EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31975R0724

Verordening (EEG) nr. 724/75 van de Raad van 18 maart 1975 houdende oprichting van een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

PB L 73 van 21.3.1975, p. 1–7 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1985; opgeheven door 31984R1787

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1975/724/oj

31975R0724

Verordening (EEG) nr. 724/75 van de Raad van 18 maart 1975 houdende oprichting van een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Publicatieblad Nr. L 073 van 21/03/1975 blz. 0001 - 0007
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 14 Deel 1 blz. 0010


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 724/75 VAN DE RAAD

van 18 maart 1975

houdende oprichting van een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat de Gemeenschap tot taak heeft om , krachtens artikel 2 van het Verdrag , de harmonische ontwikkeling van de economische activiteit binnen de gehele Gemeenschap te bevorderen ;

Overwegende dat de Staatshoofden en Regeringsleiders op de Topconferentie van Parijs in oktober 1972 , geleid door de wens te streven naar een communautaire oplossing van de regionale problemen , de Instellingen van de Gemeenschap hebben uitgenodigd een Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het leven te roepen , waarvan inschakeling , gecoordineerd met de nationale steunmaatregelen , de mogelijkheid zal moeten scheppen om , naarmate de economische en monetaire unie wordt verwezenlijkt , de belangrijkste op regionaal gebied bestaande onevenwichtige situaties in de Gemeenschap op te heffen , met name die welke voortvloeien uit een overwicht van de agrarische sector , uit industriële veranderingen en structurele tekorten aan werkgelegenheid ;

Overwegende dat op de Conferentie van december 1973 te Kopenhagen deze verbintenis is herhaald en dat op de Conferentie van december 1974 te Parijs is besloten het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling met ingang van 1 januari 1975 in werking te stellen ;

Overwegende dat ingevolge het besluit dat de Regeringsleiders op de Conferentie van december 1974 te Parijs hebben genomen , aan het Fonds voor de jaren 1975 tot en met 1977 bepaalde bedragen moeten worden toegewezen , doch dat het wenselijk is de beslissing over de aard van de uitgaven van het Fonds op te schorten tot latere begrotingsjaren ;

Overwegende dat het Verdrag niet in de daartoe vereiste bevoegdheden voorziet en het dus dienstig is de Gemeenschap krachtens artikel 235 van het Verdrag dergelijke bevoegdheden te verlenen ;

Overwegende dat een doelmatig regionaal structuurbeleid een essentiële voorwaarde is voor de totstandbrenging van de economische en monetaire unie ;

Overwegende dat de regionale ontwikkeling investeringen vergt , enerzijds voor het in leven roepen van industriële of dienstverlenende activiteiten met het oog op de schepping of instandhouding van werkgelegenheid en , anderzijds voor de aanleg van infrastructuurvoorzieningen die rechtstreeks verband houden met de ontwikkeling van deze activiteiten en dat er in bepaalde agrarische probleemgebieden moet worden bijgedragen tot het scheppen van voldoende collectieve voorzieningen om de voortzetting van de landbouwactiviteit en de handhaving van een minimale bevolkingsdichtheid te waarborgen ;

Overwegende dat men zich aan het principe dient te houden dat de bijstand uit het Fonds moet worden verleend naar gelang van het min of meer ernstige gebrek aan evenwicht waaronder de regio's lijden ; dat men bovendien de factoren in aanmerking moet nemen , op grond waarvan het belang , zowel voor de regio als voor de Gemeenschap , van de investering kan worden beoordeeld ;

Overwegende dat het beheer van dit Fonds moet worden toevertrouwd aan de Commissie , daarin bijgestaan door een Comité van het Fonds ;

Overwegende dat de steun van het Fonds slechts doeltreffend kan zijn indien de investeringen die voor communautaire hulp in aanmerking komen in regionale ontwikkelingsprogramma's worden opgenomen en dat de in elke regio bereikte resultaten van jaar tot jaar moeten kunnen worden gevolgd ;

Overwegende dat de steun van het Fonds de Lid-Staten er niet toe mag brengen hun inspanningen op het gebied van de regionale ontwikkeling te laten verslappen , doch een aanvulling daarop moet vormen ;

