Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02024R0257-20240111

    Consolidated text: Verordening (EU) 2024/257 van de Raad van 10 januari 2024 tot vaststelling, voor 2024, 2025 en 2026, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/257/2024-01-11

    02024R0257 — NL — 11.01.2024 — 000.003


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    VERORDENING (EU) 2024/257 VAN DE RAAD

    van 10 januari 2024

    tot vaststelling, voor 2024, 2025 en 2026, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194

    (PB L 257 van 11.1.2024, blz. 1)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    VERORDENING (EU) 2024/1015 VAN DE RAAD  van 26 maart 2024

      L 1015

    1

    27.3.2024


    Gerectificeerd bij:

    ►C1

    Rectificatie, PB L 90050, 29.1.2024, blz.  1 ((EU) 2024/2572024/257)




    ▼B

    VERORDENING (EU) 2024/257 VAN DE RAAD

    van 10 januari 2024

    tot vaststelling, voor 2024, 2025 en 2026, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194



    TITEL I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Onderwerp

    1.  
    Deze verordening stelt vangstmogelijkheden vast voor bepaalde visbestanden, welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn.
    2.  

    De in lid 1 bedoelde vangstmogelijkheden omvatten:

    a) 

    de vangstbeperkingen voor 2024 en, waar zulks in deze verordening is gespecificeerd, ook voor 2025 en 2026;

    b) 

    de beperkingen van de visserijinspanning voor 2024, met uitzondering van de in bijlage II vermelde beperkingen van de visserijinspanning, die van toepassing zijn van 1 februari 2024 tot en met 31 januari 2025;

    c) 

    de vangstmogelijkheden voor de periode van 1 december 2023 tot en met 30 november 2024 voor bepaalde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied en voor bepaalde bestanden in het Siofa-overeenkomstgebied.

    Artikel 2

    Toepassingsgebied

    1.  

    Deze verordening is van toepassing op de volgende vissersvaartuigen:

    a) 

    vissersvaartuigen van de Unie; en

    b) 

    vissersvaartuigen van derde landen in wateren van de Unie.

    2.  

    Deze verordening is tevens van toepassing op:

    a) 

    bepaalde recreatievisserijen die uitdrukkelijk vermeld zijn in de desbetreffende bepalingen van deze verordening; en

    b) 

    commerciële visserijen vanaf de kust.

    Artikel 3

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. Daarnaast wordt verstaan onder:

    a) 

    “vissersvaartuig van een derde land”: een vissersvaartuig dat de vlag voert van en geregistreerd is in een derde land;

    b) 

    “recreatievisserij”: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de mariene biologische hulpbronnen worden geëxploiteerd in het kader van recreatie, toerisme of sport;

    c) 

    “internationale wateren”: wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van enige staat vallen;

    d) 

    “totaal toegestane vangst” (TAC):

    i) 

    in visserijen die onder de in artikel 15, leden 4 tot en met 7, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde vrijstelling van de aanlandingsverplichting vallen: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden aangeland;

    ii) 

    in alle overige visserijen: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden gevangen;

    e) 

    “quotum”: een gedeelte van een TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;

    f) 

    “analytische beoordeling”: een kwantitatieve evaluatie van trends voor een bepaald bestand op basis van gegevens over de biologie en de exploitatie van dat bestand, ook gebaseerd op benaderende waarden, die blijkens wetenschappelijke toetsing van toereikende kwaliteit zijn om de basis te vormen voor wetenschappelijke adviezen;

    g) 

    “analytische TAC”: een TAC waarvoor een analytische beoordeling beschikbaar is;

    h) 

    “voorzorgs-TAC”: een TAC waarvoor geen analytische beoordeling beschikbaar is, maar wel een beoordeling op basis van de voorzorgsbenadering, of waarvoor geen beoordeling beschikbaar is;

    i) 

    “maaswijdte”: de maaswijdte van visnetten in de zin van artikel 6, punt 34, van Verordening (EU) 2019/1241;

    j) 

    “vissersvlootregister van de Unie”: het register dat door de Commissie is ingesteld op grond van artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

    k) 

    “visserijlogboek”: het logboek als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

    l) 

    “instrumentboei”: een boei die duidelijk is gemarkeerd met een uniek referentienummer waarmee de eigenaar kan worden geïdentificeerd en die is uitgerust met een satellietvolgsysteem om de positie ervan te monitoren;

    m) 

    “operationele boei”: een vooraf geactiveerde instrumentboei die is ingeschakeld en op een niet-verankerde visaantrekkende voorziening (FAD) of boomstam is uitgezet op zee, die posities of andere beschikbare informatie zoals echoloodpeilingen verstuurt.

    Artikel 4

    Visserijzones

    Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities van visserijgebieden:

    a) 

    “ICES-gebieden” (Internationale Raad voor het onderzoek van de zee): de geografische gebieden als omschreven in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 );

    b) 

    “Skagerrak”: het geografische gebied dat in het westen wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm naar de vuurtoren van Lindesnes, en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar de vuurtoren van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust;

    c) 

    “Kattegat”: het geografische gebied dat in het noorden wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar de vuurtoren van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust, en in het zuiden door een lijn van Kaap Hasenøre naar Kaap Gniben, van Korshage naar Spodsbjerg en van Kaap Gilbjerg naar Kullen;

    d) 

    “functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7”: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    53°30' NB, 15°00' WL,
    53°30' NB, 11°00' WL,
    51°30' NB, 11°00' WL,
    51°30' NB, 13°00' WL,
    51°00' NB, 13°00' WL,
    51°00' NB, 15°00' WL;
    e) 

    “functionele eenheid 25 van ICES-sector 8c”: het geografische zeegebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    43°00' NB, 9°00' WL,
    43°00' NB, 10°00' WL,
    43°30' NB, 10°00' WL,
    43°30' NB, 9°00' WL,
    44°00' NB, 9°00' WL,
    44°00' NB, 8°00' WL,
    43°30' NB, 8°00' WL;
    f) 

    “functionele eenheid 26 van ICES-sector 9a”: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    43°00' NB, 8°00' WL,
    43°00' NB, 10°00' WL,
    42°00' NB, 10°00' WL,
    42°00' NB, 8°00' WL;
    g) 

    “functionele eenheid 27 van ICES-sector 9a”: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    42°00' NB, 8°00' WL,
    42°00' NB, 10°00' WL,
    38°30' NB, 10°00' WL,
    38°30' NB, 9°00' WL,
    40°00' NB, 9°00' WL,
    40°00' NB, 8°00' WL;
    h) 

    “functionele eenheid 30 van ICES-sector 9a”: het geografische gebied onder de jurisdictie van Spanje in de Golf van Cádiz en in de aangrenzende wateren van ICES-sector 9a;

    i) 

    “functionele eenheid 31 van ICES-sector 8c”: het geografische zeegebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    43°30' NB, 6°00' WL,
    44°00' NB, 6°00' WL,
    44°00' NB, 2°00' WL,
    43°30' NB, 2°00' WL;
    j) 

    “Golf van Cádiz”: het geografische gebied van ICES-sector 9a ten oosten van 7°23′48″ WL;

    k) 

    “CCAMLR-verdragsgebied” (Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren): het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren ( 2 );

    l) 

    “Cecaf-gebieden” (Visserijcommissie voor het centraal-oostelijke deel van de Atlantische Oceaan): de geografische gebieden als omschreven in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 );

    m) 

    “IATTC-verdragsgebied” (Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn): het geografische gebied als omschreven in het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (Verdrag van Antigua) ( 4 );

    n) 

    “Iccat-verdragsgebied” (Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen): het geografische gebied als omschreven in het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen ( 5 );

    o) 

    “bevoegdheidsgebied van de IOTC” (Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan): het geografische gebied als omschreven in de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan ( 6 );

    p) 

    “NAFO-gebieden” (Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan): de geografische gebieden als omschreven in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 );

    q) 

    “het NAFO-verdragsgebied”: de geografische gebieden als omschreven in het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan ( 8 );

    r) 

    “het gereglementeerde gebied van de NAFO”: het deel van het NAFO-verdragsgebied buiten nationale jurisdictie;

    s) 

    “Seafo-verdragsgebied” (Visserijorganisatie voor het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan): het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan ( 9 );

    t) 

    “Siofa-overeenkomstgebied” (Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan): het geografische gebied als omschreven in de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan ( 10 );

    u) 

    “SPRFMO-verdragsgebied” (Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan): het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan ( 11 );

    v) 

    “WCPFC-verdragsgebied” (Commissie voor de visserij in het westelijke en het centrale deel van de Stille Oceaan): het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan ( 12 );

    w) 

    “de volle zee van de Beringzee”: het geografische gebied van de volle zee van de Beringzee vanaf 200 zeemijl van de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zeeën van de aan de Beringzee gelegen kuststaten wordt gemeten;

    x) 

    “het overlappend gebied tussen het IATTC- en het WCPFC-verdragsgebied”: het geografische gebied dat wordt begrensd door:

    lengtegraad 150° WL,
    lengtegraad 130° WL,
    breedtegraad 4° ZB,
    breedtegraad 50° ZB;
    y) 

    “de geografische deelgebieden van de GFCM”: de gebieden als omschreven in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 13 ).

    TITEL II

    VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DE UNIE

    Hoofdstuk I

    Algemene bepalingen

    Artikel 5

    TAC’s en toewijzingen

    1.  
    De TAC’s voor vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van de Unie en bepaalde wateren buiten de Unie en de toewijzing van die TAC’s aan de lidstaten, alsmede, in voorkomend geval, de functioneel daarmee verbonden voorwaarden, zijn vermeld in bijlage I.
    2.  
    Vissersvaartuigen van de Unie kunnen door de betrokken kuststaat worden gemachtigd om te vissen in de wateren onder de visserij-jurisdictie van de Faeröer, Groenland en Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen voor zover daarbij de TAC’s van bijlage I bij deze verordening, de voorwaarden van artikel 22 van deze verordening en deel A van bijlage V bij deze verordening en de voorwaarden van Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad ( 14 ) en de gedelegeerde handelingen die de Commissie op basis van die verordening heeft vastgesteld, in acht worden genomen.
    3.  
    Vissersvaartuigen van de Unie kunnen door het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd om te vissen in de wateren onder zijn visserij-jurisdictie voor zover daarbij de TAC’s van bijlage I bij deze verordening, de voorwaarden van artikel 22 van deze verordening en de voorwaarden van Verordening (EU) 2017/2403 en de gedelegeerde handelingen die de Commissie op basis van die verordening heeft vastgesteld, in acht worden genomen.

    Artikel 6

    Door de lidstaten vast te stellen TAC’s

    1.  
    De in bijlage I bij deze verordening vermelde TAC’s worden, voor zover dat in die bijlage is gespecificeerd, door de betrokken lidstaat vastgesteld.
    2.  

    De in lid 1 bedoelde door een lidstaat vast te stellen TAC’s moeten:

    a) 

    consistent zijn met de beginselen en voorschriften van het GVB, en met name met het beginsel van duurzame exploitatie van de bestanden; en

    b) 

    resulteren in een exploitatie van de bestanden die:

    i) 

    indien er analytische beoordelingen beschikbaar zijn, met een zo hoog mogelijke waarschijnlijkheid in lijn is met de MDO; of

    ii) 

    indien er geen of onvolledige analytische beoordelingen beschikbaar zijn, strookt met de voorzorgsbenadering voor het visserijbeheer.

    3.  

    Elke betrokken lidstaat verstrekt de Commissie uiterlijk op 15 maart 2024 de volgende informatie:

    a) 

    de door hem vastgestelde TAC’s;

    b) 

    de door hem verzamelde, beoordeelde en als grondslag voor de vaststelling van de TAC’s gebruikte gegevens;

    c) 

    nadere informatie over hoe de vastgestelde TAC’s aan lid 2 voldoen.

    Artikel 7

    Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

    1.  

    Vangsten waarvoor de aanlandingsverplichting van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 niet geldt, mogen slechts aan boord worden gehouden of worden aangeland mits:

    a) 

    de vis is gevangen door vissersvaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat die over een quotum beschikt dat niet is opgebruikt; of

    b) 

    deze deel uitmaken van een quotum van de Unie dat niet over de lidstaten is verdeeld en dat niet is opgebruikt.

    2.  
    Voor de toepassing van de afwijking van de verplichting om vangsten op de betrokken quota af te boeken, waarin artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 voorziet, worden de in dat artikel bedoelde bestanden van niet-doelsoorten die zich binnen biologisch veilige grenzen bevinden, in bijlage I bij deze verordening vermeld.

    Artikel 8

    Quotumruilmechanisme voor TAC’s voor onvermijdelijke bijvangsten

    1.  
    Om rekening te houden met de aanlandingsverplichting en om quota voor bepaalde bijvangsten beschikbaar te stellen voor de lidstaten zonder quotum, geldt het quotumruilmechanisme van de leden 2 tot en met 5 voor de in bijlage IA vermelde TAC’s.
    2.  
    6 % van elk aan een lidstaat toegewezen quotum van de TAC’s voor kabeljauw (Gadus morhua) in de Keltische Zee (COD/7XAD34), kabeljauw in het gebied ten westen van Schotland (COD/5BE6A), wijting in de Ierse Zee (WHG/07A.) en schol in de ICES-sectoren 7h, 7j en 7k (PLE/7HJK.) en 3 % van elk aan een lidstaat toegewezen quotum van de TAC voor wijting in het gebied ten westen van Schotland (WHG/56-14) wordt opgenomen in een quotumruilsysteem (“het systeem”), dat op 1 januari 2024 wordt opengesteld. Lidstaten zonder quotum hebben exclusieve toegang tot het systeem tot en met 31 maart 2024.
    3.  
    De hoeveelheden die uit het systeem worden gehaald, mogen niet worden geruild of overgedragen naar het volgende jaar. Na 31 maart 2024 worden ongebruikte hoeveelheden teruggegeven aan de lidstaten die aanvankelijk aan het systeem hadden bijgedragen.
    4.  
    Lidstaten zonder quotum geven in ruil quota voor in bijlage IA, deel C, vermelde bestanden, tenzij de lidstaat zonder quotum en de aan het systeem bijdragende lidstaat anders overeenkomen.
    5.  
    De in lid 4 bedoelde quota moeten een vergelijkbare handelswaarde hebben, vastgesteld aan de hand van een marktkoers of een andere voor beide partijen aanvaardbare wisselkoers. Bij ontstentenis van een andere regeling wordt de vergelijkbare handelswaarde bepaald op basis van de gemiddelde prijzen van de Unie van het voorgaande jaar, zoals verstrekt door de Waarnemingspost voor de EU-markt voor visserij- en aquacultuurproducten.
    6.  
    Ingeval het voor de lidstaten niet mogelijk is om via het quotumruilmechanisme van de leden 2 tot en met 5 hun onvermijdelijke bijvangsten in vergelijkbare mate te dekken, trachten de lidstaten het eens te worden over quota-uitwisselingen krachtens artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de uitgewisselde quota van vergelijkbare handelswaarde zijn.

    Artikel 9

    Beperkingen van de visserij-inspanning in ICES-sector 7e

    1.  
    Voor de in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde periode zijn de beperkingen van de visserijinspanning voor tong in ICES-sector 7e vastgesteld in bijlage II.
    2.  
    Op verzoek van een lidstaat overeenkomstig punt 7.4 van bijlage II kan de Commissie die lidstaat door middel van een uitvoeringshandeling extra zeedagen boven op de in bijlage II, punt 5, bedoelde zeedagen toewijzen waarop die lidstaat een onder zijn vlag varend vissersvaartuig kan machtigen om in ICES-sector 7e met gereglementeerd vistuig aan boord aanwezig te zijn. De Commissie stelt die uitvoeringshandeling vast volgens de in artikel 57, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
    3.  
    Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie die lidstaat door middel van een uitvoeringshandeling, boven op de in bijlage II, punt 5, bedoelde zeedagen, maximaal drie extra dagen tussen 1 februari 2024 en 31 januari 2025 toewijzen waarop een vissersvaartuig in ICES-sector 7e aanwezig mag zijn op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers als bedoeld in bijlage II, punt 8.1. De Commissie doet die toewijzing op basis van de door die lidstaat overeenkomstig bijlage II, punt 8.3, ingediende beschrijving en na raadpleging van het WTECV. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 57, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

    Artikel 10

    Maatregelen voor de zeebaarsvisserij in de ICES-sectoren 4b, 4c en 6a en in ICES-deelgebied 7

    1.  
    Het is vissersvaartuigen van de Unie en alle commerciële visserijen vanaf de kust verboden om te vissen op zeebaars (Dicentrarchus labrax) in de ICES-sectoren 4b en 4c en in ICES-deelgebied 7 of om in die gebieden gevangen zeebaarzen aan boord te houden, over te laden, te verplaatsen of aan te landen.
    2.  
    Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op bijvangsten van zeebaars in de commerciële visserij vanaf de kust met netten. Deze vrijstelling geldt voor de historische aantallen strandnetten van vóór 2017. De commerciële visserij vanaf de kust met netten mag niet op zeebaars gericht zijn en alleen onvermijdelijke bijvangsten van zeebaars mogen worden aangeland.
    3.  

    In afwijking van lid 1 mogen vissersvaartuigen van de Unie in januari 2024 en van 1 april tot en met 31 december 2024 in de ICES-sectoren 4b, 4c, 7d, 7e, 7f en 7h op zeebaars vissen en in die gebieden gevangen zeebaarzen aan boord houden, overladen, verplaatsen of aanlanden als daartoe het volgende vistuig wordt gebruikt en daarbij de volgende limieten in acht worden genomen:

    a) 

    bodemtrawls ( 15 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 3,8 ton per vissersvaartuig per jaar en 5 % van het gewicht van de totale vangsten van mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn verricht;

    b) 

    zegens ( 16 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 3,8 ton per vissersvaartuig per jaar en 5 % van het gewicht van de totale vangsten van mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn verricht;

    c) 

    haken en lijnen ( 17 ), voor maximaal 6,2 ton per vissersvaartuig;

    d) 

    vaste kieuwnetten ( 18 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 1,6 ton per vissersvaartuig.

    De in de eerste alinea, punt c), vastgestelde afwijkingen gelden voor vissersvaartuigen van de Unie die met haken en lijnen verrichte vangsten van zeebaars hebben geregistreerd in de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 september 2016.

    De in de eerste alinea, punt d), vastgestelde afwijkingen gelden voor vissersvaartuigen van de Unie die met vaste kieuwnetten verrichte vangsten van zeebaars hebben geregistreerd in de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 september 2016.

    Wanneer een vissersvaartuig van de Unie wordt vervangen, kunnen de lidstaten toestaan dat de afwijkingen gelden voor een ander vissersvaartuig van de Unie, op voorwaarde dat het aantal vissersvaartuigen van de Unie waarvoor elk van de afwijkingen geldt en de totale vangstcapaciteit ervan niet toenemen.

    4.  
    De vangstbeperkingen van lid 3 zijn niet overdraagbaar tussen vissersvaartuigen.
    5.  

    Voor de recreatievisserij, inclusief vanaf de kust, in de ICES-sectoren 4b, 4c, 6a en 7a tot en met 7k geldt dat:

    a) 

    van 1 februari tot en met 31 maart 2024:

    i) 

    alleen het met hengel of handlijn vangen en weer terugzetten van zeebaarzen is toegestaan;

    ii) 

    het verboden is om in die gebieden gevangen zeebaarzen te houden, te verplaatsen, over te laden of aan te landen;

    b) 

    in januari en van 1 april tot en met 31 december 2024:

    i) 

    maximaal twee zeebaarzen per visser per dag mogen worden gevangen en gehouden;

    ii) 

    de minimummaat voor bijgehouden zeebaars 42 cm bedraagt;

    iii) 

    mogen geen vaste netten worden gebruikt om zeebaars te vangen of te houden.

    6.  
    Lid 5 is van toepassing onverminderd strengere nationale maatregelen voor recreatievisserijen.

    Artikel 11

    Maatregelen inzake zeebaarsvisserij in de ICES-sectoren 8a en 8b

    1.  
    Frankrijk en Spanje zorgen er overeenkomstig Verordening (EU) 2019/472 voor dat de commerciële aanlandingen en recreatieve verwijderingen van Europese zeebaars in de ICES-sectoren 8a en 8b niet hoger liggen dan 2 642 ton, wat overeenstemt met de FMDO-puntwaarde, zoals evenredig verlaagd om rekening te houden met de afname van de biomassa, onder MDO Btrigger.
    2.  

    Bij de recreatievisserij in de ICES-sectoren 8a en 8b, inclusief vanaf de kust:

    a) 

    mag maximaal één zeebaars per visser per dag worden gevangen en gehouden;

    b) 

    mogen geen vaste netten worden gebruikt om zeebaars te vangen of te houden.

    3.  
    Lid 2 is van toepassing onverminderd strengere nationale maatregelen voor de recreatievisserij.

    Artikel 12

    Maatregelen voor de recreatievisserij op witte koolvis in de ICES-deelgebieden 8, 9, 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    1.  

    In de recreatievisserij, met inbegrip van de visserij aan de kusten in de ICES-deelgebieden 8, 9 en 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1:

    a) 

    mogen per dag maximaal twee witte koolvissen (Pollachius pollachius) per visser worden gevangen en gehouden. Zodra dat maximum is bereikt, mag worden gevangen en weer worden teruggezet;

    b) 

    mag van 1 januari tot en met 30 april geen witte koolvis worden gevangen en gehouden. Wel mag in die periode worden gevangen en weer worden teruggezet.

    2.  
    Lid 1 is van toepassing onverminderd strengere nationale maatregelen voor de recreatievisserij.

    Artikel 13

    Maatregelen voor de visserij op Europese aal in de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden 3, 4, 6, 7, 8 en 9

    1.  
    Dit artikel is van toepassing op de mariene en brakke wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden 3, 4, 6, 7, 8 en 9 en op de aangrenzende brakke wateren van de Unie. De brakke wateren omvatten estuaria, kustlagunes en overgangswateren.
    2.  
    Dit artikel is niet van toepassing op commerciële visserijactiviteiten die uitsluitend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek worden verricht, mits dat onderzoek wordt uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 25 van Verordening (EU) 2019/1241 en het WTECV aan de Commissie en de betrokken lidstaten heeft bevestigd dat dat onderzoek op wetenschappelijke gronden gerechtvaardigd is. Dezelfde voorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing op commerciële visserijactiviteiten die zonder vissersvaartuig uitsluitend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek worden verricht.
    3.  

    Het is gedurende een periode van ten minste zes maanden tussen 1 april 2024 en 31 maart 2025 verboden commerciële visserijactiviteiten te verrichten met betrekking tot Europese aal (Anguilla anguilla), en zulks in alle levensfasen. Daarnaast leveren de lidstaten alle redelijke inspanningen om de incidentele bijvangst van Europese aal zo veel mogelijk te beperken en waar mogelijk uit te bannen. Incidenteel gevangen paling moet ongedeerd worden gelaten en onmiddellijk worden vrijgelaten. Daartoe stelt de betrokken lidstaat individueel of stellen de betrokken lidstaten gezamenlijk een of meer sluitingsperioden vast met inachtneming van het volgende:

    a) 

    indien nodig kan/kunnen de sluitingsperiode(n) tussen lidstaten of binnen een lidstaat per visserijgebied verschillen om rekening te houden met het geografische en temporele migratiepatroon van aal in zijn verschillende levensfasen;

    b) 

    de sluitingsperiode(n) moet(en) een al dan niet aaneengesloten looptijd van ten minste zes maanden hebben en geldt/gelden voor alle betrokken vissers in het betrokken visserijgebied;

    c) 

    de sluitingsperiode(n) is (zijn) in overeenstemming met de instandhoudingsdoelstellingen van Verordening (EG) nr. 1100/2007 en met de op grond van artikel 2 van die verordening opgestelde nationale beheersplannen; en

    d) 

    de sluitingsperiode(n) bestrijkt/bestrijken de belangrijkste migratieperiode(n), met inbegrip van de respectieve piek, van Europese aal in de respectieve levensfase in de betrokken lidstaat.

    4.  
    In afwijking van lid 3, punt d), staat het elke betrokken lidstaat vrij om voor Europese aal met een totale lengte van 12 cm of meer toe te staan dat daarop tijdens de belangrijkste migratieperiode in totaal maximaal dertig al dan niet opeenvolgende dagen wordt gevist, waarbij die toelating geldt voor alle betrokken vissers in het betrokken visserijgebied. In dat geval stelt de betrokken lidstaat een aanvullende sluiting gedurende een equivalente periode tijdens de belangrijkste migratieperiode of, subsidiair, vlak voor of na die periode vast. Indien een lidstaat toestaat dat gedurende dertig niet-opeenvolgende dagen wordt gevist, wordt het vistuig tussen elke periode van niet-opeenvolgende dagen uit het water gehaald.
    5.  
    Voor Europese aal met een totale lengte van 12 cm of meer in ICES-deelgebied 3 stemmen alle betrokken lidstaten in met de in lid 3 bedoelde sluitingsperiode(n) en de in lid 4 bedoelde afwijking daarvan, teneinde een doeltreffende bescherming van aal bij de migratie van soort van de Oostzee naar de Noordzee te waarborgen. Als uiterlijk op 1 maart 2024 geen dergelijke overeenstemming is bereikt, loopt de sluitingsperiode in Denemarken, Duitsland, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Finland en Zweden van 15 september 2024 tot en met 15 maart 2025, zonder mogelijkheid tot de in lid 4 bedoelde afwijking.
    6.  
    In verdere afwijking van lid 3, punt d), staat het elke betrokken lidstaat vrij om voor Europese aal met een totale lengte van minder dan 12 cm toe te staan dat daarop tijdens de belangrijkste migratieperiode in totaal maximaal dertig al dan niet opeenvolgende dagen wordt gevist, waarbij die toelating geldt voor alle betrokken vissers in het betrokken visserijgebied. Bovendien kunnen de betrokken lidstaten toestaan dat uitsluitend met het oog op uitzetting gedurende maximaal vijftig aanvullende dagen tijdens de belangrijkste migratieperiode wordt gevist. In beide gevallen stellen de betrokken lidstaten een aanvullende sluiting gedurende een equivalente periode tijdens de belangrijkste migratieperiode of, subsidiair, vlak voor of na die periode vast. Indien een lidstaat toestaat dat gedurende dertig niet-opeenvolgende dagen wordt gevist, wordt het vistuig tussen elke periode van niet-opeenvolgende dagen uit het water gehaald.
    7.  
    Recreatievisserij op Europese aal is in alle levensfasen verboden.
    8.  

    De betrokken lidstaat stelt de Commissie individueel of gezamenlijk in kennis:

    a) 

    uiterlijk op 1 maart 2024, van de sluitingsperiode of -perioden die hij overeenkomstig de leden 3 tot en met 6 heeft vastgesteld, onder overlegging van ondersteunende informatie ter staving van de gekozen periode of perioden;

    b) 

    van de nationale maatregelen met betrekking tot de sluitingsperiode of -perioden die hij overeenkomstig de leden 3 tot en met 6 heeft vastgesteld, binnen twee weken na de vaststelling ervan.

    Artikel 14

    Bijzondere bepalingen inzake de toewijzing van vangstmogelijkheden

    1.  

    De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig deze verordening over de lidstaten verdeeld zonder afbreuk te doen aan:

    a) 

    uitwisselingen op grond van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

    b) 

    kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

    c) 

    nieuwe toewijzingen op grond van de artikelen 12 en 47 van Verordening (EU) 2017/2403;

    d) 

    het aanlanden van extra hoeveelheden uit hoofde van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

    e) 

    de overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingehouden hoeveelheden;

    f) 

    verlagingen en verminderingen op grond van de artikelen 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

    g) 

    overdrachten en uitwisselingen van quota op grond van de artikelen 23 en 51 van deze verordening.

    2.  
    De bestanden waarvoor voorzorgs-TAC’s of analytische TAC’s gelden in het kader van het meerjarenbeheer van de TAC’s en quota waarin Verordening (EG) nr. 847/96 voorziet, zijn vermeld in bijlage I bij deze verordening.
    3.  
    Tenzij anders vermeld in bijlage I bij deze verordening, is artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 van toepassing op bestanden waarvoor een voorzorgs-TAC geldt, en zijn artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 4 van die verordening van toepassing op bestanden waarvoor een analytische TAC geldt.
    4.  
    De artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 zijn niet van toepassing wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de jaarflexibiliteit waarin artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 voorziet.

    Artikel 15

    Gesloten visseizoenen voor zandspieringen

    De commerciële visserij op zandspieringen (Ammodytes spp.) met bodemtrawls, zegens of soortgelijk gesleept vistuig met een maaswijdte van minder dan 16 mm is in de ICES-sectoren 2a en 3a en ICES-deelgebied 4 verboden van 1 januari tot en met 31 maart 2024 en van 1 augustus tot en met 31 december 2024.

    Artikel 16

    Herstelmaatregelen voor kabeljauw in de Noordzee

    1.  
    De gebieden die gesloten zijn voor de visserij, met uitzondering van de visserij met pelagisch vistuig (ringzegens en trawls), en de perioden waarin de sluitingen van toepassing zijn, staan vermeld in bijlage IV.
    2.  
    Vissersvaartuigen die met bodemtrawls en zegens met een minimummaaswijdte van minstens 70 mm in de ICES-sectoren 4a en 4b of minstens 90 mm in ICES-sector 3a vissen, dan wel met beuglijnen ( 19 ), mogen niet vissen in de wateren van de Unie van ICES-sector 4a ten noorden van 58°30'00'' NB en ten zuiden van 61°30'00” NB of in de wateren van de Unie van de ICES-sectoren 3a.20 (Skagerrak), 4a en 4b ten noorden van 57°00'00'' NB en ten oosten van 5°00'00'' OL.
    3.  

    In afwijking van lid 2 mogen de in dat lid bedoelde vissersvaartuigen in de in dat lid genoemde gebieden vissen mits zij aan ten minste een van de volgende criteria voldoen:

    a) 

    hun kabeljauwvangst bedraagt niet meer dan 5 % van hun totale vangsten per visreis; vissersvaartuigen waarvan de kabeljauwvangst in de periode 2017-2019 niet meer dan 5 % van hun totale vangsten bedroeg, worden geacht aan dit criterium te voldoen, mits zij hetzelfde vistuig blijven gebruiken als in die periode; dit vermoeden kan worden weerlegd;

    b) 

    er wordt gebruikgemaakt van een gereglementeerde en zeer selectieve bodemtrawl of zegen, hetgeen blijkens een wetenschappelijke studie resulteert in een vermindering van de kabeljauwvangsten met ten minste 30 % in vergelijking met vaartuigen die vissen met gesleept vistuig waarvan de maaswijdte overeenkomt met de in bijlage V, deel B, punt 1.1, bij Verordening (EU) 2019/1241 beschreven basisnormen; dergelijke studies kunnen door het WTECV worden geëvalueerd en bij een negatieve evaluatie wordt het vistuig in kwestie niet meer aangemerkt als geldig voor gebruik in de in lid 2 van dit artikel genoemde gebieden;

    c) 

    bij vissersvaartuigen die vissen met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van 100 mm en groter (TR1), wordt het volgende zeer selectieve vistuig gebruikt:

    i) 

    belly trawls met een maaswijdte van de buik van ten minste 600 mm;

    ii) 

    horizontale vislijn (0,6 m);

    iii) 

    horizontale zeeflap met een wijdmazig ontsnappingspaneel;

    d) 

    bij vissersvaartuigen die vissen met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van minstens 70 mm in ICES-sector 4a en minstens 90 mm in ICES-sector 3a en minder dan 100 mm (TR2), wordt het volgende zeer selectieve vistuig gebruikt:

    i) 

    horizontaal sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 50 mm tussen de staven voor het scheiden van platvis en rondvis, met een vrije uitlaat voor rondvis;

    ii) 

    seltra-paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 300 mm;

    iii) 

    sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 35 mm tussen de staven, met een vrije uitlaat voor de vis;

    e) 

    op de vissersvaartuigen is een nationaal kabeljauwvermijdingsplan van toepassing om door middel van ruimtelijke of technische maatregelen of een combinatie daarvan kabeljauwvangsten in stand te houden in lijn met de visserijsterfte die overeenkomt met de op basis van wetenschappelijk advies vastgestelde vangstmogelijkheden; dergelijke plannen worden uiterlijk twee maanden na de invoering ervan beoordeeld, in het geval van de lidstaten door het WTECV en in het geval van een derde land door de betrokken nationale wetenschappelijke instantie, en waar nodig geacht, verder herzien indien de doelstelling van het nationale kabeljauwvermijdingsplan volgens die beoordelingen niet wordt gehaald.

    4.  
    De lidstaten intensiveren de monitoring, de controle en het toezicht ten aanzien van de in lid 2 bedoelde vissersvaartuigen, teneinde de naleving van de in lid 3 vastgestelde voorwaarden te waarborgen.
    5.  
    Dit artikel is niet van toepassing op visserijactiviteiten die uitsluitend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek worden verricht, mits dat onderzoek wordt uitgevoerd met inachtneming van artikel 25 van Verordening (EU) 2019/1241.

    Artikel 17

    Technische maatregelen voor de Keltische Zee, de Ierse Zee en het gebied ten westen van Schotland

    1.  

    Voor vissersvaartuigen die vissen met bodemtrawls en zegens in de ICES-sectoren 7f, 7 g, het deel van 7h ten noorden van 49° 30′ NB en het deel van 7j ten noorden van 49° 30′ NB en ten oosten van 11° WL geldt het volgende:

    a) 

    vissersvaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens gebruiken tuig met een van de volgende maaswijdten:

    i) 

    maaswijdte in de kuil van 110 mm met een paneel met vierkante mazen van 120 mm;

    ii) 

    T-90-kuil met maaswijdte van 100 mm;

    iii) 

    maaswijdte in de kuil van 120 mm;

    iv) 

    maaswijdte van 100 mm met een paneel met vierkante mazen van 160 mm;

    b) 

    voorts gebruiken vissersvaartuigen die vissen met bodemtrawls waarvan de vangsten, gewogen vóór de teruggooi, voor minstens 20 % uit schelvis bestaan, vistuig met een minimumafstand van één meter tussen de vislijn en het grondvistuig.

    De lidstaten kunnen vissersvaartuigen die vissen met bodemtrawls waarvan de vangsten, gewogen vóór de teruggooi, voor minder dan 1,5 % uit kabeljauw bestaan, vrijstellen van de toepassing van dit punt, op voorwaarde dat de waarnemersdekking op zee geleidelijk toeneemt tot ten minste 20 % van al hun visreizen.

    c) 

    vissersvaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustines bestaan, moeten een van de volgende tuigen gebruiken:

    i) 

    een paneel met vierkante mazen van 300 mm; vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter mogen een paneel met vierkante mazen van 200 mm gebruiken;

    ii) 

    een seltra-paneel;

    iii) 

    een sorteerrooster met een afstand tussen de staven van 35 mm of een soortgelijke selectiviteitsvoorziening;

    iv) 

    maaswijdte in de kuil van 100 mm met een paneel met vierkante mazen van 100 mm;

    v) 

    een dubbele kuil waarbij de bovenste kuil uit T90-mazen van ten minste 100 mm bestaat en uitgerust is met een scheidingspaneel met een maximale maaswijdte van 300 mm;

    d) 

    moeten vissersvaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten voor meer dan 55 % uit wijting bestaan of voor meer dan 55 % uit een combinatie van zeeduivel, heek en schartong, een van de volgende tuigen gebruiken:

    i) 

    maaswijdte in de kuil van 100 mm met een paneel met vierkante mazen van 100 mm;

    ii) 

    T-90-kuil en -tunnel met maaswijdte van 100 mm.

    2.  

    Voor vissersvaartuigen die met bodemtrawls of zegens vissen in de ICES-sectoren 6a en 5b, in de Uniewateren, ten oosten van 12° WL (het gebied ten westen van Schotland) in de visserij op langoustine (Nephrops norvegicus) geldt het volgende:

    a) 

    de vissersvaartuigen gebruiken een paneel met vierkante mazen (ongewijzigde positionering) van ten minste 300 mm voor vaartuigen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte in de kuil van minder dan 100 mm; voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 m en/of met een motorvermogen van 200 kW of minder mag de lengte van het paneel in totaal 2 m en de maaswijdte in het paneel 200 mm bedragen;

    b) 

    vissersvaartuigen waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine bestaan, moeten voor vaartuigen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte van 100-119 mm een paneel met vierkante mazen (ongewijzigde positionering) van ten minste 160 mm gebruiken.

    3.  

