Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31971R0964

    Verordening (EEG) nr. 964/71 van de Commissie van 10 mei 1971 betreffende de vaststelling van de oorsprong van vlees en afvallen, vers, gekoeld of bevroren van bepaalde huisdieren

    PB L 104 van 11.5.1971, p. 12–13 (DE, FR, IT, NL)
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1971(I) blz. 253 - 254

    Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 18/12/1990; opgeheven door 31990R3620

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1971/964/oj

    31971R0964

    Verordening (EEG) nr. 964/71 van de Commissie van 10 mei 1971 betreffende de vaststelling van de oorsprong van vlees en afvallen, vers, gekoeld of bevroren van bepaalde huisdieren

    Publicatieblad Nr. L 104 van 11/05/1971 blz. 0012 - 0013
    Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1971(I) blz. 0228
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1971(I) blz. 0253
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 02 Deel 1 blz. 0121
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 02 Deel 1 blz. 0089
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 02 Deel 1 blz. 0089


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 964/71 VAN DE COMMISSIE

    van 10 mei 1971

    betreffende de vaststelling van de oorsprong van vlees en afvallen , vers , gekoeld of bevroren van bepaalde huisdieren

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 802/68 van de Raad van 27 juni 1968 betreffende de gemeenschappelijke definitie van het begrip " oorsprong van goederen " ( 1 ) , inzonderheid op artikel 14 ,

    Overwegende dat in artikel 5 van bovengenoemde verordening is bepaald dat goederen bij de vervaardiging waarvan twee of meer landen betrokken zijn geweest van oorsprong zijn uit het land waar de laatste ingrijpende en economisch verantwoorde verwerking of bewerking heeft plaatsgevonden in een daartoe ingericht bedrijf en welke verwerking of bewerking hetzij heeft geleid tot de fabricage van een nieuw produkt , hetzij een belangrijke fabricagefase uitmaakt ;

    Overwegende dat het vlees en de eetbare slachtafvallen van de in de posten 01.01 tot en met 01.04 van het gemeenschappelijk douanetarief omschreven dieren , vers , gekoeld of bevroren , welke zijn verkregen door het slachten van de genoemde dieren , niet kunnen worden geacht een ingrijpende verwerking of bewerking te hebben ondergaan in de zin van het reeds genoemde artikel 5 van Verordening ( EEG ) nr . 802/68 , alleen op grond van het feit dat het slachten en de daarmee samenhangende bewerkingen , zoals het verwijderen van de ingewanden , het villen , het uitsnijden en het koelen hebben plaatsgehad ;

    Overwegende dat het slachten van bedoelde dieren , voorafgegaan in hetzelfde land door een bepaalde mestingsperiode , kan worden aangemerkt als de laatste ingrijpende verwerking in de zin van artikel 5 voornoemd , waardoor aan het vlees en de betrokken slachtafvallen de oorsprong wordt verleend van het land waar het heeft plaatsgehad ; dat het , rekening houdend met de in de betrokken landbouwsector gangbare gebruiken dienstig is om als een aan het slachten voorafgaande minimum mestingsperiode in aanmerking te nemen drie maanden voor paarden , ezels , muilezels en runderen en twee maanden voor varkens , schapen en geiten ;

    Overwegende dat , ingeval het slachten niet werd voorafgegaan door een mestingsperiode die ten minste gelijk is aan de voornoemde perioden , het vlees en de slachtafvallen dienen te worden beschouwd als van oorsprong te zijn uit het land waar de dieren , waarvan zij afkomstig zijn , het langst zijn gemest of opgefokt ;

    Overwegende dat wegens het ontbreken van een eensluidend advies van het Comité " Oorsprong van goederen " het de Commissie onmogelijk is geweest de door haar ter zake beoogde bepalingen vast te stellen overeenkomstig de in artikel 14 , lid 3 , sub a ) , van Verordening ( EEG ) nr . 802/68 bedoelde procedure ; dat ter toepassing van de bepalingen van genoemd artikel , lid 3 , sub b ) en c ) , de Commissie aan de Raad een voorstol betreffende de vast te stellen bepalingen heeft gedaan en dat na verloop van een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de indiening van het voorstel bij de Raad deze geen besluit heeft genomen ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Het slachten van de in de posten 01.01 tot en met 01.04 van het gemeenschappelijk douanetarief omschreven huisdieren verleent aan het vlees en de eetbare slachtafvallen , vers , gekoeld of bevroren , welke daardoor worden verkregen , alleen dan de oorsprong van het land of van de Gemeenschap waar het slachten heeft plaatsgevonden , wanneer het is voorafgegaan door het mesten van de betrokken dieren in dat land of in de Gemeenschap gedurende een periode van ten minste drie maanden voor paarden , ezels , muilezels en runderen , en van ten minste twee maanden voor varkens , geiten en schapen .

    Artikel 2

    Wanneer het slachten niet aan de in het voorgaande artikel gestelde voorwaarde voldoet , zijn het vlees en de slachtafvallen , bedoeld in dat artikel , van oorsprong uit het land waar de dieren , waarvan zij afkomstig zijn , het langst zijn gemest of opgefokt .

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op 1 juni 1971 .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 10 mei 1971 .

    Voor de Commissie

    De Voorzitter

    Franco M . MALFATTI

    ( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 1 .

    Top