EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02013R0401-20181221

Consolidated text: Verordening (EU) nr. 401/2013 van de Raad van 2 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 194/2008

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/401/2018-12-21

02013R0401 — NL — 21.12.2018 — 004.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) Nr. 401/2013 VAN DE RAAD

van 2 mei 2013

betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 194/2008

(PB L 121 van 3.5.2013, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EU) 2018/647 VAN DE RAAD van 26 april 2018

  L 108

1

27.4.2018

►M2

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/898 VAN DE RAAD van 25 juni 2018

  L 160I

1

25.6.2018

►M3

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1117 VAN DE RAAD van 10 augustus 2018

  L 204

9

13.8.2018

►M4

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/2053 VAN DE RAAD van 21 december 2018

  L 327I

1

21.12.2018




▼B

VERORDENING (EU) Nr. 401/2013 VAN DE RAAD

van 2 mei 2013

betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 194/2008



▼M1

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„vordering” :

een vóór, op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i) een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii) een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;

iii) een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv) een tegenvordering;

v) een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b)

„contract of transactie” : een verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen obligaties, garanties of contragaranties, en met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, ook indien deze uit juridisch oogpunt op zichzelf staan, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c)

„bevoegde autoriteiten” : de op de websites van bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten;

d)

„economische middelen” : activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e)

„bevriezing van economische middelen” : voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f)

„bevriezing van tegoeden” : voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken of bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

g)

„tegoeden” :

financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i) contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii) deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii) in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv) rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v) krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi) kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; alsmede

vii) bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h)

„technische bijstand” : elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

i)

„tussenhandeldiensten” :

i) het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de aankoop, verkoop of levering van goederen en technologieën van een derde land aan een ander derde land, of

ii) de verkoop of aankoop van goederen en technologieën die zich bevinden in derde landen, voor hun overbrenging naar een ander derde land;

j)

„invoer” : elke binnenkomst van goederen in het douanegebied van de Unie of in andere gebieden waarop het Verdrag van toepassing is, onder de voorwaarden van de artikelen 349 en 355 daarvan. Dit omvat plaatsing in een vrije zone of een vrij entrepot, plaatsing onder een schorsingsprocedure en het in het vrije verkeer brengen in de zin van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek ( 1 ), met uitsluiting van doorvoer en tijdelijke opslag;

k)

„uitvoer” : elk vertrek van goederen uit het douanegebied van de Unie of uit andere gebieden waarop het Verdrag van toepassing is, onder de voorwaarden van de artikelen 349 en 355 daarvan. Dit omvat het vertrek van goederen waarvoor een douaneaangifte vereist is en het vertrek van goederen na de opslag ervan in een vrije zone of na plaatsing onder een schorsingsprocedure in de zin van Verordening (EU) nr. 952/2013, met uitsluiting van doorvoer en tijdelijke opslag;

l)

„exporteur” : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon namens welke een douaneaangifte bij uitvoer wordt gedaan, dit is de persoon die op het tijdstip dat de aangifte wordt aanvaard, het contract met de ontvanger in het derde land heeft en die het recht heeft te bepalen dat het product naar een bestemming buiten het douanegebied van de Unie of andere gebieden waarop het Verdrag van toepassing is, wordt verzonden;

m)

„grondgebied van de Unie” : het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

▼B



HOOFDSTUK 1

Artikel 2

1.  Het is verboden de in bijlage I bedoelde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Unie, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Myanmar/Birma.

2.  Lid 1 is niet van toepassing op beschermende kleding, waaronder scherfwerende vesten en helmen, die door VN-personeel, personeel van de Europese Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelings-werkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar Myanmar/Birma wordt uitgevoerd.

Artikel 3

1.  Het is verboden:

a) direct of indirect technische bijstand gerelateerd aan militaire activiteiten en aan levering, fabricage, onderhoud en gebruik van wapens en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor te verstrekken aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Myanmar/Birma;

b) direct of indirect financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, de levering, het overbrengen of de uitvoer van wapens en aanverwant materieel te verstrekken aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Myanmar/Birma.

2.  Het is verboden:

a) direct of indirect technische bijstand gerelateerd aan de in bijlage I bedoelde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt te verstrekken aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Myanmar/Birma;

b) direct of indirect financiering of financiële bijstand in verband met de in bijlage I bedoelde uitrusting, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkrediet-verzekering te verstrekken aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Myanmar/Birma.

