Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02020D0472-20230320

    Consolidated text: Besluit (GBVB) 2020/472 van de Raad van 31 maart 2020 inzake een militaire operatie van de Europese Unie in het Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED IRINI)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/472/2023-03-20

    02020D0472 — NL — 20.03.2023 — 002.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    BESLUIT (GBVB) 2020/472 VAN DE RAAD

    van 31 maart 2020

    inzake een militaire operatie van de Europese Unie in het Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED IRINI)

    (PB L 101 van 1.4.2020, blz. 4)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    BESLUIT (GBVB) 2021/542 VAN DE RAAD van 26 maart 2021

      L 108

    57

    29.3.2021

    ►M2

    BESLUIT (GBVB) 2023/653 VAN DE RAAD van 20 maart 2023

      L 81

    27

    21.3.2023




    ▼B

    BESLUIT (GBVB) 2020/472 VAN DE RAAD

    van 31 maart 2020

    inzake een militaire operatie van de Europese Unie in het Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED IRINI)



    Artikel 1

    Missie

    1.  
    Hierbij wordt door de Unie een militaire crisisbeheersingsoperatie opgezet en gestart, met als doel bij te dragen tot het voorkomen van wapenhandel binnen het overeengekomen inzetgebied en het aandachtsgebied van de operatie overeenkomstig VNVR 1970 (2011) en daaropvolgende resoluties over het wapenembargo tegen Libië, waaronder VNVR 2292 (2016) en VNVR 2473 (2019). Voorts draagt de operatie bij tot de uitvoering van de VN-maatregelen ter voorkoming van illegale uitvoer van aardolie uit Libië overeenkomstig VNVR 2146 (2014) en de daaropvolgende resoluties, met name VNVR 2509 (2020) en VNVR 2510 (2020). Ook assisteert de operatie bij de capaciteitsopbouw en de opleiding van de Libische kustwacht en marine voor de rechtshandhaving op zee. Tot slot draagt de operatie bij tot de verstoring van het bedrijfsmodel van netwerken van mensensmokkel en ‐handel, overeenkomstig het toepasselijke internationale recht, inclusief het VN-Verdrag inzake het recht van de zee, alle relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad en het toepasselijke internationale recht inzake de mensenrechten.
    2.  
    De operatie krijgt de naam EUNAVFOR MED IRINI.
    3.  
    Met het oog op de uitvoering van alle taken van de operatie worden het inzetgebied, het aandachtsgebied en de nadere regelingen voor het verzamelen van informatie in deze gebieden afgebakend in de planningsdocumenten, die door de Raad worden goedgekeurd.

    Artikel 2

    Bijdragen aan de uitvoering van het VN-wapenembargo tegen Libië

    1.  
    De kerntaak van EUNAVFOR MED IRINI is bij te dragen aan de uitvoering van het VN-wapenembargo tegen Libië waarbij satellieten en middelen in de lucht en op zee worden ingezet.
    2.  
    Daartoe verzamelt en deelt EUNAVFOR MED IRINI, via de in de planningsdocumenten vermelde mechanismen, uitgebreide en alomvattende informatie over de handel in wapens en aanverwant materieel uit alle richtingen en deelt zij deze per geval en op basis van de noodzaak tot kennisneming met de betrokken partners en agentschappen, om bij te dragen tot een volledig omgevingsbewustzijn in het inzetgebied en het aandachtsgebied. Indien die informatie is gerubriceerd tot op het niveau “SECRET UE/EU SECRET”, kan die met de betrokken partners en agentschappen worden uitgewisseld overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad ( 1 ) en op basis van regelingen die worden gesloten overeenkomstig artikel 14, lid 9, van dit besluit, en met volledige inachtneming van de beginselen van wederkerigheid en inclusiviteit. Ontvangen gerubriceerde informatie wordt door EUNAVFOR MED IRINI verwerkt zonder enig onderscheid tussen haar personeelsleden, en uitsluitend op basis van operationele vereisten.
    3.  
    In overeenstemming met de relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad, met name VNVR 2292 (2016), en indien vereist, kan EUNAVFOR MED IRINI, overeenkomstig de regelingen die zijn opgenomen in de planningsdocumenten, en binnen het overeengekomen inzetgebied in volle zee voor de kust van Libië inspecties uitvoeren van vaartuigen op weg naar of komende van Libië, indien er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat die vaartuigen direct of indirect wapens of aanverwant materieel naar of vanuit Libië vervoeren en daarmee het wapenembargo tegen Libië schenden. EUNAVFOR MED IRINI onderneemt toepasselijke acties om dergelijke goederen in beslag te nemen en op te ruimen, alsook om dergelijke vaartuigen en hun bemanning naar een geschikte haven af te leiden om die opruiming te faciliteren, met toestemming van de havenstaat, in overeenstemming met de toepasselijke resoluties van de VN-Veiligheidsraad, waaronder VNVR 2292 (2016).
    4.  
    EUNAVFOR MED IRINI brengt aan het PVC verslag uit over alle aangelegenheden en gebeurtenissen die verband houden met de inspecties. Het PVC kan zo nodig verdere maatregelen overwegen.

