Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12006E155

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde versie)
    Derde deel - Het beleid van de Gemeenschap
    Titel XV - Trans-Europese netwerken
    Artikel 155

    PB C 321E van 29.12.2006, p. 116–117 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/tec_2006/art_155/oj

    12006E155

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde versie) - Derde deel - Het beleid van de Gemeenschap - Titel XV - Trans-Europese netwerken - Artikel 155

    Publicatieblad Nr. C 321 E van 29/12/2006 blz. 0116 - 0117
    Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0102 - Geconsolideerde versie
    Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0248 - Geconsolideerde versie
    Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0048 - Geconsolideerde versie


    Artikel 155

    1. Voor de verwezenlijking van de in artikel 154 genoemde doelstellingen:

    - stelt de Gemeenschap een geheel van richtsnoeren op betreffende de doelstellingen, de prioriteiten en de grote lijnen van de op het gebied van trans-Europese netwerken overwogen maatregelen; in deze richtsnoeren worden projecten van gemeenschappelijk belang aangegeven;

    - treft de Gemeenschap alle maatregelen die nodig kunnen blijken om de interoperabiliteit van de netwerken te verzekeren, met name op het gebied van de harmonisatie van de technische normen;

    - kan de Gemeenschap steun verlenen aan door de lidstaten gesteunde projecten van gemeenschappelijk belang, die als zodanig zijn aangegeven in het kader van de in het eerste streepje bedoelde richtsnoeren met name in de vorm van uitvoerbaarheidsstudies, garanties voor leningen, of rentesubsidies; de Gemeenschap kan ook door middel van het overeenkomstig artikel 161 opgerichte Cohesiefonds bijdragen aan de financiering van specifieke projecten in lidstaten op het terrein van de vervoersinfrastructuur.

    Bij het optreden van de Gemeenschap wordt rekening gehouden met de potentiële economische levensvatbaarheid van de projecten.

    2. De lidstaten coördineren onderling, in verbinding met de Commissie, het nationale beleid dat van grote invloed kan zijn op de verwezenlijking van de in artikel 154 bedoelde doelstellingen. De Commissie kan in nauwe samenwerking met de lidstaten alle dienstige initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen.

    3. De Gemeenschap kan besluiten met derde landen samen te werken om projecten van gemeenschappelijk belang te bevorderen en de interoperabiliteit van de netwerken te verzekeren.

    --------------------------------------------------

    Top