Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 21991D0731(01)

Besluit nr. 1/91 van de Samenwerkingsraad EEG-Israël van 12 juni 1991 tot wijziging van het Protocol betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking ingevolge de invoering van het geharmoniseerde systeem

PB L 211 van 31.7.1991, p. 2–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/05/2000

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1991/1(4)/oj

21991D0731(01)

Besluit nr. 1/91 van de Samenwerkingsraad EEG-Israël van 12 juni 1991 tot wijziging van het Protocol betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking ingevolge de invoering van het geharmoniseerde systeem

Publicatieblad Nr. L 211 van 31/07/1991 blz. 0002 - 0003


BESLUIT Nr. 1/91 VAN DE SAMENWERKINGSRAAD EEG-ISRAËL

van 12 juni 1991

tot wijziging van het Protocol betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking ingevolge de invoering van het geharmoniseerde systeem

DE SAMENWERKINGSRAAD,

Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël, ondertekend op 11 mei 1975,

Gelet op het Protocol betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking, inzonderheid op artikel 25,

Overwegende dat de in het Protocol vervatte regels betreffende de oorsprong op het gebruik van de Nomenclatuur van de Internationale Douaneraad zijn gebaseerd; dat de Internationale Douaneraad op 14 juni 1983 zijn goedkeuring heeft gehecht aan het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, hierna het "geharmoniseerde systeem" genoemd; dat voor de internationale handel het geharmoniseerde systeem sinds 1 januari 1988 de vroegere nomenclatuur heeft vervangen; dat het derhalve noodzakelijk is de in het Protocol vervatte regels betreffende de oorsprong aan te passen voor zover zij op het gebruik van het geharmoniseerde systeem zijn gebaseerd;

Overwegende dat uit ervaring is gebleken dat de presentatie van de regels betreffende de oorsprong kan worden verbeterd door alle uitzonderingen op de basisregel inzake de verandering van post in één lijst op te nemen en door gedetailleerde richtsnoeren voor de interpretatie te verschaffen,

BESLUIT:

Artikel 1

In artikel 1, laatste alinea, van het Protocol worden de woorden "in lijst C in bijlage IV" vervangen door "in bijlage II".

Artikel 2

Artikel 3 van het Protocol wordt vervangen door:

"Artikel 3

1. De in dit Protocol gebruikte termen "hoofdstukken" en "posten" hebben betrekking op de hoofdstukken en de posten (vier-cijfercodes) die zijn gebruikt in de nomenclatuur die het "geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen", hierna het "geharmoniseerde systeem" of "GS" genoemd, vormt.

De term "indeling" verwijst naar de indeling van een produkt of materiaal onder een bepaalde post.

2. Voor de toepassing van artikel 1 wordt ervan uitgegaan dat niet van oorsprong zijnde materialen een toereikende bewerking of verwerking hebben ondergaan wanneer het verkregen produkt onder een andere post wordt ingedeeld dan die waaronder alle niet van oorsprong zijnde materialen vallen die bij de vervaardiging zijn gebruikt, met inachtneming van het bepaalde in de leden 3 en 4.

3. Wanneer een produkt is vermeld in de kolommen 1 en 2 van de lijst in bijlage III, moet aan de in kolom 3 voor het betrokken produkt uiteengezette voorwaarden zijn voldaan, in plaats van aan het bepaalde in lid 2.

4. Voor de toepassing van artikel 1 worden de volgende bewerkingen of verwerkingen steeds als ontoereikend beschouwd om het karakter van produkten van oorsprong te verlenen, ongeacht of al dan niet verandering van post plaatsvindt:

a) behandelingen om de bewaring in ongewijzigde staat van goederen tijdens het vervoer en de opslag te verzekeren (luchten, uitleggen, drogen, koelen, leggen in water waaraan zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd, verwijdering van beschadigde gedeelten en soortgelijke handelingen);

b)eenvoudige handelingen zoals stofvrij maken, zeven, uitzoeken, rangschikken, sorteren (met inbegrip van het samenvoegen van goederensets), wassen, verven en snijden;

c)i) verandering van verpakking en verdeling en samenvoeging van colli;

