This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02017R0717-20210810
Commission Implementing Regulation (EU) 2017/717 of 10 April 2017 laying down rules for the application of Regulation (EU) 2016/1012 of the European Parliament and of the Council with regard to the model forms of zootechnical certificates for breeding animals and their germinal products (Text with EEA relevance)Text with EEA relevance
Consolidated text: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 van de Commissie van 10 april 2017 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad wat de modelformulieren voor zoötechnische certificaten voor fokdieren en levende producten daarvan betreft (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 van de Commissie van 10 april 2017 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad wat de modelformulieren voor zoötechnische certificaten voor fokdieren en levende producten daarvan betreft (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
02017R0717 — NL — 10.08.2021 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/717 VAN DE COMMISSIE van 10 april 2017 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad wat de modelformulieren voor zoötechnische certificaten voor fokdieren en levende producten daarvan betreft (PB L 109 van 26.4.2017, blz. 9) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/602 VAN DE COMMISSIE van 15 april 2020 |
L 139 |
1 |
4.5.2020 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/761 VAN DE COMMISSIE van 7 mei 2021 |
L 162 |
46 |
10.5.2021 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/717 VAN DE COMMISSIE
van 10 april 2017
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad wat de modelformulieren voor zoötechnische certificaten voor fokdieren en levende producten daarvan betreft
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
Deze verordening voorziet in voorschriften voor zoötechnische certificaten voor de handel in en de binnenkomst in de Unie van fokdieren en levende producten daarvan, zoals bedoeld in hoofdstuk VII van Verordening (EU) 2016/1012.
Artikel 2
Zoötechnische certificaten voor de handel in raszuivere fokdieren en levende producten daarvan en in hybride fokvarkens en levende producten daarvan
Voor de handel in raszuivere fokdieren en levende producten daarvan wordt de in de delen 1 en 2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde informatie, die moet worden opgenomen in de zoötechnische certificaten die zendingen van die goederen vergezellen, verstrekt overeenkomstig de modelformulieren in de volgende afdelingen van bijlage I bij deze verordening:
afdeling A voor raszuivere fokrunderen, -varkens, -schapen en -geiten;
afdeling B voor sperma van raszuivere fokrunderen, -varkens, -schapen, -geiten, -paarden en -ezels;
afdeling C voor eicellen van raszuivere fokrunderen, -varkens, -schapen, -geiten, -paarden en -ezels;
afdeling D voor embryo’s van raszuivere fokrunderen, -varkens, -schapen, -geiten, -paarden en -ezels.
Voor de handel in hybride fokvarkens en levende producten daarvan wordt de in de delen 1 en 3 van bijlage V bij Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde informatie, die moet worden opgenomen in de zoötechnische certificaten die zendingen van die goederen vergezellen, verstrekt overeenkomstig de modelformulieren in de volgende afdelingen van bijlage II bij deze verordening:
afdeling A voor hybride fokvarkens;
afdeling B voor sperma van hybride fokvarkens;
afdeling C voor eicellen van hybride fokvarkens;
afdeling D voor embryo’s van hybride fokvarkens.
Artikel 3
Zoötechnische certificaten voor de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren en levende producten daarvan en van hybride fokvarkens en levende producten daarvan
Voor de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren en levende producten daarvan wordt de in de delen 1 en 2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde informatie, die moet worden opgenomen in de zoötechnische certificaten die zendingen van die goederen vergezellen, verstrekt overeenkomstig de modelformulieren in de volgende afdelingen van bijlage III bij deze verordening:
afdeling A voor raszuivere fokrunderen, -varkens, -schapen, -geiten, -paarden en -ezels;
afdeling B voor sperma van raszuivere fokrunderen, -varkens, -schapen, -geiten, -paarden en -ezels;
afdeling C voor eicellen van raszuivere fokrunderen, -varkens, -schapen, -geiten, -paarden en -ezels;
afdeling D voor embryo’s van raszuivere fokrunderen, -varkens, -schapen, -geiten, -paarden en -ezels.
Voor de binnenkomst in de Unie van hybride fokvarkens en levende producten daarvan wordt de in de delen 1 en 3 van bijlage V bij Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde informatie, die moet worden opgenomen in de zoötechnische certificaten die zendingen van die goederen vergezellen, verstrekt overeenkomstig de modelformulieren in de volgende afdelingen van bijlage IV bij deze verordening:
afdeling A voor hybride fokvarkens;
afdeling B voor sperma van hybride fokvarkens;
afdeling C voor eicellen van hybride fokvarkens;
afdeling D voor embryo’s van hybride fokvarkens.
Artikel 4
Inwerkingtreding en toepasselijkheid
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing vanaf 1 november 2018.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
MODELFORMULIEREN VOOR ZOÖTECHNISCHE CERTIFICATEN VOOR DE HANDEL IN RASZUIVERE FOKDIEREN EN LEVENDE PRODUCTEN DAARVAN
AFDELING A
Zoötechnisch certificaat voor de handel in raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen en ‐geiten
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in raszuivere fokdieren van de volgende soorten: a) runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis) (1) b) varkens (Sus scrofa) (1) (2) c) schapen (Ovis aries) (1) d) geiten (Capra hircus) (1) Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|
Nummer certificaat (3) |
||
1. Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||
2. Naam van het stamboek |
3. Naam van het ras van het raszuivere fokdier |
|
4. Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het dier is ingeschreven (3) |
||
5. Geslacht van het dier |
6. Stamboeknummer van het dier |
|
7. Identificatie van het raszuivere fokdier (4) 7.1. Systeem 7.2. Individueel identificatienummer 7.3. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) 7.4. Naam (3) |
8. Verificatie van de identiteit (3) (6) (7) 8.1. Methode 8.2. Resultaat |
|
9. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) (8) en geboorteland van het dier |
||
10. Naam, adres en e‐mailadres (3) van de fokker |
||
11. Naam, adres en e‐mailadres (3) van de eigenaar |
||
12.1. Vader Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (10) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Naam (3) |
12.1.1. Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (10) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Naam (3) |
|
12.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (10) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Naam (3) |
||
12.2. Moeder Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (10) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Naam (3) |
12.2.1. Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (10) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Naam (3) |
|
12.2.2. Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (10) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Naam (3) |
||
13. Extra informatie (3) (7) (11) 13.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 13.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj) of ISO 8601) 13.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het dier in verband met het fokprogramma 13.4. Andere relevante informatie over het raszuivere fokdier 13.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12 |
||
14. Inseminatie (1)/paring (1) (3) (12) 14.1. Datum (dd.mm.jjjj of ISO 8601, of de paringsperiode in hetzelfde formaat aangeven vanaf … tot …) 14.2. Identificatie van het(de) bevruchtende mannelijke dier(en) 14.2.1. Stamboeknummer(s) en sectie(s) 14.2.2. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (4) (10) 14.2.3. Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) 14.2.4. Na(a)m(en) (3) 14.2.5. Syste(e)m(en) voor de verificatie van de identiteit en resulta(a)t(en) (6) |
||
15. Validatie |
||
15.1. Gedaan te: … |
15.2. op: … |
|
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|
15.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (13) in hoofdletters invullen) |
||
15.4. Handtekening: … |
||
(1)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(2)
Voor een groep raszuivere fokvarkens mag een enkel zoötechnisch certificaat worden afgegeven op voorwaarde dat die raszuivere fokdieren dezelfde leeftijd en dezelfde genetische moeder en vader hebben en dat onder de punten 5, 6, 7.2 en 13 en, in voorkomend geval, punt 14 van dit zoötechnisch certificaat individuele informatie wordt verstrekt.
(3)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(4)
Voor runderen, schapen en geiten: individuele identificatie overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en de registratie van dieren. Voor varkens: individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en de registratie van dieren.
(5)
Alleen vereist voor varkens: identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van varkens.
(6)
Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen en ‐geiten die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen worden vereist voor raszuivere fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt of voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten en ‐varkens die voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(7)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(8)
Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.
(9)
Naargelang het geval „hoofdsectie” of „aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.
(10)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(11)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(12)
Vereist voor drachtige vrouwelijke dieren. De informatie mag in een afzonderlijk document worden verstrekt.
