Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22002D0319

    2002/319/EG: Besluit nr. 3/2002 van de Associatieraad EU-Slovenië van 15 maart 2002 tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van Slovenië aan het Fiscalis-programma van de Gemeenschap

    PB L 115 van 1.5.2002, p. 33–35 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2002/319/oj

    22002D0319

    2002/319/EG: Besluit nr. 3/2002 van de Associatieraad EU-Slovenië van 15 maart 2002 tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van Slovenië aan het Fiscalis-programma van de Gemeenschap

    Publicatieblad Nr. L 115 van 01/05/2002 blz. 0033 - 0035


    Besluit nr. 3/2002 van de Associatieraad EU-Slovenië

    van 15 maart 2002

    tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van Slovenië aan het Fiscalis-programma van de Gemeenschap

    (2002/319/EG)

    DE ASSOCIATIERAAD,

    Gelet op de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten optredend in het kader van de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds(1), inzonderheid artikel 106,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Slovenië kan overeenkomstig artikel 106 van de Europaovereenkomst deelnemen aan kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten of andere activiteiten van de Gemeenschap op de in bijlage XI bij de overeenkomst vastgestelde terreinen.

    (2) De Associatieraad kan volgens deze bijlage besluiten om andere terreinen van communautaire activiteiten aan de in de bijlage vastgestelde toe te voegen.

    (3) Overeenkomstig genoemd artikel 106 wordt over de voorwaarden voor de deelname van Slovenië aan deze activiteiten besloten door de Associatieraad,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Slovenië neemt deel aan het Fiscalis-programma van de Europese Gemeenschap (hierna: "het programma") overeenkomstig de voorwaarden uiteengezet in de bijlagen I en II die een integrerend deel van dit besluit uitmaken.

    Artikel 2

    Dit besluit geldt voor de resterende looptijd van het programma. Mocht de Gemeenschap evenwel besluiten tot verlenging van de duur zonder het programma substantieel te wijzigen, dan zou dit besluit eveneens automatisch voor dezelfde duur worden verlengd, indien geen partij het opzegt.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn aanneming door de Associatieraad.

    Gedaan te Brussel, 15 maart 2002.

    Voor de Associatieraad

    De voorzitter

    D. Rupel

    (1) PB L 51 van 26.2.1999, blz. 3.

    BIJLAGE I

    VOORWAARDEN VOOR DE DEELNAME VAN SLOVENIË AAN HET FISCALIS-PROGRAMMA

    1. Zoals vermeld in artikel 7 van Beschikking nr. 888/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 1998 houdende vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van de stelsels van indirecte belastingen van de interne markt (Fiscalis-programma)(1) (hierna: "het programma"), vindt de deelname van Slovenië aan het programma plaats in overeenstemming met de voorwaarden vastgesteld in de Europaovereenkomst, zulks voorzover het Gemeenschapsrecht inzake indirecte belastingen dit toestaat. De deelname van Slovenië aan de programma-activiteiten vindt bijgevolg onder de volgende voorwaarden plaats:

    - de activiteiten vastgesteld in artikel 4 (communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, handboeken en gidsen) zullen worden toegestaan, voorzover de bepalingen inzake indirecte belastingen dit mogelijk maken;

    - de activiteiten vastgesteld in artikel 5, lid 1 (uitwisselingen van ambtenaren) en lid 2 (studiebijeenkomsten), en in artikel 6 (gemeenschappelijk opleidingsinitiatief) zullen worden toegestaan op de in deze artikelen vastgestelde voorwaarden;

    - de activiteiten vastgesteld in artikel 5, lid 3 (multilaterale controles), zijn niet toegestaan, aangezien het wettelijke kader van de Gemeenschap voor samenwerking op dit gebied overeenkomstig Richtlijn 77/799/EEG(2) en Verordening (EEG) nr. 218/1992(3) van de Raad slechts geldt voor de lidstaten van de Europese Unie.

    2. De voorwaarden voor de indiening, evaluatie en selectie van aanvragen voor studiebijeenkomsten en uitwisselingen voor ambtenaren uit Slovenië zijn dezelfde als die welke voor ambtenaren van de 15 nationale overheidsapparaten van de lidstaten van de Europese Unie gelden.

    3. In bijlage II wordt de financiële bijdrage aan de algemene begroting van de Europese Unie vastgesteld die Slovenië van 2001 tot 2002 aan het begin van elk begrotingsjaar zal moeten betalen om de kosten voortvloeiende uit zijn deelname aan het programma te dekken. Het Associatiecomité heeft het recht om deze bijdrage, zo nodig, aan te passen in overeenstemming met de in artikel 114, lid 2, van de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Slovenië, anderzijds, vastgestelde beginselen.

    4. Vertegenwoordigers van Slovenië zullen als waarnemers en voor de punten die hen aangaan, deelnemen in het Permanent Comité inzake administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen, zoals opgenomen in artikel 11, lid 1, van Beschikking nr. 888/98/EG. De vertegenwoordigers van Slovenië zullen wat betreft de overige punten niet aan dit comité deelnemen, noch wanneer er wordt gestemd.

