Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02019R0360-20210526

    Consolidated text: Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/360 van de Commissie van 13 december 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters aangerekende vergoedingen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2019/360/2021-05-26

    In deze geconsolideerde tekst zijn de volgende wijzigingen mogelijk nog niet verwerkt:

    Wijzigingsbesluit Soort wijziging Betrokken onderverdeling Datum inwerkingtreding
    32024R1704 gewijzigd door artikel 2 lid 5 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 6 lid 3 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 9 lid 1 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 2 lid 3 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 2 lid 3a 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 2 lid 6 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 11 lid 1 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 8 lid 2 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 2 lid 4 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 6 lid 4 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 1 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 11 lid 2 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 6 lid 2 punt (a) 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 3 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 10 lid 1 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 10 lid 2 01/01/2025
    32024R1704 gewijzigd door artikel 11 lid 3 01/01/2025

    02019R0360 — NL — 26.05.2021 — 001.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/360 VAN DE COMMISSIE

    van 13 december 2018

    tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters aangerekende vergoedingen

    (Voor de EER relevante tekst)

    (PB L 081 van 22.3.2019, blz. 58)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/822 VAN DE COMMISSIE van 24 maart 2021

      L 183

    1

    25.5.2021




    ▼B

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/360 VAN DE COMMISSIE

    van 13 december 2018

    tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters aangerekende vergoedingen

    (Voor de EER relevante tekst)



    HOOFDSTUK I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Volledige dekking van toezichtkosten

    De aan transactieregisters aangerekende vergoedingen dekken:

    a) 

    alle kosten in verband met de registratie van en het toezicht op transactieregisters door ESMA overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2365, waaronder de kosten die voortvloeien uit de erkenning van transactieregisters alsmede de kosten die voortvloeien uit de uitbreiding van de registratie of de uitbreiding van de erkenning voor transactieregisters die reeds op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn geregistreerd of erkend;

    b) 

    alle kosten voor de terugbetaling aan bevoegde autoriteiten die werkzaamheden hebben verricht overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2365 en ingevolge een delegatie van taken overeenkomstig artikel 74 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en in overeenstemming met artikel 9 van Verordening (EU) 2015/2365.

    Artikel 2

    Toepasselijke omzet

    1.  

    Transactieregisters die alleen krachtens Verordening (EU) 2015/2365 zijn geregistreerd, bewaren voor de toepassing van deze verordening gecontroleerde rekeningen waarin ten minste het onderscheid wordt gemaakt tussen:

    a) 

    inkomsten uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2365;

    b) 

    inkomsten uit de nevendiensten die direct verband houden met het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2365.

    De toepasselijke inkomsten uit nevendiensten van het transactieregister voor een gegeven jaar (n) zijn de inkomsten uit de in punt b) vastgestelde diensten.

    2.  

    Transactieregisters die krachtens zowel Verordening (EU) 2015/2365 als Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn geregistreerd, bewaren voor de toepassing van deze verordening gecontroleerde rekeningen waarin ten minste het onderscheid wordt gemaakt tussen:

    a) 

    inkomsten uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2365;

    b) 

    inkomsten uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van derivaten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012;

    c) 

    inkomsten uit de nevendiensten die direct verband houden met het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2365;

    d) 

    inkomsten uit de nevendiensten die direct verband houden met het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2365 en het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van derivaten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012.

    De toepasselijke inkomsten uit de nevendiensten van het transactieregister voor een gegeven jaar (n) zijn de som van

    — 
    de in punt c) bedoelde inkomsten, en
    — 
    een deel van de in punt d) bedoelde inkomsten.

    Het deel van de in punt d) bedoelde inkomsten is gelijk aan de in punt a) bedoelde inkomsten, gedeeld door de som van

    — 
    de in punt a) bedoelde inkomsten, en
    — 
    de in punt b) bedoelde inkomsten.
    3.  