(13)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012. Noten: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING B
Zoötechnisch certificaat voor de handel in sperma van raszuivere fokdieren
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in sperma van raszuivere fokdieren van de volgende soorten: a) runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis) (1) b) varkens (Sus scrofa) (1) c) schapen (Ovis aries) (1) d) geiten (Capra hircus) (1) e) paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus) (1) Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
||||
Nummer certificaat (2) |
|||||
Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (3) |
|||||
|
|||||
Deel A. Informatie betreffende het mannelijke raszuivere donorfokdier (4) |
|||||
1. Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
|||||
2. Naam van het stamboek |
3. Naam van het ras van het mannelijke donordier |
||||
4. Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het mannelijke donordier is ingeschreven (2) |
|||||
5. Stamboeknummer van het mannelijke donordier (5) |
6. Individueel identificatienummer van het/de mannelijke donorpaard of ‐ezel (2) (6) □□□-□□□-□□□□□□□□□ |
||||
7. Identificatie van het mannelijke donordier (7) 7.1. Systeem 7.2. Individueel identificatienummer (6) 7.3. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) 7.4. Naam (2) |
8. Verificatie van de identiteit (2) (9) (10) 8.1. Methode 8.2. Resultaat |
||||
9. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) (11) en geboorteland van het mannelijke donordier |
|||||
10. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker |
|||||
11. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar |
|||||
12.1. Vader Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
12.1.1. Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
||||
12.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
|||||
12.2. Moeder Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
12.2.1. Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
||||
12.2.2. Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
|||||
13. Extra informatie (2) (10) (13) 13.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 13.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj) of ISO 8601) 13.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma 13.4. Andere relevante informatie over het mannelijke donordier 13.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12 |
|||||
14. Validatie (14) |
|||||
14.1. Gedaan te: … |
14.2. op: … |
||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
||||
14.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
|||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (15) in hoofdletters invullen) |
|||||
14.4. Handtekening … |
|||||
|
|||||
Deel B. Informatie betreffende het sperma (16) |
|||||
1. Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (7) (14) 1.1. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (6) 1.2. Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) 1.3. Individueel identificatienummer van het/de mannelijke donorpaard(en) of ‐ezel(s) (2) (6) □□□-□□□-□□□□□□□□□ 1.4. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van mannelijke donordier(en) (2) |
|||||
2. Identificatie van het sperma |
|||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen (18) |
Plaats van winning |
Datum van winning (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. Spermacentrum of sperma-opslagcentrum van verzending 3.1. Naam 3.2. Adres 3.3. Erkenningsnummer |
|||||
4. Bestemming (naam en adres invullen) |
|||||
5. Naam en adres van de stamboekvereniging (1) of de door die stamboekvereniging aangewezen derde (1) die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de testen (2) (20) |
|||||
6. Validatie |
|||||
6.1. Gedaan te: … |
6.2. op: … |
||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
||||
6.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
|||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (21) in hoofdletters invullen) |
|||||
6.4. Handtekening: … |
|||||
(1)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(2)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(3)
Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de mannelijke raszuivere donorfokdier(en) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de mannelijke raszuivere donorfokdier(en) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(4)
Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 16 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(5)
In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: niet invullen als het stamboeknummer hetzelfde is als het individueel identificatienummer.
(6)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer. In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: overeenkomstig bijlage II, deel 1, hoofdstuk I, punt 3, bij Verordening (EU) 2016/1012 het individueel identificatienummer vermelden dat in artikel 114, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429 als „unieke code” wordt omschreven. Als het individueel identificatienummer niet beschikbaar is of verschilt van het nummer waaronder het dier in het stamboek is ingeschreven, het stamboeknummer invullen.
(7)
Voor runderen, schapen, geiten en paardachtigen: individuele identificatie overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en de registratie van dieren. Voor varkens: individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.
(8)
Alleen vereist voor varkens: identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van varkens.
(9)
Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen worden vereist voor raszuivere fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(10)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(11)
Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.
(12)
Naargelang het geval „hoofdsectie” of „aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.
(13)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(14)
Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de stamboekvereniging of door een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum.
(15)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.
(16)
Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moet een kopie van het zoötechnische certificaat voor mannelijke donordieren worden bijgevoegd, als volgt: i) in het geval van raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten of ‐varkens, volgens het model in afdeling A van bijlage I bij Verordening (EU) 2017/717; ii) in het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels, volgens het model in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1940, waarvan ten minste deel I is verwerkt in het overeenkomstig artikel 118, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/429 afgegeven unieke, levenslang geldige identificatiedocument.
(17)
Facultatief.
(18)
Een rietje of andere verpakking mag sperma bevatten dat afkomstig is van meer dan één raszuiver fokdier, op voorwaarde dat in punt 1.4 van deel B informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke raszuivere donorfokdieren wordt verstrekt.
(19)
In voorkomend geval kan informatie over gesekst sperma worden verstrekt.
(20)
Voor sperma bestemd voor het testen van raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen of ‐geiten die geen prestatieonderzoek of genetische evaluatie hebben ondergaan, overeenkomstig de in artikel 21, lid 1, onder g), van Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde kwantitatieve grenzen.
(21)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING C
Zoötechnisch certificaat voor de handel in eicellen van raszuivere fokdieren
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in eicellen van raszuivere fokdieren van de volgende soorten: a) runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis) (1) b) varkens (Sus scrofa) (1) c) schapen (Ovis aries) (1) d) geiten (Capra hircus) (1) e) paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus) (1) Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|||||
Nummer certificaat (2) |
||||||
Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (3) |
||||||
|
||||||
Deel A. Informatie betreffende het vrouwelijke raszuivere donorfokdier (4) |
||||||
1. Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het stamboek |
3. Naam van het ras van het vrouwelijke donordier |
|||||
4. Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het vrouwelijke donordier is ingeschreven (2) |
||||||
5. Stamboeknummer van het vrouwelijke donordier (5) |
6. Individueel identificatienummer van het/de vrouwelijke donorpaard of ‐ezel (2) (6) □□□-□□□-□□□□□□□□□ |
|||||
7. Identificatie van het vrouwelijke donordier (7) 7.1. Systeem 7.2. Individueel identificatienummer (6) 7.3. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) 7.4. Naam (2) |
8. Verificatie van de identiteit (2) (9) (10) 8.1. Methode 8.2. Resultaat |
|||||
9. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) (11) en geboorteland van het vrouwelijke donordier |
||||||
10. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker |
||||||
11. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar |
||||||
12.1. Vader Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
12.1.1. Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
|||||
12.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
||||||
12.2. Moeder Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
12.2.1. Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
|||||
12.2.2. Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
||||||
13. Extra informatie (2) (10) (13) 13.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 13.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 13.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma 13.4. Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier 13.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12 |
||||||
14. Validatie (14) |
||||||
14.1. Gedaan te: … |
14.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
14.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (15) in hoofdletters invullen) |
||||||
14.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel B. Informatie betreffende de eicellen (16) |
||||||
1. Identificatie van het vrouwelijke donordier (7) (14) 1.1. Individueel identificatienummer (6) 1.2. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) 1.3. Individueel identificatienummer van het/de vrouwelijke donorpaard of ‐ezel (2) (6) □□□-□□□-□□□□□□□□□ 1.4. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (2) |
||||||
2. Identificatie van de eicellen |
||||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen |
Aantal eicellen (18) |
Plaats van winning |
Datum van winning (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
Overige (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. Embryoproductieteam van verzending 3.1. Naam 3.2. Adres 3.3. Erkenningsnummer |
||||||
4. Bestemming (naam en adres invullen) |
||||||
5. Validatie |
||||||
5.1. Gedaan te: … |
5.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
5.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (19) in hoofdletters invullen) |
||||||
5.4. Handtekening: … |
||||||
(1)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(2)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(3)
Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het vrouwelijke raszuivere donorfokdier afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het vrouwelijke raszuivere donorfokdier een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(4)
Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 16 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(5)
In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: niet invullen als het stamboeknummer hetzelfde is als het individueel identificatienummer.
(6)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer. In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: overeenkomstig bijlage II, deel 1, hoofdstuk I, punt 3, bij Verordening (EU) 2016/1012 het individueel identificatienummer vermelden dat in artikel 114, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429 als „unieke code” wordt omschreven. Als het individueel identificatienummer niet beschikbaar is of verschilt van het nummer waaronder het dier in het stamboek is ingeschreven, het stamboeknummer invullen.
(7)
Voor runderen, schapen, geiten en paardachtigen: individuele identificatie overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en de registratie van dieren. Voor varkens: individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.
(8)
Alleen vereist voor varkens: identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van varkens.
(9)
Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen worden vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐varkens, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van eicellen worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(10)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(11)
Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.
(12)
Naargelang het geval „hoofdsectie” of „aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.
(13)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(14)
Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de stamboekvereniging of door een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoproductieteam.
(15)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.
(16)
Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoproductieteam en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moet een kopie van het zoötechnische certificaat voor het vrouwelijke donordier worden bijgevoegd, als volgt: i) in het geval van raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten of ‐varkens, volgens het model in afdeling A van bijlage I bij Verordening (EU) 2017/717; ii) in het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels, volgens het model in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1940, waarvan ten minste deel I is verwerkt in het overeenkomstig artikel 118, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/429 afgegeven unieke, levenslang geldige identificatiedocument.
(17)
Facultatief.
(18)
Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één eicel bevat, moet het aantal eicellen duidelijk worden vermeld. Een rietje of andere verpakking mag slechts eicellen van één raszuiver fokdier bevatten.
