Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02015R0378-20170426

    Consolidated text: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/378 van de Commissie van 2 maart 2015 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de uitvoering van de procedure voor de jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen en de uitvoering van de conformiteitsgoedkeuring

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2015/378/2017-04-26

    02015R0378 — NL — 26.04.2017 — 001.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/378 VAN DE COMMISSIE

    van 2 maart 2015

    tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de uitvoering van de procedure voor de jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen en de uitvoering van de conformiteitsgoedkeuring

    (PB L 064 van 7.3.2015, blz. 30)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/646 VAN DE COMMISSIE van 5 april 2017

      L 92

    36

    6.4.2017




    ▼B

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/378 VAN DE COMMISSIE

    van 2 maart 2015

    tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de uitvoering van de procedure voor de jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen en de uitvoering van de conformiteitsgoedkeuring



    Artikel 1

    Jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen

    1.  De Commissie evalueert de subsidiabiliteit van elk project in het verzoek om betaling van het jaarlijks saldo als bedoeld in artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/377 van de Commissie ( 1 ) met betrekking tot de doelstellingen van de specifieke verordeningen die in Verordening (EU) nr. 514/2014 zijn gedefinieerd en van het nationaal programma dat overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 514/2014 is goedgekeurd.

    De Commissie houdt bij haar besluit over de betaling van het jaarlijks saldo ook rekening met de informatie in:

    a) het jaarverslag over de uitvoering als bedoeld in artikel 54 van Verordening (EU) nr. 514/2014;

    b) het verzoek om betaling van het jaarlijks saldo als bedoeld in artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/377.

    2.  De Commissie keurt alle in de rekeningen gedeclareerde bedragen goed, wanneer er geen twijfel bestaat over de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende rekeningen.

    3.  De Commissie kan om verdere informatie verzoeken wanneer er sprake is van onvolledige of onduidelijke informatie, gebrek aan overeenstemming, interpretatieverschillen of andere inconsistenties met betrekking tot het betalingsverzoek.

    4.  De betrokken lidstaat verstrekt de Commissie op verzoek bijkomende informatie, binnen de in het verzoek vastgelegde termijn. In naar behoren gemotiveerde gevallen, en indien de lidstaat voor het verstrijken van de termijn daartoe een verzoek indient, kan de Commissie ermee akkoord gaan dat de informatie laattijdig wordt ingediend en een nieuwe termijn vaststellen.

    Indien de lidstaat niet binnen de gestelde termijn bijkomende informatie verstrekt of het antwoord ontoereikend is, mag de Commissie het goedkeuringsbesluit nemen op basis van de informatie waarover zij beschikt.

    5.  De Commissie stelt de lidstaat in kennis van haar besluit over de betaling van het jaarlijks saldo en geeft daarbij de redenen voor de eventuele niet-betaling van rekeningen of bedragen in de rekeningen.

    In geval van niet-betaling door de Commissie van rekeningen of bedragen in rekeningen mag de lidstaat bijkomende informatie indienen voor een heroverweging van de betrokken rekeningen of bedragen in latere begrotingsjaren.

    ▼M1

    6.  Indien het bedrag dat de Commissie heeft aanvaard in het besluit over de goedkeuring van jaarrekeningen voor begrotingsjaar N, lager is dan het jaarlijkse voorfinancieringsbedrag voor begrotingsjaar N, wordt het jaarlijkse voorfinancieringsbedrag goedgekeurd tot het aanvaarde bedrag. Eventuele uitstaande voorfinancieringsbedragen worden pas tijdens latere jaarlijkse goedkeuringsrondes goedgekeurd.

    De eerste alinea is ook van toepassing ingeval een lidstaat jaarrekeningen indient met betaling 0.

    ▼M1 —————

    ▼B

    8.  De leden 1 tot en met 5 van dit artikel zijn mutatis mutandis van toepassing op teruggevorderde bedragen.

    Artikel 2

    Conformiteitsgoedkeuring en financiële correcties door de Commissie

    1.  Wanneer de Commissie van mening is dat de uitgaven niet conform de nationale en Unievoorschriften waren, stelt zij de betrokken lidstaat in kennis van haar verificaties en geeft zij aan welke corrigerende maatregelen noodzakelijk zijn om voortaan wel aan de voorschriften te voldoen en welke financiële correctie zij passend acht in het licht van de resultaten van haar verificaties.