    De toepasselijke omzet van een transactieregister voor een gegeven jaar (n) is de som van

    — 
    zijn inkomsten uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2365 op basis van de gecontroleerde rekeningen van het voorgaande jaar (n–1), en
    — 
    zijn toepasselijke inkomsten uit nevendiensten vastgesteld overeenkomstig de leden 1 en 2 indien van toepassing, op basis van de gecontroleerde rekeningen van het voorgaande jaar (n–1)

    gedeeld door de som van

    — 
    de totale inkomsten van alle geregistreerde transactieregisters uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2365 op basis van de gecontroleerde rekeningen van het voorgaande jaar (n–1), en
    — 
    de totale toepasselijke inkomsten uit nevendiensten van alle geregistreerde transactieregisters vastgesteld overeenkomstig de leden 1 en 2 indien van toepassing, op basis van de gecontroleerde rekeningen van het voorgaande jaar (n–1).

    De toepasselijke omzet van een bepaald transactieregister („TRi” in de onderstaande formule) wordt derhalve berekend als volgt:

    image

    waarbij SFT-inkomsten = inkomsten uit kern-SFT-diensten + toepasselijke inkomsten uit nevendiensten.

    4.  
    Indien het transactieregister niet het volledige voorgaande jaar (n–1) werkzaam was, wordt zijn toepasselijke omzet geraamd volgens de in lid 3 vastgestelde formule, door, voor het transactieregister, de waarde die is berekend voor het aantal maanden waarin het transactieregister werkzaam was in het jaar (n–1), te extrapoleren naar het gehele jaar (n–1).

    Artikel 3

    Aanpassing van vergoedingen

    Vergoedingen die voor activiteiten van ESMA met betrekking tot transactieregisters worden aangerekend, worden op een zodanig niveau vastgesteld dat significante tekorten of overschotten worden vermeden.

    Indien er sprake is van herhaaldelijke significante overschotten of tekorten, herziet de Commissie het niveau van de vergoedingen.



    HOOFDSTUK II

    VERGOEDINGEN

    Artikel 4

    Soorten vergoedingen

    1.  

    Aan in de Unie gevestigde transactieregisters die overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2365 registratie aanvragen, worden de volgende soorten vergoedingen aangerekend:

    a) 

    vergoedingen voor registratie en uitbreiding van registratie overeenkomstig artikel 5;

    b) 

    jaarlijkse toezichtvergoedingen overeenkomstig artikel 6.

    2.  

    Aan in derde landen gevestigde transactieregisters die overeenkomstig artikel 19, lid 4, van Verordening (EU) 2015/2365 erkenning aanvragen, worden de volgende soorten vergoedingen aangerekend:

    a) 

    vergoedingen voor erkenning en uitbreiding van registratie overeenkomstig artikel 7, leden 1 en 2;

    b) 

    jaarlijkse toezichtvergoedingen voor erkende transactieregisters overeenkomstig artikel 7, lid 3.

    Artikel 5

    Vergoedingen voor registratie en uitbreiding van registratie

    1.  
    De door de individuele aanvragende transactieregisters te betalen registratievergoeding weerspiegelt de uitgaven die noodzakelijk zijn om de aanvraag tot registratie of uitbreiding van registratie nauwgezet te onderzoeken en te beoordelen, rekening houdend met de door het transactieregister te verlenen diensten, waaronder eventuele nevendiensten.
    2.  

    Een transactieregister wordt geacht nevendiensten aan te bieden in elk van de volgende situaties:

    a) 

    wanneer het rechtstreeks nevendiensten verleent;

    b) 

    wanneer een entiteit die deel uitmaakt van dezelfde groep als het transactieregister, nevendiensten verleent;

    c) 

    wanneer de nevendiensten worden verleend door een entiteit waarmee het transactieregister, in de context van de transactie- of transactieverwerkingsketen of -bedrijfslijn, een overeenkomst heeft gesloten om samen te werken bij de verlening van nevendiensten.

    3.  
    Wanneer een transactieregister geen nevendiensten als bedoeld in lid 2 verleent, wordt het betrokken transactieregister geacht een lage verwachte totale omzet te hebben en betaalt het een registratievergoeding van 65 000  EUR.
    4.  
    Wanneer een transactieregister nevendiensten als bedoeld in lid 2 verleent, wordt het transactieregister geacht een hoge verwachte totale omzet te hebben en betaalt het een registratievergoeding van 100 000  EUR.
    5.  

    Wanneer een transactieregister registratie aanvraagt en reeds krachtens titel VI, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 is geregistreerd, betaalt het een vergoeding voor uitbreiding van registratie van:

    a) 

    50 000  EUR voor transactieregisters die nevendiensten verlenen als bedoeld in lid 2;

    b) 

    32 500  EUR voor transactieregisters met een lage verwachte omzet die geen nevendiensten verlenen als bedoeld in lid 2.