(19)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING D
Zoötechnisch certificaat voor de handel in embryo’s van raszuivere fokdieren
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in embryo’s van raszuivere fokdieren van de volgende soorten: a) runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis) (1) b) varkens (Sus scrofa) (1) c) schapen (Ovis aries) (1) d) geiten (Capra hircus) (1) e) paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus) (1) Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|||||
Nummer certificaat (2) |
||||||
Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van het/de donordier(en) (3) |
||||||
|
||||||
Deel A. Informatie betreffende het vrouwelijke raszuivere donorfokdier (4) |
||||||
1. Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het stamboek |
3. Naam van het ras van het vrouwelijke donordier |
|||||
4. Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het vrouwelijke donordier is ingeschreven (2) |
||||||
5. Stamboeknummer van het vrouwelijke donordier (5) |
6. Individueel identificatienummer van het/de vrouwelijke donorpaard of ‐ezel (2) (6) □□□-□□□-□□□□□□□□□ |
|||||
7. Identificatie van het vrouwelijke donordier (7) 7.1. Systeem 7.2. Individueel identificatienummer (6) 7.3. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) 7.4. Naam (2) |
8. Verificatie van de identiteit (2) (9) (10) 8.1. Methode 8.2. Resultaat |
|||||
9. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) (11) en geboorteland van het vrouwelijke donordier |
||||||
10. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker |
||||||
11. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar |
||||||
12.1. Vader Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
12.1.1. Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
|||||
12.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
||||||
12.2. Moeder Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
12.2.1. Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
|||||
12.2.2. Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
||||||
13. Extra informatie (2) (10) (13) 13.1. Resultaten van het prestatieonderzoek van het vrouwelijke donordier 13.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 13.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma 13.4. Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier 13.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12 |
||||||
14. Validatie (14) |
||||||
14.1. Gedaan te: … |
14.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
14.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (15) in hoofdletters invullen) |
||||||
14.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel B. Informatie betreffende het mannelijke raszuivere donorfokdier (4) |
||||||
1. Naam van de stamboekvereniging die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het stamboek |
3. Naam van het ras van het mannelijke donordier |
|||||
4. Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het mannelijke donordier is ingeschreven (2) |
||||||
5. Stamboeknummer van het mannelijke donordier (5) |
6. Individueel identificatienummer van het/de mannelijke donorpaard of ‐ezel (2) (6) □□□-□□□-□□□□□□□□□ |
|||||
7. Identificatie van het mannelijke donordier (7) 7.1. Systeem 7.2. Individueel identificatienummer (6) 7.3. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) 7.4. Naam (2) |
8. Verificatie van de identiteit (2) (9) (10) 8.1. Methode 8.2. Resultaat |
|||||
9. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of IS 8601) (11) en geboorteland van het mannelijke donordier |
||||||
10. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker |
||||||
11. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar |
||||||
12.1. Vader Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
12.1.1. Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
|||||
12.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
||||||
12.2. Moeder Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
12.2.1. Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
|||||
12.2.2. Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (6) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) Naam (2) |
||||||
13. Extra informatie (2) (10) (13) 13.1. Resultaten van het prestatieonderzoek van het mannelijke donordier 13.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj) of ISO 8601) 13.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma 13.4. Andere relevante informatie over het mannelijke donordier 13.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12 |
||||||
14. Validatie (14) |
||||||
14.1. Gedaan te: … |
14.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
14.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (15) in hoofdletters invullen) |
||||||
14.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel C. Informatie betreffende de embryo’s (16) |
||||||
1. Identificatie van het vrouwelijke donordier (7) (14) 1.1. Individueel identificatienummer (6) 1.2. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) 1.3. Individueel identificatienummer van het/de vrouwelijke donorpaard of ‐ezel (2) (6) □□□-□□□-□□□□□□□□□ 1.4. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (2) |
||||||
2. Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (7) (14) 2.1. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (6) 2.2. Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht (8) 2.3. Individueel identificatienummer van het/de mannelijke donorpaard(en) of ‐ezel(s) (2) (6) □□□-□□□-□□□□□□□□□ 2.4. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van |
||||||
3. Identificatie van de embryo’s |
||||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen |
Plaats van winning of productie |
Datum van winning of productie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. Embryoteam of embryoproductieteam van verzending 4.1. Naam 4.2. Adres 4.3. Erkenningsnummer |
||||||
5. Bestemming (naam en adres invullen) |
||||||
Deel D. Informatie betreffende het draagmoederdier waarbij de embryo’s zullen worden ingeplant |
||||||
6. Individueel identificatienummer (6) van het draagmoederdier (2) |
||||||
7. Validatie |
||||||
7.1. Gedaan te: … |
7.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
7.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (20) in hoofdletters invullen) |
||||||
7.4. Handtekening: … |
||||||
(1)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(2)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(3)
Indien deel A of B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de vrouwelijke of mannelijke raszuivere donorfokdier(en) of voor het sperma van die mannelijke raszuivere donorfokdier(en) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de vrouwelijke of mannelijke raszuivere donorfokdier(en) of het sperma van die mannelijke raszuivere donorfokdier(en) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(4)
Deel A of B van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 16 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(5)
In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: niet invullen als het stamboeknummer hetzelfde is als het individueel identificatienummer.
(6)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer. In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: overeenkomstig bijlage II, deel 1, hoofdstuk I, punt 3, bij Verordening (EU) 2016/1012 het individueel identificatienummer vermelden dat in artikel 114, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429 als „unieke code” wordt omschreven. Als het individueel identificatienummer niet beschikbaar is of verschilt van het nummer waaronder het dier in het stamboek is ingeschreven, het stamboeknummer invullen.
(7)
Voor runderen, schapen, geiten en paardachtigen: individuele identificatie overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en de registratie van dieren. Voor varkens: individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.
(8)
Alleen vereist voor varkens: identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van varkens.
(9)
Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen worden vereist voor raszuivere fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt of voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐varkens, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(10)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(11)
Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of IS 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.
(12)
Naargelang het geval „hoofdsectie” of „aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.
(13)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(14)
Alleen vereist als deel A of B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de stamboekvereniging of door een bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en de delen C en D van het zoötechnische certificaat worden afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam.
(15)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.
(16)
Indien alleen deel C en, voor zover van toepassing, deel D van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam en de(e)l(en) A en/of B van het zoötechnische certificaat leeg wordt/worden gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt/worden verwijderd, moeten punten 1 en 2 van deel C worden ingevuld en moeten kopieën van het zoötechnische certificaat worden bijgevoegd, als volgt: a) voor vrouwelijke donordieren: i) in het geval van raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten of ‐varkens, volgens het model in afdeling A van bijlage I bij Verordening (EU) 2017/717; ii) in het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels, volgens het model in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1940, waarvan ten minste deel I een speciaal daarvoor bedoeld deel is van het overeenkomstig artikel 118, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/429 afgegeven unieke, levenslang geldige identificatiedocument; b) voor het bevruchtende sperma: i) zoals beschreven onder a), met de nodige aanpassingen voor mannelijke donordieren, of ii) volgens het model in afdeling B van bijlage I bij Verordening (EU) 2017/717.
(17)
Facultatief.
(18)
Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één embryo bevat, moet het aantal embryo’s duidelijk worden vermeld.
(19)
Een rietje of een ander pakket mag embryo’s bevatten die zijn verzameld, of geproduceerd met eicellen die zijn gewonnen, uit één enkel vrouwelijk raszuiver fokdier dat is bevrucht met sperma dat afkomstig is van meer dan één mannelijk raszuiver fokdier, op voorwaarde dat in punt 2.4 van deel C informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke raszuivere donorfokdieren wordt verstrekt.
(20)
Indien van toepassing, mag informatie over gesekste embryo’s of over het ontwikkelingsstadium van het embryo worden verstrekt.
(21)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
BIJLAGE II
MODELFORMULIEREN VOOR ZOÖTECHNISCHE CERTIFICATEN VOOR DE HANDEL IN HYBRIDE FOKVARKENS EN LEVENDE PRODUCTEN DAARVAN
AFDELING A
Zoötechnisch certificaat voor de handel in hybride fokvarkens
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokkerijgroeperingen bijgehouden fokregisters (1) Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|
Nummer certificaat (2) |
||
1. Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||
2. Naam van het fokregister |
3. Naam van het ras (3)/de foklijn (3)/de kruising (3) van het hybride fokvarken |
|
4. Geslacht van het dier |
||
5. Fokregisternummer van het dier |
||
6. Identificatie van het dier (4) 6.1. Systeem 6.2. Individueel identificatienummer 6.3. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht 6.4. Naam (2) |
7. Verificatie van de identiteit (2) (5) (6) 7.1. Methode 7.2. Resultaat |
|
8. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het dier |
||
9. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker |
||
10. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar |
||
11. Afstamming van het hybride fokvarken (6) |
||
11.1. Vader Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
11.1.1. Grootvader van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
|
11.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
||
11.2. Moeder Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
11.2.1. Grootvader van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
|
11.2.2. Grootmoeder van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
||
12. Extra informatie (2) (6) (8) 12.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 12.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 12.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het dier in verband met het fokprogramma 12.4. Andere relevante informatie over het hybride fokvarken 12.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11 |
||
13. Inseminatie (3)/paring (3) (2) (9) 13.1. Datum (dd.mm.jjjj of ISO 8601, of de paringsperiode in hetzelfde formaat aangeven vanaf … tot …) 13.2. Identificatie van het(de) bevruchtende mannelijke dier(en) 13.2.1. Fokregister- of stamboeknummer(s) 13.2.2. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (4) (7) 13.2.3. Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4) 13.2.4. Na(a)m(en) (2) 13.2.5. Syste(e)m(en) voor de verificatie van de identiteit en resulta(a)t(en) (5) |
||
14. Naam en adres van de geadresseerde |
||
15. Validatie |
||
15.1. Gedaan te:. … |
15.2. op: … |
|
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|
15.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (10) in hoofdletters invullen) |
||
15.4. Handtekening: … |
||
(1)
Voor een groep hybride fokvarkens mag een enkel zoötechnisch certificaat worden afgegeven op voorwaarde dat die hybride fokvarkens dezelfde leeftijd en dezelfde genetische moeder en vader hebben en dat onder de punten 4, 5, 6.2, en 12 en, in voorkomend geval, punt 13 van dit zoötechnisch certificaat individuele informatie wordt verstrekt.