▼M1 —————

▼M1

Artikel 3 bis

1.  Het is verboden de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 ( 2 ) vermelde goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, al dan niet van oorsprong uit de Unie, direct of indirect te verkopen, te leveren of over te dragen aan of uit te voeren naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Myanmar/Birma, als deze goederen geheel of gedeeltelijk bedoeld zijn of kunnen zijn voor militair gebruik, een militaire eindgebruiker of de grenswachtpolitie.

Wanneer de eindgebruiker het leger van Myanmar/Birma is, worden de betrokken goederen en technologie geacht voor militair gebruik te zijn bestemd.

2.  Wanneer zij besluiten nemen inzake verzoeken om vergunningen in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 428/2009, verlenen de bevoegde autoriteiten geen vergunning voor de uitvoer naar een natuurlijke persoon, een rechtspersoon, entiteit of lichaam in Myanmar/Birma of voor gebruik in Myanmar/Birma, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de eindgebruiker een militaire eindgebruiker zou kunnen zijn of dat de goederen voor militair eindgebruik of voor de grenswachtpolitie bestemd zouden kunnen zijn.

3.  De exporteurs verstrekken de bevoegde autoriteiten alle gegevens die vereist zijn voor de aanvraag van een uitvoervergunning.

4.  Het is verboden:

a) direct of indirect technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten in verband met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie en met de levering, de fabricage, het onderhoud en het gebruik daarvan te verlenen aan militaire eindgebruikers, de grenswachtpolitie of voor militair gebruik in Myanmar/Birma;

b) direct of indirect financiering of financiële bijstand in verband met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekeringen, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen en technologie, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten, te verstrekken aan militaire eindgebruikers, de grenswachtpolitie of voor militair gebruik in Myanmar/Birma.

5.  De verbodsbepalingen van de leden 1 en 4 laten de uitvoering van vóór 27 april 2018 gesloten contracten of aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering daarvan, onverlet.

6.  Lid 1 is niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van kogelvrije vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de EU of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee geassocieerd personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Myanmar/Birma wordt uitgevoerd.

Artikel 3 ter

1.  Het is verboden de in bijlage III vermelde apparatuur, technologie of software, al dan niet van oorsprong uit de Unie, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar personen, entiteiten of lichamen in Myanmar/Birma of voor gebruik in Myanmar/Birma, tenzij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat daartoe vooraf toestemming heeft verleend.

2.  De bevoegde autoriteiten verlenen de in lid 1 bedoelde toestemming niet indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de bedoelde apparatuur, technologie of software door de regering van Myanmar/Birma, door overheidsorganen, -bedrijven of -agentschappen, of door personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen, zou worden gebruikt voor binnenlandse repressie.

3.  Bijlage III omvat apparatuur, technologie of software die voornamelijk bestemd is voor toezicht op of interceptie van internetcommunicatie of telefoongesprekken.

4.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van dit artikel verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

Artikel 3 quater

1.  Tenzij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vooraf toestemming heeft verleend overeenkomstig artikel 3 ter, is het verboden:

a) direct of indirect technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de in bijlage III vermelde apparatuur, technologie en software, of in verband met het installeren, leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van de in bijlage III vermelde apparatuur en technologie, of in verband met het leveren, installeren, in werking stellen of actualiseren van in bijlage III vermelde software, te verlenen aan personen, entiteiten of lichamen in Myanmar/Birma of voor gebruik in Myanmar/Birma;

b) direct of indirect financiering of financiële bijstand in verband met de in bijlage III vermelde apparatuur, technologie en software te verstrekken aan personen, entiteiten of lichamen in Myanmar/Birma of voor gebruik in Myanmar/Birma;

c) diensten van enige aard voor toezicht op of interceptie van telecommunicatie of internet te verlenen aan, of direct of indirect ten behoeve van de regering van Myanmar/Birma, overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen of personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen.

