This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02014R0795-20210525
Regulation of the European Central Bank (EU) No 795/2014 of 3 July 2014 on oversight requirements for systemically important payment systems (ECB/2014/28)
Consolidated text: Verordening van de Europese Centrale Bank (EU) nr. 795/2014 van 3 juli 2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2014/28)
Verordening van de Europese Centrale Bank (EU) nr. 795/2014 van 3 juli 2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2014/28)
02014R0795 — NL — 25.05.2021 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK (EU) Nr. 795/2014 van 3 juli 2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (PB L 217 van 23.7.2014, blz. 16) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EU) 2017/2094 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 3 november 2017 |
L 299 |
11 |
16.11.2017 |
|
VERORDENING (EU) 2021/728 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 29 april 2021 |
L 157 |
1 |
5.5.2021 |
VERORDENING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK (EU) Nr. 795/2014
van 3 juli 2014
met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen
(ECB/2014/28)
Artikel 1
Onderwerp en werkingssfeer
Een betalingssysteem wordt aangeduid als een SIPS indien: a) het in aanmerking komt voor aanwijzing als systeem op basis van Richtlijn 98/26/EG door een lidstaat die de euro als munt heeft of waarvan de exploitant is gevestigd in het eurogebied waaronder vestiging door middel van een bijkantoor via welke het systeem wordt geëxploiteerd, en b) tenminste twee van de volgende zaken zich voordoen in een kalenderjaar:
De totale gemiddelde dagelijkse waarde van verwerkte betalingen die in euro luiden overstijgt een bedrag van 10 000 000 000 EUR;
Het totaal van verwerkte in euro luidende betalingen bedraagt minstens een van de volgende:
De grensoverschrijdende activiteiten daarvan (d.w.z. deelnemers die gevestigd zijn in een ander land dan dat van de SIPS-exploitant en/of grensoverschrijdende koppelingen met andere betalingssystemen) bestrijken vijf of meer landen en genereren een minimum van 33 % van het totale volume van in euro luidende betalingen die door deze SIPS worden verwerkt;
Het wordt gebruikt voor de afwikkeling van andere FMI's.
Jaarlijks wordt de identificatie vastgesteld.
Niettegenstaande lid 3 kan de Raad van bestuur, met een deugdelijk en met redenen omkleed oordeel, ook uit hoofde van lid 2 besluiten dat een betalingssysteem als een SIPS wordt aangeduid in elk van de volgende gevallen:
wanneer een dergelijk besluit passend zou zijn, rekening houdend met de aard, omvang en complexiteit van het betalingssysteem; de aard en het belang van de deelnemers; de substitueerbaarheid van het betalingssysteem en de beschikbaarheid van alternatieven daarvoor; de relatie, de onderlinge afhankelijkheden en overige interacties die het systeem heeft met het bredere financiële stelsel;
wanneer een betalingssysteem niet aan de criteria van lid 3 voldoet louter omdat de in lid 3, punt b), vastgestelde criteria zich voordoen over een periode van minder dan een kalenderjaar en het aannemelijk is dat het betalingssysteem bij de volgende verificatietoetsing aan de criteria zal blijven voldoen.
Een uit hoofde van lid 2 vastgesteld besluit blijft van kracht tot het wordt ingetrokken. Verificatietoetsingen van betalingssystemen die als SIPS worden aangeduid, worden jaarlijks uitgevoerd om na te gaan of de betalingssystemen nog steeds voldoen aan de criteria om als SIPS te worden aangeduid. Een overeenkomstig lid 2 vastgesteld besluit wordt ingetrokken indien:
bij twee opeenvolgende verificatietoetsingen wordt geverifieerd dat een SIPS niet heeft voldaan aan de vereisten van lid 3 en/of lid 3-a, of
bij één verificatietoetsing wordt geverifieerd dat een SIPS niet heeft voldaan aan de criteria van lid 3 en/of lid 3-a en de SIPS-exploitant ten genoegen van de Raad van bestuur aantoont dat het SIPS waarschijnlijk niet aan die criteria zal voldoen vóór de volgende verificatietoetsing.
