EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22015D2122

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 255/2014 van 12 december 2014 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2015/2122]

PB L 311 van 26.11.2015, p. 3–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/2122/oj

26.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/3


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 255/2014

van 12 december 2014

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2015/2122]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU van de Commissie van 18 maart 2014 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van populaties van de plantensoorten tarwe, gerst, haver en mais op grond van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake fytosanitaire aangelegenheden. Wetgeving inzake fytosanitaire aangelegenheden is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(3)

Bijlage I bij de EER-overeenkomst dientderhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk III van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt na punt 58 (Richtlijn 2010/60/EU van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„59.

32014 D 0150: Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU van de Commissie van 18 maart 2014 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van populaties van de plantensoorten tarwe, gerst, haver en mais op grond van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad (PB L 82 van 20.3.2014, blz. 29).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2014/150/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 december 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kurt JÄGER


(1)  PB L 82 van 20.3.2014, blz. 29.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


Top