(2)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(3)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(4)
Individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.
(5)
Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door fokkerijgroeperingen worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie of voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(6)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(7)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(8)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(9)
Vereist voor drachtige vrouwelijke dieren. De informatie mag in een afzonderlijk document worden verstrekt.
(10)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING B
Zoötechnisch certificaat voor de handel in sperma van hybride fokvarkens
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in sperma van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokkerijgroeperingen bijgehouden fokregisters Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
||||
Nummer certificaat (1) |
|||||
Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (2) |
|||||
|
|||||
Deel A. Informatie betreffende het mannelijke hybride donorfokvarken (1) |
|||||
1. Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
|||||
2. Naam van het fokregister |
|||||
4. Fokregisternummer van het mannelijke donordier |
|||||
5. Identificatie van het mannelijke donordier (5) 5.1. Systeem 5.2. Individueel identificatienummer 5.3. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht 5.4. Naam (1) |
6. Verificatie van de identiteit (1) (6) (7) 6.1. Methode 6.2. Resultaat |
||||
7. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het mannelijke donordier |
|||||
8. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de fokker |
|||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de eigenaar |
|||||
10. Afstamming van het mannelijke donordier (7) |
|||||
10.1. Vader Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.1.1. Grootvader van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||
10.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.2. Moeder Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.2.1. Grootvader van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||
10.2.2. Grootmoeder van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
11. Extra informatie (1) (7) (9) 11.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 11.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj) of ISO 8601) 11.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma 11.4. Andere relevante informatie over het mannelijke donordier 11.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10 |
|||||
12. Validatie (10) |
|||||
12.1. Gedaan te: … |
12.2. op: … |
||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
||||
12.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
|||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (11) in hoofdletters invullen) |
|||||
12.4. Handtekening: … |
|||||
|
|||||
Deel B. Informatie betreffende het sperma (12) |
|||||
1. Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (5) (10) 1.1. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) 1.2. Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht 1.3. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van mannelijke donordier(en) (1) |
|||||
2. Identificatie van het sperma |
|||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen (14) |
Plaats van winning |
Datum van winning (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. Spermacentrum of sperma-opslagcentrum van verzending 3.1. Naam 3.2. Adres 3.3. Erkenningsnummer |
|||||
4. Bestemming (naam en adres invullen) |
|||||
5. Naam en adres van de fokkerijgroepering (4) of de door die fokkerijgroepering aangewezen derde (4) die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de testen (1) (16) |
|||||
6. Validatie |
|||||
6.1. Gedaan te: … |
6.2. op: … |
||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
||||
6.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
|||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (17) in hoofdletters invullen) |
|||||
6.4. Handtekening: … |
|||||
(1)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(2)
Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de mannelijke hybride donorfokvarken(s) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de mannelijke hybride donorfokvarken(s) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(3)
Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(4)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(5)
Individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.
(6)
Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door fokkerijgroeperingen worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(7)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(8)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(9)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(10)
Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de fokkerijgroepering of door een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum.
(11)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.
(12)
Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage II bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de mannelijke hybride donorfokvarkens worden bijgevoegd.
(13)
Facultatief.
(14)
Een rietje of andere verpakking mag sperma bevatten dat afkomstig is van meer dan één hybride fokvarken, op voorwaarde dat in punt 1.3 van deel B informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke hybride donorfokvarkens wordt verstrekt.
(15)
In voorkomend geval kan informatie over gesekst sperma worden verstrekt.
(16)
Voor sperma bestemd voor het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie van hybride fokvarkens die geen prestatieonderzoek of genetische evaluatie hebben ondergaan, overeenkomstig de in artikel 24, lid 1, onder d), van Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde kwantitatieve grenzen.
(17)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING C
Zoötechnisch certificaat voor de handel in eicellen van hybride fokvarkens
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in eicellen van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokkerijgroeperingen bijgehouden fokregisters Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|||||
Nummer certificaat (1) |
||||||
Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (2) |
||||||
|
||||||
Deel A. Informatie betreffende het vrouwelijke hybride donorfokvarken (3) |
||||||
1. Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het fokregister |
||||||
4. Fokregisternummer van het vrouwelijke donordier |
||||||
5. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) 5.1. Systeem 5.2. Individueel identificatienummer 5.3. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht 5.4. Naam (1) |
6. Verificatie van de identiteit (1) (6) (7) 6.1. Methode 6.2. Resultaat |
|||||
7. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het vrouwelijke donordier |
||||||
8. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de fokker |
||||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de eigenaar |
||||||
10. Afstamming van het vrouwelijke donordier (7) |
||||||
10.1. Vader Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.1.1. Grootvader van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
10.2. Moeder Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.2.1. Grootvader van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.2.2. Grootmoeder van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
11. Extra informatie (1) (7) (9) 11.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 11.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj) of ISO 8601) 11.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma 11.4. Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier 11.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10 |
||||||
12. Validatie (10) |
||||||
12.1. Gedaan te: … |
12.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
12.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (11) in hoofdletters invullen) |
||||||
12.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel B. Informatie betreffende de eicellen (12) |
||||||
1. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) (10) 1.1. Individueel identificatienummer 1.2. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht 1.3. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (1) |
||||||
2. Identificatiesysteem |
||||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen |
Aantal eicellen (14) |
Plaats van winning |
Datum van winning (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
Overige (1) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. Embryoproductieteam van verzending 3.1. Naam 3.2. Adres 3.3. Erkenningsnummer |
||||||
4. Bestemming (naam en adres invullen) |
||||||
5. Validatie |
||||||
5.1. Gedaan te:… |
5.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
5.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (15) in hoofdletters invullen) |
||||||
5.4. Handtekening: … |
||||||
(1)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(2)
Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het vrouwelijke hybride donorfokvarken afgegeven zoötechnisch certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het vrouwelijke hybride donorfokvarken een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(3)
Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(4)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(5)
Individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.
(6)
Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door fokkerijgroeperingen worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van eicellen worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(7)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(8)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(9)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(10)
Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de fokkerijgroepering of door een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoproductieteam.
(11)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.
(12)
Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoproductieteam en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage II bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de vrouwelijke hybride donorfokvarkens worden bijgevoegd.
(13)
Facultatief.
(14)
Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één eicel bevat, moet het aantal eicellen duidelijk worden vermeld. Een rietje of andere verpakking mag slechts eicellen van één hybride fokvarken bevatten.