    ▼M1

    5.  
    Gezien de uitzonderlijke operationele vereisten, en op uitnodiging van een lidstaat, kan EUNAVFOR MED IRINI schepen afleiden naar havens van die lidstaat en de overeenkomstig lid 3 in beslag genomen wapens en aanverwant materieel opruimen, onder andere door die op te slaan, te vernietigen of over te dragen aan een lidstaat of aan een derde partij. De havens waarnaar schepen mogen worden afgeleid, worden aangewezen in het operatieplan.

    Het comité voor de Europese Vredesfaciliteit neemt op voorstel van de operationeel commandant van de EU een beslissing over de eindbestemming van in beslag genomen wapens en aanverwant materieel, waaronder opslag, vernietiging of overdracht binnen de Unie. Over de overdracht van in beslag genomen goederen buiten de Unie overeenkomstig VNVR 2292 (2016) wordt op voorstel van de operationeel commandant van de EU evenwel door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) besloten, tenzij een lidstaat erom verzoekt dat de aangelegenheid wordt doorverwezen naar de Raad. Bij een dergelijke overdracht van in beslag genomen goederen buiten de Unie worden de beginselen van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad ( 2 ) geëerbiedigd en worden de toepasselijke nationale voorschriften en procedures inzake controle op wapenuitvoer in acht genomen; een dergelijke overdracht is onderworpen aan alle voorwaarden en waarborgen die respectievelijk door het PVC of door de Raad zijn vastgesteld, en er wordt terdege rekening gehouden met de in Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad ( 3 ) vastgelegde procedures, met name de methode voor het in kaart brengen van de risico’s en de waarborgen; en ze omvat geen militaire uitrusting die is, of platforms die zijn, ontworpen om te doden.

    ▼M2

    Na overlegging door EUNAVFOR MED IRINI van een inbeslagnemingscertificaat, verbindt een lidstaat die EUNAVFOR MED IRINI assistentie verleent bij de opruiming van in beslag genomen wapens en aanverwant materieel zich ertoe de voor de opruiming van de in beslag genomen goederen benodigde procedures zo spoedig mogelijk af te ronden, binnen het kader van het toepasselijke recht en de toepasselijke procedures. EUNAVFOR MED IRINI verstrekt die lidstaat een opruimingscertificaat.

    ▼M1

    De Europese Vredesfaciliteit draagt de kosten voor de opslag en de opruiming van door EUNAVFOR MED IRINI binnen haar operatiegebied in beslag genomen wapens en aanverwant materieel, inclusief de kosten in verband met de noodzakelijke havendiensten. Daarnaast draagt de Europese Vredesfaciliteit de kosten voor eventuele financiële verplichtingen die voortvloeien uit het afleiden van een vaartuig of uit daaropvolgende acties in verband met het vervoer, de opslag en de opruiming van de in beslag genomen goederen, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijke fout van de lidstaat die bij de opruiming assistentie verleent of van een van zijn gemachtigden. Alle ontvangsten die toekomen aan een lidstaat als gevolg van de opruiming van in beslag genomen wapens en aanverwant materieel worden overgedragen aan de Europese Vredesfaciliteit, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de relevante nationale administratieve of gerechtelijke procedures in die lidstaat.

    EUNAVFOR MED IRINI, vertegenwoordigd door de operationeel commandant van de EU, kan met de bevoegde autoriteiten van een lidstaat die assistentie verleent bij het afleiden van een vaartuig of bij het opruimen van in beslag genomen wapens en aanverwant materieel, een administratieve regeling treffen voor de uitvoering van dit lid.

    Dit lid is van toepassing op lopende procedures inzake inbeslagneming en opruiming.

