Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12006E106

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde versie)
    Derde deel - Het beleid van de Gemeenschap
    Titel VII - Economisch en monetair beleid
    Hoofdstuk 2 - Monetair beleid
    Artikel 106

    PB C 321E van 29.12.2006, p. 88–88 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/tec_2006/art_106/oj

    12006E106

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde versie) - Derde deel - Het beleid van de Gemeenschap - Titel VII - Economisch en monetair beleid - Hoofdstuk 2 - Monetair beleid - Artikel 106

    Publicatieblad Nr. C 321 E van 29/12/2006 blz. 0088 - 0088
    Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0076 - Geconsolideerde versie
    Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0221 - Geconsolideerde versie
    Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0036 - Geconsolideerde versie


    Artikel 106

    1. De ECB heeft het alleenrecht machtiging te geven tot de uitgifte van bankbiljetten binnen de Gemeenschap. De ECB en de nationale centrale banken mogen bankbiljetten uitgeven. De door de ECB en de nationale centrale banken uitgegeven bankbiljetten zijn de enige bankbiljetten die binnen de Gemeenschap de hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben.

    2. De lidstaten kunnen munten uitgeven, onder voorbehoud van goedkeuring van de ECB met betrekking tot de omvang van de uitgifte. De Raad kan, volgens de procedure van artikel 252 en na raadpleging van de ECB, maatregelen nemen om de nominale waarden en technische specificaties van alle voor circulatie bestemde munten te harmoniseren voorzover dit nodig is voor een goede circulatie van munten binnen de Gemeenschap.

    --------------------------------------------------

    Top