2.  Voor de toepassing van lid 1, onder c), worden onder „diensten voor toezicht op of interceptie van telecommunicatie of internet” diensten verstaan die, in het bijzonder met gebruikmaking van de in bijlage III vermelde apparatuur, technologie of software, toegang verschaffen tot en voorzien in doorgifte van de inkomende en uitgaande telecommunicatie en de oproepgegevens van een persoon met als doel deze te extraheren, te decoderen, te registreren, te verwerken, te analyseren of op te slaan of andere daarmee samenhangende handelingen te verrichten.

▼B

Artikel 4

▼M1

1.  In afwijking van artikel 2, lid 1, artikel 3, lid 2, en artikel 3 bis, lid 1, en artikel 3 bis, lid 4, onder voorbehoud van artikel 5, kunnen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, zoals aangegeven op de in bijlage II vermelde websites, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor:

a) de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage I bedoelde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, en van in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 vermelde goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, die uitsluitend bedoeld zijn voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele opbouw van de Verenigde Naties en de Europese Unie, of voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie en de Verenigde Naties;

b) de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van uitrusting en materieel voor gebruik bij mijnopruimingsoperaties; alsmede

c) het verstrekken van financiering, financiële bijstand en technische bijstand in verband met uitrusting, materieel, programma's en operaties als bedoeld onder a) en b).

▼B

2.  In afwijking van artikel 3, lid 1, en onder voorbehoud van artikel 5, kunnen de in de lijst van websites in bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor het verstrekken van financiering, financiële bijstand en technische bijstand in verband met:

a) niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma’s voor institutionele opbouw van de Verenigde Naties en de Europese Unie;

b) materieel bedoeld voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie of de Verenigde Naties.

▼M1

Artikel 4 bis

1.  Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van in bijlage IV vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren.

2.  Aan of ten behoeve van de in bijlage IV vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld.

3.  Bijlage IV omvat:

a) natuurlijke personen die behoren tot het leger van Myanmar/Birma (Tatmadaw) en de grenswachtpolitie en verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen in Myanmar/Birma;

b) natuurlijke personen die behoren tot het leger van Myanmar/Birma (Tatmadaw) en de grenswachtpolitie en die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van humanitaire hulp aan burgers in nood belemmeren;

c) natuurlijke personen die behoren tot het leger van Myanmar/Birma (Tatmadaw) en de grenswachtpolitie en die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van onafhankelijk onderzoek naar de vermeende schendingen of het vermeende misbruik van de mensenrechten, en

d) natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die met de onder a), b) en c) bedoelde natuurlijke personen geassocieerd zijn.

4.  In bijlage IV worden de redenen vermeld waarom personen, entiteiten en lichamen op de lijst zijn geplaatst.

5.  Bijlage IV bevat tevens, wanneer beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van inschrijving en/of registratie, het inschrijvings- en/of registratienummer en de plaats van vestiging.

Artikel 4 ter

1.  In afwijking van artikel 4 bis kunnen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a) noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage IV vermelde natuurlijke personen en rechtspersonen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

d) noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de betrokken bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming dient te worden verleend, en

e) gestort worden op of betaald worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.

2.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

Artikel 4 quater

1.  In afwijking van artikel 4 bis kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

a) de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 4 bis bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of het in artikel 4 bis bedoelde lichaam werd opgenomen in bijlage IV, of van een rechterlijk of administratief besluit dat in de Unie is uitgesproken, of van een rechterlijk besluit dat in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en dat van voor of na die datum dateert;

b) de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c) de beslissing komt niet ten goede aan een in bijlage IV vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, alsmede

d) de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

Artikel 4 quinquies

1.  In afwijking van artikel 4 bis en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage IV vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst, gesloten door of op grond van een verplichting, ontstaan voor de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage IV werden opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a) de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een bijlage IV vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam;

b) de betaling niet in strijd is met artikel 4 bis, lid 2

2.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

3.  Artikel 4 bis, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in de lijst opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

4.  Mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 4 bis worden bevroren, is artikel 4 bis, lid 2, niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a) rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b) betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 4 bis bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen waren opgenomen in bijlage IV, of

c) betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitragebesluiten die in een lidstaat zijn uitgesproken of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn.

Artikel 4 sexies

1.  Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a) alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 4 bis zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen, alsmede

b) samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van de onder a) bedoelde informatie.

2.  Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

3.  Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 4 septies

1.  De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.  Acties van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op de maatregelen in deze verordening.

Artikel 4 octies

Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in deze verordening vastgelegde maatregelen worden omzeild.