Overwegende dat de Commissie in samenwerking met de Lid-Staten moet toezien op de juiste uitvoering van de investeringen waarvoor bijstand uit het Fonds wordt verleend , en een doelstreffende controle moet uitoefenen op de verrichtingen van het Fonds ;

Overwegende dat het belang van het communautaire optreden in dezen een bijzondere voorlichting van het Europese Parlement en van de Raad in de vorm van een jaarverslag vereist ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Er wordt een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling , hierna genoemd Fonds , opgericht , hetwelk bedoeld is om de belangrijkste in de Gemeenschap op regionaal gebied bestaande onevenwichtige situaties te corrigeren , met name die welke voortvloeien uit een overwicht van de agrarische sector , industriële veranderingen en structurele tekorten aan werkgelegenheid .

Artikel 2

1 . Voor het tijdvak 1975/1977 wordt aan de Lid-Staten die daarom vragen de financiële steun van het Fonds verleend , onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden en binnen de grenzen van de volgende toewijzingen :

300 000 000 R.E . in 1975 ,

500 000 000 R.E . in 1976 ,

500 000 000 R.E . in 1977 .

Dit totale bedrag van 1 300 000 000 rekeneenheden wordt voor 150 000 000 rekeneenheden uit de op dit tijdstip niet gebruikte kredieten van het Europees Oriëntatie - en Garantiefonds voor de Landbouw , afdeling Oriëntatie , gefinancierd .

De middelen van het Fonds worden als volgt verdeeld :

België : 1,5 %

Denemarken : 1,3 %

Frankrijk : 15,0 %

Ierland : 6,0 %

Italië : 40,0 %

Luxemburg : 0,1 %

Nederland : 1,7 %

Bondsrepubliek Duitsland : 6,4 %

Verenigd Koninkrijk : 28,0 % .

Voorts wordt aan Ierland een bedrag van 6 000 000 rekeneenheden toegekend dat in mindering wordt gebracht op het aandeel van de andere Lid-Staten , met uitzondering van Italië .

2 . Te gelegener tijd dient de Commissie in het kader van de in artikel 18 bedoelde herziening van de verordening , passende voorstellen in met betrekking tot het regionaal beleid van de Gemeenschap en de bijstand van het Fonds voor de volgende periode .

3 . De begroting van een begrotingsjaar omvat uit hoofde van het Fonds voor het desbetreffende begrotingsjaar :

a ) de vastleggingskredieten ,

b ) de betalingskredieten .

Behoudens de in deze verordening vastgestelde bijzondere bepalingen geldt het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting der Gemeenschappen voor het beheer van het Fonds .

Artikel 3

Het Fonds mag alleen steun verlenen aan de regio's en zones , die door de Lid-Staten op grond van hun steunregelingen met regionale strekking zijn vastgesteld en die voor bijstand uit het Fonds in aanmerking komende overheidssteun ontvangen .

Bij de toekenning van bijstand uit het Fonds wordt voorrang gegeven aan de investeringen in de gebieden die op nationaal niveau prioriteit hebben , met inachtneming van de beginselen inzake de coordinatie op communautair niveau , van de steun met regionale strekking .

Artikel 4

1 . Het Fonds kan deelnemen in de financiering van investeringen , die voor elk afzonderlijk geval een bedrag van 50 000 rekeneenheden overschrijden en in één van de volgende categorieën vallen :

a ) investeringen in industriële , ambachtelijke of dienstverlenende activiteiten die ecnomisch gezond zijn en die overheidssteun met regionale strekking genieten , mits ten minste 10 arbeidsplaatsen worden gecreëerd of arbeidsplaatsen in stand worden gehouden . In dit laatste geval moeten de investeringen worden verricht in het kader van een omschakelings - of herstructureringsprogramma dat het concurrentievermogen van de vestiging veilig stelt ; de voorkeur wordt evenwel gegeven aan projecten waarbij zowel bestaande arbeidsplaatsen in stand worden gehouden als nieuwe arbeidsplaatsen worden gecreëerd .