    Voor vissersvaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens in ICES-sector 7a (Ierse Zee) geldt het volgende:

    a) 

    vissersvaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens met een maaswijdte in de kuil gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm en waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine bestaan, moeten een van de volgende tuigen gebruiken:

    i) 

    een paneel met vierkante mazen van 300 mm; vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter mogen een paneel met vierkante mazen van 200 mm gebruiken;

    ii) 

    een seltra-paneel;

    iii) 

    een sorteerrooster met een afstand tussen de staven van 35 mm;

    iv) 

    een Cefas-Netgrid;

    v) 

    een flipflaptrawl;

    b) 

    vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer die werken met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten van schelvis, kabeljauw en roggen samen meer dan 10 % uitmaken, gebruiken een kuil met een maaswijdte van 120 mm.

    4.  
    De vangstpercentages in de leden 1 en 2 van dit artikel moeten worden berekend als het aandeel in levend gewicht van alle mariene biologische rijkdommen die na elke visreis worden aangeland, overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en artikel 27, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1241.
    5.  

    Vissersvaartuigen mogen niet vissen met bodemtrawls en zegens in de volgende zones:

    a) 

    de ICES-sectoren 7f tot en met 7k;

    b) 

    het gebied ten westen van 5° WL in ICES-sector 7e; en

    c) 

    de ICES-sectoren 7b en 7c.

    Dit verbod geldt niet voor vissersvaartuigen ingeval:

    i) 

    zij een maaswijdte in de kuil van ten minste 100 mm gebruiken, of

    ii) 

    hun bijvangsten van kabeljauw niet meer bedragen dan 1,5 %, zoals beoordeeld door het WTECV, wanneer zij vissen buiten de in lid 1 bedoelde gebieden.

    Artikel 18

    Technische maatregelen voor zeebrasem in de ICES-deelgebieden 6 tot en met 8

    1.  
    Voor vangsten van zeebrasem (Pagellus bogaraveo) in de ICES-deelgebieden 6 tot en met 8 geldt een minimuminstandhoudingsreferentiegrootte van 36 cm.
    2.  
    Voor recreatieve vangsten van zeebrasem in de ICES-deelgebieden 6 en 7 geldt een minimuminstandhoudingsreferentiegrootte van 40 cm.
    3.  
    Van 1 januari tot en met 30 juni 2024 is alle visserij op rode zeebrasem in de ICES-deelgebieden 6, 7 en 8 verboden voor vissersvaartuigen die de Franse vlag voeren.
    4.  
    Van 1 februari tot en met 30 september 2024 is de visserij met grondbeugen (LLS) en bodemtrawls (OTB) verboden in het westelijke gebied van de Cantabrische Zee tegenover Asturië en Galicië.
    5.  
    De recreatievisserij op zeebrasem is verboden in de volgende geografische gebieden: gebied RF 1 (Cariño/Celeiro), gebied RF 2 (Ribadeo), gebied RF 3 (Navia), gebied RF 4 (Ensenada Canero), gebied RF 5 (Ensenada de Cabrera/Ría San Martín de la Arena), gebied RF 6 (Ría de Treto), gebied RF 7 (Bilbao/Plentzia), gebied RF 8 (Bermeo/Mundaka).

    Artikel 19

    Herstelmaatregelen voor kabeljauw in het Kattegat

    1.  

    Vissersvaartuigen van de Unie die in het Kattegat vissen met bodemtrawls ( 20 ) met een minimummaaswijdte van 70 mm, moeten een van de volgende soorten selectief vistuig gebruiken:

    a) 

    sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 35 mm tussen de staven, met een vrije uitlaat voor de vis;

    b) 

    sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 50 mm tussen de staven voor het scheiden van platvis en rondvis, met een vrije uitlaat voor rondvis;

    c) 

    seltra-paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 300 mm;

    d) 

    een gereglementeerd zeer selectief vistuig met technische kenmerken die er blijkens een door het WTECV geëvalueerde wetenschappelijke studie voor zorgen dat minder dan 1,5 % van de vangsten uit kabeljauw bestaat, mits het gaat om vissersvaartuigen die uitsluitend dergelijk vistuig aan boord hebben.

    2.  
    Als vissersvaartuigen van de Unie aan een project van een lidstaat deelnemen en over functionerende apparatuur voor volledig gedocumenteerde visserijen beschikken, mogen zij gebruikmaken van vistuig overeenkomstig deel B van bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241. De lidstaat in kwestie zendt de Commissie uiterlijk op 31 maart 2024 de lijst van dergelijke vaartuigen toe.
    3.  
    Dit artikel is niet van toepassing op visserijactiviteiten die uitsluitend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek worden verricht, mits dat onderzoek wordt uitgevoerd met inachtneming van artikel 25 van Verordening (EU) 2019/1241.

    Artikel 20

    Verboden soorten

    1.  

    Vissersvaartuigen van de Unie mogen de volgende soorten niet bevissen, aan boord houden, overladen of aanlanden:

    a) 

    sterrog (Amblyraja radiata) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van ICES-deelgebied 4 en ICES-sector 7d; de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; en de wateren van de Unie van ICES-sector 3a;

    b) 

    roodbaars (Beryx splendens) in NAFO-deelgebied 6;

    ▼M1

    b bis) 

    zandtijgerhaai (Carcharias taurus) in alle andere wateren dan de Middellandse Zee;

    ▼B

    c) 

    schubzwelghaai (Centrophorus squamosus) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van ICES-deelgebied 4; de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; en de internationale wateren van de ICES-deelgebieden 1 en 14;

    d) 

    Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van ICES-deelgebied 4; de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; en de internationale wateren van de ICES-deelgebieden 1 en 14;

    e) 

    zwarte haai (Dalatias licha) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van ICES-deelgebied 4; de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; en de internationale wateren van de ICES-deelgebieden 1 en 14;

    f) 

    spitssnuitsnavelhaai (Deania calceus) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van ICES-deelgebied 4; de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; en de internationale wateren van de ICES-deelgebieden 1 en 14;

    g) 

    vleetsoorten-complex (Dipturus batis) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van de ICES-deelgebieden 4 en 6 tot en met 8; de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 5; en de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden 3, 9 en 10;

    h) 

    grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van ICES-deelgebied 4; de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; en de internationale wateren van de ICES-deelgebieden 1 en 14;

    i) 

    ruwe haai (Galeorhinus galeus) wanneer wordt gevist met beuglijnen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van ICES-deelgebied 4; de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van ICES-deelgebied 5; de wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van de ICES-deelgebieden 6 tot en met 8; en de internationale wateren van de ICES-deelgebieden 12 en 14;

    j) 

    haringhaai (Lamna nasus) in alle wateren;

    k) 

    stekelrog (Raja clavata) in de wateren van de Unie van ICES-sector 3a;

    l) 

    golfrog (Raja undulata) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van ICES-deelgebied 6; en de wateren van de Unie van ICES-deelgebied 10;

    m) 

    walvishaai (Rhincodon typus) in alle wateren;

    n) 

    gitaarrog (Rhinobatos rhinobatos) in de Middellandse Zee.

    2.  
    Incidenteel gevangen exemplaren van de in lid 1 genoemde soorten worden ongedeerd gelaten en onmiddellijk vrijgelaten.

    Artikel 21

    Toezending van gegevens

    Lidstaten die op grond van de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens over aanlandingen en de visserijinspanning aan de Commissie doen toekomen, gebruiken daarvoor de in bijlage I bij deze verordening vermelde bestandscodes.

    Hoofdstuk II

    Vismachtigingen in wateren van derde landen

    Artikel 22

    Vismachtigingen

    1.  
    De maximumaantallen vismachtigingen voor vissersvaartuigen van de Unie in wateren van derde landen, indien van toepassing, zijn vermeld in deel A van bijlage V.
    2.  
    Indien een lidstaat overeenkomstig artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, na kennisgeving aan de Commissie, quota voor de in deel A van bijlage V bij deze verordening genoemde visserijgebieden aan een andere lidstaat overdraagt, gaat die overdracht in voorkomend geval vergezeld van een passende overdracht van vismachtigingen. Het in deel A van bijlage V bij deze verordening vermelde totale aantal machtigingen per visserijgebied mag niet worden overschreden. De overdragende lidstaat meldt die overdracht van vismachtigingen aan de Commissie wanneer hij de Commissie in kennis stelt van de quotaoverdracht.

    Hoofdstuk III

    Vangstmogelijkheden die worden beheerd door regionale organisaties voor visserijbeheer

    Afdeling 1

    Algemene bepalingen

    Artikel 23

    Overdrachten en uitwisselingen van quota

    1.  
    Wanneer quotaoverdrachten of -uitwisselingen tussen verdrag- of overeenkomstsluitende partijen bij een regionale organisatie voor visserijbeheer (ROVB) op grond van de voorschriften van die ROVB zijn toegestaan, kan een lidstaat (de betrokken lidstaat) met een verdrag- of overeenkomstsluitende partij bij die ROVB besprekingen beginnen en aangeven volgens welke contouren een geplande overdracht of uitwisseling van quota kan plaatsvinden, naargelang het geval. De betrokken lidstaat stelt de Commissie in kennis van die contouren.
    2.  
    Na ontvangst van de kennisgeving overeenkomstig lid 1 kan de Commissie de contouren van de geplande quotaoverdracht of -uitwisseling bekrachtigen. Indien de Commissie de contouren bekrachtigt, maakt zij onverwijld kenbaar dat zij ermee instemt gebonden te zijn door de quotaoverdracht of -uitwisseling. Zij brengt de overdracht of uitwisseling ter kennis van het secretariaat van de ROVB overeenkomstig de voorschriften van die ROVB.
    3.  
    De Commissie brengt de lidstaten op de hoogte van iedere overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota.
    4.  
    De vangstmogelijkheden die de betrokken lidstaat in het kader van de overdracht of uitwisseling van quota heeft ontvangen of overgedragen, worden beschouwd als quota die toegevoegd zijn aan of in mindering gebracht zijn op zijn toewijzing vanaf het moment waarop de overdracht of uitwisseling van kracht is op grond van de overeenkomst met de betrokken verdrag- of overeenkomstsluitende partij bij de ROVB dan wel, naargelang het geval, overeenkomstig de voorschriften van de betrokken ROVB. Overeenkomstig het beginsel van relatieve stabiliteit van visserijactiviteiten mogen dergelijke overdrachten en uitwisselingen geen invloed hebben op de verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten.

    Afdeling 2

    NEAFC-verdragsgebied

    Artikel 24

    Roodbaars in de Irminger Zee

    1.  

    Alle visserijactiviteiten zijn verboden in het gebied dat wordt begrensd door de volgende coördinaten gemeten volgens het WGS84-systeem:



    Breedtegraad

    Lengtegraad

    63°00' NB

    30°00' WL

    61°30' NB

    27°35' WL

    60°45' NB

    28°45' WL

    62°00' NB

    31°35' WL

    63°00' NB

    30°00' WL

    2.  
    Het is vissersvaartuigen verboden om diepzeeroodbaars (Sebastes mentella) (zowel het ondiep pelagisch als het diep pelagisch bestand) uit de Irminger Zee en de aangrenzende wateren (ICES-deelgebieden 5, 12 en 14 en NAFO-deelgebieden 1 en 2) te bevissen, aan boord te houden, over te laden of aan te landen in havens van de Unie; voor vissersvaartuigen van de Unie geldt dit ook voor havens van derde landen.
    3.  
    Het is vissersvaartuigen van de Unie verboden deel te nemen aan overladingen van de in lid 2 bedoelde bestanden.
    4.  
    Het is vissersvaartuigen van de Unie verboden de brandstof bij te vullen van of ondersteunende diensten aan te bieden aan vissersvaartuigen met vangsten van de in lid 2 bedoelde bestanden.

    Afdeling 3

    Iccat-verdragsgebied

    Artikel 25

    Beperkingen van de vangst-, kweek- en mestcapaciteit

    1.  
    Het aantal met aas werkende of met de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn (Thunnus thynnus) tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 1.
    2.  
    Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 2.
    3.  
    Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 3.
    4.  
    Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee op blauwvintonijn mag vissen, deze aan boord mag houden en mag overladen, vervoeren of aanlanden, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 4.
    5.  
    Het aantal tonnara’s dat wordt gebruikt voor de visserij op blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 5.
    6.  
    Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie dat op Noord-Atlantische witte tonijn (Thunnus alalunga) als doelsoort mag vissen overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2017/2107 ( 21 ), wordt beperkt overeenkomstig punt 7 van bijlage VI bij deze verordening.
    7.  
    Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie met een lengte van ten minste 20 meter dat vist op grootoogtonijn (Thunnus obesus) in het Iccat-verdragsgebied, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 8.

    Artikel 26

    Recreatievisserij

    In voorkomend geval kennen de lidstaten een specifiek aandeel van de hun in bijlage ID toegekende quota toe aan de recreatievisserij.

    Artikel 27

    Haaien

    1.  
    Het is verboden om delen of volledige karkassen van grootoogvoshaaien (Alopias superciliosus) die in een visserij zijn gevangen, aan boord te houden, over te laden of aan te landen.
    2.  
    Het is verboden gericht te vissen op voshaaisoorten van het geslacht Alopias.
    3.  
    Het is verboden om delen of volledige karkassen van hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van Sphyrna tiburo) die gevangen zijn in visserijen in het Iccat-verdragsgebied, aan boord te houden, over te laden of aan te landen.
    4.  
    Het is verboden om delen of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus) die gevangen zijn in een visserij, aan boord te houden, over te laden of aan te landen.
    5.  
    Het is verboden om zijdehaaien (Carcharhinus falciformis) die gevangen zijn in een visserij, aan boord te houden.
    6.  
    Het is verboden om delen of volledige karkassen van Noord-Atlantische kortvinmakreelhaaien (Isurus oxyrinchus) die gevangen zijn in visserijen in het Iccat-verdragsgebied, aan boord te houden, over te laden of aan te landen.

    Artikel 28

    FAD's voor tropische tonijn

    1.  
    Het is verboden om tussen 1 januari en 12 maart 2024 FAD’s te gebruiken in het Iccat-verdragsgebied.
    2.  
    Van 17 december 2023 tot en met 31 december 2023, zorgen de lidstaten ervoor dat hun vissersvaartuigen geen FAD’s uitzetten. In het Iccat-verdragsgebied mag geen enkel vissersvaartuig op enig moment meer dan 300 FAD’s met operationele boeien uitgezet hebben.
    3.  
    De lidstaten dienen uiterlijk op 30 juni 2024 bij de Commissie de historische gegevens in over door hun ringzegenvaartuigen rondom FAD’s uitgezet vistuig. Indien een lidstaat die gegevens niet uiterlijk op die datum heeft ingediend, mogen de vissersvaartuigen die onder zijn vlag varen, geen vistuig rondom FAD’s uitzetten totdat de Commissie van die lidstaat die gegevens heeft ontvangen met het oog op verdere rapportage aan de Iccat.

    Afdeling 4

    CCAMLR-verdragsgebied

    Artikel 29

    Kennisgevingen inzake experimentele visserij op ijsheek voor het visseizoen 2024-2025

    1.  
    De lidstaten mogen in 2024 deelnemen aan, of hun vissersvaartuig machtigen om deel te nemen aan, verkennende visserij met de beug op ijsheek (Dissostichus spp.) in de FAO-deelgebieden 48.6, 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a buiten gebieden onder nationale jurisdictie voor de visserij in de periode van 1 december 2024 tot en met 30 november 2025 overeenkomstig artikel 7, leden 2 tot en met 7, van Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad ( 22 ).
    2.  
    In afwijking van de in artikel 7, leden 5 en 6, van Verordening (EG) nr. 601/2004 vastgestelde termijnen stellen de lidstaten die voornemens zijn dit te doen, het CCAMLR-secretariaat daarvan uiterlijk op 1 juni 2024 in kennis.

    Artikel 30

    Visserij op ijsheek in het visseizoen 2023-2024

    1.  
    Naast de bijzondere vereisten met betrekking tot de verkennende visserij die zijn vastgesteld in artikel 7 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004, geldt dat de visserij op ijsheek in de periode van 1 december 2023 tot en met 30 november 2024 beperkt is tot de in bijlage VII, tabel A, vermelde lidstaten, deelgebieden en aantallen vissersvaartuigen, en dat de in tabel B van die bijlage vermelde TAC’s en bijvangstbeperkingen hierbij van toepassing zijn.
    2.  
    Gerichte visserij op haaiensoorten voor andere doeleinden dan wetenschappelijk onderzoek is verboden. Bijvangsten van haaien, met name jonge exemplaren en drachtige vrouwtjes, die incidenteel zijn gevangen in de visserij op ijsheek, worden levend vrijgelaten.
    3.  
    Indien van toepassing wordt de visserij op ijsheek in een kleine onderzoekseenheid (small-scale research unit – SSRU) stopgezet wanneer de gerapporteerde vangsten de geldende TAC hebben bereikt, waarna dit vak voor de rest van het visseizoen voor de visserij wordt gesloten.
    4.  
    De visserijactiviteiten vinden plaats in een zo groot mogelijk geografisch gebied en op zo veel mogelijk verschillende diepten om de nodige informatie te verzamelen voor het bepalen van het visserijpotentieel en om een overconcentratie van de vangst en de visserijinspanning te voorkomen. In de FAO-deelgebieden 48.6, 88.1 en 88.2 is het echter verboden om te vissen in wateren van minder dan 550 m diepte.

    Artikel 31

    Visserij op Antarctisch krill in het visseizoen 2024-2025

    1.  
    Met het oog op de toepassing van artikel 5 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004 stellen de lidstaten die voornemens zijn om in de periode van 1 december 2024 tot en met 30 november 2025 in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill (Euphausia superba) te vissen, de Commissie uiterlijk op 1 mei 2024 daarvan in kennis met het formulier in deel B van het aanhangsel van bijlage VII.
    2.  
    In afwijking van de in artikel 7, leden 5 en 6, van Verordening (EG) nr. 601/2004 vastgestelde termijnen en op basis van de door de lidstaten verstrekte gegevens, dient de Commissie de kennisgevingen uiterlijk op 30 mei 2024 in bij het CCAMLR-secretariaat.
    3.  
    De in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving bevat voor elk vissersvaartuig dat gemachtigd is om aan de krillvisserij deel te nemen, de informatie die vereist is op grond van artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 601/2004.
    4.  

    Een lidstaat die voornemens is om in het CCAMLR-verdragsgebied op krill te vissen, geeft alleen kennis van zijn voornemen daartoe voor gemachtigde vissersvaartuigen die ten tijde van de kennisgeving:

    a) 

    zijn vlag voeren; of

    b) 

    de vlag van een ander CCAMLR-lid voeren en naar verwachting ten tijde van de visserijactiviteit de vlag van die lidstaat zullen voeren.

    5.  

    Wanneer een gemachtigd vissersvaartuig dat overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 bij het secretariaat van de CCAMLR is gemeld, om legitieme operationele redenen of wegens overmacht niet aan een krillvisserij kan deelnemen, mag de betrokken lidstaat toestaan dat het wordt vervangen door een ander vissersvaartuig. De betrokken lidstaat brengt in dat geval het CCAMLR-secretariaat, met de Commissie in kopie, onverwijld op de hoogte en verstrekt daarbij:

    a) 

    alle bijzonderheden over het vervangende vissersvaartuig (of de vervangende vissersvaartuigen), inclusief de informatie waarin artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 601/2004 voorziet; en

    b) 

    een volledig overzicht van de redenen voor de vervanging, alsmede alle relevante ondersteunende bewijsstukken of referenties.

    Afdeling 5

    IOTC-bevoegdheidsgebied

    Artikel 32

    Beperking van de vangstcapaciteit van vaartuigen die in het IOTC-bevoegdheidsgebied vissen

    1.  
    Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op tropische tonijn mag vissen, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, zijn vastgesteld in bijlage VIII, punt 1.
    2.  
    Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) en witte tonijn (Thunnus alalunga) mag vissen, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, zijn vermeld in bijlage VIII, punt 2.
    3.  
    De lidstaten kunnen vissersvaartuigen die zijn toegewezen aan een van de in de leden 1 en 2 genoemde visserijen, toewijzen aan de andere visserij, mits zij tegenover de Commissie kunnen aantonen dat dergelijke wijziging niet tot een stijging van de visserijinspanning voor de visbestanden in kwestie leidt.
    4.  
    Wanneer een overdracht van capaciteit naar de vloot van een lidstaat wordt voorgesteld, zorgt die lidstaat ervoor dat de over te dragen vissersvaartuigen voorkomen in het register van gemachtigde vaartuigen van de IOTC of in het vaartuigregister van andere ROVB’s die tonijnvisserij beheren. Vissersvaartuigen die voorkomen op een ROVB-lijst van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IOO) visserijactiviteiten verrichten, mogen niet worden overgedragen.
    5.  
    De lidstaten mogen hun vangstcapaciteit alleen tot boven de in de leden 1 en 2 bedoelde maxima verhogen als zij binnen de grenzen van de bij de IOTC ingediende ontwikkelingsplannen blijven.

    Artikel 33

    Niet-verankerde FAD's en bevoorradingsvaartuigen

    1.  
    Niet-verankerde FAD’s worden uitgerust met instrumentboeien. Het gebruik van andere boeien, zoals radioboeien, is verboden.
    2.  
    Een ringzegenvaartuig mag op geen enkel moment meer dan 300 operationele boeien volgen.
    3.  
    Voor elk ringzegenvaartuig mogen jaarlijks niet meer dan 500 instrumentboeien worden verworven. Geen enkel ringzegenvaartuig heeft op enig moment meer dan 500 instrumentboeien, zowel in voorraad als operationeel.
    4.  
    Ten hoogste drie bevoorradingsvaartuigen mogen ondersteuning bieden aan ten minste tien ringzegenvaartuigen, die alle de vlag van een lidstaat voeren. Dit lid is niet van toepassing op lidstaten met slechts één bevoorradingsvaartuig.
    5.  
    Een enkel ringzegenvaartuig wordt op geen enkel ogenblik ondersteund door meer dan één bevoorradingsvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert.
    6.  
    De Unie registreert geen nieuwe of aanvullende bevoorradingsvaartuigen in het IOTC-register van gemachtigde vaartuigen.

    Afdeling 6

    SPRFMO-verdragsgebied

    Artikel 34

    Pelagische visserij

    1.  
    Alleen lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 in het SPRFMO-verdragsgebied actief pelagische visserijactiviteiten hebben uitgeoefend, mogen in dat gebied op pelagische bestanden vissen met inachtneming van de in bijlage IH vermelde TAC’s.
    2.  

    De in lid 1 bedoelde lidstaten kunnen de in bijlage IH vermelde vangstmogelijkheden alleen benutten indien zij uiterlijk op de vijftiende dag van de daaropvolgende maand de Commissie de onderstaande informatie toezenden met het oog op doorzending ervan door de Commissie naar het SPRFMO-secretariaat:

    a) 

    een lijst van vaartuigen die in het SPRFMO-verdragsgebied actief vissen of bij overlading zijn betrokken;

    b) 

    de maandelijkse vangstaangiften.

    Afdeling 7

    IATTC-verdragsgebied

    Artikel 35

    Ringzegenvisserijen

    1.  

    Ringzegenvaartuigen mogen niet vissen op geelvintonijn (Thunnus albacares), grootoogtonijn (Thunnus obesus) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis):

    a) 

    hetzij van 29 juli 2024 00.00 uur tot en met 8 oktober 2024 24.00 uur, hetzij van 9 november 2024 00.00 uur tot en met 19 januari 2025 24.00 uur in het gebied dat wordt begrensd door:

    — 
    de kustlijnen van het Amerikaanse continent langs de Stille Oceaan,
    — 
    lengtegraad 150° WL,
    — 
    breedtegraad 40° NB,
    — 
    breedtegraad 40° ZB;
    b) 

    van 9 oktober 2024 00.00 uur tot en met 8 november 2024 24.00 uur in het gebied dat wordt begrensd door:

    — 
    lengtegraad 96° WL,
    — 
    lengtegraad 110° WL,
    — 
    breedtegraad 4° NB,
    — 
    breedtegraad 3° ZB.
    2.  
    Voor elk van de in lid 1 bedoelde vissersvaartuigen dat de vlag van een lidstaat voert, deelt de betrokken vlaggenlidstaat de Commissie vóór 1 april 2024 mee welke van de in lid 1, punt a), genoemde sluitingsperioden het vissersvaartuig heeft gekozen.
    3.  
    Ringzegenvaartuigen die in het IATTC-verdragsgebied op tonijn vissen, houden alle geelvintonijn, grootoogtonijn en gestreepte tonijn die zij vangen, aan boord en laden deze over of landen deze aan.
    4.  

    Lid 3 is niet van toepassing:

    a) 

    wanneer de vis om andere redenen dan de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie;

    b) 

    indien er tijdens de laatste trek van een visreis onvoldoende ruimte is overgebleven voor alle bij die trek gevangen tonijn.

    Artikel 36

    Niet-verankerde FAD's

    1.  
    Een ringzegenvaartuig zet in het IATTC-verdragsgebied op geen enkel ogenblik meer dan 400 FAD’s actief in. Een FAD wordt als actief beschouwd als ze op zee wordt uitgezet, haar locatie begint door te geven en wordt getraceerd door het vaartuig, de eigenaar of exploitant ervan. Een FAD mag alleen aan boord van een ringzegenvaartuig worden geactiveerd.
    2.  

    In de 15 dagen vóór aanvang van de overeenkomstig artikel 35, lid 1, punt a), gekozen sluitingsperiode mogen ringzegenvaartuigen in het IATTC-verdragsgebied:

    a) 

    geen FAD’s uitzetten;

    b) 

    en moeten zij het oorspronkelijk uitgezette aantal FAD’s terughalen.

    Artikel 37

    Vangstbeperkingen voor grootoogtonijn in de beugvisserij

    De totale jaarlijkse vangsten grootoogtonijn in het IATTC-verdragsgebied door beugvisserijvaartuigen van elke lidstaat zijn vermeld in bijlage IL.

    Artikel 38

    Verbod op de visserij op oceanische witpunthaaien

    1.  
    Het is verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus) en delen of volledige karkassen van in dat gebied gevangen oceanische witpunthaaien aan boord te houden, over te laden, aan te landen, op te slaan, voor verkoop aan te bieden of te verkopen.
    2.  
    Incidenteel gevangen exemplaren van oceanische witpunthaaien worden ongedeerd gelaten en onmiddellijk vrijgelaten door de exploitant van het vissersvaartuig.
    3.  
    De exploitanten van vissersvaartuigen registreren het aantal teruggezette exemplaren, met vermelding van de toestand (levend of dood) en delen die informatie mee aan de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn. De lidstaten dienen die tijdens 2023 verzamelde informatie uiterlijk op 31 januari 2024 bij de Commissie in.

    Artikel 39

    Verbod op de visserij op roggen van het geslacht Mobula

    Vissersvaartuigen van de Unie mogen in het IATTC-verdragsgebied niet vissen op roggen van het geslacht Mobula (familie Mobulidae, inclusief de geslachten Manta en Mobula), noch delen of volledige karkassen van in dat gebied gevangen roggen van het geslacht Mobula aan boord houden, overladen, aanlanden, opslaan, voor verkoop aanbieden of verkopen. Zodra zij zien dat roggen van het geslacht Mobula zijn gevangen, laten zij deze onmiddellijk, en waar mogelijk levend en ongedeerd, vrij.

    Afdeling 8

    Seafo-verdragsgebied

    Artikel 40

    Verbod op de visserij op diepzeehaaien

    De gerichte visserij op de volgende diepzeehaaien in het Seafo-verdragsgebied is verboden:

    a) 

    spookkathaai (Apristurus manis);

    b) 

    gevlekte gladde lantaarnhaai (Etmopterus bigelowi);

    c) 

    kortstaartlantaarnhaai (Etmopterus brachyurus);

    d) 

    grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps);

    e) 

    gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus);

    f) 

    roggen (Rajidae);

    g) 

    fluweelijshaai (Scymnodon squamulosus);

    h) 

    haaien van de Selachimorpha-superorde;

    i) 

    doornhaai (Squalus acanthias).

    Afdeling 9

    WCPFC-verdragsgebied

    Artikel 41

    Voorwaarden voor de visserij op grootoogtonijn, geelvintonijn, gestreepte tonijn en in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan voorkomende witte tonijn

    1.  
    De lidstaten zorgen ervoor dat niet meer dan 403 visdagen worden toegekend aan ringzegenvaartuigen die vissen op grootoogtonijn (Thunnus obesus), geelvintonijn (Thunnus albacares) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) in de gebieden van het WCPFC-verdragsgebied van de volle zee tussen 20° NB en 20° ZB.
    2.  
    Vissersvaartuigen van de Unie mogen niet gericht vissen op Zuid-Pacifische witte tonijn (Thunnus alalunga) in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° ZB.

    ▼M1 —————

    ▼B

    4.  
    Het maximumaantal ringzegenvaartuigen van de Unie dat in de gebieden van het WCPFC-verdragsgebied van de volle zee tussen 20° NB en 20° ZB op tropische tonijn mag vissen, mag de in bijlage IX, tabel 2, vastgelegde maxima niet overschrijden.

    ▼M1

    Artikel 42

    Beheer van de visserij met FAD’s

    1.  
    In het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied tussen 20° NB en 20° ZB mogen ringzegenvaartuigen, tendervaartuigen en andere vaartuigen die ondersteuning bieden aan ringzegenvaartuigen tussen 1 juli 2024 00.00 uur en 15 augustus 2024 24.00 uur geen FAD’s uitzetten, er werkzaamheden aan verrichten of bij de FAD’s netten uitzetten.
    2.  
    Naast het verbod van lid 1 is het in het WCPFC-verdragsgebied op volle zee tussen 20° NB en 20° ZB verboden netten bij FAD’s uit te zetten tijdens een extra maand, van 1 april 2024 00.00 uur tot en met 30 april 2024 24.00 uur, hetzij van 1 mei 2024 00.00 uur tot en met 31 mei 2024 24.00 uur, hetzij van 1 november 2024 00.00 uur tot en met 30 november 2024 24.00 uur, hetzij van 1 december 2024 00.00 uur tot en met 31 december 2024 24.00 uur.
    3.  
    De betrokken lidstaten bepalen gezamenlijk welke van de in lid 2 genoemde sluitingsperioden geldt voor ringzegenvaartuigen die hun vlag voeren. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 15 februari 2024 gezamenlijk in kennis van de gekozen sluitingsperiode. De Commissie stelt het secretariaat van de WCPFC vóór 1 maart 2024 in kennis van de door de betrokken lidstaten gekozen gezamenlijke sluitingsperiode.
    4.  
    Elke lidstaat zorgt ervoor dat geen enkel van zijn ringzegenvaartuigen op enig moment meer dan 350 FAD’s met geactiveerde instrumentboeien uitzet op zee. Boeien mogen uitsluitend aan boord van een ringzegenvaartuig worden geactiveerd.

    ▼B

    Artikel 43

    Maximumaantal vissersvaartuigen van de Unie dat op zwaardvis mag vissen

    Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de gebieden van het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° ZB op zwaardvis (Xiphias gladius) mag vissen, is vastgesteld in bijlage IX.

    Artikel 44

    Vangstbeperkingen voor zwaardvis in de beugvisserij ten zuiden van 20° Z.B.

    De lidstaten zorgen ervoor dat vangsten van zwaardvis (Xiphias gladius) in 2024 ten zuiden van 20° ZB door beugvisserijvaartuigen niet groter zijn dan de in tabel 2 van bijlage IG vastgestelde limiet. Zij zorgen er ook voor dat de visserijinspanning voor zwaardvis daardoor niet verschuift naar het gebied ten noorden van 20° ZB.

    Afdeling 10

    Beringzee

    Artikel 45

    Verbod op de visserij op Alaskapollak in de volle zee van de Beringzee

    De visserij op Alaskapollak (Gadus chalcogrammus) in de volle zee van de Beringzee is verboden.

    Afdeling 11

    Siofa-overeenkomstgebied

    Artikel 46

    Beperkingen op de bodemvisserij

    De lidstaten zorgen ervoor dat de onder hun vlag varende vissersvaartuigen die in het Siofa-overeenkomstgebied vissen:

    a) 

    hun jaarlijkse bodemvisserijinspanning beperken tot het in bijlage X vastgestelde niveau;

    b) 

    niet aan bodemvisserij doen, behalve met demersale beuglijnen; en

    c) 

    niet vissen in de tussentijds beschermde gebieden Atlantis Bank, Coral, Fools Flat, Middle of What en Walter’s Shoal, zoals omschreven in bijlage IK, behalve indien demersale beuglijnen worden gebruikt en mits tijdens de visserij in die gebieden te allen tijde een wetenschappelijk waarnemer aan boord is.

    Artikel 47

    Maatregelen voor de visserij op ijsheek

    De lidstaten zorgen ervoor dat de onder hun vlag varende vissersvaartuigen die in het Siofa-overeenkomstgebied op ijsheken (Dissostichus spp.) vissen:

    a) 

    niet vissen op diepten van minder dan 500 meter;

    b) 

    te allen tijde ten minste één wetenschappelijk waarnemer aan boord hebben die ernaar streeft 25 % van de opgehaalde haken per lijn te observeren tijdens de hele duur van de visserijactiviteit; en

    c) 

    ijsheken merken en terugzetten naar rato van minstens vijf vissen per ton gevangen onverwerkte vis. Zodra dertig of meer ijsheken zijn gevangen, geldt voor gemerkte vrijlatingen een minimale-overlappingsstatistiek van ten minste 60 %.

    Artikel 48

    Verbod op de gerichte visserij op diepzeehaaien

    De gerichte visserij op de volgende diepzeehaaien in het Siofa-overeenkomstgebied is verboden:

    a) 

    Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis), behalve in het kader van de in bijlage IK vastgestelde toegestane bijvangst;

    b) 

    spitssnuitsnavelhaai (Deania calceus);

    c) 

    ruwe doornhaai (Centrophorus granulosus);

    d) 

    zwarte haai (Dalatias licha);

    e) 

    Bythaelurus bachi;

    f) 

    Chimaera buccanigella;

    g) 

    Chimaera didierae;

    h) 

    Chimaera willwatchi;

    i) 

    langsnuitijshaai (Centroselachus crepidater);

    j) 

    tokkelijshaai (Scymnodon plunketi);

    k) 

    fluweelijshaai (Zameus squamulosus);

    l) 

    Etmopterus alphus;

    m) 

    kleinbuikkathaai (Apristurus indicus);

    n) 

    smalsnuitdraakvis (Harriotta raleighana);

    o) 

    Bythaelurus tenuicephalus;

    p) 

    franjehaai (Chlamydoselachus anguineus);

    q) 

    grootoogzeskieuwshaai (Hexanchus nakamurai);

    r) 

    gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus);

    s) 

    Antarctische sluimerhaai (Somniosus antarcticus);

    t) 

    koboldhaai (Mitsukurina owstoni);

    u) 

    Etmopterus viator;

    v) 

    gevlekte gladde lantaarnhaai (Etmopterus bigelowi);

    w) 

    schubzwelghaai (Centrophorus squamosus);

    x) 

    kleine zwelghaai (Centrophorus uyato);

    y) 

    kortstekeldoornhaai (Squalus mitsukurii);

    ▼C1

    z) 

    langsnuitsnavelhaai (Deania quadrispinosa);

    ▼B

    za) 

    pijlpuntsnavelhaai (Deania profundorum);

    zb) 

    Bathyraja tunae;

    zc) 

    peddelsnuitdraakvis (Rhinochimaera africana).

    TITEL III

    VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN WATEREN VAN DE UNIE

    Artikel 49

    Vissersvaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren of van de Faeröer

    Vissersvaartuigen die de vlag van Noorwegen of van de Faeröer voeren, kunnen door de Commissie worden gemachtigd om te vissen in de wateren van de Unie waarvoor de in bijlage I vastgestelde TAC’s gelden, en onder de voorwaarden van deze verordening, van titel III van Verordening (EU) 2017/2403 en van de gedelegeerde handelingen die de Commissie op basis van die verordening heeft vastgesteld.

    Artikel 50

    Vissersvaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren en in het Verenigd Koninkrijk, het baljuwschap Guernsey, het baljuwschap Jersey of Isle of Man zijn geregistreerd en een vergunning hebben gekregen van een visserijautoriteit van het Verenigd Koninkrijk

    Vissersvaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren, in het Verenigd Koninkrijk, het baljuwschap Guernsey, het baljuwschap Jersey of Isle of Man zijn geregistreerd en een vergunning hebben gekregen van een visserijautoriteit van het Verenigd Koninkrijk, kunnen door de Commissie worden gemachtigd om te vissen in de wateren van de Unie waarvoor de in bijlage I vastgestelde TAC’s gelden, en onder de voorwaarden van deze verordening, van Verordening (EU) 2017/2403 en van de gedelegeerde handelingen die de Commissie op basis van die verordening heeft vastgesteld.