Artikel 2
Definities
In deze verordening wordt bedoeld met:
1. |
„afwikkelingsbank” : een bank die rekeningen aanhoudt met betrekking tot betalingen, waarop de vervulling van verplichtingen uit hoofde van een betalingssysteem plaatsvindt; |
2. |
„algemeen bedrijfsrisico” : enige potentiële aantasting van de financiële positie van een SIPS in zijn hoedanigheid van bedrijf als gevolg van een daling van de inkomsten of een toename van de kosten daarvan, zodanig dat de kosten hoger zijn dan de inkomsten en resulteren in een verlies dat ten laste van het kapitaal gebracht moet worden; |
3. |
„betalingsopdracht” : heeft dezelfde betekenis als bedoeld in artikel 2, onder i), eerste streepje van Richtlijn 98/26/EG; |
4. |
„betalingssysteem” : een formele regeling tussen drie of meer deelnemers, met uitzondering van eventuele afwikkelingsbanken, centrale tegenpartijen, clearing houses van centrale tegenpartijen of indirecte deelnemers, met gemeenschappelijke regels en gestandaardiseerde regelingen voor de uitvoering van betalingsopdrachten tussen de deelnemers; |
5. |
„bevoegde autoriteit” :
a)
de centrale bank van het Eurosysteem die hoofdverantwoordelijke is met betrekking tot oversight en als zodanig is aangewezen krachtens artikel 1, lid 2, of
b)
met betrekking tot een betalingssysteem dat een SIPS is dat voldoet aan de criteria van artikel 1, lid 3, punt iii), wordt onder „bevoegde autoriteit” verstaan:
i)
de ECB, of
ii)
zowel de ECB als die nationale centrale bank indien aan een nationale centrale bank van het Eurosysteem gedurende een periode van vijf of meer jaar onmiddellijk voordat het in artikel 1, lid 2, bedoelde besluit werd vastgesteld, de hoofdverantwoordelijkheid met betrekking tot oversight werd toevertrouwd; |
6. |
„bewaardersrisico” : het risico dat een verlies wordt geleden op in bewaring genomen activa in het geval van insolventie, nalatigheid, fraude, slecht beheer of gebrekkige administratie van de bewaarder of onderbewaarder; |
7. |
„bewaarnemingsbank” : een bank die de financiële activa van derden in bewaring houdt en bewaakt; |
8. |
„de Directie” : de uitvoerend directeuren, d.w.z. leden van een unitair bestuur die zich bezighouden met het dagelijks bestuur van de SIPS-exploitant en leden van een leidinggevend orgaan van de SIPS-exploitant in geval van een getrapt bestuur; |
9. |
„deelnemer” : een door een betalingssysteem geïdentificeerde of herkende entiteit die, direct of indirect, bevoegd is betalingsopdrachten naar dat systeem te verzenden en daar betalingsopdrachten van kan ontvangen; |
10. |
„desbetreffende belanghebbenden” : deelnemers, FMI's met invloed op het risico van een SIPS, en, in individuele gevallen, andere marktspelers die beïnvloed worden; |
11. |
„eenzijdige betaling” : een betaling waarbij slechts één geldoverboeking plaatsvindt in één valuta; |
12. |
„Eurosysteem-SIPS” : SIPS die eigendom zijn van en beheerd worden door een centrale bank van het Eurosysteem; |
13. |
„extreme maar aannemelijke marktomstandigheden” : een integrale reeks historische en hypothetische condities, inclusief de meest volatiele perioden die de door een SIPS bediende markten hebben doorgemaakt; |
14. |
„uitgesteld netto-vereveningssysteem” (DNS-systeem) : een systeem ten aanzien waarvan verevening in centralebankgeld plaatsvindt op netto-basis aan het einde van een vooraf vastgestelde vereveningscyclus, bijvoorbeeld aan het einde van, of gedurende, een werkdag; |
15. |
„grensoverschrijdend onderpand” : onderpand waarvoor, gezien vanuit het perspectief van het land waarin de activa worden aanvaard als onderpand, tenminste één van de volgende elementen buitenlands is: a) de denominatievaluta; b) het land waarin de activa zich bevinden, of c) het land waarin de uitgever is gevestigd; |
16. |
„grensoverschrijdende betaling” : een betaling tussen deelnemers die in verschillende landen zijn gevestigd; |
17. |
„herstelplan” : een door een SIPS-exploitant ontwikkeld plan om de goede werking van een SIPS te herstellen; |
18. |
„directe deelnemer” : een rechtspersoon die een contractuele relatie heeft met een SIPS-exploitant, en gebonden is aan de relevante regels van een SIPS, kan overboekingsopdrachten aan dat systeem versturen en kan overboekingsopdrachten van dat systeem ontvangen; |
