EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31977R1569

Verordening (EEG) nr. 1569/77 van de Commissie van 11 juli 1977 houdende vaststelling van de procedures en voorwaarden voor de overneming van granen door de interventiebureaus

PB L 174 van 14.7.1977, p. 15–17 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1992; opgeheven door 31992R0689

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1977/1569/oj

31977R1569

Verordening (EEG) nr. 1569/77 van de Commissie van 11 juli 1977 houdende vaststelling van de procedures en voorwaarden voor de overneming van granen door de interventiebureaus

Publicatieblad Nr. L 174 van 14/07/1977 blz. 0015 - 0017
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 18 blz. 0203
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 12 blz. 0234
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 12 blz. 0234


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1569/77 VAN DE COMMISSIE

van 11 juli 1977

houdende vaststelling van de procedures en voorwaarden voor de overneming van granen door de interventiebureaus

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1386/77 ( 2 ) , en met name op artikel 7 , lid 5 ,

Overwegende dat de interventieprijzen vastgesteld zijn voor een bepaalde standaardkwaliteit en dat in de toepassing van toeslagen en kortingen is voorzien voor aangeboden granen die niet met deze standaardkwaliteit overeenkomen ;

Overwegende dat granen waarvan de kwaliteit geen geschikt gebruik of opslag toestaat niet voor interventie in aanmerking komen ; dat er voor het vaststellen van de minimumkwaliteit evenwel rekening moet worden gehouden met de verscheidenheid van klimatologische omstandigheden in de verschillende gebieden van de Gemeenschap ;

Overwegende dat het , ter vereenvoudiging van het normale interventiebeleid en met name om het vormen van homogene partijen voor elke graansoort die voor interventie wordt aangeboden mogelijk te maken , noodzakelijk is een minimumhoeveelheid vast te stellen beneden welke het interventiebureau niet verplicht is het aanbod te accepteren ; dat het echter noodzakelijk kan zijn een hogere minimumtonnage in zekere Lid-Staten voor te schrijven opdat de interventiebureaus rekening kunnen houden met de voorwaarden en gebruiken van de groothandel , zoals die in hun land voordien reeds bestonden ;

Overwegende dat de voorwaarden voor aanbieding aan de interventiebureaus en overneming door deze bureaus in de Gemeenschap zoveel mogelijk uniform moeten zijn om elke discriminatie tussen de producenten te voorkomen ; dat derhalve minimumkwaliteitscriteria moeten worden vastgesteld ; dat het echter nuttig kan blijken dat de Lid-Staten gelijktijdig met deze verordening sommige van hun voorschriften toepassen die aan de hun eigen klimatologische omstandigheden zijn aangepast , en met name aan de gebruiken van de handel ;

Overwegende dat Verordening ( EEG ) nr . 1492/71 van de Commissie van 13 juli 1971 houdende vaststelling van de procedures en voorwaarden voor de overneming van granen door de interventiebureaus ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1832/76 ( 4 ) , talrijke wijzigingen heeft ondergaan ; dat het ter wille van de duidelijkheid dienstig is genoemde verordening door deze verordening te vervangen ;

Overwegende dat het Comité van beheer voor granen geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Elke houder van homogene partijen van minimaal 80 ton zachte tarwe , rogge , gerst , maïs en 15 ton durum tarwe geoogst in de Gemeenschap , wordt gemachtigd deze granen aan het interventiebureau aan te bieden .

De interventiebureaus kunnen echter een hoger minimumtonnage vaststellen .

Artikel 2

1 . Om voor interventie in aanmerking te komen moeten de granen van gezonde handelskwaliteit zijn .

2 . Zij worden als van gezonde handelskwaliteit beschouwd wanneer zij een aan dit graan eigen kleur hebben , geen onfrisse reuk hebben , vrij zijn van schadelijk levend gedierte ( met inbegrip van mijt ) in al hun ontwikkelingsstadia en voldoen aan de in de bijlage vermelde minimumkwaliteitscriteria .

3 . De voor deze verordening geldende omschrijvingen van de bestanddelen die geen onberispelijk basisgraan zijn , zijn vermeld in bijlage I van Verordening ( EEG ) nr . 2731/75 van de Raad van 29 oktober 1975 tot vaststelling van de standaardkwaliteit van zachte tarwe , rogge , gerst , maïs en durum tarwe ( 5 ) , en voor maïs sangevuld met die van artikel 4 , sub c ) , eerste en tweede streepje , van bedoelde verordening .

4 . Ingeval van buitengewoon slechte weersomstandigheden , kunnen , volgens de procedure van artikel 26 van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 , afwijkingen van het in lid 2 bepaalde worden vastgesteld die gelden voor het betrokken verkoopseizoen en voor bepaalde streken van de Gemeenschap . Deze afwijkingen laten een verhoging toe van :

- het maximumaandeel aan bestanddelen die geen onberispelijk basisgraan zijn tot 15 % ;

- het maximumpercentage gekiemde korrels tot 12 % ,

- het maximumpercentage noodrijpe korrels van zachte tarwe en gerst tot 15 % ,

- het maximumpercentage korrels van durum tarwe die geheel of gedeeltelijk hun glazig uiterlijk hebben verloren tot 60 % .

Artikel 3

1 . Elke aanbieding ter interventie moet geschieden door een schriftelijke aanvraag bij een interventiebureau .

2 . De aanvaarding van het aanbod door het interventiebureau vindt zo spoedig mogelijk plaats onder opgave van de nodige bijzonderheden betreffende de voorwaarden waarop de overneming geschiedt . Deze voorwaarden kunnen slechts binnen 48 uur na ontvangst van de aanvaarding betwist worden .