    Artikel 51

    Quota-overdrachten aan en quota-uitwisselingen met het Verenigd Koninkrijk

    1.  
    Elke overdracht of uitwisseling van quota tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk vindt plaats overeenkomstig dit artikel.
    2.  
    Een lidstaat die voornemens is quota over te dragen aan of uit te wisselen met het Verenigd Koninkrijk, kan met het Verenigd Koninkrijk de contouren van de quotaoverdracht of -uitwisseling bespreken. De betrokken lidstaat stelt de Commissie in kennis van die contouren.
    3.  
    Indien de Commissie de door de betrokken lidstaat gemelde contouren van de quotaoverdracht of -uitwisseling als bedoeld in lid 2, bekrachtigt, maakt zij onverwijld kenbaar dat zij ermee instemt gebonden te zijn door die quotaoverdracht of -uitwisseling. De Commissie stelt de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk in kennis van de overeengekomen quotaoverdracht of -uitwisseling.
    4.  
    Vangstmogelijkheden die in het kader van de overeengekomen quotaoverdracht of -uitwisseling ontvangen zijn van of overgedragen zijn aan het Verenigd Koninkrijk, worden vanaf het moment waarop van de quotaoverdracht of -uitwisseling overeenkomstig lid 3 is kennisgegeven, beschouwd als quota die zijn toegevoegd aan of in mindering zijn gebracht op de toewijzing van de betrokken lidstaat. Overeenkomstig het beginsel van relatieve stabiliteit van visserijactiviteiten mogen dergelijke overdrachten en uitwisselingen geen invloed hebben op de verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten.

    Artikel 52

    Vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela voeren

    Voor vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela voeren, gelden de voorwaarden van deze verordening, van titel III van Verordening (EU) 2017/2403 en van de gedelegeerde handelingen die de Commissie op basis van die verordening heeft vastgesteld.

    Artikel 53

    Vismachtigingen

    Het maximale aantal vismachtigingen voor vissersvaartuigen van derde landen die in de wateren van de Unie actief zijn, is vastgesteld in deel B van bijlage V.

    Artikel 54

    Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

    De voorwaarden van artikel 7 zijn van toepassing op de vangsten en bijvangsten van vissersvaartuigen van derde landen die met een in artikel 53 bedoelde vismachtiging vissen.

    Artikel 55

    Verboden soorten

    1.  

    Vissersvaartuigen van derde landen mogen de onderstaande soorten, wanneer deze in wateren van de Unie worden aangetroffen, niet bevissen, aan boord houden, overladen of aanlanden:

    a) 

    sterrog (Amblyraja radiata) in de wateren van de Unie van de ICES-sectoren 3a en 7d; de wateren van de Unie van ICES-deelgebied 4;

    ▼M1

    a bis) 

    zandtijgerhaai (Carcharias taurus) in alle wateren van de Unie;

    ▼B

    b) 

    vleetsoorten-complex (Dipturus batis) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden 3, 4 en 6 tot en met 10;

    c) 

    ruwe haai (Galeorhinus galeus) wanneer wordt gevist met beuglijnen in de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden 4 en 6 tot en met 8;

    d) 

    zwarte haai (Dalatias licha), spitssnuitsnavelhaai (Deania calceus), schubzwelghaai (Centrophorus squamosus), grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps) en Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) in de wateren van de Unie van ICES-deelgebied 4;

    e) 

    haringhaai (Lamna nasus) in alle wateren van de Unie;

    f) 

    stekelrog (Raja clavata) in de wateren van de Unie van ICES-sector 3a;

    g) 

    golfrog (Raja undulata) in de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden 6 en 10;

    h) 

    gitaarrog (Rhinobatos rhinobatos) in de wateren van de Unie van de Middellandse Zee;

    i) 

    walvishaai (Rhincodon typus) in alle wateren van de Unie.

    2.  
    Incidenteel gevangen exemplaren van de in lid 1 genoemde soorten worden ongedeerd gelaten en onmiddellijk vrijgelaten.

    TITEL IV

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 56

    Wijzigingen in Verordening (EU) 2023/194

    1.  
    Deel B van bijlage IA bij Verordening (EU) 2023/194 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage XI, punt 2, bij deze verordening.
    2.  
    Deel F van bijlage IA bij Verordening (EU) 2023/194 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage XI, punt 1, bij deze verordening.

    Artikel 57

    Comitéprocedure

    1.  
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingestelde Comité voor de visserij en de aquacultuur. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
    2.  
    Indien naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    Artikel 58

    Overgangsbepalingen

    De artikelen 9 tot en met 13, 15 tot en met 20, 24, 27, 38, 39, 40, 45, 48 en 55 blijven in 2025 van overeenkomstige toepassing tot de inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 2025.

    Artikel 59

    Inwerkingtreding en toepassing

    Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024.

    Niettemin geldt het volgende:

    ▼M1

    a) 

    artikel 13, leden 1 en 7, is van toepassing van 1 januari 2024 tot en met 31 maart 2025;

    b) 

    artikel 13, leden 2 tot en met 6, is van toepassing van 1 april 2024 tot en met 31 maart 2025;

    ▼B

    c) 

    artikelen 17 en 18 zijn niet langer van toepassing op de datum waarop gedelegeerde handelingen tot invoering van overeenkomstige maatregelen van toepassing worden;

    ▼M1

    c bis) 

    artikel 20, lid 1, punt b bis), is van toepassing met ingang van 1 april 2024;

    ▼B

    d) 

    artikel 23 is van toepassing van 1 januari 2024 tot en met 31 januari 2025;

    e) 

    artikel 30 en bijlage VII zijn van toepassing van 1 december 2023 tot en met 30 november 2024;

    f) 

    artikel 28, lid 2, is van toepassing van 17 december 2023 tot en met 31 december 2023;

    g) 

    artikel 35, lid 1, punt a), is van toepassing van 1 januari 2024 tot en met 19 januari 2025;

    ▼M1

    g bis) 

    artikel 55, lid 1, punt a bis), is van toepassing met ingang van 1 april 2024;

    ▼B

    h) 

    artikel 56, lid 2, is van toepassing met ingang van 1 januari 2023;

    i) 

    bijlage I is ook van toepassing in 2025 en 2026, indien dat in die bijlage is gespecificeerd;

    j) 

    bijlage IK is van toepassing van 1 december 2023 tot en met 30 november 2024, indien dat in die bijlage is gespecificeerd;

    k) 

    bijlage II is van toepassing van 1 februari 2024 tot en met 31 januari 2025;

    l) 

    de maximumgrootte voor doornhaai (DGS/03A-C., DGS/2AC4-C en DGS/15X14) is niet langer van toepassing met ingang van de datum waarop een gedelegeerde handeling tot invoering van overeenkomstige maatregelen en tot regeling van de behandeling van vangsten van die bestanden van meer dan 100 cm van toepassing wordt;

    m) 

    de vangst- en inspanningsbeperkingen die bij deze verordening zijn vastgesteld voor 2024 en, waar zulks in deze verordening is gespecificeerd, ook voor 2025 en 2026, blijven in 2025 en in voorkomend geval in 2026 en 2027 van toepassing, uitsluitend met het oog op:

    i) 

    uitwisselingen op grond van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

    ii) 

    kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

    iii) 

    de overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingehouden hoeveelheden; en

    iv) 

    verlagingen en verminderingen op grond van de artikelen 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    LIJST VAN BIJLAGEN

    BIJLAGE I:

    Naar soort en gebied uitgesplitste TAC’s voor vissersvaartuigen van de Unie in gebieden waar TAC’s gelden

    BIJLAGE IA:

    Skagerrak, Kattegat, ICES-deelgebieden 1 tot en met 10, 12 en 14, wateren van de Unie van Cecaf en wateren van Frans-Guyana

    BIJLAGE IB:

    Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan en Groenland, ICES-deelgebieden 1, 2, 5, 12 en 14 en Groenlandse wateren van NAFO 1

    BIJLAGE IC:

    Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan – NAFO-verdragsgebied

    BIJLAGE ID:

    Iccat-verdragsgebied

    BIJLAGE IE:

    Zuidoostelijk deel van de Atlantische oceaan – Seafo-verdragsgebied

    BIJLAGE IF:

    Zuidelijke blauwvintonijn – verspreidingsgebieden

    BIJLAGE IG:

    WCPFC-verdragsgebied

    BIJLAGE IH:

    SPRFMO-verdragsgebied

    BIJLAGE IJ:

    IOTC-bevoegdheidsgebied

    BIJLAGE IK:

    Siofa-overeenkomstgebied

    BIJLAGE IL

    IATTC-verdragsgebied

    BIJLAGE II:

    Visserijinspanning voor vissersvaartuigen in het kader van het beheer van de tongbestanden in het westelijke Kanaal in ICES-sector 7e

    BIJLAGE III:

    Beheersgebieden voor zandspieringen in de ICES-sectoren 2a en 3a en in ICES-deelgebied 4

    BIJLAGE IV:

    Seizoenssluitingen ter bescherming van paaiende kabeljauw

    BIJLAGE V:

    Vismachtigingen

    BIJLAGE VI:

    Iccat-verdragsgebied

    BIJLAGE VII:

    CCAMLR-verdragsgebied

    BIJLAGE VIII:

    IOTC-bevoegdheidsgebied

    BIJLAGE IX:

    WCPFC-verdragsgebied

    BIJLAGE X:

    Siofa-overeenkomstgebied

    BIJLAGE XI:

    Wijziging van Verordening (EU) 2023/194 wat betreft de diepzeebestanden




    BIJLAGE I

    NAAR SOORT EN GEBIED UITGESPLITSTE TAC’s VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DE UNIE IN GEBIEDEN WAAR TAC’s GELDEN

    De tabellen van de bijlagen bevatten de TAC’s en quota (in ton levend gewicht, tenzij anders vermeld) per bestand en, in voorkomend geval, de voorwaarden die er functioneel verband mee houden.

    Alle in de bijlagen vermelde vangstmogelijkheden vallen onder Verordening (EG) nr. 1224/2009, met name de artikelen 33 en 34.

    Tenzij anders bepaald, zijn de verwijzingen naar visserijgebieden in de bijlagen verwijzingen naar ICES-gebieden. Per gebied staan de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde op de wetenschappelijke naam van de vissoort. Voor regelgevingsdoeleinden worden de soorten uitsluitend middels hun wetenschappelijke naam geïdentificeerd.

    Duidelijkheidshalve wordt hieronder voor de toepassing van deze verordening een vergelijkende tabel opgenomen van de wetenschappelijke en de gewone namen van de soorten die in de bijlage bij deze verordening zijn vermeld. De bijlagen IA tot en met IL maken deel uit van bijlage I.

    Vergelijkende tabel van de wetenschappelijke en de gewone namen van de soorten die in de bijlagen bij deze verordening zijn vermeld



    Wetenschappelijke naam

    Drielettercode

    Gewone naam

    Ammodytes spp.

    SAN

    Zandspieringen

    Aphanopus carbo

    BSF

    Zwarte haarstaartvis

    Argentina silus

    ARU

    Grote zilvervis

    Beryx spp.

    ALF

    Alfonsino’s

    Brosme brosme

    USK

    Lom

    Caproidae

    BOR

    Evervissen

    Centroscymnus coelolepis

    CYO

    Portugese ijshaai

    Chaceon spp.

    GER

    Rode diepzeekrabben

    Chionoecetes spp.

    PCR

    Pacifische sneeuwkrabben

    Clupea harengus

    HER

    Haring

    Coryphaenoides rupestris

    RNG

    Rondneusgrenadier

    Dissostichus eleginoides

    TOP

    Antarctische diepzeeheek

    Dissostichus mawsoni

    TOA

    Antarctische tandvis

    Dissostichus spp.

    TOT

    IJsheken

    Engraulis encrasicolus

    ANE

    Ansjovis

    Euphausia superba

    KRI

    Antarctisch krill

    Gadus morhua

    COD

    Kabeljauw

    Glyptocephalus cynoglossus

    WIT

    Witje

    Hippoglossoides platessoides

    PLA

    Lange schar

    Hoplostethus atlanticus

    ORY

    Atlantische slijmkop

    Illex illecebrosus

    SQI

    Kortvinpijlinktvis

    Lepidorhombus spp.

    LEZ

    Scharretongen

    Leucoraja fullonica

    RJF

    Kaardrog

    Leucoraja naevus

    RJN

    Grootoogrog

    Limanda ferruginea

    YEL

    Geelstaartschar

    Lophiidae

    ANF

    Zeeduivels

    Macrourus spp.

    GRV

    Grenadiervissen

    Macrourus berglax

    RHG

    Noordelijke grenadiervis

    Makaira nigricans

    BUM

    Blauwe marlijn

    Mallotus villosus

    CAP

    Lodde

    Melanogrammus aeglefinus

    HAD

    Schelvis

    Merlangius merlangus

    WHG

    Wijting

    Merluccius merluccius

    HKE

    Heek

    Micromesistius poutassou

    WHB

    Blauwe wijting

    Microstomus kitt

    LEM

    Tongschar

    Molva dypterygia

    BLI

    Blauwe leng

    Molva molva

    LIN

    Leng

    Nephrops norvegicus

    NEP

    Langoustine

    Pagellus bogaraveo

    SBR

    Zeebrasem

    Pandalus borealis

    PRA

    Noordse garnaal

    Penaeus spp.

    PEN

    Peneïdegarnalen

    Pleuronectes platessa

    PLE

    Schol

    Pleuronectiformes

    FLX

    Platvissen

    Pollachius pollachius

    POL

    Witte koolvis

    Pollachius virens

    POK

    Zwarte koolvis

    Pseudopentaceros spp.

    EDW

    Pseudopentaceros spp.

    Raja brachyura

    RJH

    Blonde rog

    Leucoraja circularis

    RJI

    Zandrog

    Raja clavata

    RJC

    Stekelrog

    Raja microocellata

    RJE

    Kleinoogrog

    Raja montagui

    RJM

    Gevlekte rog

    Raja undulata

    RJU

    Golfrog

    Rajiformes

    SRX

    Roggen

    Reinhardtius hippoglossoides

    GHL

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Rostroraja alba

    RJA

    Witte rog

    Scomber scombrus

    MAC

    Makreel

    Scophthalmus maximus

    TUR

    Tarbot

    Scophthalmus rhombus

    BLL

    Griet

    Sebastes spp.

    RED

    Roodbaarzen

    Solea solea

    SOL

    Tong

    Solea spp.

    SOO

    Tongen

    Sprattus sprattus

    SPR

    Sprot

    Squalus acanthias

    DGS

    Doornhaai

    Tetrapturus albidus

    WHM

    Witte marlijn

    Thunnus alalunga

    ALB

    Witte tonijn

    Thunnus maccoyii

    SBF

    Zuidelijke blauwvintonijn

    Thunnus obesus

    BET

    Grootoogtonijn

    Thunnus thynnus

    BFT

    Blauwvintonijn

    Trachurus murphyi

    CJM

    Chileense horsmakreel

    Trachurus spp.

    JAX

    Horsmakrelen

    Trisopterus esmarkii

    NOP

    Kever

    Urophycis tenuis

    HKW

    Witte heek

    Xiphias gladius

    SWO

    Zwaardvis




    BIJLAGE IA

    SKAGERRAK, KATTEGAT, ICES-DEELGEBIEDEN 1 TOT EN MET 10, 12 EN 14, WATEREN VAN DE UNIE VAN CECAF EN WATEREN VAN FRANS-GUYANA

    DEEL A

    Autonome Uniebestanden



    Tabel 1

    Soort:

    Ansjovis

    Engraulis encrasicolus

    Gebied:

    8

    (ANE/08.)

    Spanje

     

    29 700

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    3 300

     

    Unie

     

    33 000

     

    TAC

     

    33 000

     



    Tabel 2

    Soort:

    Ansjovis

    Engraulis encrasicolus

    Gebied:

    9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (ANE/9/3411)

    Spanje

     

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Portugal

     

    0

    (1)

    Unie

     

    0

    (1)

    TAC

     

    0

    (1)

    (1)

    Dit quotum mag slechts worden gevangen van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025.



    Tabel 3

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Kattegat

    (COD/03AS.)

    Denemar-ken

     

    53,68

    (1)(2)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

     

    1,11

    (1)(2)

    Zweden

     

    32,21

    (1)(2)

    Unie

     

    87

    (1)(2)

    TAC

     

    87

    (1)(2)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (2)

    De lidstaten mogen vissersvaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met elektronische monitoring op afstand, boven op deze quota een extra toewijzing toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 30 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum. Elk vissersvaartuig dat deelneemt aan proeven met elektronische monitoring op afstand, mag niet meer dan 300 kg vangen. Vangsten uit deze extra toewijzing moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (COD/03AS_REM). Dit mag geen afbreuk doen aan de relatieve stabiliteit.



    Tabel 4

    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (LEZ/8C3411)

    Spanje

     

    3 210

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    160

     

    Portugal

     

    107

     

    Unie

     

    3 477

     

    TAC

     

    3 622

     



    Tabel 5

    Soort:

    Zeeduivels

    Lophiidae

    Gebied:

    8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (ANF/8C3411)

    Spanje

     

    3 715

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    4

     

    Portugal

     

    739

     

    Unie

     

    4 458

     

    TAC

     

    4 650

     



    Tabel 6

    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    8

    (WHG/08.)

    Jaar

     

    2024 en 2025

     

    Analytische TAC

    Spanje

     

    539

     

    Frankrijk

     

    808

     

    Unie

     

    1 347

     

    TAC

     

    1 347

     



    Tabel 7

    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (HKE/8C3411)

    Spanje

     

    10 921

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    1 048

     

    Portugal

     

    5 096

     

    Unie

     

    17 065

     

    TAC

     

    17 445

     



    Tabel 8

    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    3a

    (NEP/03A.)

    Denemar-ken

     

    5 763

     

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    17

     

    Zweden

     

    2 062

     

    Unie

     

    7 842

     

    TAC

     

    8 410

     



    Tabel 9

    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    8a, 8b, 8d en 8e

    (NEP/8ABDE.)

    Spanje

     

    239

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    3 738

     

    Unie

     

    3 977

     

    TAC

     

    5 786

     



    Tabel 10

    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    8c, functionele eenheid 25

    (NEP/8CU25)

    Jaar

     

    2024 en 2025

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

     

    0

     

    Frankrijk

     

    0

     

    Unie

     

    0

     

    TAC

     

    0

     



    Tabel 11

    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    8c, functionele eenheid 31

    (NEP/8CU31)

    Spanje

     

    12,40

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    0,00

     

    Unie

     

    12,40

     

    TAC

     

    12,40

     



    Tabel 12

    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (NEP/9/3411)

    Spanje

     

    60

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Portugal

     

    179

    (1)

    Unie

     

    239

    (1)(2)

    TAC

     

    239

    (1)(2)

    (1)

    Mag niet worden gevangen in de functionele eenheden 26 en 27 van sector 9a.

    (2)

    Binnen de limiet van dit quotum mag in functionele eenheid 30 van sector 9a (NEP/*9U30) niet meer worden gevangen dan de volgende hoeveelheid:

     

    32

     



    Tabel 13

    Soort:

    Peneïdegarnalen

    Penaeus spp.

    Gebied:

    Wateren van Frans-Guyana

    (PEN/FGU.)

    Frankrijk

     

    Nog vast te stellen

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    Nog vast te stellen

    (1)(2)

    TAC

     

    Nog vast te stellen

    (1)(2)

    (1)

    Vissen op garnalen van de soorten Penaeus subtilis en Penaeus brasiliensis is verboden in wateren met een diepte van minder dan 30 m.

    (2)

    Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Frankrijk.



    Tabel 14

    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    Kattegat

    (PLE/03AS.)

    Denemarken

     

    1 116

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    13

     

    Zweden

     

    126

     

    Unie

     

    1 255

     

    TAC

     

    2 349

     



    Tabel 15

    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    7b en 7c

    (PLE/7BC.)

    Jaar

     

    2024, 2025 en 2026

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    2

     

    Ierland

     

    13

     

    Unie

     

    15

     

    TAC

     

    15

     



    Tabel 16

    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (PLE/8/3411)

    Jaar

     

    2024 en 2025

     

    Voorzorgs-TAC

    Spanje

     

    21

     

    Frankrijk

     

    82

     

    Portugal

     

    21

     

    Unie

     

    124

     

    TAC

     

    124

     



    Tabel 17

    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    8a, 8b, 8d en 8e

    (POL/8ABDE.)

    Spanje

     

    85

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    415

    (1)

    Unie

     

    500

    (1)

    TAC

     

    500

    (1)

    (1)

    Dit quotum mag slechts worden gevangen van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024.



    Tabel 18

    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    8c

    (POL/08C.)

    Jaar

     

    2024 en 2025

     

    Analytische TAC

    Spanje

     

    70

     

    Frankrijk

     

    8

     

    Unie

     

    78

     

    TAC

     

    78

     



    Tabel 19

    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (POL/9/3411)

    Jaar

     

    2024 en 2025

     

    Analytische TAC

    Spanje

     

    93

    (1)

    Portugal

     

    3

    (1)(2)

    Unie

     

    96

    (1)

    TAC

     

    96

    (2)

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag maximaal 100 % worden gevangen in 8c (POL/*08C.).

    (2)

    Bovenop deze TAC mag Portugal een hoeveelheid witte koolvis van maximaal 98 ton vangen (POL/93411P).



    Tabel 20

    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    3a; wateren van de Unie van de deel-sectoren 22-24

    (SOL/3ABC24)

    Denemarken

     

    275

     

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    16

    (1)

    Nederland

     

    26

    (1)

    Zweden

     

    10

     

    Unie

     

    327

     

    TAC

     

    327

     

    (1)

    Dit quotum mag alleen in de wateren van de Unie van 3a en van de deelsectoren 22-24 worden gevangen.



    Tabel 21

    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7b en 7c

    (SOL/7BC.)

    Jaar

     

    2024, 2025 en 2026

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    1

     

    Ierland

     

    14

     

    Unie

     

    15

     

    TAC

     

    15

     



    Tabel 22

    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    8a en 8b

    (SOL/8AB.)

    België

     

    30

     

    Analytische TAC

    Spanje

     

    5

     

    Frankrijk

     

    2 231

     

    Nederland

     

    167

     

    Unie

     

    2 433

     

    TAC

     

    2 489

     



    Tabel 23

    Soort:

    Tongen

    Solea spp.

    Gebied:

    8c, 8d, 8e, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (SOO/8CDE34)

    Jaar

     

    2024 en 2025

     

    Voorzorgs-TAC

    Spanje

     

    204

     

    Portugal

     

    337

     

    Unie

     

    541

    (1)

    TAC

     

    541

    (1)

    (1)

    Binnen de limieten van deze quota mag niet meer tong (Solea solea) (SOL/8CDE34) worden gevangen dan de volgende hoeveelheid:

     

     

    209

     



    Tabel 24

    Soort:

    Horsmakrelen

    Trachurus spp.

    Gebied:

    9

    (JAX/09.)

    Spanje

     

    43 032

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Portugal

     

    123 295

    (1)

    Unie

     

    166 327

     

    TAC

     

    173 873

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: tot 0 % van dit quotum mag worden gevangen in 8c (JAX/*08C.).



    Tabel 25

    Soort:

    Horsmakrelen

    Trachurus spp.

    Gebied:

    10; Wateren van de Unie van Cecaf(1)

    (JAX/X34PRT)

    Portugal

     

    Nog vast te stellen

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    Nog vast te stellen

    (2)

    TAC

     

    Nog vast te stellen

    (2)

    (1)

    Wateren grenzend aan de Azoren.

    (2)

    Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Portugal.



    Tabel 26

    Soort:

    Horsmakrelen

    Trachurus spp.

    Gebied:

    Wateren van de Unie van Cecaf(1)

    (JAX/341PRT)

    Portugal

     

    Nog vast te stellen

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    Nog vast te stellen

    (2)

    TAC

     

    Nog vast te stellen

    (2)

    (1)

    Wateren grenzend aan Madeira.

    (2)

    Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Portugal.



    Tabel 27

    Soort:

    Horsmakrelen

    Trachurus spp.

    Gebied:

    Wateren van de Unie van Cecaf(1)

    (JAX/341SPN)

    Spanje

     

    Nog vast te stellen

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    Nog vast te stellen

    (2)

    TAC

     

    Nog vast te stellen

    (2)

    (1)

    Wateren grenzend aan de Canarische eilanden.

    (2)

    Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Spanje.

    DEEL B

    Gedeelde bestanden

    ▼M1



    Tabel 1

    Soort:

    Zandspieringen en geassocieerde bijvangsten

    Ammodytes spp.

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van de Unie van 3a

    Denemarken

     

    158 096

    (1)

    Analytische TAC

     

     

    Duitsland

     

    241

    (1)

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Zweden

     

    5 805

    (1)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    164 142

     

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    5 269

     

     

     

     

     

    TAC

     

    169 411

     

     

     

     

     

    (1)

    Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en makreel (OT1/*2A3A4X). De bijvangsten van wijting en makreel die krachtens deze bepaling op het quotum in mindering worden gebracht, en de bijvangsten van soorten die krachtens artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering worden gebracht, mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen, als omschreven in bijlage III, niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    Gebied: Uniewateren van de beheersgebieden voor zandspieringen



     

    1r

    2r

    3r

    4

    5r

    6

    7r

     

    (SAN/234_1R)(1)

    (SAN/234_2R)(1)

    (SAN/234_3R)(2)

    (SAN/234_4)

    (SAN/234_5R)

    (SAN/234_6)(1)

    (SAN/234_7R)

    Denemarken

    119 773

    33 526

    4 666

    0

    0

    131

    0

    Duitsland

    183

    51

    7

    0

    0

    0

    0

    Zweden

    4 398

    1 231

    171

    0

    0

    5

    0

    Unie

    124 354

    34 808

    4 844

    0

    0

    136

    0

    Verenigd Koninkrijk

    3 992

    1 117

    156

    0

    0

    4

    0

    Totaal

    128 346

    35 925

    5 000

    0

    0

    140

    0

    (1)

    Tot 10 % van dit quotum mag worden opgespaard en in het volgende jaar alleen binnen dit beheersgebied worden gebruikt.

    (2)

    Dit quotum mag alleen worden gevangen in de wateren van de Unie van beheersgebied voor zandspieringen 3r als monitoring-TAC met een bijbehorend bemonsteringsprotocol voor de visserij.

    ▼B



    Tabel 2

    Soort:

    Grote zilvervis

    Argentina silus

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1 en 2

    (ARU/1/2.)

    Duitsland

     

    14

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    5

     

    Nederland

     

    12

     

    Unie

     

    31

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    24

     

    TAC

     

    55

     



    Tabel 3

    Soort:

    Grote zilvervis

    Argentina silus

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; Wateren van de Unie van 3a

    (ARU/3A4-C)

    Denemarken

     

    662

     

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    7

     

    Frankrijk

     

    5

     

    Ierland

     

    5

     

    Nederland

     

    31

     

    Zweden

     

    26

     

    Unie

     

    736

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    12

     

    TAC

     

    748

     



    Tabel 4

    Soort:

    Grote zilvervis

    Argentina silus

    Gebied:

    6 en 7; Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

    (ARU/567.)

    Duitsland

     

    640

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    13

     

    Ierland

     

    593

     

    Nederland

     

    6 683

     

    Unie

     

    7 929

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    469

     

    TAC

     

    8 398

     



    Tabel 5

    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1, 2 en 14

    (USK/1214EI)

    Duitsland

     

    4,5

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    4,5

    (1)

    Overige

     

    2

    (1)(2)

    Unie

     

    11

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

     

    5

    (1)

    TAC

     

    16

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

    (2)

    Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (USK/1214EI_AMS).



    Tabel 6

    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4

    (USK/04-C.)

    Denemarken

     

    56

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    17

    (1)

    Frankrijk

     

    39

    (1)

    Zweden

     

    6

    (1)

    Overige

     

    6

    (2)

    Unie

     

    124

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

     

    84

    (1)

    TAC

     

    208

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30’ NB (USK/*6AN58).

    (2)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (USK/04-C_AMS).



    Tabel 7

    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    6 en 7; Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

    (USK/567EI.)

    Duitsland

     

    95

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Spanje

     

    334

    (1)

    Frankrijk

     

    3 962

    (1)

    Ierland

     

    382

    (1)

    Overige

     

    95

    (2)

    Unie

     

    4 868

    (1)

    Noorwegen

     

    0

    (3)(4)(5)

    Verenigd Koninkrijk

     

    2 072

    (1)

    TAC

     

    6 940

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (USK/*04-C.).

    (2)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (USK/567EI_AMS).

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 6 en 7 en in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 6 en 7 en in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 mag niet meer bedragen dan de hieronder vermelde hoeveelheid (OTH/*5B67-). De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %.

     

    0

     

    (4)

    Met inbegrip van leng. De volgende quota voor Noorwegen mogen in 6 en 7 en in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 alleen met beuglijnen worden gevangen:

    Leng (LIN/*5B67-)

    0

     

    Lom (USK/*5B67-)

    0

     

    (5)

    De lom- en lengquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid:

     

    0

     



    Tabel 8

    Soort:

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (USK/04-N.)

    België

     

    0

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

     

    50

     

    Duitsland

     

    0

     

    Frankrijk

     

    0

     

    Nederland

     

    0

     

    Unie

     

    50

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     



    Tabel 9

    Soort:

    Evervissen

    Caproidae

    Gebied:

    6, 7 en 8

    (BOR/678-)

    Denemarken

     

    6 711

     

    Voorzorgs-TAC

    Ierland

     

    18 899

     

    Unie

     

    25 610

     

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 739

     

    TAC

     

    27 349

     



    Tabel 10

    Soort:

    Haring(1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    3a

    (HER/03A.)

    Denemarken

     

    12 498

    (1)(2)(3)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

     

    200

    (1)(2)(3)

    Zweden

     

    13 073

    (1)(2)(3)

    Unie

     

    25 771

    (1)(2)(3)

    Noorwegen

     

    3 964

    (2)

    TAC

     

    29 735

     

    (1)

    Vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

    (2)

    Van de haringbestanden HER/03A. (HER/*03A.) en HER/03A-BC (HER/*03A-BC) mogen in 3a alleen de volgende hoeveelheden worden gevangen:

    Denemarken

    554

     

    Duitsland

    8

     

    Zweden

    407

     

    Unie

    969

     

    Noorwegen

    167

     

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 50 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4 (HER/*4-UK), en 50 % in de wateren van de Unie van 4b (HER/*4B-EU).



    Tabel 11

    Soort:

    Haring(1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    Wateren van de Unie, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen van 4 ten noorden van 53°30’ NB

    (HER/4AB.)

    Denemarken

     

    77 892

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    48 595

     

    Frankrijk

     

    21 783

     

    Nederland

     

    56 422

     

    Zweden

     

    4 765

     

    Unie

     

    209 457

     

    Faeröer

     

    0

     

    Noorwegen

     

    147 994

    (2)

    Verenigd Koninkrijk

     

    96 736

     

    TAC

     

    510 323

     

    (1)

    Vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

    (2)

    Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse deel van de TAC. Binnen de limieten van dit quotum mag niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheid worden gevangen in de wateren van de Unie van 4b (HER/*04B-C):

    2 700

     

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag de Unie niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheid vangen in de Noorse wateren ten zuiden van 62° NB:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB (HER/*4N-S62)

    Unie

    2 700

     



    Tabel 12

    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (HER/4N-S62)

    Zweden

     

    1 128

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    1 128

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis moeten in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.



    Tabel 13

    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    3a

    (HER/03A-BC)

    Denemarken

     

    5 692

    (1)(2)(3)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    51

    (1)(2)(3)

    Zweden

     

    916

    (1)(2)(3)

    Unie

     

    6 659

    (1)(2)(3)

    TAC

     

    6 659

    (2)

    (1)

    Uitsluitend voor vangsten van haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.

    (2)

    Van de haringbestanden HER/03A. (HER/*03A) en HER/03A-BC (HER/*03A-BC) mogen in 3a alleen de volgende hoeveelheden worden gevangen:

    Denemarken

    554

     

    Duitsland

    8

     

    Zweden

    407

     

    Unie

    969

     

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: tot 100 % van dit quotum mag worden gevangen in de wateren van de Unie van 4 (HER/*4-EU-BC).



    Tabel 14

    Soort:

    Haring(1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    4 en 7d; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (HER/2A47DX)

    België

     

    38

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

     

    7 388

     

    Duitsland

     

    38

     

    Frankrijk

     

    38

     

    Nederland

    38

     

    Zweden

     

    36

     

    Unie

     

    7 576

     

    Verenigd Koninkrijk

    140

     

    TAC

     

    7 716

     

    (1)

    Uitsluitend voor vangsten van haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.



    Tabel 15

    Soort:

    Haring(1)

    Clupea harengus

    Gebied:

    4c en 7d(2)

    (HER/4CXB7D)

    België

     

    9 170

    (3)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

     

    1 223

    (3)

    Duitsland

     

    763

    (3)

    Frankrijk

     

    13 741

    (3)

    Nederland

    24 430

    (3)

    Unie

     

    49 327

    (3)

    Verenigd Koninkrijk

    6 809

    (3)

    TAC

     

    510 323

     

    (1)

    Uitsluitend voor vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

    (2)

    Uitgezonderd het Blackwater-bestand, d.w.z. het haringbestand van het zeegebied van de Theemsmonding in een gebied dat wordt begrensd door een loxodroom die pal zuidwaarts gaat van Landguard Point (51°56’ NB, 1°19,1’ OL) tot 51°33’ NB en vandaar pal westwaarts naar een punt op de kust van het Verenigd Koninkrijk.

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in 4b (HER/*04B.).



    Tabel 16

    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    6b en 6aN; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b(1)

    (HER/5B6ANB)

    Duitsland

     

    140

    (2)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

     

    26

    (2)

    Ierland

     

    189

    (2)

    Nederland

    140

    (2)

    Unie

     

    495

    (2)

    Verenigd Koninkrijk

    959

    (2)

    TAC

     

    1 454

     

    (1)

    Bedoeld is het haringbestand in het deel van sector 6a ten oosten van 7° WL en ten noorden van 55° NB, of ten westen van 7° WL en ten noorden van 56° NB met uitzondering van de Clyde.

    (2)

    Het is verboden gericht op haring te vissen in het deel van de onder deze TAC vallende sectoren dat tussen 56° NB en 57°30’ NB ligt, met uitzondering van een gordel van zes zeemijl gemeten vanaf de basislijn van de territoriale zee van het Verenigd Koninkrijk.



    Tabel 17

    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    6aS(1), 7b, 7c

    (HER/6AS7BC)

    Ierland

     

    2 064

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

    206

     

    Unie

     

    2 270

     

    TAC

     

    2 270

     

    (1)

    Bedoeld is het haringbestand in 6a ten zuiden van 56°00’ NB en ten westen van 07°00’ WL.



    Tabel 18

    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    7a(1)

    (HER/07A/MM)

    Ierland

     

    218

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Unie

     

    218

     

    Verenigd Koninkrijk

    7 061

     

    TAC

     

    7 279

     

    (1)

    Dit gebied wordt verminderd met de zone die wordt begrensd:

    — in het noorden door breedtegraad 52°30’ NB,

    — in het zuiden door breedtegraad 52°00’ NB,

    — in het westen door de kust van Ierland,

    — in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.



    Tabel 19

    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    7e and 7f

    (HER/7EF.)

    Frankrijk

     

    223

     

    Voorzorgs-TAC

    Unie

     

    223

     

    Verenigd Koninkrijk

    223

     

    TAC

     

    446

     



    Tabel 20

    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    7a ten zuiden van 52°30’ NB; 7g(1), 7h(1), 7j(1) en 7k(1)

    (HER/7G-K.)

    Duitsland

     

    10

    (2)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

     

    54

    (2)

    Ierland

     

    750

    (2)

    Nederland

    54

    (2)

    Unie

     

    868

    (2)

    Verenigd Koninkrijk

    1

    (3)

    TAC

     

    869

     

    (1)

    Dit gebied wordt uitgebreid met de zone die wordt begrensd:

    — in het noorden door breedtegraad 52°30’ NB,

    — in het zuiden door breedtegraad 52°00’ NB,

    — in het westen door de kust van Ierland,

    — in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.

    (2)

    Dit quotum mag alleen worden toegewezen aan vaartuigen die deelnemen aan onderzoeksvisserij waarbij op de visserij gebaseerde gegevens worden verzameld voor dit bestand, ter beoordeling door de ICES. Alvorens vangsten toe te staan, stellen de betrokken lidstaten de Commissie in kennis van de naam (namen) van het vaartuig (de vaartuigen).

    (3)

    Dit quotum mag alleen worden toegewezen aan vaartuigen die deelnemen aan onderzoeksvisserij waarbij op de visserij gebaseerde gegevens worden verzameld voor dit bestand, ter beoordeling door de ICES. Alvorens vangsten toe te staan, delen de visserijautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk de naam (namen) van het vaartuig (vaartuigen) mee aan de Marine Management Organisation.



    Tabel 21

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Skagerrak

    (COD/03AN.)