18 bis |
„indirecte deelnemer” : een rechtspersoon die geen directe toegang heeft tot de diensten van een SIPS en die doorgaans niet direct gebonden is aan de relevante regels van een SIPS en wiens overboekingsopdrachten worden gecleard, verevend en vastgelegd door de SIPS via een directe deelnemer. De betrokken rechtspersonen zijn beperkt tot:
i)
kredietinstellingen zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 1) van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 );
ii)
beleggingsondernemingen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 1) van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 2 );
iii)
ondernemingen met hoofdkantoor buiten de Unie en waarvan de taken overeenkomen met die van een kredietinstelling of beleggingsonderneming uit de Unie, zoals bedoeld in punt i) en ii);
iv)
een overheidsinstantie of een onderneming met overheidsgarantie, en centrale tegenpartijen, afwikkelende instanties, clearing houses en systeemexploitanten, zoals bedoeld in artikel 2, onder c), d), e) en p) van Richtlijn 98/26/EG; |
19. |
„hoofdrisico” : het risico dat een tegenpartij de volledige waarde verliest die met een transactie is gemoeid, d.w.z. hetzij het risico dat een verkoper van financiële activa de activa onherroepelijk levert, maar geen betaling ontvangt, hetzij het risico dat een koper van een financieel activum onherroepelijk betaalt, maar het activum niet ontvangt; |
20. |
„investeringsrisico” : het risico van verlies waaraan een SIPS-exploitant of deelnemer wordt blootgesteld wanneer de SIPS-exploitant investeert in zijn eigen middelen of die van zijn deelnemers, bijvoorbeeld onderpand; |
21. |
„juridisch risico” : het risico dat voortvloeit uit de toepassing van wet- of regelgeving, gewoonlijk resulterend in een verlies; |
22. |
„kredietrisicobedrag” : een bedrag of waarde dat een deelnemer mogelijkerwijze niet voor de volledige waarde zal vereffenen, hetzij wanneer deze opeisbaar wordt, hetzij op enig ander moment in de toekomst; |
23. |
„kredietrisico” : het risico dat een tegenpartij, ongeacht of dit een deelnemer of een andere entiteit is, niet in staat is zijn financiële verplichtingen volledig na te komen wanneer deze opeisbaar worden of op enig ander moment in de toekomst; |
24. |
„liquiditeitsrisico” : het risico dat een tegenpartij, ongeacht of dit een deelnemer of een andere entiteit is, over onvoldoende fondsen beschikt om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen wanneer deze opeisbaar worden, hoewel hij in de toekomst mogelijk wel over voldoende fondsen zal beschikken; |
25. |
„liquiditeitsverschaffer” : een verstrekker van contanten zoals bedoeld onder artikel 5, lid 3, artikel 6, lid 5, artikel 8, lid 1, artikel 8, lid 9 en artikel 8, lid 11, dan wel activa zoals bedoeld in artikel 8, lid 4, inclusief een SIPS-deelnemer of een externe partij; |
26. |
„marktrisico” : het risico van verliezen op posities, zowel binnen als buiten de balans, die voortvloeien uit schommelingen van de marktprijzen; |
27. |
„materieel” : kwalificatie van een risico, afhankelijkheid en/of wijziging die de bekwaamheid van een entiteit tot het op de gebruikelijke wijze presteren of het verlenen van diensten zou kunnen aantasten; |
28. |
„nostro agent” : een bank die door de deelnemers aan een SIPS wordt gebruikt voor verevening; |
29. |
„onderpand” : een activum of verplichting van een derde die door een onderpandgever wordt gebruikt om een verplichting vis-à-vis een onderpandnemer te verzekeren. Onderpand omvat zowel binnenlands onderpand als grensoverschrijdend onderpand; |
30. |
„operationeel risico” : het risico dat gebreken in informatiesystemen of interne processen, menselijke fouten, beheersfouten of storingen die zijn veroorzaakt door externe gebeurtenissen of uitbestede diensten resulteren in de vermindering, verslechtering of verstoring van de door een SIPS verschafte diensten; |
31. |
„ordelijk liquidatieplan” : een door een SIPS-exploitant ontwikkeld plan voor de ordelijke sluiting van een SIPS; |
32. |