    Deze mededeling geschiedt overeenkomstig artikel 47, lid 5, van Verordening (EU) nr. 514/2014 en bevat een verwijzing naar het onderhavige artikel.

    2.  De lidstaat antwoordt uiterlijk twee maanden na ontvangst van de mededeling. De lidstaat wordt in de gelegenheid gesteld om in zijn antwoord met name:

    a) aan de Commissie aan te tonen dat het project (de projecten) subsidiabel is (zijn);

    b) aan de Commissie aan te tonen dat de omvang van de niet-naleving of van het risico voor de bijdrage van de Unie aan het nationale programma geringer is dan door de Commissie is aangegeven;

    c) de Commissie in kennis te stellen van de corrigerende maatregelen die hij heeft genomen om de naleving van de Unie- en nationale voorschriften te garanderen, en van de feitelijke datum van tenuitvoerlegging van deze maatregelen, en

    d) de Commissie mee te delen of een bilaterale vergadering van nut zou kunnen zijn.

    In naar behoren gemotiveerde gevallen, en op verzoek van de lidstaat, kan de Commissie instemmen met een verlenging van de termijn van twee maanden met maximaal twee maanden. Het verzoek daartoe wordt tot de Commissie gericht vóór het verstrijken van de initiële periode van twee maanden.

    3.  De Commissie deelt de resultaten van haar verificaties formeel aan de lidstaat mee op basis van de in het kader van de conformiteitsgoedkeuringsprocedure ontvangen informatie.

    4.  Nadat de Commissie de resultaten van haar verificaties aan de lidstaat heeft meegedeeld, stelt zij zo nodig één of meer besluiten vast overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EU) nr. 514/2014 om de door niet-naleving van Unievoorschriften beïnvloede uitgaven uit te sluiten van Uniefinanciering.

    De Commissie kan opeenvolgende conformiteitsgoedkeuringsprocedures voeren totdat de lidstaat de corrigerende maatregelen ten uitvoer heeft gelegd.

    Artikel 3

    Besluit om niet te beginnen of niet door te gaan met een conformiteitsgoedkeuringsprocedure

    De Commissie kan beslissen om niet te beginnen of niet door te gaan met een conformiteitsgoedkeuringsprocedure overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EU) nr. 514/2014 indien zij verwacht dat de eventuele financiële correctie voor de vastgestelde niet-naleving niet meer dan 50 000 EUR en 2 % van de specifieke uitgaven die als niet-conform worden beschouwd, zou bedragen.

    ▼M1

    Artikel 3 bis

    Criteria voor het vaststellen van tekortkomingen in de doeltreffende werking van de beheer- en controlesystemen

    1.  De Commissie baseert haar beoordeling van de doeltreffende werking van de beheer- en controlesystemen op de resultaten van alle beschikbare audits die zijn uitgevoerd door de lidstaten, de diensten van de Commissie en de Rekenkamer, de resultaten van onderzoek door het Europees Bureau voor fraudebestrijding en alle andere informatie inzake naleving van de aanwijzingscriteria als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1042/2014 van de Commissie ( 2 ).

    De beoordeling door de Commissie heeft betrekking op de interne controleomgeving van het nationale programma, de beheer- en controleactiviteiten van de bevoegde instantie, en de controle- en auditactiviteiten van de auditautoriteit, en is gebaseerd op verificatie van de naleving van de in tabel 1 van de bijlage aangegeven belangrijke vereisten.

    2.  De naleving van de in lid 1 genoemde belangrijke vereisten, volgens de categorieën die worden uiteengezet in tabel 2 van de bijlage, is een criterium voor de beoordeling van de doeltreffende werking van iedere bevoegde instantie en voor de totstandkoming van een algemene conclusie over het beheer- en controlesysteem. Bij het vaststellen van de algemene conclusie over het beheer- en controlesysteem wordt rekening gehouden met eventuele verzachtende of verzwarende omstandigheden.

    3.  Wanneer ten aanzien van een van de essentiële vereisten nummer 2, 4, 5, 8, 11, 12 of 14 van tabel 1 van de bijlage of ten aanzien van twee of meer van de andere belangrijke vereisten wordt vastgesteld dat deze vallen onder categorie 3 of 4 zoals aangegeven in tabel 2 van de bijlage, wordt aangenomen dat er sprake is van een ernstige tekortkoming in het doeltreffend functioneren van het beheer- en controlesysteem.