    België

     

    9

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

     

    2 848

     

    Duitsland

     

    71

     

    Nederland

    18

     

    Zweden

     

    498

     

    Unie

     

    3 444

     

    TAC

     

    3 559

     



    Tabel 22

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

    (COD/2A3AX4)

    België

     

    607

    (1)(2)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

     

    3 490

     

    Duitsland

     

    2 212

    (2)

    Frankrijk

     

    750

    (1)(2)

    Nederland

    1 972

    (1)

    Zweden

     

    23

     

    Unie

     

    9 054

     

    Noorwegen

     

    4 233

    (3)

    Verenigd Koninkrijk

    11 613

    (1)(2)

    TAC

     

    24 900

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in: 7d (COD/*07D.).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30’ NB (COD/*6AN58).

    (3)

    Hiervan mag niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheid worden gevangen in de wateren van de Unie (COD/*3AX4-EU). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse deel van de TAC.

    3 522

     

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheid:

    Noorse wateren van 4 (COD/*04N-)

    Unie

    6 551

     



    Tabel 23

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (COD/4N-S62)

    Zweden

     

    382

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    382

     

     

     

     

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Bijvangsten van schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis moeten in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.



    Tabel 24

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    6b; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten westen van 12°00’ WL en van 12 en 14

    (COD/5W6-14)

    België

     

    0

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    1

    (1)

    Frankrijk

     

    7

    (1)

    Ierland

     

    12

    (1)

    Unie

     

    20

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    54

    (1)

    TAC

     

    74

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.



    Tabel 25

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    6a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten oosten van 12°00’ WL

    (COD/5BE6A)

    België

     

    1

     

    Analytische TAC

    Artikel 8 van deze verordening is van toepassing.

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

     

    9

     

    Frankrijk

     

    98

     

    Ierland

     

    185

     

    Unie

     

    293

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 099

     

    TAC

     

    1 392

     



    Tabel 26

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    7a

    (COD/07A.)

    België

     

    2

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

     

    6

    (1)

    Ierland

     

    82

    (1)

    Nederland

    1

    (1)

    Unie

     

    91

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    74

    (1)

    TAC

     

    165

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.



    Tabel 27

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    7b, 7c, 7e-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (COD/7XAD34)

    België

     

    14

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 8 van deze verordening is van toepassing.

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

     

    230

    (1)

    Ierland

     

    335

    (1)

    Nederland

    0

    (1)

    Unie

     

    579

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    65

    (1)

    TAC

     

    644

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.



    Tabel 28

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    7d

    (COD/07D.)

    België

     

    62

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

     

    1 218

    (1)

    Nederland

    36

    (1)

    Unie

     

    1 316

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    134

    (2)

    TAC

     

    1 450

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/*2A3X4).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag maximaal 5 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/*2A3X4X).

    ▼M1



    Tabel 29

    Soort:

    Witje

     

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 3a

     

     

    Glyptocephalus cynoglossus

     

    (WIT/03A-C.)

    Denemarken

     

    542

    (1)

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    1

    (1)

     

    Nederland

     

    1

    (1)

     

    Zweden

     

    113

    (1)

     

    Unie

     

    657

    (1)

     

    TAC

     

    657

     

     

    (1)

    Hiervan mag tot 100 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (WIT/*2AC4-C1).

    ▼B



    Tabel 30

    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (LEZ/2AC4-C)

    België

     

    9

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

     

    8

    (1)

    Duitsland

     

    8

    (1)

    Frankrijk

     

    48

    (1)

    Nederland

    39

    (1)

    Unie

     

    112

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    2 874

    (1)

    TAC

     

    2 986

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30’ NB (LEZ/*6AN58).



    Tabel 31

    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (LEZ/56-14)

    Spanje

     

    566

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    2 207

    (1)

    Ierland

     

    645

    (1)

    Unie

    3 418

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    2 611

    (1)

    TAC

    6 029

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (LEZ/*2AC4C).



    Tabel 32

    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    7

    (LEZ/07.)

    België

     

    548

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Spanje

     

    6 090

    (2)

    Frankrijk

     

    7 393

    (2)

    Ierland

     

    3 360

    (2)

    Unie

     

    17 391

     

    Verenigd Koninkrijk

    4 604

    (2)

    TAC

     

    21 995

     

    (1)

    10 % van dit quotum mag in 8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/*8ABDE) worden gebruikt voor bijvangsten in de gerichte visserij op tong.

    (2)

    35 % van dit quotum mag worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/*8ABDE).



    Tabel 33

    Soort:

    Scharretongen

    Lepidorhombus spp.

    Gebied:

    8a, 8b, 8d en 8e

    (LEZ/8ABDE.)

    Spanje

     

    1 204

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    971

     

    Unie

     

    2 175

     

    TAC

     

    2 175

     



    Tabel 34

    Soort:

    Zeeduivels

    Lophiidae

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (ANF/2AC4-C)

    België

     

    152

    (1)(2)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    337

    (1)(2)

    Duitsland

     

    164

    (1)(2)

    Frankrijk

     

    31

    (1)(2)

    Nederland

    115

    (1)(2)

    Zweden

     

    4

    (1)(2)

    Unie

     

    803

    (1)(2)

    Verenigd Koninkrijk

    6 408

    (1)(2)

    TAC

     

    7 211

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 30 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30’ NB (ANF/*6AN58).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 6a ten zuiden van 58°30’ NB, wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b, en internationale wateren van 12 en 14 (ANF/*56-14).



    Tabel 35

    Soort:

    Zeeduivels

    Lophiidae

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (ANF/04-N.)

    België

     

    33

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

     

    842

     

    Duitsland

     

    13

     

    Nederland

    12

     

    Unie

     

    900

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     



    Tabel 36

    Soort:

    Zeeduivels

    Lophiidae

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (ANF/56-14)

    België

     

    120

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    137

    (1)

    Spanje

     

    128

    (1)

    Frankrijk

     

    1 475

    (1)

    Ierland

     

    334

    (1)

    Nederland

    116

    (1)

    Unie

     

    2 310

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    1 772

    (1)

    TAC

     

    4 082

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag maximaal 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (ANF/*2AC4C).



    Tabel 37

    Soort:

    Zeeduivels

    Lophiidae

    Gebied:

    7

    (ANF/07.)

    België

     

    4 182

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    466

    (1)

    Spanje

     

    1 662

    (1)

    Frankrijk

     

    26 837

    (1)

    Ierland

     

    3 430

    (1)

    Nederland

    542

    (1)

    Unie

     

    37 119

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    11 056

    (1)

    TAC

     

    48 175

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (ANF/*8ABDE).



    Tabel 38

    Soort:

    Zeeduivels

    Lophiidae

    Gebied:

    8a, 8b, 8d en 8e

    (ANF/8ABDE.)

    Spanje

     

    1 966

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    10 940

     

    Unie

     

    12 906

     

    TAC

     

    12 906

     



    Tabel 39

    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    3a

    (HAD/03A.)

    België

     

    30

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

     

    5 022

     

    Duitsland

     

    319

     

    Nederland

    6

     

    Zweden

     

    594

     

    Unie

     

    5 971

     

    TAC

     

    6 233

     



    Tabel 40

    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (HAD/2AC4.)

    België

     

    601

    (1)(2)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

     

    4 133

    (1)(2)

    Duitsland

     

    2 630

    (1)(2)

    Frankrijk

     

    4 585

    (1)

    Nederland

    451

    (1)(2)

    Zweden

     

    369

    (1)(2)

    Unie

     

    12 769

    (1)

    Noorwegen

     

    23 327

    (3)

    Verenigd Koninkrijk

    65 325

     

    TAC

     

    101 421

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30’ NB (HAD/*6AN58).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 3a (HAD/*03A.).

    (3)

    Hiervan mag 19 410 ton worden gevangen in Uniewateren (HAD/*04-EU). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse deel van de TAC.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheid:

    Noorse wateren van 4 (HAD/*04N-)

    Unie

    7 907

     



    Tabel 41

    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (HAD/4N-S62)

    Zweden

     

    707

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    707

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis moeten in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.



    Tabel 42

    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 6b; internationale wateren van 12 en 14

    (HAD/6B1214)

    België

     

    8

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    8

     

    Frankrijk

     

    355

     

    Ierland

     

    255

     

    Unie

     

    626

     

    Verenigd Koninkrijk

    3 452

     

    TAC

     

    4 078

     



    Tabel 43

    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    6a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

    (HAD/5BC6A.)

    België

     

    18

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    19

    (1)

    Frankrijk

     

    825

    (1)

    Ierland

     

    1 329

    (1)

    Unie

     

    2 191

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    9 110

     

    TAC

     

    11 301

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag maximaal 25 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (HAD/*2AC4.).



    Tabel 44

    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (HAD/7X7A34)

    België

     

    76

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    4 549

     

    Ierland

     

    1 516

     

    Unie

     

    6 141

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 584

     

    TAC

     

    8 252

     



    Tabel 45

    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    7a

    (HAD/07A.)

    België

     

    31

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    140

     

    Ierland

     

    839

     

    Unie

     

    1 010

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 253

     

    TAC

     

    2 263

     



    Tabel 46

    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    3a

    (WHG/03A.)

    Denemarken

     

    562

     

    Voorzorgs-TAC

    Nederland

    2

     

    Zweden

     

    60

     

    Unie

     

    624

     

    TAC

     

    676

     



    Tabel 47

    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (WHG/2AC4.)

    België

     

    1 224

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

     

    5 292

     

    Duitsland

     

    1 377

     

    Frankrijk

     

    7 953

     

    Nederland

    3 059

     

    Zweden

     

    7

     

    Unie

     

    18 912

     

    Noorwegen

     

    7 670

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    49 610

     

    TAC

     

    76 697

     

    (1)

    Hiervan mag 6 382 ton worden gevangen in Uniewateren (WHG/*04-EU). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse deel van de TAC.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheid:

    Noorse wateren van 4 (WHG/*04N-)

    Unie

    10 953

     



    Tabel 48

    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (WHG/56-14)

    Duitsland

     

    8

     

    Analytische TAC

    Artikel 8 van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    157

     

    Ierland

     

    935

     

    Unie

     

    1 100

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 063

     

    TAC

     

    3 163

     



    Tabel 49

    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    7a

    (WHG/07A.)

    België

     

    2

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 8 van deze verordening is van toepassing.

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

     

    21

    (1)

    Ierland

     

    262

    (1)

    Nederland

    1

    (1)

    Unie

     

    286

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    435

    (1)

    TAC

     

    721

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten van wijting in visserijen op andere soorten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op wijting niet toegestaan.



    Tabel 50

    Soort:

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied:

    7b, 7c, 7d, 7e, 7f, 7g, 7h, 7j en 7k

    (WHG/7X7A-C)

    België

     

    225

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    13 834

     

    Ierland

     

    6 411

     

    Nederland

     

    113

     

    Unie

     

    20 583

    (3)(4)

    Verenigd Koninkrijk

    2 663

    (1)(2)

    TAC

     

    23 709

     

    (1)

    Hiervan mag tot 540 ton worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 7b, 7c, 7e, 7f, 7g, 7h, 7j en 7k (WHG/*7XAD). Deze hoeveelheid is uitsluitend voor bijvangsten; gerichte visserij op wijting is niet toegestaan.

    (2)

    Hiervan mag tot 2 123 ton worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d (WHG/*07D.).

    (3)

    Hiervan mag tot 4 178 ton worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 7b, 7c, 7e, 7f, 7g, 7h, 7j en 7k (WHG/*7XAD). Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit “hiervan” is gerichte visserij op wijting niet toegestaan. Binnen de limieten van deze quota mag in de gebieden 7b, 7c, 7e, 7f, 7g, 7h, 7j en 7k niet meer worden bijgevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    België

    46

     

    Frankrijk

    2 808

     

    Ierland

    1 301

     

    Nederland

    23

     

    (4)

    Hiervan mag tot 16 405 ton worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d (WHG/*07D.). Binnen de limieten van deze quota mag in gebied 7d niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    7d

    België

    179

     

    Frankrijk

    11 026

     

    Ierland

    5 110

     

    Nederland

    90

     



    Tabel 51

    Soort:

    Wijting en witte koolvis

    Merlangius merlangus en Pollachius pollachius

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (W/P/4N-S62)

    Zweden

     

    190

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Unie

     

    190

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, schelvis en zwarte koolvis moeten in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.



    Tabel 52

    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    3a

    (HKE/03A.)

    Denemarken

     

    2 011

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Zweden

     

    171

    (1)

    Unie

     

    2 182

     

    TAC

     

    2 182

     

    (1)

    Overdrachten van dit quotum naar de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Dergelijke overdrachten moeten evenwel vooraf aan de Commissie en het Verenigd Koninkrijk worden gemeld.



    Tabel 53

    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (HKE/2AC4-C)

    België

     

    22

    (1)(2)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

     

    878

    (1)(2)

    Duitsland

     

    101

    (1)(2)

    Frankrijk

     

    194

    (1)(2)

    Nederland

    50

    (1)(2)

    Unie

     

    1 245

    (1)(2)

    Verenigd Koninkrijk

    1 281

    (1)(2)

    TAC

     

    2 526

     

    (1)

    Niet meer dan 10 % van dit quotum mag worden gebruikt voor bijvangsten in 3a (HKE/*03A.).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 6 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30’ NB (HKE/*6AN58).



    Tabel 54

    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (HKE/04-N.)

    België

     

    16

     

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    1 496

     

    Duitsland

     

    169

     

    Frankrijk

     

    69

     

    Nederland

    120

     

    Zweden

     

    Niet van toepassing

     

    Unie

     

    1 870

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     



    Tabel 55

    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b;

    internationale wateren van 12 en 14

     

     

     

     

    (HKE/571214)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    België

     

    361

    (1)

    Spanje

     

    11 589

    (1)

    Frankrijk

     

    17 896

    (1)

    Ierland

    2 169

    (1)

    Nederland

    233

    (1)

    Unie

    32 248

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    8 351

    (1)

    TAC

     

    40 599

     

    (1)

    Overdrachten van dit quotum naar de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 en naar de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a zijn toegestaan. Deze overdrachten moeten evenwel jaarlijks achteraf aan de Unie, respectievelijk het Verenigd Koninkrijk worden gemeld. De lidstaten stellen de Commissie vooraf van deze overdrachten in kennis.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:



    8a, 8b, 8d en 8e (HKE/*8ABDE)

    België

    48

    Spanje

    1 931

    Frankrijk

    1 931

    Ierland

    241

    Nederland

    24

    Unie

    4 175

    Verenigd Koninkrijk

    1 086



    Tabel 56

    Soort:

    Heek

    Merluccius merluccius

    Gebied:

    8a, 8b, 8d en 8e

    (HKE/8ABDE.)

    België

     

    12

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Spanje

     

    8 471

     

    Frankrijk

     

    19 025

     

    Nederland

    24

    (1)

    Unie

     

    27 532

     

    TAC

     

    27 532

     

    (1)

    Overdrachten van dit quotum naar de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Dergelijke overdrachten moeten evenwel vooraf aan de Commissie en het Verenigd Koninkrijk worden gemeld.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (HKE/*57-14)



    België

    2

    Spanje

    2 454

    Frankrijk

    4 418

    Nederland

    7

    Unie

    6 881



    Tabel 57

    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    Noorse wateren van 2 en 4

    (WHB/24-N.)

    Denemarken

     

    0

     

    Analytische TAC

    Unie

     

    0

     

    TAC

     

    1 529 754

     



    Tabel 58

    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14

    (WHB/1X14)

    Denemarken

     

    77 396

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    30 093

    (1)

    Spanje

     

    65 615

    (1)(2)

    Frankrijk

     

    53 862

    (1)

    Ierland

     

    59 933

    (1)

    Nederland

    94 377

    (1)

    Portugal

     

    6 095

    (1)(2)

    Zweden

     

    19 145

    (1)

    Unie

     

    406 516

    (1)(3)

    Noorwegen

     

    48 000

    (4)(5)

    Faeröer

    Niet van toepassing

     

    Verenigd Koninkrijk

    Niet van toepassing

     

    TAC

     

    1 529 754

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: met inachtneming van een totale toegangsbeperking van een vast te stellen aantal ton voor de Unie mogen lidstaten ten hoogste het volgende percentage van hun quota in de wateren van de Faeröer vangen (WHB/*05-F.): nog vast te stellen %.

    (2)

    Overdrachten van dit quotum naar 8c, 9 en 10 en naar de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 zijn toegestaan. Dergelijke overdrachten moeten evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld.

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: van de quota van de Unie in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, de wateren van de Unie en de internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10, de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2), mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in het visserijgebied rond Jan Mayen:

     

    10 000

     

    (4)

    Mag worden gevangen in de wateren van de Unie van 4, 6a ten noorden van 56°30’ NB, 6b en 7 ten westen van 12° WL (WHB/*46AB7-EU).

    (5)

    Bijzondere voorwaarde: van het Noorse quotum mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de wateren van de Unie van 4, 6a ten noorden van 56°30’ NB, 6b en 7 ten westen van 12° WL:

     

    150 000

     



    Tabel 59

    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (WHB/8C3411)

    Spanje

     

    47 154

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Portugal

     

    11 788

     

    Unie

     

    58 942

    (1)

    TAC

     

    1 529 754

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: van de quota van de Unie in de wateren van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10, de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2), mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in het visserijgebied rond Jan Mayen:

     

    10 000

     

    ▼M1



    Tabel 60

    Soort:

    Tongschar en witje

    Microstomus kitt en Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

     

     

    (L/W/2AC4-C)

     

    België

     

    121

     

    Voorzorgs-TAC

     

     

    Denemarken

     

    335

     

     

     

     

     

    Duitsland

     

    43

     

     

     

     

     

    Frankrijk

     

    92

     

     

     

     

     

    Nederland

    278

     

     

     

     

     

    Zweden

     

    4

     

     

     

     

     

    Unie

     

    873

    (3)(4)

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 666

    (1)(2)

     

     

     

     

    TAC

     

    2 539

     

     

     

     

     

    (1)

    Hiervan mag tot 1 125 ton tongschar worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (LEM/*2AC4-C) en de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d (LEM/*07D.).

    (2)

    Hiervan mag tot 541 ton witje worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (WIT/*2AC4-C) en de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d (WIT/*07D.).

    (3)

    Hiervan mag tot 590 ton tongschar worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (LEM/*2AC4-C), de wateren van de Unie van 3a (LEM/*03A-C) en de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d (LEM/*07D.).

    België

    82

    Denemarken

    226

    Duitsland

    29

    Frankrijk

    62

    Nederland

    188

    Zweden

    3

    (4)

    Hiervan mag tot 283 ton witje worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (WIT/*2AC4-C), de wateren van de Unie van 3a (WIT/*03A-C) en de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d (WIT/*07D.).

    België

    39

    Denemarken

    109

    Duitsland

    14

    Frankrijk

    30

    Nederland

    90

    Zweden

    1



    Tabel 61

    Soort:

    Tongschar

     

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 3a

     

    Microstomus kitt

     

     

    (LEM/03A-C.)

     

    Denemarken

     

    170

    (1)

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    2

    (1)

     

    Nederland

     

    10

    (1)

     

    Zweden

     

    5

    (1)

     

    Unie

     

    187

    (1)

     

    TAC

     

    187

     

     

    (1)

    Hiervan mag tot 100 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (LEM/*2AC4-C1).

    ▼B



    Tabel 62

    Soort:

    Tongschar

    Microstomus kitt

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d

    (LEM/07D.)

    België

    79

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

    39

    (1)

    Nederland

    8

    (1)

    Unie

    126

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    29

    (1)

    TAC

    155

     

    (1)

    Hiervan mag tot 100 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (LEM/*2AC4-C2)



    Tabel 63

    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    6 en 7; Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

    (BLI/5B67-)

    Duitsland

     

    108

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Estland

     

    16

     

    Spanje

     

    340

     

    Frankrijk

     

    7 747

     

    Ierland

     

    29

     

    Litouwen

     

    7

     

    Polen

     

    3

     

    Overige

     

    29

    (1)

    Unie

     

    8 279

     

    Noorwegen

     

    0

    (2)

    Faeröer

    0

    (3)

    Verenigd Koninkrijk

    2 693

     

    TAC

     

    10 972

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (BLI/5B67_AMS).

    (2)

    Te vangen in de wateren van de Unie van 4, 6 en 7 (BLI/*24X7C).

    (3)

    Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart moeten op dit quotum in mindering worden gebracht. Te vangen in wateren van de Unie van 6a ten noorden van 56°30’ NB en 6b. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die onder de aanlandingsverplichting vallen.



    Tabel 64

    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    Internationale wateren van 12

    (BLI/12INT-)

    Estland

     

    0

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

     

    59

    (1)

    Frankrijk

     

    1

    (1)

    Litouwen

     

    1

    (1)

    Overige

     

    0

    (1)(2)

    Unie

     

    61

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    1

    (1)

    TAC

     

    62

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (2)

    Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (BLI/12INT_AMS).



    Tabel 65

    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4

    (BLI/24-)

    Denemarken

     

    2

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

     

    2

    (1)

    Ierland

     

    2

    (1)

    Frankrijk

     

    8

    (1)

    Overige

     

    2

    (1)(2)

    Unie

     

    16

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    6

    (1)

    TAC

     

    22

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (2)

    Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (BLI/24_AMS).



    Tabel 66

    Soort:

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 3a

    (BLI/03A-)

    Denemarken

     

    1,5

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

     

    1

     

    Zweden

     

    1,5

     

    Unie

     

    4

     

    TAC

     

    4

     



    Tabel 67

    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1 en 2

    (LIN/1/2.)

    Denemarken

     

    7

     

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

     

    7

     

    Frankrijk

     

    7

     

    Overige

     

    3

    (1)

    Unie

     

    24

     

    Verenigd Koninkrijk

    7

     

    TAC

     

    31

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (LIN/1/2_AMS).

    ▼M1



    Tabel 68

    Soort:

    Leng

     

     

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 3a

     

     

    Molva molva

     

     

     

    (LIN/03A-C.)

     

    België

     

    11

     

    Voorzorgs-TAC

     

     

    Denemarken

     

    88

     

     

     

     

     

    Duitsland

     

    11

     

     

     

     

     

    Zweden

     

    34

     

     

     

     

     

    Unie

     

    144

     

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

     

     

     

    TAC

     

    144

     

     

     

     

     

    ▼B



    Tabel 69

    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4

    (LIN/04-C.)

    België

     

    13

    (1)(2)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    199

    (1)(2)

    Duitsland

     

    123

    (1)(2)

    Frankrijk

     

    111

    (1)

    Nederland

    4

    (1)

    Zweden

     

    9

    (1)(2)

    Unie

     

    459

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    1 807

    (1)(2)

    TAC

     

    2 266

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, de wateren van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30’ NB (LIN/*6AN58).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 %, maar niet meer dan 75 ton, worden gevangen in: de wateren van de Unie van 3a (LIN/*03A-C).



    Tabel 70

    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

    (LIN/05EI.)

    België

     

    1

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    1

    (1)

    Duitsland

     

    1

    (1)

    Frankrijk

     

    1

    (1)

    Unie

     

    4

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    1

    (1)

    TAC

     

    5

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op leng niet toegestaan.



    Tabel 71

    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    6, 7, 8, 9 en 10; internationale wateren van 12 en 14

    (LIN/6X14.)

    België

     

    38

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    7

    (1)

    Duitsland

     

    140

    (1)

    Ierland

     

    756

    (1)

    Spanje

     

    2 831

    (1)

    Frankrijk

     

    3 019

    (1)

    Portugal

     

    7

    (1)

    Unie

     

    6 798

    (1)

    Noorwegen

     

    0

    (2)(3)(4)

    Faeröer

    0

    (5)(6)

    Verenigd Koninkrijk

    4 109

    (1)

    TAC

     

    10 907

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 40 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (LIN/*04-C.).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de hieronder opgegeven hoeveelheid in ton (OTH/*6X14.). De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %.

     

    0

     

    (3)

    Inclusief lom. De quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen en bedragen:

    Leng (LIN/*5B67-)

    0

     

    Lom (USK/*5B67-)

    0

     

    (4)

    De leng- en lomquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton:

     

    0

     

    (5)

    Inclusief lom. Te vangen in 6a ten noorden van 56°30’ NB en 6b (LIN/*6BAN.).

    (6)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 20 % per vaartuig in 6a en 6b te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 6a en 6b mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*6AB.): 0



    Tabel 72

    Soort:

    Leng

    Molva molva

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (LIN/04-N.)

    België

     

    4

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

     

    477

     

    Duitsland

     

    13

     

    Frankrijk

     

    5

     

    Nederland

    1

     

    Unie

     

    500

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    ▼M1



    Tabel 73

    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

     

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

     

     

     

    (NEP/2AC4-C)

     

    België

     

    1 107,5

     

    Analytische TAC

     

     

    Denemarken

     

    1 107,5

     

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing

    Duitsland

     

    16

     

     

     

     

     

    Frankrijk

     

    33

     

     

     

     

     

    Nederland

    570

     

     

     

     

     

    Unie

     

    2 834

     

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    18 350

     

     

     

     

     

    TAC

     

    21 184

     

     

     

     

     

    ▼B



    Tabel 74

    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (NEP/04-N.)

    Denemarken

     

    250

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

     

    0

     

    Unie

     

    250

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     



    Tabel 75

    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

    (NEP/5BC6.)

    Spanje

     

    27

     

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    106

     

    Ierland

     

    177

     

    Unie

     

    310

     

    Verenigd Koninkrijk

    12 831

     

    TAC

     

    13 141

     



    Tabel 76

    Soort:

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied:

    7

    (NEP/07.)

    Spanje

     

    991

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    4 018

    (1)

    Ierland

     

    6 095

    (1)

    Unie

     

    11 104

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    7 799

    (1)

    TAC

     

    18 903

    (1)

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    Functionele eenheid 16 van deelgebied 7 (NEP/*07U16)

    Spanje

     

    1 375

     

    Frankrijk

     

    861

     

    Ierland

     

    1 655

     

    Unie

     

    3 891

     

    Verenigd Koninkrijk

    669

     



    Tabel 77

    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    3a

    (PRA/03A.)

    Denemarken

     

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Zweden

     

    0

    (1)

    Unie

     

    0

    (1)

    TAC

     

    0

    (1)

    (1)

    Dit quotum mag slechts worden gevangen van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025.

    ▼M1



    Tabel 78

    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

     

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

     

     

     

    (PRA/2AC4-C)

     

    Denemarken

     

    588

    (1)

    Voorzorgs-TAC

     

     

    Nederland

    6

    (1)

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Zweden

     

    24

    (1)

     

     

     

     

    Unie

     

    618

    (1)

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    174

    (1)

     

     

     

     

    TAC

     

    792

    (1)

     

     

     

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op Noordse garnaal niet toegestaan.



    Tabel 79

    Soort:

    Noordse garnaal

     

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

     

    Pandalus borealis

     

     

    (PRA/4N-S62)

     

    Denemarken

     

    50

     

    Analytische TAC

     

     

    Zweden

     

    123

    (1)

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    173

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

     

     

     

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis moeten in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.

    ▼B



    Tabel 80

    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    Skagerrak

    (PLE/03AN.)

    België

     

    87

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

     

    11 339

     

    Duitsland

     

    58

     

    Nederland

    2 181

     

    Zweden

     

    607

     

    Unie

     

    14 272

     

    TAC

     

    18 250

     



    Tabel 81

    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

    (PLE/2A3AX4)

    België

     

    5 809

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

     

    18 878

     

    Duitsland

     

    5 446

     

    Frankrijk

     

    1 089

     

    Nederland

    36 303

     

    Unie

     

    67 525

     

    Noorwegen

     

    9 549

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    36 105

     

    TAC

     

    136 413

     

    (1)

    Hiervan mag 7 946 ton worden gevangen in Uniewateren (PLE/*3AX4-EU). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse deel van de TAC.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheid:

    Noorse wateren van 4 (PLE/*04N-)

    Unie

    31 003

     

     



    Tabel 82

    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (PLE/56-14)

    Frankrijk

     

    8

     

    Voorzorgs-TAC

    Ierland

     

    224

     

    Unie

    232

     

    Verenigd Koninkrijk

    360

     

    TAC

     

    592

     



    Tabel 83

    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    7a

    (PLE/07A.)

    België

     

    33

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    14

     

    Ierland

     

    570

     

    Nederland

    10

     

    Unie

     

    627

     

    Verenigd Koninkrijk

    972

     

    TAC

     

    1 902

     



    Tabel 84

    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    7d en 7e

    (PLE/7DE.)

    België

     

    439

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    1 463

     

    Unie

     

    1 902

    (3)(4)

    Verenigd Koninkrijk

    1 176

    (1)(2)

    TAC

     

    3 930

     

    (1)

    Hiervan mag tot 346 ton worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d (PLE/*07D.).

    (2)

    Hiervan mag tot 830 ton worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7e (PLE/*07E.).

    (3)

    Hiervan mag tot 1 649 ton worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d (PLE/*07D.). Binnen de limieten van deze quota mag in gebied 7d niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    7d

    België

    381

     

    Frankrijk

    1 268

     

    (4)

    Hiervan mag tot 253 ton worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7e (PLE/*07E.). Binnen de limieten van deze quota mag in gebied 7e niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    7e

    België

    58

     

    Frankrijk

    195

     



    Tabel 85

    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    7f en 7g

    (PLE/7FG.)

    België

     

    42

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    76

     

    Ierland

     

    142

     

    Unie

     

    260

     

    Verenigd Koninkrijk

    105

     

    TAC

     

    402

     



    Tabel 86

    Soort:

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied:

    7h, 7j en 7k

    (PLE/7HJK.)

    België

     

    8

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 8 van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    16

    (1)

    Ierland

     

    54

    (1)

    Nederland

    31

    (1)

    Unie

     

    109

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    23

    (1)

    TAC

     

    132

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op schol niet toegestaan.



    Tabel 87

    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (POL/56-14)

    Spanje

     

    1

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    45

    (1)

    Ierland

     

    13

    (1)

    Unie

     

    59

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

     

    34

    (1)

    TAC

     

    93

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op witte koolvis niet toegestaan.



    Tabel 88

    Soort:

    Witte koolvis

    Pollachius pollachius

    Gebied:

    7

    (POL/07.)

    België

     

    24

    (1)(2)

    Voorzorgs-TAC

    Spanje

     

    1

    (1)(2)

    Frankrijk

     

    546

    (1)(2)

    Ierland

     

    58

    (1)(2)

    Unie

     

    629

    (1)(2)

    Verenigd Koninkrijk

    203

    (1)(2)

    TAC

     

    832

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op witte koolvis niet toegestaan.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 2 % worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (POL/*8ABDE).



    Tabel 89

    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    3a en 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (POK/2C3A4)

    België

     

    20

    (1)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    2 373

    (1)

    Duitsland

     

    5 991

    (1)

    Frankrijk

     

    14 100

    (1)

    Nederland

    60

    (1)

    Zweden

     

    326

    (1)

    Unie

     

    22 870

    (1)

    Noorwegen

     

    35 901

    (2)

    Verenigd Koninkrijk

    8 105

     

    TAC

     

    66 876

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 15 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30’ NB (POK/*6AN58).

    (2)

    Hiervan mag 28 937 ton worden gevangen in de Uniewateren van 4 en in 3a (POK/*3A4-C). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse deel van de TAC.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheid:

    Noorse wateren van 4 (POK/*04N-)

    Unie

    19 976

     



    Tabel 90

    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b, 12 en 14

    (POK/56-14)

    Duitsland

     

    295

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    2 925

    (1)

    Ierland

     

    365

    (1)

    Unie

     

    3 585

    (1)

    Noorwegen

     

    0

     

    Verenigd Koninkrijk

    3 354

     

    TAC

     

    6 939

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag maximaal 30 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (POK/*2AC4C).



    Tabel 91

    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

    (POK/4N-S62)

    Zweden

     

    880

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

     

    880

     

     

     

     

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis en wijting moeten in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.



    Tabel 92

    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    7, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (POK/7/3411)

    België

     

    2

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    431

     

    Ierland

     

    863

     

    Unie

     

    1 296

     

    Verenigd Koninkrijk

    229

     

    TAC

     

    1 525

     

    ▼M1



    Tabel 93

    Soort:

    Tarbot en griet

    Scophthalmus maximus en Scophthalmus rhombus

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

     

     

    (T/B/2AC4-C)

     

    België

     

    251

     

    Analytische TAC

     

     

    Denemarken

     

    537

     

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

     

    Duitsland

     

    137

     

     

     

     

     

    Frankrijk

     

    65

     

     

     

     

     

    Nederland

    1 904

     

     

     

     

     

    Zweden

     

    4

     

     

     

     

     

    Unie

     

    2 898

    (3)(4)

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    708

    (1)(2)

     

     

     

     

    TAC

     

    3 606

     

     

     

     

     

    (1)

    Hiervan mag tot 400 ton tarbot worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (TUR/*2AC4-C).

    (2)

    Hiervan mag tot 308 ton griet worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (BLL/*2AC4-C), en de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d en 7e (BLL/*7DE.).

    (3)

    Hiervan mag tot 1 638  ton tarbot worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (TUR/*2AC4-C).

    België

    142

    Denemarken

    303

    Duitsland

    77

    Frankrijk

    37

    Nederland

    1 077

    Zweden

    2

    (4)

    Hiervan mag tot 1 260 ton griet worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (BLL/*2AC4-C), de wateren van de Unie van 3a (BLL/*03A-C) en de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 7d en 7e (BLL/*7DE.).

    België

    109

    Denemarken

    233

    Duitsland

    60

    Frankrijk

    28

    Nederland

    828

    Zweden

    2



    Tabel 94

    Soort:

    Griet

     

     

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 3a

     

    Scophthalmus rhombus

     

     

    (BLL/03A-C.)

     

    Denemarken

     

    116

    (1)

    Analytische TAC

     

     

    Duitsland

     

    0

    (1)

     

     

     

    Nederland

     

    11

    (1)

     

     

     

    Zweden

     

    21

    (1)

     

     

     

    Unie

     

    148

    (1)

     

     

     

    TAC

     

    148

     

     

     

     

    (1)

    Hiervan mag tot 100 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, en in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (BLL/*2AC4-C1).

    ▼B



    Tabel 95

    Soort:

    Griet

    Scophthalmus rhombus

    Gebied:

    7d en 7e

    (BLL/07DE.)

    België

     

    137

    (1)

    Analytische TAC

    Frankrijk

     

    306

    (1)

    Nederland

     

    2

    (1)

    Unie

     

    446

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

     

    281

    (1)

    TAC

     

    727

     

    (1)

    Hiervan mag tot 100 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, en in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (BLL/*2AC4-C2)



    Tabel 96

    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    Wateren van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (SRX/2AC4-C)

    België

     

    478

    (1)(2)(3)(4)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    19

    (1)(2)(3)

    Duitsland

     

    23

    (1)(2)(3)

    Frankrijk

     

    75

    (1)(2)(3)(4)

    Nederland

    407

    (1)(2)(3)(4)

    Unie

     

    1 002

    (1)(3)

    Verenigd Koninkrijk

    2 195

    (1)(2)(3)(4)

    TAC

     

    3 197

    (3)

    (1)

    Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (RJH/04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/2AC4-C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/2AC4-C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/2AC4-C) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    (2)

    Bijvangstquotum. Deze soorten mogen per visreis niet meer dan 25 % levend gewicht van de totale aan boord gehouden vangsten uitmaken. Deze voorwaarde geldt enkel voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die vallen onder de aanlandingsverplichting van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, die door het Verenigd Koninkrijk is gehandhaafd.

    (3)

    Is niet van toepassing op blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a en op kleinoogrog (Raja microocellata) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4. Vissen van deze soorten die accidenteel worden gevangen, moeten ongedeerd worden gelaten. Zij moeten onmiddellijk worden teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren.

    (4)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van 7d (SRX/*07D2.), onverminderd de verbodsbepalingen in het recht van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D2.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D2.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D2.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D2.) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).



    Tabel 97

    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 3a

    (SRX/03A-C.)

