Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02021R0934-20211208

    Consolidated text: Uitvoeringsverordening (EU) 2021/934 van de Commissie van 9 juni 2021 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/934/2021-12-08

    02021R0934 — NL — 08.12.2021 — 001.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/934 VAN DE COMMISSIE

    van 9 juni 2021

    tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest

    (Voor de EER relevante tekst)

    (PB L 204 van 10.6.2021, blz. 18)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/2158 VAN DE COMMISSIE van 6 december 2021

      L 436

    35

    7.12.2021




    ▼B

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/934 VAN DE COMMISSIE

    van 9 juni 2021

    tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest

    (Voor de EER relevante tekst)



    HOOFDSTUK I

    ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    1.  

    Deze verordening bevat:

    a) 

    bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met klassieke varkenspest die gedurende een beperkte periode moeten worden toegepast door de lidstaten ( 1 ) waarvoor in bijlage I bij deze verordening beperkingszones zijn opgenomen (de betrokken lidstaten).

    Deze bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen zijn van toepassing op gehouden en in het wild levende varkens en op producten van dierlijke oorsprong, levende producten en dierlijke bijproducten die zijn verkregen van varkens, en komen bovenop de maatregelen die van toepassing zijn voor de bescherming en bewaking van de beperkings- en besmette zones die door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten overeenkomstig artikel 21, lid 1, en artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 zijn vastgesteld;

    b) 

    bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met klassieke varkenspest die door alle lidstaten gedurende een beperkte periode moeten worden toegepast.

    2.  

    Deze verordening is van toepassing op:

    a) 

    de verplaatsingen van zendingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van:

    i) 

    varkens die worden gehouden in inrichtingen die gelegen zijn in in bijlage I opgenomen beperkingszones;

    ii) 

    levende producten, producten van dierlijke oorsprong en dierlijke bijproducten die zijn verkregen van gehouden varkens zoals bedoeld in punt a), i);

    b) 

    de verplaatsingen van:

    i) 

    zendingen van in het wild levende varkens in de betrokken lidstaten;

    ii) 

    zendingen en verplaatsingen voor particulier gebruik door jagers van producten van dierlijke oorsprong en dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in het wild levende varkens in de in bijlage I opgenomen beperkingszones of die zijn verwerkt in inrichtingen die in die beperkingszones zijn gelegen;

    c) 

    exploitanten van levensmiddelenbedrijven die omgaan met de in de punten a) en b) bedoelde zendingen.

    3.  

    De in lid 1 bedoelde ziektebestrijdingsmaatregelen hebben betrekking op het volgende:

    a) 

    in hoofdstuk II worden bijzondere voorschriften vastgesteld voor de instelling van de in bijlage I opgenomen beperkingszones in geval van een uitbraak van klassieke varkenspest;

    b) 

    hoofdstuk III bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen die van toepassing zijn op zendingen van in de in bijlage I opgenomen beperkingszones gehouden varkens en de daarvan verkregen producten in de betrokken lidstaten;

    c) 

    hoofdstuk IV bevat bijzondere risicobeperkingsmaatregelen voor levensmiddelenbedrijven in de betrokken lidstaten;

    d) 

    hoofdstuk V bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen die van toepassing zijn op in het wild levende varkens in de betrokken lidstaten;

    e) 

    hoofdstuk VI bevat de slotbepalingen.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

    Daarnaast wordt verstaan onder:

    a) 

    “varken”: een in de lijst in bijlage III bij Verordening (EU) 2016/429 opgenomen dier dat behoort tot de hoefdiersoorten in de familie Suidae;

    b) 

    “levende producten”: sperma, oöcyten en embryo’s van varkens, verkregen van gehouden varkens voor kunstmatige voortplanting;

    c) 

    “categorie 2-materiaal”: dierlijke bijproducten zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, verkregen van gehouden varkens;

    d) 

    “categorie 3-materiaal”: dierlijke bijproducten zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, verkregen van gehouden varkens.



    HOOFDSTUK II

    BIJZONDERE REGELS VOOR DE INSTELLING VAN BEPERKINGSZONES IN GEVAL VAN EEN UITBRAAK VAN KLASSIEKE VARKENSPEST EN DE TOEPASSING VAN BIJZONDERE ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN IN ALLE LIDSTATEN

    Artikel 3

    Bijzondere regels voor de instelling van beperkings- en besmette zones in geval van een uitbraak van klassieke varkenspest

    In geval van een uitbraak van klassieke varkenspest bij gehouden of in het wild levende varkens stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een van de volgende zones in:

    a) 

    in geval van een uitbraak bij gehouden varkens, een beperkingszone overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, of

    b) 

    in geval van een uitbraak bij in het wild levende varkens, een besmette zone overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

    Artikel 4

    Bijzondere regels voor de opname van beperkingszones in de lijst in bijlage I in geval van een uitbraak van klassieke varkenspest bij in het wild levende varkens in een lidstaat

    1.  
    Naar aanleiding van een uitbraak van klassieke varkenspest bij in het wild levende varkens in een gebied van een lidstaat wordt dat gebied als beperkingszone in bijlage I opgenomen.
    2.  
    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat zorgen ervoor dat de grenzen van de overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde besmette zone onverwijld worden aangepast zodat deze ten minste de desbetreffende beperkingszone omvat die voor die lidstaat in de lijst in bijlage I is opgenomen.

