Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12002E011

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
    Eerste deel: De beginselen
    Artikel 11

    PB C 325 van 24.12.2002, p. 43–43 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/tec_2002/art_11/oj

    12002E011

    Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Eerste deel: De beginselen - Artikel 11

    Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0043 - 0043
    Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0184 - Geconsolideerde versie


    Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)

    Eerste deel: De beginselen

    Artikel 11

    Artikel 11

    1. De lidstaten die voornemens zijn onderling nauwere samenwerking aan te gaan op een van de gebieden die onder dit Verdrag vallen, richten een verzoek aan de Commissie, die bij de Raad een voorstel in die zin kan indienen. Indien de Commissie geen voorstel indient, deelt zij de redenen daarvan mee aan de betrokken lidstaten.

    2. De machtiging om nauwere samenwerking als bedoeld in lid 1 aan te gaan, wordt met inachtneming van de artikelen 43 tot en met 45 van het Verdrag betreffende de Europese Unie verleend door de Raad, die op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt. Wanneer de nauwere samenwerking betrekking heeft op een gebied dat onder de procedure van artikel 251 van dit Verdrag valt, is instemming van het Europees Parlement vereist.

    Een lid van de Raad kan verlangen dat de zaak aan de Europese Raad wordt voorgelegd. Nadat dit is geschied, kan de Raad overeenkomstig de eerste alinea een besluit nemen.

    3. Op de handelingen en besluiten die nodig zijn voor de uitvoering van activiteiten inzake nauwere samenwerking zijn alle desbetreffende bepalingen van dit Verdrag van toepassing, tenzij in dit artikel en in de artikelen 43 tot en met 45 van het Verdrag betreffende de Europese Unie anders is bepaald.

    Top