Artikel 4 novies

1.  Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a) de in bijlage IV opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b) een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.  In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon, rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam geleverd.

3.  Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 4 decies

1.  Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 4 bis bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage IV dienovereenkomstig.

2.  De Raad stelt de in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokkene daarover opmerkingen kan indienen.

3.  Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en brengt hij de persoon, entiteit of het lichaam daarvan op de hoogte.

4.  De lijst in bijlage IV wordt met regelmatige tussenpozen en ten minste om de twaalf maanden opnieuw bezien.

▼B



HOOFDSTUK 2

Artikel 5

De in artikel 4 bedoelde vergunningen worden niet verleend voor activiteiten die reeds hebben plaatsgevonden.

▼M1

Artikel 6

1.  De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:

a) in het kader van artikel 4 bis bevroren tegoeden en in het kader van de artikelen 3 bis, 3 ter, 3 quater, 4 ter, 4 quater en 4 quinqies verleende toestemmingen;

b) inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

2.  De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

▼B

Artikel 7

De Commissie wordt gemachtigd om bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 8

1.  De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels ten uitvoer worden gelegd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.  De lidstaten brengen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld op de hoogte van die regels, alsook van latere wijzigingen.

Artikel 9

1.  De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren hen op of door middel van de websites waarvan de lijst in bijlage II is opgenomen.

2.  De lidstaten brengen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld op de hoogte van de bevoegde autoriteiten die zij hebben aangewezen, alsook van latere wijzigingen.

Artikel 10

Deze verordening is van toepassing:

a) op het grondgebied van de Unie, inclusief het luchtruim;

b) aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c) op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d) op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

e) op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 11

Verordening (EG) nr. 194/2008 wordt ingetrokken.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

Lijst van de uitrusting die voor interne repressie zou kunnen worden gebruikt, als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4

1. De volgende vuurwapens, munitie en toebehoren:

1.1. vuurwapens die niet vallen onder ML 1 of ML 2 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU ( 3 );

1.2. munitie speciaal ontworpen voor de vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.1, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;

1.3. vuurwapenvizieren die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU.

2. Bommen en granaten die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU.

3. De volgende voertuigen:

3.1. voertuigen uitgerust met een waterkanon, die speciaal zijn ontworpen of aangepast ten behoeve van oproerbeheersing;

3.2. voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren;

3.3. voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om barricades te verwijderen, met inbegrip van constructiematerieel met bescherming tegen kogels;

3.4. voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor vervoer of overbrenging van gevangenen en/of gedetineerden;

3.5. voertuigen die speciaal zijn ontworpen om mobiele barrières op te werpen;

3.6. voor de in 3.1 tot en met 3.5 vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen ten behoeve van oproerbeheersing.

Toelichting 1:  dit punt bestrijkt niet voertuigen die speciaal zijn ontworpen ten behoeve van brandbestrijding.

Toelichting 2:  voor de toepassing van punt 3.5 omvat de term voertuigen ook opleggers en aanhangwagens.

4. De volgende explosieven en aanverwante stoffen:

4.1. uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektrisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, boosters en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van: apparatuur en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere apparatuur of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties);

4.2. ladingen voor directionele explosies die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie;

4.3. de volgende andere explosieven die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie vallen, en aanverwante stoffen:

a) amatol;

b) nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5 %);

c) nitroglycol;

d) penta-erythritoltetranitraat (PETN);

e) picrylchloride;

f) 2,4,6-trinitrotolueen (TNT).

5. De volgende beschermende uitrusting die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie:

5.1. lichaamspantsering met bescherming tegen kogels en/of messteken;

5.2. kogel- en/of fragmentatiebestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden.

Noot: dit punt heeft geen betrekking op:

 uituitrusting speciaal ontworpen voor sportactiviteiten;

 uituitrusting speciaal ontworpen voor de veiligheid op het werk.

6. Simulatieapparatuur die niet onder ML 14 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie valt, voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen programmatuur.

7. Niet door de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie bestreken nachtzicht- en thermische beeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen.