    ▼B

    6.  
    In overeenstemming met de toepasselijke VNVR, met inbegrip van VNVR 2292 (2016), kan EUNAVFOR MED IRINI met name in het kader van overeenkomstig lid 3 uitgevoerde inspecties bewijsmateriaal verzamelen en opslaan dat verband houdt met het vervoer van goederen die onder het wapenembargo tegen Libië vallen. EUNAVFOR MED IRINI kan overeenkomstig het toepasselijke recht met betrekking tot personen die bij het vervoer van dergelijke verboden goederen betrokken zijn, persoonsgegevens verzamelen en opslaan betreffende kenmerken die nuttig kunnen zijn voor hun identificatie, waaronder vingerafdrukken, alsmede de volgende bijzonderheden, met uitsluiting van andere persoonsgegevens: naam, meisjesnaam, voornamen, aliassen of gebruikte namen; geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, geslacht, woonplaats, beroep en verblijfplaats; rijbewijzen, identificatiedocumenten en paspoortgegevens. EUNAVFOR MED IRINI kan dergelijke gegevens evenals gegevens over de door die personen gebruikte vaartuigen en uitrusting en relevante informatie die is verkregen bij de uitvoering van deze kerntaak, overeenkomstig het toepasselijke recht toezenden aan de betrokken rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en aan de bevoegde organen van de Unie.

    Artikel 3

    Bijdragen aan de uitvoering van VN-maatregelen tegen illegale uitvoer van aardolie uit Libië

    1.  
    Als neventaak, binnen het inzetgebied en voor zover haar middelen en vermogens het toelaten, verricht EUNAVFOR MED IRINI toezichts- en bewakingsactiviteiten en verzamelt zij informatie over illegale uitvoer uit Libië van aardolie, met inbegrip van ruwe aardolie en geraffineerde aardolieproducten, in strijd met VNVR 2146 (2014) en daaropvolgende resoluties van de VN-veiligheidsraad, met name VNVR 2509 (2020), waardoor zij bijdraagt tot het omgevingsbewustzijn in het inzetgebied en het aandachtsgebied.
    2.  
    De in deze context verzamelde informatie mag worden opgeslagen en vrijgegeven aan de legitieme Libische autoriteiten, alsook aan de betrokken rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en aan bevoegde organen van de Unie.

    Artikel 4

    Capaciteitsopbouw en opleiding van de Libische kustwacht en marine

    1.  
    Als neventaak assisteert EUNAVFOR MED IRINI bij de capaciteitsopbouw en de opleiding van de Libische kustwacht en marine voor rechtshandhaving op zee, met name ter voorkoming van mensensmokkel en ‐handel.
    2.  
    De in lid 1 bedoelde neventaak wordt uitgevoerd op volle zee, in het overeengekomen inzetgebied van EUNAVFOR MED IRINI. De taak kan ook worden uitgevoerd op het grondgebied, met inbegrip van de territoriale wateren, van Libië of van een derde gaststaat die een buurland van Libië is, indien het PVC daartoe besluit na een beoordeling door de Raad op grond van een uitnodiging van Libië of de betrokken gaststaat, en overeenkomstig het internationaal recht.
    3.  
    Gelet op de uitzonderlijke operationele vereisten kunnen onderdelen van de in lid 1 bedoelde taak worden uitgevoerd in een lidstaat, op uitnodiging van die lidstaat, ook in relevante opleidingscentra.
    4.  
    Met het oog op de in lid 1 bedoelde ondersteunende taak zet EUNAVFOR MED IRINI in nauwe samenwerking met andere belanghebbenden, indien vereist ook in Libië, een controlemechanisme op, en maakt zij daarvan gebruik.
    5.  
    Voor zover vereist in het kader van de in lid 1 bedoelde taak kan EUNAVFOR MED IRINI de informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, die is verzameld ten behoeve van de doorlichtingsprocedures van mogelijke cursisten, verzamelen, opslaan en uitwisselen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de bevoegde organen van de Unie, de Ondersteuningsmissie van de Verenigde Naties in Libië, Interpol, het Internationaal Strafhof en de Verenigde Staten van Amerika, mits de betrokkenen daarvoor schriftelijke toestemming hebben gegeven. Ook kan EUNAVFOR MED IRINI noodzakelijke medische informatie en biometrische gegevens betreffende cursisten met hun schriftelijke toestemming verzamelen en opslaan.

