This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02015D2052-20160804
Council Decision (CFSP) 2015/2052 of 16 November 2015 extending the mandate of the European Union Special Representative in Kosovo This designation is without prejudice to positions on status, and is in line with UNSCR 1244/1999 and the ICJ Opinion on the Kosovo declaration of independence.
Consolidated text: Besluit (GBVB) 2015/2052 van de Raad van 16 november 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
Besluit (GBVB) 2015/2052 van de Raad van 16 november 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
2015D2052 — NL — 04.08.2016 — 001.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
BESLUIT (GBVB) 2015/2052 VAN DE RAAD van 16 november 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo ( 1 ) (PB L 300 van 17.11.2015, blz. 22) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
L 212 |
109 |
5.8.2016 |
BESLUIT (GBVB) 2015/2052 VAN DE RAAD
van 16 november 2015
houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo ( 3 )
Artikel 1
Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie
1. Het mandaat van de heer Samuel ŽBOGAR als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Kosovo wordt verlengd tot en met 31 augustus 2016.
2. Mevrouw Nataliya APOSTOLOVA wordt benoemd tot SVEU in Kosovo voor de periode van 1 september 2016 tot en met 28 februari 2017.
3. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).
Artikel 2
Beleidsdoelstellingen
Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Unie in Kosovo. Deze omvatten het spelen van een leidende rol bij het bevorderen van een stabiel, levensvatbaar, vreedzaam, democratisch en multi-etnisch Kosovo; het versterken van de stabiliteit in de regio en het bijdragen tot regionale samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen in de westelijke Balkan; het bevorderen van een Kosovo dat hecht aan de rechtsstaat en aan de bescherming van minderheden en van het cultureel en religieus erfgoed; het ondersteunen van het Europees perspectief van Kosovo en de toenadering van Kosovo tot de Unie conform het perspectief van de regio en in overeenstemming met de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst en het Raadsbesluit betreffende de ondertekening daarvan, en in overeenstemming met de Raadsconclusies ter zake.
Artikel 3
Mandaat
Ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen omvat het mandaat van de SVEU het volgende:
a) advisering en ondersteuning door de Unie in het politieke proces aanbieden;
b) de algehele politieke coördinatie van de Unie in Kosovo behartigen;
c) de aanwezigheid van de Unie in Kosovo versterken en zorgen voor de samenhang en de doeltreffendheid ervan;
d) zorgen voor plaatselijke politieke aansturing voor het hoofd van EULEX KOSOVO, ook betreffende de politieke aspecten van aangelegenheden in verband met uitvoeringsbevoegdheden;
e) zorgen voor consistentie en samenhang in het optreden van de Unie in Kosovo, onder meer bij het ter plaatse sturing geven aan de EULEX-overgang;
f) het Europees perspectief van Kosovo en de toenadering van Kosovo tot de Unie ondersteunen, conform het perspectief van de regio en in overeenstemming met de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst en het Raadsbesluit betreffende de ondertekening daarvan, en in overeenstemming met de Raadsconclusies ter zake via gerichte communicatie met het publiek en outreachactiviteiten van de Unie met het oog op meer begrip en een groter draagvlak bij de bevolking van Kosovo in kwesties die de Unie betreffen, ook met betrekking tot hetgeen EULEX doet;
g) de vooruitgang met betrekking tot de politieke, de economische en de Europese prioriteiten monitoren, ondersteunen en faciliteren, in overeenstemming met de respectieve institutionele bevoegdheden en verantwoordelijkheden;
h) overeenkomstig het mensenrechtenbeleid van de Unie en de richtsnoeren van de Unie inzake mensenrechten bijdragen tot de ontwikkeling en bestendiging van het respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in Kosovo, mede ten aanzien van vrouwen en kinderen en de bescherming van minderheden;
i) de tenuitvoerlegging ondersteunen van de door de Unie gefaciliteerde dialoog tussen Belgrado en Pristina.
Artikel 4
Uitvoering van het mandaat
1. De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.
2. Het PVC onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische adviezen en politieke aansturing ten behoeve van de SVEU.
3. De SVEU werkt nauw samen met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de bevoegde afdelingen daarvan.
Artikel 5
Financiering
1. Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 november 2015 tot en met 28 februari 2017 bedraagt 3 135 000 EUR.
2. De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie. De deelname aan procedures voor het toekennen van overheidsopdrachten door de SVEU staat zonder beperkingen open voor natuurlijke en rechtspersonen. Bovendien gelden er voor de goederen die door de SVEU worden gekocht geen oorsprongsregels.
3. Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.
Artikel 6
Vorming en samenstelling van het team
1. Er wordt een speciale staf benoemd die de SVEU moet bijstaan bij de uitvoering van het mandaat en zal bijdragen tot de samenhang, de zichtbaarheid en de doeltreffendheid van het algehele optreden van de Unie in Kosovo. Binnen de grenzen van het mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het vormen van het team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie voortdurend op de hoogte van de samenstelling van het team.