    Artikel 5

    Algemene toepassing van bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in beperkingszones

    De betrokken lidstaten passen de ziektebestrijdingsmaatregelen die in de artikelen 3 en 4 van deze verordening zijn vastgesteld toe in de in bijlage I bij deze verordening opgenomen beperkingszones, naast de ziektebestrijdingsmaatregelen die overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 moeten worden toegepast in:

    a) 

    de overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beperkingszones;

    b) 

    de overeenkomstig artikel 63 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde besmette zones.



    HOOFDSTUK III

    BIJZONDERE ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN DIE IN DE BETROKKEN LIDSTATEN VAN TOEPASSING ZIJN OP ZENDINGEN VAN IN BEPERKINGSZONES GEHOUDEN VARKENS EN PRODUCTEN DAARVAN



    AFDELING 1

    Toepassing van specifieke verbodsbepalingen ten aanzien van verplaatsingen van zendingen van gehouden varkens en producten daarvan in de betrokken lidstaten

    Artikel 6

    Specifiek verbod op verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen in beperkingszones gehouden varkens

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van zendingen in die beperkingszones gehouden varkens.

    Artikel 7

    Specifiek verbod op verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen levende producten die verkregen zijn van in beperkingszones gehouden varkens

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van zendingen levende producten die verkregen zijn van in die beperkingszones gehouden varkens.

    Artikel 8

    Specifiek verbod op verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen dierlijke bijproducten die verkregen zijn van in beperkingszones gehouden varkens

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van zendingen dierlijke bijproducten die zijn verkregen van in die beperkingszones gehouden varkens.

    Artikel 9

    Specifiek verbod op verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die verkregen zijn van in beperkingszones gehouden varkens

    1.  
    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, die verkregen zijn van in die beperkingszones gehouden varkens.
    2.  
    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten kunnen besluiten dat het in lid 1 van dit artikel vastgestelde verbod niet van toepassing is op zendingen vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van varkens die in bijlage I bij deze verordening opgenomen beperkingszones zijn gehouden en die wat betreft klassieke varkenspest de desbetreffende risicobeperkende behandeling overeenkomstig bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 hebben ondergaan in overeenkomstig artikel 23, lid 1, van deze verordening aangewezen inrichtingen.



    AFDELING 2

    Algemene voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen uit beperkingszones van zendingen in beperkingszones gehouden varkens worden toegestaan

    Artikel 10

    Algemene voorwaarden voor afwijkingen van het specifieke verbod ten aanzien van verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen in beperkingszones gehouden varkens

    1.  

    In afwijking van het specifieke verbod van artikel 6 kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten toestemming verlenen voor verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van zendingen varkens die in die beperkingszones worden gehouden in de gevallen die worden bestreken door de artikelen 18 tot en met 22, mits aan de specifieke voorwaarden van die artikelen en aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a) 

    de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, en

    b) 

    de aanvullende algemene voorwaarden betreffende:

    i) 

    verplaatsingen van zendingen gehouden varkens uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones, zoals vastgesteld in artikel 11;

    ii) 

    inrichtingen voor gehouden varkens die gelegen zijn in in bijlage I opgenomen beperkingszones, zoals vastgesteld in artikel 12;

    iii) 

    de vervoermiddelen die worden gebruikt voor het vervoer van gehouden varkens uit in bijlage I opgenomen beperkingszones, zoals vastgesteld in artikel 13.

    2.  
    Alvorens de in de artikelen 18 tot en met 22 bedoelde toestemming te verlenen, beoordelen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten de risico’s die aan het verlenen van een dergelijke toestemming verbonden zijn; uit die beoordeling moet blijken dat het risico op verspreiding van klassieke varkenspest verwaarloosbaar is.

    Artikel 11

    Aanvullende algemene voorwaarden voor verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen in beperkingszones gehouden varkens

    1.  

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verlenen alleen toestemming voor verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van in die beperkingszones gehouden varkens in de in de artikelen 18 tot en met 22 bedoelde gevallen, mits aan de specifieke voorwaarden van die artikelen is voldaan en op voorwaarde dat:

    a) 

    de varkens gehouden zijn in en niet zijn verplaatst uit hun inrichting van verzending gedurende een periode van ten minste 90 dagen vóór de datum van verplaatsing, of, indien zij jonger zijn dan 90 dagen, sedert hun geboorte, en gedurende de periode van 30 dagen onmiddellijk voorafgaand aan de datum van verzending in die inrichting geen andere gehouden varkens uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn binnengebracht in ofwel:

    i) 

    die inrichting van verzending, of

    ii) 

