Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22020D0081

    Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 64/2018 van 23 maart 2018 tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst [2020/81]

    PB L 26 van 30.1.2020, p. 60–61 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/81/oj

    30.1.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 26/60


    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    Nr. 64/2018

    van 23 maart 2018

    tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst [2020/81]

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst“ genoemd), en met name artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (2)

    Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 593/2014 van de Commissie van 3 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de vorm van de kennisgeving als bedoeld in artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese durfkapitaalfondsen (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 594/2014 van de Commissie van 3 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de vorm van de kennisgeving als bedoeld in artikel 17, lid 1, van Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (5)

    Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 31bcai (Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2042 van de Commissie) het volgende ingevoegd:

    „31bd.

    32013 R 0345: Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 1).

    De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

    a)

    Niettegenstaande de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)“ en „bevoegde autoriteiten“ niet alleen voor de in de verordening bedoelde betekenis, maar ook voor respectievelijk de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

    b)

    In de artikelen 22 en 23 worden de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA“ ingevoegd na het woord „ESMA“.

    c)

    In artikel 23, lid 2, worden de woorden „ander Unierecht“ vervangen door de woorden „andere bepalingen van de EER-overeenkomst“.

    d)

    In artikel 24 worden de woorden „ESMA, die“ vervangen door de woorden „ESMA. ESMA, of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA“.

    31bda.

    32014 R 0593: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 593/2014 van de Commissie van 3 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de vorm van de kennisgeving als bedoeld in artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PB L 165 van 4.6.2014, blz. 41).

    31be.

    32013 R 0346: Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 18).

    De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

    a)

    Niettegenstaande de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)“ en „bevoegde autoriteiten“ niet alleen voor de in de verordening bedoelde betekenis, maar ook voor respectievelijk de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

    b)

    In de artikelen 23 en 24 worden de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA“ ingevoegd na het woord „ESMA“.

    c)

    In artikel 24, lid 2, worden de woorden „ander Unierecht“ vervangen door de woorden „andere bepalingen van de EER-overeenkomst“.

    d)

    In artikel 25 worden de woorden „ESMA, die“ vervangen door de woorden „ESMA. ESMA, of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA“.

    31bea.

    32014 R 0594: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 594/2014 van de Commissie van 3 juni 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de vorm van de kennisgeving als bedoeld in artikel 17, lid 1, van Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PB L 165 van 4.6.2014, blz. 44).“.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013 en (EU) nr. 346/2013 en de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 593/2014 en (EU) nr. 594/2014 zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op 24 maart 2018, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 23 maart 2018.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    Claude MAERTEN


    (1)  PB L 115 van 25.4.2013, blz. 1.

    (2)  PB L 115 van 25.4.2013, blz. 18.

    (3)  PB L 165 van 4.6.2014, blz. 41.

    (4)  PB L 165 van 4.6.2014, blz. 44.

    (*1)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


    Top