This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 12002E049
Treaty establishing the European Community (Nice consolidated version)#Part Three: Community policies#Title III: Free movement of persons, services and capital#Chapter 3: Services#Article 49#Article 59 - EC Treaty (Maastricht consolidated version)#Article 59 - EEC Treaty
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap
Titel III: Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal
Hoofdstuk 3: De diensten
Artikel 49
Artikel 59 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)
Artikel 59 - Verdrag EEG
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap
Titel III: Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal
Hoofdstuk 3: De diensten
Artikel 49
Artikel 59 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)
Artikel 59 - Verdrag EEG
PB C 325 van 24.12.2002, p. 54–54
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
In force
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap - Titel III: Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal - Hoofdstuk 3: De diensten - Artikel 49 - Artikel 59 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) - Artikel 59 - Verdrag EEG
Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0054 - 0054
Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0197 - Geconsolideerde versie
Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0023 - Geconsolideerde versie
(EEG Verdrag - geen officiële publicatie beschikbaar)
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap Titel III: Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal Hoofdstuk 3: De diensten Artikel 49 Artikel 59 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) Artikel 59 - Verdrag EEG Artikel 49 In het kader van de volgende bepalingen zijn de beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Gemeenschap verboden ten aanzien van de onderdanen der lidstaten die in een ander land van de Gemeenschap zijn gevestigd dan dat, waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht. De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing verklaren ten gunste van de onderdanen van een derde staat die diensten verrichten en binnen de Gemeenschap zijn gevestigd.