„relevante autoriteiten” : autoriteiten die een legitiem belang hebben bij toegang tot informatie van een SIPS om aan hun wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen, zoals afwikkelingsautoriteiten en toezichthouders van grote deelnemers; |
33. |
„SIPS-exploitant” : de rechtspersoon die juridisch aansprakelijk is voor de exploitatie van een SIPS; |
34. |
„systeemrisico” : het risico dat een deelnemer of de SIPS-exploitant hun respectievelijke verplichtingen uit hoofde van een SIPS niet nakomen, als gevolg waarvan andere deelnemers en/of de SIPS-exploitant hun verplichtingen niet kunnen nakomen wanneer deze opeisbaar worden, mogelijkerwijs met overloopeffecten die de stabiliteit van of het vertrouwen in het financiële system bedreigen; |
35. |
„tweezijdige betaling” : een betaling waarbij twee geldoverboekingen worden gedaan in verschillende valuta door middel van een exchange-for-value afwikkelingssysteem; |
36. |
„uitgesteld netto-vereveningssysteem” (DNS) : een systeem dat op netto-basis verevent aan het einde van een vooraf vastgestelde vereveningscyclus, bijvoorbeeld aan het einde van of gedurende de werkdag; |
37. |
„voorgenomen afwikkelingsdatum” : de datum die door de verzender van een betalingsopdracht als afwikkelingsdatum wordt ingevoerd in een SIPS; |
38. |
„werkdag” : heeft dezelfde betekenis als bedoeld in artikel 2, onder n) van Richtlijn 98/26/EG; |
39. |
„wrong-way risk” : het risico dat ontstaat voor een deelnemer of een emittent indien het door die deelnemer verschafte of door die emittent uitgegeven onderpand in hoge mate samenhangt met het kredietrisico daarvan; |
40. |
„onafhankelijk bestuurslid” : een niet-uitvoerend bestuurslid dat geen bedrijf, gezin of andere relatie heeft die een belangenconflict vormt ten aanzien van het SIPS of de SIPS-exploitant, hun aandeelhouders met zeggenschap, hun management of hun deelnemers, en die in de twee jaar voordat zij bestuurslid werden een dergelijke relatie niet heeft gehad; |
41. |
„gelieerde partij” : een onderneming die de deelnemer controleert, die door de deelnemer wordt gecontroleerd, of die gezamenlijk met de deelnemer wordt gecontroleerd. Zeggenschap over een onderneming: a) eigendom, zeggenschap of holding van 20 %, of meer, van een categorie effecten met stemrecht van de onderneming, of b) consolidatie van de onderneming voor doeleinden van financiële verslaglegging; |
42. |
„buitengewone omstandigheden” : een gebeurtenis, voorval of omstandigheid waardoor de werkzaamheden, diensten of functies van een SIPS kunnen uitvallen of verstoord kunnen worden, waaronder belemmering of voorkomen van finale afwikkeling; |
43. |
„financiële verplichtingen” : juridische verplichtingen die ontstaan binnen het SIPS tussen deelnemers, of tussen deelnemers en de SIPS-exploitant, ten gevolge van een in die SIPS ingevoerde overboekingsopdracht; |
44. |
„corrigerende maatregel” : een specifieke maatregel of handeling, ongeacht de vorm, duur of zwaarte ervan, die een bevoegde autoriteit oplegt aan een SIPS-exploitant om niet-inachtneming van de vereisten van artikel 3 tot en met 21 te herstellen of een herhaling ervan te vermijden. |
Artikel 2 bis
Schriftelijke kennisgeving van de inleiding van het proces om een betalingssysteem als een SIPS aan te duiden
De ECB stelt de exploitant van het betalingssysteem in kennis van haar voornemen om het proces uit hoofde van artikel 1 in te leiden met het oog op de aanduiding van dat betalingssysteem als een SIPS. In de schriftelijke kennisgeving worden alle materiële feiten en rechtsgronden vermeld met betrekking tot een mogelijke aanduiding van het betrokken betalingssysteem als een SIPS.
Artikel 2 ter
Recht op toegang tot bestanden tijdens het proces om een betalingssysteem als een SIPS aan te duiden
Na ontvangst van de in artikel 2 bis bedoelde schriftelijke kennisgeving heeft de exploitant van het betalingssysteem recht op toegang tot de bestanden, documenten of ander materiaal van de ECB die als basis dienen voor de identificatie van dat betalingssysteem als een SIPS. Dit recht geldt niet voor informatie die als vertrouwelijk wordt beschouwd met betrekking tot de ECB, een nationale centrale bank of andere derden, waaronder andere instellingen of organen van de Unie.