8. Scheermesprikkeldraad.

9. Militaire messen, gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm.

10. Productieapparatuur die speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen.

11. Specifieke technologie voor de ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde goederen.




BIJLAGE II

Websites voor informatie over de in de artikelen 4, 7 en 9 bedoelde bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

BELGIË

http://www.diplomatie.be/eusanctions

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html

TSJECHIË

http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

DENEMARKEN

http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.maec.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones%20Internacionales/Paginas/Sanciones_%20Internacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

CYPRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

HONGARIJE

http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/

MALTA

http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp

NEDERLAND

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

http://www.msz.gov.pl

PORTUGAL

http://www.min-nestrangeiros.pt

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/

SLOWAKIJE

http://www.mzv.sk/sk/europske_zalezitosti/sankcie_eu-sankcie_eu

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

http://www.fco.gov.uk/competentauthorities

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 02/309

B-1049 Brussel

België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu

▼M1




BIJLAGE III

Apparatuur, technologie en software als bedoeld in de artikelen 3 ter en 3 quater

Algemeen

Niettegenstaande de inhoud van deze bijlage is zij niet van toepassing op:

a) apparatuur, technologie of software die is vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 of in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, of

b) software die is ontworpen voor installatie door de gebruiker zonder wezenlijke ondersteuning van de leverancier en die algemeen voor het publiek verkrijgbaar is doordat zij via de detailhandel zonder beperkingen uit voorraad wordt verkocht via

i) winkelverkoop,

ii) postorderverkoop,

iii) elektronische transacties, of

iv) telefonische verkoop, of

c) software die tot het publieke domein behoort.

De categorieën A, B, C, D en E verwijzen naar de categorieën in Verordening (EG) nr. 428/2009.

De „apparatuur, technologie en software als bedoeld in de artikelen 3 ter en 3 quater” omvat:

A. Lijst van apparatuur

 Systemen voor deep packet inspection

 Systemen voor interceptie op netwerken, waaronder systemen voor interceptiebeheer (IMS) en systemen voor informatie over bewaring van gegevens

 Monitoringsystemen voor radiofrequenties

 Stoorsystemen voor netwerken en satellietverbindingen

 Systemen voor infectie op afstand

 Spraakherkennings en -verwerkingssystemen

 Systemen voor interceptie en monitoring van IMSI ( 4 ), MSISDN ( 5 ), IMEI ( 6 ), TMSI ( 7 )

 Systemen voor tactische interceptie en monitoring van sms ( 8 )/GSM ( 9 )/gps ( 10 )/GPRS ( 11 )/UMTS ( 12 )/CDMA ( 13 )/PSTN ( 14 )

 Systemen voor interceptie van informatie en monitoring van DHCP ( 15 )/SMTP ( 16 ), GTP ( 17 )

 Systemen voor patroonherkenning en -profilering

 Op afstand werkende forensische systemen

 Systemen voor semantische verwerking

 Systemen voor het breken van de codes van WEP- en WPA-verbindingen

 Interceptiesystemen voor merkgebonden en standaard VoIP-protocollen

B. Niet gebruikt

C. Niet gebruikt

D. „Software” voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van de onder A vermelde apparatuur.

E. „Technologie” voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van de onder A vermelde apparatuur.

Apparatuur, technologie of software die binnen deze categorieën valt, wordt uitsluitend door deze bijlage bestreken voor zover zij past binnen de algemene beschrijving „systemen voor interceptie en monitoring van internet-, telefoon- en satellietcommunicatie”.

In deze bijlage wordt onder „monitoring” verstaan het vastleggen, extraheren, decoderen, opslaan, verwerken, analyseren en archiveren van de inhoud van gesprekken en van netwerkdata.




BIJLAGE IV

Lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen als bedoeld in artikel 4 bis

▼M2



 

Naam

Identificatiegegevens

Motivering

Datum van opneming op de lijst

▼M3

1.

Aung Kyaw Zaw

Geboortedatum: 20 augustus 1961

Paspoortnr.: DM000826

Datum van afgifte: 22 november 2011

Vervaldatum: 21 november 2021

Militair identificatienummer: BC 17444

Luitenant-generaal Aung Kyaw Zaw was van augustus 2015 tot eind 2017 bevelhebber van het Bureau speciale operaties nr. 3 van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Bureau speciale operaties nr. 3 zag toe op het Westelijke Commando en, in die context, is luitenant-generaal Aung Kyaw Zaw verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige schendingen van de mensenrechten van de Rohingya's in de staat Rakhine door het Westelijke Commando tijdens die periode. Het gaat om moordpartijen, seksueel geweld en het systematisch platbranden van Rohingya-huizen en -gebouwen.

