EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02014R0667-20210507

Consolidated text: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 667/2014 van de Commissie van 13 maart 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met procedureregels betreffende door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters opgelegde geldboeten, met inbegrip van bepalingen inzake het recht van verweer en termijnbepalingen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2014/667/2021-05-07

02014R0667 — NL — 07.05.2021 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 667/2014 VAN DE COMMISSIE

van 13 maart 2014

ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met procedureregels betreffende door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters opgelegde geldboeten, met inbegrip van bepalingen inzake het recht van verweer en termijnbepalingen

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 179 van 19.6.2014, blz. 31)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/732 VAN DE COMMISSIE van 26 januari 2021

  L 158

8

6.5.2021


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 439, 29.12.2020, blz.  33 (667/2014)




▼B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 667/2014 VAN DE COMMISSIE

van 13 maart 2014

ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met procedureregels betreffende door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan transactieregisters opgelegde geldboeten, met inbegrip van bepalingen inzake het recht van verweer en termijnbepalingen

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden procedureregels vastgesteld met betrekking tot geldboeten en dwangsommen die door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority — ESMA) moeten worden opgelegd aan transactieregisters en andere personen die aan een onderzoeks- en handhavingsprocedure van de ESMA zijn onderworpen, met inbegrip van bepalingen betreffende het recht van verweer en de verjaringstermijnen.

Artikel 2

Het recht om door de onderzoeksfunctionaris te worden gehoord

1.  
Na beëindiging van het onderzoek en alvorens het dossier overeenkomstig artikel 3, lid 1, aan de ESMA voor te leggen, stelt de onderzoeksfunctionaris de aan het onderzoek onderworpen persoon schriftelijk in kennis van zijn bevindingen en stelt hij hem in de gelegenheid schriftelijke opmerkingen in te dienen overeenkomstig lid 3. In deze mededeling van bevindingen worden de feiten vermeld die het aannemelijk maken dat één of meer van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 648/2012 vermelde inbreuken zijn gepleegd, met inbegrip van eventuele verzwarende of verzachtende omstandigheden.
2.  
In de mededeling van bevindingen wordt een redelijke termijn vastgesteld waarbinnen de aan het onderzoek onderworpen persoon schriftelijke opmerkingen kan indienen. De onderzoeksfunctionaris is niet verplicht rekening te houden met schriftelijke opmerkingen die zijn ontvangen nadat deze termijn is verstreken.
3.  
In zijn schriftelijke opmerkingen kan de aan het onderzoek onderworpen persoon alle feiten uiteenzetten waarvan hij kennis heeft en die dienstig kunnen zijn voor zijn verweer. Hij legt alle relevante documenten tot staving van de aangevoerde feiten over. Hij kan voorstellen dat de onderzoeksfunctionaris andere personen hoort die de in zijn opmerkingen uiteengezette feiten kunnen bevestigen.
4.  
De onderzoeksfunctionaris kan een aan een onderzoek onderworpen persoon tot wie hij een mededeling van bevindingen heeft gericht, eveneens uitnodigen deel te nemen aan een hoorzitting. Aan een onderzoek onderworpen personen kunnen zich laten bijstaan door hun advocaten of door andere, door de onderzoeksfunctionaris aanvaarde, gekwalificeerde personen. De hoorzitting is niet openbaar.

Artikel 3

Het recht om door de ESMA te worden gehoord met betrekking tot geldboeten en toezichtmaatregelen

▼M1

1.  

Het volledige, door de onderzoeksfunctionaris aan de ESMA voor te leggen dossier bevat de volgende documenten:

a) 

de mededeling van bevindingen en een kopie van de mededeling van bevindingen die gericht is aan de aan het onderzoek onderworpen persoon;

b) 

een kopie van de schriftelijke opmerkingen van de aan het onderzoek onderworpen persoon;

c) 

notulen van eventuele hoorzittingen.