    Artikel 5

    Bijdragen tot verstoring van het bedrijfsmodel van netwerken van mensensmokkel en ‐handel

    1.  
    Als verdere neventaak, en overeenkomstig VNVR 2240 (2015) ondersteunt EUNAVFOR MED IRINI de opsporing en monitoring van netwerken van mensensmokkel en ‐handel door het verzamelen van informatie en het patrouilleren met luchtmiddelen boven volle zee, in het overeengekomen inzetgebied.
    2.  
    Bij de uitvoering van deze neventaak kan EUNAVFOR MED IRINI overeenkomstig het toepasselijke recht gegevens over mensensmokkel en ‐handel verzamelen en opslaan, met inbegrip van strafbare feiten die verband houden met de veiligheid van de operatie, die zij aan de betrokken rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en aan de bevoegde organen van de Unie kan toezenden.

    Artikel 6

    Benoeming van de operationeel commandant van de EU

    Schout-bij-nacht/divisieadmiraal Fabio AGOSTINI wordt benoemd tot operationeel commandant van de EU van EUNAVFOR MED IRINI.

    Artikel 7

    Aanwijzing van het operationeel hoofdkwartier van de EU

    Het operationeel hoofdkwartier van EUNAVFOR MED IRINI wordt gevestigd in Rome, Italië.

    Artikel 8

    Politieke controle en strategische leiding

    1.  
    Het PVC oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de HV, de politieke controle en de strategische leiding over EUNAVFOR MED IRINI uit.
    2.  
    De Raad machtigt het PVC om de noodzakelijke besluiten te nemen overeenkomstig artikel 38 VEU. Onder deze machtiging vallen de bevoegdheden om de planningsdocumenten, waaronder het operatieplan, de commandostructuur en de inzetregels, te wijzigen. Zij omvat voorts de bevoegdheden om besluiten te nemen over de benoeming van de operationeel commandant van de EU en de commandant van de door de EU geleide troepenmacht. De beslissingsbevoegdheden met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van de militaire operatie van de EU blijven bij de Raad berusten.
    3.  
    Niettegenstaande de in artikel 15, lid 2, bepaalde termijn wordt de machtiging voor de operatie om de vier maanden bevestigd. Het PVC verlengt de operatie, tenzij uit met bewijsmateriaal gestaafde informatie die volgens de in het operatieplan opgenomen criteria is verzameld, blijkt dat de inzet van maritieme activa van de operatie een aanzuigend effect op de migratie heeft.
    4.  
    De operationeel commandant brengt geregeld verslag uit over het verloop van de operatie, met inbegrip van de gevolgen ervan in het inzetgebied. Overeenkomstig artikel 38 VEU kan het PVC te allen tijde, op verzoek van de HV of een lidstaat, leiding geven aan de operationeel commandant wat betreft de inzet van de activa.
    5.  
    Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.
    6.  
    De voorzitter van het Militair Comité van de EU (EUMC) brengt op gezette tijden verslag uit aan het PVC over het verloop van EUNAVFOR MED IRINI. Het PVC kan, indien nodig, de operationeel commandant van de EU of commandant van de door de EU geleide troepenmacht op zijn vergaderingen uitnodigen.

    Artikel 9

    Militaire leiding

    1.  
    Het EUMC controleert of EUNAVFOR MED IRINI onder verantwoordelijkheid van de operationeel commandant van de EU correct wordt uitgevoerd.
    2.  
    De operationeel commandant van de EU brengt op gezette tijden verslag uit aan het EUMC. Het PVC kan, indien nodig, de operationeel commandant van de EU of de commandant van de door de EU geleide troepenmacht op zijn vergaderingen uitnodigen.
    3.  
    De voorzitter van het EUMC treedt op als eerste contactpunt met de operationeel commandant van de EU.