    de epidemiologische eenheid van die inrichting van verzending waar de te verplaatsen varkens volledig gescheiden zijn gehouden. De bevoegde autoriteit stelt, na uitvoering van een risicobeoordeling, de grenzen van die epidemiologische eenheid vast, waarbij wordt bevestigd dat de structuur, de omvang en de onderlinge afstand van de verschillende epidemiologische eenheden en de uitgevoerde verrichtingen zodanig zijn dat afzonderlijke voorzieningen voor huisvesting, verzorging en voederen van de gehouden varkens gewaarborgd worden, zodat het klassieke-varkenspestvirus zich niet van de ene epidemiologische eenheid naar de andere kan verspreiden;

    b) 

    de varkens die in de inrichting van verzending worden gehouden, met inbegrip van de dieren die zullen worden verplaatst, met gunstige resultaten klinisch zijn onderzocht ten aanzien van klassieke varkenspest:

    i) 

    door een officiële dierenarts;

    ii) 

    binnen de periode van 24 uur die voorafgaat aan het tijdstip van verplaatsing van de zending, en

    iii) 

    overeenkomstig artikel 3, leden 1 en 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 en punt A.1 van bijlage I bij die verordening;

    c) 

    indien nodig, vóór de datum van de verplaatsing van de zending vanuit de inrichting van verzending tests ter opsporing van ziekteverwekkers of antilichaamdetectietests zijn uitgevoerd volgens de instructies van de bevoegde autoriteit:

    i) 

    na het onder b) bedoelde klinisch onderzoek voor varkens die in de inrichting worden gehouden, met inbegrip van dieren die zullen worden verplaatst, en

    ii) 

    overeenkomstig punt A.2 van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

    2.  
    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten geven pas toestemming voor de verplaatsing van de zending na, in voorkomend geval, eerst negatieve resultaten te hebben verkregen op de in lid 1), punt c), bedoelde tests ter opsporing van ziekteverwekkers.

    Artikel 12

    Aanvullende algemene voorwaarden voor in beperkingszones gelegen inrichtingen voor gehouden varkens

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verlenen alleen toestemming voor verplaatsingen vanuit de in bijlage I opgenomen beperkingszones naar buiten die zones van varkens die in inrichtingen worden gehouden die in die beperkingszones zijn gelegen in de gevallen die worden bestreken door de artikelen 18 tot en met 22, mits aan de specifieke voorwaarden van die artikelen is voldaan en op voorwaarde dat:

    a) 

    de inrichting van verzending na de opneming van de beperkingszones in bijlage I bij deze verordening ten minste eenmaal door een officiële dierenarts is bezocht en ten minste tweemaal per jaar wordt onderworpen aan regelmatige bezoeken door officiële dierenartsen als bedoeld in artikel 26, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, met een tussenpoos van ten minste vier maanden;

    b) 

    de inrichting van verzending biobeveiligingsvoorschriften voor klassieke varkenspest uitvoert:

    i) 

    in overeenstemming met de aangescherpte biobeveiligingsmaatregelen voor inrichtingen voor gehouden varkens die gelegen zijn in in bijlage II opgenomen beperkingszones, en

    ii) 

    zoals door de betrokken lidstaat vastgesteld;

    c) 

    in de inrichting van verzending permanente bewaking plaatsvindt door tests ter opsporing van ziekteverwekkers en antilichaamdetectietests uit te voeren voor klassieke varkenspest:

    i) 

    overeenkomstig artikel 3, lid 2, van en bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;

    ii) 

    wekelijks met negatieve resultaten bij ten minste de eerste twee dode gehouden varkens ouder dan 60 dagen of, indien er geen dergelijke dode dieren ouder dan 60 dagen zijn, op alle dode, gespeende gehouden varkens, in elke epidemiologische eenheid;

    iii) 

    ten minste gedurende de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde monitoringperiode voor klassieke varkenspest vóór de verplaatsing van de zending uit de inrichting van verzending.

    Artikel 13

    Aanvullende algemene voorwaarden voor het vervoermiddel dat wordt gebruikt voor het vervoer uit de beperkingszones van in beperkingszones gehouden varkens

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten staan verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van zendingen in die beperkingszones gehouden varkens alleen toe als de voor het vervoer van die zendingen gebruikte vervoermiddelen:

    a) 

    aan de voorschriften van artikel 24, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 voldoen, en

    b) 

    worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 onder controle of toezicht van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.



    AFDELING 3

    Verplichtingen van exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten

    Artikel 14

    Verplichtingen van de exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen in beperkingszones gehouden varkens

    Exploitanten verplaatsen zendingen varkens die in de in bijlage I bij deze verordening opgenomen beperkingszones worden gehouden alleen van die zones naar een andere lidstaat in gevallen die worden bestreken door artikel 18 van deze verordening, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 143, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat ten minste een van de volgende verklaringen bevat dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

    “Varkens die in een beperkingszone zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met klassieke varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/934 van de Commissie.”.

    Artikel 15

    Verplichtingen van exploitanten ten aanzien van diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van in beperkingszones gehouden varkens

    1.  