    Artikel 3 ter

    Criteria voor het toepassen en bepalen van de hoogte van de financiële correcties

    1.  De Commissie past financiële correcties toe wanneer zij een of meer individuele of structurele onregelmatigheden of tekortkomingen in de doeltreffende werking van het beheer- en controlesysteem vaststelt (hierna „systeemgebreken” genoemd).

    Voor de toepassing van deze verordening wordt onder „onregelmatigheid” verstaan iedere inbreuk op het Unierecht of het nationale recht en iedere inbreuk op nationale voorschriften die bestaat in een handeling of een nalaten van een begunstigde of begunstigen waardoor de algemene begroting van de Europese Unie door een onverschuldigde uitgave is of zou kunnen worden benadeeld.

    Het bedrag van de financiële correctie wordt, indien mogelijk, per geval bepaald en is gelijk aan het exacte bedrag van de uitgaven die ten onrechte ten laste van de algemene begroting van de Unie zijn gekomen.

    Wanneer de Commissie onregelmatigheden vaststelt in een representatieve uitgavensteekproef in het nationale programma of een deel ervan, maar het niet kosteneffectief is de regelmatigheid van de overige uitgaven na te gaan, kan de correctie worden bepaald door de resultaten van het onderzoek van de steekproef te extrapoleren naar de rest van de populatie.

    Wanneer de Commissie structurele onregelmatigheden of systeemgebreken vaststelt, maar de correctie niet precies kan bepalen, ook niet door middel van extrapolatie, wordt een forfaitaire financiële correctie toegepast op de uitgaven die zijn gedeclareerd voor het betrokken deel van het systeem overeenkomstig de in de leden 2 en 3 vastgestelde indicatieve criteria en schalen.

    Forfaitaire correcties kunnen ook worden toegepast bij individuele onregelmatigheden.

    2.  De hoogte van de forfaitaire correctie wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende factoren:

    a) de ernst van de onregelmatigheid of van het systeemgebrek ten aanzien van het hele systeem of een deel ervan, of van de soorten uitgaven die zijn gedeclareerd;

    b) de hoogte van het risico van verlies voor de begroting van de Unie ten gevolge van de onregelmatigheid of het systeemgebrek;

    c) de fraudegevoeligheid van de uitgaven ten gevolge van de onregelmatigheid of het systeemgebrek;

    d) eventuele verzachtende of verzwarende omstandigheden.

    3.  De hoogte van de correctie wordt als volgt bepaald:

    a) wanneer de onregelmatigheid of onregelmatigheden of het systeemgebrek of de systeemgebreken dusdanig fundamenteel, frequent of wijdverbreid zijn dat dit tot volledig falen van het systeem leidt, waardoor de wettigheid en regelmatigheid van alle betrokken uitgaven in gevaar worden gebracht, wordt een vast percentage van 100 % toegepast;

    b) wanneer de onregelmatigheid of onregelmatigheden of het systeemgebrek of de systeemgebreken dusdanig frequent of wijdverbreid zijn dat dit tot zeer ernstig falen van het systeem leidt, waardoor de wettigheid en regelmatigheid van een zeer groot deel van de betrokken uitgaven in gevaar worden gebracht, wordt een vast percentage van 25 % toegepast;

    c) wanneer de onregelmatigheid of onregelmatigheden of het systeemgebrek of de systeemgebreken te wijten zijn aan een gedeeltelijke, slechte of niet-frequente werking van het systeem en daardoor de wettigheid en regelmatigheid van een groot deel van de betrokken uitgaven in gevaar worden gebracht, wordt een vast percentage van 10 % toegepast;

    d) wanneer de onregelmatigheid of onregelmatigheden of het systeemgebrek of de systeemgebreken te wijten zijn aan de inconsistente werking van het systeem en daardoor de wettigheid en regelmatigheid van een wezenlijk deel van de betrokken uitgaven in gevaar worden gebracht, wordt een vast percentage van 5 % toegepast.

    Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel kan het percentage worden teruggebracht naar 2 % wanneer wordt geoordeeld dat de aard en de ernst van de onregelmatigheid of het systeemgebrek een correctiepercentage van 5 % niet rechtvaardigen.