    Artikel 10

    Samenhang van het optreden van de Unie en coördinatie

    1.  
    De HV draagt zorg voor de uitvoering van dit besluit en zorgt er tevens voor dat het consistent is met het externe optreden van de Unie als geheel, met inbegrip van de ontwikkelingsprogramma’s en de humanitaire bijstand van de Unie.
    2.  
    De HV, bijgestaan door de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), treedt op als eerste contactpunt met de VN, de autoriteiten van de landen in de regio en andere internationale en bilaterale actoren, met inbegrip van de NAVO, de Afrikaanse Unie en de Liga van Arabische Staten.
    3.  
    EUNAVFOR MED IRINI werkt samen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zet een coördinatiemechanisme op en sluit in voorkomend geval regelingen met andere agentschappen en organen van de Unie, met name Frontex, Europol, Eurojust, het Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken, het satellietcentrum van de WEU (Satcen) en de betrokken GVDB-missies.
    4.  
    EUNAVFOR MED IRINI kan een criminaliteitsinformatiecel (CIC), bestaande uit personeelsleden van de bevoegde rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en agentschappen van de Unie als bedoeld in lid 3, oprichten om het ontvangen, verzamelen en doorgeven van informatie, waaronder persoonsgegevens, in verband met het wapenembargo tegen Libië als bedoeld in artikel 2, tegen illegale uitvoer uit Libië van aardolie als bedoeld in artikel 3, en tegen mensensmokkel en ‐handel als bedoeld in artikel 5, alsmede strafbare feiten die relevant zijn voor de veiligheid van de operatie, te faciliteren.
    5.  
    De verwerking van persoonsgegevens in dit verband geschiedt in overeenstemming met het recht van de vlaggenstaat van het vaartuig waarop de CIC zich bevindt en, ten aanzien van de personeelsleden van de agentschappen van de Unie, in overeenstemming met het juridisch kader dat van toepassing is op de respectieve agentschappen.
    6.  
    EUNAVFOR MED IRINI wordt ondersteund door het Satcen en het Inlichtingen- en situatiecentrum van de Europese Unie (Intcen) om de informatie te verzamelen die nodig is om zijn taken te vervullen.

    Artikel 11

    Deelname door derde staten

    1.  
    Onverminderd de beslissingsautonomie van de Unie en haar ene institutionele kader, en overeenkomstig de desbetreffende richtsnoeren van de Europese Raad, mogen derde staten worden uitgenodigd aan de operatie deel te nemen.
    2.  
    Hierbij machtigt de Raad het PVC om derde staten uit te nodigen bijdragen te leveren en, op aanbeveling van de operationeel commandant van de EU en van het EUMC, de passende besluiten betreffende de aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen.
    3.  
    De nadere regelingen wat betreft de deelname door derde staten worden vastgelegd in overeenkomsten die krachtens artikel 37 VEU en overeenkomstig de procedure van artikel 218 VWEU worden gesloten. Wanneer de Unie en een derde staat een overeenkomst hebben gesloten tot vaststelling van een kader voor de deelname van deze derde staat aan crisisbeheersingsmissies van de Unie, zijn de bepalingen van die overeenkomst van toepassing in het kader van EUNAVFOR MED IRINI.
    4.  
    Derde staten die belangrijke militaire bijdragen aan EUNAVFOR MED IRINI leveren, hebben bij de dagelijkse aansturing van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als deelnemende lidstaten.
    5.  
    De Raad machtigt hierbij het PVC de passende besluiten te nemen betreffende de instelling van een Comité van contribuanten, indien derde staten aanzienlijke militaire bijdragen leveren.

    Artikel 12

    Status van het personeel onder leiding van de Unie

    De status van de eenheden en het personeel onder leiding van de Unie wordt in voorkomend geval gedefinieerd overeenkomstig het internationaal recht.

    Artikel 13

    Financiële regelingen

    1.  
    De gemeenschappelijke kosten van de militaire operatie van de EU worden beheerd overeenkomstig Besluit (GBVB) 2015/528.
    2.  
    Voor de periode tot en met 31 maart 2021 bedraagt het referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van EUNAVFOR MED IRINI 9 837 800 EUR. Het in artikel 25, lid 1, van Besluit (GBVB) 2015/528 bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 30 % aan vastleggingskredieten en 30 % aan betalingskredieten.

    ▼M1

    3.  
    Voor de periode van 1 april 2021 tot en met 31 maart 2023 bedraagt het referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van EUNAVFOR MED IRINI 16 900 000  EUR. Het in artikel 46, lid 2, van Besluit (GBVB) 2021/509 bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 10 % aan vastleggingskredieten en 10 % aan betalingskredieten.

    ▼M2

    4.  
    Voor de periode van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2025 bedraagt het referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van EUNAVFOR MED IRINI 16 921 000  EUR. Het in artikel 51, lid 2, van Besluit (GBVB) 2021/509 bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 10 % aan vastleggingskredieten en 5 % aan betalingskredieten.

    ▼B

    Artikel 14

    Vrijgeven van informatie

    1.  
    De HV wordt gemachtigd niet-gerubriceerde EU-documenten betreffende de beraadslagingen van de Raad over de operatie die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad ( 4 ) vallen, zo nodig en in overeenstemming met de operationele behoeften van EUNAVFOR MED IRINI en met volledige inachtneming van de beginselen wederkerigheid en inclusiviteit, vrij te geven aan aangewezen derde staten en het Internationaal Strafhof. Het PVC wijst per geval de betrokken derde staten aan, mits aan deze voorwaarden is voldaan.
    2.  