25.6.2018

▼M2

2.

Maung Maung Soe

Geboortedatum: maart 1964

Nationaal identificatienummer: Tatmadaw Kyee 19571

Generaal-majoor Maung Maung Soe was van oktober 2016 tot en met 10 november 2017 bevelhebber van het Westelijke Commando van het leger van Myanmar (Tatmadaw) en leidde de militaire operaties in de deelstaat Rakhine. In die context is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige schendingen van de mensenrechten van de Rohingya's in de deelstaat Rakhine door het Westelijke Commando tijdens die periode. Het gaat om moordpartijen, seksueel geweld en systematisch platbranden van Rohingya-huizen en -gebouwen.

25.6.2018

▼M3

3.

Than Oo

Geboortedatum: 12 oktober 1973

Militair identificatienummer: BC 25723

Brigadegeneraal Than Oo is bevelhebber van de 99e lichte infanteriedivisie van het leger van Myanmar (Tatmadaw). In die context is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige schendingen van de mensenrechten van de Rohingya's in de deelstaat Rakhine in de tweede helft van 2017 door de 99e lichte infanteriedivisie. Het gaat om moordpartijen, seksueel geweld en het systematisch platbranden van Rohingya-huizen en -gebouwen.

25.6.2018

4.

Aung Aung

Militair identificatienummer: BC 23750

Brigadegeneraal Aung Aung is bevelhebber van de 33e lichte-infanteriedivisie van het leger van Myanmar (Tatmadaw). In die context is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige schendingen van de mensenrechten van de Rohingya's in de deelstaat Rakhine in de tweede helft van 2017 door de 33e lichte-infanteriedivisie. Het gaat om moordpartijen, seksueel geweld en het systematisch platbranden van Rohingya-huizen en -gebouwen.

25.6.2018

5.

Khin Maung Soe

 

Brigadegeneraal Khin Maung Soe is bevelhebber van het militaire operationele commando 15 (ook wel de 15e lichte-infanteriedivisie genoemd) van het leger van Myanmar (Tatmadaw), waar infanteriebataljon nr. 564 toe behoort. In die context is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige schendingen van de mensenrechten van de Rohingya's in de deelstaat Rakhine in de tweede helft van 2017 door het militaire operationele commando 15 en in het bijzonder door infanteriebataljon nr. 564. Het gaat om moordpartijen, seksueel geweld en het systematisch platbranden van Rohingya-huizen en -gebouwen.

25.6.2018

▼M2

6.

Thura San Lwin

Geboortedatum: 1957

Brigadegeneraal Thura San Lwin was van oktober 2016 tot begin oktober 2017 bevelhebber van de grenspolitie. In die context is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige schendingen van de mensenrechten van de Rohingya's in de deelstaat Rakhine door de grenspolitie tijdens die periode. Het gaat om moordpartijen, seksueel geweld en systematisch platbranden van Rohingya-huizen en -gebouwen.

25.6.2018

7.

Thant Zin Oo

 

Thant Zin Oo is bevelhebber van het 8e bataljon van de veiligheidspolitie. In die context is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige schendingen van de mensenrechten van de Rohingya's in de deelstaat Rakhine in de tweede helft van 2017 door het 8e bataljon van de veiligheidspolitie. Het gaat om moordpartijen, seksueel geweld en systematisch platbranden van Rohingya-huizen en -gebouwen. Die schendingen zijn gepleegd samen met rechtstreekse steunverlening van de 33e lichte infanteriedivisie van het door brigadegeneraal Aung Aung geleide leger van Myanmar (Tatmadaw). Thant Zin Oo wordt derhalve in verband gebracht met de op de lijst opgenomen brigadegeneraal Aung Aung.

25.6.2018

▼M4

8.

Ba Kyaw

 

Ba Kyaw is een eerste sergeant-majoor in het 564e bataljon lichte infanterie van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Hij pleegde in de tweede helft van 2017 wreedheden en ernstige mensenrechtenschendingen, waaronder moord, deportatie en foltering, tegen de Rohingya-bevolking in de deelstaat Rakhine. Hij is meer bepaald geïdentificeerd als een van de belangrijkste verantwoordelijken voor van het bloedbad in Maung Nu van 27 augustus 2017.

