EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02011L0061-20210802
Directive 2011/61/EU of the European Parliament and of the Council of 8 June 2011 on Alternative Investment Fund Managers and amending Directives 2003/41/EC and 2009/65/EC and Regulations (EC) No 1060/2009 and (EU) No 1095/2010 (Text with EEA relevance)Text with EEA relevance
Consolidated text: Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
02011L0061 — NL — 02.08.2021 — 005.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
RICHTLIJN 2011/61/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
RICHTLIJN 2013/14/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 21 mei 2013 |
L 145 |
1 |
31.5.2013 |
|
RICHTLIJN 2014/65/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 mei 2014 |
L 173 |
349 |
12.6.2014 |
|
RICHTLIJN (EU) 2016/2341 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 2016 |
L 354 |
37 |
23.12.2016 |
|
VERORDENING (EU) 2017/2402 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 |
L 347 |
35 |
28.12.2017 |
|
RICHTLIJN (EU) 2019/1160 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 |
L 188 |
106 |
12.7.2019 |
|
RICHTLIJN (EU) 2019/2034 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 november 2019 |
L 314 |
64 |
5.12.2019 |
Gerectificeerd bij:
RICHTLIJN 2011/61/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 8 juni 2011
inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
Deze richtlijn stelt regels vast voor de vergunningverlening aan, de dagelijkse bedrijfsuitoefening door en de transparantie van beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerders) die alternatieve beleggingsinstellingen in de Unie beheren en/of verhandelen.
Artikel 2
Toepassingsgebied
Met inachtneming van lid 3 van dit artikel en artikel 3 is deze richtlijn van toepassing op:
EU abi-beheerders die een of meer abi’s beheren, ongeacht het feit of deze abi’s EU-abi’s of niet-EU-abi's zijn;
niet-EU abi-beheerders die een of meer EU-abi’s beheren; en
niet-EU abi-beheerders die een of meer abi’s in de Unie verhandelen, ongeacht het feit of de abi een EU-abi of een niet-EU-abi is.
In het kader van lid 1 is het niet van belang:
of de abi tot het open-end- dan wel het closed-end-type behoort;
of de abi is opgericht bij overeenkomst, als trust, dan wel bij statuten, of een andere rechtsvorm bezit;
wat de juridische structuur van de abi-beheerder is.
De richtlijn is niet van toepassing op de volgende entiteiten:
holdings;
instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening die vallen onder Richtlijn 2003/41/EG, inclusief, indien van toepassing, de vergunninghoudende entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het beheer van deze instellingen en in hun naam handelen, als bedoeld in artikel 2, lid 1, van die richtlijn, of de uit hoofde van artikel 19, lid 1, van die richtlijn aangewezen beleggingsbeheerders, voor zover die geen abi’s beheren;
supranationale instellingen, zoals de Europese Centrale Bank, de Europese Investeringsbank, het Europese Investeringsfonds, de Europese ontwikkelingsfinancieringsinstellingen en bilaterale ontwikkelingsbanken, de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en andere supranationale instellingen en vergelijkbare internationale organisaties, indien dergelijke instellingen of organisaties een of meer abi’s beheren en voor zover deze abi’s in het algemeen belang handelen;
nationale centrale banken;
nationale, regionale en lokale overheden en organen of andere instellingen die fondsen ter ondersteuning van socialezekerheids- en pensioenstelsels beheren;
werknemerswinstdelings- of werknemersspaarplannen,
voor een bijzonder doel opgerichte securitisatie-entiteiten.
Artikel 3
Vrijstellingen
Onverminderd de toepassing van artikel 46, zijn alleen leden 3 en 4 van dit artikel van toepassing voor de volgende abi-beheerders:
abi-beheerders die rechtstreeks of middels een onderneming waarmee de abi-beheerder via gemeenschappelijke bedrijfsvoering of gemeenschappelijke zeggenschapsuitoefening of door een substantiële rechtstreekse of middellijke deelneming verbonden is, portefeuilles beheren van abi’s waarvan het totaal aan beheerde activa, inclusief de activa die met hefboomfinanciering zijn verworven, niet uitkomt boven de drempel van 100 miljoen EUR; of
abi-beheerders die rechtstreeks of middels een onderneming waarmee de abi-beheerder via gemeenschappelijke bedrijfsvoering of gemeenschappelijke zeggenschapsuitoefening of door een substantiële rechtstreekse of middellijke deelneming verbonden is, portefeuilles beheren van abi’s waarvan het totaal aan beheerde activa niet uitkomt boven de drempel van 500 miljoen EUR wanneer de abi-portefeuilles bestaan uit abi’s zonder hefboomfinanciering en bij deze abi’s gedurende een periode van vijf jaar vanaf de datum van de oorspronkelijke belegging in elke abi geen terugbetalingsrechten kunnen worden uitgeoefend.
De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 2 bedoelde abi-beheerders op zijn minst:
onderworpen zijn aan notificatie bij de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst;
op het ogenblik van de notificatie zichzelf en de door hen beheerde abi’s identificeren tegenover de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst;
op het ogenblik van de notificatie aan de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst informatie verschaffen over de beleggingsstrategieën van de door hen beheerde abi’s;
de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst regelmatig informatie verstrekken over de voornaamste instrumenten waarin zij handelen en over de voornaamste risicoposities en belangrijkste concentraties van de door hen beheerde abi’s, opdat de bevoegde autoriteiten doeltreffend kunnen toezien op systeemrisico’s; en
indien zij niet langer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoen, de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst daarvan in kennis stellen.
De leden 2 en 3 van dit artikel zijn van toepassing zonder afbreuk te doen aan de striktere regels die lidstaten hebben vastgesteld voor in lid 2 bedoelde abi-beheerders.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat, wanneer niet langer voldaan is aan de in lid 2 gestelde voorwaarden, de betrokken abi-beheerders binnen 30 kalenderdagen een vergunning aanvragen volgens de desbetreffende procedures die in deze richtlijn zijn vastgesteld.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onverminderd de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 de maatregelen vast tot precisering van:
de wijze waarop de in lid 2 bedoelde drempels moeten worden berekend en de behandeling van de abi-beheerder die abi’s beheren waarvan de beheerde activa, inclusief de activa die met hefboomfinanciering zijn verworven, in hetzelfde kalenderjaar incidenteel uitkomen boven en/of onder de toepasselijke drempel;
de voor entiteiten in lid 2 bedoelde verplichtingen inzake registratie en informatieverstrekking met het oog op een doeltreffend toezicht op de systeemrisico’s zoals bedoeld in lid 3; en
de in lid 3 vastgelegde verplichting tot kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten.
Artikel 4
Definities
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
a) |
„abi’s” : instellingen voor collectieve belegging, met inbegrip van beleggingscompartimenten daarvan, die:
i)
bij een reeks beleggers kapitaal ophalen om dit overeenkomstig een bepaald beleggingsbeleid in het belang van deze beleggers te beleggen; en
ii)
niet vergunningsplichtig zijn uit hoofde van artikel 5 van Richtlijn 2009/65/EG; |
b) |
„abi-beheerders” : rechtspersonen waarvan de normale werkzaamheden bestaan in het beheren van een of meer abi’s; |
c) |
„bijkantoor” : een bedrijfszetel die, in het geval van een abi-beheerder, een onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid van de abi-beheerder vormt, en die, in het geval van een abi-beheerder, de diensten verricht waarvoor de abi-beheerder een vergunning heeft gekregen; verscheidene bedrijfszetels in eenzelfde lidstaat van een abi-beheerder met statutaire zetel in een andere lidstaat of in een derde land worden als één bijkantoor beschouwd; |
d) |
„carried interest” : deel in de winst van de abi bestemd voor de abi-beheerder als vergoeding voor het beheer van de abi, met uitsluiting van elk deel in de winst van de abi bestemd voor de abi-beheerder als opbrengst van een belegging van de abi-beheerder in de abi; |
e) |
„nauwe banden” : een situatie waarin twee of meer natuurlijke of rechtspersonen verbonden zijn door:
i)
een deelneming, met name het rechtstreeks of door middel van een zeggenschapsband houden van ten minste 20 % van de stemrechten of het kapitaal van een onderneming; of
ii)
een zeggenschapsband, met name de band die bestaat tussen een moederonderneming en een dochteronderneming, zoals bedoeld in artikel 1 van de Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 betreffende de geconsolideerde jaarrekening ( 1 ), of een band van dezelfde aard tussen een natuurlijke of rechtspersoon en een onderneming; voor de toepassing van dit punt wordt een dochteronderneming van een dochteronderneming ook beschouwd als een dochteronderneming van de moederonderneming van deze dochterondernemingen. Als een nauwe band tussen twee of meer natuurlijke of rechtspersonen wordt tevens beschouwd een situatie waarin deze personen via een zeggenschapsband „duurzaam verbonden” zijn met eenzelfde persoon; |
f) |
„bevoegde autoriteiten” : de nationale autoriteiten van lidstaten die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op abi-beheerders; |
g) |
„bevoegde autoriteiten” in verband met een bewaarder :
i)
indien de bewaarder een kredietinstelling is waaraan uit hoofde van Richtlijn 2006/48/EG vergunning is verleend, de bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 4, punt 4, hiervan;
ii)
indien de bewaarder een beleggingsonderneming is waaraan uit hoofde van Richtlijn 2004/39/EG vergunning is verleend, de bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 22, hiervan;
iii)
indien de bewaarder valt onder de categorie instellingen als bedoeld in artikel 21, lid 3, eerste alinea, onder c), van deze richtlijn, de nationale autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op dergelijke categorieën instellingen;
iv)
indien de bewaarder een rechtspersoon is als bedoeld in artikel 21, lid 3, derde alinea, van deze richtlijn, de nationale autoriteiten van de lidstaat waar deze entiteit haar statutaire zetel heeft en die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op dergelijke entiteiten, of het officieel orgaan dat krachtens de toepasselijke beroepsregels bevoegd is voor de registratie van en het toezicht op deze entiteit;
v)
indien de bewaarder overeenkomstig artikel 21, lid 5, onder b), van deze richtlijn aangesteld is als bewaarder voor een niet-EU-abi en niet valt onder het toepassingsgebied van de punten i) tot en met iv), de relevante nationale autoriteiten van het derde land waar de bewaarder zijn statutaire zetel heeft; |
h) |
„bevoegde autoriteiten van de EU-abi” : de nationale autoriteiten van een lidstaat die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op abi’s; |
i) |
„zeggenschap” : zeggenschap in de zin van artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG; |
j) |
„gevestigd” :
|
k) |
„EU-abi” :
i)
een abi die krachtens de toepasselijke nationale wetgeving een vergunning heeft of geregistreerd is in een lidstaat; of
ii)
een abi die geen vergunning heeft of geregistreerd is in een lidstaat, maar die haar statutaire zetel en/of haar hoofdkantoor heeft in een lidstaat; |
l) |
„EU abi-beheerder” : een abi-beheerder die zijn statutaire zetel heeft in een lidstaat; |
m) |
„feeder-abi” : een abi die:
i)
ten minste 85 % van haar activa belegt in rechten van deelneming of aandelen van een andere abi (de „master-abi”); of
ii)
ten minste 85 % van haar activa belegt in meer dan één master-abi indien deze master-abi’s identieke beleggingsstrategieën hebben; of
iii)
op een andere wijze voor ten minste 85 % van haar activa een risicopositie inneemt in een of meer dergelijke master-abi’s; |
n) |
„financieel instrument” : een instrument als genoemd in bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG, deel C; |
o) |
„holding” : een onderneming met een aandeel in een of meer andere ondernemingen die als zakelijk doel heeft via haar dochterondernemingen, verbonden ondernemingen of deelnemingen een bedrijfsstrategie of -strategieën uit te voeren teneinde aan hun langetermijnwaarde bij te dragen, en die een onderneming is die ofwel:
i)
optreedt voor eigen rekening en waarvan de aandelen tot de handel zijn toegelaten op een gereglementeerde markt in de Unie; of
ii)
niet is opgericht met als hoofddoel voor haar beleggers rendement te genereren door haar dochterondernemingen of verbonden ondernemingen af te stoten, zoals blijkt uit het jaarverslag of andere officiële stukken van de onderneming; |
p) |
„lidstaat van herkomst van de abi” :
i)
de lidstaat waar de abi krachtens de toepasselijke nationale wetgeving een vergunning heeft of waar zij notificatie heeft gedaan, of in het geval van meerdere vergunningen of notificaties, de lidstaat waar de abi voor het eerst een vergunning heeft gekregen of notificatie heeft gedaan; of
ii)
indien de abi niet over een vergunning beschikt in een lidstaat of in een lidstaat notificatie heeft gedaan, de lidstaat waar de abi haar statutaire zetel en/of haar hoofdkantoor heeft; |
q) |
„lidstaat van herkomst van een abi-beheerder” : de lidstaat waar de abi-beheerder zijn statutaire zetel heeft; voor niet-EU abi-beheerders zijn alle verwijzingen in deze richtlijn naar „lidstaat van herkomst van de abi-beheerder” te verstaan als „de referentielidstaat”, zoals vastgesteld in hoofdstuk VII; |
r) |
„lidstaat van ontvangst van een abi-beheerder” :
i)
een lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar een EU abi-beheerder EU-abi’s beheert;
ii)
een lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar een EU abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in EU-abi’s verhandelt;
iii)
een lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar een EU abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in niet-EU-abi's verhandelt;
iv)
een lidstaat, die niet de referentielidstaat is, waar een niet-EU abi-beheerder EU-abi’s beheert; of
v)
een lidstaat, die niet de referentielidstaat is, waar een niet-EU abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in een EU-abi verhandelt; of
vi)
een lidstaat, die niet de referentielidstaat is, waar een niet-EU abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in een niet-EU-abi verhandelt; of
vii)
een lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar een EU-abi-beheerder de in artikel 6, lid 4, bedoelde diensten verleent; |
s) |
„aanvangskapitaal” : vermogen in de zin van artikel 57, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 2006/48/EG; |
t) |
„uitgevende instelling” : een uitgevende instelling in de zin van artikel 2, lid 1, onder d), van Richtlijn 2004/109/EG, die haar statutaire zetel in de Unie heeft en waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG; |
u) |
„wettelijke vertegenwoordiger” : een natuurlijke of rechtspersoon die, voor natuurlijke personen zijn woonplaats heeft in de Unie, of voor rechtspersonen zijn statutaire zetel heeft in de Unie, en die uitdrukkelijk is aangesteld door een niet-EU abi-beheerder, namens deze niet-EU abi-beheerder optreedt jegens autoriteiten, klanten, organen en tegenpartijen voor de niet-EU abi-beheerder in de Unie in plaats van de niet-EU abi-beheerder zelf met betrekking tot diens verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn; |
v) |
„hefboomfinanciering” : een methode waarmee de abi-beheerder de positie van een door hem beheerde abi met geleend contant geld of geleende effecten, met een hefboom in de vorm van derivatenposities of anderszins vergroot; |
w) |
„abi-beheer” : het verrichten van ten minste de in punt 1, onder a) of b), van bijlage I bedoelde beleggingsdiensten voor een of meer abi’s; |
x) |
„verhandeling” : een rechtstreekse of middellijke aanbieding of plaatsing, op initiatief van of namens de abi-beheerder, van rechten van deelneming of aandelen in een door hem beheerde abi, aan of bij beleggers die in de Unie woonachtig zijn of een statutaire zetel hebben; |
y) |
„master-abi” : een abi waarin een andere abi belegt of een risicopositie inneemt overeenkomstig punt m); |
z) |
„referentielidstaat” : de lidstaat zoals bepaald in artikel 37, lid 4; |
aa) |
„niet-EU abi” : een abi die geen EU-abi is; |
ab) |
„niet-EU abi-beheerder” : een abi-beheerder die geen EU abi-beheerder is; |
ac) |
„niet-beursgenoteerde onderneming” : een onderneming die haar statutaire zetel in de Unie heeft en waarvan de aandelen niet zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG; |
ad) |
„eigen vermogen” : vermogen in de zin van de artikelen 56 tot en met 67 van Richtlijn 2006/48/EG; |
ae) |
„moederonderneming” : een moederonderneming in de zin van de artikelen 1 en 2 van Richtlijn 83/349/EEG; |
ae bis) |
“pre-marketing” : directe of indirecte verstrekking van informatie of van een mededeling over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën door een EU-abi-beheerder, of in zijn naam, aan potentiële professionele beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben, met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een abi die of compartiment dat nog niet is opgericht, of een abi die of compartiment dat wel is opgericht, maar waarvoor de kennisgeving van verhandeling overeenkomstig artikel 31 of 32 nog niet is ingediend, in de lidstaat waar de potentiële beleggers hun woonplaats of statutaire zetel hebben, en die in geen geval neerkomt op een aanbod aan of plaatsing bij potentiële beleggers om te beleggen in de rechten van deelneming of aandelen in die abi of dat compartiment; |
af) |
„prime broker” : een kredietinstelling, een gereglementeerde beleggingsonderneming of een andere aan prudentiële regelgeving onderworpen en onder permanent toezicht staande entiteit, die diensten aan professionele beleggers aanbiedt, hoofdzakelijk om als tegenpartij transacties in financiële instrumenten te financieren of uit te voeren, en die ook andere diensten kan verlenen zoals clearing en afwikkeling van transacties, bewaarnemingsdiensten, het verstrekken van effectenleningen, en technologische en operationele ondersteuning op maat van de klant; |
ag) |
„professionele belegger” : een belegger die als professionele cliënt wordt aangemerkt of op verzoek als professionele cliënt kan worden behandeld in de zin van bijlage II van Richtlijn 2004/39/EG; |
ah) |
„gekwalificeerde deelneming” : het rechtstreeks of middellijk bezitten van een deelneming in een abi-beheerder van ten minste 10 % van het kapitaal of van de stemrechten, overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van Richtlijn 2004/109/EG, daarbij rekening houdend met de in artikel 12, leden 4 en 5, van die richtlijn bedoelde voorwaarden voor samenvoeging van de deelneming, dan wel van een deelneming die de mogelijkheid inhoudt een invloed van betekenis uit te oefenen op de bedrijfsvoering van de abi-beheerder waarin wordt deelgenomen; |
ai) |
„werknemersvertegenwoordigers” : werknemersvertegenwoordigers in de zin van artikel 2, onder e), van Richtlijn 2002/14/EG; |
aj) |
„kleine belegger” : een niet-professionele belegger; |
ak) |
„dochteronderneming” : een dochteronderneming zoals gedefinieerd in de artikelen 1 en 2 van Richtlijn 83/349/EEG; |
al) |
„toezichthoudende autoriteiten” : wanneer dit begrip betrekking heeft op niet-EU-abi's, de nationale autoriteiten van een derde land die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op abi’s; |
am) |
„toezichthoudende autoriteiten” : wanneer dit begrip betrekking heeft op niet-EU abi-beheerders, de nationale autoriteiten van een derde land die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op abi-beheerders; |
an) |
„voor een bijzonder doel opgerichte securitiseringsentiteiten” : entiteiten met als enige opdracht het verrichten van een securitisatie of securitisatietransacties in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 24/2009 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten ( 2 ), alsook het verrichten van andere werkzaamheden ter vervulling van deze opdracht; |
ao) |
„icbe” : een instelling voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 2009/65/EG. |
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onverminderd de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van:
de hefboomfinancieringsmethoden, zoals bedoeld in lid 1, punt v), met inbegrip van financiële en/of juridische structuren waarbij derden betrokken zijn waarover het desbetreffende abi zeggenschap uitoefent; en
de wijze waarop hefboomfinanciering moet worden berekend.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Artikel 5
Bepaling van de abi-beheerder
De lidstaten zorgen ervoor dat elke onder het toepassingsgebied van deze richtlijn beheerde abi één enkele abi-beheerder heeft, die verantwoordelijk is voor de naleving van deze richtlijn. Als abi-beheerder kan optreden:
een externe beheerder, zijnde de door of namens de abi aangestelde rechtspersoon die uit hoofde van zijn aanstelling de verantwoordelijkheid voor het beheer van de abi draagt (externe abi-beheerder); of
indien de rechtsvorm van de abi intern beheer toestaat en het besturend orgaan van de abi ervoor kiest geen externe abi-beheerder aan te stellen, de abi zelf, dat in die omstandigheden over een vergunning als abi-beheerder moet beschikken.
