Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31971D0143

    71/143/EEG: Beschikking van de Raad van 22 maart 1971 houdende instelling van een mechanisme voor financiële bijstand op middellange termijn

    PB L 73 van 27.3.1971, p. 15–17 (DE, FR, IT, NL)
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1971(I) blz. 177 - 179

    Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/07/1988; afgeschaft en vervangen door 31988R1969

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1971/143/oj

    31971D0143

    71/143/EEG: Beschikking van de Raad van 22 maart 1971 houdende instelling van een mechanisme voor financiële bijstand op middellange termijn

    Publicatieblad Nr. L 073 van 27/03/1971 blz. 0015 - 0017
    Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1971(I) blz. 0159
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1971(I) blz. 0177
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 10 Deel 1 blz. 0039
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 10 Deel 1 blz. 0039
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 10 Deel 1 blz. 0039


    ++++

    BESCHIKKING VAN DE RAAD

    van 22 maart 1971

    houdende instelling van een mechanisme voor financiële bijstand op middellange termijn

    ( 71/143/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 103 en 108 ,

    Gezien het verslag van het Monetair Comité van 10 april 1970 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Overwegende dat de voltooiing van de in het Memorandum van de Commissie aan de Raad van 12 februari 1969 bepleite maatregelen het uitgangspunt moet vormen voor het proces dat moet worden aangevangen om een economische en monetaire unie tot stand te brengen ;

    Overwegende dat bij artikel 108 van het Verdrag is bepaald , dat , in geval van moelijkheden of ernstig dreigende moelijkheden in de betalingsbalans van een Lid-Staat , wederzijdse bijstand kan worden verleend , met name door de verlening van beperkte kredieten door andere Lid-Staten , onder voorbehoud van hun toestemming ;

    Overwegende dat de Raad kwantitatieve richtsnoeren voor de economische politiek op middellange termijn heeft vastgesteld ; dat een Lid-Staat , ondanks zijn inspanningen om zich aan deze richtsnoeren te houden , voor moeilijkheden of ernstig dreigende moeilijkheden in zijn betalingsbalans kan komen te staan ;

    Overwegende dat het van belang is van te voren passende procedures en instrumenten vast te stellen , waardoor de Gemeenschap en de Lid-Staten , zo nodig , snel kunnen overgaan tot het verlenen van wederzijdse bijstand , met name wanneer de omstandigheden een onmiddellijk optreden vereisen ;

    Overwegende dat een mechanisme voor financiële bijstand op middellange termijn aan dit doel beantwoordt ; dat het dienstig is in dit mechanisme maxima voor de kredietverlening vast te stellen , een beperkte looptijd voor de verbintenissen te bepalen en de verdere voorwaarden ervan te regelen ;

    Overwegende dat het volstrekt noodzakelijk lijkt , eerst in de Gemeenschap overleg te plegen alvorens een beroep op internationale kredieten te doen ,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    1 . De Lid-Staten verlenen tot het beloop van de in de bijlage vermelde maxima de kredieten op middellange termijn die de Raad , bij wijze van wederzijdse bijstand , toekent bij een richtlijn of beschikking , krachtens artikel 108 op aanbeveling van de Commissie die daartoe het Monetair Comité raadpleegt , vastgesteld met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

    2 . Deze verplichting geldt voor een periode van vier jaar , te rekenen vanaf 1 januari 1972 ; vervolgens wordt zij telkens automatisch met vijf jaar verlengd , indien overeenstemming wordt bereikt over de overgang naar de tweede etappe van het plan voor een economische en monetaire unie en indien niet bij de Raad en bij de Commissie door een of meer Lid-Staten , uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de lopende periode , hiertegen bezwaar kenbaar is gemaakt .

    Artikel 2

    Wanneer een Lid-Staat die zich voor moelijkheden of ernstig dreigende moeilijkheden in zijn betalingsbalans gesteld ziet , voornemens is een beroep te doen op bronnen van middellang krediet buiten de Gemeenschap , pleegt hij vooraf overleg met de Commissie en de andere Lid-Staten , ten einde onder andere de mogelijkheid van financiële bijstand binnen de Europese Economische Gemeenschap te onderzoeken . Dit overleg heeft in het Monetair Comité plaats .

    Artikel 3

    1 . Wanneer de Raad wederzijdse bijstand toekent , bepaalt hij tevens , volgens de procedure van artikel 1 , lid 1 , welke verplichtingen met betrekking tot zijn economisch beleid de ontvangende Lid-Staat moet aangaan ; daarbij houdt de Raad met name rekening met de kwantitatieve richtsnoeren van de economische politiek op middellange termijn , en stelt hij het bedrag van het krediet en de kredietvoorwaarden , en met name de looptijd en de rentevoet , vast .

