This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 22022D2159
Decision of the EEA Joint Committee No 167/2019 of 14 June 2019 amending Annex XI (Electronic communication, audiovisual services and information society) to the EEA Agreement [2022/2159]
Besluit van het Gemengd Comité van de EER Nr. 167/2019 van 14 juni 2019 tot wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) bij de EER-Overeenkomst [2022/2159]
Besluit van het Gemengd Comité van de EER Nr. 167/2019 van 14 juni 2019 tot wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) bij de EER-Overeenkomst [2022/2159]
PB L 291 van 10.11.2022, p. 54–55
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Date of entry into force unknown (pending notification) or not yet in force.
|
10.11.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 291/54 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 167/2019
van 14 juni 2019
tot wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) bij de EER-Overeenkomst [2022/2159]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-Overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/806 van de Commissie van 22 mei 2015 tot vaststelling van specificaties in verband met de vorm van het vertrouwensmerk van de EU voor gekwalificeerde vertrouwensdiensten (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
|
(2) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1505 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van de technische specificaties en formaten van vertrouwenslijsten overeenkomstig artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (2) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
|
(3) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1506 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van specificaties betreffende formaten van geavanceerde elektronische handtekeningen en geavanceerde zegels die door openbare instanties moeten worden erkend overeenkomstig respectievelijk artikel 27, lid 5, en artikel 37, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (3), moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
|
(4) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/650 van de Commissie van 25 april 2016 tot vaststelling van normen inzake de veiligheidsbeoordeling van gekwalificeerde middelen voor het aanmaken van handtekeningen en zegels overeenkomstig artikel 30, lid 3, en artikel 39, lid 2, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (4) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen. |
|
(5) |
Bijlage XI bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XI bij de EER-Overeenkomst worden na punt 5la (Beschikking 2000/709/EG van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
|
“5lb. |
32015 R 0806: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/806 van de Commissie van 22 mei 2015 tot vaststelling van specificaties in verband met de vorm van het vertrouwensmerk van de EU voor gekwalificeerde vertrouwensdiensten (PB L 128 van 23.5.2015, blz. 13). |
|
5lc. |
32015 D 1505: Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1505 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van de technische specificaties en formaten van vertrouwenslijsten overeenkomstig artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 235 van 9.9.2015, blz. 26). |
|
5ld. |
32015 D 1506: Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1506 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van specificaties betreffende formaten van geavanceerde elektronische handtekeningen en geavanceerde zegels die door openbare instanties moeten worden erkend overeenkomstig respectievelijk artikel 27, lid 5, en artikel 37, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 235 van 9.9.2015, blz. 37). |
|
5le. |
32016 D 0650: Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/650 van de Commissie van 25 april 2016 tot vaststelling van normen inzake de veiligheidsbeoordeling van gekwalificeerde middelen voor het aanmaken van handtekeningen en zegels overeenkomstig artikel 30, lid 3, en artikel 39, lid 2, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 109 van 26.4.2016, blz. 40).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/806 en de Uitvoeringsbesluiten (EU) 2015/1505, (EU) 2015/1506 en (EU) 2016/650 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 15 juni 2019, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 22/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 9 februari 2018 (5), indien dat later is.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 14 juni 2019.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Claude MAERTEN
(1) PB L 128 van 23.5.2015, blz. 13.
(2) PB L 235 van 9.9.2015, blz. 26.
(3) PB L 235 van 9.9.2015, blz. 37.
(4) PB L 109 van 26.4.2016, blz. 40.
(*) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.