(15)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoproductieteam. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING D
Zoötechnisch certificaat voor de handel in embryo’s van hybride fokvarkens
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in embryo’s van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokkerijgroeperingen bijgehouden fokregisters Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|||||
Nummer certificaat (1) |
||||||
Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van het/de donordier(en) (2) |
||||||
|
||||||
Deel A. Informatie betreffende het vrouwelijke hybride donorfokvarken (3) |
||||||
1. Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het fokregister |
||||||
4. Fokregisternummer van het vrouwelijke donordier |
||||||
5. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) 5.1. Systeem 5.2. Individueel identificatienummer 5.3. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht 5.4. Naam (1) |
6. Verificatie van de identiteit (1) (6) (7) 6.1. Methode 6.2. Resultaat |
|||||
7. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het vrouwelijke donordier |
||||||
8. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de fokker |
||||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de eigenaar |
||||||
10. Afstamming van het vrouwelijke donordier (7) |
||||||
10.1. Vader Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.1.1. Grootvader van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
10.2. Moeder Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.2.1. Grootvader van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.2.2. Grootmoeder van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
11. Extra informatie (1) (7) (9) 11.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 11.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 11.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma 11.4. Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier 11.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10 |
||||||
12. Validatie (10) |
||||||
12.1. Gedaan te: … |
12.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
12.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (11) in hoofdletters invullen) |
||||||
12.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel B. Informatie betreffende het mannelijke hybride donorfokvarken (3) |
||||||
1. Naam van de fokkerijgroepering die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het fokregister |
||||||
4. Fokregisternummer van het mannelijke donordier |
||||||
5. Identificatie van het mannelijke donordier (5) 5.1. Systeem 5.2. Individueel identificatienummer 5.3. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht 5.4. Naam (1) |
6. Verificatie van de identiteit (1) (6) (7) 6.1. Methode 6.2. Resultaat |
|||||
7. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het mannelijke donordier |
||||||
8. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de fokker |
||||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de eigenaar |
||||||
10. Afstamming van het mannelijke donordier (7) |
||||||
10.1. Vader Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.1.1. Grootvader van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
10.2. Moeder Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.2.1. Grootvader van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.2.2. Grootmoeder van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
11. Extra informatie (1) (7) (9) 11.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 11.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 11.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma 11.4. Andere relevante informatie over het mannelijke donordier 11.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10 |
||||||
12. Validatie (10) |
||||||
12.1. Gedaan te: … |
12.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
12.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (11) in hoofdletters invullen) |
||||||
14.2. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel C. Informatie betreffende de embryo’s (12) |
||||||
1. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) (10) 1.1. Individueel identificatienummer 1.2. Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht 1.3. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (1) |
||||||
2. Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (5) (10) 2.1. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) 2.2. Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht 2.3. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van |
||||||
3. Identificatie van de embryo’s |
||||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen |
Plaats van winning of productie |
Datum van winning of productie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. Embryoteam of embryoproductieteam van verzending 4.1. Naam 4.2. Adres 4.3. Erkenningsnummer |
||||||
5. Bestemming (naam en adres invullen) |
||||||
Deel D. Informatie betreffende het draagmoederdier waarbij de embryo’s zullen worden ingeplant |
||||||
6. Individueel identificatienummer (5)van het draagmoederdier (1) |
||||||
7. Validatie |
||||||
7.1. Gedaan te: … |
7.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
7.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (17) in hoofdletters invullen) |
||||||
7.4. Handtekening: … |
||||||
(1)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(2)
Indien de(e)l(en) A en/of B van het zoötechnische certificaat leeg wordt/worden gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt/worden verwijderd, en een kopie van het voor het/de mannelijke hybride fokvarken(s) of voor het sperma van dat/die mannelijke hybride fokvarken(s) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de vrouwelijke of mannelijke hybride fokdonorvarken(s) of het sperma van die/dat mannelijke hybride fokvarken(s) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(3)
De(e)l(en) A en/of B van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(4)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(5)
Individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.
(6)
Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door fokkerijgroeperingen worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie of voor de winning van eicellen of embryo’s worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(7)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(8)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(9)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(10)
Alleen vereist als deel A of B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de fokkerijgroepering of door een bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en de delen C en D van het zoötechnische certificaat worden afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam.
(11)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.
(12)
Indien alleen deel C en, voor zover van toepassing, deel D van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam en deel A en/of deel B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moeten punten 1 en 2 van deel C worden ingevuld en moeten kopieën van zoötechnische certificaten worden bijgevoegd, als volgt: a) voor vrouwelijke donordieren: volgens het model in afdeling A van bijlage II bij Verordening (EU) 2017/717; b) voor het bevruchtende sperma: i) zoals beschreven onder a), met de nodige aanpassingen voor mannelijke donordieren, of ii) volgens het model in afdeling B van bijlage II bij Verordening (EU) 2017/717.
(13)
Facultatief.
(14)
Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één embryo bevat, moet het aantal embryo’s duidelijk worden vermeld.
(15)
Een rietje of een ander pakket mag embryo’s bevatten die zijn verzameld, of geproduceerd met eicellen die zijn gewonnen, uit één enkel vrouwelijke hybride fokvarken dat is bevrucht met sperma dat afkomstig is van meer dan één mannelijke hybride fokvarken, op voorwaarde dat in punt 2.3 van deel C informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke hybride fokvarkens wordt verstrekt.
(16)
Indien van toepassing, mag informatie over gesekste embryo’s of over het ontwikkelingsstadium van het embryo worden verstrekt.
(17)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
BIJLAGE III
MODELFORMULIEREN VOOR ZOÖTECHNISCHE CERTIFICATEN VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN RASZUIVERE FOKDIEREN EN LEVENDE PRODUCTEN DAARVAN
AFDELING A
Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren van de volgende soorten: a) runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis) (1) b) varkens (Sus scrofa) (1) (2) c) schapen (Ovis aries) (1) d) geiten (Capra hircus) (1) e) paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus) (1) Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|
Nummer certificaat (3) |
||
1. Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||
2. Naam van het stamboek |
3. Naam van het ras van het raszuivere fokdier |
|
4. Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het dier is ingeschreven (3) |
||
5. Geslacht van het dier |
6. Stamboeknummer van het dier |
|
7. Identificatie van het raszuivere fokdier (4) 7.1. Systeem 7.2. Individueel identificatienummer 7.3. Naam (3) |
8. Verificatie van de identiteit (3) (5) (6) 8.1. Methode 8.2. Resultaat |
|
9. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) (7) en geboorteland van het dier |
||
10. Naam, adres en e‐mailadres (3) van de fokker |
||
11. Naam, adres en e‐mailadres (3) van de eigenaar |
||
12.1. Vader Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (9) Naam (3) |
12.1.1. Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (9) Naam (3) |
|
12.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (9) Naam (3) |
||
12.2. Moeder Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (9) Naam (3) |
12.2.1. Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (9) Naam (3) |
|
12.2.2. Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (4) (9) Naam (3) |
||
13. Extra informatie (3) (6) (10) 13.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 13.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 13.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het dier in verband met het fokprogramma 13.4. Andere relevante informatie over het raszuivere fokdier 13.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12 |
||
14. Inseminatie (1)/paring (1) (3) (11) 14.1. Datum (dd.mm.jjjj of ISO 8601, of de paringsperiode in hetzelfde formaat aangeven vanaf … tot …) 14.2. Identificatie van het(de) bevruchtende mannelijke dier(en) 14.2.1. Stamboeknummer(s) en sectie(s) 14.2.2. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (4) (9) 14.2.3. Na(a)m(en) (3) 14.2.4. Syste(e)m(en) voor de verificatie van de identiteit en resulta(a)t(en) (5) |
||
15. Naam van de stamboekvereniging (1)/de bevoegde autoriteit (1)/de fokkerijgroepering (1) die het stamboek (1)/het fokregister (1) bijhoudt waarin het raszuivere fokdier zal worden ingeschreven (1)/geregistreerd (1) (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||
16. Validatie |
||
16.1. Gedaan te: … |
16.2. op: … |
|
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|
16.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (12) in hoofdletters invullen) |
||
16.4. Handtekening: … |
||
(1)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(2)
Voor een groep raszuivere fokvarkens mag een enkel zoötechnisch certificaat worden afgegeven op voorwaarde dat die raszuivere fokdieren dezelfde leeftijd en dezelfde genetische moeder en vader hebben en dat onder de punten 5, 6, 7.2 en 13 en, in voorkomend geval, punt 14 van dit zoötechnisch certificaat individuele informatie wordt verstrekt.
(3)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(4)
Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.
(5)
Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen die het stamboek bijhouden waarin het dier zal worden ingeschreven, worden vereist voor raszuivere fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt of voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐varkens, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(6)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(7)
Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.
(8)
Wat de sectie van het stamboek betreft, „hoofdsectie” of „aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.
(9)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(10)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(11)
Vereist voor drachtige vrouwelijke dieren. De informatie mag in een afzonderlijk document worden verstrekt.
(12)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING B
Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van sperma van raszuivere fokdieren
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van sperma van raszuivere fokdieren van de volgende soorten: a) runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis) (1) b) varkens (Sus scrofa) (1) c) schapen (Ovis aries) (1) d) geiten (Capra hircus) (1) e) paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus) (1) Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van het fokorgaan, spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
||||
Nummer certificaat (2) |
|||||
Naam van het fokorgaan, spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (3) |
|||||
|
|||||
Deel A. Informatie betreffende het mannelijke raszuivere donorfokdier (4) |
|||||
1. Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
|||||
2. Naam van het stamboek |
3. Naam van het ras van het mannelijke donordier |
||||
4. Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het mannelijke donordier is ingeschreven (2) |
|||||
5. Stamboeknummer van het mannelijke donordier |
|||||
6. Identificatie van het mannelijke donordier (5) 6.1. Systeem 6.2. Individueel identificatienummer 6.3. Naam (2) |
7. Verificatie van de identiteit (2) (6) (7) 7.1. Methode 7.2. Resultaat |
||||
8. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) (8) en geboorteland van het mannelijke donordier |
|||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker |
|||||
10. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar |
|||||
11.1. Vader Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
11.1.1. Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
||||
11.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
|||||
11.2. Moeder Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
11.2.1. Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
||||
11.2.2. Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
|||||
12. Extra informatie (2) (7) (11) 12.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 12.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 12.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma 12.4. Andere relevante informatie over het mannelijke donordier 12.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11 |
|||||
13. Validatie (12) |
|||||
13.1. Gedaan te: … |
13.2. op: … |
||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
||||
13.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
|||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (13) in hoofdletters invullen) |
|||||
13.4. Handtekening: … |
|||||
|
|||||
Deel B. Informatie betreffende het sperma (14) |
|||||
1. Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (5) (12) 1.1. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) 1.2. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van mannelijke donordier(en) (2) |
|||||
2. Identificatiesysteem |
|||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen (16) |
Plaats van winning |
Datum van winning (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. Spermacentrum of sperma-opslagcentrum van verzending 3.1. Naam 3.2. Adres 3.3. Erkenningsnummer |
|||||
4. Bestemming (naam en adres invullen) |
|||||
5. Naam en adres van de stamboekvereniging (1) of de door die stamboekvereniging aangewezen derde (1) die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de testen (2) (18) |
|||||
6. Validatie |
|||||
6.1. Gedaan te: … |
6.2. op: … |
||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
||||
6.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
|||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (19) in hoofdletters invullen) |
|||||
6.4. Handtekening: … |
|||||
(1)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(2)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(3)
Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de mannelijke raszuivere donorfokdier(en) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de mannelijke raszuivere donorfokdier(en) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(4)
Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 14 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(5)
Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.
