Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22006D0108

    Besluit nr. 108/2006 van het Gemengd Comité van de EER van 22 september 2006 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-Overeenkomst

    PB L 333 van 30.11.2006, p. 23–25 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/108/oj

    30.11.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 333/23


    BESLUIT Nr. 108/2006 VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    van 22 september 2006

    tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-Overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 142/2005 van het Gemengd Comité van de EER van 2 december 2005 (1).

    (2)

    Richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Richtlijn 2003/91/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Beschikking 2005/841/EG van de Commissie van 28 november 2005 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van bepaald zaaizaad van de soort Triticum durum dat niet aan de eisen van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad voldoet (4), moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (5)

    Beschikking 2005/886/EG van de Commissie van 9 december 2005 tot vrijstelling van Cyprus en Malta van de verplichting tot toepassing van Richtlijn 2002/54/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (5) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (6)

    Richtlijn 2005/91/EG van de Commissie van 16 december 2005 tot wijziging van Richtlijn 2003/90/EG houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (6) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (7)

    Beschikking 2005/947/EG van de Commissie van 23 december 2005 met betrekking tot de voortzetting in 2006 van de communautaire vergelijkende proeven en testen voor zaaizaad en teeltmateriaal van Agrostis spp., D. glomerata L., Festuca spp., Lolium spp., Phleum spp., Poa spp. inclusief mengsels en Asparagus officinalis op grond van de Richtlijnen 66/401/EEG en 2002/55/EG van de Raad, waarmee in 2005 een aanvang is gemaakt (7) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (8)

    De in de Overeenkomst opgenomen Richtlijnen 72/168/EEG (8) en 72/180/EEG (9) van de Commissie worden bij Richtlijn 2003/91/EG respectievelijk Richtlijn 2003/90/EG ingetrokken en moeten uit de Overeenkomst worden geschrapt,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Hoofdstuk III van bijlage I bij de Overeenkomst wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en Noorse taal van de Richtlijnen 2003/90/EG, 2003/91/EG en 2005/91/EG en de Beschikkingen 2005/841/EG, 2005/886/EG en 2005/947/EG zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op 23 september 2006, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (10).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 22 september 2006.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    Oda Helen SLETNES


    (1)  PB L 53 van 23.2.2006, blz. 38.

    (2)  PB L 254 van 8.10.2003, blz. 7.

    (3)  PB L 254 van 8.10.2003, blz. 11.

    (4)  PB L 312 van 29.11.2005, blz. 65.

    (5)  PB L 326 van 13.12.2005, blz. 39.

    (6)  PB L 331 van 17.12.2005, blz. 24.

    (7)  PB L 342 van 24.12.2005, blz. 103.

    (8)  PB L 103 van 2.5.1972, blz. 6.

    (9)  PB L 108 van 8.5.1972, blz. 8.

    (10)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


    BIJLAGE

    Hoofdstuk III van bijlage I bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    1.

    In deel 1 worden na punt 13 (Richtlijn 2002/57/EG van de Raad) de volgende punten ingevoegd:

    „14.

    32003 L 0090: Richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (PB L 254 van 8.10.2003, blz. 7), gewijzigd bij:

    32005 L 0091: Richtlijn 2005/91/EG van de Commissie van 16 december 2005 (PB L 331 van 17.12.2005, blz. 24).

    15.

    32003 L 0091: Richtlijn 2003/91/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (PB L 254 van 8.10.2003, blz. 11).”

    2.

    In deel 1 wordt de tekst van de punten 7 (Richtlijn 72/168/EEG van de Commissie) en 8 (Richtlijn 72/180/EEG van de Commissie) geschrapt.

    3.

    In deel 2 worden na punt 42 (Beschikking 2005/435/EG van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:

    „43.

    32005 D 0841: Beschikking 2005/841/EG van de Commissie van 28 november 2005 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van bepaald zaaizaad van de soort Triticum durum dat niet aan de eisen van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad voldoet (PB L 312, 29.11.2005, blz. 65).

    44.

    32005 D 0947: Beschikking 2005/947/EG van de Commissie van 23 december 2005 met betrekking tot de voortzetting in 2006 van de communautaire vergelijkende proeven en testen voor zaaizaad en teeltmateriaal van Agrostis spp., D. glomerata L., Festuca spp., Lolium spp., Phleum spp., Poa spp. inclusief mengsels en Asparagus officinalis op grond van de Richtlijnen 66/401/EEG en 2002/55/EG van de Raad, waarmee in 2005 een aanvang is gemaakt (PB L 342 van 24.12.2005, blz. 103).”

    4.

    Onder „BESLUITEN WAARMEE DE EVA-LANDEN EN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA REKENING DIENEN TE HOUDEN” wordt in deel 2 na punt 75 (Beschikking 2005/325/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

    „76.

    32005 D 0886: Beschikking 2005/886/EG van de Commissie van 9 december 2005 tot vrijstelling van Cyprus en Malta van de verplichting tot toepassing van Richtlijn 2002/54/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 326 van 13.12.2005, blz. 39).”


    Top