    Denemarken

     

    69

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Zweden

     

    19

    (1)

    Unie

     

    88

    (1)

    TAC

     

    88

     

    (1)

    Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/03A-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/03A-C.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/03A-C.) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    ▼M1



    Tabel 98

    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

     

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 6a, 6b, 7a-c en 7e-k

     

     

     

    (SRX/67AKXD)

     

    België

     

    824

    (1)(2)(3)(4)(5)

    Voorzorgs-TAC

     

     

    Estland

     

    5

    (1)(2)(3)(4)(5)

     

     

     

     

    Frankrijk

     

    3 702

    (1)(2)(3)(4)(5)

     

     

     

     

    Duitsland

     

    11

    (1)(2)(3)(4)(5)

     

     

     

     

    Ierland

     

    1 191

    (1)(2)(3)(4)(5)

     

     

     

     

    Litouwen

     

    19

    (1)(2)(3)(4)(5)

     

     

     

     

    Nederland

    3

    (1)(2)(3)(4)(5)

     

     

     

     

    Portugal

     

    20

    (1)(2)(3)(4)(5)

     

     

     

     

    Spanje

     

    996

    (1)(2)(3)(4)(5)

     

     

     

     

    Unie

     

    6 771

    (1)(2)(3)(4)(5)

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    2 985

    (1)(2)(3)(4)(5)

     

     

     

     

    TAC

     

    9 756

    (3)(4)(5)

     

     

     

     

    (1)

    Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/67AKXD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/67AKXD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/67AKXD), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/67AKXD), zandrog (Leucoraja circularis) (RJI/67AKXD) en kaardrog (Leucoraja fullonica) (RJF/67AKXD) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van 7d (SRX/*07D.), onverminderd de verbodsbepalingen in het recht van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D.), zandrog (Leucoraja circularis) (RJI/*07D.) en kaardrog (Leucoraja fullonica) (RJF/*07D.) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).

    (3)

    Geldt niet voor golfrog (Raja undulata). Vangsten van deze soort in 7e moeten in mindering worden gebracht op de in de afzonderlijke TAC (RJU/7DE.) vastgestelde hoeveelheden. Vissen van deze soort die accidenteel in 6a, 6b, 7a-c of 7f-k worden gevangen, moeten ongedeerd worden gelaten. Zij moeten onmiddellijk worden teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren.

    (4)

    Is niet van toepassing op kleinoogrog (Raja microocellata), behalve in 7e, 7f en 7g. Vissen van deze soort die accidenteel worden gevangen, moeten ongedeerd worden gelaten. Zij moeten onmiddellijk worden teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in 7f en 7g niet meer kleinoogrog worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden.

     

    Soort:

    Kleinoogrog

    Gebied:

    7f en 7g

     

     

     

     

    Raja microocellata

     

    (RJE/7FG.)

     

     

     

    België

     

    5

    (1)

    Voorzorgs-TAC

     

     

    Estland

     

    0

    (1)

     

     

     

     

    Frankrijk

     

    22

    (1)

     

     

     

     

    Duitsland

     

    0

    (1)

     

     

     

     

    Ierland

     

    7

    (1)

     

     

     

     

    Litouwen

     

    0

    (1)

     

     

     

     

    Nederland

    0

    (1)

     

     

     

     

    Portugal

     

    0

    (1)

     

     

     

     

    Spanje

     

    6

    (1)

     

     

     

     

    Unie

     

    40

    (1)

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    46

    (1)

     

     

     

     

    TAC

     

    86

     

     

     

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 7d; deze hoeveelheid moet worden gerapporteerd onder de volgende code: (RJE/* 07D.). Deze bijzondere voorwaarde geldt onverminderd de verbodsbepalingen die in het recht van de Unie en het Verenigd Koninkrijk voor de daarin vermelde gebieden zijn vastgelegd.

    (5)

    Binnen de limieten van het bovenvermelde quotum mag in sector 7e niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheden kleinoogrog worden gevangen om onderzoeksvisserij mogelijk te maken met het oog op de verzameling van op de visserij gebaseerde gegevens voor het bestand, dat door de ICES wordt beoordeeld.

     

    Soort:

    Kleinoogrog

    Gebied:

    7e

     

     

     

     

    Raja microocellata

     

    (RJE/07E.)

     

     

     

    België

     

    1

    (1)

    Voorzorgs-TAC

     

     

    Estland

     

    0

    (1)

     

     

     

    Frankrijk

     

    6

    (1)

     

     

     

     

    Duitsland

     

    0

    (1)

     

     

     

     

    Ierland

     

    2

    (1)

     

     

     

     

    Litouwen

     

    0

    (1)

     

     

     

     

    Nederland

    0

    (1)

     

     

     

     

    Portugal

     

    0

    (1)

     

     

     

     

    Spanje

     

    2

    (1)

     

     

     

     

    Unie

     

    11

    (1)

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    5

    (1)

     

     

     

     

    TAC

     

    16

     

     

     

     

     

    (1)

    Alleen vaartuigen die deelnemen aan “monitoringprogramma’s” in het kader van de onderzoeksvisserij op kleinoogrog in 7e, mogen vangsten van dit bestand aanlanden. Door andere vaartuigen gevangen exemplaren moeten ongedeerd worden gelaten en onmiddellijk worden vrijgelaten. Elke Partij bepaalt zelf hoe haar quotum wordt toegewezen aan de vaartuigen die aan haar monitoringprogramma’s deelnemen. Deelnemende vaartuigen moeten gegevens vergaren en delen over: aanlanding en teruggooi, bij voorkeur met gegevens over de biologische kenmerken van de vangst (lengte, gewicht en geslacht).

    ▼B



    Tabel 99

    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    7d

    (SRX/07D.)

    België

     

    242

    (1)(2)(3)(4)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    2 030

    (1)(2)(3)(4)

    Nederland

    13

    (1)(2)(3)(4)

    Unie

     

    2 285

    (1)(2)(3)(4)

    Verenigd Koninkrijk

    427

    (1)(2)(3)(4)

    TAC

     

    2 712

    (4)

    (1)

    Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/07D.) en kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/07D.) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 6a, 6b, 7a-c en 7e-k (SRX/*67AKD). Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*67AKD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*67AKD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*67AKD) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*67AKD) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag maximaal 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (SRX/*2AC4C). Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (RJH/*04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*2AC4C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*2AC4C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*2AC4C) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata).

    (4)

    Geldt niet voor golfrog (Raja undulata). Vangsten van deze soort moeten in mindering worden gebracht op de in de afzonderlijke TAC (RJU/7DE.) vastgelegde hoeveelheden.



    Tabel 100

    Soort:

    Golfrog

    Raja undulata

    Gebied:

    7d en 7e

    (RJU/7DE.)

    België

     

    314

    (1)

    Analytische TAC

    Estland

     

    2

    (1)

    Frankrijk

     

    1 535

    (1)

    Duitsland

     

    4

    (1)

    Ierland

     

    405

    (1)

    Litouwen

     

    7

    (1)

    Nederland

     

    3

    (1)

    Portugal

     

    7

    (1)

    Spanje

     

    339

    (1)

    Unie

     

    2 616

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

     

    1 358

    (1)

    TAC

     

    3 974

    (1)

    (1)

    De vissen mogen alleen worden aangeland in gehele staat of ontdaan van de ingewanden. Voor vaartuigen van de Unie geldt dit onverminderd de desbetreffende verbodsbepalingen die in het recht van de Unie en het Verenigd Koninkrijk voor de daarin vermelde gebieden zijn vastgelegd.



    Tabel 101

    Soort:

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 8 en 9

    (SRX/89-C.)

    België

     

    11

    (1)(2)

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    2 115

    (1)(2)

    Portugal

     

    1 714

    (1)(2)

    Spanje

     

    1 724

    (1)(2)

    Unie

     

    5 564

    (1)(2)

    Verenigd Koninkrijk

    12

    (1)(2)

    TAC

     

    5 576

    (2)

    (1)

    Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/89-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/89-C.) en stekelrog (Raja clavata) (RJC/89-C.) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    (2)

    Geldt niet voor golfrog (Raja undulata). Op deze soort mag niet gericht worden gevist in de gebieden waarvoor deze TAC geldt. In gevallen waarin de aanlandingsverplichting niet geldt, mag bijvangst van golfrog in de deelgebieden 8 en 9 alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan. De vangsten mogen de quota in de onderstaande tabel niet overschrijden. Deze bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen die in het Unierecht voor de daarin vermelde gebieden zijn vastgelegd. Bijvangsten van golfrog moeten afzonderlijk worden gerapporteerd aan de hand van de in onderstaande tabellen vermelde codes. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag niet meer golfrog worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    ▼M1

    Soort:

    Golfrog

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 8

     

    Raja undulata

     

    (RJU/8-C.)

     

    België

    0

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    13

    (1)

     

     

     

    Portugal

    10

     

     

     

     

    Spanje

    10

    (2)

     

     

     

    Unie

    33

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

     

     

    TAC

    33

     

     

     

     

    (1)

    Er mag nog eens 28,5 ton worden toegewezen aan vaartuigen die deelnemen aan onderzoeksvisserij waarbij op de visserij gebaseerde gegevens worden verzameld voor dit bestand op een door een nationaal wetenschappelijk instituut ontwikkelde wijze. Vangsten uit deze extra toewijzing moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (RJU/8-C.SEN). Alvorens vangsten toe te staan, stelt Frankrijk de Commissie in kennis van de naam (namen) van het vaartuig (de vaartuigen). Dit mag geen afbreuk doen aan de relatieve stabiliteit.

    (2)

    Er mag nog eens 21,5 ton worden toegewezen aan vaartuigen die deelnemen aan onderzoeksvisserij waarbij op de visserij gebaseerde gegevens worden verzameld voor dit bestand op een door een nationaal wetenschappelijk instituut ontwikkelde wijze. Vangsten uit deze extra toewijzing moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (RJU/8-C.SEN). Alvorens vangsten toe te staan, stelt Spanje de Commissie in kennis van de naam (namen) van het vaartuig (de vaartuigen). Dit mag geen afbreuk doen aan de relatieve stabiliteit.

    Soort:

    Golfrog

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 9

     

    Raja undulata

     

    (RJU/9-C.)

     

    België

    0

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

    20

     

     

     

     

    Portugal

    15

    (1)

     

     

     

    Spanje

    15

     

     

     

     

    Unie

    50

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    0

     

     

     

     

    TAC

    50

     

     

     

     

    (1)

    Er mag nog eens 50 ton worden toegewezen aan vaartuigen die deelnemen aan onderzoeksvisserij waarbij op de visserij gebaseerde gegevens worden verzameld voor dit bestand op een door een nationaal wetenschappelijk instituut ontwikkelde wijze. Vangsten uit deze extra toewijzing moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (RJU/9-C.SEN). Alvorens vangsten toe te staan, stelt Portugal de Commissie in kennis van de naam (namen) van het vaartuig (de vaartuigen). Dit mag geen afbreuk doen aan de relatieve stabiliteit.

    ▼B



    Tabel 102

    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

    (GHL/2A-C46)

    Denemarken

     

    29

     

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    51

     

    Estland

     

    29

     

    Spanje

     

    29

     

    Frankrijk

     

    478

     

    Ierland

     

    29

     

    Litouwen

     

    29

     

    Polen

     

    29

     

    Unie

     

    703

     

    Noorwegen

     

    0

     

    Verenigd Koninkrijk

    1 868

     

    TAC

     

    2 571

     

    ▼M1



    Tabel 103

    Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

     

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 3a, 3b, 3c en 3d, wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a, wateren van de Unie en het Verenigd Koninkrijk van 4, Noorse wateren van 2a en 4a

     

     

     

    (MAC/2A34-N)

     

    België

     

    476

    (1)(2)

    Analytische TAC

     

     

    Denemarken

     

    27 882

    (1)(2)(4)

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    496

    (1)(2)

     

     

     

     

    Frankrijk

     

    1 498

    (1)(2)

     

     

     

     

    Nederland

    1 508

    (1)(2)

     

     

     

     

    Zweden

     

    4 569

    (1)(2)(3)

     

     

     

     

    Unie

     

    36 429

    (1)(2)

     

     

     

     

    TAC

     

    739 386

     

     

     

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

     

     

    3a

    (MAC/*03A.)

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 3a, 4b en 4c

    (MAC/*3A4BC)

    4b

    (MAC/*04B.)

    4c

    (MAC/*04C.)

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a, 5b, 6, 7, 8d, 8e, 12 en 14

    (MAC/*2AX14)

     

    België

    0

    0

    0

    0

    286

     

    Denemarken

    0

    4 130

    0

    0

    9 774

     

    Duitsland

    0

    0

    0

    0

    298

     

    Frankrijk

    0

    490

    0

    0

    899

     

    Nederland

    0

    490

    0

    0

    905

     

    Zweden

    0

    0

    390

    10

    2 741

     

    Unie

    0

    5 110

    390

    10

    14 903

    (2)

    Binnen de limieten van deze quota en in overleg met de betrokken kuststaat mogen de hieronder vermelde maximumhoeveelheden ook in de twee onderstaande gebieden worden gevangen:

     

     

    Noorse wateren van 2a en 4a (MAC/*02A4AN-)

    Wateren van de Faeröer (MAC/*FRO1)

     

     

     

     

     

    België

    0

    Nog vast te stellen

     

     

     

     

     

    Denemarken

    0

    Nog vast te stellen

     

     

     

     

     

    Duitsland

    0

    Nog vast te stellen

     

     

     

     

     

    Frankrijk

    0

    Nog vast te stellen

     

     

     

     

     

    Nederland

    0

    Nog vast te stellen

     

     

     

     

     

    Zweden

    0

    Nog vast te stellen

     

     

     

     

     

    Unie

    0

    Nog vast te stellen

     

     

     

     

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: inclusief de volgende hoeveelheid in ton in de Noorse wateren van 2a en 4a (MAC/*2A4AN):

     

     

    322

     

     

     

     

     

     

    Indien overeenkomstig deze bijzondere voorwaarde wordt gevist, moeten bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.

    (4)

    Binnen de limieten van dit quotum verricht Denemarken de volgende overdrachten, die worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 6, 7, 8d, de wateren van de Unie van 8a, 8b en 8e, de internationale wateren van 12 en 14, en de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de internationale wateren van 2a en 5b (MAC/*2A14):

     

    Duitsland

    531

     

     

     

     

     

     

    Spanje

    1

     

     

     

     

     

     

    Estland

    4

     

     

     

     

     

     

    Frankrijk

    354

     

     

     

     

     

     

    Ierland

    1 769

     

     

     

     

     

     

    Letland

    3

     

     

     

     

     

     

    Litouwen

    3

     

     

     

     

     

     

    Nederland

    774

     

     

     

     

     

     

    Polen

    37

     

     

     

     

     

    ▼B



    Tabel 104

    Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    6, 7, 8a, 8b, 8d en 8e; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 2a, 12 en 14

    (MAC/2CX14-)

    Duitsland

     

    14 268

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Spanje

     

    15

    (1)

    Estland

     

    119

    (1)

    Frankrijk

     

    9 513

    (1)

    Ierland

     

    47 560

    (1)

    Letland

     

    88

    (1)

    Litouwen

     

    88

    (1)

    Nederland

    20 808

    (1)

    Polen

     

    1 005

    (1)

    Unie

     

    93 464

    (1)

    Noorwegen

     

    0

    (2)(3)

    Faeröer

    Nog vast te stellen

    (4)

    Verenigd Koninkrijk

    Niet van toepassing

    (1)

    TAC

     

    739 386

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % beschikbaar worden gemaakt voor uitwisselingen die kunnen worden gevangen door Spanje, Frankrijk en Portugal in 8c, 9 en 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (MAC/*8C910).

    (2)

    Mag worden gevangen in 2a, 6a ten noorden van 56°30′ NB, 4a, 7d, 7e, 7f en 7h (MAC/*AX7H).

    (3)

    Noorwegen mag de onderstaande hoeveelheid van de toegangslimiet (MAC/* N5630), uitgedrukt in ton, vangen ten noorden van 56° 30’ NB. De niet onder voetnoot 2 verrekende hoeveelheden worden in mindering gebracht op de door Noorwegen vastgestelde vangstbeperking.

     

    0

     

    (4)

    Deze hoeveelheid moet in mindering worden gebracht op de vangstbeperking voor de Faeröer (toegangsquotum). Zij mag alleen worden gevangen in 6a ten noorden van 56°30’ NB (MAC/*6AN56). Van 1 januari tot en met 15 februari en van 1 oktober tot en met 31 december mag dit quotum echter ook worden gevangen in 2a en in 4a ten noorden van 59° NB (MAC/*24N59).

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in onderstaande gebieden en periodes niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:



     

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4a. Van 1 januari tot en met 14 februari en van 1 augustus tot en met 31 december

    Noorse wateren van 2a

    Wateren van de Faeröer

     

    (MAC/*4A-UK)

    (MAC/*2AN-)

    (MAC/*FRO2)

    Duitsland

    14 268

    0

    Nog vast te stellen

    Spanje

    15

    0

    Nog vast te stellen

    Estland

    119

    0

    Nog vast te stellen

    Frankrijk

    9 513

    0

    Nog vast te stellen

    Ierland

    47 560

    0

    Nog vast te stellen

    Letland

    88

    0

    Nog vast te stellen

    Litouwen

    88

    0

    Nog vast te stellen

    Nederland

    20 808

    0

    Nog vast te stellen

    Polen

    1 005

    0

    Nog vast te stellen

    Unie

    93 464

    0

    Nog vast te stellen

    Verenigd Koninkrijk

    Niet van toepassing

    0

    Niet van toepassing



    Tabel 105

    Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

    (MAC/8C3411)

    Spanje

     

    27 832

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    185

    (1)

    Portugal

     

    5 753

    (1)

    Unie

     

    33 770

     

    TAC

     

    739 386

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: de hoeveelheden die met andere lidstaten worden geruild, mogen in 8a, 8b en 8d worden gevangen (MAC/*8ABD.). De door Spanje, Portugal of Frankrijk te ruil aangeboden hoeveelheden die in 8a, 8b en 8d worden gevangen, mogen echter niet meer dan 25 % van de quota van de donorlidstaat bedragen.

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

    8b (MAC/*08B.)



    Spanje

    2 338

    Frankrijk

    16

    Portugal

    483



    Tabel 106

    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (SOL/24-C.)

    België

     

    268

     

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    123

     

    Duitsland

     

    215

     

    Frankrijk

     

    54

     

    Nederland

    2 423

     

    Unie

     

    3 083

     

    Noorwegen

     

    5

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    587

     

    TAC

     

    3 675

     

    ▼M1

    (1)

    Mag uitsluitend worden gevangen in de wateren van de Unie van 4 (SOL/*04-EU).

    ▼B



    Tabel 107

    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    Gebied: 6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (SOL/56-14)

    Ierland

     

    46

     

    Voorzorgs-TAC

    Unie

     

    46

     

    Verenigd Koninkrijk

    11

     

    TAC

     

    57

     



    Tabel 108

    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7a

    (SOL/07A.)

    België

     

    62

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

     

    1

    (1)

    Ierland

     

    69

    (1)

    Nederland

    20

    (1)

    Unie

     

    152

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    47

    (1)

    TAC

     

    203

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op tong niet toegestaan.



    Tabel 109

    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7d

    (SOL/07D.)

    België

     

    393

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    787

     

    Unie

     

    1 180

     

    Verenigd Koninkrijk

    300

     

    TAC

     

    1 504

     



    Tabel 110

    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7e

    (SOL/07E.)

    België

     

    38

     

    Analytische TAC

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

     

    409

     

    Unie

     

    447

     

    Verenigd Koninkrijk

    737

     

    TAC

     

    1 184

     

    ▼M1



    Tabel 111

    Soort:

    tong

     

    Gebied:

    7f en 7g

     

     

     

    Solea solea

     

     

     

    (SOL/7FG.)

     

     

    België

     

    730

     

    Analytische TAC

     

     

    Frankrijk

     

    73

     

    Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

     

    Ierland

     

    37

     

     

     

     

     

    Unie

     

    840

     

     

     

     

     

    Verenigd Koninkrijk

    405

     

     

     

     

     

    TAC

     

    1 267

     

     

     

     

     

    ▼B



    Tabel 112

    Soort:

    Tong

    Solea solea

    Gebied:

    7h, 7j en 7k

    (SOL/7HJK.)

    België

     

    14

     

    Voorzorgs-TAC

    Frankrijk

     

    28

     

    Ierland

     

    77

     

    Nederland

    23

     

    Unie

     

    142

     

    Verenigd Koninkrijk

    28

     

    TAC

     

    170

     



    Tabel 113

    Soort:

    Sprot en geassocieerde bijvangsten

    Sprattus sprattus

    Gebied:

    3a

    (SPR/03A.)

    Denemarken

     

    0

    (1)(2)(3)

    Analytische TAC

    Duitsland

     

    0

    (1)(2)(3)

    Zweden

     

    0

    (1)(2)(3)

    Unie

     

    0

    (1)(2)(3)

    TAC

     

    0

    (2)

    (1)

    Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en schelvis (OTH/*03A.). De bijvangsten van wijting en schelvis die krachtens deze bepaling op het quotum in mindering worden gebracht, en de bijvangsten van soorten die krachtens artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering worden gebracht, mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    (2)

    Dit quotum mag slechts worden gevangen van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025.

    (3)

    Overdrachten van dit quotum naar de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Dergelijke overdrachten moeten evenwel vooraf aan de Commissie en het Verenigd Koninkrijk worden gemeld.



    Tabel 114

    Soort:

    Sprot en geassocieerde bijvangsten

    Sprattus sprattus

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (SPR/2AC4-C)

    België

     

    0

    (1)(2)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    0

    (1)(2)

    Duitsland

     

    0

    (1)(2)

    Frankrijk

     

    0

    (1)(2)

    Nederland

    0

    (1)(2)

    Zweden

     

    0

    (1)(2)(3)

    Unie

     

    0

    (1)(2)

    Noorwegen

     

    0

    (1)

    Faeröer

    0

    (1)(4)

    Verenigd Koninkrijk

    0

    (1)

    TAC

     

    0

    (1)

    (1)

    Dit quotum mag slechts worden gevangen van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025.

    (2)

    Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting (OTH/*2AC4C). De bijvangsten van wijting die krachtens deze bepaling op het quotum in mindering worden gebracht en de bijvangsten van soorten die krachtens artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering worden gebracht, mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    (3)

    Inclusief zandspieringen.

    (4)

    Mag tot 4 % bijvangsten van haring bevatten.



    Tabel 115

    Soort:

    Sprot

    Sprattus sprattus

    Gebied:

    7d en 7e

    (SPR/7DE.)

    België

     

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    0

    (1)

    Duitsland

     

    0

    (1)

    Frankrijk

     

    0

    (1)

    Nederland

    0

    (1)

    Unie

     

    0

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    0

    (1)

    TAC

     

    0

    (1)

    (1)

    Dit quotum mag slechts worden gevangen van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025.



    Tabel 116

    Soort:

    Doornhaai

    Squalus acanthias

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 3a

    (DGS/03A-C.)

    Denemarken

     

    347

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Zweden

     

    816

    (1)

    Unie

     

    1 163

    (1)

    TAC

     

    1 163

    (1)

    (1)

    In de wateren van de Unie moet een maximumgrootte van 100 cm in acht worden genomen en moeten accidentele vangsten die groter zijn dan die maat, ongedeerd worden gelaten en onmiddellijk in zee worden teruggezet.



    Tabel 117

    Soort:

    Doornhaai

    Squalus acanthias

    Gebied:

    Wateren van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (DGS/2AC4-C)

    België

     

    59

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

     

    342

    (1)

    Duitsland

     

    62

    (1)

    Frankrijk

     

    109

    (1)

    Nederland

     

    94

    (1)

    Zweden

     

    5

    (1)

    Unie

     

    671

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    2 862

    (1)

    TAC

     

    3 533

    (1)

    (1)

    In de wateren van de Unie en het Verenigd Koninkrijk moet een maximumgrootte van 100 cm in acht worden genomen en moeten accidentele vangsten die groter zijn dan die maat, ongedeerd worden gelaten en onmiddellijk in zee worden teruggezet.



    Tabel 118

    Soort:

    Doornhaai

    Squalus acanthias

    Gebied:

    6,7 en 8; de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5; internationale wateren van 1, 12 en 14

    (DGS/15X14)

    België

     

    701

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

     

    150

    (1)

    Spanje

     

    363

    (1)

    Frankrijk

     

    2 989

    (1)

    Ierland

     

    1 887

    (1)

    Nederland

    10

    (1)

    Portugal

     

    15

    (1)

    Unie

     

    6 115

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    5 089

    (1)

    TAC

     

    11 204

    (1)

    (1)

    In de wateren van de Unie en het Verenigd Koninkrijk moet een maximumgrootte van 100 cm in acht worden genomen en moeten accidentele vangsten die groter zijn dan die maat, ongedeerd worden gelaten en onmiddellijk in zee worden teruggezet.



    Tabel 119

    Soort:

    Horsmakrelen en geassocieerde bijvangsten

    Trachurus spp.

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4b, 4c en 7d

    (JAX/4BC7D)

    België

     

    7

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    3 141

    (1)

    Duitsland

     

    277

    (1)(2)

    Spanje

     

    58

    (1)

    Frankrijk

     

    261

    (1)(2)

    Ierland

     

    198

    (1)

    Nederland

    1 891

    (1)(2)

    Portugal

     

    8

    (1)

    Zweden

     

    75

    (1)

    Unie

     

    5 916

     

    Noorwegen

     

    0

    (3)

    Verenigd Koninkrijk

    3 669

    (1)(2)

    TAC

     

    9 730

     

    (1)

    Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van evervis, schelvis, wijting en makreel (OTH/*4BC7D). De bijvangsten van evervis, schelvis, wijting en makreel die krachtens deze bepaling op het quotum in mindering worden gebracht en de bijvangsten van soorten die krachtens artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering worden gebracht, mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum in sector 7d wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor het volgende gebied: wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4a, 6, 7a-c, e-k, 8a-b, d-e, wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a, wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b, internationale wateren van 12 en 14 (JAX/*7D-EU).

    (3)

    Mag niet worden gevangen in de wateren van de Unie van 7d.



    Tabel 120

    Soort:

    Horsmakrelen en geassocieerde bijvangsten

    Trachurus spp.

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a en 4a; 6, 7a-c, e-k; 8a-b, d-e; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

    (JAX/2A-14)

    Denemarken

     

    1 224

    (1)(2)(4)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

     

    955

    (1)(2)(3)(4)(5)

    Spanje

     

    1 303

    (1)(5)

    Frankrijk

     

    492

    (1)(2)(3)(5)

    Ierland

     

    3 182

    (1)(2)

    Nederland

    3 833

    (1)(2)(3)

    Portugal

     

    126

    (1)(5)

    Zweden

     

    675

    (1)(2)

    Unie

     

    11 790

    (1)

    Faeröer

    0

    (1)(4)

    Verenigd Koninkrijk

    1 244

    (1)(2)(3)

    TAC

     

    13 250

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op horsmakreel niet toegestaan.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat vóór 30 juni in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a of 4a onder dit quotum wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4b, 4c en 7d (JAX/*2A4AC).

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in 7d (JAX/*07D.).

    (4)

    Beperkt tot 4a, 6a (uitsluitend ten noorden van 56°30′ NB), 7e, 7f en 7h.

    (5)

    Bijzondere voorwaarde: tot 80 % van dit quotum mag worden gevangen in 8c (JAX/*08C2).



    Tabel 121

    Soort:

    Horsmakrelen

    Trachurus spp.

    Gebied:

    8c

    (JAX/08C.)

    Spanje

     

    1 878

    (1)(2)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

     

    33

    (1)

    Portugal

     

    186

    (1)(2)

    Unie

     

    2 097

    (1)

    TAC

     

    2 097

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op horsmakreel niet toegestaan.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: tot 10 % van dit quotum mag worden gevangen in 9 (JAX/*09.).



    Tabel 122

    Soort:

    Kever en geassocieerde bijvangsten

    Trisopterus esmarkii

    Gebied:

    3a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

    (NOP/2A3A4.)

    Jaar

    2024

     

    2025

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    8 226

    (1)(3)

    0

    (1)(6)

    Duitsland

    2

    (1)(2)(3)

    0

    (1)(2)(6)

    Nederland

    6

    (1)(2)(3)

    0

    (1)(2)(6)

    Unie

    8 234

    (1)(3)

    0

    (1)(6)

    Noorwegen

    2 058

    (4)

    0

    (4)

    Faeröer

    0

    (5)

    0

    (5)

    Verenigd Koninkrijk

    0

    (2)(3)

    0

    (2)(6)

    TAC

    10 292

     

    0

     

    (1)

    Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van schelvis en wijting (OT2/*2A3A4). De bijvangsten van schelvis en wijting die krachtens deze bepaling op het quotum in mindering worden gebracht en de bijvangsten van soorten die krachtens artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering worden gebracht, mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

    (2)

    Het quotum mag alleen worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van de ICES-gebieden 2a, 3a en 4.

    (3)

    Mag alleen worden gevangen van 1 november 2023 tot en met 31 oktober 2024.

    (4)

    Er moet een sorteerrooster worden gebruikt.

    (5)

    Er moet een sorteerrooster worden gebruikt. Met inbegrip van maximaal 15 % onvermijdelijke bijvangsten (NOP/*2A3A4), die op dit quotum in mindering moeten worden gebracht.

    (6)

    Mag alleen worden gevangen van 1 november 2024 tot en met 31 oktober 2025.



    Tabel 123

    Soort:

    Industriële vis

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (I/F/04-N.)

    Zweden

     

    800

    (1)(2)

    Voorzorgs-TAC

    Unie

     

    800

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis moeten in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: waarvan niet meer dan de volgende hoeveelheid horsmakrelen (JAX/*04-N.):

     

    Nog vast te stellen

     



    Tabel 124

    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 6 en 7

    (OTH/67-EU)

    Unie

     

    Niet van toepassing

     

    Voorzorgs-TAC

    Noorwegen

     

    p.m.

    (1)

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Uitsluitend vangsten met beuglijnen.



    Tabel 125

    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    Noorse wateren van 4

    (OTH/04-N.)

    België

     

    14

     

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

     

    1 320

     

    Duitsland

     

    149

     

    Frankrijk

     

    61

     

    Nederland

    106

     

    Zweden

     

    Niet van toepassing

    (1)

    Unie

     

    1 650

    (2)

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Quotum voor “andere soorten” dat Noorwegen aan Zweden heeft toegekend bij wijze van traditie.

    (2)

    Soorten waarvoor geen andere TAC’s gelden.



    Tabel 126

    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 4 en 6a ten noorden van 56°30’ NB

    (OTH/46AN-EU)

    Unie

     

    Niet van toepassing

     

    Voorzorgs-TAC

    Noorwegen

     

    500

    (1)(2)

    Faeröer

    0

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Beperkt tot 4 (OTH/*4 -EU).

    (2)

    Soorten waarvoor geen andere TAC’s gelden.

    DEEL C

    Quotumruilmechanisme voor TAC’s voor onvermijdelijke bijvangsten

    De in artikel 8, lid 4, van deze verordening genoemde TAC’s zijn de volgende:

    Voor België: tong in 7a; tong in 7f en 7g; tong in 7e; tong in 8a en 8b; scharretongen in 7; schelvis in 7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1; langoustine in 7; kabeljauw in 7a; schol in 7f en 7g; schol in 7h, 7j en 7k; roggen in 6a, 6b, 7a-c en 7e-k.

    Voor Frankrijk: makreel in 3a en 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van de Unie van 3b, 3c en de deelsectoren 22-32; haring in 4, 7d en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; horsmakrelen in wateren van de Unie van 4b, 4c en 7d; wijting in 7b-k; schelvis in 7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1; tong in 7f en 7g; wijting in 8; zeebrasem in 6, 7 en 8; evervis in 6, 7 en 8; makreel in 6, 7, 8a, 8b, 8d en 8e; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 2a, 12 en 14; roggen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 6a, 6b, 7a-c en 7e-k; roggen in wateren van de Unie van 7d; roggen in wateren van de Unie van 8 en 9; golfrog in 7d en 7e.

    Voor Ierland: zeeduivel in 6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14; zeeduivel in 7; langoustine in functionele eenheid 16 van deelgebied 7.




    BIJLAGE IB

    NOORDOOSTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN EN GROENLAND, ICES-DEELGEBIEDEN 1, 2, 5, 12 EN 14 EN GROENLANDSE WATEREN VAN NAFO 1



    Tabel 1

    Soort:

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied:

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Faeröer en van Noorwegen en internationale wateren van 1 en 2

    (HER/1/2-)

    België

    8

     

    Analytische TAC

    Denemarken

    7 797

     

    Duitsland

    1 365

     

    Spanje

    26

     

    Frankrijk

    336

     

    Ierland

    2 019

     

    Nederland

    2 791

     

    Polen

    395

     

    Portugal

    26

     

    Finland

    121

     

    Zweden

    2 889

     

    Unie

    17 773

     

    Verenigd Koninkrijk

    Niet van toepassing

     

    TAC

    390 010

     

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van voornoemde quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheid:

    Noorse wateren ten noorden van 62° NB en het visserijgebied rond Jan Mayen (HER/*2AJMN)

     

    15 107

     

     

    2, 5b ten noorden van 62° NB (wateren van de Faeröer) (HER/*25B-F)



    België

    Nog vast te stellen

    Denemarken

    Nog vast te stellen

    Duitsland

    Nog vast te stellen

    Spanje

    Nog vast te stellen

    Frankrijk

    Nog vast te stellen

    Ierland

    Nog vast te stellen

    Nederland

    Nog vast te stellen

    Polen

    Nog vast te stellen

    Portugal

    Nog vast te stellen

    Finland

    Nog vast te stellen

    Zweden

    Nog vast te stellen



    Tabel 2

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (COD/1N2AB.)

    Duitsland

    2 269

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Griekenland

    282

     

    Spanje

    2 533

     

    Ierland

    282

     

    Frankrijk

    2 084

     

    Portugal

    2 533

     

    Unie

    9 983

     

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 3

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

    (COD/N1GL14)

    Duitsland

    1 950

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    1 950

    (1)

     

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Mag niet worden gevangen van 1 maart tot en met 31 mei in het beheersgebied Kleine Bank binnen de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

     

    1

    65°00' NB

    38°00' WL

     

    2

    65°00' NB

    35°15' WL

     

    3

    64°00' NB

    35°15' WL

     

    4

    64°00' NB

    38°00' WL

     



    Tabel 4

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    Wateren rond Spitsbergen; internationale wateren van 1 en 2b

    (COD/1/2B.)

    Duitsland

    2 455

    (1)(2)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    6 346

    (1)(2)

    Frankrijk

    1 048

    (1)(2)

    Polen

    1 151

    (1)(2)

    Portugal

    1 340

    (1)(2)

    Andere lidstaten

    84

    (1)(2)(3)

    Unie

    12 424

    (1)(2)

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de geassocieerde bijvangsten van schelvis laten de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen onverlet.

    (2)

    Bijvangsten van schelvis mogen per trek hoogstens 14 % uitmaken. De bijvangsten van schelvis komen bovenop het quotum voor kabeljauw.

    (3)

    Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen en Portugal. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (COD/1/2B_AMS).



    Tabel 5

    Soort:

    Kabeljauw en schelvis

    Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Wateren van de Faeröer van 5b

    (C/H/05B-F.)

    Duitsland

    Nog vast te stellen

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    Nog vast te stellen

     

    Unie

    Nog vast te stellen

     

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 6

    Soort:

    Grenadiervissen

    Macrourus spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van 5 en 14

    (GRV/514GRN)

    Unie

    60

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

    (2)

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/514GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    (2)

    De onderstaande hoeveelheid, uitgedrukt in ton, wordt toegewezen aan Noorwegen. Bijzondere voorwaarde voor deze hoeveelheid: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/514GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    40

     

     



    Tabel 7

    Soort:

    Grenadiervissen

    Macrourus spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1

    (GRV/N1GRN.)

    Unie

    45

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

    (2)

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN.) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RNG/N1GRN.) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    (2)

    De onderstaande hoeveelheid, uitgedrukt in ton, wordt toegewezen aan Noorwegen. Bijzondere voorwaarde voor deze hoeveelheid: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN. en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RNG/N1GRN.) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    55

     

     



    Tabel 8

    Soort:

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied:

    2b

    (CAP/02B.)

    Unie

    0

     

    Analytische TAC

    TAC

    0

     



    Tabel 9

    Soort:

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied:

    Groenlandse wateren van 5 en 14

    (CAP/514GRN)

    Denemarken

    0

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    0

     

    Zweden

    0

     

    Alle lidstaten

    0

    (1)

    Unie

    0

    (2)

    Noorwegen

    0

    (2)

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Denemarken, Duitsland en Zweden mogen pas gebruikmaken van het quotum voor “alle lidstaten” wanneer zij hun eigen quotum hebben opgebruikt. Lidstaten waaraan meer dan 10 % van het quotum van de Unie is toegewezen, mogen het quotum voor “alle lidstaten” helemaal niet gebruiken. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (CAP/514GRN_AMS).

    (2)

    Voor een vangstperiode van 15 oktober 2024 tot en met 15 april 2025.



    Tabel 10

    Soort:

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (HAD/1N2AB.)