Dienstverlenende activiteiten komen in aanmerking voor zover zij verband houden met het toerisme of voor zover de keuze van de vestigingsplaats ervan vrij is . Deze activiteiten moeten een directe uitwerking hebben op de ontwikkeling van de regio en op het werkgelegenheidsniveau ;

b ) investeringen in infrastructuurvoorzieningen , die rechtstreeks verband houden met de ontwikkeling van de sub a ) bedoelde activiteiten en die geheel of gedeeltelijk worden bekostigd door de overheid of door om het even welke andere instantie die op soortgelijke wijze als een overheidsorgaan verantwoordelijk is voor de totstandkoming van infrastructuurvoorzieningen ;

c ) investeringen in infrastructuurvoorzieningen bedoeld in lid 2 van artikel 3 van de richtlijn van de Raad betreffende de landbouw in bergstreken en in sommige probleemgebieden , voor zover het probleemgebied samenvalt met of zicht bevindt in één van de regio's of zones welke zijn bedoeld in artikel 3 van deze verordening .

2 . De deelneming van het Fonds bedraagt :

a ) voor de in lid 1 , sub a ) , bedoelde investeringen , 20 % van de investeringskosten . De deelneming mag echter niet meer bedragen dan 50 % van de steun die de overheid voor elke investering verleent op grond van een steunregeling met regionale strekking en moet voorts beperkt blijven tot het gedeelte van de investering dat 100 000 rekeneenheden per gecreëerde arbeidsplaats en 50 000 rekeneenheden per in stand gehouden arbeidsplaats niet overschrijdt .

Als overheidssteun komen subsidies en rentesubsidies in aanmerking , of het equivalent daarvan indien het leningen tegen gereduceerde rente betreft , ongeacht of deze steun betrekking heeft op de investering of op de gecreëerde werkgelegenheid . De berekening van het equivalent van de steun wordt vastgesteld door een toepassingsverordening uit hoofde van artikel 17 . Als steun kan tevens in aanmerking komen verlaging of vrijstelling van de huur van een fabriek , voor zover dezelfde berekeningswijze mogelijk is .

De aldus bepaalde bijstand uit het Fonds kan volgens een van tevoren genomen besluit van de Lid-Staat , dat tegelijk met het verzoek om bijstand wordt meegedeeld , hetzij worden gevoegd bij de door de overheid ten behoeve van de investering verleende steun , hetzij door deze overheid worden verworven bij wijze van gedeeltelijke terugbetaling van de verleende steun ;

b ) voor de in lid 1 , sub b ) en c ) , bedoelde investeringen 30 % van de door de overheid gedane uitgaven , wanneer de investering minder dan 10 miljoen rekeneenheden beloopt , en 10 tot maximaal 30 % voor een investering van 10 miljoen rekeneenheden of meer , waarbij de bijstand uit het Fonds geheel of gedeeltelijk de vorm kan aannemen van een rentesubsidie van 3 punten op de krachtens artikel 130 a ) en b ) , van het Verdrag door de Europese Investeringsbank toegekende leningen ten behoeve van de in artikel 3 van deze verordening bedoelde regio's en zones . In dat geval geschiedt de betaling van de bijdrage uit het Fonds in een bedrag ineens , aan de Bank , waarbij de rentesubsidie wordt geactualiseerd en wordt uitgedrukt in een percentage .

Artikel 5

1 . De Commissie besluit tot verlening van bijstand uit het Fonds volgens de in artikel 12 omschreven procedure , en wel aan de hand van het min of meer ernstige gebrek aan economisch evenwicht waarmee de regio waar de investering wordt verwezenlijkt heeft te kampen , alsook van de directe of indirecte uitwerking van de investering op de werkgelegenheid . De Commissie onderzoekt in het bijzonder de samenhang van de investering met het geheel van maatregelen die de betrokken Lid-Staat ten gunste van deze regio heeft genomen , zoals die blijken uit de door de Lid-Staten in het kader van artikel 6 verstrekte gegevens . Hierbij wordt speciaal rekening gehouden met :

a ) de bijdrage van de investering tot de economische ontwikkeling van de regio ;

b ) de samenhang van de investering met de programma's of doelstellingen van de Gemeenschap ;

c ) de situatie in de betrokken bedrijfssector en de rentabiliteit van de investering ;

d ) het grensoverschrijdend karakter van de investering , voor zover deze plaatsvindt in een regio die grenst aan één of meer andere Lid-Staten ;

e ) de andere vormen van steun die door de communautaire instellingen , dan wel door de Europese Investeringsbank ten behoeve van dezelfde investering of van andere acties in dezelfde regio worden verleend . Op deze wijze worden de andere interventies van de Gemeenschap gecoordineerd met de actie van het Fonds , zodat in een bepaalde regio convergerende en op elkaar afgestemde algemene acties kunnen worden ondernomen en met name de samenhang tussen het regionaal beleid en het landbouwstructuurbeleid kan worden verzekerd .

