Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02015R2205-20190430

    Consolidated text: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2015/2205/2019-04-30

    02015R2205 — NL — 30.04.2019 — 003.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/2205 VAN DE COMMISSIE

    van 6 augustus 2015

    tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting

    (Voor de EER relevante tekst)

    (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/751 VAN DE COMMISSIE van 16 maart 2017

      L 113

    15

    29.4.2017

    ►M2

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/667 VAN DE COMMISSIE van 19 december 2018

      L 113

    1

    29.4.2019


    Gerectificeerd bij:

    ►C1

    Rectificatie, PB L 202, 28.7.2016, blz.  56 (2015/2205)




    ▼B

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/2205 VAN DE COMMISSIE

    van 6 augustus 2015

    tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting

    (Voor de EER relevante tekst)



    Artikel 1

    Aan de clearingverplichting onderworpen klassen van otc-derivaten

    1.  De in de bijlage vermelde klassen van over the counter derivaten (otc-derivaten) vallen onder de clearingverplichting.

    2.  De in de bijlage vermelde klassen van otc-derivaten omvatten geen contracten die worden aangegaan met emittenten van gedekte obligaties of met pools ter dekking van obligaties met zekerheidsstelling, mits deze contracten aan alle volgende voorwaarden voldoen:

    a) zij worden alleen gebruikt voor de afdekking van rente- of valutamismatches van de pool ter dekking van de betrokken obligatie met zekerheidstelling;

    b) zij zijn overeenkomstig de nationale wetgeving betreffende gedekte obligaties in de pool ter dekking van de betrokken obligatie met zekerheidsstelling geregistreerd;

    c) zij worden niet beëindigd in geval van afwikkeling of insolventie van de emittent van de gedekte obligatie of van de pool ter dekking van de obligatie met zekerheidsstelling;

    d) de tegenpartij bij het otc-derivaat dat met emittenten van gedekte obligaties of met pools ter dekking van obligaties met zekerheidsstelling is aangegaan, is ten minste van de zelfde rangorde als de houders van de gedekte obligaties, behalve wanneer de tegenpartij bij het otc-derivaat dat met emittenten van gedekte obligaties of met pools ter dekking van obligaties met zekerheidsstelling is aangegaan, de in gebreke blijvende of de getroffen partij is, dan wel van deze zelfde rangorde afziet;

    e) de gedekte obligatie voldoet aan de vereisten van artikel 129 van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) en is onderworpen aan een zekerheidstellingsvereiste van ten minste 102 %.

    Artikel 2

    1.  Voor de toepassing van de artikelen 3 en 4 worden de onder de clearingverplichting vallende tegenpartijen in de volgende categorieën ingedeeld:

    a) categorie 1 omvat de tegenpartijen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening voor ten minste één van de in de bijlage bij deze verordening vermelde klassen van otc-derivaten clearingleden in de zin van artikel 2, punt 14, van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn van ten minste één van de CTP's die vóór die datum een vergunning hebben gekregen of zijn erkend om ten minste één van die klassen te clearen;

    b) categorie 2 omvat de niet tot categorie 1 behorende tegenpartijen die deel uitmaken van een groep waarvoor het geaggregeerde gemiddelde aan het einde van de maand van de uitstaande nominale brutowaarde van de niet centraal geclearde derivaten voor januari, februari en maart 2016 meer dan 8 miljard EUR bedraagt en die één van de volgende partijen zijn:

    i) financiële tegenpartijen;

    ii) alternatieve beleggingsfondsen zoals omschreven in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ) die niet-financiële tegenpartijen zijn;

    c) categorie 3 omvat de niet tot categorie 1 of categorie 2 behorende tegenpartijen die één van de volgende partijen zijn:

    i) financiële tegenpartijen;

    ii) alternatieve beleggingsfondsen zoals omschreven in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU die niet-financiële tegenpartijen zijn;

    d) categorie 4 omvat de niet-financiële tegenpartijen die niet tot categorie 1, categorie 2 of categorie 3 behoren.