    6.  
    Wanneer een nog niet op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 geregistreerd transactieregister tegelijkertijd registratieaanvragen indient op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 en Verordening (EU) 2015/2365, betaalt het de volledige registratievergoeding die verschuldigd is op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012, en de vergoeding voor uitbreiding van registratie overeenkomstig lid 5.
    7.  
    In geval van een materiële wijziging in de registratievoorwaarden bedoeld in artikel 5, lid 4, van Verordening (EU) 2015/2365 en indien het transactieregister ten gevolge hiervan een hogere registratievergoeding krachtens de leden 3, 4 en 5 dan de aanvankelijk betaalde registratievergoeding verschuldigd is, wordt aan het transactieregister het verschil aangerekend tussen de aanvankelijk betaalde registratievergoeding en de hogere toepasselijke registratievergoeding die uit deze materiële wijziging voortvloeit.

    Artikel 6

    Jaarlijkse toezichtvergoedingen voor geregistreerde transactieregisters en transactieregisters die hun registratie hebben uitgebreid

    1.  
    Aan een geregistreerd transactieregister wordt een jaarlijkse toezichtvergoeding aangerekend.
    2.  

    De totale jaarlijkse toezichtvergoeding en de jaarlijkse toezichtvergoeding van een bepaald transactieregister voor een gegeven jaar (n) worden berekend als volgt:

    a) 

    de totale jaarlijkse toezichtvergoeding voor een gegeven jaar (n) is de raming van de uitgaven in verband met het toezicht op de activiteiten van transactieregisters krachtens Verordening (EU) 2015/2365 zoals opgenomen in de begroting van ESMA voor dat jaar;

    b) 

    de jaarlijkse toezichtvergoeding van een transactieregister voor een gegeven jaar (n) is de overeenkomstig punt a) vastgestelde totale jaarlijkse toezichtvergoeding, verdeeld tussen alle in jaar (n–1) geregistreerde transactieregisters in verhouding tot hun overeenkomstig artikel 2, lid 3, berekende toepasselijke omzet.

    3.  
    Een transactieregister dat registratie of uitbreiding van registratie aanvraagt overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) 2015/2365, betaalt in geen geval een jaarlijkse toezichtvergoeding van minder dan 30 000  EUR.

    Artikel 7

    Vergoedingen voor transactieregisters van derde landen

    1.  

    Een transactieregister dat erkenning aanvraagt krachtens artikel 19, lid 4, onder a), van Verordening (EU) 2015/2365, betaalt een erkenningsvergoeding berekend als de som van het volgende:

    a) 

    20 000  EUR;

    b) 

    het bedrag dat resulteert uit de verdeling van 35 000  EUR onder het totale aantal transactieregisters van hetzelfde derde land die door ESMA zijn erkend, of erkenning hebben aangevraagd maar nog niet zijn erkend.

    2.  
    Een transactieregister dat uitbreiding van erkenning aanvraagt krachtens artikel 19, lid 4, onder b), van Verordening (EU) 2015/2365, betaalt een erkenningsvergoeding berekend als de som van 10 000  EUR en het overeenkomstig lid 1, onder b), berekende bedrag.
    3.  
    Een overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2015/2365 erkend transactieregister betaalt een jaarlijkse toezichtvergoeding van 5 000  EUR.



    HOOFDSTUK III

    BETALINGS- EN TERUGBETALINGSVOORWAARDEN

    Artikel 8

    Algemene betalingsvoorwaarden

    1.  
    Alle vergoedingen zijn betaalbaar in euro. Zij worden betaald als omschreven in de artikelen 9, 10 en 11.
    2.  
    Late betalingen geven aanleiding tot een dagelijkse dwangsom van 0,1 % van het verschuldigde bedrag.

    Artikel 9

    Betaling van registratievergoedingen

    1.  
    De in artikel 5 bedoelde registratievergoeding wordt in haar geheel betaald wanneer het transactieregister zijn aanvraag tot registratie indient overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) 2015/2365.
    2.  
    Registratievergoedingen worden niet terugbetaald indien een transactieregister zijn aanvraag tot registratie intrekt voordat ESMA het met redenen omkleed besluit neemt om de registratie te aanvaarden of te weigeren, of indien de registratie wordt geweigerd.