ii)gewoon bottelen, verpakken in zakken, in omhulsels, in blikken, bevestigen op plankjes, enz., en alle andere eenvoudige verpakkingshandelingen;

d)het aanbrengen op de produkten zelf of op hun verpakkingen van merken, etiketten of andere soortgelijke onderscheidingstekens;

e)het eenvoudig mengen van produkten, ook van verschillende soorten, wanneer een of meer bestanddelen van het mengsel niet voldoen aan de in dit Protocol vastgestelde voorwaarden om als goederen van oorsprong te kunnen worden beschouwd;

f)het eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen om een geheel artikel te vormen;

g)twee of meer van de onder a) tot en met f) genoemde handelingen te zamen;

h)het slachten van dieren.".

Artikel 3

Artikel 4 van het Protocol wordt vervangen door:

"Artikel 4

1. De term "waarde" in de lijst in bijlage III heeft betrekking op de douanewaarde op het ogenblik van de invoer van de gebruikte, niet van oorsprong zijnde materialen of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen op het betrokken grondgebied is betaald.

Wanneer de waarde van de materialen van oorsprong moet worden vastgesteld, is dit lid mutatis mutandis van toepassing.

2. De term "prijs af fabriek" in de lijst in bijlage III heeft betrekking op de prijs af fabriek van het verkregen produkt, na aftrek van alle binnenlandse belastingen die zijn of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen produkt wordt uitgevoerd.".

Artikel 4

Artikel 6 van het Protocol wordt als volgt gewijzigd:

1. in lid 2 worden de woorden "artikel 3, lid 3" vervangen door "artikel 3, lid 4" en de woorden "de Naamlijst van Brussel" door "het geharmoniseerde systeem";

2.het volgende lid wordt toegevoegd:

"4. Stellen of assortimenten, in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, worden als van oorsprong beschouwd op voorwaarde dat alle artikelen, die erin vervat zijn, van oorsprong zijn. Stellen of assortimenten van artikelen van oorsprong en artikelen die niet van oorsprong zijn, worden evenwel in hun geheel als zijnde van oorsprong beschouwd mits de waarde van de artikelen die niet van oorsprong zijn, niet meer bedraagt dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment.".

Artikel 5

1. De bijlagen I, II en III van dit besluit vervangen de bijlagen I, II, III en IV van het Protocol.

2. De nummering van de bijlagen V en VI wordt gewijzigd in IV en V.

Artikel 6

1. Produkten die, vergezeld van een certificaat inzake goederenverkeer EUR. 1 of een formulier EUR. 2, vóór 1 januari 1992 werden uitgevoerd, worden beschouwd als zijnde van oorsprong volgens de regels die op 1 januari 1992 gelden.

2. Certificaten inzake goederenverkeer EUR. 1 of formulieren EUR. 2 die vóór 1 januari 1992 zijn afgegeven of zijn opgemaakt volgens de vóór die datum geldende regels, worden tot en met 31 mei 1992 aanvaard overeenkomstig de op het ogenblik van afgifte ervan geldende voorschriften.

3. De artikelen 19 en 20 van het Protocol zijn van toepassing op vóór 1 januari 1992 uitgevoerde goederen, en a posteriori afgegeven of duplicaat-certificaten inzake goederenverkeer mogen overeenkomstig de vóór die datum geldende voorschriften worden afgegeven.

Artikel 7

Besluit nr. 1/78 wordt vervangen door dit besluit.

Artikel 8

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 1992.

Gedaan te Brussel, 12 juni 1991.

Voor de Samenwerkingsraad De Voorzitter

A. PRIMOR

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de herziening van de wijzigingen in de regels betreffende de oorsprong ten gevolge van de invoering van het geharmoniseerde systeem

Wanneer, ten gevolge van de in de nomenclatuur aangebrachte wijzigingen, de nieuwe, bij Besluit nr. 1/91 ingevoerde regels een regel die vóór Besluit nr. 1/91 bestond, inhoudelijk wijzigen en indien blijkt dat een dergelijke wijziging tot een situatie leidt die voor de betrokken sectoren nadelig is, zal, zo één van de overeenkomstsluitende partijen hierom verzoekt, in de periode tot en met 31 december 1994, de noodzaak om de betrokken regel zoals deze bestond vóór Besluit nr. 1/91 inhoudelijk te herstellen, zo spoedig mogelijk door de Samenwerkingsraad worden onderzocht.