(6)
Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door de stamboekvereniging die het stamboek bijhoudt waarin de nakomelingen van het donordier zullen worden ingeschreven, worden vereist voor raszuivere fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(7)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(8)
Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.
(9)
Naargelang het geval „hoofdsectie” of „aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.
(10)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(11)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(12)
Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 genoemd fokorgaan, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.
(13)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.
(14)
Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat namens het fokorgaan optreedt en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage III bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de mannelijke donordieren worden bijgevoegd.
(15)
Facultatief.
(16)
Een rietje of andere verpakking mag sperma bevatten dat afkomstig is van meer dan één raszuiver fokdier, op voorwaarde dat in punt 1.2 van deel B informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke raszuivere donorfokdieren wordt verstrekt.
(17)
In voorkomend geval kan informatie over gesekst sperma worden verstrekt.
(18)
Voor sperma bestemd voor het testen van raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen of ‐geiten die geen prestatieonderzoek of genetische evaluatie hebben ondergaan, overeenkomstig de in artikel 21, lid 1, onder g), van Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde kwantitatieve grenzen.
(19)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING C
Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van eicellen van raszuivere fokdieren
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van eicellen van raszuivere fokdieren van de volgende soorten: a) runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis) (1) b) varkens (Sus scrofa) (1) c) schapen (Ovis aries) (1) d) geiten (Capra hircus) (1) e) paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus) (1) Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van het orgaan of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|||||
Nummer certificaat (2) |
||||||
Naam van het fokorgaan of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (3) |
||||||
|
||||||
Deel A. Informatie betreffende het vrouwelijke raszuivere donorfokdier (4) |
||||||
1. Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het stamboek |
3. Naam van het ras van het vrouwelijke donordier |
|||||
4. Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het vrouwelijke donordier is ingeschreven (2) |
||||||
5. Stamboeknummer van het vrouwelijke donordier |
||||||
6. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) 6.1. Systeem 6.2. Individueel identificatienummer 6.3. Naam (2) |
7. Verificatie van de identiteit (2) (6) (7) 7.1. Methode 7.2. Resultaat |
|||||
8. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) (8) en geboorteland van het vrouwelijke donordier |
||||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker |
||||||
10. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar |
||||||
11.1. Vader Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
11.1.1. Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
|||||
11.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
||||||
11.2. Moeder Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
11.2.1. Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
|||||
11.2.2. Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
||||||
12. Extra informatie (2) (7) (11) 12.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 12.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 12.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma 12.4. Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier 12.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11 |
||||||
13. Validatie (12) |
||||||
13.1. Gedaan te:…. |
13.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
13.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (13) in hoofdletters invullen) |
||||||
13.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel B. Informatie betreffende de eicellen (14) |
||||||
1. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) (12) 1.1. Individueel identificatienummer 1.2. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (2) |
||||||
2. Identificatie van de eicellen |
||||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen |
Aantal eicellen (16) |
Plaats van winning |
Datum van winning (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
Overige (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. Embryoproductieteam van verzending 3.1. Naam 3.2. Adres 3.3. Erkenningsnummer |
||||||
4. Bestemming (naam en adres invullen) |
||||||
5. Validatie |
||||||
5.1. Gedaan te:… |
5.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
5.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (17) in hoofdletters invullen) |
||||||
5.4. Handtekening: … |
||||||
(1)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(2)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(3)
Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het vrouwelijke raszuivere donorfokdier afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het vrouwelijke raszuivere donorfokdier een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(4)
Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 14 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(5)
Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.
(6)
Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen die het stamboek bijhouden waarin de nakomelingen van het donordier zullen worden ingeschreven, worden vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van eicellen worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(7)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(8)
Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.
(9)
Naargelang het geval „hoofdsectie” of „aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.
(10)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(11)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(12)
Alleen vereist als deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het fokorgaan, met inbegrip van de officiële dienst van het land van verzending, dat is opgenomen in de lijst overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.
(13)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.
(14)
Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoproductieteam dat namens het fokorgaan optreedt en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage III bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de vrouwelijke donordieren worden bijgevoegd.
(15)
Facultatief.
(16)
Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één eicel bevat, moet het aantal eicellen duidelijk worden vermeld. Een rietje of andere verpakking mag slechts eicellen van één raszuiver fokdier bevatten.
(17)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING D
Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van embryo’s van raszuivere fokdieren
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van embryo’s van raszuivere fokdieren van de volgende soorten: a) runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis) (1) b) varkens (Sus scrofa) (1) c) schapen (Ovis aries) (1) d) geiten (Capra hircus) (1) e) paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus) (1) Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van het fokorgaan, embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|||||
Nummer certificaat (2) |
||||||
Naam van het fokorgaan, embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van het/de donordier(en) (3) |
||||||
|
||||||
Deel A. Informatie betreffende het vrouwelijke raszuivere donorfokdier (4) |
||||||
1. Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het stamboek |
3. Naam van het ras van het vrouwelijke donordier |
|||||
4. Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het vrouwelijke donordier is ingeschreven (2) |
||||||
5. Stamboeknummer van het vrouwelijke donordier |
||||||
6. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) 6.1. Systeem 6.2. Individueel identificatienummer 6.3. Naam (2) |
7. Verificatie van de identiteit (2) (6) (7) 7.1. Methode 7.2. Resultaat |
|||||
8. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) (8) en geboorteland van het vrouwelijke donordier |
||||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker |
||||||
10. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar |
||||||
11.1. Vader Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
11.1.1. Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
|||||
11.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
||||||
11.2. Moeder Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
11.2.1. Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
|||||
11.2.2. Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
||||||
12. Extra informatie (2) (7) (11) 12.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 12.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 12.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma 12.4. Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier 12.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11 |
||||||
13. Validatie (12) |
||||||
13.1. Gedaan te:… |
13.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
13.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (13) in hoofdletters invullen) |
||||||
13.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel B. Informatie betreffende het mannelijke raszuivere donorfokdier (4) |
||||||
1. Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het stamboek |
3. Naam van het ras van het mannelijke donordier |
|||||
4. Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het mannelijke donordier is ingeschreven (2) |
||||||
5. Stamboeknummer van het mannelijke donordier |
||||||
6. Identificatie van het mannelijke donordier (5) 6.1. Systeem 6.2. Individueel identificatienummer 6.3. Naam (2) |
7. Verificatie van de identiteit (2) (6) (7) 7.1. Methode 7.2. Resultaat |
|||||
8. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) (8) en geboorteland van het mannelijke donordier |
||||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker |
||||||
10. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar |
||||||
11.1. Vader Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
11.1.1. Grootvader van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
|||||
11.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
||||||
11.2. Moeder Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
11.2.1. Grootvader van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
|||||
11.2.2. Grootmoeder van moederszijde Stamboeknummer en ‐sectie Individueel identificatienummer (5) (10) Naam (2) |
||||||
12. Extra informatie (2) (7) (11) 12.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 12.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 12.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma 12.4. Andere relevante informatie over het mannelijke donordier 12.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11 |
||||||
13. Validatie (12) |
||||||
13.1. Gedaan te:… |
13.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
13.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (13) in hoofdletters invullen) |
||||||
13.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel C. Informatie betreffende de embryo’s (14) |
||||||
1. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) (12) 1.1. Individueel identificatienummer 1.2. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (2) |
||||||
2. Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (5) (12) 2.1. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) 2.2. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van |
||||||
3. Identificatie van de embryo’s |
||||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen |
Plaats van winning of productie |
Datum van winning of productie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. Embryoteam of embryoproductieteam van verzending 4.1. Naam 4.2. Adres 4.3. Erkenningsnummer |
||||||
5. Bestemming (naam en adres invullen) |
||||||
Deel D. Informatie betreffende het draagmoederdier waarbij de embryo’s zullen worden ingeplant |
||||||
6. Individueel identificatienummer (5) van het draagmoederdier (2) |
||||||
7. Validatie |
||||||
7.1. Gedaan te:… |
7.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
7.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (18) in hoofdletters invullen) |
||||||
7.4. Handtekening: … |
||||||
(1)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(2)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(3)
Indien deel A of B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de vrouwelijke of mannelijke raszuivere donorfokdier(en) of voor het sperma van die mannelijke raszuivere donorfokdier(en) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de vrouwelijke of mannelijke raszuivere donorfokdier(en) of het sperma van die mannelijke raszuivere donorfokdier(en) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(4)
Deel A of B van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 14 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(5)
Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.