Artikel 2 quater
Recht om gehoord te worden tijdens het proces om een betalingssysteem als een SIPS aan te duiden
Artikel 2 quinquies
Motivering van het besluit tot het aanduiden van een betalingssysteem als een SIPS
Artikel 3
Juridische deugdelijkheid
Artikel 4
Governance
De rollen en verantwoordelijkheden van het Bestuur zijn helder gedefinieerd. De rollen en verantwoordelijkheden van het Bestuur omvatten alle volgende aspecten:
vaststelling van heldere strategische doelen voor het SIPS;
vaststelling van schriftelijke procedures met betrekking tot het functioneren van het SIPS, inclusief procedures met betrekking tot herkenning, behandeling en beheersing van belangenconflicten van zijn leden;
verzekering van effectieve selectie, toezicht en, indien nodig, ontslag van leden van de Directie, uitgezonderd Eurosysteem-SIPS;
vaststelling van een passend vergoedingsbeleid dat consistent is met „best practices” en is gebaseerd op lange-termijn prestaties, met uitzondering van Eurosysteem-SIPS.
De rol, verantwoordelijkheden en rapportagelijnen van de Directie zijn helder omschreven. De samenstelling verzekert integriteit, alsmede een passende mix van technische vaardigheden, kennis en ervaring van zowel SIPS als die van de financiële markt in het algemeen, waarbij de Directie in staat wordt gesteld haar verantwoordelijkheden met betrekking tot de exploitatie en het risicobeheer van de SIPS-exploitant te vervullen. De verplichtingen van de Directie houden, onder leiding van het Bestuur, alle volgende zaken in, waardoor wordt verzekerd dat:
de activiteiten van de SIPS-exploitant overeenkomen met zijn doelstellingen, strategie en risicobereidheid;
interne controles en aanverwante procedures naar behoren worden ontworpen, uitgevoerd en gecontroleerd ter bevordering van de doelstellingen van de SIPS-exploitant;
interne controles en aanverwante procedures regelmatig worden herzien en getest door adequaat opgeleide en voldoende bemande risicobeheers- en interne controlefuncties;
actieve betrokkenheid in het risicobeheersproces;
voldoende middelen worden toegewezen aan het risicobeheerskader van het SIPS.
Het Bestuur stelt een schriftelijk vastgelegd risicobeheerskader vast, en controleert dat, dat:
het beleid betreffende risicobereidheid van de SIPS-exploitant omvat;
verantwoordelijkheden en verantwoordingsplichten toewijst met betrekking tot risicobeslissingen;
besluitvorming in geval van een crisis of buitengewone omstandigheden vaststelt;
interne controlefuncties vaststelt.
Het Bestuur waarborgt dat er drie duidelijke en effectieve verdedigingslinies zijn (bedrijfsvoering, risicobeheer en interne audit), die gescheiden zijn en over voldoende bevoegdheden, onafhankelijkheid, middelen en toegang tot het Bestuur beschikken.
Artikel 5
Integraal risicobeheerskader
Een SIPS-exploitant zet een solide risicobeheerskader op en onderhoudt dat, zulks met betrekking tot de integrale identificatie, meting, bewaking en beheer van het scala aan risico's die zich voordoen in, of worden gelopen door, een SIPS. Hij herziet het risicobeheerskader tenminste eenmaal per jaar. Het risicobeheerskader:
omvat het beleid inzake risicobereidheid van de SIPS-exploitant en passende risicobeheersinstrumenten;
wijst verantwoordelijkheden en verantwoordingsplichten toe met betrekking tot risicobeslissingen;
behandelt besluitvorming in buitengewone omstandigheden met betrekking tot een SIPS, inclusief ontwikkelingen op de financiële markten die een schadelijk effect hebben op de marktliquiditeit en de stabiliteit van het financiële systeem in enige lidstaat die de euro als munt heeft en waar de SIPS-exploitant of één van de deelnemers is gevestigd.
Artikel 6
Kredietrisico
Een SIPS-exploitant die een DNS-systeem exploiteert, waarborgt dat:
financiële verplichtingen tot stand komen uiterlijk op het moment waarop een overboekingsopdracht wordt opgenomen in de berekening van de voor iedere deelnemer toegankelijke nettovereveningsposities, en
voldoende middelen worden aangehouden om de resulterende kredietblootstellingen overeenkomstig lid 3 en lid 4 uiterlijk op het onder a) bedoelde moment te dekken.