    Exploitanten verplaatsen zendingen van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in de in bijlage I bij deze verordening opgenomen beperkingszones zijn gehouden, alleen van die beperkingszones naar een andere lidstaat in de gevallen die worden bestreken door artikel 22 van deze verordening, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:

    a) 

    de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie, en

    b) 

    de volgende verklaring dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

    “Vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in een beperkingszone zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met klassieke varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/934 van de Commissie.”.

    2.  

    Exploitanten verplaatsen zendingen verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden, alleen van die beperkingszones naar een andere lidstaat, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a) 

    de verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, hebben de desbetreffende risicobeperkende behandeling ondergaan zoals vastgesteld in bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;

    b) 

    die zendingen gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:

    i) 

    de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie, en

    ii) 

    de volgende verklaring dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

    “Verwerkte en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in beperkingszones zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met klassieke varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/934 van de Commissie].”

    3.  

    Exploitanten verplaatsen zendingen van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden en die zijn geslacht in slachthuizen die zijn gelegen in die beperkingszones, alleen van die beperkingszone naar een andere lidstaat, indien die zendingen vergezeld gaan van:

    a) 

    een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie bevat, en

    b) 

    de volgende verklaring dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

    “Vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten beperkingszones zijn gehouden en die zijn geslacht in beperkingszones overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met klassieke varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/934 van de Commissie.”

    4.  

    Exploitanten verplaatsen zendingen verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, die zijn verkregen van varkens die buiten de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden en in die beperkingszones worden verwerkt, alleen van die beperkingszones naar een andere lidstaat, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a) 

    de verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, hebben de desbetreffende risicobeperkende behandeling ondergaan zoals vastgesteld in bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687;

    b) 

    die zendingen gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:

    i) 

    de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie, en

    ii) 

    de volgende verklaring dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

    “Verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten beperkingszones zijn gehouden en zijn verwerkt in beperkingszones overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met klassieke varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/934 van de Commissie.”

    5.  

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten kunnen besluiten dat een gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 853/2004, aangebracht op vers of verwerkt vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, in overeenkomstig artikel 23, lid 1, van deze verordening aangewezen inrichtingen mag worden vervangen door het diergezondheidscertificaat voor verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones voor de volgende zendingen van:

    a) 

    vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden, naar een andere lidstaat, zoals bepaald in lid 1;

    b) 

    verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden, naar een andere lidstaat, als vastgesteld in lid 2;

    c) 

    vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden en die zijn geslacht in slachthuizen die zijn gelegen in die beperkingszones, naar een andere lidstaat, als vastgesteld in lid 3;

    d) 

    verwerkte vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in gebieden buiten de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden en die in die beperkingszones zijn verwerkt, naar een andere lidstaat, zoals bepaald in lid 4.

    Artikel 16

    Verplichtingen van de exploitanten met betrekking tot diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen levende producten verkregen van varkens die worden gehouden in inrichtingen die in beperkingszones zijn gelegen

    Exploitanten verplaatsen zendingen levende producten, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden, alleen van die beperkingszones naar een andere lidstaat in de gevallen die worden bestreken door artikel 19 van deze verordening, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 161, lid 4, van Verordening (EU) 2016/429. Dat diergezondheidscertificaat bevat de volgende verklaring dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

    “Levende producten, verkregen van varkens die in beperkingszones zijn gehouden overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met klassieke varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/934 van de Commissie.”

    Artikel 17

    Verplichtingen van exploitanten ten aanzien van diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen categorie 2- en categorie 3-materiaal verkregen van in beperkingszones gehouden varkens

    Exploitanten verplaatsen zendingen van categorie 2- en categorie 3-materiaal, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden, alleen van die zones naar een andere lidstaat in gevallen die worden bestreken door de artikelen 20 tot en met 21, indien die zendingen vergezeld gaan van:

    a) 

    het handelsdocument zoals bedoeld in hoofdstuk III van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011, en

    b) 

    een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 22, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.



    AFDELING 4

    Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen gehouden varkens en producten daarvan in de betrokken lidstaten worden toegestaan

    Artikel 18

    Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen varkens die in beperkingszones worden gehouden, naar andere lidstaten en naar derde landen worden toegestaan

    1.  

    In afwijking van het in artikel 6 vastgestelde verbod kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten toestemming verlenen voor verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van zendingen varkens die in die beperkingszones worden gehouden, naar een inrichting op het grondgebied van andere lidstaten en naar derde landen, op voorwaarde dat:

    a) 

    in de inrichting van verzending in de voorafgaande twaalf maanden geen tekenen van klassieke varkenspest zijn waargenomen en die inrichting buiten een overeenkomstig artikel 21 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beschermings- of bewakingszone gelegen is;

    b) 

    aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;

    c) 

    aan de aanvullende algemene voorwaarden van de artikelen 10 tot en met 13 is voldaan.

    2.  
    De bevoegde autoriteiten van alle lidstaten zorgen ervoor dat zendingen varkens die het voorwerp zijn van een in lid 1 van dit artikel bedoelde toegestane verplaatsing, ten minste gedurende de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 vastgestelde monitoringperiode voor klassieke varkenspest in de inrichting van bestemming blijven of worden verzonden voor onmiddellijke slacht.

