Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02023R2466-20240511

    Consolidated text: Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2466 van de Commissie van 17 augustus 2023 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft handelsnormen voor eieren

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/2466/2024-05-11

    02023R2466 — NL — 11.05.2024 — 001.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/2466 VAN DE COMMISSIE

    van 17 augustus 2023

    tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft handelsnormen voor eieren

    (PB L 2466 van 8.11.2023, blz. 1)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1270 VAN DE COMMISSIE  van 7 mei 2024

      L 1270

    1

    8.5.2024




    ▼B

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/2466 VAN DE COMMISSIE

    van 17 augustus 2023

    tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft handelsnormen voor eieren



    Artikel 1

    Onderwerp

    In deze verordening worden regels vastgesteld voor de toepassing van handelsnormen voor eieren van kippen van de soort Gallus gallus, met uitzondering van broedeieren, met name wat betreft:

    (a) 

    de identificatie van producenten en pakstations;

    (b) 

    de registers die moeten worden bijgehouden door producenten, verzamelaars en pakstations;

    (c) 

    conformiteitscontroles;

    (d) 

    kennisgevingen.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening zijn de definities van artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2465 van toepassing.

    Artikel 3

    Pakstations

    1.  
    Alleen pakstations sorteren en verpakken eieren en pakken eieren om en etiketteren de verpakkingen ervan.

    Enkel bedrijven die aan de in dit artikel vastgestelde voorwaarden voldoen, worden als pakstation erkend.

    2.  
    De bevoegde autoriteit verleent pakstations een vergunning om eieren te sorteren en kent een pakstationcode toe aan elke marktdeelnemer die beschikt over ruimten en technische installaties die geschikt zijn voor het naar kwaliteit en gewicht sorteren van eieren. Van pakstations die uitsluitend werken voor de levensmiddelen- en de niet-levensmiddelenindustrie worden geen technische installaties voor het sorteren van eieren naar gewicht geëist.

    De bevoegde autoriteit kent aan het pakstation een code toe die begint met de code voor de betrokken lidstaat zoals vermeld in punt 2.2 van de bijlage bij Richtlijn 2002/4/EG van de Commissie ( 1 ).

    3.  

    Pakstations moeten over de nodige technische installaties beschikken om eieren naar behoren te kunnen behandelen. Die omvatten, naargelang van het geval:

    (a) 

    adequate schouwapparatuur, automatisch of gedurende de hele bedrijfstijd bemand, waarmee de kwaliteit van elk ei afzonderlijk kan worden onderzocht, of een andere geschikte uitrusting;

    (b) 

    apparatuur voor het meten van de hoogte van de luchtkamer;

    (c) 

    uitrusting voor het sorteren van eieren naar gewicht;

    (d) 

    een of meer geijkte weegtoestellen voor het wegen van eieren;

    (e) 

    uitrusting voor het merken van eieren.

    4.  
    De in de leden 1 en 2 bedoelde vergunning kan te allen tijde worden ingetrokken wanneer niet langer wordt voldaan aan de in dit artikel vastgestelde voorwaarden.

    Artikel 4

    Merken van eieren met een producentencode

    De producentencode bestaat uit het in punt 2 van de bijlage bij Richtlijn 2002/4/EG vastgestelde registratienummer. Zij is goed zichtbaar en duidelijk leesbaar en heeft een hoogte van ten minste 2 mm.

    Onverminderd deel VI, punt III, 1, van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 is het merken met de producentencode niet verplicht wanneer het om technische redenen niet mogelijk is gebarsten of bevuilde eieren te merken.

    Artikel 5

    Door de producenten bij te houden registers

    1.  

    De producenten registreren de gegevens over de houderijmethoden, waarbij per methode het volgende wordt gespecificeerd:

    (a) 

    het aantal leghennen, de datum waarop zij zijn opgezet en hun leeftijd op het tijdstip waarop zij zijn opgezet;

    (b) 

    het aantal verwijderde leghennen en de datum van verwijdering;

    (c) 

    de dagelijkse eierproductie;

    (d) 

    het aantal verkochte of langs andere weg geleverde eieren per dag en/of het gewicht daarvan;

    (e) 

    de naam en het adres van de commerciële kopers.

