Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31975R0338

    Verordening (EEG) nr. 338/75 van de Raad van 10 februari 1975 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 803/68 inzake de douanewaarde van de goederen

    PB L 39 van 13.2.1975, p. 5–6 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1980

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1975/338/oj

    31975R0338

    Verordening (EEG) nr. 338/75 van de Raad van 10 februari 1975 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 803/68 inzake de douanewaarde van de goederen

    Publicatieblad Nr. L 039 van 13/02/1975 blz. 0005 - 0006


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 338/75 VAN DE RAAD

    van 10 februari 1975

    tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 inzake de douanewaarde van de goederen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

    Overwegende dat Verordening ( EEG ) nr . 803/68 van de Raad van 27 juni 1968 inzake de douanewaarde van de goederen ( 3 ) voornamelijk ten doel heeft een ongelijke behandeling van de importeurs te voorkomen en elke verlegging van het handelsverkeer en de activiteiten , alsmede elke concurrentiedistorsie te verhinderen ; dat , ten einde dit doel te verwezenlijken een aantal wijzigingen in deze verordening moet worden aangebracht ;

    Overwegende dat het nodig kan zijn bepaalde vereenvoudigingen aan te brengen in het gebruik van de gegevens voor het bepalen van de douanewaarde , in het bijzonder voor wat de aanwending betreft van computers bij de vaststelling van de kosten die in die waarde moeten worden begrepen ; dat de mogelijkheid moet worden geopend om de wijze waarop deze vereenvoudigingen zullen worden toegepast volgens de procedure van artikel 17 van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 vast te stellen ;

    Overwegende dat in weerwil van de aanneming van communautaire bepalingen waarin de toepassing van het waardebegrip nader wordt omschreven , de doelstellingen van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 in bepaalde gevallen niet ten volle zijn verwezenlijkt , met name niet ten aanzien van goederen die in een eerste Lid-Staat in het vrije verkeer worden gebracht en vervolgens doorgezonden met bestemming naar andere Lid-Staten ; dat immers de Lid-Staat waar de vrijmaking plaatsvindt , zich in die gevallen bij de waardebepaling in het algemeen alleen kan baseren op de gegevens zoals deze zich in die Lid-Staat voordoen ;

    Overwegende dat aan deze toestand een einde kan worden gemaakt door middel van bepalingen , welke worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 waarbij , op het vlak van de Gemeenschap , de gegevens worden bepaald die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de douanewaarde ;

    Overwegende dat , rekening houdend met de karakteristieke eigenschappen van de wisselmarkten , voor de omrekening van de munteenheden ten behoeve van de bepaling der douanewaarde in het algemeen dient te worden uitgegaan van de laatste verkoopkoers op de meest representatieve valutamarkt of valutamarkten van de Lid-Staat waar de waardebepaling plaatsvindt ; dat evenwel de mogelijkheid om , wanneer zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen , gebruik te maken van de procedure van artikel 17 van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 , met overleg moet worden gehanteerd ;

    Overwegende dat het van belang is dat alle direct - of indirect-betrokken personen of ondernemingen aan de douaneautoriteiten van de Lid-Staten alle documenten of inlichtingen verstrekken die noodzakelijk zijn voor de bepaling van de douanewaarde ;

    Overwegende dat , ten einde , op het vlak van de Gemeenschap de gegevens te kunnen bepalen die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de douanewaarde , de Commissie moet beschikken over de noodzakelijke documenten en inlichtingen ;

    Overwegende dat ook de toepassing van artikel 12 van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 het opstellen van uitvoeringsbepalingen volgens de procedure van artikel 17 nodig maakt ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Het huidige artikel 7 van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 wordt lidt 1 van dit artikel .

    Aan artikel 7 wordt een tweede lid toegevoegd dat als volgt luidt :

    " 2 . De methode volgens welke die kosten in de douanewaarde worden begrepen , kan volgens de procedure van artikel 17 worden vastgesteld , waarbij in het bijzonder de eisen die de praktijk van de bepaling van die waarde stelt in acht worden genomen . "

    Artikel 2

    In Verordening ( EEG ) nr . 803/68 wordt het volgende artikel ingevoegd :

    " Artikel 9 bis

    Wanneer de bepaling van de douanewaarde op nationaal vlak tot een verlegging van het handelsverkeer en van de activiteiten of tot een verstoring in de concurrentievoorwaarden leidt of zou kunnen leiden , kunnen de gegevens die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de douanewaarde op het vlak van de Gemeenschap volgens de procedure van artikel 17 worden bepaald . "

    Artikel 3

    De tekst van artikel 12 van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 wordt als volgt gelezen :

    " 1 . Wanneer de gegevens voor de bepaling van de douanewaarde van goederen in een andere munteenheid worden uitgedrukt dan die van de Lid-Staat waar de waardebepaling plaatsvindt , is de toe te passen wisselkoers de laatste verkoopkoers , genoteerd op de meest representatieve valutamarkt of valutamarkten van die Lid-Staat .

    2 . Bij gebreke van een zodanige koers , of wanneer de krachtens lid 1 bepaalde waarde niet in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 1 wordt de toe te passen wisselkoers vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 . "

    Artikel 4

    In titel I van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 wordt het volgende artikel ingevoegd :

    " Artikel 14 bis

    1 . Voor de bepaling van de douanewaarde , en onverminderd de nationale voorschriften waarbij aan de douane-autoriteiten van de Lid-Staten meer uitgebreide bevoegdheden worden verleend , dienen alle personen of ondernemingen die direct of indirect bij de desbetreffende invoer zijn betrokken , aan die autoriteiten en binnen de door hen vastgestelde termijnen alle noodzakelijke documenten en inlichtingen te verstrekken .

    2 . De Lid-Staten verstrekken de Commissie alle voor de toepassing van artikel 9 bis benodigde inlichtingen en documenten .

    3 . De met toepassing van lid 2 door een Lid-Staat aan de Commissie verstrekte inlichtingen en documenten mogen door haar of door de andere Lid-Staten slechts worden gebruikt voor het doel waarvoor zij werden gevraagd . Zij vallen onder het beroepsgeheim en mogen met name niet worden medegedeeld aan andere personen dan die welke in de Instellingen van de Gemeenschappen of van de Lid-Staten uit hoofde van hun functie bevoegd zijn er kennis van te nemen . "

    Artikel 5

    Artikel 17 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 wordt als volgt gewijzigd :

    " 1 . De bepalingen die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de artikelen 1 tot en met 3 en 6 tot en met 12 worden vastgesteld volgens de in lid 2 en lid 3 omschreven procedure . "

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking zes maanden na de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 10 februari 1975 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G . FITZGERALD

    ( 1 ) PB nr . C 129 van 11 . 12 . 1972 , blz . 73 .

    ( 2 ) PB nr . C 60 van 27 . 7 . 1973 , blz . 5 .

    ( 3 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 6 .

    Top