This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02018R1672-20181112
Regulation (EU) 2018/1672 of the European Parliament and of the Council of 23 October 2018 on controls on cash entering or leaving the Union and repealing Regulation (EC) No 1889/2005
Consolidated text: Verordening (EU) 2018/1672 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de controle van liquide middelen die de Unie binnenkomen of verlaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1889/2005
Verordening (EU) 2018/1672 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de controle van liquide middelen die de Unie binnenkomen of verlaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1889/2005
02018R1672 — NL — 12.11.2018 — 000.002
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) 2018/1672 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 oktober 2018 (PB L 284 van 12.11.2018, blz. 6) |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) 2018/1672 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 23 oktober 2018
betreffende de controle van liquide middelen die de Unie binnenkomen of verlaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1889/2005
Artikel 1
Onderwerp
Deze verordening voorziet in een controlesysteem ten aanzien van liquide middelen die de Unie binnenkomen of verlaten, in aanvulling op het in Richtlijn (EU) 2015/849 vastgestelde rechtskader ter voorkoming van het witwassen van geld en terrorismefinanciering.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„liquide middelen” :
i)
contant geld;
ii)
verhandelbare instrumenten aan toonder;
iii)
als zeer liquide waardedrager gebruikte commodity’s;
iv)
prepaidkaarten; |
b) |
„de Unie binnenkomen of verlaten” : zich begeven vanuit een grondgebied dat geen deel uitmaakt van het onder artikel 355 VWEU vallende grondgebied naar het onder dat artikel vallende grondgebied, dan wel vertrekken vanaf het onder dat artikel vallend grondgebied; |
c) |
„contant geld” : bankbiljetten en muntstukken die als betaalmiddel in omloop zijn of die als betaalmiddel in omloop zijn geweest en nog altijd via financiële instellingen of centrale banken kunnen worden ingewisseld voor bankbiljetten en muntstukken die als betaalmiddel in omloop zijn; |
d) |
„verhandelbare instrumenten aan toonder” : andere instrumenten dan contant geld die de houders ervan aanspraak geven op een geldsom op vertoon van het instrument zonder dat hij het bewijs van zijn identiteit of zijn aanspraak op die som hoeft te leveren. Het betreft de volgende instrumenten:
i)
reischeques, en
ii)
cheques, promessen of betalingsopdrachten die aan toonder gesteld zijn, ondertekend zijn zonder dat de naam van de begunstigde is vermeld, geëndosseerd zijn zonder beperking, op naam van een fictieve begunstigde gesteld zijn, of anderszins een zodanige vorm hebben dat de aanspraak erop bij afgifte wordt overgedragen; |
e) |
„als zeer liquide waardedrager gebruikte commodity” : een goed, zoals vermeld in punt 1 van bijlage I, met een hoge verhouding waarde/omvang, dat via toegankelijke handelsmarkten gemakkelijk kan worden omgezet in contant geld tegen slechts beperkte transactiekosten; |
f) |
„prepaidkaart” : een niet op naam gestelde kaart, zoals vermeld in punt 2 van bijlage I, voor de opslag van of toegang tot geldswaarde of tegoeden die kunnen worden gebruikt voor betalingstransacties, de aankoop van goederen of diensten of de inwisseling van contant geld, en die niet aan een bankrekening is gekoppeld; |
g) |
„bevoegde autoriteiten” : de douaneautoriteiten van de lidstaten en andere autoriteiten die door de lidstaten met de toepassing van deze verordening zijn belast; |
h) |
„vervoerder” : een natuurlijke person die de Unie binnenkomt of verlaat en liquide middelen persoonlijk bij zich draagt dan wel meevoert in zijn bagage of in zijn vervoermiddel; |
i) |
„onbegeleide liquide middelen” : liquide middelen die deel uitmaken van een zending zonder vervoerder; |
j) |
„criminele activiteit” : een van de activiteiten vermeld in artikel 3, punt 4, van Richtlijn (EU) 2015/849; |
k) |
„financiële-inlichtingeneenheid (FIE)” : de entiteit die in een lidstaat is opgericht met het oog op de tenuitvoerlegging van artikel 32 van Richtlijn (EU) 2015/849. |
Artikel 3
Verplichting tot aangifte van begeleide liquide middelen
De in lid 1 bedoelde aangifte dient de volgende gegevens te bevatten:
de vervoerder, met inbegrip van volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, geboorteplaats en geboortedatum, nationaliteit en identificatiedocumentnummer;
de eigenaar van de liquide middelen, met inbegrip van de volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, geboorteplaats en geboortedatum, nationaliteit en identificatiedocumentnummer indien de eigenaar een natuurlijke persoon is of de volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, registratienummer en, indien van toepassing, identificatienummer voor de belasting over de toegevoegde waarde (btw), indien de eigenaar een rechtspersoon is;
indien van toepassing, de beoogde ontvanger van de liquide middelen, met inbegrip van de volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, geboorteplaats en geboortedatum, nationaliteit en identificatiedocumentnummer indien de beoogde ontvanger een natuurlijke persoon is, of de volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, registratienummer en, indien van toepassing, btw-identificatienummer, indien de beoogde ontvanger een rechtspersoon is;
de aard en het bedrag of de waarde van de liquide middelen;
de economische herkomst van de liquide middelen;
het beoogde gebruik van de liquide middelen;
de transportroute, en
het vervoermiddel.