2 . Voor infrastructuurvoorzieningen waarmee een bedrag van 10 miljoen of meer rekeneenheden is gemoeid , moet de Commissie , alvorens het advies van het in artikel 12 vermelde Comité van het Fonds in te winnen , het Comité voor regionaal beleid raadplegen .

Artikel 6

1 . In aanmerking voor een bijdrage uit het Fonds komen slechts investeringen die passen in het kader van een programma voor regionale ontwikkeling , waarvan de verwezenlijking kan bijdragen tot het corigeren van de belangrijkste structurele en regionale onevenwichtigheden in de Gemeenschap die de totstandkoming van de economische en monetaire unie kunnen schaden .

2 . In afwijking van lid 1 , worden de programma's vervangen door de in lid 6 bedoelde jaarlijkse gegevens tot de datum waarop die programma's voor de regio's waarvoor zij nog niet waren vastgesteld , zijn uitgewerkt . Deze uitwerking geschiedt volgens een tijdschema dat het mogelijk moet maken voor eind 1977 over alle programma's te beschikken .

3 . De programma's voor regionale ontwikkeling en de daarin aangebrachte wijzigingen worden door de Lid-Staten ter kennis van de Commissie gebracht naarmate ze gereedkomen .

4 . De programma's hebben een indicatief karakter en geven een overzicht van de doelstellingen en middelen voor de ontwikkeling van de regio . Een van de taken die daartoe bij voorrang aan het Comité voor regionaal beleid wordt verleend , is de bestudering van de technische methodes voor de uitwerking van die programma's , zodat men uiterlijk op 31 december 1975 kan beschikken over een overzicht van de in deze programma's op te nemen gegevens .

5 . Over de programma's moet het Comité voor regionaal beleid worden geraadpleegd . De Commissie bestudeert die programma's , daarbij rekening houdend met de bepalingen van het Verdrag en de besluiten van de communautaire Instellingen .

6 . De Lid-Staten verstrekken de Commissie aan het begin van elk jaar , en voor de eerste maal voor de aanvang van de derde maand volgende op de inwerkingtreding van deze verordening , alle nuttige gegevens over :

a ) de ontwikkeling van de economische en sociale toestand in de in artikel 3 bedoelde regio's ,

b ) de reeds door hen toegewezen of nog toe te wijzen middelen voor de ontwikkeling van deze regio's ,

c ) de voorgenomen maatregelen inzake de infrastructuur en het scheppen van economische bedrijvigheid , met een tijdschema voor de tenuitvoerlegging daarvan ,

d ) in voorkomend geval het intensiteitsplafond van de bijstand ,

alsmede , elk jaar uiterlijk op 1 april , een algemeen statistisch overzicht waardoor voor elke regio een inzicht kan worden verkregen in de resultaten welke in het voorgaande jaar werden bereikt dank zij de in de regio getroffen maatregelen . De resultaten tot de verwezenlijking waarvan het Fonds heeft bijgedragen , dienen duidelijk te worden vermeld .

Artikel 7

1 . De aanvragen om bijstand uit het Fonds worden door de Lid-Staten bij de Commissie ingediend , vergezeld van de voor de beoordeling noodzakelijke gegevens , zodat de Commissie kan nagaan in hoeverre het belang van de investeringen beantwoordt aan de in artikel 5 vastgestelde criteria .

2 . Voor de in lid 1 van artikel 4 bedoelde investeringen waarmee een bedrag van minder dan 10 miljoen rekeneenheden gemoeid is , dienen de Lid-Staten aan het begin van elk kwartaal gegroepeerde aanvragen in . Deze aanvragen worden per regio ingediend , waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de in lid 1 , sub a ) , van artikel 4 bedoelde investeringen en de investeringen in infrastructuurvoorzieningen .