    Artikel 19

    Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen levende producten verkregen van inrichtingen voor levende producten die in beperkingszones zijn gelegen, naar andere lidstaten en naar derde landen worden toegestaan

    In afwijking van het in artikel 7 vastgestelde verbod kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten toestemming verlenen voor verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van zendingen levende producten van inrichtingen voor levende producten die in die beperkingszones zijn gelegen, naar andere lidstaten en naar derde landen, op voorwaarde dat:

    a) 

    de levende producten zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in inrichtingen en verkregen van gehouden varkens die voldoen aan de voorwaarden van artikel 11, lid 1, punten b) en c), artikel 11, lid 2, en artikel 12;

    b) 

    de mannelijke en vrouwelijke donordieren van de varkens werden gehouden in inrichtingen voor levende producten:

    i) 

    gedurende een periode van ten minste 90 dagen vóór de datum van winning of productie van de levende producten;

    ii) 

    waar gedurende een periode van ten minste 90 dagen vóór de datum van winning of productie van de levende producten geen andere gehouden varkens uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn binnengebracht.

    Artikel 20

    Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen categorie 2-materiaal verkregen van varkens die in beperkingszones zijn gehouden met het oog op verwijdering in een andere lidstaat of derde land worden toegestaan

    1.  

    In afwijking van het in artikel 8 van deze verordening vastgestelde verbod kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten toestemming verlenen voor verplaatsingen uit de in bijlage I bij deze verordening opgenomen beperkingszones van zendingen dierlijke bijproducten van categorie 2-materiaal die verkregen zijn van in die beperkingszones gehouden varkens naar een verwerkingsfabriek om volgens de methoden 1 tot en met 5 van hoofdstuk III van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 142/2011 te worden verwerkt, of naar een verbrandings- of meeverbrandingsinstallatie zoals bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, in beide gevallen gelegen in een andere lidstaat, of naar een derde land, op voorwaarde dat:

    a) 

    aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;

    b) 

    aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 10, lid 2, is voldaan;

    c) 

    het vervoermiddel is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren.

    2.  

    De vervoersondernemer die verantwoordelijk is voor verplaatsingen van zendingen van categorie 2-materiaal:

    a) 

    stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren, en

    b) 

    bewaart de elektronische registratie van die verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing.

    3.  
    De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van verzending en van bestemming van de zending categorie 2-materiaal zorgen voor de controles van verzending van die zending overeenkomstig artikel 48, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 1069/2009.

    Artikel 21

    Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen categorie 3-materiaal verkregen van varkens die in beperkingszones zijn gehouden, naar een andere lidstaat of derde land voor verdere verwerking of omzetting worden toegestaan

    1.  

    In afwijking van het in artikel 8 van deze verordening vastgestelde verbod kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten toestemming verlenen voor verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van zendingen categorie 3-materiaal dat verkregen is van in die beperkingszones gehouden varkens naar een bedrijf dat of inrichting die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de verwerking van categorie 3-materiaal tot verwerkt diervoeder, verwerkt voeder voor gezelschapsdieren, afgeleide producten die bestemd zijn voor toepassingen buiten de voederketen, of de omzetting van categorie 3-materialen in biogas of compost zoals bedoeld in artikel 24, lid 1, punten a), e) en g), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, en in een andere lidstaat is gelegen, of naar een derde land, op voorwaarde dat:

    a) 

    aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;

    b) 

    aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 10, lid 2, is voldaan;

    c) 

    het categorie 3-materiaal afkomstig is van gehouden varkens en inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van de artikelen 11 en 12;

    d) 

    het vervoermiddel is uitgerust met een satellietnavigatiesysteem om in real time de locatie ervan te bepalen, door te geven en te registreren;

    e) 

    de dierlijke bijproducten rechtstreeks van het overeenkomstig artikel 23, lid 1, aangewezen slachthuis worden verplaatst naar:

    i) 

    een verwerkingsbedrijf voor de verwerking van afgeleide producten zoals bedoeld in de bijlagen X en XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011;

    ii) 

    een bedrijf dat voeder voor gezelschapsdieren maakt en dat erkend is voor de productie van verwerkt voeder voor gezelschapsdieren zoals bedoeld in hoofdstuk II, punt 3, b), i), ii) en iii), van bijlage XIII bij Verordening (EU) nr. 142/2011;

    iii) 

    een biogas- of composteerinstallatie die erkend is voor de omzetting van dierlijke bijproducten in compost of biogas overeenkomstig de standaardomzettingsparameters zoals bedoeld in hoofdstuk III, afdeling I, van bijlage V bij Verordening (EU) nr. 142/2011.

    2.  

    De vervoersondernemer die verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van zendingen van categorie 3-materiaal:

    a) 

    stelt de bevoegde autoriteit in staat met behulp van een satellietnavigatiesysteem de verplaatsing van het vervoermiddel in real time te controleren, en

    b) 

    bewaart de elektronische registratie van de verplaatsing gedurende ten minste twee maanden na de datum van de verplaatsing.