Artikel 4
Verplichting tot kennisgeving van onbegeleide liquide middelen
De in lid 1 bedoelde kennisgeving dient de volgende gegevens te bevatten:
de kennisgever, met inbegrip van volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, geboorteplaats en geboortedatum, nationaliteit en identificatiedocumentnummer;
de eigenaar van de liquide middelen, met inbegrip van de volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, geboorteplaats en geboortedatum, nationaliteit en identificatiedocumentnummer indien de eigenaar een natuurlijke persoon is, of de volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, registratienummer en, indien van toepassing, btw-identificatienummer, indien de eigenaar een rechtspersoon is;
de afzender van de liquide middelen, met inbegrip van de volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, geboorteplaats en geboortedatum, nationaliteit en identificatiedocumentnummer indien de afzender een natuurlijke persoon is, of de volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, registratienummer en, indien van toepassing, btw-identificatienummer, indien de afzender een rechtspersoon is;
de ontvanger of beoogde ontvanger van de liquide middelen, met inbegrip van de volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, geboorteplaats en geboortedatum, nationaliteit en identificatiedocumentnummer indien de ontvanger of beoogde ontvanger een natuurlijke persoon is, of de volledige naam, contactgegevens, inclusief adres, registratienummer en, indien van toepassing, btw-identificatienummer, indien de ontvanger of beoogde ontvanger een rechtspersoon is;
de aard en het bedrag of de waarde van de liquide middelen;
de economische herkomst van de liquide middelen, en
het beoogde gebruik van de liquide middelen.
Artikel 5
Bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten
Artikel 6
Bedragen die de drempel niet overschrijden maar vermoedelijk verband houden met criminele activiteiten
Artikel 7
Tijdelijke inbewaringneming van liquide middelen door bevoegde autoriteiten
De bevoegde autoriteiten kunnen bij bestuurlijk besluit overeenkomstig de in het nationale recht vastgestelde voorwaarden liquide middelen tijdelijk in bewaring nemen wanneer:
niet is voldaan aan de in artikel 3 neergelegde verplichting tot aangifte van begeleide liquide middelen of aan de in artikel 4 neergelegde verplichting tot kennisgeving van onbegeleide liquide middelen, of
er aanwijzingen zijn dat de liquide middelen, ongeacht het bedrag, verband houden met criminele activiteiten.
Het in lid 1 bedoelde bestuurlijk besluit maakt het voorwerp uit van een doeltreffende voorziening in rechte overeenkomstig procedures van het nationale recht. De bevoegde autoriteiten delen de motivering van het bestuurlijke besluit mee aan:
de persoon die de aangifte overeenkomstig artikel 3 of de kennisgeving overeenkomstig artikel 4 moet verrichten, of
de persoon die de informatie overeenkomstig artikel 6, lid 1 of lid 2, moet verstrekken.