    Bovendien treft de Raad , zo nodig , onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de vorige alinea , en met name wanneer een Lid-Staat hierom verzoekt , maatregelen waardoor de crediteur-Staten die moeilijkheden of ernstig dreigende moeilijkheden in de betalingsbalans ondervinden , hun vorderingen eventueel kunnen mobiliseren .

    2 . De in het kader van het stelsel toegewezen kredieten hebben een looptijd van 2 tot 5 jaar . Voor de financiering van elke actie zorgen de deelnemende crediteur-landen , naar evenredigheid van hun nog niet opgeëiste verplichtingen .

    3 . De uit de toepassing van de wederzijdse bijstand voortvloeiende vorderingen en schulden worden uitgedrukt in een rekeneenheid met een waarde van 0,88867088 gram fijn goud .

    Artikel 4

    1 . Bij de uitvoering van een actie tot het verlenen van financiële bijstand , onder de voorwaarden als vermeld in artikel 3 , wordt elke Lid-Staat die zich beroept op bestaande en te verwachten moelijkheden in zijn betalingsbalans en/of een aanhoudende verslechtering van zijn reserves , op grond van zijn verklaring vrijgesteld van deelneming aan de financiering van deze actie . De Lid-Staat die in een dergelijke situatie verkeert , stelt de Raad en de Commissie daarvan in kennis .

    2 . De situatie van deze Staat blijft onderworpen aan een onderzoek in het Monetair Comité . Indien de Commissie of een Lid-Staat van mening is dat deze Staat als gevolg van de ontwikkeling van zijn betalingsbalans en/of van zijn reserves bij machte is aan de overwogen financieringsactie deel te nemen , wordt de aangelegenheid aanhangig gemaakt bij de Raad . Volgens de procedure van artikel 1 , lid 1 , verzoekt de Raad , in voorkomend geval , de Lid-Staat aan de actie deel te nemen en stelt hij de voorwaarden voor de deelneming vast .

    Artikel 5

    1 . Op initiatief van de Commissie of van een Lid-Staat besluit de Raad , volgens de procedure van artikel 1 , lid 1 , dat een Lid-Staat die debiteur is uit hoofde van de financiële bijstand op middellange termijn overgaat tot gedeeltelijke of volledige vervroegde aflossing van zijn schuld , voor zover de omstandigheden op grond waarvan een beroep op het stelsel is gedaan niet meer voorhanden zijn .

    2 . Iedere crediteur-Lid-Staat kan met een of meer andere Lid-Staten overeenkomen , zijn vordering geheel of gedeeltelijk over te dragen . De betrokken Lid-Staten stellen de Commissie en de overige Lid-Staten van deze overdracht in kennis .

    3 . Indien één of meer Lid-Staten die crediteur zijn uit hoofde van de financiële bijstand op middellange termijn zich voor moeilijkheden of ernstig dreigende moeilijkheden in de betalingsbalans gesteld zien , besluit de Raad , volgens de procedure van artikel 1 , lid 1 , tot het mobiliseren van de vordering van deze Staat of Staten .

    Dit mobiliseren geschiedt op één van de volgende manieren , of middels een combinatie daarvan :

    - door overdracht van de vordering binnen het stelsel , voor zover de beschikbare middelen dit mogelijk maken ;

    - door herfinanciering buiten het stelsel , zo nodig middels een gezamenlijk optreden van de Lid-Staten bij andere internationale organisaties ;

    - door gedeeltelijke of volledige vervroegde aflossing door de Lid-Staat of de Lid-Staten welke debiteur zijn .

    4 . In geval van herfinanciering buiten het stelsel om , aanvaardt het debiteur-land dat de valuta waarin de schuld oorspronkelijk was uitgedrukt , wordt vervangen door de valuta die voor herfinanciering wordt gebruikt . Indien zulks leidt tot wijziging van de rentevoet draagt het debiteur-land de eventuele extra lasten die daaruit voortvloeien . In uitzonderlijke gevallen beslist de Raad , bij een besluit ad hoc , volgens de procedure van artikel 1 , lid 1 , over de verdeling van deze extra lasten .

    Artikel 6

    De Lid-Staten nemen tijdig de maatregelen welke volgens hun nationaal recht voor de toepassing van de onderhavige beschikking nodig zijn , opdat zij met ingang van 1 januari 1972 krachtens deze beschikking kredieten kunnen verlenen .

    Artikel 7

    Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Brussel , 22 maart 1971 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    M . COINTAT

    BIJLAGE

    De in artikel 1 , lid 1 , van deze beschikking bedoelde maxima der verbintenissen , zijn de volende :

    * in miljoenen rekeneenheden * in % van het totaal *

    Duitsland * 600 * 30 *

    België-Luxemburg * 200 * 10 *

    Frankrijk * 600 * 30 *

    Italië * 400 * 20 *

    Nederland * 200 * 10 *

    Totaal * 2.000 * 100

    Top