This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 12016A145
Consolidated version of the Treaty establishing the European Atomic Energy Community#TITLE III - INSTITUTIONAL AND FINANCIAL PROVISIONS#CHAPTER 2 - The Institutions of the Community#Section 4 - The Court of Justice of the European Union#Article 145
Geconsolideerde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
TITEL III - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 2 - De instellingen van de Gemeenschap
Afdeling 4 - Het Hof van Justitie van de Europese Unie
Artikel 145
Geconsolideerde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
TITEL III - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 2 - De instellingen van de Gemeenschap
Afdeling 4 - Het Hof van Justitie van de Europese Unie
Artikel 145
PB C 203 van 7.6.2016, p. 41–42
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/euratom_2016/art_145/oj
7.6.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 203/41 |
Artikel 145
Indien de Commissie meent dat een persoon of een onderneming zich schuldig heeft gemaakt aan een schending van dit Verdrag op welke schending de bepalingen van artikel 83 niet van toepassing zijn, verzoekt zij de lidstaat waaronder die persoon of die onderneming ressorteert, ter zake van deze schending maatregelen te nemen op grond van zijn nationale wetgeving.
Indien de betrokken staat op dit verzoek, binnen de door de Commissie gestelde termijn, geen maatregelen neemt, kan de Commissie zich tot het Hof van Justitie van de Europese Unie wenden teneinde de aan de betrokken persoon of onderneming verweten schending te doen vaststellen.