Indien er binnen die termijn geen besluit met betrekking tot de langere inbewaringneming van de liquide middelen wordt genomen of indien wordt besloten dat de omstandigheden van de zaak geen langere inbewaringneming rechtvaardigen, worden de liquide middelen onmiddellijk vrijgegeven aan:
de persoon van wie de liquide middelen tijdelijk in bewaring zijn genomen in de in artikel 3 of artikel 4 genoemde situaties, of
de persoon van wie de liquide middelen tijdelijk in bewaring zijn genomen in de in artikel 6, lid 1, of artikel 6, lid 2, genoemde situaties.
Artikel 8
Voorlichtingscampagnes
De lidstaten waarborgen dat personen die de Unie binnenkomen of verlaten of personen die onbegeleide liquide middelen vanuit de Unie verzenden of onbegeleide liquide middelen in de Unie ontvangen, worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van deze verordening, en ontwikkelen in samenwerking met de Commissie passend, op deze personen gericht voorlichtingsmateriaal.
De lidstaten zorgen ervoor dat er voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld voor dergelijke voorlichtingscampagnes.
Artikel 9
Verstrekking van informatie aan de FIE
Artikel 10
Informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten en met de Commissie
De bevoegde autoriteit van elke lidstaat geeft langs elektronische weg de volgende informatie door aan de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten:
op grond van artikel 5, lid 3, ambtshalve opgestelde aangiften;
krachtens artikel 6 verkregen gegevens;
krachtens artikel 3 ontvangen aangiften of krachtens artikel 4 ontvangen kennisgevingen, wanneer er aanwijzingen zijn dat de liquide middelen verband houden met criminele activiteiten;
geanonimiseerde risico-informatie en resultaten van risicoanalyse.
Artikel 11
Informatie-uitwisseling met derde landen
Voor de toepassing van deze verordening kunnen de lidstaten of de Commissie in het kader van de wederzijdse administratieve bijstand de volgende informatie doorgeven aan een derde land, mits de bevoegde autoriteit die de informatie aanvankelijk heeft verkregen daarvoor schriftelijk toestemming heeft verleend en die doorgifte strookt met het toepasselijke nationale en Unierecht inzake de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen:
op grond van artikel 5, lid 3, ambtshalve opgestelde aangiften;
krachtens artikel 6 verkregen gegevens;
krachtens artikel 3 ontvangen aangiften of krachtens artikel 4 ontvangen kennisgevingen, wanneer er aanwijzingen zijn dat de liquide middelen verband houden met het witwassen van geld of terrorismefinanciering.
Artikel 12
Beroepsgeheim, vertrouwelijkheid en gegevensbeveiliging
Artikel 13
Bescherming van persoonsgegevens en bewaartermijnen
De bewaartermijn kan eenmalig worden verlengd met een bijkomende periode van maximaal drie jaar, indien
de FIE beslist dat verdere bewaring nodig is, nadat zij een grondige beoordeling heeft verricht van de noodzaak en evenredigheid van die verdere bewaring en heeft besloten dat die gerechtvaardigd is voor het vervullen van haar taken met betrekking tot de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering, of
indien de bevoegde autoriteiten beslissen dat verdere bewaring vereist is, nadat zij een grondige beoordeling hebben verricht van de noodzaak en evenredigheid van die verdere bewaring en hebben besloten dat die gerechtvaardigd is voor het vervullen van hun taken met betrekking tot het verschaffen van effectieve controlemiddelen inzake de verplichting tot aangifte van begeleide liquide middelen of de verplichting tot kennisgeving van onbegeleide liquide middelen.
Artikel 14
Sancties
Elke lidstaat stelt sancties vast die van toepassing zijn indien niet is voldaan aan de in artikel 3 neergelegde verplichting tot aangifte van begeleide liquide middelen of aan de in artikel 4 neergelegde verplichting tot kennisgeving van onbegeleide liquide middelen. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
Artikel 15
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 16
Uitvoeringsbevoegdheden
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de volgende maatregelen vast om de uniforme toepassing van de controles door de bevoegde autoriteiten te garanderen:
het model voor het in artikel 3, lid 3, bedoelde aangifteformulier en het in artikel 4, lid 3, bedoelde kennisgevingsformulier;
de criteria voor het in artikel 5, lid 4, bedoelde gemeenschappelijk risicobeheerskader, en meer in het bijzonder de risicocriteria en -normen, en prioritaire controlegebieden, op basis van de informatie die is uitgewisseld op grond van artikel 10, lid 1, onder d), en het Unie- en internationaal beleid en optimale werkwijzen;
de technische voorschriften voor de doeltreffende informatie-uitwisseling uit hoofde van artikel 9, leden 1 en 3, en artikel 10, van deze verordening via het DIS, zoals ingesteld bij artikel 23 van Verordening (EG) nr. 515/97;
het model voor het formulier voor de in artikel 10, lid 3, bedoelde doorgifte van informatie, en
de voorschriften en het door de lidstaten te gebruiken formaat voor het verstrekken van geanonimiseerde statistische informatie over aangiften en overtredingen aan de Commissie overeenkomstig artikel 18.