HOOFDSTUK II
VERGUNNINGVERLENING AAN ABI-BEHEERDERS
Artikel 6
Voorwaarden voor toegang tot de werkzaamheden van abi-beheerder
Een abi-beheerder die overeenkomstig deze richtlijn een vergunning heeft gekregen, moet te allen tijde aan de vergunningsvoorwaarden van deze richtlijn voldoen.
In afwijking van lid 2 kunnen de lidstaten een externe abi-beheerder toestaan de volgende diensten te verrichten:
het, op grond van een door de belegger gegeven opdracht, per cliënt en op discretionaire basis beheren van beleggingsportefeuilles, met inbegrip van die van pensioenfondsen of instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening in de zin van artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2003/41/EG;
als nevendiensten:
beleggingsadvies;
de bewaring of administratie van aandelen of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging;
het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot financiële instrumenten.
Het is abi-beheerders op grond van deze richtlijn niet toegestaan:
alleen de in lid 4 bedoelde diensten te verrichten;
nevendiensten te verrichten zoals bedoeld in lid 4, onder b), zonder over een vergunning voor het verstrekken van de in lid 4, onder a), genoemde diensten te beschikken;
noch om alleen de in bijlage I, punt 2, genoemde werkzaamheden te verrichten; noch
om de in bijlage I, punt 1, onder a) genoemde diensten te verrichten zonder de in bijlage I, punt 1, onder b), genoemde diensten te verrichten of omgekeerd.
Artikel 7
Vergunningsaanvraag
De lidstaten verlangen dat een abi-beheerder die een vergunning aanvraagt, de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst de volgende informatie over de abi-beheerder verstrekt:
informatie over de personen die zich daadwerkelijk met de beheeractiviteiten van de abi-beheerder bezighouden;
informatie over de identiteit van de rechtstreekse of middellijke aandeelhouders of leden van de abi-beheerder, natuurlijke of rechtspersonen, die daarin een gekwalificeerde deelneming bezitten, alsmede over het bedrag van die deelneming;
een programma van werkzaamheden waarin de organisatiestructuur van de abi-beheerder wordt vermeld, inclusief informatie over de wijze waarop de abi-beheerder aan zijn verplichtingen krachtens de hoofdstukken II, III, IV, en indien van toepassing, V, VI, VII en VIII denkt te voldoen;
informatie over het beloningsbeleid en de beloningspraktijken zoals bedoeld in artikel 13;
informatie over de getroffen regelingen inzake de delegatie en subdelegatie van taken aan derden, als bedoeld in artikel 20.
De lidstaten verlangen dat een abi-beheerder die een vergunning aanvraagt, de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst tevens de volgende informatie verstrekt over de abi die hij wil beheren:
informatie over de beleggingsstrategieën, met inbegrip van de soorten onderliggende fondsen als de abi een fonds van fondsen is en van het door de abi-beheerder gevoerde beleid ten aanzien van het gebruik van hefboomfinanciering, en de risicoprofielen en andere kenmerken van de abi’s die hij beheert of denkt te gaan beheren, waaronder informatie over de lidstaten of derde landen waar deze abi’s gevestigd zijn of zich denken te gaan vestigen;
informatie over de vestigingsplaats van de master-abi, als de abi een feeder-abi is;
het reglement of de statuten van elke abi die de abi-beheerder van plan is te beheren;
informatie over de regelingen voor de aanstelling van de bewaarder zoals bedoeld in artikel 21 voor elke abi die de abi-beheerder van plan is te beheren;
alle bijkomende informatie als bedoeld in artikel 23, lid 1, voor elke abi die de abi-beheerder beheert of van plan is te beheren.
De ESMA houdt een centraal openbaar register bij, met de identificatie van elke abi-beheerder die een vergunning uit hoofde van deze richtlijn heeft, een lijst van de abi’s die abi-beheerders in de Unie beheren en/of verhandelen, en de bevoegde autoriteit voor elke abi-beheerder. Het register wordt in elektronische vorm openbaar gemaakt.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 op te stellen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 8
Voorwaarden voor de verlening van een vergunning
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder verlenen geen vergunning tenzij:
zij ervan overtuigd zijn dat de abi-beheerder in staat zal zijn om aan de voorwaarden van deze richtlijn te voldoen;
de abi-beheerder over voldoende aanvangskapitaal en eigen vermogen beschikt overeenkomstig artikel 9;
de personen die het bedrijf van een abi-beheerder feitelijk leiden, als voldoende betrouwbaar bekend staan en over voldoende ervaring beschikken, ook met betrekking tot de beleggingsstrategieën die door de door de abi-beheerder beheerde abi’s worden gevolgd. De identiteit van deze personen, alsook iedere opvolging van deze personen, moeten onmiddellijk aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder worden gemeld. Over de bedrijfsleiding van de abi-beheerder moet worden besloten door ten minste twee personen die aan deze voorwaarden voldoen;
de aandeelhouders of leden van de abi-beheerder die een gekwalificeerde deelneming bezitten, geschikt zijn in het licht van de noodzaak een gezonde en prudente bedrijfsvoering van de abi-beheerder te garanderen; en
het hoofdkantoor en de statutaire zetel van de abi-beheerder in dezelfde lidstaat gevestigd zijn.
De vergunning is geldig voor alle lidstaten.
De desbetreffende bevoegde autoriteiten van de andere betrokken lidstaten worden vooraf geraadpleegd over het verlenen van een vergunning aan een abi-beheerder die:
een dochteronderneming is van een andere abi-beheerder, van een icbe-beheermaatschappij, van een beleggingsonderneming, van een kredietinstelling of van een verzekeringsonderneming, waaraan in een andere lidstaat vergunning is verleend;
een dochteronderneming is van de moederonderneming van een andere abi-beheerder, van een icbe-beheermaatschappij, van een beleggingsonderneming, van een kredietinstelling of van een verzekeringsonderneming, waaraan in een andere lidstaat vergunning is verleend; en
onder de zeggenschap staat van dezelfde natuurlijke of rechtspersonen die de zeggenschap uitoefenen over een andere abi-beheerder, een icbe-beheermaatschappij, een beleggingsonderneming, een kredietinstelling of een verzekeringsonderneming, waaraan in een andere lidstaat vergunning is verleend.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder weigeren de vergunning wanneer de daadwerkelijke uitoefening van hun toezichthoudende taken wordt belemmerd door:
nauwe banden tussen de abi-beheerder en andere natuurlijke of rechtspersonen;
de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van een derde land die van toepassing zijn op natuurlijke of rechtspersonen waarmee de abi-beheerder nauwe banden heeft;
moeilijkheden in verband met de handhaving van die wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen.
Voor de toepassing van dit lid wordt een aanvraag als volledig beschouwd indien de abi-beheerder ten minste de in artikel 7, lid 2, onder a) tot en met d), en artikel 7, lid 3, onder a) en b), bedoelde gegevens heeft verstrekt.
Abi-beheerders mogen abi’s met overeenkomstig artikel 7, lid 3, onder a), in de aanvraag omschreven beleggingsstrategieën in hun lidstaat van herkomst gaan beheren zodra de vergunning is verleend, maar niet vroeger dan één maand nadat zij de in artikel 7, lid 2, onder e), en artikel 7, lid 3, onder c) tot en met e), bedoelde ontbrekende gegevens hebben verstrekt.
Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de ESMA ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen tot precisering van:
de voorschriften van toepassing op de abi-beheerders bedoeld in lid 3;
de voorschriften van toepassing op de aandeelhouders en vennoten met een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in lid 1, onder d);
de belemmeringen voor de effectieve uitoefening van de toezichthoudende taken van de bevoegde autoriteiten.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Artikel 9
Aanvangskapitaal en eigen vermogen
Ter dekking van mogelijke beroepsaansprakelijkheidsrisico’s die voortvloeien uit de werkzaamheden die een abi-beheerder krachtens deze richtlijn mag verrichten, moeten zowel intern beheerde abi’s als externe abi-beheerders:
ofwel over bijkomend eigen vermogen beschikken dat mogelijke beroepsaansprakelijkheidsrisico’s als gevolg van beroepsnalatigheid kan dekken; of
een beroepsaansprakelijkheidsverzekering afsluiten voor aansprakelijkheid als gevolg van beroepsnalatigheid, die past bij de gedekte risico’s.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen met betrekking tot lid 7 van dit artikel vast tot precisering van:
de risico’s die het bijkomend eigen vermogen of de beroepsaansprakelijkheidsverzekering moeten dekken;
de voorwaarden om te bepalen of het bijkomend eigen vermogen of de dekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering passend zijn; en
de wijze waarop voortdurende aanpassingen van het bijkomend eigen vermogen of van de dekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering moeten worden bepaald.
Artikel 10
Wijzigingen in de reikwijdte van de vergunning
Artikel 11
Intrekking van de vergunning
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder mogen de vergunning die aan een abi-beheerder is verleend, intrekken indien deze:
binnen een termijn van twaalf maanden geen gebruik maakt van de vergunning, uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven geen gebruik van de vergunning te zullen maken of de onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallende werkzaamheid gedurende een periode van zes maanden heeft gestaakt, tenzij de betrokken lidstaat voorschrijft dat de vergunning in die gevallen vervalt;
de vergunning door middel van valse verklaringen of op een andere onregelmatige wijze heeft verworven;
niet meer voldoet aan de voorwaarden op basis waarvan de vergunning is verleend;
niet meer voldoet aan Richtlijn 2006/49/EG indien zijn vergunning ook het in artikel 6, lid 4, onder a), van deze richtlijn genoemde portefeuillebeheer op discretionaire basis bestrijkt;
de bij deze richtlijn vastgestelde bepalingen in ernstige mate of systematisch heeft overtreden; of
in één van de gevallen verkeert waarin nationale voorschriften ten aanzien van buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallende aangelegenheden in intrekking voorzien.
HOOFDSTUK III
VOORWAARDEN VOOR DE BEDRIJFSUITOEFENING DOOR ABI-BEHEERDERS
DEEL 1
Algemene vereisten
Artikel 12
Algemene beginselen
De lidstaten verlangen dat abi-beheerders te allen tijde aan de volgende voorschriften voldoen: Abi-beheerders:
gaan bij de uitoefening van hun werkzaamheden billijk, loyaal en met de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid en toewijding te werk;
zetten zich in voor de belangen van de door hen beheerde abi’s of de beleggers in de door hen beheerde abi’s en de integriteit van de markt;
beschikken over en maken doeltreffend gebruik van de middelen en procedures die nodig zijn voor een deugdelijke bedrijfsuitoefening;
nemen alle redelijke maatregelen om belangenconflicten te vermijden, en als belangenconflicten onvermijdelijk zijn, om ze te onderkennen, te beheersen en te controleren en eventueel bekend te maken, met als doel te voorkomen dat ze een negatieve impact hebben op de belangen van de abi’s en de beleggers in de abi’s, en om ervoor te zorgen dat de door hen beheerde abi’s op billijke wijze worden behandeld;
voldoen aan alle voor de uitoefening van hun werkzaamheden geldende voorschriften, zodat ze de belangen van de abi’s in hun beheer of van de beleggers in de door hen beheerde abi’s optimaal kunnen behartigen en de integriteit van de markt bevorderd wordt;
behandelen alle beleggers in abi’s billijk.
Geen enkele belegger in een abi mag een voorkeursbehandeling ten deel vallen, tenzij deze voorkeursbehandeling in het reglement of de statuten van de abi in kwestie wordt vermeld.
Abi-beheerders waarvan de vergunning ook het in artikel 6, lid 4, onder a), genoemde portefeuillebeheer op discretionaire basis bestrijkt:
beleggen de portefeuille van een cliënt niet geheel of gedeeltelijk in rechten van deelneming of aandelen van de door hem beheerde abi’s zonder de voorafgaande algemene toestemming van de cliënt;
zijn voor wat de in artikel 6, lid 4, bedoelde diensten betreft, onderworpen aan Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake beleggerscompensatiestelsels ( 5 ).
Artikel 13
Beloning
De abi-beheerders leggen de beloningsregelingen en -praktijken vast in overeenstemming met bijlage II.
Artikel 14
Belangenconflicten
De lidstaten schrijven voor dat abi-beheerders alle redelijke maatregelen moeten nemen om belangenconflicten te onderkennen die zich bij het beheer van abi’s voordoen tussen:
de abi-beheerder, met inbegrip van zijn bestuurders, werknemers of andere personen die rechtstreeks of onrechtstreeks met de abi-beheerder verbonden zijn door een zeggenschapsband, en de door de abi-beheerder beheerde abi’s of de beleggers in deze abi’s;
de abi of de beleggers in die abi en een andere abi of de beleggers in die abi;
de abi of de beleggers in die abi en een andere cliënt van de abi-beheerder;
de abi of de beleggers in die abi en een icbe die door de abi-beheerder beheerd wordt, of de beleggers in deze icbe’s; of
twee cliënten van de abi-beheerder.
Abi-beheerders hanteren en handhaven doeltreffende organisatorische en administratieve regelingen, met als doel alle redelijke maatregelen te kunnen nemen om belangenconflicten te onderkennen, voorkomen, beheersen en controleren, zodat deze belangenconflicten geen schade toebrengen aan de belangen van de abi’s en van de beleggers in de abi’s.
Abi-beheerders scheiden binnen hun bedrijf taken en verantwoordelijkheden die als onderling onverenigbaar kunnen worden beschouwd of die aanleiding kunnen geven tot systematische belangenconflicten. Abi-beheerders gaan na of de omstandigheden van hun bedrijfsuitoefening tot andere belangrijke belangenconflicten kunnen leiden, en stellen de beleggers in abi’s hiervan in kennis.
Abi-beheerders betrachten bekwaamheid, zorgvuldigheid en toewijding bij de selectie en aanwijzing van de prime brokers met wie zij een overeenkomst zullen sluiten.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van:
de soorten belangenconflicten zoals bedoeld in lid 1;
de redelijke maatregelen op het gebied van structurering en organisatorische en administratieve procedures die abi-beheerders geacht worden te nemen om belangenconflicten te onderkennen, voorkomen, beheren, controleren en bekend te maken.
Artikel 15
Risicobeheer
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder toetsen deze functionele en hiërarchische afzondering van de taken in verband met risicobeheer overeenkomstig de eerste alinea in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, met dien verstande dat de abi-beheerder te allen tijde moet kunnen aantonen dat hij specifieke voorzorgsmaatregelen in verband met belangenconflicten hanteert die de onafhankelijke werking van de risicobeheeractiviteiten waarborgen, en dat de procedures voor risicobeheer voldoen aan de vereisten in dit artikel en gekenmerkt worden door een constante doeltreffendheid.
De abi-beheerder toetst de risicobeheersystemen met een passende frequentie, en ten minste eenmaal per jaar, en past ze indien nodig aan.
De abi-beheerder zorgt er in elk geval voor dat:
hij bij beleggingen voor de abi, naargelang van de beleggingsstrategie, de doelstellingen en het risicoprofiel van de abi een passende, gedocumenteerde en regelmatig bijgewerkte due diligence-procedure implementeert;
de risico’s van elke beleggingspositie van de abi en de algemene gevolgen ervan voor de portefeuille van de abi permanent naar behoren kunnen worden vastgesteld, gemeten, beheerd en bewaakt aan de hand van passende stresstestprocedures;
het risicoprofiel van de abi aansluit bij de omvang, portefeuillestructuur en beleggingsstrategieën en -doelstellingen van de abi, zoals deze zijn vastgelegd in het reglement of de statuten, het prospectus en de aanbiedingsdocumenten van de abi.
De abi-beheerder bepaalt de maximale hefboomfinanciering die hij voor elke abi in zijn beheer mag gebruiken, alsook de omvang van het recht op hergebruik van zekerheden of de garanties die in het kader van de hefboomfinancieringsregeling kunnen worden verleend. Hij houdt daarbij onder meer rekening met:
het soort abi;
de strategie van de abi’s;
de hefboomfinancieringsbronnen van de abi’s;
alle overige interrelaties of relevante connecties met andere instellingen voor financiële dienstverlening die systeemrisico’s kunnen opleveren;
de noodzaak om de risicoblootstelling jegens om het even welke individuele tegenpartij te beperken;
de mate waarin hefboomposities zijn afgedekt;
de verhouding tussen activa en passiva;
de schaal en wijze waarop en de mate waarin de abi-beheerders op de betrokken markten actief zijn.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van:
de risicobeheersystemen die de abi-beheerders moeten gebruiken met betrekking tot de risico’s die zij aangaan voor de door hen beheerde abi’s;
de passende frequentie voor de evaluatie van het risicobeheersysteem;
hoe de risicobeheerstaken functioneel en hiërarchisch zullen worden gescheiden van de uitvoerende afdelingen, inclusief het portefeuillebeheer;
specifieke voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van belangenconflicten bedoeld in de tweede alinea van lid 1;
de in lid 3 bedoelde voorschriften.