    De HV wordt gemachtigd om, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU, gerubriceerde EU-informatie die ten behoeve van de operatie is gegenereerd, zo nodig en in overeenstemming met de operationele behoeften van EUNAVFOR MED IRINI, met volledige inachtneming van de beginselen wederkerigheid en inclusiviteit vrij te geven aan aangewezen derde staten en het Internationaal Strafhof, en wel als volgt:

    a) 

    tot het niveau waarin is voorzien in de toepasselijke tussen de Unie en de betrokken derde staat gesloten overeenkomst voor de beveiliging van informatie, of

    b) 

    in andere gevallen, tot het niveau “CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL”.

    Het PVC wijst per geval de betrokken derde staten aan, mits aan deze voorwaarden is voldaan.

    3.  
    Ontvangen gerubriceerde informatie wordt door EUNAVFOR MED IRINI verwerkt zonder enig onderscheid tussen haar personeelsleden, en uitsluitend op basis van operationele vereisten.
    4.  
    De HV wordt tevens gemachtigd, naargelang van de operationele behoeften van EUNAVFOR MED IRINI, gerubriceerde EU-gegevens tot op het niveau “RESTREINT UE/EU RESTRICTED” die ten behoeve van EUNAVFOR MED IRINI zijn gegenereerd, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU vrij te geven aan de VN.
    5.  
    De HV wordt gemachtigd, naargelang van de operationele behoeften van EUNAVFOR MED IRINI, relevante informatie, waaronder persoonsgegevens, vrij te geven aan Interpol.
    6.  
    In afwachting van de sluiting van een overeenkomst tussen de Unie en Interpol, kan EUNAVFOR MED IRINI dergelijke informatie uitwisselen met de nationale centrale bureaus van Interpol van de lidstaten, overeenkomstig de regelingen die moeten worden gesloten tussen de operationeel commandant van de EU en het hoofd van het betrokken nationaal centraal bureau.
    7.  
    Als er een specifieke operationele behoefte ontstaat, is de HV na goedkeuring door het PVC gemachtigd om gerubriceerde EU-informatie tot op het niveau “RESTREINT UE/EU RESTRICTED” die ten behoeve van EUNAVFOR MED IRINI is gegenereerd, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU vrij te geven aan de legitieme Libische autoriteiten.
    8.  
    De HV wordt gemachtigd de regelingen te sluiten die nodig zijn voor de uitvoering van de bepalingen betreffende informatie-uitwisseling van dit besluit.
    9.  
    De HV kan de bevoegdheid voor het vrijgeven van informatie, alsook de bevoegdheid om de in dit besluit genoemde regelingen te sluiten, delegeren aan EDEO-ambtenaren, aan de operationeel commandant van de EU of aan de commandant van de door de EU geleide troepenmacht, overeenkomstig afdeling VII van bijlage VI bij Besluit 2013/488/EU.
    10.  
    EUNAVFOR MED IRINI verstrekt de VN, overeenkomstig VNVR 2509 (2020), onverwijld de informatie die is verzameld over vermoedelijke gevallen van niet-naleving van het VN-wapenembargo tegen Libië zoals opgenomen in VNVR 1970 (2011) en de daaropvolgende resoluties, in het bijzonder VNVR 2292 (2016) en VNVR 2473 (2019), alsmede de informatie die is verzameld over vermoedelijke gevallen van niet-naleving van de VN-maatregelen om de illegale uitvoer van aardolie uit Libië zoals opgenomen in VNVR 2146 (2014) en de daaropvolgende resoluties te voorkomen.

    Artikel 15

    Inwerkingtreding en beëindiging

    1.  
    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    ▼M2

    2.  
    EUNAVFOR MED IRINI eindigt op 31 maart 2025.

    ▼B

    3.  
    Het besluit wordt ingetrokken op de datum van de sluiting van het operationeel hoofdkwartier van de EU overeenkomstig de plannen die zijn goedgekeurd voor de beëindiging van EUNAVFOR MED IRINI, onverminderd de in Besluit (GBVB) 2015/528 vastgestelde procedures voor de controle en het afleggen van rekening en verantwoording over EUNAVFOR MED IRINI.



    ( 1 ) Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).

    ( 2 ) Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99).

    ( 3 ) Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad van 22 maart 2021 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528 (PB L 102 van 24.3.2021, blz. 14).

    ( 4 ) Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van het reglement van orde van de Raad (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).

    Top