1983 . 2 . Uiterlijk 31 december 1982 zal de Raad , op voorstel van de Commissie die tevoren het in artikel 16 bedoelde Comité heeft geraadpleegd , een beslissing nemen over de regeling die later op de prijzen en voorwaarden voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten zal worden toegepast . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat . Gedaan te Brussel , 12 december 1977 . Voor de Raad De Voorzitter L . DHOORE ( 1 ) PB nr . C 259 van 4 . 11 . 1976 , blz . 40 . ( 2 ) PB nr . C 281 van 27 . 11 . 1976 , blz . 2 . ( 3 ) PB nr . L 194 van 6 . 8 . 1968 , blz . 1 . ( 4 ) PB nr . L 359 van 30 . 12 . 1976 , blz . 13 . BIJLAGE Vervoer waarop deze verordening niet van toepassing is : - incidenteel vervoer van goederen van en naar luchthavens in geval van verlegging van de luchtdiensten ; - vervoer van bagage met aanhangwagens , gekoppeld aan voor reizigersvervoer bestemde voertuigen , en vervoer van bagage van en naar luchthavens met voertuigen van welke aard dan ook ; - postvervoer ; - vervoer van beschadigde voertuigen ; - vervoer van faecaliën en vuilnis ; - vervoer van voor destructie bestemde dode dieren ; - vervoer van bijen en pootvis ; - vervoer van kunstvoorwerpen en kunstwerken voor tentoonstellingen of voor handelsdoeleinden ; - incidenteel vervoer van voorwerpen en materiaal , uitsluitend bestemd voor reclame en voorlichting ; - verhuizingen door ondernemingen die daartoe zijn uitgerust wat betreft personeel en materieel ; - vervoer van materieel , rekwisieten en dieren van of naar toneelvoorstellingen , muziekuitvoeringen , filmvoorstellingen , sportmanifestaties , circusvoorstellingen , kermissen of jaarbeurzen , alsmede vervoer ten behoeve van radio - , film - of televisie-opnamen ; - vervoer van goud , zilver , platina , geld , munten en waardepapieren , zegels , documenten , edelstenen of echte parels ; - vervoer van artikelen die nodig zijn voor eerstehulpverlening , met name in geval van natuurrampen ; - vervoer van reserveonderdelen voor zeeschepen ; - vervoer van levende dieren ; - vervoer waarvoor buitengewoon vervoermaterieel of buitengewone verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn ; - vervoer van goederen , verzonden door één afzender aan één zelfde ontvanger , indien het totale gewicht niet meer dan 5 ton bedraagt ; - vervoer van goederen over een traject dat in to aal niet langer is dan 50 km ; indien het voertuig over een gedeelte van het traject over zee wordt vervoerd , wordt dit over zee afgelegde traject niet in aanmerking genomen voor het berekenen van deze afstand .