Deze aanvragen vermelden :

a ) voor de in lid 1 , sub a ) , van artikel 4 bedoelde investeringen , naam van de betrokken ondernemingen , bedrijfstak , plaats van uitvoering van elke investering , alsmede de aard ervan ( creatie , uitbreiding , omschakeling of herstructurering van een vestiging ) , totaal investeringsbedrag , te verwachten algemene gevolgen voor de werkgelegenheid ( creëren van nieuwe werkgelegenheid of in stand houden van bestaande werkgelegenheid ) , vooruitzichten in verband met de uitvoeringsduur , het totaal van de steun waarvoor om bijstand uit het Fonds wordt verzocht , alsmede vervaldagen voor de betalingen ;

b ) voor de investeringen in infrastructuurvoorzieningen , plaats van uitvoering van elke investering en aard ervan , alsmede direct verband met het op gang brengen van de in lid 1 , sub a ) , van artikel 4 bedoelde activiteiten , geraamde uitgaven en uitgaven die ten laste komen van de overheid , alsmede vervaldagen voor de betalingen , naam van de verantwoordelijke instanties , totaalbedrag van de aan het Fonds gevraagde bijstand , vooruitzichten in verband met de uitvoeringsduur .

3 . De aanvragen in verband met investeringen tot een bedrag dat gelijk is aan of hoger dan 10 miljoen rekeneenheden , worden afzonderlijk ingediend en bevatten de volgende gegevens :

a ) voor de in lid 1 , sub a ) , van artikel 4 bedoelde investeringen : naam van de onderneming , bedrijfstak , aard van de investering , plaats van uitvoering , gevolgen voor de werkgelegenheid , gepland uitvoeringsschema , subsidies , rentesubsidies of leningen tegen gereduceerde rente , vervaldagen voor de betaling van de steun , alle andere vormen van toegekende of in uitzicht gestelde overheidssteun en financieringsplan , met opgave van de andere gevraagde of in uitzicht gestelde communautaire steun .

In de aanvraag vermeldt de Lid-Staat het totaalbedrag van de bijstand die volgens die Lid-Staat aan de onderneming moet worden verleend en de bijdrage die aan de Gemeenschap gevraagd wordt .

b ) voor de investeringen in infrastructuurvoorzieningen : verantwoordelijke instantie , aard van de investering , plaats van uitvoering , direct verband met het op gang brengen van de in lid 1 , sub a ) , van artikel 4 bedoelde activiteiten , kosten , financieringsplan , uitvoeringsschema en vervaldagen voor de betalingen .

4 . De Commissie besluit op de volgende wijze tot verlening van bijstand uit het Fonds :

a ) in het algemeen voor elk van de aanvragen bedoeld in lid 2 ;

b ) gevalsgewijs voor de in lid 3 bedoelde aanvragen .

5 . De Lid-Staten dienen bij voorrang aanvragen om bijstand in welke betrekking hebben op investeringen tot een bedrag dat gelijk is aan of hoger dan 10 miljoen rekeneenheden .

Artikel 8

1 . Het bedrag van de bijstand uit het Fonds , vastgesteld , in voorkomend geval , aan de hand van de berekening van het equivalent van de steun , overeenkomstig de in lid 2 , sub a ) , van artikel 4 bedoelde toepassingsverordening , wordt gestort naarmate de betalingen worden verricht , na overlegging door de Lid-Staat van kwartaaloverzichten waaruit blijkt dat de uitgaven werkelijk zijn gedaan en dat gedetailleerde bewijsstukken voorhanden zijn , en die de volgende gegevens bevatten :

a ) voor investeringen die voorkomen op de in lid 2 van artikel 7 bedoelde aanvragen :

- onder verwijzing naar de aanvraag om bijstand uit het Fonds , totale bedrag van de gedane betalingen , plaats van uitvoering van de investeringen , totale bedrag waarvan betaling uit het Fonds wordt gevraagd , naam van de betrokken ondernemingen of , voor infrastructuurvoorzieningen , naam van de verantwoordelijke instanties ;

b ) voor investeringen die voorkomen op de in lid 3 van artikel 7 bedoelde aanvragen :

- onder verwijziging naar de aanvraag om bijstand uit het Fonds , aard van de uitgave , investering en plaats van uitvoering ;

- ordonnateur , datum en bedrag van de betaling , en begunstigde ;

- periode waarop de betaling betrekking heeft , ten opzichte van :

- de voor de uitvoering van de investering bepaalde periode ,

- de voor de uitgave vastgestelde spreiding of opsplitsing ;

- plaats waar de gedetailleerde bewijsstukken betreffende de uitgave zich op de datum van de betalingsaanvraag bevinden .

