Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22005D0146

    Besluit nr. 146/2005 van het Gemengd Comité van de EER van 2 december 2005 tot wijziging van bijlage IV (Energie) bij de EER-Overeenkomst

    PB L 53 van 23.2.2006, p. 43–45 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/146/oj

    23.2.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 53/43


    BESLUIT Nr. 146/2005 VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    van 2 december 2005

    tot wijziging van bijlage IV (Energie) bij de EER-Overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bijlage IV bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 102/2005 van het Gemengd Comité van de EER (1).

    (2)

    Verordening (EG) nr. 1228/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (2), moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG (3), moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG (4), gerectificeerd in PB L 16 van 23.1.2004, blz. 74, moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (5)

    Besluit 2003/796/EG van de Commissie van 11 november 2003 tot oprichting van de Europese groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas (5), moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (6)

    De in de Overeenkomst opgenomen Richtlijnen 90/547/EEG (6) en 91/296/EEG (7) worden bij Richtlijn 2003/54/EG respectievelijk Richtlijn 2003/55/EG ingetrokken en moeten uit de Overeenkomst worden geschrapt.

    (7)

    Besluit 92/167/EEG (8), dat de rechtsgrondslag vormt voor het huidige aanhangsel 4 van bijlage IV bij de Overeenkomst, wordt bij Besluit 2003/796/EG ingetrokken en moet derhalve uit de Overeenkomst worden geschrapt,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Bijlage IV bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In punt 11h (Richtlijn 2002/31/EG van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

    „, gewijzigd bij:

    1 03 T: Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, goedgekeurd op 16 april 2003 (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33).”.

    2)

    Na punt 19 (Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de volgende punten ingevoegd:

    20.

    32003 R 1228: Verordening (EG) nr. 1228/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 1).

    De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de Overeenkomst als volgt aangepast:

    a)

    De in artikel 12, lid 2, bedoelde taken worden voor de EVA-staten uitgevoerd door de regelgevende instanties van de EVA-staten.

    b)

    De betrokken EVA-staten worden verzocht waarnemers te sturen naar de vergaderingen van het bij artikel 13 opgerichte comité. De vertegenwoordigers van de EVA-staten nemen volledig deel aan alle werkzaamheden van het comité maar hebben geen stemrecht.

    21.

    32003 D 0796: Besluit 2003/796/EG van de Commissie van 11 november 2003 tot oprichting van de Europese groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas (PB L 296 van 14.11.2003, blz. 34).

    22.

    32003 L 0054: Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 37).

    De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van de Overeenkomst als volgt aangepast:

    a)

    in artikel 3, lid 2, wordt „bepalingen van het Verdrag, met name artikel 86” vervangen door „bepalingen van de EER-Overeenkomst, en met name artikel 59”;

    b)

    in artikel 3, lid 8, wordt „De belangen van de Gemeenschap” vervangen door „De belangen van de overeenkomstsluitende partijen”;

    c)

    in artikel 3, lid 8, wordt „artikel 86 van het Verdrag” vervangen door „artikel 59 van de EER-Overeenkomst”;

    d)

    in artikel 10 wordt aan het einde het volgende toegevoegd: „Deze bepaling is niet van toepassing op Liechtenstein.”;

    e)

    in artikel 23, lid 8, wordt „bepalingen van het Verdrag, en met name artikel 82” vervangen door „bepalingen van de EER-Overeenkomst, en met name artikel 54”;

    f)

    in artikel 26, lid 1, wordt aan de laatste zin het volgende toegevoegd: „en IJsland”;

    g)

    Artikel 26, lid 2, wordt vervangen door: „Een EVA-staat die na de inwerkingtreding van Besluit nr. 146/2005 van het Gemengd Comité van de EER van 2 december 2005 kan aantonen dat zich om redenen van technische aard wezenlijke problemen voordoen met het openstellen van zijn markt voor bepaalde beperkte groepen van de in artikel 21, lid 1, onder b), bedoelde niet-huishoudelijke afnemers, kan om een afwijking van deze bepaling vragen, die de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hem kan verlenen voor een periode van ten hoogste 18 maanden na de inwerkingtreding van Besluit nr. 146/2005 van het Gemengd Comité van de EER van 2 december 2005”;

    h)

    IJsland wordt beschouwd als een klein geïsoleerd net in de zin van artikel 2, punt 26. De afwijking van artikel 15 is derhalve van overeenkomstige toepassing.

    23.

    32003 L 0055: Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 57), gerectificeerd in PB L 16 van 23.1.2004, blz. 74.

    De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van de Overeenkomst als volgt aangepast:

    a)

    in artikel 3, lid 2, wordt „bepalingen van het Verdrag, met name artikel 86” vervangen door „bepalingen van de EER-Overeenkomst, en met name artikel 59”;

    b)

    in artikel 3, lid 5, wordt „De belangen van de Gemeenschap” vervangen door „De belangen van de overeenkomstsluitende partijen”;

    c)

    in artikel 3, lid 5, wordt „artikel 86 van het Verdrag” vervangen door „artikel 59 van de EER-Overeenkomst”;

    d)

    in artikel 9 wordt aan het einde het volgende toegevoegd: „Deze bepaling is niet van toepassing op Liechtenstein.”;

    e)

    in artikel 17, lid 2, wordt aan het einde van de eerste zin het volgende toegevoegd: „, zoals vermeld in, en aangepast voor de toepassing van, de EER-Overeenkomst”;

    f)

    in artikel 25, lid 8, wordt „bepalingen van het Verdrag, en met name artikel 82” vervangen door „bepalingen van de EER-Overeenkomst, en met name artikel 54”;

    g)

    Noorwegen wordt met ingang van 10 april 2004 beschouwd als een opkomende markt in de zin van artikel 2, punt 31. De afwijking van artikel 28, lid 2, is derhalve van overeenkomstige toepassing;

    h)

    De betrokken EVA-staten worden verzocht waarnemers te sturen naar de vergaderingen van het bij artikel 30 opgerichte comité. De vertegenwoordigers van de EVA-staten nemen volledig deel aan alle werkzaamheden van het comité maar hebben geen stemrecht.”.

    3)

    De tekst van de punten 8 (Richtlijn 90/547/EEG van de Raad), 9 (Richtlijn 91/296/EEG van de Raad), 14 (Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad) en 16 (Richtlijn (98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt geschrapt.

    4)

    De tekst van de aanhangsels 2, 3 en 4 wordt geschrapt.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 1228/2003, Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG, gerectificeerd in PB L 16 van 23.1.2004, blz. 74 en Besluit 2003/796/EG zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op 3 december 2005, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (9).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in de EER-bijlage van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 2 december 2005.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN


    (1)  PB L 306 van 24.11.2005, blz. 34.

    (2)  PB L 176 van 15.7.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1223/2004 van de Raad (PB L 233 van 2.7.2004, blz. 3).

    (3)  PB L 176 van 15.7.2003, blz. 37. Verordening gewijzigd bij Richtlijn 2004/85/EG van de Raad (PB L 236 van 7.7.2004, blz. 10).

    (4)  PB L 176 van 15.7.2003, blz. 57.

    (5)  PB L 296 van 14.11.2003, blz. 34.

    (6)  PB L 313 van 13.11.1990, blz. 30.

    (7)  PB L 147 van 12.6.1991, blz. 37.

    (8)  PB L 74 van 20.3.1992, blz. 43.

    (9)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


    Top