This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 12002E063
Treaty establishing the European Community (Nice consolidated version)#Part Three: Community policies#Title IV: Visas, asylum, immigration and other policies related to free movement of persons#Article 63
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap
Titel IV: Visa, asiel, immigratie en andere beleidsterreinen die verband houden met het vrije verkeer van personen
Artikel 63
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap
Titel IV: Visa, asiel, immigratie en andere beleidsterreinen die verband houden met het vrije verkeer van personen
Artikel 63
PB C 325 van 24.12.2002, p. 58–59
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
In force
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap - Titel IV: Visa, asiel, immigratie en andere beleidsterreinen die verband houden met het vrije verkeer van personen - Artikel 63
Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0058 - 0059
Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0202 - Geconsolideerde versie
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap Titel IV: Visa, asiel, immigratie en andere beleidsterreinen die verband houden met het vrije verkeer van personen Artikel 63 Artikel 63 Binnen een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam neemt de Raad volgens de procedure van artikel 67 de volgende maatregelen aan: 1. maatregelen inzake asiel, in overeenstemming met het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 en het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen en andere desbetreffende verdragen, op de volgende gebieden: a) criteria en instrumenten voor de vaststelling van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land wordt ingediend in één van de lidstaten; b) minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten; c) minimumnormen voor het aanmerken van onderdanen van derde landen als vluchteling; d) minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus; 2. maatregelen inzake vluchtelingen en ontheemden op de volgende gebieden: a) minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming aan ontheemden uit derde landen die niet naar hun land van oorsprong kunnen terugkeren en voor personen die anderszins internationale bescherming behoeven; b) bevordering van een evenwicht tussen de inspanningen van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van vluchtelingen en ontheemden; 3. maatregelen inzake immigratiebeleid op de volgende gebieden: a) voorwaarden voor toegang en verblijf en normen voor de procedures voor de afgifte door de lidstaten van langlopende visa en verblijfstitels, met name met het oog op gezinshereniging; b) illegale immigratie en illegaal verblijf, met inbegrip van repatriëring van illegaal verblijvende personen; 4. maatregelen waarin de rechten en voorwaarden worden omschreven volgens welke onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven, in andere lidstaten mogen verblijven. Door de Raad uit hoofde van de punten 3 en 4 aangenomen maatregelen beletten niet dat een lidstaat op de betrokken gebieden nationale bepalingen handhaaft of vaststelt welke met dit Verdrag en met internationale overeenkomsten verenigbaar zijn. Voor de uit hoofde van punt 2, onder b), punt 3, onder a) en punt 4 aan te nemen maatregelen geldt bovengenoemde termijn van vijf jaar niet.