This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 22022D2174
Decision of the EEA Joint Committee No 182/2019 of 14 June 2019 amending Protocol 31 to the EEA Agreement, on cooperation in specific fields outside the four freedoms [2022/2174]
Besluit van het Gemengd Comité van de EER Nr. 182/2019 van 14 juni 2019 tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-Overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden [2022/2174]
Besluit van het Gemengd Comité van de EER Nr. 182/2019 van 14 juni 2019 tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-Overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden [2022/2174]
PB L 291 van 10.11.2022, p. 75–75
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Date of entry into force unknown (pending notification) or not yet in force.
10.11.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 291/75 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 182/2019
van 14 juni 2019
tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-Overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden [2022/2174]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name de artikelen 86 en 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) 2019/499 van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2019 tot vaststelling van bepalingen voor de voortzetting van de lopende leermobiliteitsactiviteiten uit hoofde van het Erasmus+-programma vastgelegd door Verordening (EU) nr. 1288/2013, in het kader van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie (1). |
(2) |
Protocol 31 bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 4 van Protocol 31 bij de EER-Overeenkomst wordt in lid 2n het volgende streepje toegevoegd:
“— |
32019 R 0499: Verordening (EU) 2019/499 van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2019 tot vaststelling van bepalingen voor de voortzetting van de lopende leermobiliteitsactiviteiten uit hoofde van het Erasmus+-programma vastgelegd door Verordening (EU) nr. 1288/2013, in het kader van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie (PB L 85I van 27.3.2019, blz. 32).”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 15 juni 2019 of op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst (*), indien dat later is.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 14 juni 2019.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Claude MAERTEN
(1) PB L 85I van 27.3.2019, blz. 32.
(*) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.