(6)
Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen die het stamboek bijhouden waarin de uit die embryo’s verkregen nakomelingen zullen worden ingeschreven, worden vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(7)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(8)
Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.
(9)
Naargelang het geval „hoofdsectie” of „aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.
(10)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(11)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(12)
Alleen vereist als deel A of B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het fokorgaan, met inbegrip van de officiële dienst van het land van verzending, dat is opgenomen in de lijst overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 en delen C en D van het zoötechnische certificaat worden afgegeven door een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.
(13)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.
(14)
Indien alleen deel C en, voor zover van toepassing, deel D van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 namens het fokorgaan optreedt en deel A en/of deel B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moeten de punten 1 en 2 van deel C worden ingevuld en moeten kopieën van zoötechnische certificaten worden bijgevoegd, als volgt: a) voor vrouwelijke donordieren: volgens het model in afdeling A van bijlage III bij Verordening (EU) 2017/717; b) voor het bevruchtende sperma: i) zoals beschreven onder a), met de nodige aanpassingen voor mannelijke donordieren, of ii) volgens het model in afdeling B van bijlage III bij Verordening (EU) 2017/717.
(15)
Facultatief.
(16)
Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één embryo bevat, moet het aantal embryo’s duidelijk worden vermeld.
(17)
Een rietje of een ander pakket mag embryo’s bevatten die zijn verzameld, of geproduceerd met eicellen die zijn gewonnen, uit één enkel vrouwelijk raszuiver fokdier dat is bevrucht met sperma dat afkomstig is van meer dan één mannelijk raszuiver fokdier, op voorwaarde dat in punt 2.2 van deel C informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke raszuivere donorfokdieren wordt verstrekt.
(18)
Indien van toepassing, mag informatie over gesekste embryo’s of over het ontwikkelingsstadium van het embryo worden verstrekt.
(19)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
BIJLAGE IV
MODELFORMULIEREN VOOR ZOÖTECHNISCHE CERTIFICATEN VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN HYBRIDE FOKVARKENS EN LEVENDE PRODUCTEN DAARVAN
AFDELING A
Zoötechnisch certificaat voor binnenkomst in de Unie van hybride fokvarkens
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokorganen bijgehouden fokregisters (1) Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|
Nummer certificaat (2) |
||
1. Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||
2. Naam van het fokregister |
3. Naam van het ras (3)/de foklijn (3)/de kruising (3) van het hybride fokvarken |
|
4. Geslacht van het dier |
||
5. Fokregisternummer van het dier |
||
6. Identificatie van het dier (4) 6.1. Systeem 6.2. Individueel identificatienummer 6.3. Naam (2) |
7. Verificatie van de identiteit (2) (5) (6) 7.1. Methode 7.2. Resultaat |
|
8. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het dier |
||
9. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker |
||
10. Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar |
||
11. Afstamming van het hybride fokvarken (6) |
||
11.1. Vader Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
11.1.1. Grootvader van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
|
11.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
||
11.2. Moeder Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
11.2.1. Grootvader van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
|
11.2.2. Grootmoeder van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (4) (7) Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3) Naam (2) |
||
12. Extra informatie (2) (6) (8) 12.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 12.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 12.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het dier in verband met het fokprogramma 12.4. Andere relevante informatie over het hybride fokvarken 12.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11 |
||
13. Inseminatie (3)/paring (3) (2) (9) 13.1. Datum (dd.mm.jjjj of ISO 8601, of de paringsperiode in hetzelfde formaat aangeven vanaf … tot …) 13.2. Identificatie van het(de) bevruchtende mannelijke dier(en) 13.2.1. Fokregister- of stamboeknummer(s) 13.2.2. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (4) 13.2.3. Na(a)m(en) (2) 13.2.4. Syste(e)m(en) voor de verificatie van de identiteit en resulta(a)t(en) (5) |
||
14. Naam van de stamboekvereniging (3)/de bevoegde autoriteit (3)/de fokkerijgroepering (3) die het stamboek (3)/het fokregister (3) bijhoudt waarin het raszuivere fokvarken zal worden ingeschreven (3)/geregistreerd (3) (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) (2) (10) |
||
15. Validatie |
||
15.1. Gedaan te: … |
15.2. op: … |
|
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|
15.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (11) in hoofdletters invullen) |
||
15.4. Handtekening: … |
||
(1)
Voor een groep hybride fokvarkens mag een enkel zoötechnisch certificaat worden afgegeven op voorwaarde dat die hybride fokvarkens dezelfde leeftijd en dezelfde genetische moeder en vader hebben en dat onder de punten 4, 5, 6.2, en 12 en, in voorkomend geval, punt 13 van dit zoötechnisch certificaat individuele informatie wordt verstrekt.
(2)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(3)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(4)
Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.
(5)
Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door fokkerijgroeperingen die het fokregister bijhouden waarin het dier zal worden geregistreerd, worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie of voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(6)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(7)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(8)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(9)
Vereist voor drachtige vrouwelijke dieren. De informatie mag in een afzonderlijk document worden verstrekt.
(10)
Enkel van toepassing voor raszuivere fokvarkens van verschillende rassen of foklijnen die in een fokregister voor hybride fokvarkens zijn geregistreerd.
(11)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING B
Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van sperma van hybride fokvarkens
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van sperma van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokorganen bijgehouden fokregisters Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van het fokorgaan, spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
||||
Nummer certificaat (1) |
|||||
Naam van het fokorgaan, spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (2) |
|||||
|
|||||
Deel A. Informatie betreffende het mannelijke hybride donorfokvarken (3) |
|||||
1. Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
|||||
2. Naam van het fokregister |
|||||
4. Fokregisternummer van het mannelijke donordier |
|||||
5. Identificatie van het mannelijke donordier (5) 5.1. Systeem 5.2. Individueel identificatienummer 5.3. Naam (1) |
6. Verificatie van de identiteit (1) (6) (7) 6.1. Methode 6.2. Resultaat |
||||
7. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het mannelijke donordier |
|||||
8. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de fokker |
|||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de eigenaar |
|||||
10. Afstamming van het mannelijke donordier (7) |
|||||
10.1. Vader Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.1.1. Grootvader van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||
10.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.2. Moeder Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.2.1. Grootvader van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||
10.2.2. Grootmoeder van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
11. Extra informatie (1) (7) (9) 11.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 11.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 11.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma 11.4. Andere relevante informatie over het mannelijke donordier 11.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10 |
|||||
12. Validatie (10) |
|||||
12.1. Gedaan te:… |
12.2. op: … |
||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
||||
12.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
|||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (11) in hoofdletters invullen) |
|||||
12.4. Handtekening: … |
|||||
|
|||||
Deel B. Informatie betreffende het sperma (12) |
|||||
1. Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (5) (10) 1.1. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) 1.2. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van mannelijke donordier(en) (1) |
|||||
2. Identificatie van het sperma |
|||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen (14) |
Plaats van winning |
Datum van winning (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. Spermacentrum of sperma-opslagcentrum van verzending 3.1. Naam 3.2. Adres 3.3. Erkenningsnummer |
|||||
4. Bestemming (naam en adres invullen) |
|||||
5. Naam en adres van de fokkerijgroepering (2) of de door die fokkerijgroepering aangewezen derde (2) die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de testen (1) (16) |
|||||
6. Validatie |
|||||
6.1. Gedaan te:… |
6.2. op: … |
||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
||||
6.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
|||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (17) in hoofdletters invullen) |
|||||
6.4. Handtekening: … |
|||||
(1)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(2)
Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de mannelijke hybride donorfokvarken(s) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de mannelijke hybride donorfokvarken(s) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(3)
Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(4)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(5)
Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.
(6)
Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door de fokkerijgroeperingen die het fokregister bijhouden waarin de nakomelingen van het donordier zullen worden geregistreerd, worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(7)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(8)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(9)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(10)
Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 genoemd fokorgaan, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.
(11)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.
(12)
Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat namens het fokorgaan optreedt en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage IV bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de mannelijke donordieren worden bijgevoegd.
(13)
Facultatief.
(14)
Een rietje of andere verpakking mag sperma bevatten dat afkomstig is van meer dan één hybride fokvarken, op voorwaarde dat in punt 1.2 van deel B informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke hybride donorfokvarkens wordt verstrekt.
(15)
In voorkomend geval kan informatie over gesekst sperma worden verstrekt.
(16)
Voor sperma bestemd voor het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie van hybride fokvarkens die geen prestatieonderzoek of genetische evaluatie hebben ondergaan, overeenkomstig de in artikel 24, lid 1, onder d), van Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde kwantitatieve grenzen.