2. De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het gedetacheerde personeel komt ten laste van respectievelijk de betrokken lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.
3. Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat of instelling van de Unie of de EDEO en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.
Artikel 7
Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en van de medewerkers van de SVEU
De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van de medewerkers van de SVEU, worden naargelang het geval met de ontvangende partijen overeengekomen. De lidstaten en de EDEO verlenen daartoe alle nodige steun.
Artikel 8
Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie
1. De SVEU en de leden van het team van de SVEU leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2013/488/EU ( 4 ) van de Raad.
2. De HV wordt gemachtigd om gerubriceerde informatie en documenten van de Europese Unie tot op het niveau „CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL” die ten behoeve van het optreden zijn opgesteld, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie, vrij te geven aan de NAVO/KFOR.
3. De HV wordt gemachtigd om, naargelang van de operationele behoeften van de SVEU, gerubriceerde informatie en documenten van de Europese Unie tot op het niveau „RESTREINT UE/EU RESTRICTED”, die ten behoeve van het optreden zijn opgesteld, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie vrij te geven aan de Verenigde Naties (VN) en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Daartoe worden plaatselijke regelingen opgesteld.
4. De HV wordt gemachtigd om niet-gerubriceerde documenten van de Europese Unie betreffende de beraadslagingen van de Raad over het optreden die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad ( 5 ) vallen, vrij te geven aan derden die bij dit besluit betrokken zijn.
Artikel 9
Toegang tot informatie en logistieke steun
1. De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.
2. De delegatie van de Unie en/of de lidstaten, naargelang het geval, verlenen logistieke steun in de regio.
Artikel 10
Veiligheid
Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder het gezag van de SVEU staat, in overeenstemming met het mandaat van de SVEU en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, met name door:
a) het opstellen van een specifiek veiligheidsplan op basis van richtsnoeren van de EDEO, dat onder meer specifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, het beheer van veiligheidsincidenten omvat en het voorzien in een nood- en evacuatieplan;
b) ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is afgestemde verzekering tegen grote risico's;
c) ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is een passende beveiligingsopleiding hebben genoten, gebaseerd op de risicoklasse waarin dat gebied is ingedeeld door de EDEO;
d) ervoor te zorgen dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden uitgevoerd, en aan de Raad, de HV en de Commissie schriftelijk verslag uitbrengen over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het voortgangsverslag en het verslag over de uitvoering van het mandaat.
Artikel 11
Verslag
De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. De SVEU kan ook de Raad Buitenlandse Zaken verslagen voorleggen. Overeenkomstig artikel 36 van het Verdrag kan de SVEU worden ingeschakeld bij de informatieverstrekking aan het Europees Parlement.
Artikel 12
Coördinatie
1. De SVEU draagt bij aan de eenheid, de samenhang en de doeltreffendheid van het optreden van de Unie en hij helpt ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie en alle acties van de lidstaten op coherente wijze worden ingezet teneinde de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. De activiteiten van de SVEU worden, naar gelang het geval, gecoördineerd met die van de Commissie, en met die van de andere SVEU's die actief zijn in de regio. De SVEU verstrekt regelmatig informatie aan de missies van de lidstaten en aan de delegaties van de Unie.
2. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de hoofden van de missies van de lidstaten en met de hoofden van de delegaties van de Unie in de regio. Zij doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan bij de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU geeft plaatselijke politieke aansturing aan het hoofd van EULEX KOSOVO, ook betreffende de politieke aspecten van aangelegenheden in verband met uitvoeringsbevoegdheden. De SVEU en de civiele operationele commandant plegen, indien nodig, overleg.
3. De SVEU onderhoudt eveneens contacten met relevante plaatselijke instanties en andere internationale en regionale actoren ter plaatse.
4. De SVEU draagt samen met de andere op het terrein aanwezige actoren van de Unie zorg voor de verspreiding en uitwisseling van informatie onder de actoren van de Unie ter plaatse, zodat een in hoge mate gemeenschappelijk situatiebewustzijn en een in hoge mate gemeenschappelijke situatiebeoordeling worden bewerkstelligd.
Artikel 13
Ondersteuning bij vorderingen
De SVEU en het personeel van de SVEU bieden ondersteuning bij het verschaffen van gegevens in reactie op alle vorderingen en verplichtingen die voortvloeien uit de mandaten van de vorige SVEU's in Kosovo, en zij bieden administratieve ondersteuning alsmede toegang tot de dossiers die voor dit doel relevant zijn.
Artikel 14
Evaluatie
De uitvoering van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de Raad, de HV en de Commissie vóór eind juni 2016 een voortgangsverslag, en vóór eind november 2016 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor.
Artikel 15
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Het is van toepassing met ingang van 1 november 2015.
( 1 ) Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
( 2 ) Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
( 3 ) Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
( 4 ) Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).
( 5 ) Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).