In ieder geval besluit de Samenwerkingsraad om de betrokken regel inhoudelijk al dan niet te herstellen binnen een periode van drie maanden na het aan hem door één van beide partijen bij de Overeenkomst gerichte verzoek.

Indien de betrokken regel inhoudelijk wordt hersteld, nemen de overeenkomstsluitende partijen eveneens de nodige maatregelen om te verzekeren dat alle ten onrechte geïnde douanerechten met betrekking tot produkten die na 1 januari 1992 zijn ingevoerd, worden terugbetaald.

BIJLAGE I

VERKLARENDE AANTEKENINGEN

Aantekening 1 - ad artikel 1

De termen "de Gemeenschap" of "Israël" omvatten eveneens de territoriale wateren van de Lid-Staten van de Gemeenschap of van Israël.

Schepen waarmee in volle zee wordt gevist, met inbegrip van "fabrieksschepen", aan boord waarvan de eigen vangst wordt verwerkt of bewerkt, worden geacht deel uit te maken van het grondgebied van de Staat waartoe zij behoren, mits zij aan de in aantekening 4 genoemde voorwaarden voldoen.

Aantekening 2 - ad artikel 1

De in artikel 1 uiteengezette voorwaarden met betrekking tot het verkrijgen van het karakter van produkt van oorsprong moeten zonder onderbreking zijn vervuld in de Gemeenschap of Israël.

Indien uit de Gemeenschap of Israël naar een ander land uitgevoerde produkten van oorsprong aldaar terugkeren, moeten zij worden beschouwd als zijnde niet van oorsprong, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:

- de teruggekeerde goederen dezelfde goederen zijn als die welke werden uitgevoerd, en

-zij geen enkele verder gaande behandeling hebben ondergaan dan die welke nodig was om ze, terwijl ze in dat land verbleven, in goede staat te bewaren.

Aantekening 3 - ad artikel 1

Om te bepalen of een produkt van oorsprong is uit de Gemeenschap of uit Israël wordt niet nagegaan of de voor de verkrijging van dat produkt gebruikte energieprodukten, installaties, machines en werktuigen al dan niet van oorsprong zijn uit derde landen.

Aantekening 4 - ad artikel 2, onder f)

De uitdrukking "hun schepen" is slechts van toepassing op schepen:

- die zijn geregistreerd of ingeschreven in een Lid-Staat of in Israël;

-die de vlag voeren van een Lid-Staat of van Israël;

-die voor ten minste de helft het eigendom zijn van onderdanen van de Lid-Staten en van Israël of van een vennootschap waarvan het hoofdkantoor in een Lid-Staat of in Israël is gevestigd en waarvan de zaakvoerder(s), de voorzitter van de raad van beheer of van de raad van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raden onderdanen van de Lid-Staten en van Israël zijn en waarvan bovendien, voor zover het personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid betreft, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan de Lid-Staten of aan Israël, aan publiekrechtelijke lichamen of aan onderdanen van de Lid-Staten of van Israël;

-waarvan alle officieren onderdaan zijn van de Lid-Staten en van Israël;

-waarvan de bemanning voor ten minste 75 % uit onderdanen van de Lid-Staten of van Israël bestaat.

Aantekening 5 - ad artikelen 2 en 3

1. De eenheid van kwalificatie voor de toepassing van de regels betreffende de oorsprong is het specifieke produkt dat wordt beschouwd als de basiseenheid bij het vaststellen van de tariefindeling met gebruik van de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem. In het geval van stellen die overeenkomstig het bepaalde in algemene bepaling nr. 3 worden ingedeeld, wordt de eenheid van kwalificatie vastgesteld met inachtneming van elk artikel van het stel; deze bepaling geldt ook voor de stellen van de posten 6308, 8206 en 9605.

Dienovereenkomstig vloeit hieruit voort dat:

- wanneer een uit een groep of verzameling van artikelen samengesteld produkt overeenkomstig de bepalingen van het geharmoniseerde systeem onder één enkele post wordt ingedeeld, het geheel de eenheid van kwalificatie vormt;

-wanneer een zending bestaat uit een aantal identieke produkten die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk produkt afzonderlijk moet worden genomen bij de toepassing van de regels betreffende de oorsprong.