De maatregelen ter precisering van de risicobeheersystemen als bedoeld in de eerste alinea, punt a), beletten abi-beheerders uitsluitend of mechanisch te vertrouwen op ratings als bedoeld in lid 2, eerste alinea, voor de beoordeling van de kredietwaardigheid van de activa van de abi’s.
Artikel 16
Liquiditeitsbeheer
De abi-beheerder voert regelmatig onder zowel normale als uitzonderlijke liquiditeitsomstandigheden stresstests uit die hem in staat stellen het liquiditeitsrisico van de abi te beoordelen en monitort het liquiditeitsrisico van de abi op deze basis.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van:
de systemen en procedures voor het liquiditeitsbeheer; en
de onderlinge afstemming van de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid in de zin van lid 2.
Artikel 17
Indien abi-beheerders worden blootgesteld in het kader van een securitisatie die niet langer voldoet aan de voorschriften van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 ), handelen zij in het belang van de beleggers in de betrokken abi’s en nemen zij, indien nodig, corrigerende maatregelen.
DEEL 2
Organisatorische voorschriften
Artikel 18
Algemene beginselen
Mede in het licht van de aard van het door de abi-beheerder beheerde abi schrijven de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst met name voor dat de abi-beheerder moet beschikken over goede administratieve en boekhoudkundige procedures, controle- en beveiligingsvoorschriften op het gebied van de elektronische informatieverwerking en adequate interne controleprocedures, met inbegrip van met name regels voor persoonlijke transacties van de eigen medewerkers en voor het aanhouden of beheren van beleggingen met het oog op het beleggen van het eigen vermogen, zodat op zijn minst gewaarborgd wordt dat elke transactie waarbij de abi’s betrokken zijn, kan worden gereconstrueerd wat betreft de oorsprong ervan, de erbij betrokken partijen, de aard ervan en de tijd en de plaats waar de transactie heeft plaatsgevonden, en dat de activa van de door de abi-beheerder beheerde abi worden belegd in overeenstemming met het reglement van de abi of de statuten en de vigerende wettelijke bepalingen.
Artikel 19
Waardering
De gehanteerde waarderingsprocedures waarborgen dat de activa ten minste één maal per jaar worden gewaardeerd en dat de intrinsieke waarde van de activa per recht van deelneming of aandeel ten minste één keer per jaar wordt berekend.
Als de abi tot het open-end-type behoort, worden deze waarderingen en berekeningen voorts verricht met een frequentie die passend is in het licht van de door de abi aangehouden activa en van het uitgifte- en terugbetalingsbeleid ervan.
Als de abi tot het closed-end-type behoort, worden deze waarderingen en berekeningen eveneens verricht wanneer de abi in kwestie tot een kapitaalverhoging of -verlaging overgaat.
Beleggers worden op de in het reglement of de statuten van de abi in kwestie vastgelegde wijze in kennis gesteld van de waarderingen en berekeningen.
De abi-beheerder ziet erop toe dat de waardering wordt uitgevoerd door:
een externe taxateur, hetzij een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon, die onafhankelijk is van de abi, de abi-beheerder en om het even welke andere persoon die nauw verbonden is met de abi of de abi-beheerder; of
de abi-beheerder zelf, op voorwaarde dat de waarderingstaak functioneel onafhankelijk is van het portefeuillebeheer en het beloningsbeleid, en mits andere maatregelen garanderen dat belangenconflicten en ongepaste beïnvloeding van de werknemers verhinderd worden.
De voor een abi benoemde bewaarder wordt niet aangesteld als extern taxateur voor deze abi, tenzij hij de verrichting van zijn bewaarfuncties functioneel en hiërarchisch heeft gescheiden van zijn taken als extern taxateur en de mogelijke belangenconflicten behoorlijk worden geïdentificeerd, beheerd, gecontroleerd en meegedeeld aan de beleggers in de abi.
Wanneer een externe taxateur de waardering uitvoert, moet de abi-beheerder kunnen aantonen:
dat de externe taxateur verplicht is zich in te schrijven in een wettelijk erkend beroepsregister of onderworpen is aan wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen of regels inzake beroepsmoraal; en
dat de externe taxateur over voldoende vakbekwaamheid beschikt om de waarderingstaken in kwestie daadwerkelijk te kunnen uitvoeren, in overeenstemming met de leden 1, 2 en 3; en
dat de aanstelling van de externe taxateur plaatsvindt in overeenstemming met de voorschriften in artikel 20, leden 1 en 2, en de uitvoeringsmaatregelen hiervoor in de vorm van gedelegeerde handelingen, vastgesteld overeenkomstig artikel 20, lid 7.
Ondanks de eerste alinea en ongeacht eventuele andersluidende contractuele afspraken, is de externe taxateur niettemin aansprakelijk jegens de abi-beheerder voor alle schade die de abi-beheerder ondervindt doordat de externe taxateur zijn taak met opzet of door nalatigheid niet uitvoert.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van:
de criteria betreffende de procedures voor de accurate waardering van de activa en de berekening van de intrinsieke waarde van de activa per recht van deelneming of aandeel;
de vakbekwaamheid waarover de externe taxateur moet beschikken om de waarderingstaak daadwerkelijk uit te voeren;
de passende frequentie waarmee abi’s van het open-end-type waarderingen moeten verrichten, gelet op de door de abi gehouden activa en zijn uitgifte- en terugbetalingsbeleid.
DEEL 3
Delegatie van taken van de abi-beheerder
Artikel 20
Delegatie
Abi-beheerders die derden willen machtigen om taken voor hen uit te voeren, stellen de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst hiervan in kennis voordat de delegatieregelingen van kracht worden. Aan de volgende voorwaarden dient te worden voldaan:
de abi-beheerder moet zijn hele delegatiestructuur met objectieve argumenten kunnen verklaren;
de gedelegeerde moet over voldoende middelen beschikken om de taken in kwestie te kunnen vervullen en de personen die het bedrijf feitelijk leiden, moeten als voldoende betrouwbaar bekend staan en over voldoende ervaring beschikken;
als het delegeren portefeuillebeheer of risicobeheer betreft, mag het mandaat alleen worden verleend aan instellingen waaraan voor het beheer van activa vergunning of erkenning is verstrekt, en die aan toezicht zijn onderworpen, of, wanneer niet aan deze voorwaarde kan worden voldaan, uitsluitend op voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst vooraf toestemming hiertoe hebben verleend;
wanneer de delegatie portefeuillebeheer of risicobeheer betreft en is verleend aan een onderneming uit een derde land, moet niet alleen worden voldaan aan de vereisten onder letter c), maar moet bovendien worden gezorgd voor samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder en de autoriteit die toezicht houdt op de onderneming;
de delegatie mag geen belemmering vormen voor een doeltreffend toezicht op de abi-beheerder en mag met name niet verhinderen dat de abi-beheerder handelt of dat de abi wordt beheerd in het beste belang van de beleggers in de abi;
de abi-beheerder moet kunnen aantonen dat de gedelegeerde gekwalificeerd is en in staat is om de taken in kwestie te vervullen, dat de gedelegeerde met de grootste zorg is gekozen en dat de abi-beheerder in staat is om de gedelegeerde taken voortdurend daadwerkelijk in het oog te houden, de gedelegeerde te allen tijde verdere instructies te geven en de delegatie met onmiddellijke ingang te herroepen wanneer dat in het belang van de beleggers is.
De abi-beheerder onderwerpt de diensten van iedere gedelegeerde doorlopend aan een evaluatie.
Het portefeuille- of risicobeheer mag niet gedelegeerd worden aan:
de bewaarder of een gedelegeerde van de bewaarder; of
om het even welke andere entiteit waarvan de belangen strijdig kunnen zijn met die van de abi-beheerder of de beleggers in de abi, tenzij deze entiteit de verrichting van zijn portefeuillebeheer of risicobeheer functioneel en hiërarchisch heeft gescheiden van zijn andere, mogelijkerwijs conflicterende taken, en de potentiële belangenconflicten naar behoren zijn geïdentificeerd, beheerd, gecontroleerd en meegedeeld aan de beleggers in de abi.
De derde mag elke van de aan hem gedelegeerde taken subdelegeren, op voorwaarde dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de abi-beheerder heeft op voorhand ingestemd met de subdelegatie;
de abi-beheerder heeft de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst op de hoogte gebracht vóóraleer de subdelegatieregelingen van kracht worden;
er wordt voldaan aan de bepalingen van lid 1, met dien verstande dat alle verwijzingen naar „de gedelegeerde” gelezen worden als verwijzingen naar „de subgedelegeerde”.
Het portefeuille- of risicobeheer mag niet verder gedelegeerd worden aan:
de bewaarder of een gedelegeerde van de bewaarder; of
om het even welke andere entiteit waarvan de belangen strijdig kunnen zijn met die van de abi-beheerder of de beleggers in de abi, tenzij deze onderneming de verrichting van haar portefeuillebeheer of risicobeheer functioneel en hiërarchisch heeft gescheiden van haar andere, mogelijkerwijs conflicterende taken, en de potentiële belangenconflicten naar behoren zijn geïdentificeerd, beheerd, gecontroleerd en meegedeeld aan de beleggers in de abi.
De betrokken gedelegeerde beheerder onderwerpt de diensten van iedere subgedelegeerde doorlopend aan een evaluatie.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van:
de criteria voor het voldoen aan de voorschriften van de leden 1, 2, 4 en 5;
de criteria om te bepalen of de beheerder zijn taken in die mate heeft gedelegeerd dat hij een brievenbusmaatschappij wordt en niet langer als de beheerder van de abi kan worden beschouwd, overeenkomstig lid 3.
DEEL 4
Bewaarder
Artikel 21
Bewaarder
De bewaarder is ofwel:
een kredietinstelling die haar statutaire zetel in de Unie heeft en over een vergunning beschikt overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG;
een beleggingsonderneming die haar statutaire zetel in de Unie heeft, onderworpen is aan de kapitaalvereisten overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2006/49/EG, met inbegrip van het kapitaalvereiste voor het operationele risico, die voorts over een vergunning beschikt overeenkomstig Richtlijn 2004/39/EG, en die tenslotte ook de nevendienst verricht van bewaring en beheer van financiële instrumenten voor rekening van cliënten, overeenkomstig deel B, punt 1, van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG; het eigen vermogen van deze beleggingsondernemingen mag hoe dan ook niet lager zijn dan het in artikel 9 van Richtlijn 2006/49/EG vermelde bedrag van het aanvangskapitaal; of
een andere categorie instellingen die aan prudentiële regelgeving is onderworpen en onder permanent toezicht staat, en die op 21 juli 2011 behoort tot de soorten instellingen waarvoor de lidstaten hebben bepaald dat ze als bewaarder mogen worden gekozen, overeenkomstig artikel 23, lid 3, van Richtlijn 2009/65/EG.
Alleen voor niet-EU-abi’s, en onverminderd de bepalingen van lid 5, onder b), kan de bewaarder ook een kredietinstelling zijn of een andere entiteit van dezelfde aard als de entiteiten die zijn opgesomd onder a) en b) van de eerste alinea van dit lid, op voorwaarde dat voldaan is aan de voorwaarden van lid 6, onder b).
Aanvullend kunnen de lidstaten toestaan dat de bewaarder een entiteit is die bewaardertaken vervult in het kader van haar beroeps- of bedrijfsuitoefening, ten aanzien waarvan deze entiteit verplicht is zich in te schrijven in een wettelijk erkend beroepsregister of moet voldoen aan wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen of regels inzake beroepsmoraal, en die voldoende financiële waarborgen en vakbekwaamheid biedt zodat zij de relevante bewaardertaken daadwerkelijk kan uitvoeren en de verplichtingen die uit de uitoefening van deze taken voortvloeien, kan nakomen; de lidstaten kunnen dit toestaan ten aanzien van abi’s waarvoor gedurende een periode van vijf jaar vanaf de datum van de oorspronkelijke beleggingen geen terugbetalingsrechten kunnen worden uitgeoefend en die overeenkomstig hun kernbeleggingsbeleid over het algemeen niet beleggen in activa die in bewaarneming moeten worden genomen overeenkomstig lid 8, onder a), of die over het algemeen beleggen in uitgevende instellingen en niet-beursgenoteerde ondernemingen om mogelijks conform artikel 26 het zeggenschap over deze ondernemingen te verwerven.
Om belangenconflicten tussen de bewaarder, de abi-beheerder en/of de abi en/of de beleggers in de abi te voorkomen:
mag een abi-beheerder niet optreden als bewaarder;
mag een prime broker die optreedt als tegenpartij voor een abi, niet aangesteld worden als bewaarder voor deze abi, tenzij hij de verrichting van zijn bewaarfuncties functioneel en hiërarchisch heeft gescheiden van zijn taken als prime broker en de mogelijke belangenconflicten afdoende worden geïdentificeerd, beheerd, gecontroleerd en meegedeeld aan de beleggers in de abi. Als aan de relevante voorwaarden is voldaan, mag een bewaarder zijn bewaarnemingstaken overeenkomstig lid 11 delegeren aan een dergelijke prime broker.
De bewaarder is gevestigd op een van de volgende plaatsen:
voor abi’s uit de EU is de bewaarder gevestigd in de lidstaat van herkomst van de abi;
voor niet-EU-abi’s is de bewaarder gevestigd in het derde land waar de abi gevestigd is, of in de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder die de abi beheert, of in de referentielidstaat van de abi-beheerder die de abi beheert.
Onverminderd de bepalingen van lid 3 is de aanstelling van een bewaarder die in een derde land gevestigd is, te allen tijde onderworpen aan de volgende voorwaarden:
de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarin de rechten van deelneming of aandelen in de niet-EU-abi bestemd zijn te worden verhandeld, en indien de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder geen van deze lidstaten is, de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder, hebben samenwerkings- en gegevensuitwisselingsovereenkomsten gesloten met de bewaarder;
de bewaarders zijn onderworpen aan effectieve prudentiële regelgeving, inclusief minimumkapitaalvereisten, en toezicht dat dezelfde strekking heeft als het Unierecht en dat daadwerkelijk wordt uitgevoerd;
het derde land waar de bewaarder gevestigd is, staat niet op de lijst van niet-coöperatieve landen en gebieden van de FATF;
de lidstaten waar de rechten van deelneming of aandelen in de niet-EU-abi bestemd zijn te worden verhandeld, en indien de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder niet tot deze lidstaten behoort, de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder hebben een overeenkomst gesloten met het derde land waar de bewaarder gevestigd is die volledig voldoet aan de normen van artikel 26 van het OESO-Modelverdrag inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen en die een doeltreffende informatie-uitwisseling betreffende fiscale aangelegenheden, inclusief eventuele belastingovereenkomsten, waarborgt;
de bewaarder is bij contract aansprakelijk jegens de abi of jegens de beleggers in de abi, overeenkomstig lid 12 en lid 13, en stemt uitdrukkelijk in met de naleving van lid 11.
Als een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat het oneens is met de beoordeling die de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder hebben gemaakt van de toepassing van de punten a), c) of e) van de eerste alinea, kunnen de bevoegde autoriteiten in kwestie de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
Op grond van de in lid 17, onder b), vermelde criteria stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast, die bepalen dat de prudentiële regelgeving en het toezicht in een derde land dezelfde strekking hebben als het Unierecht en doeltreffend worden uitgevoerd. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 59, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Als de kasgeldrekeningen geopend zijn op naam van de bewaarder van de abi, mogen contanten van de in de eerste alinea vermelde entiteit en eigen contanten van de bewaarder niet op deze rekeningen ingeschreven worden.
De activa van de abi, of van de abi-beheerder die namens de abi optreedt, worden in bewaring gegeven bij de bewaarder. Dit gebeurt als volgt:
financiële instrumenten die in bewaarneming kunnen worden genomen:
de bewaarder houdt alle financiële instrumenten in bewaarneming die kunnen worden geregistreerd op een financiële-instrumentenrekening in de boeken van de bewaarder, alsook alle financiële instrumenten die fysiek aan de bewaarder kunnen worden geleverd;
hiertoe zorgt de bewaarder ervoor dat alle financiële instrumenten die kunnen worden geregistreerd op een financiële-instrumentenrekening in de boeken van de bewaarder, in de boeken van de bewaarder worden geregistreerd op aparte rekeningen, in overeenstemming met de beginselen vastgelegd in artikel 16 van Richtlijn 2006/73/EG; deze aparte rekeningen zijn geopend op naam van de abi, of op naam van de abi-beheerder die namens de abi optreedt, zodat te allen tijde duidelijk kan worden vastgesteld dat zij conform de toepasselijke wetgeving toebehoren aan de abi;
overige activa:
de bewaarder gaat na of de abi, of de abi-beheerder die namens de abi optreedt, de eigenaar is van deze activa, en houdt een register bij van de activa waarvoor duidelijk is dat de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt, de eigenaar ervan is;
om na te gaan of de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt, de eigenaar is, wordt uitgegaan van gegevens of documenten die door de abi of de abi-beheerder verstrekt zijn en van extern bewijsmateriaal als dit voorhanden is;
de bewaarder zorgt ervoor dat dit register up-to-date is.
Naast de in de leden 7 en 8 genoemde taken moet de bewaarder:
ervoor zorgen dat de verkoop, de uitgifte, de inkoop, de terugbetaling en de intrekking van rechten van deelneming of aandelen in de abi gebeuren in overeenstemming met het toepasselijk nationaal recht en met het reglement of de statuten van de abi;
ervoor zorgen dat de waarde van de rechten van deelneming of aandelen in de abi worden berekend overeenkomstig de toepasselijke nationale wetgeving, het reglement of de statuten van de abi en de in artikel 19 vastgelegde procedures;
de aanwijzingen van de abi-beheerder uivoeren, tenzij deze in strijd zijn met de toepasselijke nationale wetgeving of het reglement of de statuten van de abi;
zich ervan vergewissen dat bij transacties met betrekking tot de activa van de abi de tegenwaarde binnen de gebruikelijke termijnen wordt overgemaakt aan de abi;
zich ervan vergewissen dat de opbrengsten van de abi een bestemming krijgen die in overeenstemming is met de toepasselijke nationale wetgeving en met het reglement van de abi of de statuten.
Een bewaarder mag geen activiteiten uitvoeren met betrekking tot de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten tussen de abi, de beleggers in de abi, de abi-beheerder en hemzelf, tenzij de bewaarder de verrichting van zijn bewaarfuncties functioneel en hiërarchisch gescheiden heeft van zijn andere, mogelijkerwijs conflicterende taken, en de potentiële belangenconflicten naar behoren zijn geïdentificeerd, beheerd, gecontroleerd en meegedeeld aan de beleggers in de abi.