Artikel 7
Onderpand
Een SIPS-exploitant accepteert alleen de volgende activa als onderpand: a) contanten, en b) activa met lage krediet-, liquiditeits- en marktrisico's, d.w.z. activa waarvoor de SIPS-exploitant kan aantonen aan de bevoegde autoriteit, gebaseerd op een adequaat intern onderzoek, dat deze voldoen aan alle volgende criteria:
ze zijn uitgegeven door een emittent met een laag kredietrisico;
ze zijn vrij overdraagbaar zonder enige juridische belemmering of aanspraken daarop van derden;
ze luiden in een valuta waarvan het risico wordt beheerd door de SIPS-exploitant;
ze hebben betrouwbare prijsgegevens die regelmatig gepubliceerd worden;
ze staan niet op andere wijze bloot aan een aanzienlijk wrong-way risico;
ze zijn niet uitgegeven door de deelnemer die het onderpand verstrekt of een entiteit die deel uitmaakt van dezelfde groep als die deelnemer, met uitzondering van een gedekte obligatie en alleen indien de activa in de cover pool naar behoren zijn afgescheiden binnen een sterk juridisch kader en voldoen aan de vereisten zoals uiteengezet in punt i) tot en met v).
Bij de interne toetsing van punt i) tot en met vi), stelt de SIPS-exploitant een objectieve methodologie vast, legt die schriftelijk vast en past die toe.
Artikel 8
Liquiditeitsrisico
Een SIPS-exploitant die een DNS-systeem exploiteert, waarborgt dat:
financiële verplichtingen tot stand komen uiterlijk op het moment waarop een overboekingsopdracht wordt opgenomen in de berekening van de voor iedere deelnemer toegankelijke nettovereveningsposities, en
voldoende liquide middelen worden aangehouden overeenkomstig lid 3 tot en met 6 uiterlijk op het onder a) bedoelde moment.
Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen in euro verevent, houdt overeenkomstig lid 3 voldoende liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, om tijdige afwikkeling van financiële verplichtingen te effectueren ingeval van verzuim van de deelnemer die, samen met de daaraan gelieerde partijen, de grootste totale financiële verplichting heeft, zoals bepaald in lid 3, onder a), op een van de volgende wijzen:
in contanten bij het Eurosysteem, of
in beleenbaar onderpand zoals gedefinieerd in het onderpandkader van het Eurosysteem dat is vastgelegd in Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) ( 5 ) en Richtsnoer ECB/2014/31 van de Europese Centrale Bank ( 6 ) mits de SIPS-exploitant kan aantonen dat zulk onderpand direct beschikbaar is en op dezelfde dag geconverteerd kan worden in contanten middels vooraf gearrangeerde en zeer betrouwbare financieringsregelingen, bijvoorbeeld onder gestreste marktomstandigheden.
Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen afwikkelt in euro, houdt additionele liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, in overeenstemming met lid 3, onder b), op de wijze zoals vastgelegd in lid 4 of bij een kredietwaardige commerciële bank in één of meer van de volgende instrumenten:
gecommitteerde kredietlijnen;
gecommitteerde deviezenswaps;
gecommitteerde retrocessieovereenkomsten (repo's);
activa, die voldoen aan de voorwaarden van artikel 7, lid 1 en die worden aangehouden door een bewaarnemer;
investeringen.
Deze instrumenten moeten contanten beschikbaar kunnen maken binnen een tijdsbestek dat voltooiing van de verevening op dezelfde dag mogelijk maakt. Met name moet de SIPS-exploitant kunnen aantonen dat niet-liquide instrumenten direct beschikbaar zijn en op dezelfde dag geconverteerd kunnen worden in contanten middels vooraf gearrangeerde en zeer betrouwbare financieringsregelingen, bijvoorbeeld onder gestreste marktomstandigheden.
De SIPS-exploitant kan op basis van een adequaat intern onderzoek aan de bevoegde autoriteit aantonen dat de commerciële bank kredietwaardig is.
Indien dergelijke scenario's in aanmerking worden genomen, wordt tevens rekening gehouden met het ontwerp en de werking van het SIPS en alle entiteiten die materiële liquiditeitsrisico's kunnen opleveren voor het SIPS, waaronder afwikkelingsbanken, nostro agenten, bewaarnemingsbanken, liquiditeitsverschaffers en daaraan verbonden FMI's, worden onderzocht. Waar passend bestrijken de scenario's een meerdaagse periode.