2.In de gevallen waarin met het oog op de tariefindeling, volgens algemene bepaling nr. 5 van het geharmoniseerde systeem, de verpakking wordt gelijkgesteld met het produkt, geldt dit eveneens voor het bepalen van de oorsprong.

Aantekening 6 - ad artikel 3, lid 1

De inleidende aantekeningen op bijlage III gelden eveneens, wanneer passend, voor alle produkten bij de vervaardiging waarvan niet van oorsprong zijnde materialen zijn gebruikt, zelfs indien zij niet zijn onderworpen aan een specifieke voorwaarde vervat in de lijst in bijlage III, maar in plaats daarvan zijn onderworpen aan de verandering van post vermeld in artikel 3, lid 1.

Aantekening 7 - ad artikel 4

Onder "prijs af fabriek" wordt verstaan de prijs die is betaald aan de fabrikant in wiens onderneming de laatste bewerking of verwerking heeft plaatsgevonden, met inbegrip van de waarde van alle bewerkte of verwerkte produkten.

Onder "douanewaarde" wordt verstaan de douanewaarde als bepaald in de op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Conventie betreffende de douanewaarde van goederen.

BIJLAGE II

Lijst van produkten waarnaar in artikel 1 wordt verwezen, die tijdelijk van de werkingssfeer van dit Protocol zijn uitgesloten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

Lijst van be- of verwerkingen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen, ten einde het vervaardigde produkt het karakter van produkt van oorsprong te verlenen INLEIDENDE AANTEKENINGEN Algemeen

Aantekening 1

1.1. De eerste twee kolommen in de lijst beschrijven het verkregen produkt. Kolom 1 geeft het in het geharmoniseerde systeem gebruikte postnummer of het hoofdstuknummer en kolom 2 geeft de omschrijving van de in dat systeem voor die post of dat hoofdstuk gebruikte omschrijving van goederen. Voor iedere omschrijving in de eerste twee kolommen is een regel gespecificeerd in kolom 3. Wanneer in sommige gevallen het postnummer in kolom 1 wordt voorafgegaan door "ex", betekent dit dat de regel in kolom 3 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk als beschreven in kolom 2.

1.2.Wanneer verscheidene postnummers in kolom 1 zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het produkt in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is weergegeven, dan is de corresponderende regel in kolom 3 van toepassing op alle produkten die in het geharmoniseerde systeem onder dezelfde posten van het hoofdstuk of onder iedere van de in kolom 1 gegroepeerde posten worden ingedeeld.

1.3.Ingeval er in de lijst verschillende regels van toepassing zijn op verschillende produkten binnen één post, is bij ieder gedachtenstreepje de omschrijving vermeld van dat gedeelte van de post dat door de in kolom 3 vermelde regels wordt bestreken.

Aantekening 2

2.1.De term "vervaardiging" omvat elke soort be- of verwerking, met inbegrip van "assemblage", of specifieke bewerkingen. Zie evenwel punt 3.5 hieronder.

2.2.De term "materiaal" omvat elk "ingrediënt", "grondstof", "component", "deel", enz., dat bij de vervaardiging van het produkt is gebruikt.

2.3.De term "produkt" verwijst naar het produkt dat wordt vervaardigd, zelfs indien het bestemd is om later bij een andere vervaardiging te worden gebruikt.

Aantekening 3

3.1.In het geval dat een post niet in de lijst voorkomt of een deel van een post niet in de lijst voorkomt, geldt de regel "verandering van post", beschreven in artikel 3, lid 1. Indien een voorwaarde "verandering van post" geldt voor een omschrijving in de lijst, is deze vervat in de regel in kolom 3.

3.2.De be- of verwerking vereist volgens een regel in kolom 3, dient alleen te worden uitgevoerd met betrekking tot de gebruikte, niet van oorsprong zijnde materialen. De beperkingen vervat in een regel in kolom 3 gelden eveneens alleen voor de gebruikte, niet van oorsprong zijnde materialen.