De bewaarder mag de activa waarnaar wordt verwezen in lid 8 niet hergebruiken zonder voorafgaande toestemming van de abi of van de abi-beheerder die namens de abi optreedt.
De bewaarder mag de in lid 8 genoemde taken aan een derde delegeren, uitsluitend onder de volgende voorwaarden:
de taken worden niet overgedragen met de bedoeling de voorschriften van deze richtlijn te ontlopen;
de bewaarder kan aantonen dat er een objectieve reden bestaat voor de overdracht;
de bewaarder is met de nodige bekwaamheid, zorg en zorgvuldigheid te werk gegaan bij de selectie en de aanstelling van om het even welke derde aan wie hij een deel van zijn taken wil delegeren, en blijft met de nodige bekwaamheid, zorg en zorgvuldigheid te werk gaan bij de periodieke evaluatie en de doorlopende controle van om het even welke derde aan wie hij een deel van zijn taken heeft gedelegeerd en van de regelingen die de derde treft in verband met de hem gedelegeerde taken; en
de bewaarder vergewist zich ervan dat de derde voldoet aan de volgende voorwaarden en verzekert zich er doorlopend van dat de derde aan deze voorwaarden zal blijven voldoen gedurende de verrichting van de hem gedelegeerde taken:
de derde beschikt over de structuren en deskundigheid die adequaat zijn voor en evenredig zijn met de aard en de complexiteit van de aan hem toevertrouwde activa van de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt;
voor wat betreft de bewaarnemingstaken bedoeld in lid 8, onder a), is de derde onderworpen aan effectieve prudentiële regelgeving, inclusief minimumkapitaalvereisten, en toezicht in het betrokken rechtsgebied alsmede aan een periodieke externe audit om er zeker van te zijn dat de financiële instrumenten in zijn bezit zijn;
de derde scheidt de activa van de cliënten van de bewaarder op zodanige wijze van zijn eigen activa en van de activa van de bewaarder dat te allen tijde duidelijk kan worden vastgesteld dat deze activa toebehoren aan cliënten van een bepaalde bewaarder;
de derde maakt geen gebruik van de activa zonder voorafgaande toestemming van de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt, en zonder voorafgaande kennisgeving aan de bewaarder; en
de derde respecteert de algemene verplichtingen en verboden die vastgelegd zijn in de leden 8 en 10.
Niettegenstaande punt d), ii), van de tweede alinea kan, wanneer de wetgeving van een derde land eist dat bepaalde financiële instrumenten in bewaarneming worden genomen door een lokale entiteit en er geen lokale entiteiten voldoen aan de onder dat punt vermelde eisen inzake bewaringsdelegatie, de bewaarder zijn taken slechts delegeren aan een dergelijke lokale entiteit, in de mate waarin dit vereist wordt door het derde land en alleen zolang er geen lokale entiteiten aan de eisen inzake delegatie voldoen, onder de volgende voorwaarden:
de beleggers in de abi in kwestie vóór hun belegging naar behoren ingelicht zijn over deze uit hoofde van de wetgeving van het derde land vereiste delegatie en over de omstandigheden die de delegatie rechtvaardigen; en
de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt, de bewaarder heeft opgedragen de taak van de inbewaarneming van dergelijke financiële instrumenten aan dergelijke lokale entiteit te delegeren.
De derde mag deze taken op zijn beurt, onder dezelfde voorwaarden, subdelegeren. In dit geval is lid 13 mutatis mutandis van toepassing op de relevante partijen.
Voor de toepassing van dit lid wordt de verrichting van diensten door effectenafwikkelingssystemen zoals bedoeld in Richtlijn 98/26/EG, of de verrichting van gelijkaardige diensten door effectenafwikkelingssystemen uit derde landen niet beschouwd als delegatie van bewaarnemingstaken.
In geval van een dergelijk verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument restitueert de bewaarder onverwijld een financieel instrument van hetzelfde type of voor een overeenstemmend bedrag aan de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt. De bewaarder is niet aansprakelijk indien hij kan aantonen dat het verlies het gevolg is van een externe gebeurtenis waarover hij redelijkerwijs geen controle heeft en waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om ze te verhinderen.
De bewaarder is jegens de abi of de beleggers in de abi eveneens aansprakelijk voor alle andere verliezen die zij ondervinden doordat de bewaarder zijn verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn met opzet of door nalatigheid niet naar behoren nakomt.
Niettegenstaande de eerste alinea van dit lid kan, in geval van verlies van financiële instrumenten die conform lid 11 in bewaarneming waren genomen door een derde, de bewaarder zich evenwel van zijn aansprakelijkheid ontdoen als hij kan bewijzen dat:
aan alle in lid 11, tweede alinea, vermelde vereisten voor de delegatie van de bewaarnemingstaken voldaan is; en
er een schriftelijk contract bestaat tussen de bewaarder en de derde dat de aansprakelijkheid van de bewaarder uitdrukkelijk aan die derde overdraagt en waardoor de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt, tegen de derde een claim kan indienen wegens het verlies van financiële instrumenten of waardoor de bewaarder namens hen een dergelijke claim kan indienen;
een schriftelijk contract bestaat tussen de bewaarder en de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt, waarin deze kwijting uitdrukkelijk wordt toegelaten en waarin de objectieve reden wordt vermeld voor deze kwijting.
Wanneer de wetgeving van een derde land eist dat bepaalde financiële instrumenten in bewaarneming worden genomen door een lokale entiteit en er geen lokale entiteiten zijn die voldoen aan de in lid 11, onder d), ii), vermelde eisen inzake bewaringsdelegatie, kan de bewaarder zich van aansprakelijkheid ontdoen op voorwaarde dat:
het reglement of de statuten van de betrokken abi een dergelijke kwijting uitdrukkelijk toestaan onder de in dit lid vastgestelde voorwaarden;
de beleggers in de abi in kwestie vóór hun belegging behoorlijk ingelicht werden over deze kwijting en de omstandigheden die de kwijting rechtvaardigen;
de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt de bewaarder heeft opgedragen de taak van het in bewaring nemen van dergelijke financiële instrumenten aan een lokale entiteit te delegeren;
er een schriftelijk contract bestaat tussen de bewaarder en de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt, dat een dergelijke kwijting uitdrukkelijk toestaat; en
er een schriftelijk contract bestaat tussen de bewaarder en de derde dat de aansprakelijkheid van de bewaarder uitdrukkelijk aan deze lokale entiteit overdraagt en waardoor de abi of de abi-beheerder die namens de abi optreedt, tegen deze lokale entiteit een claim kan indienen wegens het verlies van financiële instrumenten of waardoor de bewaarder namens hen een dergelijke claim kan indienen.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van:
de gegevens die moeten worden opgenomen in het in lid 2 bedoelde schriftelijk contract;
algemene criteria om vast te stellen of de prudentiële regelgeving en het toezicht in derde landen, zoals bedoeld in lid 6, onder b), dezelfde strekking hebben als het EU-recht en doeltreffend worden geïmplementeerd;
de voorwaarden voor het verrichten van de bewaartaken overeenkomstig de leden 7, 8 en 9, met inbegrip van:
het soort financiële instrumenten dat onder het toepassingsgebied van de bewaarnemingstaken van de bewaarder valt, overeenkomstig lid 8, onder a);
de voorwaarden waaronder de bewaarder zijn bewaarnemingstaken mag uitoefenen voor financiële instrumenten die bij een centrale bewaarder geregistreerd zijn; en
de voorwaarden waaronder de bewaarder nominatief uitgegeven financiële instrumenten die bij een uitgevende instelling of administrateur geregistreerd zijn, conform lid 8, onder b), in bewaring zal nemen;
de due diligence-verplichtingen van bewaarders, overeenkomstig lid 11, onder c);
de scheidingsverplichting vermeld in lid 11, onder d), iii);
de voorwaarden waaronder en omstandigheden waarin in bewaarneming genomen financiële instrumenten als verloren worden beschouwd;
wat moet worden verstaan onder een externe gebeurtenis buiten redelijke controle waarvan de gevolgen ondanks alle inspanningen om dit te voorkomen onvermijdelijk zouden zijn geweest, overeenkomstig lid 12;
de voorwaarden waaronder en omstandigheden waarin er sprake is van een objectieve reden om tot een kwijting over te gaan, overeenkomstig lid 13.
HOOFDSTUK IV
TRANSPARANTIEVOORSCHRIFTEN
Artikel 22
Jaarverslag
Wanneer de abi overeenkomstig Richtlijn 2004/109/EG een financieel jaarverslag openbaar moet maken, hoeft aan beleggers op verzoek uitsluitend de in lid 2 bedoelde extra informatie te worden verstrekt, hetzij afzonderlijk hetzij als aanvullend deel van het financiële jaarverslag. In het laatste geval wordt het financiële jaarverslag uiterlijk vier maanden na afloop van het boekjaar openbaar gemaakt.
Het jaarverslag bevat ten minste de volgende informatie:
een balans of een vermogensstaat;
een rekening van de inkomsten en uitgaven van het boekjaar;
een verslag over de activiteiten van het verstreken boekjaar;
alle materiële veranderingen in de in artikel 23 bedoelde informatie die in de loop van het boekjaar dat het verslag bestrijkt, hebben plaatsgevonden;
het totale bedrag van de beloning gedurende het boekjaar, onderverdeeld in de vaste en variabele beloning die de abi-beheerder aan zijn personeel betaalt, het aantal begunstigden en, in voorkomend geval, de door de abi betaalde carried interest;
het geaggregeerde bedrag van de beloning, onderverdeeld naar de hoogste directie en de personeelsleden van de abi-beheerder wier handelen het risicoprofiel van de abi in belangrijke mate beïnvloedt.
De in het jaarverslag vermelde boekhoudkundige gegevens worden gecontroleerd door een of meer personen die krachtens de wet bevoegd zijn om jaarrekeningen te controleren, overeenkomstig Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen ( 8 ). De verklaring van deze personen en elk eventueel voorbehoud moeten integraal in elk jaarverslag worden opgenomen.
In afwijking van de tweede alinea kunnen de lidstaten abi-beheerders die niet-EU-abi's beheren, toestaan om de jaarverslagen van die abi’s te onderwerpen aan een audit die voldoet aan de internationale boekhoudkundige normen die van kracht zijn in de respectieve landen waar de abi’s hun statutaire zetel hebben.
Artikel 23
Verstrekking van informatie aan beleggers
De abi-beheerders moeten voor elke EU-abi die zij beheren en voor elke abi die zij in de Unie verhandelen, ◄ informatie verstrekken aan de beleggers in de abi vooraleer zij hierin beleggen in overeenstemming met het reglement of de statuten van de abi, als eveneens alle materiële wijzigingen in deze informatie. Het gaat om:
een beschrijving van de beleggingsstrategie en -doelstellingen van de abi, inlichtingen over de vestigingsplaats van eventuele masterfondsen, en over de vestigingsplaats van de onderliggende fondsen als de abi een fonds van fondsen is, een beschrijving van de soorten activa waarin de abi mag beleggen, de technieken die het daarbij mag toepassen en alle daarmee gepaard gaande risico’s, van eventuele van toepassing zijnde beleggingsbeperkingen, de omstandigheden waaronder de abi hefboomfinanciering mag gebruiken, de toegestane soorten en bronnen van hefboomfinanciering en de daarmee gepaard gaande risico’s, van beperkingen op het gebruik van hefboomfinanciering, regelingen voor zekerheden en hergebruik van activa, en van de maximale hefboomfinanciering waarvoor de abi-beheerder voor de abi recht heeft op gebruik;
een beschrijving van de procedures waarmee de abi zijn beleggingsstrategie, zijn beleggingsbeleid of beide kan wijzigen;
een beschrijving van de voornaamste juridische implicaties van de contractuele verhouding die wordt aangegaan voor investeringen, met inbegrip van informatie over de rechterlijke bevoegdheid, de toepasselijke wetgeving en het al dan niet bestaan van rechtsinstrumenten die voorzien in de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen op het grondgebied waarop de abi is gevestigd;
de identiteit van de abi-beheerder en van de bewaarder, de auditor en andere dienstverleners van de abi, alsmede een beschrijving van hun taken en de rechten van de beleggers;
een beschrijving van de manier waarop de abi-beheerder voldoet aan de vereisten van artikel 9, lid 7;
een beschrijving van alle in bijlage I vermelde beheertaken die de abi-beheerder gedelegeerd heeft en van alle door de bewaarder gedelegeerde bewaringstaken, de identificatie van de delegatieverkrijger en eventuele belangenconflicten die uit dergelijke delegaties kunnen voortvloeien;
een beschrijving van de procedure voor de waardering van de abi en van de prijsstellingsmethodiek voor de waardering van activa, inclusief de methoden die gebruikt worden voor moeilijk te waarderen activa overeenkomstig artikel 19;
een beschrijving van het beheer van het liquiditeitsrisico van de abi, inclusief de terugbetalingsrechten onder zowel normale als uitzonderlijke omstandigheden, en de bestaande terugbetalingsregelingen met beleggers;
een beschrijving van alle vergoedingen, kosten en uitgaven en van de maximumbedragen die direct of indirect ten laste komen van de beleggers;
een beschrijving van de wijze waarop de abi-beheerder een billijke behandeling van beleggers waarborgt, wanneer een belegger een voorkeursbehandeling ten deel valt of het recht op een voorkeursbehandeling verwerft, een beschrijving van deze voorkeursbehandeling, het type beleggers dat een dergelijke voorkeursbehandeling verwerft en indien van toepassing hun juridische of economische banden met de abi of de abi-beheerder;
het meest recente jaarverslag als bedoeld in artikel 22;
de procedure en voorwaarden voor de uitgifte en de verkoop van rechten van deelneming of aandelen;
de meest recente intrinsieke waarde van de abi of de meest recente marktprijs van het recht van deelneming of het aandeel in de abi overeenkomstig artikel 19;
voor zover beschikbaar, het in het verleden behaalde rendement van de abi;
de identiteit van de prime broker, een beschrijving van alle materiële regelingen tussen de abi en zijn prime brokers en van de manier waarop belangenconflicten in dit verband beheerd worden, de bepaling in het contract met de bewaarder over de mogelijkheid tot overdracht en hergebruik van de activa van de abi, en informatie over elke eventuele overdracht van aansprakelijkheid aan de prime broker;
een beschrijving van de wijze en het tijdstip waarop de krachtens lid 4 en lid 5 vereiste informatie zal worden bekendgemaakt.
De abi-beheerder moet beleggers voor elke EU-abi die hij beheert en voor elke abi die hij in de Unie verhandelt, periodiek informatie verschaffen over:
het percentage abi-activa waarvoor bijzondere regelingen gelden vanwege de illiquide aard ervan;
eventuele nieuwe regelingen voor het beheer van de liquiditeit van de abi;
het huidige risicoprofiel van de abi en de risicobeheersystemen waarmee de abi-beheerder deze risico’s beheert.
Een abi-beheerder die instaat voor het beheer van EU-abi's die gebruikmaken van hefboomfinanciering of die binnen de Unie verhandeld worden, maakt voor elke van deze abi’s met regelmaat de volgende informatie bekend:
alle eventuele wijzigingen in de maximale hefboomfinanciering die hij voor de abi mag gebruiken, alsook alle eventuele rechten op hergebruik van zekerheden of alle eventuele garanties die in het kader van de hefboomfinancieringsregeling zijn verleend;
het totale bedrag van de door de abi gebruikte hefboomfinanciering.
Artikel 24
Rapportageverplichtingen jegens de bevoegde autoriteiten
Zij verstrekken informatie over de voornaamste financiële instrumenten waarin ze handelen, de markten waarvan ze lid zijn of waarop ze actief handelen, en de voornaamste posities en belangrijkste concentraties van elke door hen beheerde abi.
De abi-beheerder verstrekt de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst voor elke EU-abi die hij beheert en voor elke abi die hij in de Unie verhandelt, inlichtingen betreffende het volgende:
het percentage van de abi-activa waarvoor bijzondere regelingen gelden vanwege de illiquide aard ervan;
eventuele nieuwe regelingen voor het beheer van de liquiditeit van de abi;
het huidige risicoprofiel van de abi en de risicobeheersystemen waarmee de abi-beheerder het marktrisico, het liquiditeitsrisico, het tegenpartijrisico en andere risico’s, waaronder operationele risico’s, beheert;
informatie over de voornaamste categorieën activa waarin de abi heeft belegd; en
de resultaten van de overeenkomstig artikel 5, lid 3, onder b), en artikel 16, lid 1, tweede alinea, uitgevoerde stresstests.
Op verzoek verstrekt de abi-beheerder de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst de volgende documenten:
een jaarverslag voor elke EU-abi die hij beheert, en voor elke abi die hij in de Unie verhandelt, en dit voor elk boekjaar, overeenkomstig artikel 22, lid 1;
aan het eind van elk kwartaal, een gedetailleerd overzicht van alle door hem beheerde abi’s.
Daarbij wordt voor elke door de abi-beheerder beheerde abi de identiteit vermeld van de vijf grootste bronnen van geleend geld of geleende effecten en de hefboomfinancieringsbedragen die van elke bron zijn ontvangen.
Voor niet-EU abi-beheerders zijn de in dit lid vastgelegde rapportageverplichtingen beperkt tot de abi’s uit de EU die zij beheren en de niet-EU-abi's die zij in de Unie verhandelen.
Onder uitzonderlijke omstandigheden en indien dit vereist is om de stabiliteit en integriteit van het financiële stelsel te waarborgen of duurzame groei op lange termijn te bevorderen, kan de ESMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst vragen aanvullende rapportage-eisen te stellen.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van:
de vraag wanneer hefboomfinanciering geacht wordt in aanzienlijke mate te worden gebruikt voor de toepassing van lid 4; en
de in dit artikel bedoelde verplichtingen inzake rapportage en informatieverstrekking.
Bij die maatregelen wordt rekening gehouden met de noodzaak buitensporige administratieve lasten voor de bevoegde autoriteiten te vermijden.
HOOFDSTUK V
ABI-BEHEERDERS DIE BIJZONDERE SOORTEN ABI’S BEHEREN
DEEL 1
Abi-beheerders die abi’s met hefboomfinanciering beheren
Artikel 25
Gebruik van informatie door bevoegde autoriteiten, samenwerking tussen toezichthouders en grenzen aan hefboomfinanciering
DEEL 2
Verplichtingen voor abi-beheerders die abi’s beheren die zeggenschap over niet-beursgenoteerde ondernemingen en uitgevende instellingen verwerven
Artikel 26
Toepassingsgebied
Dit deel is van toepassing op:
abi-beheerders die een of meer abi’s beheren die hetzij individueel, hetzij gezamenlijk, op grond van een op het verkrijgen van zeggenschap gerichte overeenkomst, zeggenschap verwerven over een niet-beursgenoteerde onderneming, overeenkomstig lid 5;
abi-beheerders die samenwerken met een of meer andere abi-beheerders op basis van een overeenkomst conform welke de abi’s die deze abi-beheerders samen beheren, zeggenschap verwerven over een niet-beursgenoteerde onderneming, in overeenstemming met lid 5.