(17)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING C
Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van eicellen van hybride fokvarkens
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van eicellen van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokorganen bijgehouden fokregisters Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van het fokorgaan of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|||||
Nummer certificaat (1) |
||||||
Naam van het fokorgaan of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (2) |
||||||
|
||||||
Deel A. Informatie betreffende het vrouwelijke hybride donorfokvarken (3) |
||||||
1. Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het fokregister |
||||||
4. Fokregisternummer van het vrouwelijke donordier |
||||||
5. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) 5.1. Systeem 5.2. Individueel identificatienummer 5.3. Naam (1) |
6. Verificatie van de identiteit (1) (6) (7) 6.1. Methode 6.2. Resultaat |
|||||
7. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het vrouwelijke donordier |
||||||
8. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de fokker |
||||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de eigenaar |
||||||
10. Afstamming van het vrouwelijke donordier (7) |
||||||
10.1. Vader Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.1.1. Grootvader van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
10.2. Moeder Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.2.1. Grootvader van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (1)/foklijn (1)/kruising (1) Naam (1) |
|||||
10.2.2. Grootmoeder van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
11. Extra informatie (1) (7) (9) 11.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 11.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 11.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma 11.4. Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier 11.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10 |
||||||
12. Validatie (10) |
||||||
12.1. Gedaan te:… |
12.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
12.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (11) in hoofdletters invullen) |
||||||
12.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel B. Informatie betreffende de eicellen (12) |
||||||
1. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) (10) 1.1. Individueel identificatienummer 1.2. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (1) |
||||||
2. Identificatie van de eicellen |
||||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen |
Aantal eicellen (14) |
Plaats van winning |
Datum van winning (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
Overige (1) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. Embryoproductieteam van verzending 3.1. Naam 3.2. Adres 3.3. Erkenningsnummer |
||||||
4. Bestemming (naam en adres invullen) |
||||||
5. Validatie |
||||||
5.1. Gedaan te: … |
5.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
5.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (15) in hoofdletters invullen) |
||||||
5.4. Handtekening: … |
||||||
(1)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(2)
Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het vrouwelijke hybride donorfokvarken afgegeven zoötechnisch certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het vrouwelijke hybride donorfokvarken een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(3)
Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(4)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(5)
Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.
(6)
Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door de fokkerijgroeperingen die het fokregister bijhouden waarin de nakomelingen van het donordier zullen worden geregistreerd, worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van eicellen worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(7)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(8)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(9)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(10)
Alleen vereist als deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het fokorgaan, met inbegrip van de officiële dienst van het land van verzending, dat is opgenomen in de lijst overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.
(11)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.
(12)
Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoproductieteam dat namens het fokorgaan optreedt en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage IV bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de vrouwelijke donordieren worden bijgevoegd.
(13)
Facultatief.
(14)
Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één eicel bevat, moet het aantal eicellen duidelijk worden vermeld. Een rietje of andere verpakking mag slechts eicellen van één hybride fokvarken bevatten.
(15)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |
AFDELING D
Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van embryo’s van hybride fokvarkens
Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van embryo’s van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokorganen bijgehouden fokregisters Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU |
(een logo van het fokorgaan, embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd) |
|||||
Nummer certificaat (1) |
||||||
Naam van het fokorgaan, embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van het/de donordier(en) (2) |
||||||
|
||||||
Deel A. Informatie betreffende het vrouwelijke hybride donorfokvarken (3) |
||||||
1. Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het fokregister |
||||||
4. Fokregisternummer van het vrouwelijke donordier |
||||||
5. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) 5.1. Systeem 5.2. Individueel identificatienummer 5.3. Naam (1) |
6. Verificatie van de identiteit (1) (6) (7) 6.1. Methode 6.2. Resultaat |
|||||
7. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het vrouwelijke donordier |
||||||
8. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de fokker |
||||||
9. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de eigenaar |
||||||
10. Afstamming van het vrouwelijke donordier (7) |
||||||
10.1. Vader Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.1.1. Grootvader van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
10.2. Moeder Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.2.1. Grootvader van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.2.2. Grootmoeder van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
11. Extra informatie (1) (7) (9) 11.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 11.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 11.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma 11.4. Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier 11.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10 |
||||||
12. Validatie (10) |
||||||
12.1. Gedaan te:… |
12.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
12.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (11) in hoofdletters invullen) |
||||||
12.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel B. Informatie betreffende het mannelijke hybride donorfokvarken (3) |
||||||
1. Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website) |
||||||
2. Naam van het fokregister |
||||||
4. Fokregisternummer van het mannelijke donordier |
||||||
5. Identificatie van het mannelijke donordier (5) 5.1. Systeem 5.2. Individueel identificatienummer 5.3. Naam (1) |
6. Verificatie van de identiteit (1) (6) (7) 6.1. Methode 6.2. Resultaat |
|||||
7. Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het mannelijke donordier |
||||||
8. Naam, adres en e‐mailadres (1) van de fokker |
||||||
9. Naam, adres en e mailadres (1) van de eigenaar |
||||||
10. Afstamming van het mannelijke donordier (7) |
||||||
10.1. Vader Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.1.1. Grootvader van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.1.2. Grootmoeder van vaderszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
10.2. Moeder Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
10.2.1. Grootvader van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
|||||
10.2.2. Grootmoeder van moederszijde Fokregister- of stamboeknummer Individueel identificatienummer (5) (8) Ras (4)/foklijn (4)/kruising (4) Naam (1) |
||||||
11. Extra informatie (1) (7) (9) 11.1. Resultaten van het prestatieonderzoek 11.2. Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601) 11.3. Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma 11.4. Andere relevante informatie over het mannelijke donordier 11.5. Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10 |
||||||
12. Validatie (10) |
||||||
12.1. Gedaan te: … |
12.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
12.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (11) in hoofdletters invullen) |
||||||
12.4. Handtekening: … |
||||||
|
||||||
Deel C. Informatie betreffende de embryo’s (12) |
||||||
1. Identificatie van het vrouwelijke donordier (5) (10) 1.1. Individueel identificatienummer 1.2. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (1) |
||||||
2. Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (5) (10) 2.1. Individue(e)l(e) identificatienummer(s) 2.2. Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van |
||||||
3. Identificatie van de embryo’s |
||||||
Code op de rietjes of andere verpakkingen |
Aantal rietjes of andere verpakkingen |
Plaats van winning of productie |
Datum van winning of productie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. Embryoteam of embryoproductieteam van verzending 4.1. Naam 4.2. Adres 4.3. Erkenningsnummer |
||||||
5. Bestemming (naam en adres invullen) |
||||||
Deel D. Informatie betreffende het draagmoederdier waarbij de embryo’s zullen worden ingeplant |
||||||
6. Individueel identificatienummer (5) van het draagmoederdier (1) |
||||||
7. Validatie |
||||||
7.1. Gedaan te:… |
7.2. op: … |
|||||
(plaats van afgifte invullen) |
(datum van afgifte invullen) |
|||||
7.3. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: … |
||||||
(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent (17) in hoofdletters invullen) |
||||||
7.4. Handtekening: … |
||||||
(1)
Niet invullen indien niet van toepassing.
(2)
Indien deel A of B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt/worden verwijderd, en een kopie van het voor de mannelijke hybride fokvarken(s) of voor het sperma van dat/die mannelijke hybride fokvarken(s) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de vrouwelijke of mannelijke hybride fokdonorvarken(s) of het sperma van die/dat mannelijke hybride fokvarken(s) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.
(3)
Deel A of B van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.
(4)
Verwijderen indien niet van toepassing.
(5)
Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.
(6)
Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door de fokkerijgroeperingen die het fokregister bijhouden waarin de uit die embryo’s verkregen nakomelingen zullen worden geregistreerd, worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van embryo’s worden gebruikt. ►M2 Onder „Resultaat” nadere gegevens of het dossiernummer dat verwijst naar de databank waar die gegevens beschikbaar zijn, vermelden. ◄
(7)
Indien nodig extra bladen bijvoegen.
(8)
Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.
(9)
Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.
(10)
Alleen vereist als deel A of B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het fokorgaan, met inbegrip van de officiële dienst van het land van verzending, dat is opgenomen in de lijst overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 en delen C en D van het zoötechnische certificaat worden afgegeven door een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.
(11)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.
(12)
Indien alleen deel C en, voor zover van toepassing, deel D van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 namens het fokorgaan optreedt en deel A en/of deel B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moeten de punten 1 en 2 van deel C worden ingevuld en moeten kopieën van zoötechnische certificaten worden bijgevoegd, als volgt: a) voor vrouwelijke donordieren: volgens het model in afdeling A van bijlage IV bij Verordening (EU) 2017/717; b) voor het bevruchtende sperma: i) zoals beschreven onder a), met de nodige aanpassingen voor mannelijke donordieren, of ii) volgens het model in afdeling B van bijlage IV bij Verordening (EU) 2017/717.
(13)
Facultatief.
(14)
Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één embryo bevat, moet het aantal embryo’s duidelijk worden vermeld.
(15)
Een rietje of een ander pakket mag embryo’s bevatten die zijn verzameld, of geproduceerd met eicellen die zijn gewonnen, uit één enkel vrouwelijke hybride fokvarken dat is bevrucht met sperma dat afkomstig is van meer dan één mannelijke hybride fokvarken, op voorwaarde dat in punt 2.2 van deel C informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke hybride fokvarkens wordt verstrekt.
(16)
Indien van toepassing, mag informatie over gesekste embryo’s of over het ontwikkelingsstadium van het embryo worden verstrekt.
(17)
Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt. Toelichting: • Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming. • De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. • Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven. • De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron. |