    Duitsland

    312

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    188

     

    Unie

    500

     

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 11

    Soort:

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied:

    Wateren van de Faeröer

    (WHB/2A4AXF)

    Denemarken

    Nog vast te stellen

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    Nog vast te stellen

     

    Frankrijk

    Nog vast te stellen

     

    Nederland

    Nog vast te stellen

     

    Unie

    Nog vast te stellen

    (1)

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Onvermijdelijke bijvangsten van grote zilvervis moeten op dit quotum in mindering worden gebracht.



    Tabel 12

    Soort:

    Leng en blauwe leng

    Molva molva en molva dypterygia

    Gebied:

    Wateren van de Faeröer van 5b

    (B/L/05B-F.)

    Duitsland

    Nog vast te stellen

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    Nog vast te stellen

     

    Unie

    Nog vast te stellen

    (1)

    TAC

    Nog vast te stellen

     

    (1)

    Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaartvis mogen tot maximaal de volgende hoeveelheid op dit quotum in mindering worden gebracht (OTH/*05B-F):

    Nog vast te stellen

     



    Tabel 13

    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    Groenlandse wateren van 5 en 14

    (PRA/514GRN)

    Denemarken

    1 650

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    1 650

     

    Unie

    3 300

     

    Noorwegen

    1 700

     

    Faeröer

    0

     

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 14

    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1

    (PRA/N1GRN.)

    Denemarken

    1 250

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    1 250

     

    Unie

    2 500

     

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 15

    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (POK/1N2AB.)

    Duitsland

    474

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    76

     

    Unie

    550

     

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 16

    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    Internationale wateren van 1 en 2

    (POK/1/2INT)

    Unie

    0

     

    Analytische TAC

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 17

    Soort:

    Zwarte koolvis

    Pollachius virens

    Gebied:

    Wateren van de Faeröer van 5b

    (POK/05B-F.)

    België

    Nog vast te stellen

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    Nog vast te stellen

     

    Frankrijk

    Nog vast te stellen

     

    Nederland

    Nog vast te stellen

     

    Unie

    Nog vast te stellen

     

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 18

    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (GHL/1N2AB.)

    Duitsland

    175

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    175

    (1)

     

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Tabel 19

    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Internationale wateren van 1 en 2

    (GHL/1/2INT)

    Unie

    1 711

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Tabel 20

    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1

    (GHL/N1G-S68)

    Duitsland

    1 700

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    1 700

    (1)

    Noorwegen

    325

    (1)

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Moet worden gevangen ten zuiden van 68° NB.



    Tabel 21

    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

    (GHL/5-14GL)

    Duitsland

    4 000

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    4 000

    (1)

    Noorwegen

    650

     

    Faeröer

    0

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Mag met niet meer dan zes vissersvaartuigen tegelijkertijd worden bevist.



    Tabel 22

    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes mentella

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (REB/1N2AB.)

    Duitsland

    851

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    106

     

    Frankrijk

    93

     

    Portugal

    450

     

    Unie

    1 500

     

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 23

    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Internationale wateren van 1 en 2

    (RED/1/2INT)

    Unie

    Nog vast te stellen

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Mag alleen worden gevangen van 1 juli tot en met 31 december. Vissersvaartuigen beperken hun bijvangsten van roodbaars in andere visserijen tot maximaal 1 % van de totale aan boord gehouden vangst.



    Tabel 24

    Soort:

    Roodbaarzen (pelagisch)

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

    (RED/N1G14P)

    Duitsland

    0

    (1)(2)(3)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    0

    (1)(2)(3)

    Unie

    0

    (1)(2)(3)

    Noorwegen

    0

    (1)(2)

    Faeröer

    0

    (1)(2)(4)

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 31 december.

    (2)

    Mag alleen worden gevangen in Groenlandse wateren binnen het beschermingsgebied voor roodbaarzen dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

     

    1

    64°45' NB

    28°30' WL

     

    2

    62°50' NB

    25°45' WL

     

    3

    61°55' NB

    26°45' WL

     

    4

    61°00' NB

    26°30' WL

     

    5

    59°00' NB

    30°00' WL

     

    6

    59°00' NB

    34°00' WL

     

    7

    61°30' NB

    34°00' WL

     

    8

    62°50' NB

    36°00' WL

     

    9

    64°45' NB

    28°30' WL

     

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: dit quotum mag ook worden gevangen in de internationale wateren van bovengenoemd beschermingsgebied voor roodbaarzen (RED/*5-14P).

    (4)

    Mag alleen worden gevangen in Groenlandse wateren van 5 en 14 (RED/*514GN).



    Tabel 25

    Soort:

    Roodbaarzen (demersaal)

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5 en 14

    (RED/N1G14D)

    Duitsland

    1 085

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    5

    (1)

    Unie

    1 090

    (1)

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Mag uitsluitend met trawls worden gevangen, en uitsluitend ten noorden en ten westen van de lijn die door de volgende coördinaten wordt bepaald:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

     

    1

    59°15' NB

    54°26' WL

     

    2

    59°15' NB

    44°00' WL

     

    3

    59°30' NB

    42°45' WL

     

    4

    60°00' NB

    42°00' WL

     

    5

    62°00' NB

    40°30' WL

     

    6

    62°00' NB

    40°00' WL

     

    7

    62°40' NB

    40°15' WL

     

    8

    63°09' NB

    39°40' WL

     

    9

    63°30' NB

    37°15' WL

     

    10

    64°20' NB

    35°00' WL

     

    11

    65°15' NB

    32°30' WL

     

    12

    65°15' NB

    29°50' WL

     



    Tabel 26

    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    Wateren van de Faeröer van 5b

    (RED/05B-F.)

    België

    Nog vast te stellen

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    Nog vast te stellen

     

    Frankrijk

    Nog vast te stellen

     

    Unie

    Nog vast te stellen

     

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 27

    Soort:

    Andere soorten

    Gebied:

    Noorse wateren van 1 en 2

    (OTH/1N2AB.)

    Duitsland

    125

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    50

    (1)

    Unie

    175

    (1)

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Tabel 28

    Soort:

    Andere soorten(1)

    Gebied:

    Wateren van de Faeröer van 5b

    (OTH/05B-F.)

    Duitsland

    Nog vast te stellen

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    Nog vast te stellen

     

    Unie

    Nog vast te stellen

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Exclusief vissoorten zonder handelswaarde.



    Tabel 29

    Soort:

    Platvissen

    Gebied:

    Wateren van de Faeröer van 5b

    (FLX/05B-F.)

    Duitsland

    Nog vast te stellen

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    Nog vast te stellen

     

    Unie

    Nog vast te stellen

     

    TAC

    Niet van toepassing

     



    Tabel 30

    Soort:

    Bijvangsten(1)

    Gebied:

    Groenlandse wateren

    (B-C/GRL)

    Unie

    600

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Bijvangsten van grenadiervissen (Macrourus spp.) moeten worden gerapporteerd overeenkomstig de volgende vangstmogelijkhedentabellen: grenadiervissen in de Groenlandse wateren van 5 en 14 (GRV/514GRN) en grenadiervissen in de Groenlandse wateren van NAFO 1 (GRV/N1GRN.).




    BIJLAGE IC

    NOORDWESTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN – NAFO-VERDRAGSGEBIED



    Tabel 1

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    NAFO 2J3KL

    (COD/N2J3KL)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Tabel 2

    Soort:

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (COD/N3NO.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 000 kg of van 4 % indien dat meer is.



    Tabel 3

    Soort:

    Kabel-jauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    NAFO 3M

    (COD/N3M.)

    Estland

    130,0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    545,0

    (1)

    Letland

    130,0

    (1)

    Litouwen

    130,0

    (1)

    Polen

    444,0

    (1)

    Spanje

    1 675,0

    (1)

    Frankrijk

    234,0

    (1)

    Portugal

    2 297,9

    (1)

    Unie

    5 585,9

    (1)

    TAC

    11 708

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan tussen 1 januari 00.00 uur UTC en 31 maart 24.00 uur UTC. In deze periode mag deze soort uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250  kg of van 5 % indien dat meer is.



    Tabel 4

    Soort:

    Witje

    Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied:

    NAFO 3L

    (WIT/N3L.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Tabel 5

    Soort:

    Witje

    Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (WIT/N3NO.)

    Estland

    61

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Letland

    60

     

    Litouwen

    60

     

    Unie

    181

     

    TAC

    1 367

     



    Tabel 6

    Soort:

    Lange schar

    Hippoglossoides platessoides

    Gebied:

    NAFO 3M

    (PLA/N3M.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Tabel 7

    Soort:

    Lange schar

    Hippoglossoides platessoides

    Gebied:

    NAFO 3LNO

    (PLA/N3LNO.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Tabel 8

    Soort:

    Kortvinpijlinktvis

    Illex illecebrosus

    Gebied:

    NAFO-deelgebieden 3 en 4

    (SQI/N34.)

    Estland

    128

    (1)(2)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Letland

    128

    (1)(2)

    Litouwen

    128

    (1)(2)

    Polen

    227

    (1)(2)

    Andere lidstaten

    29 467

    (1)(2)(3)

    Unie

    30 078

    (1)(4)

    TAC

    34 000

     

    (1)

    Tussen 00.00 uur UTC op 1 januari en 24.00 uur UTC op 30 juni mag geen enkel vaartuig op pijlinktvis vissen.

    (2)

    Gedurende een vrijstellingstermijn van ten hoogste twee weken in de periode 1 juli tot en met 31 december worden tot een maximum van drie trekken waarbij een andere bij deze verordening aan vangstmogelijkheden in het NAFO-verdragsgebied onderworpen soort, zijnde geen inktvis, het grootste gewichtspercentage van de totale vangst van de trek vertegenwoordigt, niet als gerichte visserij aangemerkt, mits het vissersvaartuig een waarnemer aan boord heeft, een maaswijdte van ten hoogste 60 mm hanteert, en voldoet aan de meldings- en rapportage-verplichtingen bij gebruik van de tweeweekse uitzonderingsperiode. Na elke trek begeeft het vissersvaartuig zich tijdens de navolgende trek onmiddellijk ten minste 10 zeemijl van de plaats van de vorige trek vandaan.

    (3)

    Deze hoeveelheid is beschikbaar voor Canada en de lidstaten, met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (SQI/N34_AMS).

    (4)

    Komt overeen met de som van de quota voor Estland, Letland, Litouwen en Polen en het niet-gespecificeerde aandeel van de Unie dat beschikbaar is voor Canada en voor de lidstaten, met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen.



    Tabel 9

    Soort:

    Geelstaartschar

    Limanda ferruginea

    Gebied:

    NAFO 3LNO

    (YEL/N3LNO.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    15 560

     

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 2 500 kg of van 10 % indien dat meer is. Indien de Unie evenwel een quotum voor “overige” toegewezen krijgt, mogen de bijvangsten, zodra het quotum voor “overige” is opgebruikt, niet groter zijn dan 1 250 kg of 5 % indien dat meer is.

    Indien er na een overdracht of uitwisseling van quota of na een charter gericht gevist wordt, geldt evenwel het volgende:

    a)  een bijvangst van 15% aan lange schar is toegestaan. Echter, indien er een waarnemer op het vissersvaartuig aanwezig is:

    i)  is dit maximum gelijk aan 2 900 kg of 15%, afhankelijk van wat meer is, en

    ii)  een vaartuig mag de onder i) genoemde maxima voor bijvangsten aan lange schar die gedurende de eerste negen visdagen in het gereglementeerde NAFO-gebied aan boord worden gehouden, overschrijden, mits de bijvangst aan lange schar aan het einde van die termijn ten hoogste 15% bedraagt of, indien dit eerder plaatsvindt, het vaartuig het gereglementeerde NAFO-gebied verlaat;

    b)  de eerste twee keer dat vangsten aan lange schar het hoogste gewichtspercentage van de totale vangst in een trek vertegenwoordigen, worden deze vangsten als incidentele vangst aangemerkt, maar moet het vissersvaartuig zich tijdens de navolgende trek onmiddellijk ten minste 10 zeemijl van de plaats van de vorige trek vandaan begeven.



    Tabel 10

    Soort:

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (CAP/N3NO.)

    Unie

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Tabel 11

    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    NAFO 3LNO(1)(2)

    (PRA/N3LNOX)

    Estland

    0

    (3)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Letland

    0

    (3)

    Litouwen

    0

    (3)

    Polen

    0

    (3)

    Spanje

    0

    (3)

    Portugal

    0

    (3)

    Unie

    0

    (3)

    TAC

    0

    (3)

    (1)

    Met uitzondering van het vak dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

     

    1

    47°20'00'' NB

    46°40'00'' WL

     

    2

    47°20'00'' NB

    46°30'00'' WL

     

    3

    46°00'00'' NB

    46°30'00'' WL

     

    4

    46°00'00'' NB

    46°40'00'' WL

     

    (2)

    Vissen in wateren met een diepte van minder dan 200 m is verboden in het gebied ten westen van een lijn die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbindt:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

     

    1

    46°00'00'' NB

    47°49'00'' WL

     

    2

    46°25'00'' NB

    47°27'00'' WL

     

    3

    46°42'00'' NB

    47°25'00'' WL

     

    4

    46°48'00'' NB

    47°25'50'' WL

     

    5

    47°16'50'' NB

    47°43'50'' WL

     

    (3)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Tabel 12

    Soort:

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied:

    NAFO 3M(1)

    (PRA/*N3M.)

    TAC

    Niet van toepassing

    (2)

    Analytische TAC

    (1)

    De vaartuigen mogen ook op dit bestand vissen in sector 3L, in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

     

    1

    47°20'00'' NB

    46°40'00'' WL

     

    2

    47°20'00'' NB

    46°30'00'' WL

     

    3

    46°00'00'' NB

    46°30'00'' WL

     

    4

    46°00'00'' NB

    46°40'00'' WL

     

    Daarnaast wordt de visserij op garnaal van 1 juni tot en met 31 december verboden in het gebied dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

     

    1

    47°55'00'' NB

    45°00'00'' WL

     

    2

    47°30'00'' NB

    44°15'00'' WL

     

    3

    46°55'00'' NB

    44°15'00'' WL

     

    4

    46°35'00'' NB

    44°30'00'' WL

     

    5

    46°35'00'' NB

    45°40'00'' WL

     

    6

    47°30'00'' NB

    45°40'00'' WL

     

    7

    47°55'00'' NB

    45°00'00'' WL

     

    (2)

    Niet van toepassing. De visserij wordt beheerd door middel van beperkingen van de visserijinspanning (EFF/*N3M.). De betrokken lidstaten geven vismachtigingen af voor hun vaartuigen die deze visserij uitoefenen, en stellen de Commissie vóór het begin van de activiteiten van de vaartuigen in kennis van deze afgifte overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    Lidstaat

    Maximaal aantal visdagen

     

     

    Denemarken

    0

     

     

    Estland

    0

     

     

    Spanje

    0

     

     

    Letland

    0

     

     

    Litouwen

    0

     

     

    Polen

    0

     

     

    Portugal

    0

     

     



    Tabel 13

    Soort:

    Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied:

    NAFO 3LMNO

    (GHL/N3LMNO)

    Estland

    304

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    311

     

    Letland

    43

     

    Litouwen

    22

     

    Spanje

    4 162

     

    Portugal

    1 741

     

    Unie

    6 583

     

    TAC

    11 228

     



    Tabel 14

    Soort:

    Roggen

    Rajidae

    Gebied:

    NAFO 3LNO

    (SKA/N3LNO.)

    Estland

    283

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Litouwen

    62

     

    Spanje

    3 403

     

    Portugal

    660

     

    Unie

    4 408

     

    TAC

    7 000

     



    Tabel 15

    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO 3LN

    (RED/N3LN.)

    Estland

    895

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    615

     

    Letland

    895

     

    Litouwen

    895

     

    Unie

    3 300

     

    TAC

    18 100

     



    Tabel 16

    Soort:

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO 3M

    (RED/N3M.)

    Estland

    1 571

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    513

    (1)

    Letland

    1 571

    (1)

    Litouwen

    1 571

    (1)

    Spanje

    233

    (1)

    Portugal

    2 354

    (1)

    Unie

    7 813

    (1)

    TAC

    17 503

    (1)

    (1)

    Dit quotum geldt voor zover de TAC die voor dit bestand voor alle NAFO-partijen is vastgesteld, wordt nageleefd. Binnen die TAC mag vóór 1 juli niet meer dan de volgende tussentijdse hoeveelheid worden gevangen:

     

    8 752

     



    Tabel 17

    Soort:

    Rood-baarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO 3O

    (RED/N3O.)

    Spanje

    1 771

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    5 229

     

    Unie

    7 000

     

    TAC

    20 000

     



    Tabel 18

    Soort:

    Rood-baarzen

    Sebastes spp.

    Gebied:

    NAFO-deelgebied 2, sectoren 1F en 3K

    (RED/N1F3K.)

    Letland

    0

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Litouwen

    0

    (1)

    Unie

    0

    (1)

    TAC

    0

    (1)

    (1)

    In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



    Tabel 19

    Soort:

    Witte heek

    Urophycis tenuis

    Gebied:

    NAFO 3NO

    (HKW/N3NO.)

    Spanje

    255

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    333

     

    Unie

    588

    (1)

    TAC

    1 000

     

    (1)

    Indien de verdragsluitende partijen bij de NAFO een TAC van 2 000 ton bekrachtigen met een positieve stemming overeenkomstig de NAFO-regels, zijn de overeenkomstige quota van de Unie en de lidstaten als volgt:

    Spanje

    509

     

    Portugal

    667

     

    Unie

    1 176

     




    BIJLAGE ID

    ICCAT-VERDRAGSGEBIED



    Tabel 1

    Soort:

    Atlantische zeilvis

    Istiophorus albicans

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL

    (SAI/AE45W)

    TAC

    1 271,00

     

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

     

     

     

     

     



    Tabel 2

    Soort:

    Atlantische zeilvis

    Istiophorus albicans

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten westen van 45° WL

    (SAI/AW45W)

    TAC

    1 030,00

     

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

     

     

     

     

     



    Tabel 3

    Soort:

    Blauwe marlijn

    Makaira nigricans

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

    (BUM/ATLANT)

    Spanje

    22,77

     

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    332,82

     

     

    Portugal

    46,21

     

     

    Unie

    401,80

     

     

    TAC

    1 670

     

     



    Tabel 4

    Soort:

    Blauwe haai

    Prionace glauca

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

    (BSH/AN05N)

    Ierland

    0,72

     

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    20 309,50

     

     

    Frankrijk

    113,96

     

     

    Portugal

    4 024,82

     

     

    Unie

    24 449,00

     

    (1)

    TAC

    30 000

     

     

    (1)

    Na overdracht van 348 ton aan Marokko.



    Tabel 5

    Soort:

    Blauwe haai

    Prionace glauca

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

    (BSH/AS05N)

    Spanje

    12 498,27

     

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    4 906,73

     

     

    Unie

    17 405,00

     

     

    TAC

    27 711,00

     

     



    Tabel 6

    Soort:

    Witte marlijn

    Tetrapturus albidus

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

    (WHM/ATLANT)

    Spanje

    30,50

     

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    19,50

     

     

    Unie

    50,00

     

     

    TAC

    355

     

     

    ▼M1



    Tabel 7

    Soort:

    Noord-Atlantische witte tonijn

     

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

     

    Thunnus alalunga

     

     

    (ALB/AN05N)

     

    Ierland

    4 310,57

     

     

    Analytische TAC

     

     

    Spanje

    24 295,97

     

     

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    7 641,47

     

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    2 664,72

     

     

     

     

     

     

    Unie

    38 912,73

     

    (1)(2)

     

     

     

     

    TAC

    47 251

     

     

     

     

     

     

    (1)

    Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort vist, bedraagt: 1 241 .

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limiet van dit quotum mag niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheid worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk (ALB/*AN05N-UK): 280,00.



    Tabel 8

    Soort:

    Zuid-Atlantische witte tonijn

     

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

     

    Thunnus alalunga

     

     

    (ALB/AS05N)

     

    Spanje

    1 051,30

     

     

    Analytische TAC

     

     

    Frankrijk

    345,49

     

     

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    735,71

     

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    2 132,50

     

     

     

     

     

     

    TAC

    28 000

     

     

     

     

     

     

    ▼B



    Tabel 9

    Soort:

    Mediterrane witte tonijn

    Thunnus alalunga

    Gebied:

    Middellandse Zee

    (ALB/MED)

    Grieken-land

    399,12

     

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    103,03

     

     

    Frankrijk

    14,97

     

     

    Kroatië

    6,98

     

     

    Italië

    1 168,74

     

     

    Cyprus

    430,99

     

     

    Malta

    41,10

     

     

    Unie

    2 164,93

     

    (4)

    TAC

    2 500

     

    (1)(2)(3)

    (1)

    Ter bescherming van jonge zwaardvis geldt van 1 oktober tot en met 30 november ook een sluitingsperiode voor beugschepen die op mediterrane witte tonijn vissen. Daarnaast mag mediterrane witte tonijn, hetzij als doelsoort, hetzij als bijvangst, gedurende de volgende perioden niet worden gevangen, aan boord gehouden, overgeladen of aangeland:

    — Griekenland, Kroatië, Italië en Cyprus: van 1 oktober tot en met 30 november en van 1 tot en met 31 maart;

    — Spanje, Frankrijk en Malta: van 1 januari tot en met 31 maart.

    (2)

    Elke lidstaat beperkt het aantal vissersvaartuigen dat op mediterrane witte tonijn mag vissen, tot het aantal vissersvaartuigen dat in 2017 op deze soort mocht vissen. De lidstaten kunnen op deze capaciteitslimiet een tolerantie van 10 % toepassen.

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: bijvangsten van witte tonijn moeten op dit quotum in mindering worden gebracht, maar moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (ALB/MED-BC). Dode vangsten witte tonijn die afkomstig zijn van de sportvisserij of de recreatievisserij, moeten op dit quotum in mindering worden gebracht, maar moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (ALB/MED-SR).

    (4)

    Na overdracht van 75 ton uit Turkije.



    Tabel 10

    Soort:

    Geelvintonijn

    Thunnus albacares

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

    (YFT/ATLANT)

    TAC

    110 000

     

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

     

     

     

     

     

    (1)

    Vangsten van geelvintonijn door ringzegenvaartuigen (YFT/*ATLPS) en beugvisserijvaartuigen met een lengte over alles van 20 m of meer (YFT/*ATLLL) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

    ▼M1



    Tabel 11

    Soort:

    Grootoogtonijn

     

     

    Gebied:

    Atlantische Oceaan

     

     

    Thunnus obesus

     

     

     

    (BET/ATLANT)

     

    Spanje

    8 079,90

     

    (1)

    Analytische TAC

     

     

    Frankrijk

    3 431,99

     

    (1)

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    3 067,50

     

    (1)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    14 579,39

     

    (1)

     

     

     

     

    TAC

    62 000

     

    (1)

     

     

     

     

    (1)

    Vangsten van grootoogtonijn door ringzegenvaartuigen (BET/*ATLPS) en beugvisserijvaartuigen met een lengte over alles van 20 m of meer (BET/*ATLLL) moeten afzonderlijk worden gerapporteerd. Met ingang van juni moeten de lidstaten, wanneer 80 % van het quotum bereikt is, de vangsten van die vissersvaartuigen wekelijks doorgeven.

    ▼B



    Tabel 12

    Soort:

    Blauwvintonijn

    Thunnus thynnus

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee

    (BFT/AE45WM)

    Cyprus

    188,09

     

    (4)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Grieken-land

    349,61

     

     

    Spanje

    6 783,67

     

    (2)(4)

    Frankrijk

    6 693,70

     

    (2)(3)(4)

    Kroatië

    1 057,97

     

    (6)

    Italië

    5 283,00

     

    (4)(5)

    Malta

    433,43

     

    (4)

    Portugal

    637,88

     

     

    Andere lidstaten

    75,65

     

    (1)

    Unie

    21 503,00

     

    (2)(3)(4)(5)

    TAC

    40 570

     

    (1)

    (1)

    Met uitzondering van Cyprus, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Malta en Portugal, en uitsluitend als bijvangst. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (BFT/AE45WM_AMS).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8301):

    Spanje

    1 027,76

     

    Frankrijk

    477,45

     

    Unie

    1 505,21

     

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht van ten minste 6,4 kg of een lengte van ten minste 70 cm van de in bijlage VI, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*641):

    Frankrijk

    100,00

     

    Unie

    100,00

     

    (4)

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 2, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8302):

    Spanje

    135,67

     

    Frankrijk

    133,87

     

    Italië

    105,66

     

    Cyprus

    3,76

     

    Malta

    8,67

     

    Unie

    387,63

     

    ▼M1

    (5)

    Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*643):

     

    Italië

    105,66

     

     

    Unie

    105,60

     

    (6)

    Bijzondere voorwaarde: binnen deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm voor kweekdoeleinden van de in bijlage VI, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8303F):

     

    Kroatië

    952,17

     

     

    Unie

    52,17

     

    ▼B



    Tabel 13

    Soort:

    Kortvinmakreelhaai

    Isurus oxyrinchus

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

    (SMA/AS05N)

    Unie

    503,00

     

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

     

     

     

     

    TAC

    1 325

     

    (1)(2)

    (1)

    Quotum vastgesteld met het oog op de toepassing van de door de Unie toegestane hoeveelheid bijvangsten die aan boord mag worden gehouden voor dit bestand.

    (2)

    Uitsluitend voor bijvangsten.

    ▼M1



    Tabel 14

    Soort:

    Zwaardvis

     

     

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

     

    Xiphias gladius

     

     

     

    (SWO/AN05N)

     

    Spanje

    6 294,13

     

    (2)

    Analytische TAC

     

     

    Portugal

    1 143,97

     

    (2)

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Andere lidstaten

    168,10

     

    (1)(2)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    7 606,20

     

     

     

     

     

     

    TAC

    13 200

     

     

     

     

     

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (SWO/AN05N_AMS).

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: tot 2,39 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB worden gevangen (SWO/*AS05N). Vangsten in het kader van deze bijzondere voorwaarde die op het gedeelde quotum in mindering moeten worden gebracht, worden afzonderlijk gerapporteerd (SWO/*AS05N_AMS).



    Tabel 15

    Soort:

    Zwaardvis

     

     

    Gebied:

    Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

     

    Xiphias gladius

     

     

     

    (SWO/AS05N)

     

    Spanje

    4 978,46

     

    (1)

    Analytische TAC

     

     

    Portugal

    327,94

     

    (1)

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    5 306,40

     

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

    10 000

     

     

     

     

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: tot 3,51 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB worden gevangen (SWO/*AN05N).



    Tabel 16

    Soort:

    Zwaardvis

     

     

    Gebied:

    Middellandse Zee

     

     

    Xiphias gladius

     

     

     

    (SWO/MED)

     

    Kroatië

    13,74

     

    (1)(2)

    Analytische TAC

     

     

    Cyprus

    50,67

     

    (1)(2)

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    1 565,04

     

    (1)(2)

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    109,08

     

    (1)(2)

     

     

     

     

    Griekenland

    1 036,02

     

    (1)(2)

     

     

     

     

    Italië

    3 208,44

     

    (1)(2)

     

     

     

     

    Malta

    380,64

     

    (1)(2)

     

     

     

     

    Unie

    6 363,63

     

    (1)(2)

     

     

     

     

    TAC

    9 017

     

     

     

     

     

     

    (1)

    Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 april tot en met 31 december.

     

     

    (2)

    Bijzondere voorwaarde: bijvangsten van mediterrane zwaardvis moeten op dit quotum in mindering worden gebracht, maar moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (SWO/MED-BC). Dode vangsten mediterrane zwaardvis die afkomstig zijn van de sportvisserij of de recreatievisserij, moeten op dit quotum in mindering worden gebracht, maar moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (SWO/MED-SR)..

    ▼B




    BIJLAGE IE

    ZUIDOOSTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN – SEAFO-VERDRAGSGEBIED

    De TAC’s van deze bijlage worden niet over de Seafo-partijen verdeeld, waardoor het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten worden gemonitord door het secretariaat van de Seafo, dat aan de verdragsluitende partijen van de Seafo meedeelt wanneer de visserij moet worden stopgezet omdat de TAC is opgebruikt.



    Tabel 1

    Soort:

    Alfonsino’s

    Beryx spp.

    Gebied:

    Seafo

    (ALF/SEAFO)

    TAC

     

    200

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    (1)

    In deelsector B1 (ALF/*F47NA) mag niet meer dan 132 ton worden gevangen.



    Tabel 2

    Soort:

    Rode diepzeekrabben

    Chaceon spp.

    Gebied:

    Seafo-deelsector B1(1)

    (GER/F47NAM)

    TAC

     

    162

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    (1)

    In het kader van deze TAC mag worden gevist in het gebied dat wordt begrensd:

    — ten westen door de lengtegraad 0° OL,

    — ten noorden door de breedtegraad 20° ZB,

    — ten zuiden door breedtegraad 28° ZB, en

    — ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.



    Tabel 3

    Soort:

    Rode diepzeekrabben

    Chaceon spp.

    Gebied:

    Seafo, met uitzondering van deelsector B1

    (GER/F47X)

    TAC

     

    200

     

    Voorzorgs-TAC



    Tabel 4

    Soort:

    Antarctische diepzeeheek

    Dissostichus eleginoides

    Gebied:

    Seafo, deelgebied D

    (TOP/F47D)

    TAC

     

    261

     

    Voorzorgs-TAC



    Tabel 5

    Soort:

    Antarctische diepzeeheek

    Dissostichus eleginoides

    Gebied:

    Seafo, met uitzondering van deelgebied D

    (TOP/F47-D)

    TAC

     

    0

     

    Voorzorgs-TAC



    Tabel 6

    Soort:

    Atlantische slijmkop

    Hoplostethus atlanticus

    Gebied:

    Seafo-deelsector B1(1)

    (ORY/F47NAM)

    TAC

     

    0

    (2)

    Voorzorgs-TAC

    (1)

    In het kader van deze bijlage mag worden gevist in het gebied dat wordt begrensd:

    — ten westen door de lengtegraad 0° OL,

    — ten noorden door de breedtegraad 20° ZB,

    — ten zuiden door breedtegraad 28° ZB, en

    — ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.

    (2)

    Met uitzondering van een toegestane bijvangst van vier ton (ORY/*F47NA).



    Tabel 7

    Soort:

    Atlantische slijmkop

    Hoplostethus atlanticus

    Gebied:

    Seafo, met uitzondering van deelsector B1

    (ORY/F47X)

    TAC

     

    50

     

    Voorzorgs-TAC



    Tabel 8

    Soort:

    Pseudopentaceros spp.

    Pseudopentaceros spp.

    Gebied:

    Seafo

    (EDW/SEAFO)

    TAC

     

    135

     

    Voorzorgs-TAC

    ▼M1




    BIJLAGE IF

    ZUIDELIJKE BLAUWVINTONIJN — VERSPREIDINGSGEBIEDEN



    Soort:

    Zuidelijke blauwvintonijn

    Thunnus maccoyii

    Gebied:

    Alle verspreidingsgebieden

    (SBF/F41-81)

    Unie

     

    13

    (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

     

    20 642

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.




    BIJLAGE IG

    WCPFC-VERDRAGSGEBIED



    Tabel 1

    Soort:

    Grootoogtonijn

    Thunnus obesus

    Gebied:

    WCPFC-verdragsgebied

    (BET/WCPFC)

    Unie

     

    2 000

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    TAC

     

    Niet van toepassing

    (1)

    (1)

    Dit quotum mag alleen worden gevangen door vaartuigen die beuglijnen gebruiken.



    Tabel 2

    Soort:

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied:

    WCFPC-verdragsgebied ten zuiden van 20° ZB

    (SWO/F7120S)

    Unie

     

    3 170,36

     

    Voorzorgs-TAC

    TAC

     

    Niet van toepassing

     




    BIJLAGE IH

    SPRFMO-VERDRAGSGEBIED



    Tabel 1

    Soort:

    IJsheken

    Dissostichus spp.

    Gebied:

    SPRFMO-verdragsgebied, onderzoeksvakken A en B(1)

    (TOT/SPR-AB)

    TAC

    162

    (2)(3)(4)

    Voorzorgs-TAC

     

     

    (1)

    Onderzoeksvak A:

     

    — NW

    50°30'Z, 136°OL

     

     

     

     

    — NO

    50°30'Z, 140°30'OL

     

     

     

     

    — ZO

    54°50'Z, 140°30'OL

     

     

     

     

    — ZW

    54°50'Z, 136°OL

     

     

     

     

    Onderzoeksvak B:

     

    — NW

    52°45'Z, 140°30'OL

     

     

     

     

    — NO

    52°45'Z, 145°30'OL

     

     

     

     

    — ZO

    54°50'Z, 145°30'OL

     

     

     

     

    — ZW

    54°50'ZB, 140°30'OL

     

     

     

    (2)

    Deze jaarlijkse TAC geldt alleen voor verkennende visserij. De visserij is beperkt tot een diepte tussen 600 m en 2 500  m. De visserij is beperkt tot één visreis van ten hoogste zestig opeenvolgende dagen tussen 1 mei en 15 november 2024. Van 1 tot en met 15 november 2024 mogen de beuglijnen uitsluitend ’s nachts worden uitgezet en moet elke visserij onmiddellijk worden stopgezet bij de dood van:

    a)  een van de volgende soorten: reuzenalbatros (Diomedea exulans), grijskopalbatros (Thalassarche chrysostoma), wenkbrauwalbatros (Thalassarche melanophris), bruine stormvogel (Procellaria cinerea), donsstormvogel (Pterodroma mollis), of

    b)  drie van de volgende soorten: roetkopalbatros (Phoebetria palpebrata), zuidelijke reuzenstormvogel (Macronectes giganteus) en noordelijke reuzenstormvogel (Macronectes halli).

    De visserij wordt verder beperkt tot een maximumaantal van 5 000 haken per beuglijn, met een maximum van 100 beuglijnen. De beuglijnen moeten worden uitgezet op een afstand van ten minste drie zeemijl van elkaar en mogen niet binnen één kalenderjaar op eerdere beuglijnlocaties worden uitgezet. De visserijactiviteiten moeten worden stopgezet wanneer tijdens de visreis de TAC is bereikt of er 100 beuglijnen zijn uitgezet en opgehaald, naargelang wat zich het eerst voordoet.

    (3)

    Waarvan tot 129 ton mag worden gevangen in onderzoeksvak A. Vangsten van ijsheken in onderzoeksvak A moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (TOT/SPR-A).

    (4)

    Waarvan tot 33 ton mag worden gevangen in onderzoeksvak B. Vangsten van ijsheken in onderzoeksvak B moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (TOT/SPR-B).



    Tabel 2

    Soort:

    Chileense horsmakreel

    Trachurus murphyi

    Gebied:

    SPRFMO-verdragsgebied

    (CJM/SPRFMO)

    Duitsland

    18 622,82

     

    Analytische TAC

    Nederland

    20 185,21

     

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Litouwen

    12 958,23

     

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Polen

    22 280,74

     

     

    Unie

    74 047,00

     

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

     

    ▼B




    BIJLAGE IJ

    IOTC-BEVOEGDHEIDSGEBIED



    Tabel 1

    Soort:

    Geelvintonijn

    Thunnus albacares

    Gebied:

    IOTC-bevoegdheidsgebied

    (YFT/IOTC)

    Frankrijk

    27 710

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Italië

    2 365

     

    Spanje

    42 903

     

    Portugal

    100

    (1)

    Unie

    73 078

     

    TAC

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Tabel 2

    Soort:

    Grootoogtonijn

    Thunnus obesus

    Gebied:

    IOTC-bevoegdheidsgebied

    (BET/IOTC)

    Frankrijk

     

    3 700

     

    Analytische TAC

    Artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Italië

     

    410

     

    Spanje

     

    12 862

     

    Portugal

     

    38

    (1)

    Unie

     

    17 010

     

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.




    BIJLAGE IK

    SIOFA-OVEREENKOMSTGEBIED



    Tabel 1

    Soort:

    Portugese ijshaai

    Centroscymnus coelolepis

    Gebied:

    Siofa-deelgebied 2(1)

    (CYO/F517S2)

    TAC

     

    767,6

    (2)(3)

    Voorzorgs-TAC

    (1)

    De internationale wateren in FAO-deelgebied 51.7 begrensd:

    — in het zuiden door breedtegraad 36°00' ZB,

    — in het oosten door lengtegraad 49°00' OL,

    — in het westen door lengtegraad 40°00' OL,

    — in het noorden door de aangrenzende exclusieve economische zones.

    (2)

    De bovenstaande toegestane bijvangst wordt niet over de Siofa-partijen verdeeld, waardoor het aandeel van de Unie onbepaald is.