3.3.Wanneer een regel bepaalt dat "materialen van iedere post" mogen worden gebruikt, dan mogen ook onder dezelfde post als het produkt ingedeelde materialen worden gebruikt, voor zover er geen specifieke beperkingen zijn opgenomen in de regel. De uitdrukking "vervaardiging van materialen van iedere post met inbegrip van andere materialen van post . . . . . ." betekent evenwel dat onder dezelfde post als het produkt ingedeelde materialen alleen gebruikt mogen worden als zij een andere omschrijving hebben dan die van het produkt vermeld in kolom 2 van de lijst.

3.4.Indien een produkt, vervaardigd van materialen die niet van oorsprong zijn en die tijdens het fabricageproces het karakter van produkt van oorsprong hebben verkregen krachtens de regel "verandering van post" of krachtens de eigen lijstregel, wordt gebruikt als materiaal bij de vervaardiging van een ander produkt, geldt de regel die van toepassing is op dat andere produkt waarin het is verwerkt daarvoor niet.

Bij voorbeeld:

Een machine van post 8407, waarvoor de regel bepaalt dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die mogen worden gebruikt niet meer mag bedragen dan 40 % van de prijs af fabriek, is vervaardigd van "ander gelegeerd staal, enkel ruw voorgesmeed" van post 7224. Wanneer dit smeedijzer in het betrokken land werd vervaardigd van ingots die niet van oorsprong zijn, dan heeft het smeedijzer reeds de oorsprong verworven krachtens de regel vermeld in de lijst voor post ex 7224. Bij de waardeberekening van de machine telt het dan als materiaal van oorsprong, ongeacht of het al dan niet in dezelfde fabriek werd vervaardigd. De waarde van de niet van oorsprong zijnde ingots wordt dus niet meegerekend bij het berekenen van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

3.5.Zelfs indien aan het criterium van de verandering van post of aan de criteria die in de lijst zijn vervat is voldaan, verkrijgt het eindprodukt niet het karakter van produkt van oorsprong indien de uitgevoerde bewerking, als geheel genomen, ontoereikend is in de zin van artikel 3, lid 4.

Aantekening 4

4.1.De regel in de lijst vertegenwoordigt die minimumhoeveelheid van be- of verwerking die is vereist en het uitvoeren van meer be- of verwerkingen verleent eveneens het karakter van produkt van oorsprong; omgekeerd kan het uitvoeren van minder be- of verwerkingen geen oorsprong verlenen. Indien in een regel wordt gezegd dat niet van oorsprong zijnd materiaal op een bepaald niveau van vervaardiging kan worden gebruikt, is het gebruik van zulk materiaal in een vroeger stadium van vervaardiging toegestaan en het gebruik van zulk materiaal in een later stadium niet.

4.2.Wanneer in een regel in de lijst wordt gespecificeerd dat een produkt mag worden vervaardigd van meer dan één materiaal, betekent dit dat één of meer materialen kunnen worden gebruikt. Zulks vereist niet dat alle materialen worden gebruikt.

Bij voorbeeld:

Staat er in de regel voor weefsels dat natuurlijke vezels kunnen worden gebruikt en dat onder meer ook chemische produkten kunnen worden gebruikt, dan betekent dit niet dat beide moeten worden gebruikt; men kan de ene of de andere of beide gebruiken.

Indien evenwel voor een materiaal een beperking geldt en andere beperkingen gelden voor andere materialen in dezelfde regel, dan gelden de beperkingen alleen voor de werkelijk gebruikte materialen.

Bij voorbeeld:

De regel voor naaimachines specificeert dat het gebruikte draadspanmechanisme van oorsprong moet zijn en het zigzagmechanisme ook; deze beide beperkingen gelden alleen indien de betrokken mechanismen daadwerkelijk in de naaimachine zijn ingebouwd.

4.3.Wanneer een regel in de lijst specificeert dat een produkt van een bepaald materiaal vervaardigd moet worden, dan belet deze voorwaarde uiteraard niet het gebruik van andere materialen die, wegens hun intrinsieke aard, niet aan de regel kunnen voldoen.

Bij voorbeeld:

De regel voor post 1904, die specifiek het gebruik uitsluit van granen en daarvan afgeleide produkten, belet niet dat minerale zouten, chemische of andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd, worden gebruikt.

