EUR-Lex Πρόσβαση στο δίκαιο της Ευρωπαϊκής Ένωσης

Επιστροφή στην αρχική σελίδα του EUR-Lex

Το έγγραφο αυτό έχει ληφθεί από τον ιστότοπο EUR-Lex

Έγγραφο 31970R2632

Verordening (EEG) nr. 2632/70 van de Commissie van 23 december 1970 betreffende de vaststelling van de oorsprong van radio- en televisie-ontvangtoestellen

PB L 279 van 24.12.1970, σ. 35 έως 36 (DE, FR, IT, NL)
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 02 Deel 001 blz. 115 - 116

Andere speciale editie(s) (DA, EN, ES, PT)

Νομικό καθεστώς του εγγράφου Δεν ισχύει πλέον, Ημερομηνία λήξης ισχύος: 01/01/1994; opgeheven door 31993R2454

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1970/2632/oj

31970R2632

Verordening (EEG) nr. 2632/70 van de Commissie van 23 december 1970 betreffende de vaststelling van de oorsprong van radio- en televisie-ontvangtoestellen

Publicatieblad Nr. L 279 van 24/12/1970 blz. 0035 - 0036
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1970(III) blz. 0808
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1970(III) blz. 0911
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 02 Deel 1 blz. 0115
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 02 Deel 1 blz. 0083
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 02 Deel 1 blz. 0083


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 2632/70 VAN DE COMMISSIE

van 23 december 1970

betreffende de vaststelling van de oorsprong van radio - en televisie-ontvangtoestellen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 802/68 van de Raad van 27 juni 1968 betreffende de gemeenschappelijke definitie van het begrip " oorsprong van goederen " ( 1 ) , inzonderheid op artikel 14 ,

Overwegende dat in artikel 5 van bovengenoemde verordening wordt bepaald dat goederen , bij de vervaardiging waarvan twee of meer landen betrokken zijn geweest , van oorsprong zijn uit het land waar de laatste ingrijpende en economisch verantwoorde verwerking of bewerking heeft plaats gevonden in een daartoe ingericht bedrijf en welke verwerking of bewerking hetzij heeft geleid tot de fabricage van een nieuw produkt , hetzij een belangrijke fabricagefase uitmaakt ;

Overwegende dat het monteren van radio - en televisie-ontvangtoestellen meer of minder ingrijpende bewerkingen kan omvatten afhankelijk van de soorten te monteren toestellen , de te gebruiken middelen en de omstandigheden waaronder de montage plaatsvindt ;

Overwegende dat bij de huidige stand van de techniek in deze industriesector de montagehandelingen op zichzelf in het algemeen geen belangrijke fabricagefase in de zin van artikel 5 van Verordening ( EEG ) nr . 802/68 uitmaken , maar dat zulks in bepaalde gevallen anders kan zijn , bij voorbeeld wanneer deze handelingen betrekking hebben op toestellen met een groot vermogen of waarvoor een strenge controle van de gebruikte delen nodig is , of wanneer zij eveneens de montage van elk der bestanddelen van de toestellen omvatten ;

Overwegende dat het wegens de verscheidenheid der onder het begrip montage vallende handelingen niet mogelijk is aan de hand van een criterium van technische aard de gevallen te bepalen waarin deze handelingen een belangrijke fabricagefase uitmaken ; dat het onder deze omstandigheden wenselijk is uit te gaan van de uit deze handelingen voortvloeiende waardetoevoeging ;

Overwegende dat momenteel redelijkerwijze kan worden aangenomen dat een montage die een waardetoevoeging medebrengt welke 45 % van de factuurprijs " af-fabriek " van de toestellen vertegenwoordigt , een belangrijke fabricagefase uitmaakt ;

Overwegende dat met dit geval gelijk moet worden gesteld het geval waarin de montagehandelingen gepaard gaan met het gebruik van onderdelen welke van oorsprong zijn uit het land of uit de Gemeenschap waar deze handelingen worden verricht , voor zover de waardetoevoeging die daaruit voortvloeit , berekend onder gelijke condities , hetzelfde percentage bereikt ;

