EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 11992E109K

VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
TITEL VI - ECONOMISCH EN MONETAIR BELEID
HOOFDSTUK 4 - OVERGANGSBEPALINGEN
ARTIKEL 109K

/* GECODIFICEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP */

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/tec_1992/art_109k/oj

11992E109K

VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP - TITEL VI - ECONOMISCH EN MONETAIR BELEID - HOOFDSTUK 4 - OVERGANGSBEPALINGEN - ARTIKEL 109K /* GECODIFICEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP */

Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0042


Artikel 109 K

1. Indien het besluit tot vaststelling van de datum overeenkomstig artikel 109 J, lid 3, is genomen, besluit de Raad, op basis van zijn aanbevelingen als bedoeld in artikel 109 J, lid 2, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op aanbeveling van de Commissie over de vraag of bepaalde Lid-Staten, en zo ja, welke, een derogatie als omschreven in lid 3 van dit artikel hebben. Deze Lid-Staten worden hierna "Lid-Staten met een derogatie" genoemd.

Indien de Raad heeft bevestigd welke Lid-Staten overeenkomstig artikel 109 J, lid 4, aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van één munt voldoen, hebben de Lid-Staten die niet aan de voorwaarden voldoen een derogatie als omschreven in lid 3 van dit artikel. Deze Lid-Staten worden hierna "Lid-Staten met een derogatie" genoemd.

2. Ten minste om de twee jaar of op verzoek van een Lid- Staat met een derogatie brengen de Commissie en de ECB volgens de procedure van artikel 109 J, lid 1, aan de Raad verslag uit. Na raadpleging van het Europees Parlement en na bespreking in de Raad in de samenstelling van de Staatshoofden en Regeringsleiders, besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie, welke Lid-Staten met een derogatie volgens de criteria van artikel 109 J, lid 1, aan de noodzakelijke voorwaarden voldoen, en trekt hij de derogaties van de betrokken Lid-Staten in.

3. Een derogatie als bedoeld in lid 1 heeft tot gevolg dat de volgende artikelen niet op de betrokken Lid-Staat van toepassing zijn: artikel 104 C, leden 9 en 11, artikel 105, leden 1, 2, 3 en 5, artikel 105 A, artikel 108 A, artikel 109 en artikel 109 A, lid 2, onder b). De uitsluiting van een dergelijke Lid- Staat en zijn nationale centrale bank van de rechten en plichten in het kader van het ESCB is vastgelegd in hoofdstuk IX van de Statuten van het ESCB.

4. In de artikelen 105, leden 1, 2 en 3, 105 A, 108 A, 109 en 109 A, lid 2, onder b), wordt "Lid-Staten" gelezen als "Lid-Staten zonder derogatie".

5. De stemrechten van de Lid-Staten met een derogatie worden geschorst voor de Raadsbesluiten als bedoeld in de in lid 3 genoemde artikelen van dit Verdrag. In dat geval geldt, in afwijking van artikel 148 en artikel 189 A, lid 1, als gekwalificeerde meerderheid twee derde van de volgens artikel 148, lid 2, gewogen stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten zonder derogatie, en is eenparigheid van stemmen van die Lid-Staten vereist voor een besluit waarvoor eenparigheid vereist is.

6. Artikel 109 H en artikel 109 I blijven van toepassing voor een Lid-Staat met een derogatie.

Top