Bij voorbeeld:

Wanneer in het geval van een artikel vervaardigd van gebonden textielvlies voor dit soort artikel alleen het gebruik van niet van oorsprong zijnde garens is toegelaten, dan is het niet mogelijk om te beginnen met stof van gebonden textielvlies - zelfs al kan gebonden textielvlies normaliter niet vervaardigd worden van garen. In dergelijke gevallen zou het beginmateriaal zich normaliter in het stadium vóór garen bevinden, dat wil zeggen vezels.

Zie ook punt 7.3 met betrekking tot textiel.

4.4.Indien in een regel in de lijst twee of meer percentages zijn gegeven voor de maximumwaarde van niet van oorsprong zijnde materialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden gevoegd. De maximumwaarde van alle gebruikte, niet van oorsprong zijnde materialen mag nooit meer bedragen dan het hoogste van de opgegeven percentages. Bovendien mogen de individuele percentages met betrekking tot de bijzondere materialen waarvoor zij gelden niet worden overschreden.

Textiel

Aantekening 5

5.1.De term "natuurlijke vezels" wordt in de lijst gebruikt om te verwijzen naar andere dan kunstmatige of synthetische vezels en is beperkt tot de stadia vóór het spinnen, waarbij inbegrepen afvalstoffen, en, tenzij anders is gespecificeerd, omvat de term "natuurlijke vezels" eveneens vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, maar niet gesponnen.

5.2.De term "natuurlijke vezels" omvat paardehaar (crin) bedoeld bij post 0503, ruwe zijde bedoeld bij post 5002, afval van zijde bedoeld bij post 5003, wol en fijn of grof haar bedoeld bij de posten 5101 tot en met 5105, katoen bedoeld bij de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels bedoeld bij de posten 5301 tot en met 5305.

5.3.De termen "textielmassa", "chemische materialen" en "materialen voor het vervaardigen van papier" worden in de lijst gebruikt om materialen aan te duiden die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 worden ingedeeld en die kunnen worden gebruikt om kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens te vervaardigen.

5.4.De term "synthetische en kunstmatige stapelvezels" wordt in de lijst gebruikt om te verwijzen naar kabels van synthetische of kunstmatige filamenten, stapelvezels of afval bedoeld bij de posten 5501 tot en met 5507.

Aantekening 6

6.1.In het geval van produkten die zijn ingedeeld onder die posten in de lijst waarnaar in deze inleidende aantekeningen wordt verwezen, dienen de in kolom 3 van de lijst uiteengezette voorwaarden niet te worden toegepast op om het even welke bij hun vervaardiging gebruikte basistextielmaterialen die, samen genomen, minder dan 10 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken (zie ook de punten 6.3 en 6.4 hieronder).

6.2.Deze tolerantie mag evenwel alleen worden toegepast op gemengde produkten die zijn vervaardigd van twee of meer basistextielmaterialen, ongeacht het aandeel daarvan in het produkt.

Basistextielmaterialen zijn:

- zijde;

- wol;

- grof haar;

- fijn haar;

- paardehaar (crin);

- katoen;

- materialen voor het vervaardigen van papier en papier;

- vlas;

- hennep;

- jute en andere bastvezels;

- sisal en andere textielvezels van het geslacht Agave;

- kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels;

- synthetische filamenten;

- kunstmatige filamenten;

- synthetische stapelvezels;

- kunstmatige stapelvezels.

Bij voorbeeld:

Een garen bedoeld bij post 5205 vervaardigd van katoenvezels en van synthetische stapelvezels is een gemengd garen. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde materialen die niet voldoen aan de regels van oorsprong worden gebruikt tot ten hoogste 10 gewichtspercenten van het garen.

Bij voorbeeld:

Een weefsel van wol bedoeld bij post 5112 vervaardigd van een wollen garen en van synthetisch garen van stapelvezels is een gemengd weefsel. Derhalve mag niet van oorsprong zijnd synthetisch garen of een wollen garen of een combinatie daarvan dat niet voldoet aan de regels van oorsprong worden gebruikt tot ten hoogste 10 gewichtspercenten van het weefsel.