    (3)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van deze toegestane bijvangst is gerichte visserij niet toegestaan. Zodra de toegestane bijvangst is opgebruikt, stelt het Siofa-secretariaat de overeenkomstsluitende partijen bij Siofa daarvan in kennis. Bij ontvangst van die kennisgeving moeten de lidstaten ervoor zorgen dat hun vaartuigen die in Siofa-deelgebied 2 vissen, voor de rest van het jaar geen Portugese ijshaai meer aan boord houden. Dat verbod op het aan boord houden geldt voor alle lijnen in het water na de kennisgeving van het Siofa-secretariaat dat de toegestane bijvangst is opgebruikt. Vaartuigen die op het ogenblik van de ontvangst van de kennisgeving lijnen in het water hebben, mogen Portugese ijshaaien die bij het ophalen dood blijken te zijn, aan boord houden en moeten alle levende Portugese ijshaaien aan die lijnen vrijlaten.



    Tabel 2

    Soort:

    IJsheken

    Dissostichus spp.

    Gebied:

    Del Cano-gebied(1)

    (TOT/F517DC)

    Unie

     

    18,33

    (2)

    Voorzorgs-TAC

    TAC

     

    55

    (2)

    (1)

    De internationale wateren in FAO-deelgebied 51.7 begrensd:

    — in het noorden door breedtegraad 44°00' ZB wanneer ten westen van 44°09' OL en door breedtegraad 43°30' ZB wanneer ten oosten van 44°09' OL,

    — in het zuiden door breedtegraad 45°00' ZB,

    — in het westen en het oosten door de aangrenzende exclusieve economische zones.

    (2)

    Mag alleen worden gevangen door vissersvaartuigen met waarnemers aan boord en met beuglijnen in het visseizoen van 1 december 2023 tot en met 30 november 2024. Het maximale aantal toegestane haken per lijn bedraagt 3 000 en de lijnen worden ten minste drie zeemijl van elkaar uitgezet.

    Vangsten door vaartuigen die niet gericht op deze soort vissen, mogen niet meer dan 0,5 ton Dissostichus spp. per visseizoen bedragen. Zodra een vaartuig die grenswaarde bereikt, mag het niet langer vissen in het Del Cano-gebied.



    Tabel 3

    Soort:

    IJsheken

    Dissostichus spp.

    Gebied:

    Williams Ridge(1)

    (TOT/F574WR)

    TAC

     

    140

    (2)

    Voorzorgs-TAC

    (1)

    Gebied van FAO-deelgebied 57.4 dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

     

    1

    52°30'00'' ZB

    80°00'00'' OL

    2

    55°00'00'' ZB

    80°00'00'' OL

    3

    55°00'00'' ZB

    85°00'00'' OL

    4

    52°30'00'' ZB

    85°00'00'' OL

    (2)

    De bovenstaande TAC wordt niet over de Siofa-partijen verdeeld, waardoor het aandeel van de Unie onbepaald is. Deze TAC mag alleen worden gevangen door vissersvaartuigen met waarnemers aan boord in het visseizoen van 1 december 2023 tot en met 30 november 2024. Per door Siofa vastgestelde rastercel mogen niet meer dan twee beuglijnen met ten hoogste 6 250 haken worden uitgezet en tussen de visreizen moet een tijdsinterval van ten minste dertig dagen worden ingelast overeenkomstig de door Siofa vastgestelde toegangsvoorwaarden. Vangsten door vaartuigen die niet gericht op deze soort vissen, mogen niet meer dan 0,5 ton Dissostichus spp. per visseizoen bedragen. Zodra een vissersvaartuig die grenswaarde bereikt, mag het niet langer in Williams Ridge vissen.

    Tussentijds beschermde gebieden

    Atlantis Bank



    Punt

    Breedtegraad (ZB)

    Lengtegraad (OL)

    1

    32°00'

    57°00'

    2

    32°50'

    57°00'

    3

    32°50'

    58°00'

    4

    32°00'

    58°00'

    Coral



    Punt

    Breedtegraad (ZB)

    Lengtegraad (OL)

    1

    41°00'

    42°00'

    2

    41°40'

    42°00'

    3

    41°40'

    44°00'

    4

    41°00'

    44°00'

    Fools Flat



    Punt

    Breedtegraad (ZB)

    Lengtegraad (OL)

    1

    31°30'

    94°40'

    2

    31°40'

    94°40'

    3

    31°40'

    95°00'

    4

    31°30'

    95°00'

    Middle of What



    Punt

    Breedtegraad (ZB)

    Lengtegraad (OL)

    1

    37°54'

    50°23'

    2

    37°56'30''

    50°23'

    3

    37°56'30''

    50°27'

    4

    37°54'

    50°27'

    Walter’s Shoal



    Punt

    Breedtegraad (ZB)

    Lengtegraad (OL)

    1

    33°00'

    43°10'

    2

    33°20'

    43°10'

    3

    33°20'

    44°10'

    4

    33°00'

    44°10'




    BIJLAGE IL

    IATTC-VERDRAGSGEBIED



    Soort:

    Grootoogtonijn

    Thunnus obesus

    Gebied:

    IATTC-verdragsgebied

    (BET/IATTC)

    Unie

     

    500

    (1)

    Voorzorgs-TAC

    TAC

     

    Niet van toepassing

     

    (1)

    Dit quotum mag alleen worden gevangen door vaartuigen die beuglijnen gebruiken.




    BIJLAGE II

    VISSERIJINSPANNING VOOR VISSERSVAARTUIGEN IN HET KADER VAN HET BEHEER VAN DE TONGBESTANDEN IN HET WESTELIJK KANAAL IN ICES-SECTOR 7e

    HOOFDSTUK I

    Algemene bepalingen

    1.   TOEPASSINGSGEBIED

    1.1. Deze bijlage is van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie met een lengte over alles van 10 meter of meer die overeenkomstig artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) 2019/472 boomkorren met een maaswijdte van minstens 80 mm en staande netten, met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm aan boord hebben of gebruiken en die aanwezig zijn in ICES-sector 7e.

    1.2. Vissersvaartuigen die vissen met staande netten met een maaswijdte van minstens 120 mm en die in het kader van hun geregistreerde visserijactiviteit in de drie voorgaande jaren minder dan 300 kg, in levend gewicht, tong per jaar hebben gevangen, zijn vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage, mits:

    a) 

    die vissersvaartuigen tijdens de beheersperiode 2022 minder dan 300 kg, in levend gewicht, tong hebben gevangen;

    b) 

    die vissersvaartuigen op zee geen vis overladen op een ander vaartuig;

    c) 

    elke betrokken lidstaat uiterlijk op 31 juli 2024 en 31 januari 2025 bij de Commissie een verslag indient over de geregistreerde tongvangsten van die vissersvaartuigen in de laatste drie jaar en over de tongvangst in 2024.

    Indien aan een van die voorwaarden niet is voldaan, zijn de betrokken vissersvaartuigen met onmiddellijke ingang niet meer vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage.

    2.   DEFINITIES

    Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

    a) 

    “vistuiggroep”: de groep die bestaat uit de volgende twee vistuigcategorieën:

    i) 

    boomkorren met een maaswijdte van minstens 80 mm; en

    ii) 

    staande netten met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van hoogstens 220 mm;

    b) 

    “gereglementeerd vistuig”: tuig van de twee vistuigcategorieën die tot de vistuiggroep behoren;

    c) 

    “het gebied”: ICES-sector 7e;

    d) 

    “huidige beheersperiode”: de periode van 1 februari 2024 tot en met 31 januari 2025.

    3.   ACTIVITEITSBEPERKINGEN

    Onverminderd artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 zorgen de lidstaten ervoor dat vissersvaartuigen van de Unie die hun vlag voeren en in de Unie zijn geregistreerd, niet langer dan het in hoofdstuk III van deze bijlage bepaalde aantal dagen aanwezig zijn in het gebied wanneer zij gereglementeerd vistuig aan boord hebben.

    HOOFDSTUK II

    Machtigingen

    4.   GEMACHTIGDE VISSERSVAARTUIGEN

    4.1. Een lidstaat verleent vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, geen toestemming voor visserijactiviteiten in het gebied met gereglementeerd vistuig, als die vissersvaartuigen in de periode 2002-2022 nog niet eerder dergelijke gereglementeerde visserijactiviteiten – behalve als resultaat van een overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen – in het gebied hebben verricht, tenzij hij ervoor zorgt dat een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij in het gebied wordt onttrokken.

    4.2. Aan vissersvaartuigen die wel met gereglementeerd vistuig hebben gevist, kan evenwel toestemming worden verleend om ander vistuig te gebruiken, mits het aantal dagen dat voor dat andere vistuig is toegewezen, gelijk is aan of groter is dan het aantal voor het gereglementeerde vistuig toegewezen dagen.

    4.3. Een vissersvaartuig dat de vlag voert van een lidstaat die geen quota heeft in het gebied, wordt niet gemachtigd om in dat gebied met gereglementeerd vistuig te vissen, tenzij dat vaartuig een quotum krijgt toegewezen na een overdracht overeenkomstig artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en zeedagen krijgt toegewezen overeenkomstig punt 10 of punt 11 van deze bijlage.

    HOOFDSTUK III

    Aan Unievissersvaartuigen toegewezen aantal dagen aanwezigheid in het gebied

    5.   MAXIMAAL AANTAL DAGEN

    Het maximale aantal zeedagen waarvoor een lidstaat tijdens de huidige beheersperiode een onder zijn vlag varend vissersvaartuig kan toestaan om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, is vermeld in tabel I.



    Tabel I

    Maximaal aantal dagen waarop een vissersvaartuig in de huidige beheersperiode in het gebied aanwezig mag zijn, per categorie gereglementeerd vistuig

    Gereglementeerd vistuig

    Maximaal aantal dagen

    Boomkorren met een maaswijdte ≥ 80 mm

    België

    176

    Frankrijk

    188

    Staande netten met een maaswijdte ≤ 220 mm

    België

    176

    Frankrijk

    191

    6.   KILOWATTDAGENSYSTEEM

    6.1. De lidstaten kunnen de hun toegewezen visserijinspanningen tijdens de huidige beheersperiode beheren aan de hand van een kilowattdagensysteem. Op grond van dat systeem kunnen zij een vissersvaartuig waarop de in tabel I vermelde soorten gereglementeerd vistuig van toepassing zijn, toestaan om gedurende een maximaal aantal dagen dat verschilt van het in die tabel vermelde aantal, aanwezig te zijn in het gebied, mits het totale aantal kilowattdagen dat met het gereglementeerde vistuig overeenstemt, in acht wordt genomen.

    6.2. Het totale aantal kilowattdagen is de som van alle individuele visserijinspanningen die zijn toegewezen aan de vissersvaartuigen die de vlag van de betrokken lidstaat voeren en voldoen aan de voorwaarden betreffende het gereglementeerde vistuig. Die individuele visserijinspanningen worden berekend in kilowattdagen door het motorvermogen van elk vissersvaartuig te vermenigvuldigen met het aantal zeedagen waarover het betrokken vaartuig overeenkomstig tabel I zou beschikken als punt 6.1 niet zou worden toegepast.

    6.3. Lidstaten die gebruik wensen te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem, dienen bij de Commissie een verzoek voor het in tabel I vermelde gereglementeerde vistuig in, vergezeld van elektronische verslagen waarin de uitvoerige berekening wordt vermeld op basis van:

    a) 

    de lijst van vissersvaartuigen die mogen vissen, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

    b) 

    het aantal zeedagen dat elk vissersvaartuig overeenkomstig tabel I oorspronkelijk had mogen vissen, en het aantal zeedagen waarover elk vaartuig bij toepassing van punt 6.1 zou beschikken.

    6.4. Op basis van dat verzoek gaat de Commissie na of aan de in punt 6 bedoelde voorwaarden is voldaan en kan zij, indien dat het geval is, de betrokken lidstaat toestemming verlenen om gebruik te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem.

    7.   TOEWIJZING VAN EXTRA DAGEN VOOR DE DEFINITIEVE BEËINDIGING VAN VISSERIJACTIVITEITEN

    7.1. De Commissie kan een lidstaat extra zeedagen toewijzen waarop een onder zijn vlag varend vissersvaartuig in het gebied aanwezig mag zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, en wel op basis van de definitieve beëindiging van tijdens de vorige beheersperiode verrichte visserijactiviteiten overeenkomstig hetzij artikel 34 van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 23 ), hetzij Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad ( 24 ). De Commissie kan definitieve beëindigingen ingevolge andere omstandigheden per geval in overweging nemen na een schriftelijk en naar behoren gemotiveerd verzoek van de betrokken lidstaat. In dat verzoek wordt vermeld om welke vissersvaartuigen het gaat en wordt voor elk daarvan bevestigd dat het niet opnieuw visserijactiviteiten zal beginnen.

    7.2. De in kilowattdagen gemeten visserijinspanning die vissersvaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, in 2003 met de betrokken vistuiggroep hebben geleverd, wordt gedeeld door de visserijinspanning die alle vissersvaartuigen in 2003 met die vistuiggroep hebben geleverd. Het aantal extra zeedagen wordt berekend door de aldus verkregen ratio te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat overeenkomstig tabel I zou zijn toegewezen. Het resultaat van die berekening wordt afgerond op de meest nabije hele dag.

    7.3. De punten 7.1 en 7.2 zijn niet van toepassing wanneer een vissersvaartuig overeenkomstig punt 4.2 is vervangen of wanneer de onttrekking reeds in de voorgaande jaren is benut om extra zeedagen te krijgen.

    7.4. Lidstaten die gebruik wensen te maken van de in punt 7.1 bedoelde toewijzingen, dienen uiterlijk op 15 juni 2024 bij de Commissie een verzoek in met elektronische verslagen waarin voor de in tabel I vermelde vistuiggroep de gegevens worden vermeld voor de berekening op basis van:

    a) 

    de lijst van vissersvaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

    b) 

    de in 2003 door die vissersvaartuigen verrichte visserijactiviteit, berekend in zeedagen per betrokken vistuiggroep.

    7.5. Tijdens de huidige beheersperiode mag een lidstaat extra toegekende zeedagen herverdelen over alle of sommige vissersvaartuigen die nog steeds deel uitmaken van zijn vloot en die voldoen aan de voorwaarde betreffende het gereglementeerde vistuig.

    7.6. Als de Commissie extra zeedagen toewijst wegens de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten in de vorige beheersperiode, wordt het in tabel I vermelde maximale aantal dagen per lidstaat en vistuig dienovereenkomstig aangepast voor de huidige beheersperiode.

    8.   TOEWIJZING VAN EXTRA DAGEN VOOR VERSTERKTE AANWEZIGHEID VAN WETENSCHAPPELIJKE WAARNEMERS

    8.1. De Commissie kan, op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in het kader van een partnerschap tussen wetenschappers en de visserijsector, een lidstaat tussen 1 februari 2024 en 31 januari 2025 drie extra dagen van aanwezigheid in het gebied toewijzen voor vissersvaartuigen met gereglementeerd vistuig aan boord. Dergelijke programma’s moeten met name gericht zijn op teruggooiniveaus en vangstsamenstelling en inzake gegevensverzameling verder gaan dan de vereisten voor nationale programma’s die zijn vastgesteld bij Verordening (EU) 2017/1004 van het Europees Parlement en de Raad ( 25 ) en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

    8.2. De wetenschappelijke waarnemers zijn onafhankelijk van de eigenaar, van de kapitein en van de bemanning van het vissersvaartuig.

    8.3. Een lidstaat die gebruik wenst te maken van de in punt 8.1 bedoelde toewijzingen, dient bij de Commissie ter goedkeuring een beschrijving van zijn programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in.

    8.4. Wanneer een door een lidstaat ingediend programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers reeds in het verleden door de Commissie werd goedgekeurd en de betrokken lidstaat zijn programma ongewijzigd wil blijven toepassen, stelt die lidstaat de Commissie vier weken vóór het begin van de periode waarvoor dat programma van toepassing is, in kennis van de voortzetting ervan.

    HOOFDSTUK IV

    Beheer

    9.   ALGEMENE VERPLICHTING

    De lidstaten beheren de maximale toegestane visserijinspanning overeenkomstig de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    10.   BEHEERSPERIODEN

    10.1. Een lidstaat kan het in tabel I vermelde aantal dagen van aanwezigheid in het gebied verdelen over beheersperioden met een duur van een of meer kalendermaanden.

    10.2. Het aantal dagen of uren gedurende welke een vissersvaartuig tijdens een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, wordt door de betrokken lidstaat vastgesteld.

    10.3. Lidstaten die de aanwezigheid in het gebied van vissersvaartuigen die hun vlag voeren, voor een bepaald aantal uren vaststellen, blijven de benutting van de dagen meten overeenkomstig punt 9. Op verzoek van de Commissie toont de betrokken lidstaat aan dat hij voorzorgsmaatregelen heeft genomen ter voorkoming van een excessieve benutting van dagen in het gebied wanneer een vissersvaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt vóór het einde van een periode van 24 uur.

    HOOFDSTUK V

    Uitwisseling van toegewezen visserijinspanningen

    11.   OVERDRACHT VAN DAGEN TUSSEN VISSERSVAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN DEZELFDE LIDSTAAT VOEREN

    11.1. Een lidstaat kan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen tijdens welke zij in het gebied aanwezig mogen zijn, over te dragen aan een ander vissersvaartuig in dat gebied dat zijn vlag voert, mits het product van het door een vissersvaartuig ontvangen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vissersvaartuig (kilowattdagen) gelijk is aan of kleiner is dan het product van het door het overdragende vissersvaartuig overgedragen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt ervan. Als motorvermogen in kilowatt van een vissersvaartuig geldt het voor dat vissersvaartuig in het vissersvlootregister van de Unie geregistreerde vermogen.

    11.2. Het product van het overeenkomstig punt 11.1 overgedragen totale aantal dagen van aanwezigheid in het gebied en het motorvermogen in kilowatt van het overdragende vissersvaartuig mag niet groter zijn dan het product van het geregistreerde gemiddelde aantal dagen per jaar dat het overdragende vissersvaartuig in 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 in het gebied heeft doorgebracht, zoals bevestigd in het visserijlogboek, en het motorvermogen in kilowatt van dat vissersvaartuig.

    11.3. Het overdragen van dagen overeenkomstig punt 11.1 is toegestaan tussen vissersvaartuigen die werken met gereglementeerd vistuig en gedurende dezelfde beheersperiode.

    11.4. Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten informatie over de overdrachten die hebben plaatsgevonden. De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen spreadsheetformaten voor het verzamelen en doorsturen van die informatie vaststellen. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 57, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

    12.   OVERDRACHT VAN DAGEN TUSSEN VISSERSVAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN EEN ANDERE LIDSTAAT VOEREN

    Elke lidstaat kan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen van aanwezigheid in het gebied binnen dezelfde beheersperiode en binnen het gebied over te dragen aan een vissersvaartuig dat de vlag van een andere lidstaat voert, mits de punten 4.1, 4.3, 5, 6 en 10 van toepassing zijn. Wanneer een lidstaat besluit toestemming voor een dergelijke overdracht te verlenen, stelt hij de Commissie, voordat de overdracht plaatsvindt, in kennis van gedetailleerde gegevens over de overdracht, waaronder het aantal over te dragen dagen, de visserijinspanning en, in voorkomend geval, de quota waarop de overdracht betrekking heeft.

    HOOFDSTUK VI

    Rapportageverplichtingen

    13.   VISSERIJINSPANNINGSVERSLAG

    Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is van toepassing op vissersvaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied wordt begrepen als het in punt 2 van deze bijlage omschreven gebied.

    14.   VERZAMELING VAN RELEVANTE GEGEVENS

    Op basis van gegevens die worden gebruikt voor het beheer van de dagen van aanwezigheid in het gebied overeenkomstig deze bijlage, verzamelen de lidstaten voor elk kwartaal gegevens over de totale visserijinspanning in het gebied voor vissersvaartuigen die gesleept vistuig en staand vistuig gebruiken, de visserijinspanning in het gebied voor vissersvaartuigen die verschillende soorten tuig gebruiken, en het motorvermogen van die vissersvaartuigen in kilowattdagen.

    15.   MEDEDELING VAN RELEVANTE GEGEVENS

    Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten de in punt 14 vermelde gegevens in het in de tabellen II en III gespecificeerde format aan de Commissie mee door toezending van een spreadsheet aan het juiste e-mailadres, dat door de Commissie aan de lidstaten wordt meegedeeld. Op verzoek van de Commissie doen de lidstaten de Commissie nadere gegevens toekomen over de toegewezen en verrichte visserijinspanning voor het geheel of voor gedeelten van de beheersperioden 2022 en 2023, in het gegevensformat van de tabellen IV en V.



    Tabel II

    Rapportageformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode

    Lidstaat

    Vistuig

    Beheersperiode

    Aangifte van de cumulatieve inspanning

    1)

    2)

    3)

    4)



    Tabel III

    Gegevensformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode

    Naam van het veld

    Maximaal aantal tekens/cijfers

    Uitlijning (1)

    L(inks)/R(echts)

    Definitie en opmerkingen

    1)  Lidstaat

    3

     

    Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

    2)  Vistuig

    2

     

    Eén van de volgende vistuigtypes:

    BT = boomkorren ≥ 80 mm

    GN = kieuwnetten < 220 mm

    TN = schakelnetten of warrelnetten < 220 mm

    3)  Beheersperiode

    4

     

    Een jaar in de periode vanaf de beheersperiode 2006 tot de huidige beheersperiode

    4)  Aangifte van de cumulatieve inspanning

    7

    R

    Cumulatieve visserijinspanning in kilowattdagen vanaf 1 februari tot en met 31 januari van de betrokken beheersperiode

    (1)   

    Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.



    Tabel IV

    Rapportageformat voor vaartuiggerelateerde informatie

    Lidstaat

    CFR

    Uitwendige kentekens

    Duur van de beheersperiode

    Aangegeven vistuig

    Toegewezen aantal dagen per aangegeven vistuig

    Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

    Overgedragen dagen

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    Nr. 1

    Nr. 2

    Nr. 3

    1)

    2)

    3)

    4)

    5)

    5)

    5)

    5)

    6)

    6)

    6)

    6)

    7)

    7)

    7)

    7)

    8)



    Tabel V

    Gegevensformat voor vaartuiggerelateerde informatie

    Naam van het veld

    Maximaal aantal tekens/cijfers

    Uitlijning (1)

    L(inks)/R(echts)

    Definitie en opmerkingen

    1)  Lidstaat

    3

     

    Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vissersvaartuig is geregistreerd

    2)  CFR

    12

     

    CFR-nummer (common fleet register)

    Uniek identificatienummer van het vissersvaartuig

    Lidstaat (ISO-drielettercode) gevolgd door een identificatiereeks (negen tekens). Indien een reeks minder dan negen tekens telt, moeten aan de linkerkant nullen worden toegevoegd

    3)  Uitwendige kentekens

    14

    L

    Uit hoofde van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie (2)

    4)  Duur van de beheersperiode

    2

    L

    Duur van de beheersperiode in maanden

    5)  Aangegeven vistuig

    2

    L

    Eén van de volgende vistuigtypes:

    BT = boomkorren ≥ 80 mm

    GN = kieuwnetten < 220 mm

    TN = schakelnetten of warrelnetten < 220 mm

    6)  Bijzondere voorwaarde voor het aangegeven vistuig

    3

    L

    Aantal dagen dat uit hoofde van bijlage II aan het vissersvaartuig is toegewezen voor het aangegeven vistuig en de aangegeven beheersperiode

    7)  Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

    3

    L

    Aantal dagen gedurende welke het vissersvaartuig daadwerkelijk in het gebied heeft doorgebracht met gebruikmaking van het aangegeven vistuig gedurende de aangegeven beheersperiode

    8)  Overgedragen dagen

    4

    L

    Vermeld voor overgedragen dagen “– aantal overgedragen dagen” en voor ontvangen dagen “+ aantal overgedragen dagen”

    (1)   

    Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.

    (2)   

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).




    BIJLAGE III

    BEHEERSGEBIEDEN VOOR ZANDSPIERINGEN IN DE ICES-SECTOREN 2a EN 3a EN IN ICES-DEELGEBIED 4

    Ten behoeve van het beheer van de vangstmogelijkheden voor zandspieringen in de ICES-sectoren 2a en 3a en in ICES-deelgebied 4, zoals vastgelegd in bijlage IA, worden de beheersgebieden waarbinnen specifieke vangstbeperkingen van toepassing zijn, omschreven overeenkomstig deze bijlage en het aanhangsel daarbij:



    Beheersgebied voor zandspieringen

    Statistische ICES-vakken

    1r

    31–33 E9–F4; 33 F5; 34–37 E9–F6; 38–40 F0–F5; 41 F4–F5

    2r

    35 F7–F8; 36 F7–F9; 37 F7–F8; 38 41 F6–F8; 42 F6–F9; 43 F7–F9;

    44 F9–G0; 45 G0–G1; 46 G1

    3r

    41–46 F1–F3; 42–46 F4–F5; 43–46 F6; 44–46 F7–F8; 45–46 F9; 46–47 G0; 47 G1 en 48 G0

    4

    38–40 E7–E9 en 41–46 E6–F0

    5r

    47–52 F1–F5

    6

    41–43 G0–G3; 44 G1

    7r

    47–52 E6–F0




    Aanhangsel

    Beheersgebieden voor zandspieringen

    image




    BIJLAGE IV

    SEIZOENSSLUITINGEN TER BESCHERMING VAN PAAIENDE KABELJAUW

    De gebieden in de onderstaande tabel worden tijdens de vastgestelde periode gesloten voor alle vistuig, met uitzondering van pelagisch vistuig (ringzegens en trawls):



    Tijdgebonden sluitingen

    Nr.

    Naam gebied

    Coördinaten

    Periode

    Opmerkingen

    1

    Stanhope ground

    60o 10' NB – 01o 45' OL

    60o 10' NB – 02o 00' OL

    60o 25' NB – 01o 45' OL

    60o 25' NB – 02o 00' OL

    1 januari tot en met 30 april

     

    2

    Long Hole

    59° 07,35' NB – 0° 31,04' WL

    59° 03,60' NB – 0° 22,25' WL

    58° 59,35' NB – 0° 17,85' WL

    58° 56,00' NB – 0° 11,01' WL

    58° 56,60' NB – 0° 08,85' WL

    58° 59,86' NB – 0° 15,65' WL

    59° 03,50' NB – 0° 20,00' WL

    59° 08,15' NB – 0° 29,07' WL

    1 januari tot en met 31 maart

     

    3

    Coral edge

    58o 51,70' NB – 03o 26,70' OL

    58o 40,66' NB – 03o 34,60' OL

    58o 24,00' NB – 03o 12,40' OL

    58o 24,00' NB – 02o 55,00' OL

    58o 35,65' NB – 02o 56,30' OL

    1 januari tot en met 28 februari

     

    4

    Papa Bank

    59o 56' NB – 03o 08' WL

    59o 56' NB – 02o 45' WL

    59o 35' NB – 03o 15' WL

    59o 35' NB – 03o 35' WL

    1 januari tot en met 15 maart

     

    5

    Foula Deeps

    60o 17,50' NB – 01o 45' WL

    60o 11,00' NB – 01o 45' WL

    60o 11,00' NB – 02o 10' WL

    60o 20,00' NB – 02o 00' WL

    60o 20,00' NB – 01o 50' WL

    1 november tot en met 31 december

     

    6

    Egersund Bank

    58o 07,40' NB – 04o 33,00' OL

    57o 53,00' NB – 05o 12,00' OL

    57o 40,00' NB – 05o 10,90' OL

    57o 57,90' NB – 04o 31,90' OL

    1 januari tot en met 31 maart

    (10 × 25 zeemijl)

    7

    Ten oosten van Fair Isle

    59o 40' NB – 01o 23' WL

    59o 40' NB – 01o 13' WL

    59o 30' NB – 01o 20' WL

    59o 10' NB – 01o 20' WL

    59o 30' NB – 01o 28' WL

    59o 10' NB – 01o 28' WL

    1 januari tot en met 15 maart

     

    8

    West Bank

    57o 15' NB – 05o 01' OL

    56o 56' NB – 05o 00' OL

    56o 56' NB – 06o 20' OL

    57o 15' NB – 06o 20' OL

    1 februari tot en met 15 maart

    (18 × 4 zeemijl)

    9

    Revet

    57o 28,43' NB – 08o 05,66' OL

    57o 27,44' NB – 08o 07,20' OL

    57o 51,77' NB – 09o 26,33' OL

    57o 52,88' NB – 09o 25,00' OL

    1 februari tot en met 15 maart

    (1,5 × 49 zeemijl)

    10

    Rabarberen

    57o 47,00' NB – 11o 04,00' OL

    57o 43,00' NB – 11o 04,00' OL

    57o 43,00' NB –11o 09,00' OL

    57o 47,00' NB – 11o 09,00' OL

    1 februari tot en met 15 maart

    Ten oosten van Skagen

    (2,7 × 4 zeemijl)




    BIJLAGE V

    VISMACHTIGINGEN

    DEEL A

    MAXIMAAL AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR UNIEVISSERSVAARTUIGEN IN WATEREN VAN DERDE LANDEN



    Visgebied

    Visserij

    Aantal vismachtigingen

    Verdeling van de vismachtigingen over de lidstaten

    Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn

    Noorse wateren en visserijzone rond Jan Mayen

    Haring, benoorden 62°00' NB

    59

    DK

    25

    51

    DE

    5

    FR

    1

    IE

    8

    NL

    9

    PL

    1

    SE

    10

     

    Demersale soorten, benoorden 62°00′ NB

    66

    DE

    16

    41

    IE

    1

    ES

    20

    FR

    18

    PT

    9

    Niet toegewezen

    2

    Soorten voor de industrievisserij, bezuiden 62°00′ NB

    450

    DK

    450

    141

    Wateren rond Spitsbergen; internationale wateren van 1 en 2b (1)

    Visserij op sneeuwkrabben met korven

    20

    EE

    1

    Niet van toepassing

    ES

    1

    LV

    11

    LT

    4

    PL

    3

    (1)   

    De toewijzing van vangstmogelijkheden voor de Unie in de zone Spitsbergen en Bereneiland laat de rechten en verplichtingen die uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeien, onverlet.

    DEEL B

    MAXIMAAL AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE UNIEWATEREN VISSEN



    Vlaggenstaat

    Visserij

    Aantal vismachtigingen

    Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn

    Venezuela (1) (2)

    Snappers (wateren van Frans-Guyana)

    45

    45

    (1)   

    Voordat deze vismachtigingen worden afgegeven, moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de eigenaar van het vissersvaartuig die de vismachtiging aanvraagt, en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat ten minste 75 % van de door het betrokken vissersvaartuig gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking ter plaatse in dat bedrijf. Dit contract moet worden bekrachtigd door de Franse autoriteiten, die zich ervan moeten vergewissen dat het in overeenstemming is met zowel de werkelijke capaciteit van het verwerkingsbedrijf waarmee het is gesloten als met de doelstellingen voor de ontwikkeling van de economie in Frans-Guyana. Een afschrift van het bekrachtigde contract moet bij de vismachtigingsaanvraag worden gevoegd. Indien bovenbedoelde bekrachtiging wordt geweigerd, geven de Franse autoriteiten kennis van deze weigering en vermelden zij de redenen ervoor aan de betrokken partijen en aan de Commissie.

    (2)   

    Visserijactiviteiten zijn toegestaan op kalenderjaarbasis. Een vissersvaartuig mag zijn visserijactiviteiten echter tot drie maanden na het verstrijken van zijn vismachtiging voortzetten op voorwaarde dat de marktdeelnemer:

    — de procedure tot vernieuwing van zijn vismachtiging op gang heeft gebracht,

    — heeft voldaan aan al zijn contractuele en informatie- en communicatieverplichtingen.


    Deze verlenging verstrijkt zodra het besluit van de Commissie tot afgifte van een nieuwe vismachtiging of de kennisgeving van weigering van de nieuwe vismachtiging in werking is getreden.




    BIJLAGE VI

    ICCAT-VERDRAGSGEBIED ( 26 )

    1. Maximaal aantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn (Thunnus thynnus) tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen



    Spanje

    60

    Frankrijk

    55

    Unie

    115

    2. Maximaal aantal vaartuigen van de Unie dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen



    Spanje

    364

    Frankrijk

    140  (1)

    Italië

    30

    Cyprus

    20  (1)

    Malta

    54  (1)

    Unie

    684

    (1)   

    Dit aantal kan toenemen indien een ringzegenvaartuig wordt vervangen door ten hoogste tien beugvisserijvaartuigen overeenkomstig punt 4, tabel A, van deze bijlage.

    3. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden



    Kroatië

    18

    Italië

    12

    Unie

    28

    ▼M1

    4. Maximaal aantal vissersvaartuigen van elke lidstaat dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee op blauwvintonijn mag vissen, deze aan boord mag houden en mag overladen, vervoeren of aanlanden.



    Tabel A

     

    Aantal vissersvaartuigen (1)

     

    Griekenland (2)

    Spanje

    Frankrijk

    Kroatië

    Italië

    Cyprus (3)

    Malta (4)

    Portugal

    Ringzegenvaartuigen (5)

    0

    7

    22

    18

    21

    1

    2

    0

    Beugvisserijvaartuigen

    0

    38

    23

    0

    40

    17

    63

    0

    Met de hengel vissende vaartuigen

    0

    66

    8

    0

    0

    0

    0

    0

    Met de handlijn vissende vaartuigen

    0

    1

    47

    24

    0

    0

    0

    0

    Trawlers

    0

    0

    56

    0

    0

    0

    0

    0

    Kleinschalige kustvisserij

    64

    696

    89

    0

    0

    0

    0

    0

    Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij (6)

    41

    0

    60

    0

    142

    0

    240

    76

    (1)   

    De in deze tabel vermelde aantallen kunnen naar boven worden bijgesteld mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.

    (2)   

    Eén middelgroot ringzegenvaartuig is vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en drie andere vaartuigen voor ambachtelijke visserij.

    (3)   

    Eén middelgroot ringzegenvaartuig mag worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en maximaal drie beugvisserijvaartuigen.

    (4)   

    Eén middelgroot ringzegenvaartuig mag worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen.

    (5)   

    De individuele aantallen ringzegenvaartuigen in deze tabel zijn het resultaat van overdrachten tussen lidstaten en kunnen niet worden beschouwd als historische rechten voor de toekomst.

    (6)   

    Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn).

    5. Maximaal aantal tonnara’s dat elke lidstaat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag toestaan voor de visserij op blauwvintonijn



    Maximumaantal tonnara’s

    Lidstaat

    Aantal tonnara’s

    Spanje

    6

    Italië

    5

    Portugal

    2

    6. Maximale capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn voor elke lidstaat, en maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die elke lidstaat over zijn kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag verdelen



    Tabel A

    Maximale capaciteit voor het kweken en mesten van tonijn

     

    Aantal bedrijven

    Capaciteit (in ton)

    Griekenland

    0

    0

    Spanje

    7

    15 860,72

    Kroatië

    4

    7 880,00

    Italië

    3

    1 160,00

    Cyprus

    0

    0

    Malta

    6

    17 213,00

    Portugal

    2

    667



    Tabel B

    Maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn (in ton)

    Griekenland

    0

    Spanje

    11 329,09

    Kroatië

    3 225,10

    Italië

    610,00

    Cyprus

    0

    Malta

    12 295,00

    Portugal

    517,00

    ▼B

    7. Het maximum aantal vissersvaartuigen van de Unie dat op Noord-Atlantische witte tonijn (Thunnus alalunga) als doelsoort mag vissen, overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2017/2107.



    Lidstaat

    Maximaal aantal vaartuigen

    Ierland

    50

    Spanje

    730

    Frankrijk

    151

    Portugal

    310

    8. Maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie met een lengte van ten minste 20 m dat in het Iccat-verdragsgebied op grootoogtonijn (Thunnus obesus) vist



    Lidstaat

    Maximaal aantal vaartuigen met ringzegens

    Maximaal aantal vaartuigen met beugen

    Spanje

    23

    190

    Frankrijk

    11

    Portugal

    79

    Unie

    34

    269




    BIJLAGE VII

    CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

    De experimentele visserij op ijsheek in het CCAMLR-verdragsgebied in de periode van 1 december 2023 tot en met 30 november 2024 wordt beperkt als volgt:



    Tabel A

    Gemachtigde lidstaten, deelgebieden en maximaal aantal vaartuigen

    Lidstaat

    Deelgebied

    Maximaal aantal vaartuigen

    Spanje

    48,6

    1

    Spanje

    88,1

    1

    Spanje

    88,2

    1



    Tabel B

    TAC’s en bijvangstbeperkingen

    De door de CCAMLR vastgestelde TAC’s in onderstaande tabel worden niet aan de CCAMLR-leden toegewezen, waardoor het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten worden gemonitord door het secretariaat van de CCAMLR, dat aan de verdragsluitende partijen meedeelt wanneer de visserij wegens uitputting van de TAC moet worden stopgezet.