Een SIPS-exploitant stelt heldere regels en procedures vast waarmee het SIPS verevening op dezelfde dag, en waar toepasselijk, tijdige intraday- en meerdaagse verevening van financiële verplichtingen kan toepassen na verzuim van één of meer van de deelnemers. Deze regels en procedures:
adresseren onvoorziene en mogelijk ongedekte liquiditeitstekorten;
streven ernaar dat vermindering, terugtrekking of vertraging wordt vermeden met betrekking tot verevening op dezelfde dag van financiële verplichtingen;
bepalen hoe de contanten en andere activa, die het SIPS gebruikt tijdens een stress-evenement, worden aangevuld tot de op basis van lid 3 tot en met 5 vereiste hoeveelheid.
Artikel 9
Finale afwikkeling
Een SIPS-exploitant stelt regels en procedures vast waardoor finale afwikkeling uiterlijk aan het einde van de voorgenomen afwikkelingsdatum plaats kan vinden.
Artikel 10
Afwikkeling in geld
Indien afwikkeling plaatsvindt in commerciëlebankgeld, vermelden de juridische overeenkomsten van een SIPS-exploitant met commerciële afwikkelingsbanken duidelijk:
wanneer overdrachten worden verwacht in de boeken van individuele afwikkelingsbanken;
dat overdrachten finaal zijn wanneer ze zijn uitgevoerd;
dat ontvangen fondsen zo snel mogelijk overdraagbaar zijn, op zijn minst tegen het einde van de dag.
Artikel 11
Betaling tegen betaling
Een SIPS-exploitant die een betaling-tegen-betaling systeem (payment versus payment) gebruikt, elimineert het hoofdrisico door ervoor te zorgen dat de finale afwikkeling van één verplichting plaatsvindt indien, en alleen in het geval dat, de finale afwikkeling van de daaraan verbonden verplichting eveneens plaatsvindt. Deze regel wordt gevolgd ongeacht of verevening plaatsvindt op een bruto- of nettobasis en wanneer er finaliteit is.
Artikel 12
Regels en procedures met betrekking tot verzuim van deelnemers
Een SIPS-exploitant beschikt over regels en procedures met betrekking tot verzuim die hem in staat stellen aan zijn verplichtingen te blijven voldoen ingeval van verzuim door een deelnemer, waarbij de aanvulling van middelen na verzuim wordt geregeld. De regels en procedures omschrijven in ieder geval alle volgende zaken:
de maatregelen die een SIPS-exploitant kan nemen wanneer verzuim plaatsvindt;
of het treffen van dergelijke maatregelen automatisch of discretionair is en de wijze waarop deze discretionaire bevoegdheid wordt uitgeoefend;
mogelijke wijzigingen van de normale afwikkelingsprocedures van de SIPS-exploitant teneinde tijdige verevening te verzekeren;
het management van betalingen in de verschillende behandelingsfasen daarvan;
de waarschijnlijke volgorde van maatregelen;
de rollen, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, inclusief de deelnemers die niet in verzuim zijn;
andere mechanismen die geactiveerd kunnen worden teneinde de impact van verzuim te verminderen.
Een SIPS-exploitant maakt de cruciale aspecten van de in lid 2 uiteengezette regels en procedures openbaar, waaronder tenminste alle volgende zaken:
de omstandigheden waaronder maatregelen getroffen moeten worden;
wie deze maatregelen neemt;
de reikwijdte van de te nemen maatregelen;
het mechanisme voor verplichtingen van een SIPS-exploitant versus deelnemers die niet in verzuim zijn.
Artikel 13
Algemeen bedrijfsrisico
Artikel 14
Bewaarnemings- en beleggingsrisico's
Artikel 15
Operationeel risico
Artikel 16
Toegangs- en deelnamecriteria
Artikel 17
Getrapte deelnameregelingen
Met het oog op risicobeheer verzekert een SIPS-exploitant dat de regels, procedures en contractuele regelingen van het SIPS, het SIPS in staat stellen informatie te verzamelen met betrekking tot indirecte deelname, teneinde de materiële risico's voor het SIPS die voortvloeien uit deelname vast te stellen, te monitoren en te beheren. Deze informatie omvat minimaal de volgende elementen:
de activiteiten die directe deelnemers in eigen naam en ten behoeve van indirecte deelnemers verrichten in verhouding tot de activiteit op systeemniveau;
het aantal indirecte deelnemers dat verevent via individuele directe deelnemers;
het volume en de waarde van de betalingen in het SIPS die afkomstig zijn van iedere indirecte deelnemer;
het volume en de waarde van de betalingen onder c) in verhouding tot die van de directe deelnemer via wie de indirecte deelnemer toegang heeft tot het SIPS.