    Artikel 10

    Betaling van jaarlijkse toezichtvergoedingen

    1.  
    De in artikel 6 bedoelde jaarlijkse toezichtvergoeding voor een gegeven jaar wordt in twee tranches betaald.

    De eerste tranche is verschuldigd op 28 februari van dat jaar en bedraagt vijf zesde van de geraamde jaarlijkse toezichtvergoeding. Indien de overeenkomstig artikel 2 berekende toepasselijke omzet op dat tijdstip nog niet beschikbaar is, wordt de berekening op grond van de omzet gebaseerd op de laatste overeenkomstig artikel 2 beschikbare toepasselijke omzet.

    De tweede tranche is verschuldigd op 31 oktober. Het bedrag van de tweede tranche is de overeenkomstig artikel 6 berekende jaarlijkse toezichtvergoeding verminderd met het bedrag van de eerste tranche.

    2.  
    ESMA zendt de facturen voor de tranches ten minste 30 dagen voor de betrokken betaaldatum aan de transactieregisters.

    Artikel 11

    Betalingen van vergoedingen door transactieregisters van derde landen

    1.  
    De in artikel 7, leden 1 en 2, bedoelde erkenningsvergoedingen worden in hun geheel betaald wanneer het transactieregister zijn aanvraag tot erkenning indient overeenkomstig artikel 19, lid 4, van Verordening (EU) 2015/2365. Zij worden niet terugbetaald.
    2.  
    Telkens wanneer een nieuwe aanvraag tot erkenning van een transactieregister van een derde land overeenkomstig artikel 19, lid 4, van Verordening (EU) 2015/2365 wordt ingediend, herberekent ESMA het in artikel 7, lid 1, onder b), bedoelde bedrag.

    ESMA betaalt het verschil tussen het overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), aangerekende bedrag en het bedrag dat resulteert uit de herberekening, gelijkelijk terug aan de reeds erkende transactieregisters van hetzelfde derde land. Dat verschil wordt terugbetaald middels directe betaling of middels vermindering van de in het daaropvolgende jaar aangerekende vergoedingen.

    3.  
    De jaarlijkse toezichtvergoeding voor een erkend transactieregister is uiterlijk eind februari van elk jaar verschuldigd. ESMA zendt de factuur minstens 30 dagen voor die datum aan het erkend transactieregister.

    Artikel 12

    Terugbetaling aan bevoegde autoriteiten

    1.  
    Alleen ESMA rekent aan transactieregisters vergoedingen aan voor hun registratie, uitbreiding van registratie, toezicht en erkenning overeenkomstig deze verordening.
    2.  
    ESMA vergoedt een bevoegde autoriteit voor de werkelijke kosten die deze heeft gemaakt als gevolg van de uitvoering van taken overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2365 en als gevolg van enige delegatie van taken overeenkomstig artikel 74 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en in overeenstemming met artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2365.



    HOOFDSTUK IV

    OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 13

    Berekening van voorlopige toezichtvergoedingen

    1.  
    Wanneer de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2365 bedoelde rapportageverplichting overeenkomstig artikel 33, lid 2, onder a), van die verordening aanvangt in het jaar volgend op de registratie van een transactieregister krachtens artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) 2015/2365, betaalt het transactieregister in het jaar van zijn registratie een voorlopige toezichtvergoeding die wordt berekend overeenkomstig deel 1 van de bijlage.
    2.  
    Wanneer de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2365 bedoelde rapportageverplichting overeenkomstig artikel 33, lid 2, onder a), van genoemde verordening aanvangt in de eerste zes maanden van het jaar van de registratie van een transactieregister krachtens artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) 2015/2365, betaalt het transactieregister in het jaar van zijn registratie een voorlopige toezichtvergoeding die wordt berekend overeenkomstig deel 2 van de bijlage.
    3.  
    Wanneer de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2365 bedoelde rapportageverplichting overeenkomstig artikel 33, lid 2, onder a), van genoemde verordening aanvangt in de laatste zes maanden van het jaar van de registratie van een transactieregister krachtens artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) 2015/2365, betaalt het transactieregister in het jaar van zijn registratie een voorlopige toezichtvergoeding die wordt berekend overeenkomstig deel 3 van de bijlage.