    Artikel 22

    Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in beperkingszones zijn gehouden, naar andere lidstaten en naar derde landen worden toegestaan

    In afwijking van het in artikel 9 vastgestelde verbod kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten toestemming verlenen voor verplaatsingen uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones van zendingen vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in die beperkingszones zijn gehouden, naar andere lidstaten en naar derde landen, op voorwaarde dat:

    a) 

    de varkens in een inrichting worden gehouden waar in de twaalf maanden voorafgaand aan de datum van verplaatsing geen tekenen van klassieke varkenspest zijn waargenomen en die inrichting buiten een overeenkomstig artikel 21 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beschermings- of bewakingszone gelegen is;

    b) 

    aan de algemene voorwaarden van artikel 28, leden 2 tot en met 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 is voldaan;

    c) 

    aan de aanvullende algemene voorwaarden van artikel 10, lid 2, is voldaan;

    d) 

    het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn verkregen van varkens die zijn gehouden in inrichtingen die voldoen aan de algemene voorwaarden van de artikelen 11 en 12;

    e) 

    het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, zijn geproduceerd in overeenkomstig artikel 23, lid 1, aangewezen inrichtingen.



    HOOFDSTUK IV

    BIJZONDERE RISICOBEPERKINGSMAATREGELEN MET BETREKKING TOT KLASSIEKE VARKENSPEST VOOR LEVENSMIDDELENBEDRIJVEN IN DE BETROKKEN LIDSTATEN

    Artikel 23

    Bijzondere aanwijzing van slachthuizen, uitsnijderijen, koelhuizen, vleesverwerkingsinrichtingen en wildbewerkingsinrichtingen

    1.  
    Met inachtneming van de in artikel 22 vastgestelde voorschriften inzake toegestane verplaatsingen wijzen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten op aanvraag van een exploitant van een levensmiddelenbedrijf inrichtingen aan voor het slachten, uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden en van in die beperkingszones in het wild levende varkens.
    2.  

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten kunnen besluiten dat de in lid 1 bedoelde aanwijzing niet vereist is voor inrichtingen voor het slachten, verwerken, uitsnijden en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden en van in die beperkingszones in het wild levende varkens, op voorwaarde dat:

    a) 

    het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig van varkens zijn voorzien van een speciaal gezondheidsmerk zoals bedoeld in artikel 25;

    b) 

    het verse vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, afkomstig van varkens, die uit die inrichtingen komen, uitsluitend bestemd zijn voor binnen dezelfde betrokken lidstaat;

    c) 

    de dierlijke bijproducten afkomstig van varkens, die uit die inrichtingen komen, uitsluitend binnen dezelfde lidstaat worden verwerkt of verwijderd.

    3.  

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten:

    a) 

    verstrekken de Commissie en de andere lidstaten een link naar de website van hun bevoegde autoriteit met een lijst van aangewezen inrichtingen en hun activiteiten zoals bedoeld in lid 1;

    b) 

    houden de in punt a) bedoelde lijst actueel.

    Artikel 24

    Bijzondere voorwaarden voor de aanwijzing van inrichtingen voor het slachten, uitsnijden, verwerken en opslaan van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten wijzen alleen inrichtingen aan voor het slachten, uitsnijden, verwerken en opslaan van het vers vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden en van in die beperkingszones in het wild levende varkens met inachtneming van de in artikel 22 vastgestelde voorschriften inzake toegestane verplaatsingen, op voorwaarde dat:

    a) 

    het uitsnijden, verwerken en opslaan van het vers vlees en de vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden, gescheiden wordt uitgevoerd van vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden maar die niet voldoen aan:

    i) 

    de aanvullende algemene voorwaarden van de artikelen 11, 12 en 13, en

    ii) 

    de in artikel 22 omschreven specifieke voorwaarden;

    b) 

    de exploitant van de inrichting beschikt over door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten goedgekeurde gedocumenteerde instructies of procedures om te waarborgen dat aan de in punt a) vermelde voorwaarden wordt voldaan.

    Artikel 25

    Speciale gezondheidsmerken

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten zorgen ervoor dat de volgende producten van dierlijke oorsprong worden gemerkt met een speciaal gezondheidsmerk of, in voorkomend geval, een identificatiemerk dat niet ovaal is en niet kan worden verward met het gezondheids- of identificatiemerk bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 853/2004:

    a) 

    vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn gehouden, tenzij specifieke voorwaarden gelden voor verplaatsingen uit die beperkingszones van zendingen varkens die in dergelijke beperkingszones zijn gehouden, zoals vastgesteld in artikel 22, en

    b) 

    vers vlees en vleesproducten van in het wild levende varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones zijn verkregen en uit een overeenkomstig artikel 23, lid 1, aangewezen inrichting worden verplaatst.



    HOOFDSTUK V

    BIJZONDERE ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP IN HET WILD LEVENDE VARKENS IN DE BETROKKEN LIDSTATEN

    Artikel 26

    Specifieke verbodsbepalingen ten aanzien van verplaatsingen van in het wild levende varkens

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen van in het wild levende varkens door exploitanten overeenkomstig artikel 101 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie:

    a) 

    op het hele grondgebied van de betrokken lidstaat;

    b) 

    vanuit het hele grondgebied van de betrokken lidstaat naar:

    i) 

    andere lidstaten, en

    ii) 

    derde landen.