Overwegende dat , wanneer de waarde die in een land of in de Gemeenschap als gevolg van montagehandelingen en gebruikmaking van onderdelen uit dit land of uit de Gemeenschap wordt verkregen , minder dan 45 % van de factuurprijs " af-fabriek " van de toestellen vertegenwoordigt , eveneens het land van oorsprong van de toestellen dient te worden vastgesteld ;

Overwegende dat in dergelijke gevallen het laatste land dient te worden genomen waaruit de onderdelen afkomstig zijn die indirect een belangrijke fabricagefase van de betrokken toestellen hebben gevormd en dat bij gebreke van een voldoende nauwkeurig technisch criterium ervan dient te worden uitgegaan dat zulks het geval is zodra de factuurprijs " af-fabriek " van deze onderdelen 35 % of meer van de prijs " af-fabriek " van de toestellen bedraagt ; dat , in het geval waarin dit percentage wordt bereikt in twee landen die hebben bijgedragen tot vervaardiging van de toestellen zonder dat het mogelijk is na te gaan welk van deze landen het land van de laatste verwerking of bewerking in de zin van artikel 5 van voornoemde Verordening ( EEG ) nr . 802/68 is , ervan dient te worden uitgegaan dat aan de toestellen de oorsprong wordt verleend van het land waaruit de onderdelen afkomstig zijn die het hoogste percentage uitmaken ;

Overwegende dat , wanneer de factuurprijs " af-fabriek " van de toestellen of de onderdelen niet bekend is , de percentages dienen te worden berekend op basis van de douanewaarde die bedoelde toestellen of onderdelen bij invoer in de Gemeenschap hebben of zouden hebben ;

Overwegende dat de bepalingen van deze verordening in overeenstemming zijn met het advies van het Comité Oorsprong van goederen ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Het vervaardigen van radio - en televisie-ontvangtoestellen verleent aan deze toestellen slechts de oorsprong van het land of van de Gemeenschap waar de vervaardiging heeft plaats gevonden , indien de waarde verkregen uit hoofde van de montagehandelingen en , eventueel , door het gebruik van onderdelen welke van oorsprong zijn uit dit land of uit de Gemeenschap ten minste 45 % uitmaakt van de factuurprijs " af-fabriek " van de betrokken toestellen .

Artikel 2

1 . Wanneer de in een land of in de Gemeenschap als gevolg van montagehandelingen en eventueel het gebruik van uit het betrokken land of uit de Gemeenschap afkomstige onderdelen verkregen waarde minder dan 45 % van de factuurprijs " af-fabriek " van de radio - en televisie-ontvangtoestellen bedraagt , is de oorsprong van deze toestellen die van het laatste land waaruit de onderdelen afkomstig zijn die indirect een belangrijke fase van de fabricage van de toestellen hebben uitgemaakt ; deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de factuurprijs " af-fabriek " van de onderdelen meer dan 35 % van de factuurprijs " af-fabriek " van de toestellen vertegenwoordigt .

2 . Wanneer in twee landen die hebben bijgedragen tot de vervaardiging van de toestellen de factuurprijs " af-fabriek " van de onderdelen die van oorsprong zijn uit elk dezer landen het in lid 1 hierboven vermelde percentage overschrijdt zonder dat het mogelijk is na te gaan in welk van deze landen de laatste verwerking of bewerking bedoeld in artikel 5 van Verordening ( EEG ) nr . 802/68 heeft plaatsgevonden , is de oorsprong van de toestellen die van het land waaruit de onderdelen afkomstig zijn die het hoogste percentage vertegenwoordigen .

Artikel 3

Met het oog op de toepassing van de artikelen 1 en 2 dienen , wanneer de factuurprijs " af-fabriek " van de toestellen of van de onderdelen niet bekend is , de in bovenstaande artikelen bedoelde percentages te worden berekend op basis van de douanewaarde die bedoelde toestellen of onderdelen hebben of zouden hebben bij invoer in de Gemeenschap .

Artikel 4

Elke Lid-Staat stelt de Commissie in kennis van de maatregelen die hij treft voor de toepassing van deze verordening .

De Commissie geeft deze inlichtingen aan de overige Lid-Staten door .

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1971 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 23 december 1970 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

Franco M . MALFATTI

( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 1 .

Επάνω