    2.  Voor de berekening voor de groep van het in lid 1, onder b), bedoelde geaggregeerde gemiddelde aan het einde van de maand van de uitstaande nominale brutowaarde van de niet centraal geclearde derivaten worden alle niet centraal geclearde derivaten van de groep, met inbegrip van valutatermijncontracten, swaps en valutaswaps, in aanmerking genomen.

    3.  Bij tegenpartijen die alternatieve beleggingsfondsen zoals omschreven in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU, dan wel instellingen voor collectieve belegging in effecten zoals omschreven in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) zijn, is de in lid 1, onder b), van dit artikel bedoelde drempelwaarde van 8 miljard EUR individueel op fondsniveau van toepassing.

    Artikel 3

    Data vanaf wanneer de clearingverplichting in werking treedt

    1.  Voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, treedt de clearingverplichting in werking op:

    a) 21 juni 2016 voor tegenpartijen van categorie 1;

    b) 21 december 2016 voor tegenpartijen van categorie 2;

    ▼M1

    c) 21 juni 2019 voor tegenpartijen van categorie 3;

    ▼B

    d) 21 december 2018 voor tegenpartijen van categorie 4.

    Ingeval een contract wordt gesloten tussen twee tegenpartijen die tot verschillende categorieën tegenpartijen behoren, is de datum waarop de clearingverplichting voor dat contract in werking treedt, de laatst vallende datum.

    ▼M2

    2.  In afwijking van lid 1 treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben en die worden gesloten tussen tegenpartijen die deel uitmaken van dezelfde groep en waarbij de ene tegenpartij in een derde land en de andere tegenpartij in de Unie is gevestigd, in werking op:

    a) 21 december 2020 ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 geen gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten, of

    b) de laatst vallende van de volgende data ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde otc-derivatencontracten:

    i) 60 dagen na de datum van inwerkingtreding van een ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening vastgesteld gelijkwaardigheidsbesluit dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde otc-derivatencontracten;

    ii) de datum waarop de clearingverplichting overeenkomstig lid 1 in werking treedt.

    ▼B

    Deze afwijking is alleen van toepassing indien de tegenpartijen aan de volgende voorwaarden voldoen:

    a) de in een derde land gevestigde tegenpartij is ofwel een financiële tegenpartij, ofwel een niet-financiële tegenpartij;

    b) de in de Unie gevestigde tegenpartij is:

    i) een financiële tegenpartij, een niet-financiële tegenpartij, een financiële holding, een financiële instelling of een aan passende prudentiële vereisten onderworpen onderneming die nevendiensten verricht, en de onder a) bedoelde tegenpartij is een financiële tegenpartij; of

    ii) ofwel een financiële tegenpartij, ofwel een niet-financiële tegenpartij en de onder a) bedoelde tegenpartij is een niet-financiële tegenpartij;

    c) beide tegenpartijen zijn overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012 op volledige basis in dezelfde consolidatie opgenomen;

    d) beide tegenpartijen zijn onderworpen aan passende gecentraliseerde risicobeoordelings-, meet- en controleprocedures;

    e) de in de Unie gevestigde tegenpartij heeft haar bevoegde autoriteit er schriftelijk van in kennis gesteld dat aan de onder a), b), c) en d) gestelde voorwaarden is voldaan en de bevoegde autoriteit heeft binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van de kennisgeving bevestigd dat aan die voorwaarden is voldaan.

    Artikel 4

    Minimale resterende looptijd

    1.  Voor financiële tegenpartijen van categorie 1 is de in artikel 4, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde minimale resterende looptijd op de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt:

    a) 50 jaar voor contracten die vóór 21 februari 2016 worden gesloten of verlengd en die behoren tot de klassen die in tabel 1 of tabel 2 van de bijlage zijn vermeld;

    b) 3 jaar voor contracten die vóór 21 februari 2016 worden gesloten of verlengd en die behoren tot de klassen die in tabel 3 of tabel 4 van de bijlage zijn vermeld;

    c) zes maanden voor contracten die ►C1  op of na 21 februari 2016 ◄ worden gesloten of verlengd en die behoren tot de klassen die in de tabellen 1 tot en met 4 van de bijlage zijn vermeld.