    Deelgebied

    Regio

    Seizoen

    SSRU's of onderzoeksvakken

    Vangstbeperking voor Antarctische tandvis (Dissostichus mawsoni) (in ton)/SSRU of onderzoeksvak

    Vangstbeperking voor Antarctische tandvis (Dissostichus mawsoni) (in ton)/geheel deelgebied (1)

    Bijvangstbeperking (in ton)/SSRU of onderzoeksvak

    Roggen

    (Rajiformes)

    Grenadiervissen (Macrourus spp.) (2)

    Andere soorten

    48,6

    Gehele deelgebied

    1 december 2023 tot en met 30 november 2024

    48.6_2

    148

    518

    7

    23

    23

    48.6_3

    42

    2

    6

    6

    48.6_4

    126

    6

    20

    20

    48.6_5

    202

    10

    32

    32

    88,1

    Gehele deelgebied

    1 december 2023 tot en met 31 augustus 2024

    A, B, C, G (3) ("N70")

    665

    3 499

    33

    106

    33

    G, H, I, J, K (4) ("S70")

    2 309

    115

    316

    115

    Bijzondere onderzoekszone in het beschermd marien gebied in de Rosszee (“Special Research Zone” of “SRZ”)

    456

    22

    72

    22

    88,2

    Gehele deelgebied

    1 december 2023 tot en met 31 augustus 2024

    A, B (3) (N70)

    Opgenomen in de vangstbeperking voor N70 in deelgebied 88,1

     

    Opgenomen in de bijvangstbeperkingen voor N70 in deelgebied 88,1

    A, B (4) (S70)

    Opgenomen in de vangstbeperking voor Z70 in deelgebied 88,1

    Opgenomen in de bijvangstbeperkingen voor N70 in deelgebied 88,1

    Deel van SSRU_A binnen SRZ

    Opgenomen in de vangstbeperking voor SRZ in deelgebied 88,1

    Opgenomen in de bijvangstbeperkingen voor SRZ in deelgebied 88,1

    88.2_1

    184

    970

    9

    29

    29

    88.2_2

    322

    16

    53

    53

    88.2_3

    242

    12

    38

    38

    88.2_4

    222

    11

    35

    35

    14 december 2023 tot en met 31 augustus 2024

    88.2_H

    146

    146

    7

    23

    23

    (1)   

    De doelsoort is Antarctische tandvis (Dissostichus mawsoni). Alle vangsten van Antarctische diepzeeheek (Dissostichus eleginoides) worden meegeteld voor de totale vangstbeperking voor Antarctische tandvis (Dissostichus mawsoni).

    (2)   

    In gebied 88.1 en in SSRU's A en B in gebied 88.2: wanneer de vangst van grenadiervissen (Macrourus spp.) door één vissersvaartuig in een periode van tien dagen (d.w.z. van dag 1 tot en met dag 10, van dag 11 tot en met dag 20, of van dag 21 tot en met de laatste dag van de maand) in een SSRU meer dan 1 500 kg per periode van tien dagen en meer dan 16 % van de vangst van Antarctische tandvis (Dissostichus spp.) door dat vaartuig in die SSRU bedraagt, moet het vaartuig de visserij in die SSRU voor de rest van het seizoen staken.

    (3)   

    Alle gebieden buiten het beschermd marien gebied in de Rosszee en ten noorden van 70° ZB.

    (4)   

    Alle gebieden buiten het beschermd marien gebied in de Rosszee en ten zuiden van 70° ZB.




    Aanhangsel

    Deel A

    Coördinaten van de onderzoeksvakken 48.6

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_2

    54° 00' ZB 01° 00' OL

    55° 00' ZB 01° 00' OL

    55° 00' ZB 02° 00' OL

    55° 30' ZB 02° 00' OL

    55° 30' ZB 04° 00' OL

    56° 30' ZB 04° 00' OL

    56° 30' ZB 07° 00' OL

    56° 00' ZB 07° 00' OL

    56° 00' ZB 08° 00' OL

    54° 00' ZB 08° 00' OL

    54° 00' ZB 09° 00' OL

    53° 00' ZB 09° 00' OL

    53° 00' ZB 03° 00' OL

    53° 30' ZB 03° 00' OL

    53° 30' ZB 02° 00' OL

    54° 00' ZB 02° 00' OL

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_3

    64° 30' ZB 01° 00' OL

    66° 00' ZB 01° 00' OL

    66° 00' ZB 04° 00' OL

    65° 00' ZB 04° 00' OL

    65° 00' ZB 07° 00' OL

    64° 30' ZB 07° 00' OL

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_4

    68° 20' ZB 10° 00' OL

    68° 20' ZB 13° 00' OL

    69° 30' ZB 13° 00' OL

    69° 30' ZB 10° 00' OL

    69° 45' ZB 10° 00' OL

    69° 45' ZB 06° 00' OL

    69° 00' ZB 06° 00' OL

    69° 00' ZB 10° 00' OL

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_5

    71° 00' ZB 15° 00' WL

    71° 00' ZB 13° 00' WL

    70° 30' ZB 13° 00' WL

    70° 30' ZB 11° 00' WL

    70° 30' ZB 10° 00' WL

    69° 30' ZB 10° 00' WL

    69° 30' ZB 09° 00' WL

    70° 00' ZB 09° 00' WL

    70° 00' ZB 08° 00' WL

    69° 30' ZB 08° 00' WL

    69° 30' ZB 07° 00' WL

    70° 30' ZB 07° 00' WL

    70° 30' ZB 10° 00' WL

    71° 00' ZB 10° 00' WL

    71° 00' ZB 11° 00' WL

    71° 30' ZB 11° 00' WL

    71° 30' ZB 15° 00' WL

    Coördinaten van de onderzoeksvakken 88.2

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 88.2_1

    73° 48' ZB 108° 00' WL

    73° 48' ZB 105° 00' WL

    75° 00' ZB 105° 00' WL

    75° 00' ZB 108° 00' WL

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 88.2_2

    73° 18' ZB 119° 00' WL

    73° 18' ZB 111° 30' WL

    74° 12' ZB 111° 30' WL

    74° 12' ZB 119° 00' WL

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 88.2_3

    72° 12' ZB 122° 00' WL

    70° 50' ZB 115° 00' WL

    71° 42' ZB 115° 00' WL

    73° 12' ZB 122° 00' WL

    Coördinaten van onderzoeksonderdeel 88.2_4

    72° 36' ZB 140° 00' WL

    72° 36' ZB 128° 00' WL

    74° 42' ZB 128° 00' WL

    74° 42' ZB 140° 00' WL

    Lijst van kleine onderzoekseenheden (SSRU's)



    Regio

    SSRU's

    Grenslijn

    88.1

    A

    Van 60°ZB 150°OL, pal oost naar 170°OL, pal zuid naar 65°ZB, pal west naar 150°OL, pal noord naar 60°ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 170° OL, pal oost naar 179° OL, pal zuid naar 66° 40′ ZB, pal west naar 170° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 60°ZB 179°OL, pal oost naar 170°WL, pal zuid naar 70°ZB, pal west naar 178°WL, pal noord naar 66°40'ZB, pal west naar 179°OL, pal noord naar 60°ZB.

     

    D

    Van 65°ZB 150°OL, pal oost naar 160°OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150°OL, pal noord naar 65°ZB.

     

    E

    Van 65°ZB 160°OL, pal oost naar 170°OL, pal zuid naar 68° 30’ZB, pal west naar 160°OL, pal noord naar 65°ZB.

     

    F

    Van 68°30'ZB 160°OL, pal oost naar 170°OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160°OL, pal noord naar 68°30'ZB.

     

    G

    Van 66°40'ZB 170°OL, pal oost naar 178°WL, pal zuid naar 70°ZB, pal west naar 178°50'OL, pal zuid naar 70°50'ZB, pal west naar 170°OL, pal noord naar 66°40'ZB.

     

    H

    Van 70°50'ZB 170°OL, pal oost naar 178°50'OL, pal zuid naar 73°ZB, pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 170°OL, pal noord naar 70°50'ZB.

     

    I

    Van 70°ZB 178°50'OL, pal oost naar 170°WL, pal zuid naar 73°ZB, pal west naar 178°50'OL, pal noord naar 70°ZB.

     

    J

    Van 73°ZB aan de kust nabij 170°OL, pal oost naar 178°50'OL, pal zuid naar 80°ZB, pal west naar 170°OL, noordwaarts langs de kust tot 73°ZB.

     

    K

    Van 73°ZB 178°50'OL, pal oost naar 170°WL, pal zuid naar 76°ZB, pal west naar 178°50'OL, pal noord naar 73°ZB.

     

    L

    Van 76°ZB 178°50'OL, pal oost naar 170°WL, pal zuid naar 80°ZB, pal west naar 178°50'OL, pal noord naar 76°ZB.

     

    M

    Van 73°ZB aan de kust nabij 169°30'OL, pal oost naar 170°OL, pal zuid naar 80°ZB, pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 73°ZB.

    88,2

    A

    Van 60°ZB 170°WL, pal oost naar 160°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 170°WL, pal noord naar 60°ZB.

     

    B

    Van 60°ZB 160°WL, pal oost naar 150°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160°WL, pal noord naar 60°ZB.

     

    C

    Van 70°50'ZB 150°WL, pal oost naar 140°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150°WL, pal noord naar 70°50'ZB.

     

    D

    Van 70°50'ZB 140°WL, pal oost naar 130°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 140°WL, pal noord naar 70°50'ZB.

     

    E

    Van 70°50'ZB 130°WL, pal oost naar 120°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 130°WL, pal noord naar 70°50'ZB.

     

    F

    Van 70°50'ZB 120°WL, pal oost naar 110°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 120°WL, pal noord naar 70°50'ZB.

     

    G

    Van 70°50'ZB 110°WL, pal oost naar 105°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 110°WL, pal noord naar 70°50'ZB.

     

    H

    Van 65°ZB 150°WL, pal oost naar 105°WL, pal zuid naar 70° 30’ZB, pal west naar 150°WL, pal noord naar 65°ZB.

     

    I

    Van 60°ZB 150°WL, pal oost naar 105°WL, pal zuid naar 65°ZB, pal west naar 150°WL, pal noord naar 60°ZB.

     

    J

    Van 60°ZB 170°WL, pal oost naar 160°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 170°WL, pal noord naar 60°ZB.

     

    K

    Van 60°ZB 160°WL, pal oost naar 150°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160°WL, pal noord naar 60°ZB.

     

    L

    Van 70°50'ZB 150°WL, pal oost naar 140°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150°WL, pal noord naar 70°50'ZB.

     

    M

    Van 70°50'ZB 140°WL, pal oost naar 130°WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 140°WL, pal noord naar 70°50'ZB.

    Deel B

    Kennisgeving van het voornemen om deel te nemen aan de visserij op Antarctisch krill (Euphausia superba)

    Algemene informatie

    Lid: …

    Visseizoen: …

    Naam van het vaartuig: …

    Verwacht vangstniveau (ton): …

    Dagelijkse verwerkingscapaciteit van het vaartuig (onverwerkt gewicht in ton): …

    Deelgebieden en sectoren voor de voorgenomen visserij

    Deze instandhoudingsmaatregel geldt voor kennisgevingen van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in de deelgebieden 48.1, 48.2, 48.3 en 48.4 en de sectoren 58.4.1 en 58.4.2. Van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in andere deelgebieden en sectoren moet kennis worden gegeven overeenkomstig CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 21-02 (2019).



    Deelgebied/Sector

    Kruis de passende vakjes aan

    48.1

    48.2

    48.3

    48.4

    58.4.1

    58.4.2



    Vangsttechniek:

    Kruis de passende vakjes aan

     

    □Conventioneel sleepnet

     

    □Continu vissysteem

     

    □Pomptechniek om de kuil leeg te maken

     

    □Andere methode: gelieve te specificeren

    Productsoorten en methoden voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill



    Productsoort

    Methode voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill, indien van toepassing (zie bijlage 21-03/B) (1)

    Heel – bevroren

     

    Gekookt

     

    Meel

     

    Olie

     

    Ander product (gelieve te specificeren)

     

    (1)   

    Geef een gedetailleerde beschrijving van de methode indien deze niet is vermeld in bijlage 21-03/B.

    Netconfiguratie



    Netafmetingen

    Net 1

    Net 2

    Ander(e) net(ten)

    Netopening (mond)

     

     

     

    Maximale verticale opening (m)

     

     

     

    Maximale horizontale opening (m)

     

     

     

    Netomtrek aan de mond (1) (m)

     

     

     

    Oppervlakte mond (m2)

     

     

     

    Gemiddelde maaswijdte netpanelen (3) (mm)

    Buitenzijde (2)

    Binnenzijde (2)

    Buitenzijde (2)

    Binnenzijde (2)

    Buitenzijde (2)

    Binnenzijde (2)

    1e paneel

     

     

     

     

     

     

    2e paneel

     

     

     

     

     

     

    3e paneel

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Eindpaneel (kuil)

     

     

     

     

     

     

    (1)   

    Naar verwachting in operationele omstandigheden.

    (2)   

    Wijdte van buitenmazen, en van binnenmazen wanneer een binnennet wordt gebruikt.

    (3)   

    Binnenmaat van gestrekte maas op basis van de procedure in CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 22-01 (2019).

    Netdiagram(men):

    Voor elk gebruikt net of voor elke wijziging in de netconfiguratie, zie het betrokken netdiagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in vóór de volgende vergadering van de Working Group on Ecosystem Monitoring and Management (WG-EMM). De netdiagrammen moeten de volgende informatie bevatten:

    1. 

    lengte en breedte van elk paneel van het sleepnet (voldoende gedetailleerd om de berekening van de hoek van elk paneel met de waterstroom mogelijk te maken);

    2. 

    de maaswijdte (binnenmaat van de gestrekte maas, op basis van de procedure in CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 22-01 (2019)), vorm van de maas (bijvoorbeeld diamantvorm) en materiaal (bijvoorbeeld polypropyleen);

    3. 

    de constructie van de mazen (bijvoorbeeld geknoopt, gelast);

    4. 

    nadere gegevens over de linten (“streamers”) die in het sleepnet worden gebruikt (ontwerp, plaats op de panelen; vul “geen” in indien geen linten worden gebruikt); deze linten voorkomen dat Antarctisch krill de mazen verstopt of kan ontkomen.

    Inrichting voor het weren van zeezoogdieren

    Diagram(men) van de inrichting: …

    Voor elk type inrichting dat wordt gebruikt of voor elke wijziging in de configuratie van de inrichting, zie het betrokken diagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in vóór de volgende vergadering van de WG-EMM.

    Verstrek nadere gegevens over elke gebruikte inrichting voor het weren van zeezoogdieren, met vermelding of het gaat om een inrichting ter wering van zeehonden, walvissen of andere zeezoogdieren.

    Verzamelen van akoestische gegevens

    Verstrek informatie over de echolood- en sonartoestellen die door het vaartuig worden gebruikt.



    Type (bijvoorbeeld echolood, sonar)

     

     

     

    Fabrikant

     

     

     

    Model

     

     

     

    Transducerfrequenties (kHz)

     

     

     

    Verzamelen van akoestische gegevens (gedetailleerde omschrijving): …

    Beschrijf de maatregelen die zullen worden genomen voor het verzamelen van akoestische gegevens met het oog op het verstrekken van informatie over de verspreiding en de abundantie van het bestand van Antarctisch krill (Euphausia superba) en andere pelagische soorten, zoals die van de families Myctophidae en Salpidae (SC-CAMLR-XXX, punt 2.10).



    RICHTSNOEREN VOOR DE RAMING VAN HET ONVERWERKTE GEWICHT AAN GEVANGEN ANTARCTISCH KRILL

    Methode

    Formule (kg)

    Parameter

    Beschrijving

    Soort

    Ramingsmethode

    Eenheid

    Volume opslagtank

    W*L*H*ρ*1 000

    W = breedte van de tank

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    L = lengte van de tank

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa

    Variabele

    Omrekening volume naar massa

    kg/l

    H = hoogte van Antarctisch krill in tank

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    m

    Doorstromingsmeter (1)

    V*Fkrill

    V = volume van Antarctisch krill en water samen

    Specifiek voor de trek (1)

    Directe waarneming

    liter

    Fkrill = fractie van Antarctisch krill in het monster

    Specifiek voor de trek (1)

    Volumecorrectie doorstromingsmeter

    ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa

    Variabele

    Omrekening volume naar massa

    kg/l

    Doorstromingsmeter (2)

    (V*ρ)–M

    V = volume krillpasta

    Specifiek voor de trek (1)

    Directe waarneming

    liter

    M = hoeveelheid aan het proces toegevoegd water, omgezet in massa

    Specifiek voor de trek (1)

    Directe waarneming

    kg

    ρ = dichtheid krillpasta

    Variabele

    Directe waarneming

    kg/l

    Bandweegschaal

    M*(1–F)

    M = massa van Antarctisch krill en water samen

    Specifiek voor de trek (2)

    Directe waarneming

    kg

    F = fractie van water in het monster

    Variabele

    Massacorrectie bandweegschaal

    Opvangbak

    (M–Mopvangbak)*N

    Mopvangbak = massa van de lege opvangbak

    Constante

    Directe waarneming vóór het vissen

    kg

    M = gemiddelde massa van Antarctisch krill en opvangbak samen

    Variabele

    Directe waarneming, vóór het invriezen, uitgelekt

    kg

    N = aantal opvangbakken

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    Omzetting in meel

    Mmeel*MCF

    Mmeel = massa geproduceerd meel

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    kg

    MCF = meelomzettingsfactor

    Variabele

    Omzetting van meel naar volledig krill

    Volume van de kuil

    W*H*L*ρ*π/4*1 000

    W = breedte van de kuil

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    H = hoogte van de kuil

    Constante

    Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

    m

    ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa

    Variabele

    Omrekening volume naar massa

    kg/l

    L = lengte van de kuil

    Specifiek voor de trek

    Directe waarneming

    m

    Andere

    Gelieve te specificeren

     

     

     

     

    (1)   

    Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem.

    (2)   

    Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van twee uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem.

    Stappen van de waarneming en frequentie



    Volume opslagtank

    Bij de aanvang van de visserij

    Meet de breedte en de lengte van de opslagtank (indien de tank niet rechthoekig is, kunnen extra metingen nodig zijn; nauwkeurigheid ± 0,05 m).

    Elke maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de opslagtank is genomen.

    Elke trek

    Meet de hoogte van het Antarctisch krill in de tank (indien het Antarctisch krill tussen de trekken in de tank wordt bewaard, meet dan het verschil in hoogte; nauwkeurigheid ± 0,1 m).

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Doorstromingsmeter (1)

    Voorafgaand aan de visserij

    Verifieer of de doorstromingsmeter volledig Antarctisch krill (d.w.z. vóór verwerking) meet.

    Meer dan eens per maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van volume naar massa (ρ) op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de doorstromingsmeter is genomen.

    Elke trek (2)

    Neem een monster uit de doorstromingsmeter en:

    — bepaal het volume (bijvoorbeeld 10 liter) van Antarctisch krill en water samen;

    — maak een raming van de volumecorrectie van de doorstromingsmeter op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill.

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Doorstromingsmeter (2)

    Voorafgaand aan de visserij

    Verifieer of beide doorstromingsmeters (één voor het krillproduct en één voor het toegevoegde water) geijkt zijn (dat wil zeggen dat beide dezelfde correcte aflezing geven).

    Elke week (1)

    Maak een raming van de dichtheid (ρ) van het krillproduct (gemalen krillpasta) door de massa te meten van een bekend volume krillproduct (bijvoorbeeld 10 liter) afkomstig van de desbetreffende doorstromingsmeter.

    Elke trek (2)

    Lees beide doorstromingsmeters af, en bereken het totale volume van het krillproduct (gemalen krillpasta) en van het toegevoegde water; de dichtheid van water wordt geacht 1 kg/l te zijn.

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Bandweegschaal

    Voorafgaand aan de visserij

    Verifieer of de bandweegschaal volledig Antarctisch krill (d.w.z. vóór verwerking) meet.

    Elke trek (2)

    Neem een monster uit de bandweegschaal en:

    — bepaal de massa van Antarctisch krill en water samen;

    — maak een raming van de massacorrectie van de bandweegschaal op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill.

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Opvangbak

    Voorafgaand aan de visserij

    Bepaal de massa van de opvangbak (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet de massa van elk type worden bepaald; nauwkeurigheid ± 0,1 kg).

    Elke trek

    Bepaal de massa van Antarctisch krill en opvangbak samen (nauwkeurigheid ± 0,1 kg).

    Tel het aantal gebruikte opvangbakken (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet het aantal opvangbakken van elk type worden geteld).

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Omzetting in meel

    Elke maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van meel naar volledig krill door 1 000 tot 5 000  kg aan (uitgelekt) volledig Antarctisch krill te verwerken.

    Elke trek

    Bepaal de massa geproduceerd meel.

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    Volume van de kuil

    Bij de aanvang van de visserij

    Meet de breedte en de hoogte van de kuil (nauwkeurigheid ± 0,1 m).

    Elke maand (1)

    Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de kuil is genomen.

    Elke trek

    Meet de lengte van het gedeelte van de kuil dat Antarctisch krill bevat (nauwkeurigheid ± 0,1 m).

    Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

    (1)   

    Een nieuwe periode vangt aan wanneer het vaartuig zich naar een nieuw deelgebied of een nieuwe sector begeeft.

    (2)   

    Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem.




    BIJLAGE VIII

    IOTC-BEVOEGDHEIDSGEBIED

    1. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op tropische tonijn mag vissen



    Lidstaat

    Maximaal aantal vaartuigen

    Capaciteit (brutotonnage)

    Spanje

    22

    61 364

    Frankrijk

    27

    45 383

    Portugal

    5

    1 627

    Italië

    1

    2 137

    Unie

    55

    110 511

    2. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) en witte tonijn (Thunnus alalunga) mag vissen



    Lidstaat

    Maximaal aantal vaartuigen

    Capaciteit (brutotonnage)

    Spanje

    27

    11 590

    Frankrijk

    41  (1)

    7 882

    Portugal

    15

    6 925

    Unie

    83

    26 397

    (1)   

    In dit aantal zijn geen in Mayotte geregistreerde vaartuigen begrepen; het aantal kan in de toekomst worden verhoogd in overeenstemming met het vlootontwikkelingsplan van Mayotte.

    3. De in punt 1 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-bevoegdheidsgebied tevens op zwaardvis en witte tonijn vissen.

    4. De in punt 2 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-bevoegdheidsgebied tevens op tropische tonijn vissen.

    ▼M1




    BIJLAGE IX

    WCPFC-VERDRAGSGEBIED

    1. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° ZB op zwaardvis (Xiphias gladius) mag vissen



    Spanje

    Nog vast te stellen

    Unie

    Nog vast te stellen

    2 Maximaal aantal ringzegenvaartuigen van de Unie dat in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° ZB op tropische tonijn mag vissen



    Spanje

    Nog vast te stellen

    Unie

    Nog vast te stellen

    ▼B




    BIJLAGE X

    SIOFA-OVEREENKOMSTGEBIED

    De jaarlijkse bodemvisserijinspanning van de vissersvaartuigen van de Unie in het Siofa-overeenkomstgebied mag de volgende limieten niet overschrijden:



    Frankrijk

    237 visdagen

    Spanje

    2 vaartuigen

    Andere lidstaten

    0




    BIJLAGE XI

    WIJZIGINGEN IN VERORDENING (EU) 2023/194

    1. Bijlage IA, deel F, bij Verordening (EU) 2023/194 wordt vervangen door:



    Tabel 1

    Soort:

    Zwarte haarstaartvis

    Aphanopus carbo

    Gebied:

    6 en 7; de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5; internationale wateren van 12

    (BSF/56712-)

    Jaar

    2023

     

    2024

     

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

    21

     

    16

     

    Estland

    10

     

    8

     

    Ierland

    52

     

    39

     

    Spanje

    103

     

    78

     

    Frankrijk

    1 450

     

    1 096

     

    Letland

    67

     

    51

     

    Litouwen

    1

     

    0

     

    Polen

    1

     

    0

     

    Overige

    5

    (1)

    4

    (1)

    Unie

    1 710

     

    1 292

     

    Verenigd Koninkrijk

    103

     

    78

     

     

     

     

     

     

    TAC

    1 813

     

    1 370

     

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (BSF/56712_AMS).



    Tabel 2

    Soort:

    Zwarte haarstaartvis

    Aphanopus carbo

    Gebied:

    wateren van de Unie en internationale wateren van 8, 9 en 10

    (BSF/8910-)

    Jaar

    2023

     

    2024

     

    Voorzorgs-TAC

    Spanje

    7

     

    7

     

    Frankrijk

    17

     

    18

     

    Portugal

    2 106

     

    2 302

     

    Unie

    2 130

     

    2 327

     

     

     

     

     

     

    TAC

    2 130

     

    2 327

     



    Tabel 3

    Soort:

    Alfonsino’s

    Beryx spp.

    Gebied:

    wateren van het Verenigd Koninkrijk, wateren van de Unie en internationale wateren van 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12 en 14

    (ALF/3X14-)

    Jaar

    2023

     

    2024

     

    Voorzorgs-TAC

    Ierland

    5

    (1)

    5

    (1)

    Spanje

    40

    (1)

    40

    (1)

    Frankrijk

    11

    (1)

    11

    (1)

    Portugal

    118

    (1)

    118

    (1)

    Unie

    174

    (1)

    174

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    5

    (1)

    5

    (1)

     

     

     

     

     

    TAC

    179

    (1)

    179

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



    Tabel 4

    Soort:

    Rondneusgrenadier

    Coryphaenoides rupestris

    Gebied:

    6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

    (RNG/5B67-)

    Jaar

    2023

     

    2024

     

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

    4

    (1)(2)

    3

    (1)(2)

    Estland

    34

    (1)(2)

    24

    (1)(2)

    Ierland

    150

    (1)(2)

    108

    (1)(2)

    Spanje

    37

    (1)(2)

    27

    (1)(2)

    Frankrijk

    1 910

    (1)(2)

    1 367

    (1)(2)

    Litouwen

    44

    (1)(2)

    31

    (1)(2)

    Polen

    22

    (1)(2)

    16

    (1)(2)

    Overige

    4

    (1)(2)(3)

    3

    (1)(2)(3)

    Unie

    2 205

    (1)(2)

    1 579

    (1)(2)

    Verenigd Koninkrijk

    112

    (1)(2)

    80

    (1)(2)

     

     

     

     

     

    TAC

    2 317

    (1)(2)

    1 659

    (1)(2)

    (1)

    Ten hoogste 10 % van elk quotum mag worden gevist in de wateren van de Unie en internationale wateren van 8, 9, 10, 12 en 14 (RNG/*8X14- voor rondneusgrenadier; RHG/*8X14- voor bijvangsten van noordelijke grenadier).

    (2)

    Gerichte visserij op noordelijke grenadiervis is niet toegestaan. Bijvangsten van noordelijke grenadiervis (RHG/5B67-) worden op dit quotum in mindering gebracht. Ze mogen niet meer dan 1 % van het quotum uitmaken.

    (3)

    Uitsluitend voor bijvangsten. Gerichte visserij is niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (RNG/5B67_AMS). RHG/5B67_AMS voor noordelijke grenadiervis).



    Tabel 5

    Soort:

    Rondneusgrenadier

    Coryphaenoides rupestris

    Gebied:

    wateren van de Unie en internationale wateren van 8, 9, 10, 12 en 14

    (RNG/8X14-)

    Jaar

    2023

     

    2024

     

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

    10

    (1)(2)

    13

    (1)(2)

    Ierland

    2

    (1)(2)

    3

    (1)(2)

    Spanje

    1 111

    (1)(2)

    1 410

    (1)(2)

    Frankrijk

    51

    (1)(2)

    65

    (1)(2)

    Letland

    18

    (1)(2)

    23

    (1)(2)

    Litouwen

    2

    (1)(2)

    3

    (1)(2)

    Polen

    347

    (1)(2)

    442

    (1)(2)

    Unie

    1 541

    (1)(2)

    1 959

    (1)(2)

    Verenigd Koninkrijk

    4

    (1)(2)

    6

    (1)(2)

     

     

     

     

     

    TAC

    1 545

    (1)(2)

    1 965

    (1)(2)

    (1)

    Ten hoogste 10 % van elk quotum mag worden gevangen in 6 en 7, de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de internationale wateren van 5b (RNG/*5B67- voor rondneusgrenadier, RHG/*5B67- voor bijvangsten van noordelijke grenadier).

    (2)

    Gerichte visserij op noordelijke grenadiervis is niet toegestaan. Bijvangsten van noordelijke grenadiervis (RHG/8X14-) moeten op dit quotum in mindering worden gebracht. Ze mogen niet meer dan 1 % van het quotum uitmaken.



    Tabel 6

    Soort:

    Zeebrasem

    Pagellus bogaraveo

    Gebied:

    6, 7 en 8

    (SBR/678-)

    Jaar

    2023

     

    2024

     

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Ierland

    3

    (1)

    3

    (1)

    Spanje

    84

    (1)

    84

    (1)

    Frankrijk

    4

    (1)

    4

    (1)

    Overige

    3

    (1)(2)

    3

    (1)(2)

    Unie

    94

    (1)

    94

    (1)

    Verenigd Koninkrijk

    11

    (1)

    11

    (1)

     

     

     

     

     

    TAC

    105

    (1)

    105

    (1)

    (1)

    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (2)

    Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (SBR/678_AMS).



    Tabel 7

    Soort:

    Zeebrasem

    Pagellus bogaraveo

    Gebied:

    wateren van de Unie en internationale wateren van 10

    (SBR/10-)

    Jaar

    2023

     

    2024

     

    Voorzorgs-TAC”.

    Spanje

    5

     

    5

     

    Portugal

    600

     

    600

     

    Unie

    605

     

    605

     

    Verenigd Koninkrijk

    5

     

    5

     

     

     

     

     

     

    TAC

    610

     

    610

     

    ▼M1

    2. In deel B van bijlage IA bij Verordening (EU) 2023/194 worden de tabellen voor makreel (Scomber scombrus) in de wateren van de Unie van ICES-sectoren 3a, 3b, 3c en 3d, de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a, de wateren van de Unie en het Verenigd Koninkrijk van ICES-deelgebied 4 en de Noorse wateren van de sectoren 2a en 4a vervangen door:



    “Soort:

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied:

    Wateren van de Unie van 3a, 3b, 3c en 3d, wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a, wateren van de Unie en het Verenigd Koninkrijk van 4, Noorse wateren van 2a en 4a

    (MAC/2A34-N)

    België

     

    501

    (1)(2)

    Analytische TAC

    Denemarken

     

    29 446

    (1)(2)(4)

    Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

     

    523

    (1)(2)

     

     

     

    Frankrijk

     

    1 579

    (1)(2)

     

     

     

    Nederland

     

    1 589

    (1)(2)

     

     

     

    Zweden

     

    4 743

    (1)(2)(3)

     

     

     

    Unie

     

    38 381

    (1)(2)

     

     

     

    TAC

     

    782 066

     

     

     

     

    (1)

    Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

     

    3a

    (MAC/*03A.)

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 3a, 4b en 4c

    (MAC/*3A4BC)

    4b

    (MAC/*04B.)

    4c

    (MAC/*04C.)

    Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a, 5b, 6, 7, 8d, 8e, 12 en 14

    (MAC/*2AX14)

     

     

     

     

     

     

     

     

    België

    0

    0

    0

    0

    301

     

    Denemarken

    0

    4 130

    0

    0

    10 312

     

    Duitsland

    0

    0

    0

    0

    314

     

    Frankrijk

    0

    490

    0

    0

    947

     

    Nederland

    0

    490

    0

    0

    953

     

    Zweden

    0

    0

    390

    10

    2 846

     

    Unie

    0

    5 110

    390

    10

    15 673

     

    (2)

    Binnen de limieten van deze quota en in overleg met de betrokken kuststaat mogen de hieronder vermelde maximumhoeveelheden ook in de twee onderstaande gebieden worden gevangen:

     

     

    Noorse wateren van 2a en 4a (MAC/*02A4AN-)

    Wateren van de Faeröer (MAC/*FRO1)

     

     

     

     

    België

    0

    0

     

     

     

     

    Denemarken

    0

    0

     

     

     

     

    Duitsland

    0

    0

     

     

     

     

    Frankrijk

    0

    0

     

     

     

     

    Nederland

    0

    0

     

     

     

     

    Zweden

    0

    0

     

     

     

     

    Unie

    0

    0

     

     

     

    (3)

    Bijzondere voorwaarde: inclusief de volgende hoeveelheid in ton in de Noorse wateren van 2a en 4a (MAC/*2A4AN):

     

     

    266

     

     

     

     

     

    Indien overeenkomstig deze bijzondere voorwaarde wordt gevist, moeten bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.

    (4)

    Binnen de limieten van dit quotum verricht Denemarken de volgende overdrachten, die worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 6, 7, 8d, de wateren van de Unie van 8a, 8b en 8e, de internationale wateren van 12 en 14, en de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de internationale wateren van 2a en 5b (MAC/*2A14):

     

    Duitsland

    749

     

     

     

     

     

    Spanje

    1

     

     

     

     

     

    Estland

    6

     

     

     

     

     

    Frankrijk

    499

     

     

     

     

     

    Ierland

    2 495

     

     

     

     

     

    Letland

    5

     

     

     

     

     

    Litouwen

    5

     

     

     

     

     

    Nederland

    1 092

     

     

     

     

     

    Polen

    53”

     

     

     

     



    ( 1 ) Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).

    ( 2 )  PB L 252 van 5.9.1981, blz. 27. De Unie heeft het CCAMLR-verdrag goedgekeurd bij Besluit 81/691/EG van de Raad van 4 september 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 252 van 5.9.1981, blz. 26).

    ( 3 ) Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).

    ( 4 )  PB L 224 van 16.8.2006, blz. 24. De Unie heeft het Verdrag ter versterking van de IATTC goedgekeurd bij Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).

    ( 5 )  PB L 162 van 18.6.1986, blz. 34. De Unie is tot de Iccat toegetreden bij Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

    ( 6 )  PB L 236 van 5.10.1995, blz. 25. De Unie is tot de IOTC toegetreden bij Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).

    ( 7 ) Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de indiening van statistieken van de vangsten en de visserijactiviteit van de lidstaten die in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 42).

    ( 8 )  PB L 378 van 30.12.1978, blz. 2. De Unie is toegetreden tot het NAFO-verdrag overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1).

    ( 9 )  PB L 234 van 31.8.2002, blz. 40. De Unie heeft het Seafo-verdrag goedgekeurd bij Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).

    ( 10 )  PB L 196 van 18.7.2006, blz. 15. De Unie heeft de Siofa goedgekeurd bij Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).

    ( 11 )  PB L 67 van 6.3.2012, blz. 3. De Unie heeft het SPRFMO-verdrag goedgekeurd bij Besluit 2012/130/EU van de Raad van 3 oktober 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (PB L 67 van 6.3.2012, blz. 1).

    ( 12 )  PB L 32 van 4.2.2005, blz. 3. De Unie is tot de WCPFC toegetreden bij Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).

    ( 13 ) Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied (General Fisheries Commission for the Mediterranean — Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 44).

    ( 14 ) Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81).

    ( 15 ) Alle typen bodemtrawls (OTB, OTT, PTB, TBB, TBN, TBS en TB).

    ( 16 ) Alle typen zegens (SSC, SDN, SPR, SV, SB en SX).

    ( 17 ) Alle beuglijnen en hengels (LHP, LHM, LLD, LL, LTL, LX en LLS).

    ( 18 ) Alle vaste kieuwnetten en vallen (GTR, GNS, GNC, FYK, FPN en FIX).

    ( 19 ) Vistuigcodes: OTB, OTT, OT, TBN, TBS, TB, TX, PTB, SDN, SSC, SX, LL en LLS.

    ( 20 ) Vistuigcodes: OTB, OTT, OT, TBN, TBS, TB, TX en PTB.

    ( 21 ) Verordening (EU) 2017/2107 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2017 tot vaststelling van in het verdragsgebied van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT) geldende beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1936/2001, (EG) nr. 1984/2003 en (EG) nr. 520/2007 van de Raad (PB L 315 van 30.11.2017, blz. 1).

    ( 22 ) Verordening (EG) n r. 601/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 3943/90, (EG) nr. 66/98 en (EG) nr. 1721/1999 (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 16).

    ( 23 ) Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

    ( 24 ) Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad van 24 juli 2008 tot instelling van een tijdelijke specifieke actie ter bevordering van de herstructurering van de door de economische crisis getroffen vissersvloten van de Europese Gemeenschap (PB L 202 van 31.7.2008, blz. 1).

    ( 25 ) Verordening (EU) 2017/1004 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 betreffende de instelling van een Uniekader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad (PB L 157 van 20.6.2017, blz. 1).

    ( 26 ) De in de punten 1, 2 en 3 van deze bijlage vermelde aantallen kunnen naar beneden worden bijgesteld om aan internationale verplichtingen van de Unie te voldoen.

    Top