    2.  

    Wanneer de voederwijze wordt aangegeven overeenkomstig artikel 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2465, registreren de producenten, onverminderd de eisen van deel A, punt III, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ), voor elke toegepaste voederwijze de volgende gegevens:

    (a) 

    de hoeveelheid en soort geleverd of ter plaatse bereid voeder;

    (b) 

    de datum van levering van het voeder.

    3.  
    Wanneer een producent gebruikmaakt van verschillende houderijmethoden in een enkele productie-inrichting, worden de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens uitgesplitst per hok.
    4.  
    Voor de toepassing van dit artikel mogen de producenten in plaats van verkoop- en leveringsregisters de facturen en leveringsbonnen bewaren met de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens.

    Artikel 6

    Door de verzamelaars bij te houden registers

    1.  

    De verzamelaars registreren per houderijmethode en per dag:

    (a) 

    de hoeveelheid verzamelde eieren per producent, met vermelding van de naam, het adres en de producentencode, alsmede de legdatum of legperiode;

    (b) 

    de hoeveelheid aan de betrokken pakstations geleverde eieren, uitgesplitst naar producent, met vermelding van de naam, het adres, de code van het pakstation en de legdatum of legperiode.

    2.  
    Voor de toepassing van dit artikel mogen de verzamelaars in plaats van verkoop- en leveringsregisters de facturen en leveringsbonnen bewaren met de in lid 1 bedoelde gegevens.

    Artikel 7

    Door de pakstations bij te houden registers

    1.  

    De pakstations registreren per houderijmethode en per dag:

    (a) 

    de hoeveelheid niet-gesorteerde eieren die bij hen binnenkomen, uitgesplitst naar producent, met vermelding van de naam, het adres en de producentencode, alsmede de legdatum of legperiode;

    (b) 

    na sortering van de eieren, de naar kwaliteits- en gewichtsklasse opgesplitste hoeveelheden;

    (c) 

    de hoeveelheid ontvangen gesorteerde eieren die afkomstig zijn van andere pakstations, met vermelding van de code van die pakstations en de datum van minimale houdbaarheid;

    (d) 

    de hoeveelheid niet-gesorteerde eieren die aan andere pakstations worden geleverd, uitgesplitst naar producent, met vermelding van de code van die pakstations en de legdatum of legperiode;

    (e) 

    het aantal geleverde eieren en/of het gewicht daarvan, per kwaliteits- en gewichtsklasse, per verpakkingsdatum voor eieren van klasse B of datum van minimale houdbaarheid voor eieren van klasse A, en per koper, met vermelding van de naam en het adres van elke koper.

    De pakstations voeren een voorraadboekhouding die wekelijks wordt bijgewerkt.

    2.  
    Wanneer op eieren van klasse A en verpakkingen daarvan een vermelding van de voederwijze overeenkomstig artikel 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2465 is aangebracht, houden de pakstations die dergelijke vermeldingen gebruiken, afzonderlijke registers bij overeenkomstig lid 1 van het onderhavige artikel.
    3.  
    Voor de toepassing van dit artikel mogen de pakstations in plaats van verkoop- en leveringsregisters de facturen en leveringsbonnen bewaren met de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens.

    ▼M1

    Artikel 8

    Termijnen voor het bewaren van de registers

    De in artikel 7, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2465 en de artikelen 5, 6 en 7 van de onderhavige verordening bedoelde registers en andere bewijsstukken worden gedurende ten minste twaalf maanden na de opstelling ervan bewaard.