    2.  Voor financiële tegenpartijen van categorie 2 is de in artikel 4, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde minimale resterende looptijd op de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt:

    a) 50 jaar voor contracten die vóór 21 mei 2016 worden gesloten of verlengd en die behoren tot de klassen die in tabel 1 of tabel 2 van de bijlage zijn vermeld;

    b) 3 jaar voor contracten die vóór 21 mei 2016 worden gesloten of verlengd en die behoren tot de klassen die in tabel 3 of tabel 4 van de bijlage zijn vermeld;

    c) zes maanden voor contracten die ►C1  op of na 21 mei 2016 ◄ worden gesloten of verlengd en die behoren tot de klassen die in de tabellen 1 tot en met 4 van de bijlage zijn vermeld.

    3.  Voor financiële tegenpartijen van categorie 3 en voor de in artikel 3, lid 2, van deze verordening bedoelde transacties tussen financiële tegenpartijen is de in artikel 4, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde minimale resterende looptijd op de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt:

    a) 50 jaar voor contracten die behoren tot de klassen die in tabel 1 of tabel 2 van de bijlage zijn vermeld;

    b) 3 jaar voor contracten die behoren tot de klassen die in tabel 3 of tabel 4 van de bijlage zijn vermeld.

    4.  Ingeval een contract wordt gesloten tussen twee financiële tegenpartijen die tot verschillende categorieën behoren of tussen twee financiële tegenpartijen die bij in artikel 3, lid 2, bedoelde transacties zijn betrokken, is de voor de toepassing van dit artikel in aanmerking te nemen minimale resterende looptijd de toepasselijke langste resterende looptijd.

    Artikel 5

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    BIJLAGE

    Aan de clearingverplichting onderworpen klassen van otc-rentederivaten



    Tabel 1

    Klassen van basisswaps

    Id

    Type

    Referentie-index

    Afwikkelingsvaluta

    Looptijd

    Afwikkelingsvalutatype

    Optionaliteit

    Type nominale waarde

    A.1.1

    Basis

    EURIBOR

    EUR

    28D-50J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel

    A.1.2

    Basis

    LIBOR

    GBP

    28D-50J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel

    A.1.3

    Basis

    LIBOR

    JPY

    28D-30J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel

    A.1.4

    Basis

    LIBOR

    USD

    28D-50J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel



    Tabel 2

    Klassen van swaps van vaste voor variabele rente

    Id

    Type

    Referentie-index

    Afwikkelingsvaluta

    Looptijd

    Afwikkelingsvalutatype

    Optionaliteit

    Type nominale waarde

    A.2.1

    Vaste voor variabele rente

    EURIBOR

    EUR

    28D-50J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel

    A.2.2

    Vaste voor variabele rente

    LIBOR

    GBP

    28D-50J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel

    A.2.3

    Vaste voor variabele rente

    LIBOR

    JPY

    28D-30J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel

    A.2.4

    Vaste voor variabele rente

    LIBOR

    USD

    28D-50J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel



    Tabel 3

    Klassen van rentetermijncontracten (forward rate agreements)

    Id

    Type

    Referentie-index

    Afwikkelingsvaluta

    Looptijd

    Afwikkelingsvalutatype

    Optionaliteit

    Type nominale waarde

    A.3.1

    FRA

    EURIBOR

    EUR

    3D-3J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel

    A.3.2

    FRA

    LIBOR

    GBP

    3D-3J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel

    A.3.3

    FRA

    LIBOR

    USD

    3D-3J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel



    Tabel 4

    Klassen van overnight index swaps

    Id

    Type

    Referentie-index

    Afwikkelingsvaluta

    Looptijd

    Afwikkelingsvalutatype

    Optionaliteit

    Type nominale waarde

    A.4.1

    OIS

    EONIA

    EUR

    7D-3J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel

    A.4.2

    OIS

    FedFunds

    USD

    7D-3J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel

    A.4.3

    OIS

    SONIA

    GBP

    7D-3J

    Op basis van één valuta

    Neen

    Constant of variabel



    ( 1 ) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

    ( 2 ) Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).

    ( 3 ) Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).

    Top