Dit deel is niet van toepassing als het gaat om de volgende niet-beursgenoteerde ondernemingen:
kleine of middelgrote ondernemingen in de zin van artikel 2, lid 1, van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen ( 9 ); of
voor een bijzonder doel opgerichte vehikels die als oogmerk hebben vastgoed aan te kopen, in bewaring te houden of te beheren.
Bij de berekening van het percentage van de stemrechten waarover de abi in kwestie beschikt, wordt bijkomend aan de stemrechten waarover de abi in kwestie rechtstreeks beschikt rekening gehouden met de stemrechten van de volgende entiteiten, op voorwaarde dat de in de eerste alinea bedoelde zeggenschap tot stand is gebracht:
een onderneming die door de abi gecontroleerd wordt; en
een natuurlijke of rechtspersoon die in zijn eigen naam maar ten behoeve van de abi of in opdracht van een door de abi gecontroleerde onderneming optreedt.
Het percentage stemrechten wordt berekend op basis van alle aandelen waaraan stemrechten verbonden zijn, ook al is de uitoefening van deze rechten opgeschort.
Ongeacht artikel 4, lid 1, onder i), wordt voor de toepassing van artikel 28, leden 1, 2 en 3, en artikel 30 zeggenschap over uitgevende instellingen bepaald overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Richtlijn 2004/25/EG.
Artikel 27
Kennisgeving van de verwerving van belangrijke deelnemingen in en zeggenschap over niet-beursgenoteerde ondernemingen
Wanneer een abi conform artikel 26, lid 1, juncto lid 5 van dat artikel, individueel of samen met andere abi’s zeggenschap verwerft over een niet-beursgenoteerde onderneming, eisen de lidstaten dat de abi-beheerder die dergelijke abi beheert:
de niet-beursgenoteerde orderneming;
de aandeelhouders wier identiteit en adres de abi-beheerder ter beschikking staan of ter beschikking kunnen worden gesteld door de niet-beursgenoteerde onderneming of via een register waartoe de abi-beheerder toegang heeft of kan verkrijgen; en
de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder, in kennis stelt van de verwerving van zeggenschap door de abi.
De uit hoofde van lid 2 vereiste kennisgeving bevat de volgende aanvullende informatie:
de resulterende situatie wat de stemrechten betreft;
de voorwaarden waaronder zeggenschap werd verworven, inclusief informatie over de identiteit van de verschillende betrokken aandeelhouders, alle natuurlijke of rechtspersonen die namens hen stemrechten kunnen uitoefenen en, indien van toepassing, de keten van ondernemingen waarlangs de stemrechten daadwerkelijk worden gehouden;
de datum waarop de zeggenschap is verworven.
Artikel 28
Informatieverstrekking in geval van verwerving van zeggenschap
Wanneer een abi conform artikel 26, lid 1, juncto lid 5 van dat artikel, individueel of samen met andere abi’s zeggenschap verwerft over een niet-beursgenoteerde onderneming of een uitgevende instelling, eisen de lidstaten dat de abi-beheerder die deze abi beheert, de in lid 2 van dit artikel bedoelde informatie beschikbaar maakt voor:
de onderneming in kwestie;
de aandeelhouders van de onderneming wier identiteit en adres de abi-beheerder ter beschikking staan of ter beschikking kunnen worden gesteld door de onderneming of via een register waartoe de abi-beheerder toegang heeft of kan verkrijgen; en
de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder.
De lidstaten kunnen eisen dat de in de tweede alinea bedoelde informatie eveneens ter beschikking wordt gesteld aan de voor de niet-beursgenoteerde onderneming bevoegde autoriteiten die de lidstaten hiervoor kunnen aanwijzen.
De abi-beheerder maakt de volgende gegevens beschikbaar:
de identiteit van de abi-beheerder die hetzij individueel hetzij in overeenstemming met andere abi-beheerders de abi’s die zeggenschap hebben verworven, beheren;
het beleid voor de voorkoming en het beheer van belangenconflicten, met name belangenconflicten tussen de abi-beheerder, de abi en de onderneming, met inbegrip van informatie over de specifieke maatregelen die zijn genomen om te garanderen dat eventuele overeenkomsten tussen de abi-beheerder en/of de abi en de onderneming op zuiver zakelijke basis worden gesloten; en
het beleid inzake de externe en interne communicatie van de onderneming, met name wat de werknemers betreft.
Wanneer een abi conform artikel 26, lid 1, juncto lid 5 van dat artikel, individueel of samen met andere abi’s zeggenschap verwerft over een niet-beursgenoteerde onderneming, eisen de lidstaten dat de abi-beheerder die deze abi beheert, of de namens de abi optredende abi beheerder overgaat tot de bekendmaking van de plannen van de abi met betrekking tot de zakelijke toekomst van de niet-beursgenoteerde onderneming, alsook de te verwachten impact daarvan op de tewerkstelling en eventuele belangrijke veranderingen in de arbeidsvoorwaarden, aan:
de niet-beursgenoteerde orderneming; en
de aandeelhouders van de niet-beursgenoteerde onderneming wier identiteit en adres de abi-beheerder ter beschikking staan of ter beschikking kunnen worden gesteld door de niet-beursgenoteerde onderneming of via een register waartoe de abi-beheerder toegang heeft of kan verkrijgen.
Bovendien eist de abi-beheerder die de relevante abi beheert, dat de raad van bestuur van de niet-beursgenoteerde onderneming de in de eerste alinea bedoelde informatie ter beschikking stelt van de werknemersvertegenwoordigers, of als er geen dergelijke vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf van de niet-beursgenoteerde onderneming, en doet hij zijn uiterste best om te garanderen dat de raad van bestuur dit daadwerkelijk doet.
Artikel 29
Bijzondere bepalingen inzake het jaarverslag van abi’s die zeggenschap over niet-beursgenoteerde ondernemingen uitoefenen
Wanneer een abi conform artikel 26, lid 1, juncto lid 5 van dat artikel, individueel of samen met andere abi’s zeggenschap verwerft over een niet-beursgenoteerde onderneming, eisen de lidstaten dat de abi-beheerder die deze abi beheert:
eist dat het jaarverslag van de niet-beursgenoteerde onderneming binnen de conform de toepasselijke nationale wetgeving vereiste termijn opgesteld wordt in overeenstemming met lid 2 en door de raad van bestuur van de onderneming ter beschikking wordt gesteld van alle werknemersvertegenwoordigers, of, als die er niet zijn, de werknemers zelf, en zijn uiterste best doet om te garanderen dat dit daadwerkelijk gebeurt; of
voor elke zulke abi in het krachtens artikel 22 voorziene jaarverslag de in lid 2 bedoelde informatie opneemt met betrekking tot de relevante niet-beursgenoteerde onderneming.
De aanvullende informatie die overeenkomstig lid 1 moet worden opgenomen in het jaarverslag van de onderneming, of de abi, moet minstens een getrouwe beschrijving bevatten van de ontwikkeling van de zakelijke activiteiten van de onderneming en van de situatie aan het einde van de door het jaarverslag bestreken periode. Het verslag vermeldt eveneens:
alle belangrijke gebeurtenissen die sinds het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden;
de verwachte ontwikkeling van de onderneming; en
wat de verwerving van eigen aandelen betreft, de gegevens vermeld in artikel 22, lid 2, van Richtlijn 77/91/EEG van de Raad ( 10 ).
De abi-beheerder die de relevante abi beheert,
eist dat de raad van bestuur van de niet-beursgenoteerde onderneming de in lid 1, onder b), bedoelde informatie met betrekking tot de onderneming in kwestie binnen de in artikel 22, lid 1, bedoelde periode beschikbaar maakt voor de werknemersvertegenwoordigers van de onderneming in kwestie, of, als die er niet zijn, de werknemers zelf, en doet zijn uiterste best om te garanderen dat de raad van bestuur dit daadwerkelijk doet; of
stelt de in lid 1, onder a), bedoelde informatie beschikbaar voor de beleggers in de abi, voor zover deze al beschikbaar is, binnen de periode vermeld in artikel 22, lid 1, en in geen geval later dan de datum waarop het jaarverslag van de niet-beursgenoteerde onderneming overeenkomstig de toepasselijke nationale wetgeving opgesteld is.
Artikel 30
Verkoop van waardevolle activa
Wanneer een abi conform artikel 26, lid 1, juncto lid 5 van dat artikel, individueel of samen met andere abi’s zeggenschap verwerft over een niet-beursgenoteerde onderneming of een uitgevende instelling, eisen de lidstaten dat de abi-beheerder die dergelijke abi beheert, voor een periode van 24 maanden te rekenen vanaf de verwerving van zeggenschap over de onderneming door de abi:
geen uitkering, kapitaalsvermindering, terugbetaling van aandelen en/of verwerving van eigen aandelen door de onderneming mag bevorderen, steunen of opdragen, overeenkomstig lid 2;
indien de abi-beheerder namens de abi stemrecht heeft in vergaderingen van de bestuursorganen van de onderneming, niet mag stemmen voor een uitkering, kapitaalsvermindering, terugbetaling van aandelen en/of verwerving van eigen aandelen door de onderneming, overeenkomstig lid 2; en
in alle gevallen zijn uiterste best moet doen om uitkering, kapitaalsvermindering, terugbetaling van aandelen en/of verwerving van eigen aandelen door de onderneming te verhinderen, overeenkomstig lid 2.
De verplichtingen die de abi-beheerder uit hoofde van lid 1 opgelegd worden, houden verband met het volgende:
elke uitkering aan aandeelhouders die gebeurt wanneer de nettoactiva volgens de jaarrekening van de onderneming op de sluitingsdatum van het voorbije boekjaar lager zijn, of als gevolg van deze uitkering lager zouden worden, dan het bedrag van het geplaatste kapitaal vermeerderd met die reserves die krachtens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd, met dien verstande dat wanneer het ongestorte deel van het geplaatste kapitaal niet opgenomen is in de in de balans vermelde activa, dit deel afgetrokken wordt van het bedrag van het geplaatste kapitaal;
elke uitkering aan aandeelhouders waarvan het bedrag hoger is dan het bedrag van de resultaten van het laatste afgesloten boekjaar, vermeerderd met de overgebrachte winst en met de bedragen die zijn onttrokken aan de daarvoor beschikbare reserves, en verminderd met het overgebrachte verlies en met de krachtens wet of statuten aan de reserves toegevoegde bedragen;
voor zover verwerving van eigen aandelen toegestaan is, de verwervingen door de onderneming — met inbegrip van aandelen die eerder door de onderneming zijn verworven en in zijn bezit zijn, en aandelen die verworven zijn door een persoon die in eigen naam maar ten behoeve van de onderneming handelt — die ertoe zouden leiden dat de nettoactiva onder het onder a) bedoelde bedrag zakken.
Voor de toepassing van lid 2:
omvat de in lid 2, onder a) en b), bedoelde gebruikte term „uitkering” met name de betaling van dividenden en van met de aandelen verbonden interest;
zijn de bepalingen inzake kapitaalsvermindering niet van toepassing op een vermindering van het geplaatste kapitaal, bedoeld om geleden verliezen te compenseren of om geldbedragen op te nemen in een niet uit te keren reserve, op voorwaarde dat het bedrag van deze reserve na deze verrichting niet hoger is dan 10 % van het verminderde geplaatste kapitaal; en
is de vermindering conform lid 2, onder c), onderworpen aan artikel 20, lid 1, onder b) tot en met h), van Richtlijn 77/91/EEG.
HOOFDSTUK VI
RECHTEN VAN EU ABI-BEHEERDERS OM IN DE UNIE EU-ABI’S TE VERHANDELEN EN TE BEHEREN
Artikel 30 bis
Voorwaarden voor pre-marketing in de Unie door een EU-abi-beheerder
De lidstaten zorgen ervoor dat een vergunninghoudende EU-abi-beheerder tot pre-marketing in de Unie mag overgaan, behalve wanneer de aan potentiële professionele beleggers verstrekte informatie:
voldoende is om beleggers in staat te stellen zich ertoe te verbinden rechten van deelneming of aandelen in een bepaalde abi te verwerven;
neerkomt op inschrijvingsformulieren of soortgelijke documenten, hetzij in ontwerpvorm hetzij in definitieve vorm, of
neerkomt op oprichtingsdocumenten, een prospectus of aanbiedingsdocumenten van een nog niet opgerichte abi, in definitieve vorm.
Wanneer een ontwerp van een prospectus of aanbiedingsdocument wordt verstrekt, bevat het document niet voldoende informatie om beleggers in staat te stellen een beleggingsbeslissing te nemen, en wordt hierin duidelijk vermeld dat:
het document geen aanbod of uitnodiging vormt om in te schrijven op rechten van deelneming of aandelen in een abi, en
niet mag worden afgegaan op de daarin opgenomen informatie, omdat deze onvolledig is en kan wijzigen.
De lidstaten zorgen ervoor dat een EU-abi-beheerder niet verplicht wordt de bevoegde autoriteiten van de inhoud of de geadresseerden van de pre-marketing in kennis te stellen, of andere verplichtingen of voorwaarden te vervullen dan die welke in dit artikel zijn opgenomen, alvorens hij tot pre-marketing overgaat.
Elke inschrijving door professionele beleggers, binnen 18 maanden nadat de EU-abi-beheerder tot pre-marketing is overgegaan, op rechten van deelneming of aandelen in een abi waarvan sprake is in de in het kader van de pre-marketing verstrekte informatie, of in een abi die ten gevolge van de pre-marketing is opgericht, wordt als resultaat van de verhandeling beschouwd en de in de artikelen 31 en 32 bedoelde kennisgevingsprocedures zijn erop van toepassing.
De lidstaten zorgen ervoor dat een EU-abi-beheerder uiterlijk twee weken nadat hij met pre-marketing is begonnen, een informele brief zendt, per post of langs elektronische weg, aan de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst. In die brief wordt aangegeven in welke lidstaten en gedurende welke periodes de pre-marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden, een korte beschrijving van de pre-marketing, met inbegrip van informatie over de gepresenteerde beleggingsstrategieën en, indien relevant, een lijst van abi's en compartimenten van abi's die het voorwerp van pre-marketing zijn of waren. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de EU-abi-beheerder stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarin de EU-abi-beheerder aan pre-marketing doet of heeft gedaan hiervan onverwijld in kennis. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de pre-marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de EU-abi-beheerder verzoeken aanvullende informatie te verstrekken over de pre-marketing die op zijn grondgebied plaatsvindt of heeft plaatsgevonden.
Artikel 31
Verhandeling van rechten van deelneming of aandelen in EU-abi’s in de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder
Wanneer de EU-abi een feeder-abi is, is aan het in de eerste alinea bedoelde verhandelingsrecht de voorwaarde verbonden dat de master-abi ook een EU-abi is en door een vergunninghoudend EU abi-beheerder wordt beheerd.
De kennisgeving bevat de documentatie en informatie als vastgelegd in bijlage III.
Als het om verschillende autoriteiten gaat, delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder tevens de bevoegde autoriteiten van de abi mee dat de abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in de abi mag gaan verhandelen.
Als het beheer van de abi door de abi-beheerder door een geplande wijziging niet meer met deze richtlijn zou stroken of als de abi-beheerder anders niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, delen de ter zake bevoegde autoriteiten de abi-beheerder onverwijld mee dat deze de wijziging niet kan doorvoeren.
Als de geplande wijziging ondanks de eerste en de tweede alinea wordt doorgevoerd of als een ongeplande wijziging heeft plaatsgehad waardoor het beheer van de abi door de abi-beheerder niet meer met deze richtlijn strookt of de abi-beheerder anders niet meer aan deze richtlijn voldoet, nemen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder alle vereiste maatregelen overeenkomstig artikel 46, inclusief, indien nodig, een uitdrukkelijk verbod de abi te verhandelen.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van:
de vorm en inhoud van een model van de in lid 2 bedoelde kennisgeving; en
de vorm van de in lid 4 bedoelde schriftelijke kennisgeving.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 32
Verhandeling van rechten van deelneming of aandelen in EU-abi’s in andere lidstaten dan de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder
Wanneer de EU-abi een feeder-abi is, is aan het in de eerste alinea bedoelde verhandelingsrecht de voorwaarde verbonden dat de master-abi ook een EU-abi is en door een vergunninghoudend EU abi-beheerder wordt beheerd.
De kennisgeving bevat de documentatie en informatie als vastgelegd in bijlage IV.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder voegen een verklaring bij dat de abi-beheerder in kwestie een vergunning heeft om abi’s te beheren met die specifieke investeringsstrategie.
Als het om verschillende autoriteiten gaat, delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder tevens de bevoegde autoriteiten van de abi mee dat de abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in de abi in de lidstaat van ontvangst van de abi-beheerder mag gaan verhandelen.
De lidstaten zorgen ervoor dat hun bevoegde autoriteiten toestaan dat de in lid 3 bedoelde documenten elektronisch worden doorgezonden en ingediend.
Indien, als gevolg van een geplande wijziging, het beheer van de abi door de abi-beheerder niet meer met deze richtlijn zou stroken of de abi-beheerder anderszins niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, delen de ter zake bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder de abi-beheerder binnen een termijn van 15 werkdagen na ontvangst van alle in de eerste alinea bedoelde informatie mede dat hij de wijziging niet mag doorvoeren. In dat geval stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst van de abi-beheerder hiervan onmiddellijk in kennis.
Indien een geplande wijziging niettegenstaande de eerste en de tweede alinea wordt doorgevoerd of indien een ongeplande wijziging heeft plaatsgehad waardoor het beheer van de abi door de abi-beheerder niet meer met deze richtlijn zou stroken of de abi-beheerder anderszins niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, nemen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder alle vereiste maatregelen overeenkomstig artikel 46, inclusief, indien nodig, een uitdrukkelijk verbod de abi te verhandelen en brengen zij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de abi-beheerder onverwijld daarvan op de hoogte.