2 . Indien de betalingsaanvraag na voltooiing van een investering wordt ingediend , moet uit het kwartaaloverzicht bovendien blijken dat de investering werkelijk is uitgevoerd en moet het overzicht tevens de volgende aanvullende gegevens bevatten :

a ) voor investeringen welke voorkomen op de in lid 2 van artikel 7 bedoelde aanvragen :

- werkelijk geïnvesteerde bedrag en aard van de uitgave ,

- datum van de voltooiing en aantal gecreëerde of in stand gehouden arbeidsplaatsen ,

- alle andere sub 1 b ) vermelde gegevens ,

b ) voor investeringen welke voorkomen op in lid 3 van artikel 7 bedoelde aanvragen :

- werkelijk geïnvesteerde bedrag , datum van voltooiing en aantal gecreëerde of in stand gehouden arbeidsplaatsen .

3 . Indien het bij de uitgaven , vastgesteld bij de in artikel 7 bedoelde besluiten , gaat om steun in de vorm van rentesubsidies of van leningen tegen gereduceerde rente , wordt de bijdrage van het Fonds met betrekking tot deze steun , die nog verschuldigd is op het ogenblik waarop de investeringen zijn voltooid , ineens uitbetaald , na overlegging van de verklaring betreffende de voltooiing van de investeringen .

4 . De Lid-Staten wijzen de autoriteiten of instanties aan die tot afgifte van de in dit artikel bedoelde verklaringen bevoegd zijn . De bijstandsbedragen worden door de Commissie aan de Lid-Staat , aan een door deze Lid-Staat aangewezen instantie of eventueel aan de Europese Investeringsbank uitbetaald .

Artikel 9

1 . Indien een investering waarvoor bijstand uit het Fonds is verleend niet geraliseerd wordt zoals was voorzien , of indien aan de bij deze verordening opgelegde voorwaarden niet wordt voldaan , kan de bijstand uit het Fonds bij besluit van de Commissie na raadpleging van het Comité van het Fonds , worden verminderd of geannuleerd .

De bedragen die ten onrechte zouden zijn uitgekeerd worden door de betrokken Lid-Staat of , in voorkomend geval , door de Europese Investeringsbank binnen twaalf maanden na de datum van kennisgeving van het besluit aan de Gemeenschap terugbetaald .

2 . De Lid-Staten verstrekken de Commissie alle voor een goede werking van het Fonds noodzakelijke gegevens en nemen alle maatregelen die de door de Commissie in het kader van het beheer van het Fonds nuttig geachte controles , met inbegrip van verificaties ter plaatse , kunnen vergemakkelijken .

3 . Onverminderd de door de Lid-Staten overeenkomstig de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen verrichte controles en onverminderd het bepaalde in artikel 206 van het Verdrag , alsook iedere op grond van artikel 209 , sub c ) , van het Verdrag uitgevoerde controle , worden op verzoek van de Commissie en met instemming van de Lid-Staat door de bevoegde instanties van deze Lid-Staat verificaties ter plaatse of onderzoeken betreffende door het Fonds gefinancierde projecten verricht . Personeelsleden van de Commissie kunnen hieraan deelnemen . De Commissie kan voor het uitvoeren van deze verificaties termijnen vaststellen .

4 . Deze verificaties ter plaatse of onderzoeken betreffende door het Fonds gefinancierde projecten zijn bedoeld om vast te stellen :

a ) of de administratieve methoden in overeenstemming zijn met de communautaire voorschriften ,

b ) of bewijsstukken voorhanden zijn en of deze in overeenstemming zijn met de door het Fonds gefinancierde projecten ,

c ) op welke wijze de door het Fonds gefinancierde projecten worden uitgevoerd en geverifieerd ,

d ) of hetgeen werd verwezenlijkt in overeenstemming is met de door het Fonds gefinancierde projecten .