Artikel 17
Comitéprocedure
Artikel 18
Doorgifte van informatie over de tenuitvoerlegging van deze verordening
Uiterlijk op 4 december 2021 verstrekken de lidstaten de Commissie:
de lijst van bevoegde autoriteiten;
de bijzonderheden van de overeenkomstig artikel 14 vastgestelde sancties;
geanonimiseerde statistische informatie over aangiften, controles en overtredingen, in het overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder e), vastgestelde formaat.
De in lid 1, onder c), bedoelde informatie wordt minstens om de zes maanden aan de Commissie verstrekt.
Artikel 19
Evaluatie
In het in de eerste alinea bedoelde verslag wordt met name geëvalueerd of:
andere activa moeten worden opgenomen binnen het toepassingsgebied van deze verordening;
de kennisgevingsprocedure voor onbegeleide liquide middelen doeltreffend is;
de drempel voor onbegeleide liquide middelen moet worden herzien;
de informatiestromen overeenkomstig de artikelen 9 en 10 en het gebruik van het DIS in het bijzonder doeltreffend zijn dan wel of er obstakels bestaan voor de tijdige en directe uitwisseling van verenigbare en vergelijkbare informatie tussen de bevoegde autoriteiten en de FIE's, en
de door de lidstaten ingevoerde sancties doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en in overeenstemming zijn met de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en of zij in de gehele Unie een vergelijkbaar afschrikkend effect hebben met betrekking tot de schendingen van deze verordening.
Het in lid 1 bedoelde verslag omvat, indien beschikbaar:
een verzameling van de van de lidstaten ontvangen informatie inzake liquide middelen die verband houden met criminele activiteiten die de financiële belangen van de Unie kunnen schaden, en
informatie over de informatie-uitwisseling met derde landen.
Artikel 20
Intrekking van Verordening (EG) nr. 1889/2005
Verordening (EG) nr. 1889/2005 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.
Artikel 21
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 3 juni 2021. Artikel 16 is echter van toepassing met ingang van 2 december 2018.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Als zeer liquide waardedrager gebruikte commodity’s en prepaidkaarten die worden aangemerkt als liquide middelen in overeenstemming met artikel 2, lid 1, onder a), iii) en iv)
1. Als zeer liquide waardedrager gebruikte commodity’s:
muntstukken met een goudgehalte van ten minste 90 %, en
ongemunt goud zoals baren, klompjes of slakken met een goudgehalte van ten minste 99,5 %.
2. Prepaidkaarten: P.M.
BIJLAGE II
CONCORDANTIETABEL
Verordening (EG) nr. 1889/2005 |
Deze verordening |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
Artikel 2 |
Artikel 2 |
Artikel 3 |
Artikel 3 |
— |
Artikel 4 |
Artikel 4, lid 1 |
Artikel 5 |
Artikel 5, lid 2 |
Artikel 6 |
Artikel 4, lid 2 |
Artikel 7 |
— |
Artikel 8 |
Artikel 5, lid 1 |
Artikel 9 |
Artikel 6 |
Artikel 10 |
Artikel 7 |
Artikel 11 |
Artikel 8 |
Artikel 12 |
— |
Artikel 13 |
Artikel 9 |
Artikel 14 |
— |
Artikel 15 |
— |
Artikel 16 |
— |
Artikel 17 |
— |
Artikel 18 |
Artikel 10 |
Artikel 19 |
— |
Artikel 20 |
Artikel 11 |
Artikel 21 |
— |
Bijlage I |
— |
Bijlage II |