    4.  Wanneer een bevoegde instantie na de toepassing van een financiële correctie in een boekjaar nalaat passende corrigerende maatregelen te nemen en bijgevolg in een volgend boekjaar dezelfde onregelmatigheid of onregelmatigheden of dezelfde tekortkoming of tekortkomingen worden vastgesteld, kan het correctiepercentage, vanwege de aanhoudende aard van de tekortkomingen of gebreken, worden verhoogd tot een niveau dat ten hoogste het volgende in lid 3 vermelde niveau van de schaal bereikt.

    ▼B

    Artikel 4

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

    ▼M1




    BIJLAGE

    Belangrijke vereisten voor beheer- en controlesystemen en de indeling daarvan met betrekking tot hun doeltreffende werking

    (bedoeld in artikel 3 bis van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/378)



    Tabel 1

    Belangrijke vereisten

     

    Belangrijke vereisten van de beheer- en controlesystemen

    Betrokken instanties/autoriteiten

    Toepassingsgebied

    1

    Passende beschrijving en scheiding van functies en passende systemen voor verslaglegging en toezicht ingeval de verantwoordelijke autoriteit de uitvoering van taken aan een andere instantie toevertrouwt

    Verantwoordelijke/gedelegeerde instantie

    Interne omgeving

    2

    Passende selectie van projecten

    Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

    Controleactiviteiten

    3

    Passende informatie voor begunstigden, potentiële begunstigden en het publiek

    Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

    Interne informatie en communicatie

    4

    Passende controle

    Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

    Controleactiviteiten

    5

    Doeltreffende systemen en procedures om te garanderen dat alle documenten met betrekking tot uitgaven en controles worden bewaard, zodat er een toereikend auditspoor is

    Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

    Controleactiviteiten

    6

    Betrouwbare computersystemen voor boekhouding, opslag en doorgifte van financiële gegevens en gegevens over indicatoren, toezicht en verslaglegging

    Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

    Controleactiviteiten/Interne informatie en communicatie

    7

    Doeltreffende uitvoering van procedures voor het voorkomen, opsporen en corrigeren van onregelmatigheden, met inbegrip van evenredige fraudepreventiemaatregelen

    Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

    Controleactiviteiten

    8

    Passende procedures voor het opstellen van de jaarrekeningen, de beheersverklaring en de jaarlijkse samenvatting van definitieve auditverslagen en uitgevoerde controles

    Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

    Controleactiviteiten

    9

    Passende en volledige boekhouding van terugvorderbare, geïnde en geschrapte bedragen

    Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

    Controleactiviteiten

    10

    Passende beschrijving en scheiding van functies, functionele onafhankelijkheid van de verantwoordelijke instantie en passende systemen om te garanderen dat iedere andere instantie die audits uitvoert over de nodige functionele onafhankelijkheid beschikt en internationaal aanvaarde auditnormen in acht neemt

    Auditinstantie

    Interne omgeving

    11

    Passende systeemaudits

    Auditinstantie

    Controleactiviteiten

    12

    Passende audits van de uitgaven

    Auditinstantie

    Controleactiviteiten

    13

    Passende audits van de rekeningen

    Auditinstantie

    Controleactiviteiten

    14

    Passende procedures voor het verstrekken van betrouwbare auditadviezen en auditverslagen

    Auditinstantie

    Controleactiviteiten



    Tabel 2

    Indeling van de essentiële vereisten voor de beheer- en controlesystemen met betrekking tot hun werking

    Categorie 1

    Functioneert goed. Geen of slechts geringe verbeteringen nodig.

    Categorie 2

    Functioneert. Enige verbetering(en) nodig.

    Categorie 3

    Functioneert gedeeltelijk. Aanzienlijke verbeteringen nodig.

    Categorie 4

    Functioneert in wezen niet.



    ( 1 ) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/377 van de Commissie van 2 maart 2015 tot vaststelling van de modellen voor de documenten die vereist zijn voor de betaling van het jaarlijks saldo overeenkomstig Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (zie bladzijde 17 van dit Publicatieblad).

    ( 2 ) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1042/2014 van de Commissie van 25 juli 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 in verband met de aanwijzing van verantwoordelijke instanties en hun verantwoordelijkheden op het gebied van beheer en controle en in verband met het statuut en de verplichtingen van auditinstanties (PB L 289 van 3.10.2014, blz. 3).

    Top