▼B

2.  
Indien de ESMA van oordeel is dat het door de onderzoeksfunctionaris voorgelegde dossier onvolledig is, stuurt zij het dossier aan de onderzoeksfunctionaris terug met een met redenen omkleed verzoek om aanvullende documenten.
3.  
Indien de ESMA op basis van het volledige dossier van oordeel is dat de in de mededeling van bevindingen beschreven feiten geen inbreuk vormen als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 648/2012, sluit zij de zaak en stelt zij de aan het onderzoek onderworpen personen in kennis van dit besluit.
4.  
Indien de ESMA niet instemt met de bevindingen van de onderzoeksfunctionaris, legt zij de aan het onderzoek onderworpen personen een nieuwe mededeling van bevindingen voor.

In de mededeling van bevindingen wordt een redelijke termijn vastgesteld waarbinnen de aan het onderzoek onderworpen personen schriftelijke opmerkingen kunnen indienen. Wanneer de ESMA een besluit neemt over het bestaan van een inbreuk en over het instellen van toezichtmaatregelen of het opleggen van een geldboete als bedoeld in de artikelen 65 en 73 van Verordening (EU) nr. 648/2012, is zij niet verplicht rekening te houden met schriftelijke opmerkingen die na het verstrijken van deze termijn zijn ontvangen.

De ESMA kan een aan een onderzoek onderworpen persoon tot wie hij een mededeling van bevindingen heeft gericht, eveneens uitnodigen deel te nemen aan een hoorzitting. Aan een onderzoek onderworpen personen kunnen zich laten bijstaan door hun advocaten of door andere, door de ESMA aanvaarde, gekwalificeerde personen. De hoorzitting is niet openbaar.

5.  
Indien de ESMA geheel of gedeeltelijk instemt met de bevindingen van de onderzoeksfunctionaris, stelt zij de aan het onderzoek onderworpen personen daarvan in kennis. In deze kennisgeving wordt een redelijke termijn vastgesteld waarbinnen de aan het onderzoek onderworpen personen schriftelijke opmerkingen kunnen maken. Wanneer de ESMA een besluit neemt over het bestaan van een inbreuk en over het instellen van toezichtmaatregelen of het opleggen van een geldboete als bedoeld in de artikelen 65 en 73 van Verordening (EU) nr. 648/2012, is zij niet verplicht rekening te houden met schriftelijke opmerkingen die na het verstrijken van deze termijn zijn ontvangen.

De ESMA kan een aan een onderzoek onderworpen persoon tot wie hij een mededeling van bevindingen heeft gericht, eveneens uitnodigen deel te nemen aan een hoorzitting. Aan een onderzoek onderworpen personen kunnen zich laten bijstaan door hun advocaten of door andere, door de ESMA aanvaarde, gekwalificeerde personen. De hoorzitting is niet openbaar.

6.  
Indien de ESMA besluit dat de aan een onderzoek onderworpen persoon één of meer van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 648/2012 vermelde inbreuken heeft gepleegd, en zij een besluit tot oplegging van een geldboete overeenkomstig artikel 65 van deze verordening heeft genomen, stelt zij de aan het onderzoek onderworpen persoon onmiddellijk in kennis van dit besluit.

▼M1

Artikel 3 bis

Het recht om door de ESMA te worden gehoord met betrekking tot voorlopige besluiten over toezichtsmaatregelen

1.  
In afwijking van de artikelen 2 en 3 is de procedure van dit artikel van toepassing wanneer de ESMA uit hoofde van artikel 67, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 648/2012 voorlopige besluiten neemt.
2.  
De onderzoeksfunctionaris dient het dossier met zijn bevindingen in bij de ESMA en brengt de aan het onderzoek onderworpen persoon onmiddellijk op de hoogte van zijn bevindingen, maar stelt die persoon niet in de gelegenheid opmerkingen te maken. In de mededeling van bevindingen van de onderzoeksfunctionaris worden de feiten vermeld die een of meer van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 648/2012 vermelde inbreuken zouden kunnen vormen, met inbegrip van eventuele verzwarende of verzachtende omstandigheden.

Op verzoek biedt de onderzoeksfunctionaris de aan het onderzoek onderworpen persoon toegang tot het dossier.