    Artikel 14

    Betaling van registratievergoedingen en vergoedingen door transactieregisters van derde landen in 2019

    1.  
    Transactieregisters die in 2019 registratie krachtens artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) 2015/2365 aanvragen, betalen de in artikel 6 bedoelde registratievergoeding in haar geheel 30 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening of op de datum van indiening van de aanvraag tot registratie als deze datum later valt.
    2.  
    Transactieregisters van derde landen die in 2019 erkenning krachtens artikel 19, lid 4, van Verordening (EU) 2015/2365 aanvragen, betalen de in artikel 7, lid 1, of in artikel 7, lid 2, bedoelde erkenningsvergoeding in haar geheel 30 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening of op de datum van indiening van de aanvraag indien deze datum later valt.
    3.  
    In 2019 krachtens artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2015/2365 erkende transactieregisters van derde landen betalen de jaarlijkse toezichtvergoeding voor 2019 overeenkomstig artikel 7, lid 3, in haar geheel, 60 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening of 30 dagen nadat ESMA het transactieregister het in artikel 19, lid 7, van Verordening (EU) 2015/2365 bedoelde erkenningsbesluit heeft meegedeeld indien deze datum later valt.

    Artikel 15

    Jaarlijkse toezichtvergoeding voor 2020 voor transactieregisters die in 2019 registratie of uitbreiding van registratie hebben verkregen

    1.  
    De toezichtvergoeding van een transactieregister voor 2020 is de overeenkomstig artikel 6, lid 2, onder a), vastgestelde totale jaarlijkse toezichtvergoeding, verdeeld tussen alle in 2019 geregistreerde transactieregisters in verhouding tot de overeenkomstig lid 2 berekende toepasselijke omzet.
    2.  

    Voor de berekening van de jaarlijkse toezichtvergoeding voor 2020 overeenkomstig artikel 6 voor een krachtens artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) 2015/2365 in 2019 geregistreerd transactieregister, bedraagt de toepasselijke omzet van het transactieregister de som van

    — 
    de inkomsten uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's gedurende de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020, en
    — 
    de toepasselijke inkomsten uit nevendiensten van het transactieregister overeenkomstig artikel 2, leden 1 en 2, gedurende de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020

    gedeeld door de som van

    — 
    de totale inkomsten uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's gedurende de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020 van alle geregistreerde transactieregisters, en
    — 
    de toepasselijke inkomsten uit nevendiensten overeenkomstig artikel 2, leden 1 en 2, gedurende de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020 van alle geregistreerde transactieregisters.
    3.  
    De jaarlijkse toezichtvergoeding voor 2020 voor in 2019 geregistreerde transactieregisters wordt in twee tranches betaald.

    De eerste tranche is verschuldigd op 28 februari 2020 en bedraagt de in 2019 krachtens artikel 5 door het transactieregister betaalde registratievergoeding.

    De tweede tranche is verschuldigd op 31 oktober 2020. Het bedrag van de tweede tranche is de overeenkomstig lid 1 berekende jaarlijkse toezichtvergoeding verminderd met het bedrag van de eerste tranche.

    Indien het door het transactieregister voor de eerste tranche betaalde bedrag hoger is dan de overeenkomstig lid 1 berekende jaarlijkse toezichtvergoeding, betaalt ESMA aan het transactieregister het verschil terug tussen het voor de eerste tranche betaalde bedrag en de overeenkomstig lid 1 berekende jaarlijkse toezichtvergoeding.

    4.  
    ESMA zendt de facturen voor de tranches van de jaarlijkse toezichtvergoeding voor 2020 ten minste 30 dagen voor de betaaldatum aan de in 2019 geregistreerde transactieregisters.
    5.  
    Wanneer de gecontroleerde rekeningen voor 2020 beschikbaar zijn, rapporteren de in 2019 geregistreerde transactieregisters aan ESMA elke wijziging in de overeenkomstig lid 2 berekende toepasselijke omzet die het gevolg is van het verschil tussen de definitieve gegevens voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020 en de voorlopige gegevens die voor de berekening overeenkomstig lid 2 zijn gebruikt.