Indien de wijzigingen geen effect hebben op de vraag of het beheer van de abi door de abi-beheerder met deze richtlijn strookt en of de abi-beheerder anderszins aan deze richtlijn voldoet, informeren de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder binnen één maand de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de abi-beheerder over deze wijzigingen.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van:
de vorm en inhoud van een model voor de in lid 2 bedoelde kennisgeving;
de vorm en inhoud van een model voor de in lid 3 bedoelde verklaring;
de vorm van de in lid 3 bedoelde doorzending; en
de vorm van de in lid 7 bedoelde schriftelijke kennisgeving.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 32 bis
Intrekking van de kennisgeving van regelingen voor de verhandeling van rechten van deelneming of aandelen in sommige of alle EU-abi's in andere lidstaten dan de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder
De lidstaten zorgen ervoor dat een EU-abi-beheerder de kennisgeving van regelingen voor de verhandeling van sommige of alle rechten van deelneming of aandelen in een abi in een lidstaat ten aanzien waarvan hij overeenkomstig artikel 32 een kennisgeving heeft verricht, mag intrekken, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
behalve voor closed-end abi's en fondsen die geregeld zijn bij Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad ( 13 ), wordt er een algemeen aanbod gedaan om, zonder kosten of inhoudingen, al dergelijke rechten van deelneming of aandelen in te kopen of terug te kopen welke in het bezit zijn van beleggers in die lidstaat; dit aanbod wordt gedurende ten minste 30 werkdagen openbaar gemaakt en wordt, hetzij rechtstreeks hetzij via financiële tussenpersonen, individueel gericht tot alle beleggers in die lidstaat van wie de identiteit bekend is;
het voornemen om de regelingen voor de verhandeling van rechten van deelneming of aandelen in sommige of alle abi's in die lidstaat stop te zetten, wordt openbaar gemaakt met behulp van een voor het publiek toegankelijk medium, onder meer met behulp van elektronische middelen, dat gebruikelijk is voor de verhandeling van abi's en dat geschikt is voor het type belegger tot wie de abi zich richt;
alle contractuele regelingen met financiële tussenpersonen of afgevaardigden worden gewijzigd of beëindigd met ingang van de datum van de intrekking van de kennisgeving om nieuwe of verdere, directe of indirecte, aanbieding of plaatsing van rechten van deelneming of aandelen die in de in lid 2 bedoelde kennisgeving wordt genoemd, te voorkomen.
Met ingang van de in punt c) van de eerste alinea bedoelde datum, zet de abi-beheerder nieuwe of verdere, directe of indirecte, aanbieding of plaatsing van rechten van deelneming of aandelen in de abi die hij beheert in de lidstaat ten aanzien waarvan hij overeenkomstig lid 2 een kennisgeving heeft ingediend, stop.
Na doorzending van de kennisgeving overeenkomstig de eerste alinea stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder deze onverwijld van die doorzending in kennis.
Gedurende een periode van 36 maanden met ingang van de in lid 1, eerste alinea, onder c), bedoelde datum doet de abi-beheerder niet aan pre-marketing van rechten van deelneming of aandelen in de in de kennisgeving bedoelde EU-abi's, of met betrekking tot vergelijkbare beleggingsstrategieën of beleggingsideeën, in de lidstaat die is aangegeven in de in lid 2 bedoelde kennisgeving.
Artikel 33
Voorwaarden voor het beheer van EU-abi’s die in andere lidstaten zijn gevestigd en voor het verlenen van diensten in andere lidstaten
De lidstaten zorgen ervoor dat een vergunninghoudende EU abi-beheerder hetzij rechtstreeks hetzij middels vestiging van een bijkantoor:
in een andere lidstaat gevestigde EU-abi’s mag beheren, mits de abi-beheerder een vergunning heeft om dit type abi te beheren;
in een andere lidstaat de in artikel 6, lid 4, genoemde diensten te verlenen waarvoor een vergunning is verleend.
Een abi-beheerder die van plan is voor de eerste maal de in lid 1 bedoelde activiteiten te verrichten en diensten te verlenen, deelt de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst de volgende informatie mede:
de lidstaat waarin hij rechtstreeks abi’s wil beheren of een bijkantoor wil vestigen en/of de in artikel 6, lid 4, bedoelde diensten wil verlenen;
een programma van werkzaamheden waarin met name wordt vermeld welke diensten hij wil verlenen en/of welke abi hij wil beheren.
Indien de abi-beheerder een bijkantoor wil vestigen, verstrekt hij naast de in lid 2 genoemde informatie ook de volgende informatie:
de organisatiestructuur van het bijkantoor;
het adres in de lidstaat van herkomst van de abi waar documenten kunnen worden opgevraagd;
de namen en contactgegevens van degenen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van het bijkantoor.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder voegen een verklaring bij dat de abi-beheerder in kwestie een vergunning van hen heeft.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder stellen de abi-beheerder onmiddellijk in kennis van de doorzending.
Na ontvangst van de kennisgeving van doorzending kan de abi-beheerder zijn diensten in zijn lidstaat van ontvangst gaan verrichten.
Indien, als gevolg van een geplande wijziging, het beheer van de abi door de abi-beheerder niet meer met deze richtlijn zou stroken of de abi-beheerder anderszins niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, delen de ter zake bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder de abi-beheerder binnen een termijn van 15 werkdagen na ontvangst van alle in de eerste alinea bedoelde informatie mee dat hij de wijziging niet mag doorvoeren.
Indien een geplande wijziging niettegenstaande de eerste en de tweede alinea wordt doorgevoerd of indien een ongeplande wijziging heeft plaatsgehad waardoor het beheer van de abi door de abi-beheerder niet meer met deze richtlijn zou stroken of de abi-beheerder anderszins niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, nemen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder alle vereiste maatregelen overeenkomstig artikel 46 en brengen zij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de abi-beheerder onverwijld daarvan op de hoogte.
Als de wijzigingen aanvaardbaar zijn, omdat zij geen effect hebben op het feit dat het beheer van de abi door de abi-beheerder met deze richtlijn strookt of dat de abi-beheerder anderszins aan deze richtlijn voldoet, informeren de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder onverwijld de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst van de abi-beheerder over deze wijzigingen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
HOOFDSTUK VII
BIJZONDERE REGELGEVING MET BETREKKING TOT DERDE LANDEN
Artikel 34
Voorwaarden voor EU abi-beheerders die niet-EU-abi's beheren die niet in een lidstaat worden verhandeld
De lidstaten zorgen ervoor dat een EU abi-beheerder die over een vergunning beschikt, niet-EU-abi's die niet in de Unie worden verhandeld, mag beheren, op voorwaarde dat:
de abi-beheerder voldoet aan alle bij deze richtlijn vastgestelde voorschriften uitgezonderd artikel 21 en artikel 22 met betrekking tot die abi’s; en
tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder en de toezichthoudende autoriteiten van het derde land waar de niet-EU-abi gevestigd is, een adequate samenwerkingsregeling bestaat die op zijn minst een efficiënte informatie-uitwisseling garandeert, zodat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder hun taken uit hoofde van deze richtlijn kunnen uitvoeren.
Artikel 35
Voorwaarden voor verhandeling in de Europese Unie met een paspoort van een niet-EU-abi die door een EU abi-beheerder wordt beheerd
De abi-beheerder moet voldoen aan alle bij deze richtlijn vastgestelde voorschriften uitgezonderd hoofdstuk VI. Voorts wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder en de toezichthoudende autoriteiten van het derde land waar de niet-EU-abi gevestigd is, een adequate samenwerkingsregeling bestaat die op zijn minst een efficiënte informatie-uitwisseling garandeert, rekening houdend met artikel 50, lid 4, zodat de bevoegde autoriteiten hun taken overeenkomstig deze richtlijn kunnen uitvoeren;
het derde land waar de niet-EU-abi gevestigd is, niet op de lijst van niet-coöperatieve landen en gebieden van de FATF staat;
het derde land waar de niet-EU-abi gevestigd is, heeft met de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder die over een vergunning beschikt en met elke andere lidstaat waar de rechten van deelneming of aandelen in de niet-EU-abi naar voornemen zullen worden verhandeld, een overeenkomst gesloten die volledig aan de normen van artikel 26 van het OESO-Modelverdrag inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen voldoet en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden waarborgt, inclusief eventuele multilaterale belastingovereenkomsten.
Als een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat het oneens is met de beoordeling die de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder hebben gemaakt van de toepassing van de eerste alinea, onder a) en b), kunnen de bevoegde autoriteiten in kwestie de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
De kennisgeving bevat de documentatie en informatie als vastgelegd in bijlage III.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder delen tevens de ESMA mee dat de abi-beheerder in zijn lidstaat van herkomst rechten van deelneming of aandelen in de abi mag gaan verhandelen.
De kennisgeving bevat de documentatie en informatie als vastgelegd in bijlage IV.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder voegen een verklaring bij dat de abi-beheerder in kwestie een vergunning heeft om abi’s te beheren met die specifieke investeringsstrategie.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder delen tevens de ESMA mee dat de abi-beheerder de rechten van deelneming of aandelen in de abi in de lidstaten van ontvangst van de abi-beheerder mag gaan verhandelen.
De lidstaten zorgen ervoor dat hun bevoegde autoriteiten toestaan dat de in lid 6 bedoelde documenten elektronisch worden doorgezonden en ingediend.
Als het beheer van de abi door de abi-beheerder door een geplande wijziging niet meer met deze richtlijn zou stroken of als de abi-beheerder anders niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder deze onverwijld mee dat hij de wijziging niet mag doorvoeren.
Als de geplande wijziging ondanks de eerste en de tweede alinea wordt doorgevoerd of als een ongeplande wijziging heeft plaatsgehad waardoor het beheer van de abi door de abi-beheerder niet meer met deze richtlijn zou stroken of de abi-beheerder anderszins niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, nemen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder alle vereiste maatregelen overeenkomstig artikel 46, inclusief, indien nodig, een uitdrukkelijk verbod de abi te verhandelen.
Als de wijzigingen aanvaardbaar zijn, omdat zij geen effect hebben op het feit dat het beheer van de abi door de abi-beheerder met deze richtlijn strookt of dat de abi-beheerder anderszins aan deze richtlijn voldoet, informeren de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder onverwijld de ESMA, in zoverre de wijzigingen betrekking hebben op de stopzetting van de verhandeling van bepaalde abi’s of op de verhandeling van bijkomende abi’s, en, indien van toepassing, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst van de abi-beheerder over deze wijzigingen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA voorstellen voor technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van:
de vorm en inhoud van een model voor de in lid 3 bedoelde kennisgeving;
de vorm en inhoud van een model voor de in lid 5 bedoelde kennisgeving;
de vorm en inhoud van een model voorvan de in lid 6 bedoelde verklaring;
de vorm van de in lid 6 bedoelde doorzending;
de vorm van de in lid 10 bedoelde schriftelijke kennisgeving.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 36
Voorwaarden voor verhandeling in de lidstaten zonder een paspoort van niet-EU-abi's die door een EU abi-beheerder worden beheerd
Onverminderd artikel 35 kunnen de lidstaten een EU abi-beheerder die over een vergunning beschikt, toestaan om op uitsluitend hun grondgebied aan professionele beleggers rechten van deelneming of aandelen te verhandelen in door hem beheerde abi’s en in feeder-EU-abi's die niet aan de in artikel 31, lid 1, bedoelde voorschriften voldoen, mits:
de abi-beheerder voldoet aan alle bij deze richtlijn vastgestelde voorschriften uitgezonderd artikel 21. Deze abi-beheerder zorgt er evenwel voor dat een of meer entiteiten worden aangesteld om de in artikel 21, leden 7, 8 en 9, bedoelde taken uit te voeren. Deze taken mogen niet door de abi-beheerder worden verricht. De abi-beheerder verstrekt zijn toezichthoudende autoriteiten informatie over de identiteit van de entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de in artikel 21, leden 7, 8 en 9;
tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder en de toezichthoudende autoriteiten van het derde land waar de niet-EU-abi gevestigd is, een adequate, met de internationale normen strokende samenwerkingsregeling voor toezicht op systeemrisico’s bestaat die een efficiënte informatie-uitwisseling garandeert, zodat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder hun taken overeenkomstig deze richtlijn kunnen uitvoeren;
het derde land waar de niet-EU-abi gevestigd is, niet op de lijst van niet-coöperatieve landen en gebieden van de FATF staat.
Artikel 37
Vergunning voor niet-EU abi-beheerders die EU-abi's willen beheren en/of door hen beheerde abi’s willen verhandelen in de Unie overeenkomstig artikel 39 of 40
Een niet-EU abi-beheerder die de intentie heeft voorafgaand een vergunning te verkrijgen als bedoeld in lid 1, moet voldoen aan deze richtlijn, uitgezonderd hoofdstuk VI. Wanneer en in zover deze naleving van een bepaling van deze richtlijn onverenigbaar is met de naleving van de wetgeving die geldt voor de niet-EU abi-beheerder en/of de niet-EU-abi die in de Unie wordt verhandeld, is er voor de abi-beheerder geen verplichting die bepaling van deze richtlijn na te leven, als hij kan aantonen dat:
het onmogelijk is de naleving van deze richtlijn te combineren met de naleving van een verplichte bepaling in de wetgeving die geldt voor de niet-EU abi-beheerder en/of de niet-EU-abi die in de Unie wordt verhandeld;
de wetgeving die geldt voor de niet-EU abi-beheerder en/of de niet-EU-abi voorziet in een equivalente regel die hetzelfde doel dient wat de regelgeving betreft en die de investeerders in de betrokken abi hetzelfde beschermingsniveau biedt; en
de niet-EU abi-beheerder en/of de niet-EU-abi de in punt b) bedoelde equivalente regel naleven.
De referentielidstaat van een niet-EU abi-beheerder wordt als volgt bepaald:
als de niet-EU abi-beheerder slechts één EU-abi wil beheren of diverse EU-abi's die in dezelfde lidstaat zijn gevestigd en hij geen abi overeenkomstig artikel 39 of 40 wil verhandelen in de Unie, wordt de lidstaat van herkomst van dit of deze abi’s geacht de referentielidstaat te zijn en zijn de bevoegde autoriteiten van deze lidstaat bevoegd voor de vergunningsprocedure en voor het toezicht op de abi-beheerder;
als de niet-EU abi-beheerder diverse EU-abi's wil beheren die in verschillende lidstaten zijn gevestigd en hij geen abi overeenkomstig artikel 39 of 40 wil verhandelen in de Unie, is de referentielidstaat:
de lidstaat waar de meeste abi’s zijn gevestigd; of
de lidstaat waar het grootste aantal activa wordt beheerd;
als de niet-EU abi-beheerder slechts één EU-abi in slechts één lidstaat wil verhandelen, is de referentielidstaat:
als voor de abi een vergunning is afgegeven in een lidstaat of de abi notificatie heeft gedaan in een lidstaat, de lidstaat van herkomst van de abi of de lidstaat waar de abi-beheerder de abi wil verhandelen;
als voor de abi geen vergunning is afgegeven in een lidstaat en de abi geen notificatie heeft gedaan in een lidstaat, de lidstaat waar de abi-beheerder de abi wil verhandelen;
als de niet-EU abi-beheerder slechts één niet-EU-abi in slechts één lidstaat wil verhandelen, is de referentielidstaat deze lidstaat;
als de niet-EU abi-beheerder slechts één EU-abi wil verhandelen, maar in diverse lidstaten, is de referentielidstaat:
als voor de abi een vergunning is afgegeven in een lidstaat of de abi geregistreerd is in een lidstaat, de lidstaat van herkomst van de abi of een van de lidstaten waar de abi-beheerder effectieve verhandelingsactiviteiten wil ontplooien; of
als voor de abi geen vergunning is afgegeven in een lidstaat en de abi niet geregistreerd is in een lidstaat, een van de lidstaten waar de abi-beheerder effectieve verhandelingsactiviteiten wil ontplooien;
als de niet-EU abi-beheerder slechts één niet-EU-abi wil verhandelen, maar in diverse lidstaten, is de referentielidstaat een van deze lidstaten;
als de niet-EU abi-beheerder diverse EU-abi's in de Unie wil verhandelen, is de referentielidstaat:
in zoverre alle abi’s in kwestie geregistreerd zijn in dezelfde lidstaat of voor alle abi’s in kwestie een vergunning is afgegeven in dezelfde lidstaat, de lidstaat van herkomst van deze abi-beheerders of de lidstaat waar de abi-beheerder effectieve verhandelingsactiviteiten wil ontplooien voor de meeste van deze abi’s;
in zoverre niet alle abi’s in kwestie geregistreerd zijn in dezelfde lidstaat en niet voor alle abi’s in kwestie een vergunning is afgegeven in dezelfde lidstaat, de lidstaat waar de abi-beheerder effectieve verhandelingsactiviteiten wil ontplooien voor de meeste van deze abi’s;
als de niet-EU abi-beheerder diverse EU- en niet-EU-abi's of diverse niet-EU-abi's in de Unie wil verhandelen, is de referentielidstaat de lidstaat waar hij effectieve verhandelingsactiviteiten wil ontplooien voor de meeste van deze abi’s.
Overeenkomstig de criteria vastgelegd onder b), c) i), e), f) en g) i), van de eerste alinea, zijn meer dan één referentielidstaten mogelijk. In dat geval schrijven de lidstaten voor dat de niet-EU abi-beheerder die EU-abi's wil beheren zonder ze te verhandelen en/of abi’s die hij beheert, wil verhandelen in de Unie overeenkomstig artikel 39 of 40, een aanvraag indient bij de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten die overeenkomstig de criteria in deze punten referentielidstaat kunnen zijn, om onder elkaar te bepalen welk land zijn referentielidstaat is. Deze bevoegde autoriteiten besluiten gezamenlijk binnen een maand welk land de referentielidstaat voor de niet-EU abi-beheerder is. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat die als referentielidstaat wordt aangewezen, informeren onverwijld de niet-EU abi-beheerder over deze aanstelling. Als de niet-EU abi-beheerder niet binnen zeven dagen na het besluit van de bevoegde autoriteiten in kwestie naar behoren over dit besluit is geïnformeerd of de bevoegde autoriteiten in kwestie niet binnen de termijn van één maand een besluit hebben genomen, kan de niet-EU abi-beheerder zelf zijn referentielidstaat kiezen op basis van de in dit lid vastgelegde criteria.
De abi-beheerder moet kunnen bewijzen effectieve verhandelingsactiviteiten in een bepaalde lidstaat te willen ontplooien door zijn marktstrategie aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat bekend te maken volgens de aanwijzingen van deze lidstaat.