3.  
Indien de ESMA van oordeel is dat de in de mededeling van bevindingen van de onderzoeksfunctionaris beschreven feiten geen inbreuk vormen als vermeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 648/2012, sluit zij het onderzoek en stelt zij de aan het onderzoek onderworpen personen in kennis van dit besluit.
4.  
Indien de ESMA besluit dat de aan het onderzoek onderworpen persoon een of meer van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 648/2012 vermelde inbreuken heeft gepleegd, en zij een voorlopig besluit tot oplegging van toezichtsmaatregelen als vastgelegd in artikel 73, lid 1, onder a), c) en d), van Verordening (EU) nr. 648/2012 neemt, stelt de ESMA die persoon onmiddellijk in kennis van dat besluit.

De ESMA stelt een redelijke termijn vast waarbinnen de aan het onderzoek onderworpen personen schriftelijke opmerkingen over het voorlopige besluit kunnen maken. De ESMA is niet verplicht rekening te houden met schriftelijke opmerkingen die zij na het verstrijken van die termijn ontvangt.

Op verzoek biedt de ESMA de aan het onderzoek onderworpen personen toegang tot het dossier.

De ESMA kan de aan het onderzoek onderworpen personen uitnodigen deel te nemen aan een hoorzitting. Aan een onderzoek onderworpen personen kunnen zich laten bijstaan door hun advocaten of door andere, door de ESMA aanvaarde, gekwalificeerde personen. De hoorzitting is niet openbaar.

5.  
De ESMA hoort de aan het onderzoek onderworpen persoon en neemt na de goedkeuring van het voorlopig besluit zo snel mogelijk een definitief besluit.

Indien de ESMA op basis van het volledige dossier en na de aan het onderzoek onderworpen personen te hebben gehoord, van oordeel is dat de aan het onderzoek onderworpen personen een of meer van de inbreuken als vermeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 648/2012 hebben gepleegd, neemt zij een bevestigend besluit tot het opleggen van een of meer van de toezichthoudende maatregelen in artikel 73, lid 1, onder a), c) en d), van Verordening (EU) nr. 648/2012. De ESMA stelt de betrokken persoon onmiddellijk in kennis van dat besluit.

Indien de ESMA een definitief besluit neemt dat het voorlopige besluit niet bevestigt, wordt het voorlopige besluit geacht te zijn ingetrokken.

▼B

Artikel 4

Het recht om door de ESMA te worden gehoord met betrekking tot dwangsommen

Alvorens overeenkomstig artikel 66 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een besluit tot oplegging van een dwangsom te nemen, legt de ESMA de aan de procedure onderworpen persoon een mededeling van bevindingen voor met de redenen voor het opleggen van een dwangsom en de hoogte van het bedrag van de dwangsom per dag van niet-naleving. In de mededeling van bevindingen wordt een termijn vastgesteld waarbinnen de betrokken persoon schriftelijke opmerkingen kan indienen. Wanneer de ESMA een besluit neemt over een dwangsom, is zij niet verplicht rekening te houden met schriftelijke opmerkingen die na het verstrijken van die termijn zijn ontvangen.

Zodra het transactieregister of de betrokken persoon voldoet aan het desbetreffende besluit bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012, kan geen dwangsom meer worden opgelegd.

Het besluit tot oplegging van een dwangsom maakt melding van de rechtsgrond en de motieven voor het besluit, het bedrag en aanvangsdatum van de dwangsom.

De ESMA kan de aan de procedure onderworpen persoon eveneens uitnodigen deel te nemen aan een hoorzitting. Aan een onderzoek onderworpen personen kunnen zich laten bijstaan door hun advocaten of door andere, door de ESMA aanvaarde, gekwalificeerde personen. De hoorzitting is niet openbaar.

Artikel 5

Toegang tot het dossier en gebruik van documenten

1.  
Op verzoek verleent de ESMA toegang tot het dossier aan de partijen aan wie de onderzoeksfunctionaris of de ESMA een mededeling van bevindingen heeft gezonden. De toegang tot het dossier wordt verleend na kennisgeving van een mededeling van bevindingen.
2.  
De documenten van het dossier waartoe overeenkomstig lid 1 toegang is verkregen, kunnen alleen worden gebruikt voor gerechtelijke of administratieve procedures met betrekking tot de toepassing van Verordening (EU) nr. 648/2012.