    5. De lidstaten van de Europese Unie en Slovenië zullen in het kader van de bestaande bepalingen alles doen wat binnen hun bereik ligt ter vergemakkelijking van het vrije verkeer en het verblijf van alle voor het programma in aanmerking komende personen die zich met het oog op deelname aan onder de beschikking vallende activiteiten tussen Slovenië en de lidstaten van de Europese Unie verplaatsen.

    6. Onverminderd de verantwoordelijkheden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen voor de controle op en de evaluatie van het programma overeenkomstig Beschikking nr. 888/98/EG, zal de deelname van Slovenië aan het programma voortdurend op basis van partnerschap tussen Slovenië en de Commissie worden gecontroleerd. Slovenië zal aan de Commissie de nodige verslagen overleggen en deelnemen aan andere door de Commissie in die context vastgesteld specifieke activiteiten.

    7. De taal die wordt gebruikt bij de aanvraagprocedure, contracten, in te dienen verslagen en andere administratieve regelingen voor het programma is een van de officiële talen van de Europese Gemeenschap.

    8. De Gemeenschap en Slovenië kunnen de activiteiten in het kader van dit besluit op elk moment beëindigen door twaalf maanden van tevoren schriftelijk op te zeggen. Activiteiten die ten tijde van de beëindiging nog lopende zijn, worden tot hun beëindiging voortgezet onder de in dit besluit vastgestelde voorwaarden

    (1) PB L 126 van 28.4.1998, blz. 1.

    (2) PB L 336 van 27.12.1977, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.

    (3) PB L 24 van 1.2.1992, blz. 1.

    BIJLAGE II

    FINANCIËLE BIJDRAGE VAN SLOVENIË AAN HET FISCALIS-PROGRAMMA

    1. De financiële bijdrage van Slovenië zal worden toegevoegd aan het jaarlijks ter beschikking staand bedrag op de algemene begroting van de Europese Unie voor vastleggingskredieten om te voldoen aan de financiële verplichtingen van de Commissie voortvloeiende uit de werkzaamheden verband houdende met de tenuitvoerlegging, het beheer en de exploitatie van het programma.

    2. De financiële bijdrage werd berekend op basis van een gemiddelde dagvergoeding van 146 EUR en een gemiddelde reisvergoeding van 695 EUR, zijnde de kosten voor deelname aan de studiebijeenkomsten en uitwisselingen. Voor de berekening van de financiële bijdrage wordt ervan uitgegaan dat Slovenië gemiddeld per jaar aan 15 studiebijeenkomsten en 20 uitwisselingen zal deelnemen. De financiële bijdrage kan aan het begin van elk jaar worden aangepast om rekening te houden met het werkelijke aantal activiteiten waaraan Slovenië gedurende dat jaar voornemens is deel te nemen. De aanpassing vindt plaats via het voorgeschreven verzoek om middelen, zoals bedoeld in punt 5, dat Slovenië van de Commissie zal ontvangen.

    3. De bijdrage van Slovenië zal 94984 EUR bedragen voor elk jaar van deelname, tenzij in het kader van de in punt 2 vermelde voorwaarden anders bepaald. Hiervan zal een bedrag van 6214 EUR bestemd zijn voor de extra kosten van administratieve aard in verband met het beheer van het programma door de Commissie als gevolg van de deelname van Slovenië.

    4. Slovenië zal de totale bijdrage in verband met zijn deelname via zijn nationale begroting bekostigen, aangezien hiervoor geen Phare-bijstand werd aangevraagd.

    5. Het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen(1) zal van toepassing zijn, met name op het beheer van de bijdrage van Slovenië.

    Bij de inwerkingtreding van dit besluit zal de Commissie Slovenië een of meer verzoeken om middelen toezenden overeenstemmende met de bijdrage van het land aan de kosten voor de activiteiten van het lopende jaar. Deze bijdrage zal in euro luiden en worden gestort op een bankrekening in euro van de Commissie. Slovenië zal zijn in dit besluit vastgestelde bijdrage aan de jaarlijkse kosten overeenkomstig de verzoeken om middelen op zijn laatst drie maanden na de verzending ervan betalen. In het geval van vertragingen bij de betaling van de bijdrage moet Slovenië vanaf de vervaldag rente betalen over het uitstaande bedrag. Het rentepercentage komt overeen met het door de Europese Centrale Bank op de vervaldag voor haar eurotransacties toegepaste percentage, verhoogd met 1,5 procentpunt.

    6. De dagvergoedingen gelden voor alle deelnemers aan het programma en worden door de Commissie per land vastgesteld. Slovenië zal aan het begin van elk jaar een eerste begrotingsvoorschot van de Commissie ontvangen. Een tweede voorschot kan halverwege het jaar worden betaald afhankelijk van de werkelijke deelname van Slovenië aan de programma-activiteiten en de verwachte deelname voor de rest van het jaar. Het Sloveense betrokken departement zal deze voorschotten gebruiken om de reisbiljetten en dagvergoedingen voor de Sloveense deelnemers te bekostigen.

    7. Door vertegenwoordigers en deskundigen uit Slovenië gemaakte reis- en verblijfkosten voor deelname als waarnemers aan de werkzaamheden van het in bijlage I, punt 4, bedoelde comité worden door de Commissie vergoed op dezelfde basis als die welke geldt voor de lidstaten van de Europese Unie.

    (1) PB L 336 van 27.12.1977, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 762/2001 van de Raad (PB L 111 van 20.4.2001, blz. 1).

    Top