    Aan de transactieregisters wordt het verschil aangerekend tussen de overeenkomstig lid 1 werkelijk betaalde jaarlijkse toezichtvergoeding voor 2020 en de jaarlijkse toezichtvergoeding voor 2020 die ten gevolge van wijzigingen van de in de eerste alinea bedoelde toepasselijke omzet moet worden betaald.

    ESMA zendt de facturen voor de in de vorige alinea bedoelde bijkomende betalingen ten minste 30 dagen voor de betrokken betaaldatum.

    ▼M1

    Artikel 15 bis

    Jaarlijkse toezichtsvergoeding voor 2021 voor per 31 december 2020 geregistreerde transactieregisters

    1.  
    Transactieregisters die reeds bij de ESMA zijn geregistreerd per 31 december 2020, wordt een overeenkomstig artikel 6 berekende jaarlijkse toezichtsvergoeding voor 2021 aangerekend. Voor de toepassing van artikel 6, lid 2, onder b), wordt de toepasselijke omzet van transactieregisters echter berekend overeenkomstig lid 2.
    2.  

    Voor de toepassing van lid 1 is de toepasselijke omzet van een transactieregister de som van:

    — 
    de inkomsten uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT’s gedurende de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021, en
    — 
    de toepasselijke inkomsten uit nevendiensten van het transactieregister overeenkomstig artikel 2, leden 1 en 2, gedurende de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021,

    gedeeld door de som van

    — 
    de totale inkomsten uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT’s gedurende de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 van alle geregistreerde transactieregisters, en
    — 
    de toepasselijke inkomsten uit nevendiensten overeenkomstig artikel 2, leden 1 en 2, gedurende de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 van alle geregistreerde transactieregisters.
    3.  
    Het bedrag van de in lid 1 bedoelde jaarlijkse toezichtsvergoeding wordt verminderd met het reeds door het transactieregister krachtens artikel 10, lid 1, vóór 26 mei 2021 betaalde bedrag.

    Wanneer het bedrag dat door een transactieregister reeds vóór 26 mei 2021 is betaald krachtens artikel 10, lid 1, hoger is dan de overeenkomstig lid 1 berekende jaarlijkse toezichtsvergoeding, betaalt de ESMA het verschil terug aan het transactieregister.

    4.  
    In afwijking van artikel 10, lid 1, is de jaarlijkse toezichtsvergoeding voor 2021 voor de in lid 1 bedoelde transactieregisters verschuldigd op 31 oktober 2021.
    5.  
    De ESMA zendt de factuur voor de jaarlijkse toezichtsvergoeding voor 2021 ten minste dertig dagen vóór de betaaldatum aan de in lid 1 bedoelde transactieregisters.
    6.  
    Wanneer de geaudite rekeningen voor 2021 beschikbaar komen, rapporteren de in lid 1 bedoelde transactieregisters aan de ESMA de in artikel 2, lid 3, bedoelde indicatoren voor 2021.

    Aan transactieregisters wordt het verschil aangerekend tussen de werkelijk betaalde jaarlijkse toezichtsvergoeding voor 2021 en de jaarlijkse toezichtsvergoeding die zou zijn verschuldigd voor 2021 als de berekening van de toepasselijke omzet was gebaseerd op de overeenkomstig de eerste alinea gerapporteerde indicatoren.

    De ESMA zendt de facturen voor de bijkomende betalingen overeenkomstig de tweede alinea ten minste dertig dagen voor de betrokken betaaldatum.

    ▼B

    Artikel 16

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    BIJLAGE

    VOORLOPIGE VERGOEDINGEN IN HET EERSTE JAAR

    Deel 1

    Voorlopige toezichtvergoeding voor het jaar van registratie van een transactieregister wanneer de rapportageverplichting ingaat in het volgende jaar

    1. De voorlopige toezichtvergoeding van het transactieregister is de laagste van de volgende bedragen:

    a) 

    de registratievergoeding van het transactieregister die verschuldigd is overeenkomstig artikel 5 van de onderhavige verordening;

    b) 

    de registratievergoeding van het transactieregister die verschuldigd is overeenkomstig artikel 5 van de onderhavige verordening, vermenigvuldigd met de ratio tussen het aantal werkdagen vanaf de datum van registratie tot het einde van het jaar en 150 werkdagen;

    De berekening wordt als volgt gemaakt:

    TR voorlopige toezichtvergoeding = Min (registratievergoeding, registratievergoeding * coëfficiënt)

    image

    2. De voorlopige toezichtvergoeding wordt in haar geheel betaald 60 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening of 30 dagen na de kennisgeving als bedoeld in artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2365, als dit later is.