Artikel 6

Verjaringstermijnen voor de oplegging van sancties

1.  
De aan de ESMA verleende bevoegdheid tot oplegging van geldboeten en dwangsommen aan transactieregisters verjaart na vijf jaar.
2.  
De in lid 1 bedoelde verjaringstermijn gaat in op de dag na die waarop de inbreuk is gepleegd. Bij voortgezette of herhaalde inbreuken gaat deze verjaringstermijn echter pas in op de dag waarop de inbreuk is beëindigd.
3.  
De verjaring voor de oplegging van geldboeten en dwangsommen wordt gestuit door elke handeling van de ESMA ter instructie of vervolging van een inbreuk op Verordening (EU) nr. 648/2012. De stuiting van de verjaring treedt in op de dag waarop van de handeling kennis wordt gegeven aan het transactieregister of aan de persoon die aan het onderzoek of de procedure is onderworpen met betrekking tot een inbreuk op Verordening (EU) nr. 648/2012.
4.  
Na elke stuiting begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen. De verjaring treedt echter uiterlijk in op de dag waarop een termijn gelijk aan tweemaal de verjaringstermijn is verstreken zonder dat de ESMA een geldboete of een dwangsom heeft opgelegd. Deze termijn wordt verlengd met de periode gedurende welke de verjaring in overeenstemming met lid 5 wordt geschorst.

▼C1

5.  
De verjaring voor de oplegging van geldboeten en dwangsommen wordt geschorst zolang het besluit van de ESMA het voorwerp vormt van een procedure bij de bezwaarcommissie overeenkomstig artikel 60 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 of bij het Hof van Justitie van de Europese Unie overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EU) nr. 648/2012.

▼B

Artikel 7

Verjaringstermijnen voor de tenuitvoerlegging van sancties

1.  
De bevoegdheid van de ESMA tot tenuitvoerlegging van op grond van de artikelen 65 en 66 van Verordening (EU) nr. 648/2012 genomen besluiten verjaart na vijf jaar.
2.  
De in lid 1 bedoelde termijn van vijf jaar gaat in op de dag na die waarop het besluit definitief wordt.
3.  

De verjaring voor de tenuitvoerlegging wordt gestuit door:

a) 

een kennisgeving door de ESMA aan het transactieregister of een andere betrokken persoon van een besluit waarbij het oorspronkelijke bedrag van de geldboete of de dwangsom wordt gewijzigd;

b) 

elke handeling van de ESMA of van een autoriteit van een lidstaat die op verzoek van de ESMA handelt, tot invordering van de geldboete of de dwangsom of tot handhaving van de aan de betaling daarvan gestelde voorwaarden.

4.  
Na elke stuiting begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen.
5.  

De verjaring voor de tenuitvoerlegging van sancties wordt geschorst:

a) 

zolang een betalingstermijn is toegestaan;

▼C1

b) 

zolang de tenuitvoerlegging is opgeschort op grond van een lopende procedure bij de bezwaarcommissie van de ESMA overeenkomstig artikel 60 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 of bij het Hof van Justitie van de Europese Unie overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EU) nr. 648/2012.

▼B

Artikel 8

Inning van geldboeten en dwangsommen

▼M1

De bedragen van door de ESMA geïnde geldboeten en dwangsommen worden op een door de rekenplichtige van de ESMA geopende rentedragende rekening gestort totdat zij definitief worden. Indien de ESMA gelijktijdig meerdere geldboeten of dwangsommen int, zorgt de rekenplichtige van de ESMA ervoor dat die op verschillende rekeningen of hulprekeningen worden gestort. Betaalde bedragen worden niet in de begroting van de ESMA opgenomen of als begrotingsposten geregistreerd.

▼B

Zodra de rekenplichtige op basis van de uitkomst van alle mogelijke juridische beroepsprocedures vaststelt dat de geldboeten en/of dwangsommen definitief zijn, draagt hij deze bedragen inclusief eventueel ontvangen rente over aan de Commissie. Deze bedragen worden vervolgens als algemene inkomsten in de begroting van de EU opgenomen.

▼M1

De rekenplichtige van de ESMA brengt regelmatig verslag uit aan de ordonnateur van het directoraat-generaal Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie van de Europese Commissie over de bedragen van de opgelegde geldboeten en dwangsommen en de status daarvan.

▼B

Artikel 9

Berekening van termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 is van toepassing op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden als vastgesteld in deze verordening.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Top