21.12.2018

9.

Tun Naing

 

Tun Naing is de bevelvoerende officier van de basis van de grenspolitie in Taung Bazar. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige mensenrechtenschendingen tegen de Rohingya-bevolking in de deelstaat Rakhine die door de grenspolitie in Taung Bazar zijn gepleegd vóór, rond en na 25 augustus 2017; het betreft onder meer gedwongen detentie, mishandeling en foltering.

21.12.2018

10.

Khin Hlaing

Geboortedatum: 2 mei 1968

Brigadegeneraal Khin Hlaing is de voormalige bevelhebber van de 99e divisie lichte infanterie en de huidige bevelhebber van het Noordoostelijke Commando van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Als bevelhebber van de 99e divisie lichte infanterie zag hij toe op de militaire operaties in de deelstaat Shan in 2016 en begin 2017. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de door de 99e divisie lichte infanterie in de tweede helft van 2016 gepleegde wreedheden en ernstige schendingen van de mensenrechten van de tot etnische minderheden behorende bewoners van de deelstaat Shan. Het betreft onder meer moordpartijen, gedwongen detentie en de vernietiging van dorpen.

21.12.2018

11.

Aung Myo Thu

 

Majoor Aung Myo Thu is de bevelhebber van de terreineenheid van de 33e divisie lichte infanterie van het leger van Myanmar (Tatmadaw). Als bevelhebber van de terreineenheid van de 33e divisie lichte infanterie zag hij toe op de militaire operaties in de deelstaat Rakhine in 2017. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige schendingen van de mensenrechten die in de tweede helft van 2017 door de 33e divisie lichte infanterie tegen de Rohingya-bevolking in de deelstaat Rakhine zijn gepleegd. Het betreft onder meer moordpartijen, moordpartijen onder dwang, seksueel geweld en gedwongen detentie.

21.12.2018

12.

Thant Zaw Win

 

Thant Zaw Win is een majoor in het 564e bataljon lichte infanterie van het leger van Myanmar (Tatmadaw). In die hoedanigheid zag hij toe op de militaire operaties in de deelstaat Rakhine en is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige mensenrechtenschendingen die tegen de Rohingya-bevolking in de deelstaat Rakhine door het 564e bataljon lichte infanterie zijn gepleegd, met name in en rond het dorp Maung Nu op 27 augustus 2017. Het gaat onder meer om moordpartijen, seksueel geweld en systematisch platbranden van huizen en gebouwen van Rohingya's.

21.12.2018

13.

Kyaw Chay

 

Kyaw Chay is een korporaal bij de grenspolitie. Hij was eertijds gestationeerd in Zay Di Pyin en was de bevelvoerende officier van de basis van de grenspolitie in Zay Di Pyin in de periode rond 25 augustus 2017, toen onder zijn bevel door de grenspolitie een reeks mensenrechtenschendingen is gepleegd. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige mensenrechtenschendingen die in die periode door de grenspolitie tegen de Rohingya-bevolking zijn gepleegd. Hij nam ook zelf deel aan ernstige schendingen van de mensenrechten. Het betreft onder meer mishandeling van gedetineerden en foltering.

21.12.2018

14.

Nyi Nyi Swe

 

Generaal-majoor Nyi Nyi Swe is de voormalige bevelhebber van het Noordelijke Commando van het leger van Myanmar (Tatmadaw). In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de wreedheden en ernstige mensenrechtenschendingen die van mei 2016 tot april 2018 (tot zijn benoeming tot bevelhebber van het Zuidwestelijk Commando) door het Noordelijke Commando in de deelstaat Kachin zijn gepleegd; het betreft onder meer mishandeling van burgers. Hij is ook verantwoordelijk voor het belemmeren van de verstrekking van humanitaire hulp aan burgers in nood in de deelstaat Kachin in die periode, met name het blokkeren van voedseltransporten.

21.12.2018



( 1 ) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

( 2 ) Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).

( 3 ) Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen (door de Raad aangenomen op 11 maart 2013 (PB C 30 van 27.3.2013, blz. 1).

( 4

( 5

( 6

( 7

( 8

( 9

( 10

( 11

( 12

( 13

( 14

( 15

( 16

( 17

Top