    ▼B

    Artikel 9

    Controles

    1.  
    Elke lidstaat wijst een inspectiedienst aan die de naleving van deze verordening en van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2465 moet controleren.
    2.  
    De in lid 1 bedoelde inspectiediensten controleren de onder Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2465 vallende producten in de verschillende stadia van het in de handel brengen, naargelang van het geval. Afgezien van aselecte bemonstering worden de controles verricht op basis van een risicoanalyse, waarbij rekening wordt gehouden met het type en de omzet van de betrokken inrichting, alsmede met de voor de betrokken marktdeelnemer bestaande gegevens inzake naleving van de handelsnormen voor eieren.
    3.  
    Voor uit derde landen ingevoerde eieren van klasse A worden de in lid 2 bedoelde controles verricht bij inklaring en voordat de eieren in het vrije verkeer worden gebracht.

    Uit derde landen ingevoerde eieren van klasse B worden alleen in het vrije verkeer gebracht nadat op basis van een controle bij het inklaren is geconstateerd dat de eieren uiteindelijk bestemd zijn voor de verwerkende industrie.

    4.  

    Los van steekproefcontroles worden marktdeelnemers met een door de inspectiediensten op basis van een in lid 2 bedoelde risicoanalyse te bepalen frequentie gecontroleerd, waarbij met name de volgende factoren in aanmerking worden genomen:

    (a) 

    de resultaten van eerdere controles;

    (b) 

    de complexiteit van de door de eieren doorlopen afzetkanalen;

    (c) 

    de mate van segmentering in de productie- of de verpakkingsinrichting;

    (d) 

    de hoeveelheid geproduceerde of verpakte eieren;

    (e) 

    substantiële wijzigingen ten opzichte van de vorige jaren in de aard van de geproduceerde of behandelde eieren of in de afzetmethode.

    ▼M1

    5.  
    De controles vinden regelmatig en onaangekondigd plaats. De in de artikelen 5, 6 en 7 bedoelde registers worden op verzoek onverwijld ter beschikking gesteld van de inspectiediensten.

    ▼B

    Artikel 10

    Besluiten inzake niet-naleving

    1.  
    Wanneer de inspectiediensten bij controles in de zin van artikel 9 vaststellen dat de onderhavige verordening of deel VI van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 of Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2465 niet is nageleefd, is elk op grond daarvan genomen besluit van toepassing op de gehele gecontroleerde partij.
    2.  
    Wanneer de gecontroleerde partij wordt geacht niet in overeenstemming te zijn met de onderhavige verordening of deel VI van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 of Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2465, verbiedt de inspectiedienst het in de handel brengen van deze partij of, ingeval de partij afkomstig is uit een derde land, de invoer ervan, zolang en voor zover niet wordt bewezen dat de partij met deze verordening in overeenstemming is gebracht.

    ▼M1

    3.  
    De inspectiedienst die de controle heeft verricht, vergewist zich ervan dat de afgekeurde partij met de onderhavige verordening, Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2465 of deel VI van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 in overeenstemming is of wordt gebracht.

    ▼B

    Artikel 11

    Kennisgeving van inbreuken

    De lidstaten stellen de Commissie binnen vijf werkdagen langs elektronische weg in kennis van iedere door de inspectiediensten geconstateerde inbreuk, of een ernstig vermoeden daarvan, die het handelsverkeer van eieren binnen de Unie ongunstig kan beïnvloeden. Het handelsverkeer binnen de Unie wordt met name geacht ongunstig te worden beïnvloed in geval van ernstige inbreuken door marktdeelnemers die eieren voor verkoop in een andere lidstaat produceren of in de handel brengen.

    Artikel 12

    Kennisgevingen

    1.  
    Op verzoek van de Commissie stellen de lidstaten de Commissie en de andere lidstaten in kennis van de voor de toepassing van deze verordening benodigde gegevens.
    2.  
    De in deze verordening bedoelde kennisgevingen aan de Commissie worden gedaan overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie ( 3 ) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie ( 4 ).

    Artikel 13

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.



    ( 1 ) Richtlijn 2002/4/EG van de Commissie van 30 januari 2002 met betrekking tot de registratie van onder Richtlijn 1999/74/EG van de Raad vallende inrichtingen waar legkippen worden gehouden (PB L 30 van 31.1.2002, blz. 44).

    ( 2 ) Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

    ( 3 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie van 20 april 2017 tot aanvulling van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 100).

    ( 4 ) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 113).

    Top