    Deel 2

    Voorlopige toezichtvergoeding voor het jaar van registratie van een transactieregister wanneer de rapportageverplichting ingaat in de eerste zes maanden van hetzelfde jaar

    1. De voorlopige toezichtvergoeding van het transactieregister is gelijk aan de totale jaarlijkse toezichtvergoeding vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 2, onder a), van de onderhavige verordening, verdeeld over alle in dat jaar geregistreerde transactieregisters in verhouding tot de overeenkomstig lid 2 berekende toepasselijke omzet.

    2. Voor de berekening van de voorlopige toezichtvergoeding is de toepasselijke omzet van een transactieregister gelijk aan de som van

    — 
    de inkomsten uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's gedurende de periode van 1 januari tot en met 30 juni van het jaar waarin het transactieregister werd geregistreerd, en
    — 
    de toepasselijke inkomsten uit nevendiensten van het transactieregister overeenkomstig artikel 2, leden 1 en 2, van de onderhavige verordening indien van toepassing, gedurende de periode van 1 januari tot en met 30 juni van het jaar waarin het transactieregister werd geregistreerd,

    gedeeld door de totale inkomsten uit de kerntaken van het centraal verzamelen en bewaren van vastleggingen van SFT's en de toepasselijke inkomsten uit nevendiensten van alle geregistreerde transactieregisters overeenkomstig artikel 2, leden 1 en 2, van de onderhavige verordening indien van toepassing, gedurende de periode van 1 januari tot en met 30 juni van dat jaar.

    3. De voorlopige toezichtvergoeding wordt in twee tranches betaald.

    De eerste tranche is 30 dagen na de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2365 bedoelde kennisgeving verschuldigd en is gelijk aan de registratievergoeding van het transactieregister overeenkomstig artikel 5 van de onderhavige verordening.

    De tweede tranche is verschuldigd op 31 oktober. Het bedrag van de tweede tranche is de overeenkomstig lid 1 berekende voorlopige toezichtvergoeding verminderd met het bedrag van de eerste tranche.

    Wanneer het door het transactieregister voor de eerste tranche betaalde bedrag hoger is dan de overeenkomstig lid 1 berekende voorlopige toezichtvergoeding, betaalt ESMA het verschil terug tussen het voor de eerste tranche betaalde bedrag en de overeenkomstig lid 1 aan het transactieregister aangerekende voorlopige toezichtvergoeding.

    4. Wanneer de gecontroleerde rekeningen voor het jaar van registratie beschikbaar zijn, rapporteren de transactieregisters aan ESMA elke wijziging in de overeenkomstig lid 1 berekende toepasselijke omzet ten gevolge van het verschil tussen de definitieve gegevens voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni en de voorlopige gegevens die voor de berekening krachtens lid 1 zijn gebruikt.

    Aan de transactieregisters wordt het verschil aangerekend tussen de werkelijk betaalde jaarlijkse toezichtvergoeding voor het jaar van registratie overeenkomstig lid 3 en de jaarlijkse toezichtvergoeding voor het jaar van registratie die ten gevolge van enige wijziging van de in de eerste alinea bedoelde toepasselijke omzet moet worden betaald.

    5. Onverminderd de leden 1 en 4 bedraagt de voorlopige toezichtvergoeding niet minder dan 15 000  EUR.

    Deel 3

    Voorlopige toezichtvergoeding voor het jaar van registratie van een transactieregister wanneer de rapportageverplichting ingaat in de laatste zes maanden van hetzelfde jaar

    1. De voorlopige toezichtvergoeding van het transactieregister is gelijk aan de totale toezichtvergoeding vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 2, onder a), van de onderhavige verordening, verdeeld over alle transactieregisters in verhouding tot de ratio tussen de aan ESMA betaalde registratievergoeding en het totaal van alle in dat jaar door transactieregisters aan ESMA betaalde registratievergoedingen.

    2. De overeenkomstig lid 1 vastgestelde vergoeding is 30 dagen na de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2365 bedoelde kennisgeving verschuldigd.

    Top