Na ontvangst van de vergunningsaanvraag beoordelen de bevoegde autoriteiten of bij de bepaling door de abi-beheerder van zijn referentielidstaat aan de criteria in lid 4 is voldaan. Als de bevoegde autoriteiten van mening zijn dat dit niet het geval is, wijzen zij de vergunningsaanvraag van de niet-EU abi-beheerder af, waarbij zij de redenen voor hun afwijzing opgeven. Als de bevoegde autoriteiten van mening zijn dat aan de criteria van lid 4 is voldaan, stellen zij ESMA hiervan in kennis en verzoeken zij de ESMA een advies over hun beoordeling uit te brengen. In hun kennisgeving verstrekken de bevoegde autoriteiten de ESMA de motivering van de abi-beheerder van zijn beoordeling wat de referentielidstaat betreft, alsmede informatie over de marketingstrategie van de abi-beheerder.
Binnen een maand na ontvangst van de in de tweede alinea bedoelde kennisgeving brengt de ESMA bij de bevoegde autoriteiten in kwestie een advies uit over hun beoordeling wat de referentielidstaat overeenkomstig de criteria van lid 4 betreft. De ESMA brengt alleen een negatief advies uit, alleen als het van mening is dat niet aan de criteria van lid 4 is voldaan.
De termijn in artikel 8, lid 5, wordt tijdens de behandeling door de ESMA overeenkomstig dit lid opgeschort.
Als de bevoegde autoriteiten voorstellen een vergunning te verlenen ondanks het in de derde alinea genoemde advies van de ESMA, stellen zij de ESMA hiervan in kennis, met opgave van hun redenen. Het feit dat de bevoegde autoriteiten haar advies naast zich neerleggen of voornemens zijn het naast zich neer te leggen, wordt door de ESMA bekendgemaakt. De ESMA kan eveneens per geval besluiten de redenen bekend te maken die de bevoegde autoriteiten aanvoeren om het advies naast zich neer te leggen. De bevoegde autoriteiten ontvangen vooraf een kennisgeving van deze bekendmaking.
Als de bevoegde autoriteiten voorstellen een vergunning te verlenen ondanks het in de derde alinea bedoelde advies van de ESMA en de abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in abi’s die hij beheert, wil verhandelen in andere lidstaten dan de referentielidstaat, informeren de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat hierover ook de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten, waarbij zij hun redenen opgeven. Indien van toepassing informeren de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat hierover ook de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst van de abi’s die door de abi-beheerder worden beheerd, met opgaven van hun redenen.
Onverminderd de bepalingen van lid 8 wordt geen vergunning verleend tenzij aan de volgende bijkomende voorwaarden is voldaan:
de referentielidstaat is door de abi-beheerder aangewezen overeenkomstig de criteria van lid 4, deze keuze is onderbouwd door de bekendmaking van de marketingstrategie en de procedure van lid 5 is door de bevoegde autoriteiten in kwestie gevolgd;
de abi-beheerder heeft een wettelijk vertegenwoordiger aangewezen die gevestigd is in de referentielidstaat;
de wettelijk vertegenwoordiger is tesamen met de abi-beheerder de contactpersoon van de niet-EU abi-beheerder voor de beleggers in de abi in kwestie, voor de ESMA en voor de bevoegde autoriteiten wat de activiteiten betreft waarvoor de abi-beheerder in de Unie een vergunning heeft en is op zijn minst voldoende uitgerust om de compliancefunctie overeenkomstig deze richtlijn te vervullen;
tussen de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat, de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de EU-abi's in kwestie en de toezichthoudende autoriteiten van het derde land waar de niet-EU abi-beheerder gevestigd is, bestaat een adequate samenwerkingsregeling die op zijn minst een efficiënte informatie-uitwisseling garandeert, zodat de bevoegde autoriteiten hun taken overeenkomstig deze richtlijn kunnen uitvoeren;
het derde land waar de niet-EU abi-beheerder gevestigd is, staat niet op de lijst van niet-coöperatieve landen en gebieden van de FATF;
het derde land waar de niet-EU abi-beheerder is gevestigd, heeft met de referentielidstaat een overeenkomst gesloten die volledig voldoet aan de normen van artikel 26 van het OESO-Modelverdrag inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden waarborgt, inclusief eventuele multilaterale belastingovereenkomsten;
de daadwerkelijke uitoefening door de bevoegde autoriteiten van hun toezichtsfuncties overeenkomstig deze richtlijn wordt niet verhinderd door de wetten, regelingen of administratieve bepalingen van een derde land die betrekking op de abi-beheerder hebben en noch door beperkingen van de toezichts- en onderzoeksbevoegdheden van de toezichtsautoriteiten van dat derde land.
Als een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat het oneens is met de beoordeling die de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder hebben gemaakt van de toepassing van dit lid, onder a) tot en met e) en g), kunnen de bevoegde autoriteiten in kwestie de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
Als een bevoegde autoriteit van een EU-abi niet binnen een redelijke periode aan de vereiste samenwerkingsregelingen overeenkomstig de eerste alinea, onder d), deelneemt, kunnen de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
De vergunning wordt verleend overeenkomstig hoofdstuk II die mutatis mutandis van toepassing zijn, met dien verstande dat:
de in artikel 7, lid 2, bedoelde informatie wordt aangevuld met:
een motivering door de abi-beheerder van zijn beoordeling wat de referentielidstaat betreft overeenkomstig de criteria van lid 4 met informatie over de marketingstrategie;
een lijst van de bepalingen van deze richtlijn waarvoor naleving door de abi-beheerder onmogelijk is, doordat naleving van die bepalingen door de abi-beheerder overeenkomstig lid 2 onverenigbaar is met naleving van een verplichte bepaling in de wet die geldt voor de niet-EU abi-beheerder en/of eventueel de niet-EU-abi die in de Unie wordt verhandeld;
schriftelijk bewijs op basis van de door de ESMA ontwikkelde technische reguleringsnormen dat de wet van het derde land in kwestie voorziet in een regel die equivalent is met de bepalingen die niet kunnen worden nageleefd, die hetzelfde doel dient wat de regelgeving betreft en die de beleggers in de abi in kwestie hetzelfde beschermingsniveau biedt en dat de abi-beheerder deze equivalente regel naleeft; dit schriftelijke bewijs moet worden ondersteund door een juridisch advies over het feit dat de bepaling in de wet van het derde land in kwestie die de onverenigbaarheid oplevert, bestaat, met een omschrijving van het doel ervan wat de regelgeving betreft en de aard van de investeerdersbescherming die ermee wordt nagestreefd; en
de naam van de wettelijk vertegenwoordiger van de abi-beheerder en de plaats waar deze is gevestigd;
de in artikel 7, lid 3, bedoelde informatie mag worden beperkt tot de EU-abi die de abi-beheerder wil beheren en tot de door de abi-beheerder beheerde abi’s die hij wil verhandelen in de Unie met een paspoort;
artikel 8, lid 1, onder a), laat de bepalingen van lid 2, onder b), van dit artikel onverlet;
artikel 8, lid 1, onder e), is niet van toepassing;
in artikel 8, lid 5, tweede alinea, wordt een verwijzing naar „de in artikel 37, lid 8, onder a), bedoelde informatie” gelezen.
Als een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat het oneens is met de vergunning die verleend is door de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder, kunnen de bevoegde autoriteiten in kwestie de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
Binnen een maand na ontvangst van de in de eerste alinea bedoelde kennisgeving brengt de ESMA bij de bevoegde autoriteiten een advies uit over de toepassing van de vrijstelling van naleving van deze richtlijn als gevolg van de in lid 2 bedoelde onverenigbaarheid. Het advies kan in het bijzonder betrekking hebben op de vraag of kennelijk aan de voorwaarden voor deze vrijstelling is voldaan, op basis van de informatie die door de abi-beheerder is verstrekt overeenkomstig lid 8, onder a), ii) en iii), en van de technische reguleringsnormen inzake equivalentie. De ESMA streeft naar de totstandbrenging van een gemeenschappelijke Europese toezichtscultuur en consistente toezichtspraktijken en zorgt voor een consistente aanpak door de verschillende bevoegde autoriteiten wat de toepassing van dit lid betreft.
De in artikel 8, lid 5, bedoelde termijn wordt tijdens de behandeling door de ESMA overeenkomstig dit lid opgeschort.
Als de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat voorstellen een vergunning te verlenen ondanks het in de tweede alinea genoemde advies van de ESMA, stellen zij de ESMA hiervan in kennis, met opgave van hun redenen. Het feit dat de bevoegde autoriteiten dit advies naast zich neerleggen of voornemens zijn het naast zich neer te leggen, wordt door de ESMA bekendgemaakt. De ESMA kan eveneens per geval besluiten de redenen bekend te maken die de bevoegde autoriteiten aanvoeren om het advies naast zich neer te leggen. De bevoegde autoriteiten in kwestie worden vooraf van deze bekendmaking op de hoogte gebracht.
Als de bevoegde autoriteiten voorstellen een vergunning te verlenen ondanks het in lid 2 bedoelde advies van de ESMA en de abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in abi’s die hij beheert, wil verhandelen in andere lidstaten dan de referentielidstaat, informeren de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat hierover ook de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten, waarbij zij hun redenen opgeven.
Als een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat het oneens is met de beoordeling die de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder hebben gemaakt van de toepassing van dit lid 9, kunnen de bevoegde autoriteiten in kwestie de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
De bevoegde autoriteiten informeren de ESMA over de vergunningsaanvragen die zij hebben afgewezen, waarbij zij gegevens verstrekken over de abi-beheerders die een vergunning hebben aangevraagd en de redenen voor de afwijzing. De ESMA houdt een centraal register met deze gegevens bij, dat op verzoek ter beschikking van bevoegde autoriteiten staat. De bevoegde autoriteiten behandelen deze informatie als vertrouwelijk.
De oorspronkelijke referentielidstaat beoordeelt of de bepaling van de abi-beheerder overeenkomstig de eerste alinea, correct is en stelt de ESMA van zijn beoordeling hiervan in kennis. De ESMA brengt een advies uit over de beoordeling die door de bevoegde autoriteiten is gemaakt. In hun kennisgeving verstrekken de bevoegde autoriteiten de ESMA de motivering van de abi-beheerder van zijn beoordeling wat de referentielidstaat betreft, alsmede informatie over de nieuwe marketingstrategie van de abi-beheerder.
Binnen een maand na ontvangst van de in de tweede alinea, bedoelde kennisgeving verstrekt de ESMA de bevoegde autoriteiten in kwestie een advies over de beoordeling. De ESMA kan alleen een negatief advies uitbrengen, als het van mening is dat niet aan de criteria van lid 4 is voldaan.
Na ontvangst van het ESMA-advies informeren de bevoegde autoriteiten van de oorspronkelijke referentielidstaat de niet-EU abi-beheerder, diens wettelijk vertegenwoordiger en de ESMA over hun besluit.
Als de bevoegde autoriteiten van de oorspronkelijke referentielidstaat het eens zijn met de door de abi-beheerder gemaakte beoordeling, informeren zij ook de bevoegde autoriteiten van de nieuwe referentielidstaat over de wijziging. De oorspronkelijke referentielidstaat zendt de nieuwe referentielidstaat onverwijld een kopie van het vergunnings- en toezichtsdossier van de abi-beheerder toe. Vanaf de datum van toezending van het vergunnings- en toezichtsdossier zijn de bevoegde autoriteiten van de nieuwe referentielidstaat bevoegd voor de vergunningsprocedure en voor het toezicht op de abi-beheerder.
Als de eindbeoordeling van de bevoegde autoriteiten strijdig is met het in de derde alinea, genoemde advies van de ESMA:
stellen de bevoegde autoriteiten de ESMA hiervan in kennis, met opgave van hun redenen. Het feit dat de bevoegde autoriteiten haar advies naast zich neerleggen of voornemens zijn het naast zich neer te leggen, wordt door de ESMA bekendgemaakt. De ESMA kan eveneens per geval besluiten de redenen bekend te maken die de bevoegde autoriteiten aanvoeren om het advies naast zich neer te leggen. De bevoegde autoriteiten in kwestie worden vooraf van deze bekendmaking op de hoogte gebracht;
in het geval de abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in abi’s die hij beheert, verhandelt in andere lidstaten dan de oorspronkelijke referentielidstaat, informeren de bevoegde autoriteiten van de oorspronkelijke referentielidstaat hierover ook de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten, waarbij zij hun redenen opgeven. Indien van toepassing informeren de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat hierover de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst van de abi’s die door de abi-beheerder worden beheerd, met opgaven van de redenen.
Als de abi-beheerder zijn marketingstrategie wijzigt na de periode van lid 11 en op basis van zijn nieuwe marketingstrategie zijn referentielidstaat wil wijzigen, kan hij een verzoek om zijn referentielidstaat te wijzigen indienen bij de bevoegde autoriteiten van de oorspronkelijke referentielidstaat. De procedure van lid 11 is mutatis mutandis van toepassing.
Als een bevoegde autoriteit van een lidstaat het oneens is met de beoordeling met betrekking tot de bepaling van de referentielidstaat overeenkomstig lid 11 of dit lid, kunnen de bevoegde autoriteiten in kwestie de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
Geschillen tussen de abi-beheerder of de abi en EU-investeerders in de abi in kwestie worden overeenkomstig de wet van een lidstaat beslecht en vallen onder de bevoegdheid van de rechter van een lidstaat.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 op te stellen.
Overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, speelt de ESMA een algemene coördinerende rol tussen de bevoegde autoriteit van de referentielidstaat van de niet-EU abi-beheerder en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst van de abi-beheerder in kwestie. De ESMA kan met name:
de informatie-uitwisseling tussen de betrokken bevoegde autoriteiten vergemakkelijken;
bepalen welke informatie de bevoegde autoriteit van de referentielidstaat aan betrokken bevoegde autoriteiten van lidstaten van ontvangst moet verstrekken;
alle nodige maatregelen nemen in geval van ontwikkelingen die de werking van de financiële markten in gevaar kunnen brengen, om de coördinatie te vergemakkelijken van de acties die door de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst met betrekking tot niet-EU abi-beheerders worden ondernomen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Om eenvormige toepassing van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen voor:
de manier waarop de abi-beheerder de voorschriften van deze richtlijn moet naleven, rekening houdend met het feit dat hij gevestigd is in een derde land en met name de in de artikelen 22 tot en met 24 bedoelde informatieverstrekking;
de voorwaarden waaronder de wet die geldt voor een niet-EU abi-beheerder of een niet-EU abi, wordt geacht te voorzien in een equivalente regel die hetzelfde doel dient wat de regelgeving betreft en die de beleggers in kwestie hetzelfde beschermingsniveau biedt.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Artikel 38
Collegiale toetsing van de verlening van een vergunning aan en het toezicht op niet-EU abi-beheerders
Met name omvat de collegiale toetsing een beoordeling van:
de mate van convergentie van de toezichtpraktijken bij de verlening van een vergunning aan en het toezicht op niet-EU abi-beheerders die is gerealiseerd;
de mate waarin met de toezichtpraktijk de in deze richtlijn bepaalde doelstellingen worden gehaald;
de doeltreffendheid en de mate van convergentie die is gerealiseerd met betrekking tot de handhaving van deze richtlijn en de uitvoeringsvoorschriften ervan en van de technische reguleringsnormen en de technische uitvoeringsnormen die de ESMA op grond van deze richtlijn heeft ontworpen, inclusief de administratieve maatregelen en straffen die worden opgelegd aan niet-EU abi-beheerders, als deze richtlijn niet wordt nageleefd.
Artikel 39
Voorwaarden voor verhandeling in de Unie met een paspoort van EU-abi's die door een niet-EU abi-beheerder worden beheerd
Deze kennisgeving omvat de documentatie en informatie als vastgelegd in bijlage III.
De bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder delen tevens de ESMA en de bevoegde autoriteiten van de abi mee dat de abi-beheerder de rechten van deelneming of aandelen in de abi in de referentielidstaat van de abi-beheerder mag gaan verhandelen.
De kennisgeving omvat de documentatie en informatie als vastgelegd in bijlage IV.
De bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder voegen bij het dossier een verklaring dat de abi-beheerder in kwestie een vergunning heeft om abi’s met een specifieke investeringsstrategie te beheren.
De bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder delen tevens de ESMA en de bevoegde autoriteiten van de abi mee dat de abi-beheerder de rechten van deelneming of aandelen in de abi in lidstaten van ontvangst van de abi-beheerder mag gaan verhandelen.
De lidstaten zorgen ervoor dat hun bevoegde autoriteiten toestaan dat de in lid 6 bedoelde documenten elektronisch worden doorgezonden en ingediend.
Als het beheer van de abi door de abi-beheerder door de geplande wijziging niet meer met deze richtlijn zou stroken of als de abi-beheerder anders niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, delen de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder deze onverwijld mee dat hij de wijziging niet mag doorvoeren.
Als de geplande wijziging desondanks wordt doorgevoerd of als een ongepland feit dat tot een wijziging leidt, heeft plaatsgehad waardoor het beheer van de abi door de abi-beheerder niet meer met deze richtlijn zou stroken of de abi-beheerder anders niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, nemen de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder alle vereiste maatregelen overeenkomstig artikel 46, inclusief, indien nodig, een uitdrukkelijk verbod de abi te verhandelen.
Als de wijzigingen aanvaardbaar zijn, omdat zij geen effect hebben op het feit dat het beheer van de abi door de abi-beheerder met deze richtlijn strookt en dat de abi-beheerder anders aan deze richtlijn voldoet, informeren de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat onverwijld de ESMA, in zoverre de wijzigingen betrekking hebben op de stopzetting van de verhandeling van bepaalde abi’s of op de verhandeling van bijkomende abi’s, en, indien nodig, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst over deze wijzigingen.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van:
de vorm en inhoud van een standaardmodel voor de in de leden 2 en 4 bedoelde kennisgeving;
de vorm en inhoud van een model voor van de in lid 5 bedoelde verklaring;
de vorm van de in lid 5 bedoelde doorzending; en
de vorm van de in lid 9 bedoelde schriftelijke kennisgeving.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 40
Voorwaarden voor verhandeling in de Unie met een paspoort van niet-EU-abi's die door een niet-EU abi-beheerder worden beheerd
Aanvullend aan de vereisten in deze richtlijn betreffende EU abi-beheerders, dienen niet-EU afb-beheerders te voldoen aan de volgende voorwaarden:
tussen de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat en de toezichthoudende autoriteit van het derde land waar de niet-EU-abi gevestigd is, bestaat een adequate samenwerkingsregeling die op zijn minst een efficiënte informatie-uitwisseling garandeert, zodat de bevoegde autoriteiten hun taken uit hoofde van deze richtlijn kunnen uitvoeren;
het derde land waar de niet-EU-abi gevestigd is, staat niet op de lijst van niet-coöperatieve landen en gebieden van de FATF;
het derde land waar de niet-EU-abi gevestigd is, heeft met de referentielidstaat en met elke andere lidstaat waar de rechten van deelneming of aandelen in de niet-EU-abi volgens naar voornemen zullen worden verhandeld, een overeenkomst gesloten die volledig aan de normen van artikel 26 van het OESO-Modelverdrag inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen voldoet en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden waarborgt, inclusief multilaterale belastingovereenkomsten.