Bij voorbeeld:

"Tufted" textielweefsel bedoeld bij post 5802, vervaardigd van garen van katoen en van weefsel van katoen, wordt slechts als een gemengd produkt beschouwd wanneer het katoenen weefsel zelf een gemengd produkt is, dat vervaardigd is van twee of meer verschillende basistextielmaterialen of wanneer de gebruikte katoenen garens zelf gemengde garens zijn.

Bij voorbeeld:

Wanneer het betreffende "tufted" textielweefsel werd vervaardigd van katoenen garen en van synthetisch weefsel, dan is het duidelijk dat twee verschillende basistextielmaterialen zijn gebruikt.

Bij voorbeeld:

Een "tufted" tapijt vervaardigd van kunstmatige garens en van katoenen garens en met een grondlaag van jute is een gemengd produkt omdat drie basistextielmaterialen worden gebruikt. Aldus mag ieder niet van oorsprong zijnd materiaal dat in een later stadium van de vervaardiging wordt gebruikt dan de regel toestaat, worden gebruikt, op voorwaarde dat het totale gewicht ervan samen genomen niet meer bedraagt dan 10 % van het gewicht van de textielmaterialen in het tapijt. Aldus kunnen de jutegrondlaag, de kunstmatige garens en/of de katoenen garens in dat stadium van de vervaardiging geïmporteerd worden, mits de voorwaarden inzake het gewicht worden gerespecteerd.

6.3.In het geval van weefsels die "garens gemaakt van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld" bevatten, bedraagt de tolerantie voor dit garen 20 %.

6.4.In het geval van weefsels die strippen bevatten, bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen van kunststof, bedraagt deze tolerantie ten aanzien van deze strip 30 %.

Aantekening 7

7.1.Bij de textielprodukten die in de lijst zijn aangeduid door een verwijzing naar deze inleidende aantekening mogen garnituren en toebehoren van textiel, die niet voldoen aan de regel die met betrekking tot het geconfectioneerde produkt in kolom 3 van de lijst is uiteengezet, worden gebruikt, op voorwaarde dat het gewicht ervan niet meer bedraagt dan 10 % van het gewicht van alle gebruikte textielmaterialen.

Garnituren en toebehoren van textiel zijn die welke onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 worden ingedeeld. Voeringen en binnenwerk worden niet als garnituren of toebehoren beschouwd.

7.2.Alle gebruikte garnituren, toebehoren of andere produkten van andere stoffen dan textiel, doch textiel bevattend (en die derhalve buiten de werkingssfeer van punt 4.3 vallen) hoeven niet te voldoen aan de in kolom 3 uiteengezette voorwaarden.

7.3.Overeenkomstig het bepaalde in punt 4.3 mogen alle niet van oorsprong zijnde garnituren en toebehoren van andere stoffen dan textiel of elk ander produkt dat geen textiel bevat in elk geval vrij worden gebruikt wanneer zij niet vervaardigd kunnen worden van de in kolom 3 opgesomde materialen.

Bij voorbeeld:

Wanneer een regel in de lijst bepaalt dat voor een bepaald textielprodukt, zoals een blouse, garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik niet uit van artikelen van metaal, zoals knopen, omdat deze niet van textielmaterialen kunnen worden vervaardigd.

7.4.Wanneer een percentageregel van toepassing is, dan moet met de waarde van garnituren en toebehoren rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Zie inleidende aantekening 6 voor bijzondere voorwaarden in verband met produkten vervaardigd van een mengsel van textielstoffen.

(1) Zie inleidende aantekening 6 voor bijzondere voorwaarden in verband met produkten vervaardigd van een mengsel van textielstoffen.

(1) Zie inleidende aantekening 7 voor de behandeling van garnituren en toebehoren van textielstoffen.

(2) Zie inleidende aantekening 6 voor bijzondere voorwaarden in verband met produkten vervaardigd van een mengsel van textielstoffen.

(1) Zie inleidende aantekening 6 voor bijzondere voorwaarden in verband met produkten vervaardigd van een mengsel van textielstoffen.

(2) Voor filtreermaskers is de vervaardiging uit niet-gestrekte polyesterstapelvezels toegelaten. Deze bijzondere regel geldt tot en met 31 maart 1988.

(3) Zie inleidende aantekening 7 voor de behandeling van garnituren en toebehoren van textielstoffen.

Top