Artikel 18
Efficiency en doeltreffendheid
Een SIPS-exploitant zorgt voor een procedure ter vaststelling van en tegemoetkoming aan de behoeften van de markten die het SIPS bedient, meer in het bijzonder met betrekking tot:
keuze van een clearing- en vereveningsregeling;
operationele structuur;
aanbod van producten die worden gecleared of verevend;
gebruik van technologie en procedures.
Artikel 19
Communicatieprocedures en -normen
Een SIPS-exploitant gebruikt relevante internationaal geaccepteerde communicatieprocedures en -normen,of accommodeert deze, teneinde efficiënte betalingen, clearing, verevening en vastlegging te faciliteren.
Artikel 20
Openbaarmaking van de regels, cruciale procedures en marktgegevens
Artikel 21
Bevoegdheden van een bevoegde autoriteit
Een bevoegde autoriteit beschikt over de bevoegdheden om:
van de SIPS-exploitant steeds alle informatie en documenten te verkrijgen die noodzakelijk zijn om vast te stellen of aan de vereisten van deze Verordening wordt voldaan, of om de goede werking van het betalingsverkeer op systeemniveau te bevorderen. De SIPS-exploitant rapporteert de betrokken informatie onverwijld aan de bevoegde autoriteit;
van een SIPS-exploitant te vereisen dat deze een onafhankelijke deskundige aanstelt om onderzoek te verrichten naar of een onafhankelijke toetsing uit te voeren van de bedrijfsvoering van het SIPS. De bevoegde autoriteit kan vereisten opleggen aangaande het type te benoemen deskundige, de inhoud en de reikwijdte van het te produceren verslag, de behandeling van het verslag, waaronder openbaarmaking en publicatie van bepaalde elementen en timing van het op te stellen rapport. Een SIPS-exploitant communiceert de bevoegde autoriteit hoe werd voldaan aan de opgelegde vereisten;
ter plekke controles uit te voeren of het uitvoeren van controles ter plekke te delegeren. De bevoegde autoriteit kan de controle zonder voorafgaande aankondiging uitvoeren, indien de passende uitvoering en efficiëntie van een controle dat vereisen.
Artikel 21 bis
Organisatie van oversightactiviteiten
Een bevoegde autoriteit kan doorlopende en/of ad-hocoversightactiviteiten uitvoeren om te beoordelen of een SIPS-exploitant voldoet aan de vereisten van artikel 3 tot en met 21 of om de goede werking van het betalingsverkeer op systeemniveau te bevorderen.
Artikel 21 ter
Vertrouwelijkheid
Informatie die een SIPS-exploitant op vertrouwelijke basis heeft gedeeld met een bevoegde autoriteit kan worden gedeeld binnen het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB). Die informatie behandelen ESCB-leden vertrouwelijk, zulks overeenkomstig het in artikel 37.1 van de ESCB-statuten vastgelegde beroepsgeheim.
Artikel 22
Corrigerende maatregelen
Indien een SIPS-exploitant deze verordening niet in acht neemt, of indien er een redelijk vermoeden bestaat dat een SIPS-exploitant deze verordening niet in acht neemt:
informeert de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant schriftelijk over de aard van de niet-inachtneming, of het vermoeden van niet-inachtneming, en
stelt de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant in de gelegenheid gehoord te worden en een toelichting te geven.
Artikel 23
Sancties
Ingeval van inbreuk op deze Verordening kan de ECB sancties opleggen. Die sancties stroken met Verordening (EG) nr. 2532/98 en Verordening (EG) nr. 2157/99 van de Europese Centrale Bank (ECB/1999/4) ( 8 ). De ECB stelt een besluit vast over de methodologie ter berekening van het sanctiebedrag.
Artikel 24
Evaluatie
De Raad van bestuur evalueert de algemene toepassing van deze Verordening uiterlijk twee jaar volgende op de datum waarop deze Verordening in werking treedt, en daarna elke drie jaar, en beoordeelt of wijzigingen noodzakelijk zijn.
Artikel 25
Slotbepalingen
( 1 ) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
( 2 ) Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1).
( 3 ) Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).
( 4 ) Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).
( 5 ) Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).
( 6 ) Richtsnoer ECB/2014/31 van de Europese Centrale van 9 juli 2014 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (PB L 240 van 13.8.2014, blz. 28).
( 7 ) Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4).
( 8 ) Verordening (EG) nr. 2157/99 van de Europese Centrale Bank van 23 september 1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4) (PB L 264 van 12.10.1999, blz. 21).