    Artikel 27

    Specifieke verbodsbepalingen met betrekking tot verplaatsingen van vers vlees, vleesproducten en andere producten van dierlijke oorsprong verkregen van in het wild levende varkens binnen en uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones

    1.  
    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen van zendingen vers vlees, vleesproducten en andere producten van dierlijke oorsprong verkregen van in het wild levende varkens binnen en uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones.
    2.  

    De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verbieden verplaatsingen van vers vlees, vleesproducten en andere producten van dierlijke oorsprong verkregen van in het wild levende varkens binnen en uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones:

    a) 

    voor particulier huishoudelijk gebruik;

    b) 

    in verband met de activiteiten van jagers die kleine hoeveelheden wilde zwijnen of vlees van wilde zwijnen rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker of de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert, overeenkomstig artikel 1, lid 3, punt e), van Verordening (EG) nr. 853/2004.

    Artikel 28

    Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen vers vlees, verwerkte vleesproducten en andere producten van dierlijke oorsprong verkregen van in het wild levende varkens binnen de in bijlage I opgenomen beperkingszones worden toegestaan

    In afwijking van de in artikel 27, vastgestelde verbodsbepalingen kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten toestemming verlenen voor verplaatsingen van in artikel 27 bedoelde producten van een inrichting die gelegen is in een in bijlage I opgenomen beperkingszone binnen die beperkingszone, op voorwaarde dat:

    a) 

    voor elk in het wild levend varken dat voor de productie en verwerking van vleesproducten in die beperkingszones wordt gebruikt, tests ter opsporing van ziekteverwekkers en antilichaamdetectietests zijn uitgevoerd voor klassieke varkenspest;

    b) 

    de bevoegde autoriteit vóór de in punt c) bedoelde behandeling negatieve resultaten heeft verkregen op de in punt a) bedoelde tests;

    c) 

    de vleesproducten van in het wild levende varkens zijn geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in overeenkomstig artikel 23, lid 1, aangewezen inrichtingen.

    Artikel 29

    Specifieke voorwaarden voor afwijkingen waarbij verplaatsingen van zendingen verwerkte vleesproducten en andere producten van dierlijke oorsprong verkregen van in het wild levende varkens uit de in bijlage I opgenomen beperkingszones worden toegestaan

    In afwijking van de in artikel 27, vastgestelde verbodsbepalingen kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten toestemming verlenen voor verplaatsingen van in artikel 27 bedoelde zendingen producten van een inrichting die gelegen is in een in bijlage I opgenomen beperkingszone naar andere lidstaten en naar derde landen, op voorwaarde dat:

    a) 

    voor elk in het wild levend varken dat voor de productie en verwerking van vleesproducten in die beperkingszones wordt gebruikt, tests ter opsporing van ziekteverwekkers en antilichaamdetectietests zijn uitgevoerd voor klassieke varkenspest;

    b) 

    de bevoegde autoriteit vóór de in de punten c) en d), bedoelde behandeling negatieve resultaten heeft verkregen op de in punt a) bedoelde tests;

    c) 

    de vleesproducten van in het wild levende varkens zijn geproduceerd, verwerkt en opgeslagen in overeenkomstig artikel 23, lid 1, aangewezen inrichtingen;

    d) 

    de vleesproducten van in het wild levende varkens wat betreft klassieke varkenspest de desbetreffende risicobeperkende behandeling overeenkomstig bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 voor producten van dierlijke oorsprong uit beperkingszones hebben ondergaan.

    Artikel 30

    Verplichtingen van exploitanten ten aanzien van diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen uit de beperkingszones van zendingen verwerkte vleesproducten en andere producten van dierlijke oorsprong verkregen van in die beperkingszones in het wild levende varkens

    Exploitanten verplaatsen zendingen van verwerkte vleesproducten en andere producten van dierlijke oorsprong verkregen van in het wild levende varkens uit de in bijlage I bij deze verordening opgenomen beperkingszones alleen naar een andere lidstaat en naar derde landen in de gevallen die worden bestreken door artikel 29 van deze verordening, indien die zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 167, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, dat de volgende elementen bevat:

    a) 

    de overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2154 vereiste informatie, en

    b) 

    de volgende verklaring dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan:

    “Verwerkte vleesproducten verkregen van in het wild levende varkens overeenkomstig de bijzondere bestrijdingsmaatregelen in verband met klassieke varkenspest van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/934 van de Commissie.”.



    HOOFDSTUK VI

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 31

    Inwerkingtreding en toepassing

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking ervan tot en met 13 juni 2026.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    ▼M1




    BIJLAGE I

    BEPERKINGSZONES

    Roemenië

    Het hele grondgebied van Roemenië.