5 . De Commissie kan betaling van de bijstand voor een project schorsen indien uit een controle blijkt dat zich onregelmatigheden hebben voorgedaan of dat een belangrijke wijziging in de aard of de wijze van uitvoering van dit project werd aangebracht zonder dat daarvoor toestemming aan de Commissie is gevraagd .

6 . Indien een project waarvoor bijstand uit het Fonds wordt verleend , niet wordt uitgevoerd of zodanig wordt uitgevoerd dat nog slechts een gedeelte van de voor dit project toegezegde bijstand uit het Fonds gerechtvaardigd is , wordt het niet aangewende gedeelte van de bijstand uit het Fonds op de in deze verordening vastgestelde voorwaarden aan een andere investering in een van de in aanmerking komende regio's van dezelfde Lid-Staat toegekend .

Artikel 10

1 . Het Fonds kan voor een gedeelte van zijn middelen deelnemen in de financiering van studies die in nauw verband staan met de verrichtingen van het Fonds en die op verzoek van een Lid-Staat worden ondernomen .

2 . De bijstand mag niet meer dan 50 % van de met de studie gemoeide kosten bedragen .

Artikel 11

1 . Er is ingesteld een Comité van het Fonds , hierna genoemd Comité , dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en onder voorzitterschap staat van een vertegenwoordiger van de Commissie .

2 . In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

Artikel 12

1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , leidt de voorzitter deze procedure bij het Comité in , hetzij op eigen initiatief hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat .

2 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient ontwerpen in van de te nemen besluiten . Het Comité brengt over deze ontwerpen advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie der aan een onderzoek onderworpen vraagstukken . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van 41 stemmen .

3 . De Commissie neemt besluiten die onmiddellijk van toepassing zijn . Indien deze besluiten echter niet in overeenstemming zijn met het door het Comité uitgebrachte advies , worden zij door de Commissie onverwijld ter kennis van de Raad gebracht . In dat geval stelt de Commissie de toepassing van de besluiten die zij heeft genomen tot ten hoogste twee maanden na deze kennisgeving uit . De Raad kan binnen twee maanden met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen .

Artikel 13

Het Comité kan elk ander vraagstuk met betrekking tot de werking van het Fonds onderzoeken dat door zijn voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat , aan de orde wordt gesteld .

Artikel 14

1 . De betrokken investeerders worden in overleg met de betrokken Lid-Staten ervan in kennis gesteld dat een gedeelte van de hun verleende steun afkomstig is van de Gemeenschap . In overeenstemming met de Commissie nemen de Lid-Staten de nodige maatregelen om een passende bekendheid te geven aan de uit het Fonds verleende bijstand voor infrastructuurvoorzieningen .

2 . De lijst van projecten waarvoor bijstand uit het Fonds is verleend , wordt om de zes maanden in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt .

Artikel 15

De bepalingen van deze verordening doen , met name ten aanzien van de vaststelling en wijziging van de in artikel 3 bedoelde zones waarvoor steun met regionale strekking wordt verleend en ten aanzien van het in lid 2 , sub a ) , van artikel 4 , bedoelde bedrag van de deelneming van het Fonds , niet af aan de toepasselijkheid van de artikelen 92 tot en met 94 van het Verdrag .

Artikel 16

1 . Voor 1 juli van elk jaar dient de Commissie bij het Europese Parlement en bij de Raad een verslag in over de toepassing van deze verordening gedurende het voorgaande jaar .

2 . Dit verslag moet tevens betrekking hebben op het financieel beheer van het Fonds en op de conclusies die de Commissie uit de controle op de maatregelen van het Fonds trekt .

Artikel 17

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 12 omschreven procedure .

Artikel 18

Op voorstel van de Commissie onderwerpt de Raad voor 1 januari 1978 deze verordening aan een nieuw onderzoek .

Artikel 19

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

De Commissie neemt voor de verlening van bijstand uit het Fonds de na 1 januari 1975 verrichte of nog te verrichten betalingen betreffende de in artikel 4 bedoelde investeringen in aanmerking .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 18 maart 1975 .

Voor de Raad

De Voorzitter

R . RYAN

( 1 ) PB nr . C 108 van 10 . 12 . 1973 , blz . 51 .

( 2 ) PB nr . C 8 van 31 . 1 . 1974 , blz . 11 .

Top