3 . De aan de verkoper te betalen prijs is de overeenkomstig artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 2738/75 van de Raad van 29 oktober 1975 tot vaststelling van de algemene interventievoorschriften in de sector granen ( 6 ) berekende prijs voor aan de opslagplaats geleverde , niet afgeladen goederen , die geldig is voor de maand die bij de aanvaarding van het aanbod als maand van levering is aangegeven , waarbij rekening wordt gehouden met de vast te stellen toeslagen en kortingen .

Deze prijs kan worden verhoogd met de inslagkosten indien de verkoper de granen opslaat na aanvaarding van de aanbieding door het interventiebureau .

4 . De betaling geschiedt zo spoedig mogelijk na de overneming .

Artikel 4

1 . De datum van overneming door het interventiebureau moet tussen de verkoper en het interventiebureau overeengekomen worden .

2 . De daadwerkelijke overneming van de granen geschiedt door het interventiebureau in tegenwoordigheid van de verkoper of van zijn behoorlijk gemachtigde vertegenwoordigers .

3 . Ingeval men over de kwaliteit en de kenmerken van het aangeboden graan geen overeenstemming bereikt , worden de in tegenwoordigheid van beide partijen getrokken monsters onderworpen aan een analyse van een door de bevoegde autoriteiten erkend laboratorium . De resultaten van deze analyse zijn beslissend .

4 . De verkoper en het interventiebureau kunnen door hun respectieve gemachtigden vertegenwoordigd worden .

Artikel 5

Ten einde rekening te houden met de bijzondere omstandigheden in de Lid-Staat waaronder de interventiebureaus ressorteren stellen deze zonodig aanvullende procedures en voorwaarden voor de overneming vast , welke verenigbaar zijn met de bepalingen van deze verordening ; zij kunnen met name periodieke opgave van de voorraden vragen .

Artikel 6

Verordening ( EEG ) nr . 1492/71 wordt ingetrokken met ingang van 1 augustus 1977 .

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 augustus 1977 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 11 juli 1977 .

Voor de Commissie

De Vice-Voorzitter

Finn GUNDELACH

( 1 ) PB nr . L 281 van 1 . 11 . 1975 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 158 van 29 . 6 . 1977 , blz . 1 .

( 3 ) PB nr . L 157 van 14 . 7 . 1971 , blz . 18 .

( 4 ) PB nr . L 203 van 29 . 7 . 1976 , blz . 26 .

( 5 ) PB nr . L 281 van 1 . 11 . 1975 , blz . 22 .

( 6 ) PB nr . L 281 van 1 . 11 . 1975 , blz . 49 .

BIJLAGE

* Durum tarwe * Zachte tarwe * Rogge * Gerst * Maïs *

1 . Maximaal vochtgehalte ( 1 ) * 14 t/m 16 % * 14 t/m 16 % * 14 t/m 16 % * 14 t/m 16 % * 14 t/m 16 % *

2 . Maximaal aandeel aan bestanddelen die geen onberispelijk basisgraan zijn * 10 % * 12 % * 12 % * 12 % * 12 % *

waaronder : * * * * * *

a ) gebroken korrels * 5 % * 5 % * 5 % * 5 % * 10 % *

b ) onzuiverheden van granen * 5 % * 12 % * 5 % * 12 % * 5 % *

waaronder : * * * * * *

- noodrijpe korrels * * 12 % * * 12 % * *

- korrels van andere graansoorten * 3 % * 5 % * * 5 % * *

- korrels aangetast door voor het graan schadelijk gedierte * * 5 % * * 5 % * *

- korrels waarvan de kiem kleurafwijkingen vertoont * * * * * *

- gevlekte korrels * * * * * *

- tijdens het drogen verhitte korrels * 0,50 % * 3 % * 3 % * 3 % * 3 % *

c ) gekiemde korrels ( 1 ) * 4 t/m 6 % * 6 t/m 8 % * 6 t/m 8 % * 6 t/m 8 % * 6 t/m 8 % *

d ) uitschot ( Schwarzbesatz ) * 3 % * 3 % * 3 % * 3 % * 3 % *

waaronder : * * * * * *

- schadelijke onkruidzaden * 0,10 % * 0,10 % * 0,10 % * 0,10 % * 0,10 % *

- bedorven korrels , waaronder door spontane broei beschadigde korrels * 0,05 % * * * * *

- onzuiverheden : * * * * * *

- kaf * * * * * *

- moederkoren * 0,05 % * 0,05 % * 0,05 % * 0,05 % * 0,05 % *

- door brandschimmel aangetaste korrels * * * * * *

- dode insekten en deeltjes van insekten * * * * * *

3 . Maximaal aandeel van : * * * * * *

- korrels die geheel og gedeeltelijk hun glazig uiterlijk hebben verloren * 50 % * * * * *

- korrels van zachte tarwe * 4 % * * * * *

4 . Minimum soortelijk gewicht * 76 kg/hl * 68 t/m 72 kg/hl ( 1 ) * 68 kg/hl * 63 kg/hl ( 2 ) * - *

( 1 ) Al naar gelang van het gebied en de oogst - en opslagomstandigheden , worden de maximumpercentages en het minimum soortelijk gewicht door de interventiebureaus vastgesteld .

( 2 ) Voor wintergerst kan het minimum soortelijk gewicht evenwel door de interventiebureaus van de Lid-Staten op 59 kg/hl worden vastgesteld .

Top