    ▼B




    BIJLAGE II

    VERSTERKTE BIOBEVEILIGINGSMAATREGELEN VOOR INRICHTINGEN WAAR VARKENS WORDEN GEHOUDEN IN DE IN BIJLAGE I OPGENOMEN BEPERKINGSZONES

    (zoals bedoeld in artikel 12, punt b), i))

    1. De volgende versterkte biobeveiligingsmaatregelen, zoals bedoeld in artikel 12, punt b), i), gelden voor inrichtingen waar varkens worden gehouden in de in bijlage I opgenomen beperkingszones, in het geval van toegestane verplaatsingen van zendingen van:

    a) 

    varkens die worden gehouden in de in bijlage I opgenomen beperkingszones, zoals vastgesteld in artikel 18;

    b) 

    levende producten verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones worden gehouden, zoals vastgesteld in artikel 19;

    c) 

    dierlijke bijproducten verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones worden gehouden, zoals vastgesteld in artikel 21;

    d) 

    vers vlees en vleesproducten, met inbegrip van casings, verkregen van varkens die in de in bijlage I opgenomen beperkingszones worden gehouden, zoals vastgesteld in artikel 22.

    2. De exploitanten van inrichtingen waar varkens worden gehouden in de in bijlage I opgenomen beperkingszones die zijn gelegen in de betrokken lidstaten, zorgen er bij toegestane verplaatsingen buiten die beperkingszones voor dat in de inrichtingen waar varkens worden gehouden de volgende versterkte biobeveiligingsmaatregelen worden toegepast:

    a) 

    er mag geen direct of indirect contact zijn tussen de gehouden varkens en ten minste:

    i) 

    andere gehouden varkens van andere inrichtingen;

    ii) 

    in het wild levende varkens;

    b) 

    de personen die de bedrijfsruimten waar varkens worden gehouden, betreden en verlaten, moeten passende hygiënemaatregelen nemen zoals omkleden en ander schoeisel aantrekken;

    c) 

    de personen die de bedrijfsruimten waar varkens worden gehouden, betreden, moeten hun handen bij de ingang wassen en ontsmetten;

    d) 

    de personen die in de inrichting in contact komen met gehouden varkens mogen gedurende een periode van ten minste 48 uur voordat zij de inrichting betreden, geen jachtactiviteiten in verband met in het wild levende varkens hebben uitgeoefend of andere contacten met in het wild levende varkens hebben gehad;

    e) 

    een verbod op de binnenkomst van onbevoegde personen of vervoermiddelen in de inrichting, met inbegrip van de bedrijfsruimten, waar varkens worden gehouden;

    f) 

    adequate registratie van personen en vervoermiddelen die toegang hebben tot de inrichting waar de varkens worden gehouden;

    g) 

    de bedrijfsruimten en gebouwen van de inrichting waar varkens worden gehouden, moeten:

    i) 

    zo zijn gebouwd dat geen enkel andere dier de bedrijfsruimten en gebouwen kan binnendringen of in contact kan komen met de gehouden varkens of met hun voeder en strooisel;

    ii) 

    het wassen en ontsmetten van de handen mogelijk maken;

    iii) 

    de reiniging en ontsmetting van de bedrijfsruimten mogelijk maken;

    iv) 

    bij de ingang van de bedrijfsruimten waar varkens worden gehouden over passende voorzieningen voor omkleden en aantrekken van ander schoeisel beschikken;

    h) 

    de inrichting heeft veekerende afrastering van ten minste de bedrijfsruimten waar de varkens worden gehouden en de gebouwen waar hun voeder en strooisel worden bewaard;

    i) 

    er moet een biobeveiligingsplan voorhanden zijn dat is goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, rekening houdend met het profiel van de inrichting en de nationale wetgeving; dat biobeveiligingsplan omvat ten minste:

    i) 

    de inrichting van de “schone” en “vuile” ruimten voor personeel zoals passend bij de typologie van het bedrijf, zoals kleedkamers, een douche, een eetzaal;

    ii) 

    het opzetten en, in voorkomend geval, herzien van de logistieke regelingen voor het binnenbrengen van nieuwe gehouden varkens in de inrichting;

    iii) 

    de procedures voor de reiniging en ontsmetting van de voorzieningen, de vervoersmiddelen en de uitrusting, en voor de hygiëne van het personeel;

    iv) 

    regels voor levensmiddelen voor het personeel ter plaatse en een verbod op het houden van varkens door het personeel, voor zover relevant en indien toepasbaar;

    v) 

    speciaal periodiek bewustmakingsprogramma voor het personeel van de inrichting;

    vi) 

    het opzetten en, in voorkomend geval, herzien van logistieke regelingen om te zorgen voor een goede scheiding tussen de verschillende epidemiologische eenheden en te voorkomen dat varkens direct of indirect in contact komen met dierlijke bijproducten en andere eenheden;

    vii) 

    de procedures en instructies voor de handhaving van biobeveiligingsvoorschriften tijdens bouw- of herstelwerkzaamheden aan de bedrijfsruimten of gebouwen;

    viii) 

    interne audit of zelfevaluatie voor de handhaving van de biobeveiligingsmaatregelen.



    ( 1 ) Voor de toepassing van deze verordening wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.

    Top