Als een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat het oneens is met de beoordeling die de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder hebben gemaakt van de toepassing van de eerste alinea, onder a) en b), kunnen de bevoegde autoriteiten in kwestie de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
De kennisgeving omvat de documentatie en informatie als vastgelegd in bijlage III.
De bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder delen tevens de ESMA mee dat de abi-beheerder in zijn referentielidstaat rechten van deelneming of aandelen in de abi mag gaan verhandelen.
Deze kennisgeving omvat de documentatie en informatie als vastgelegd in bijlage IV.
De bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder voegen bij het dossier een verklaring dat de abi-beheerder in kwestie een vergunning heeft om abi’s met een specifieke investeringsstrategie te beheren.
De bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder delen tevens de ESMA mee dat de abi-beheerder de rechten van deelneming of aandelen in de abi in de lidstaten van ontvangst van de abi-beheerder mag gaan verhandelen.
De lidstaten zorgen ervoor dat hun bevoegde autoriteiten toestaan dat de in lid 6 bedoelde documenten elektronisch worden doorgezonden en ingediend.
Als het beheer van de abi door de abi-beheerder door de geplande wijziging niet meer met deze richtlijn zou stroken of als de abi-beheerder anders niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, delen de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder deze onverwijld mee dat hij de wijziging niet mag doorvoeren.
Als de geplande wijziging ondanks de bepalingen van de eerste en de tweede alinea, wordt doorgevoerd of als een ongeplande wijziging heeft plaatsgehad waardoor het beheer van de abi door de abi-beheerder niet meer met deze richtlijn strookt of de abi-beheerder anders niet meer aan deze richtlijn voldoet, nemen de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de abi-beheerder alle vereiste maatregelen overeenkomstig artikel 46, inclusief, indien nodig, een uitdrukkelijk verbod de abi te verhandelen.
Als de wijzigingen aanvaardbaar zijn, omdat zij geen effect hebben op het feit dat het beheer van de abi door de abi-beheerder met deze richtlijn strookt of dat de abi-beheerder anderszins aan deze richtlijn voldoet, informeren de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat onverwijld de ESMA, in zoverre de wijzigingen betrekking hebben op de stopzetting van de verhandeling van bepaalde abi’s of op de verhandeling van bijkomende abi’s, en, indien nodig, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst van de abi-beheerder over deze wijzigingen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van:
de vorm en inhoud van een model voor de in lid 3 en 5 bedoelde kennisgeving;
de vorm en inhoud van een model voor de in lid 6 bedoelde verklaring;
de vorm van de in lid 6 bedoelde doorzending; en
de vorm van de in lid 10 bedoelde schriftelijke kennisgeving.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 41
Voorwaarden voor het beheer door niet-EU abi-beheerders van abi’s die zijn gevestigd in andere lidstaten dan de referentielidstaat
Een niet-EU abi-beheerder die voor de eerste maal in een andere lidstaat dan zijn referentielidstaat gevestigde EU-abi's wil beheren, zendt de bevoegde autoriteiten van zijn referentielidstaat de volgende informatie toe:
de lidstaat waar hij hetzij rechtstreeks abi’s wil beheren hetzij een bijkantoor wil vestigen;
een programma van werkzaamheden waarin met name wordt vermeld welke diensten hij wil verlenen en welke abi hij wil beheren.
Indien de niet-EU abi-beheerder een bijkantoor wil vestigen, verstrekt hij naast de in lid 2 genoemde informatie ook de volgende informatie:
de organisatiestructuur van het bijkantoor;
het adres in de lidstaat van herkomst van de abi waar documenten kunnen worden opgevraagd;
de namen en contactgegevens van degenen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van het bijkantoor.
De bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat voegen bij de documentatie een verklaring dat de abi-beheerder in kwestie een vergunning van hen heeft.
De bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat stellen de abi-beheerder onmiddellijk in kennis van de doorzending. Na ontvangst van de kennisgeving van doorzending kan de abi-beheerder zijn diensten in de lidstaten van ontvangst van de abi-beheerder gaan verrichten.
De bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat delen tevens de ESMA mee dat de abi-beheerder de abi in de lidstaten van ontvangst van de abi-beheerder mag gaan beheren.
Als het beheer van de abi door de abi-beheerder door de geplande wijziging niet meer met deze richtlijn zou stroken of als de abi-beheerder anders niet meer aan deze richtlijn zou voldoen, delen de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat de abi-beheerder onverwijld mee dat hij de wijziging niet mag doorvoeren.
Als de geplande wijziging ondanks de bepalingen van de eerste en de tweede alinea, wordt doorgevoerd of als een ongepland feit heeft plaatsgehad waardoor het beheer van de abi door de abi-beheerder niet meer met deze richtlijn strookt of de abi-beheerder anders niet meer aan deze richtlijn voldoet, nemen de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat alle vereiste maatregelen overeenkomstig artikel 46, zo nodig met inbegrip van het uitdrukkelijke verbod tot het verhandelen van de abi.
Al de wijzigingen aanvaardbaar zijn, omdat zij geen effect hebben op het feit dat het beheer van de abi door de abi-beheerder met deze richtlijn strookt en dat de abi-beheerder anders aan deze richtlijn voldoet, informeren de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat onverwijld de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst van de abi-beheerder over deze wijzigingen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 42
Voorwaarden voor verhandeling in de lidstaten zonder een paspoort van niet-EU-abi's die door een niet-EU abi-beheerder worden beheerd
Onverminderd de artikelen 37, 39 en 40 kunnen de lidstaten niet-EU abi-beheerders toestaan om op hun grondgebied aan professionele beleggers rechten van deelneming of aandelen in door hen beheerde abi’s te verhandelen, mits ten minste aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de niet-EU abi-beheerder leeft de artikelen 22, 23 en 24 na voor elke abi die hij overeenkomstig dit artikel verhandelt en leeft de artikelen 26 tot en met 30 na als een overeenkomstig dit artikel door de abi-beheerder verhandelde abi onder het toepassingsgebied valt van artikel 26, lid 1. De in deze artikelen bedoelde bevoegde autoriteiten en beleggers in abi’s worden geacht de autoriteiten en beleggers te zijn van de lidstaten waar de abi’s worden verhandeld;
tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de abi’s worden verhandeld, indien van toepassing, de bevoegde autoriteiten van de EU-abi's in kwestie en de toezichthoudende autoriteiten van het derde land waar de niet-EU-abi gevestigd is, bestaat een adequate, met de internationale normen strokende samenwerkingsregeling voor toezicht op systeemrisico’s die een efficiënte informatie-uitwisseling garandeert, zodat de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten hun taken uit hoofde van deze richtlijn kunnen uitvoeren;
het derde land waar de niet-EU abi-beheerder of de niet-EU-abi zijn gevestigd, staat niet op de lijst van niet-coöperatieve landen en gebieden van de FATF.
Als een bevoegde autoriteit van een EU-abi niet binnen een redelijke periode aan de vereiste samenwerkingsregeling overeenkomstig punt b) van de eerste alinea deelneemt, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de abi volgens plan zal worden verhandeld, de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
HOOFDSTUK VIII
VERHANDELING AAN KLEINE BELEGGERS
Artikel 43
Verhandeling van abi’s door abi-beheerders aan kleine beleggers
In deze gevallen kunnen de lidstaten de abi-beheerders of de abi’s strengere voorschriften opleggen dan degene die gelden voor de abi’s die overeenkomstig deze richtlijn worden verhandeld aan professionele beleggers op hun grondgebied. De lidstaten leggen echter geen strengere of bijkomende voorschriften op aan EU-abi's die zijn gevestigd in een andere lidstaat en worden verhandeld over de grenzen heen dan aan abi’s die worden verhandeld binnen het land.
De lidstaten die de verhandeling van abi’s aan kleine beleggers op hun grondgebied toestaan, stellen de Commissie en de ESMA uiterlijk op 22 juli 2014 in kennis van:
de soorten abi’s die abi-beheerders op hun grondgebied aan kleine beleggers mogen verhandelen;
de eventuele aanvullende verplichtingen die de lidstaten in verband met de verhandeling van abi’s aan kleine beleggers opleggen.
De lidstaten stellen de Commissie en de ESMA ook in kennis van eventuele latere wijzigingen wat de eerste alinea betreft.
Artikel 43 bis
Voorzieningen ten behoeve van niet-professionele beleggers
Onverminderd artikel 26 van Verordening (EU) 2015/760 zorgen de lidstaten ervoor dat een abi-beheerder in elke lidstaat waar hij voornemens is rechten van deelneming of aandelen in een abi aan niet-professionele beleggers te verhandelen, voorzieningen beschikbaar stelt om de volgende taken te vervullen:
de verwerking van inschrijvings-, betaal-, inkoop- en terugbetalingsorders van beleggers met betrekking tot rechten van deelneming of aandelen in de abi, in overeenstemming met de in de documenten van de abi vervatte voorwaarden;
de mededeling aan beleggers van informatie over de wijze waarop de onder a) bedoelde orders kunnen worden uitgevoerd en waarop de opbrengsten van inkopen en terugbetalingen worden uitgekeerd;
het vergemakkelijken van de behandeling van informatie over de uitoefening door beleggers van hun rechten uit hoofde van hun belegging in de abi in de lidstaat waar de abi wordt verhandeld;
de beschikbaarstelling van de krachtens de artikelen 22 en 23 vereiste informatie en documenten aan beleggers, ter inzage en voor het verkrijgen van kopieën;
de verstrekking aan beleggers van informatie die dienstig is voor de taken die door de voorzieningen worden vervuld, op een duurzame drager als omschreven in artikel 2, lid 1, onder m), van Richtlijn 2009/65/EG, en
het fungeren als contactpunt voor de communicatie met de bevoegde autoriteiten.
De abi-beheerder zorgt ervoor dat de in lid 1 bedoelde voorzieningen om de taken te vervullen, tevens elektronisch, voorhanden zijn:
in de officiële taal of een van de officiële talen van de lidstaat waar de abi-beheerder wordt verhandeld of in een taal die is goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten van die lidstaat;
door de abi-beheerder zelf, door een derde die onderworpen is aan regelgeving en toezicht voor de te vervullen taken, of door beide.
Voor de toepassing van punt b) geldt dat indien de taken door een derde worden vervuld, de benoeming van die derde schriftelijk wordt vastgelegd in een overeenkomst, waarin is bepaald welke in lid 1 bedoelde taken niet door de abi-beheerder dienen te worden vervuld en dat de derde alle desbetreffende informatie en documenten zal ontvangen van de abi-beheerder.
HOOFDSTUK IX
BEVOEGDE AUTORITEITEN
DEEL 1
Aanwijzing, bevoegdheden en verhaalprocedures
Artikel 44
Aanwijzing van bevoegde autoriteiten
De lidstaten wijzen de bevoegde autoriteiten aan die de in deze richtlijn omschreven taken moeten vervullen.
Zij stellen de ESMA en de Commissie daarvan in kennis, onder vermelding van een eventuele taakverdeling.
De bevoegde autoriteiten zijn overheidsinstanties.
De lidstaten verlangen van hun bevoegde autoriteiten dat deze passende methoden instellen om erop toe te zien dat abi-beheerders aan hun verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn voldoen, eventueel op basis van de richtsnoeren van de ESMA.
Artikel 45
Verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteiten in de lidstaten
Van de bedoelde abi-beheerders worden niet méér gegevens verlangd dan de lidstaat van ontvangst van de abi-beheerder verlangt van abi-beheerders waarvoor hij lidstaat van herkomst is, wat het toezicht op de naleving door deze laatste van dezelfde regels betreft.
Indien de abi-beheerder in kwestie weigert de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van ontvangst informatie te verstrekken die onder de verantwoordelijkheid van deze autoriteiten valt of niet het nodige doet om een einde aan de in lid 4 bedoelde tekortkoming te maken, stellen de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van ontvangst de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst hiervan in kennis. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder:
treffen zo spoedig mogelijk alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de abi-beheerder in kwestie de door de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst overeenkomstig lid 3 gevraagde informatie verstrekt of een einde aan de in lid 4 bedoelde tekortkoming maakt;
vragen eventueel zo spoedig mogelijk de nodige informatie aan de betrokken toezichthoudende autoriteiten in derde landen.
De aard van de onder a) bedoelde maatregelen wordt aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de abi-beheerder meegedeeld.
Artikel 46
Bevoegdheden van bevoegde autoriteiten
Aan de bevoegde autoriteiten worden alle toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden verleend die nodig zijn voor de vervulling van hun taken. Deze bevoegdheden worden uitgeoefend op een van de volgende wijzen:
rechtstreeks;
in samenwerking met andere autoriteiten;
op hun verantwoordelijkheid middels delegatie aan entiteiten waaraan taken zijn gedelegeerd;
middels een verzoek aan de bevoegde rechterlijke instanties.
De bevoegde autoriteiten beschikken over de bevoegdheden om:
toegang te verkrijgen tot ieder document, in enigerlei vorm, en een afschrift daarvan te ontvangen;
aanvullende inlichtingen over de activiteiten van de abi-beheerder of de abi te verlangen van iedere persoon en zo nodig een persoon op te roepen en te ondervragen om inlichtingen te verkrijgen;
aangekondigde en onaangekondigde inspecties ter plaatse te verrichten;
bestaande overzichten van telefoon- en dataverkeer te verlangen;
te verlangen dat elke praktijk die in strijd is met de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde bepalingen, wordt beëindigd;
de bevriezing van of beslaglegging op activa te eisen;
een tijdelijk verbod op beroepsuitoefening te eisen;
van abi-beheerders die over een vergunning beschikken, bewaarders of accountants te verlangen dat zij informatie verstrekken;
elke soort van maatregel te nemen om ervoor te zorgen dat abi-beheerders en bewaarders zich aan de voorschriften van deze richtlijn die op hen van toepassing zijn, blijven houden;
in het belang van de deelnemers of in het algemeen belang de opschorting te verlangen van de uitgifte, inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming;
de aan een abi-beheerder of bewaarder verleende vergunning in te trekken;
strafrechtelijke vervolgingsprocedures in te leiden;
auditors of deskundigen te verzoeken verificaties of onderzoeken uit te voeren.
Artikel 47
Bevoegdheden van de ESMA
De ESMA heeft voorts de nodige bevoegdheden, inclusief degene die staan opgesomd in artikel 48, lid 3, om de taken die haar bij deze richtlijn worden opgelegd, uit te voeren.
Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 kan de ESMA, als aan alle voorwaarden in lid 5 is voldaan, indien nodig de bevoegde autoriteit of autoriteiten verzoeken een of meer van de volgende maatregelen te nemen:
een verbod op de verhandeling van rechten van deelneming of aandelen in de Unie van abi’s die door niet-EU abi-beheerders worden beheerd of van niet-EU-abi's die door EU abi-beheerders worden beheerd zonder de overeenkomstig artikel 37 vereiste vergunning of zonder de overeenkomstig de artikelen 35, 39 en 40 vereiste kennisgevingen of zonder te beschikken over de toestemming hiervoor van de lidstaten in kwestie overeenkomstig artikel 42;
de oplegging van beperkingen aan niet-EU abi-beheerders met betrekking tot het beheer van een abi in geval van overdreven risicoconcentratie in een specifieke markt over de grenzen heen;
de oplegging van beperkingen aan niet-EU abi-beheerders met betrekking tot het beheer van een abi, als hun activiteiten mogelijk een aanzienlijke bron van tegenpartijrisico vormen voor een kredietinstelling of andere systeemrelevante instellingen.
De ESMA kan een besluit nemen overeenkomstig lid 4, met inachtneming van de vereisten in lid 6, als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
er bestaat een substantieel gevaar, dat het gevolg van de activiteiten van abi-beheerders is of hierdoor wordt vergroot, voor de goede werking en de integriteit van de financiële markt of voor de stabiliteit van het financiële stelsel in de Europese Unie als geheel of een deel hiervan en er zijn grensoverschrijdende gevolgen; en
de betrokken bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteiten hebben geen maatregelen genomen om het gevaar aan te pakken of het gevaar wordt met de maatregelen die zijn genomen, niet voldoende aangepakt.
Met de maatregelen die overeenkomstig lid 4 door de bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteiten worden genomen:
moet het gevaar voor de goede werking en de integriteit van de financiële markt of voor de stabiliteit van het financiële stelsel in de Europese Unie als geheel of een deel hiervan effectief worden aangepakt of de mogelijkheid van de bevoegde autoriteiten om het gevaar te volgen aanzienlijk worden verbeterd;
mag geen risico van regelgevingsarbitrage worden gecreëerd;
geen negatief effect worden veroorzaakt op de efficiëntie van de financiële markten, inclusief een vermindering van de liquiditeit op deze markten of de creatie van onzekerheid voor marktdeelnemers, dat disproportioneel is met de voordelen van de maatregelen.
De ESMA stelt de bevoegde autoriteiten van de referentielidstaat van de niet-EU abi-beheerder en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst van de niet-EU abi-beheerders in kwestie in kennis van het besluit de bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteiten te verzoeken een in lid 4 genoemde maatregel te nemen of opnieuw te nemen. In de kennisgeving wordt op zijn minst het volgende gespecificeerd:
op welke abi-beheerders en activiteiten de maatregelen van toepassing zijn en hoe lang de maatregelen gelden;
de redenen waarom de ESMA van mening is dat het nodig is de maatregelen overeenkomstig de voorwaarden en vereisten vastgelegd in dit artikel op te leggen, met inbegrip van gegevens die deze redenen staven.
Artikel 48
Administratieve straffen
Artikel 49
Rechtsmiddelen
Beroep op de rechter is ook mogelijk wanneer er binnen twee maanden na indiening van een vergunningsaanvraag die alle vereiste gegevens bevat, geen beslissing dienaangaande is genomen.
DEEL 2
Samenwerking tussen de verschillende bevoegde autoriteiten
Artikel 50
Verplichting tot samenwerking
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst zenden een kopie van de samenwerkingsregelingen die zij overeenkomstig artikel 35, 37 en/of 40 hebben gesloten, toe aan de lidstaten van herkomst van de abi-beheerder in kwestie. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst zenden, overeenkomstig de procedures voor de toepasselijke technische reguleringsnormen van artikel 35, lid 14, artikel 37, lid 17, of artikel 40, lid 14, de informatie die zij van toezichthoudende autoriteiten buiten de Unie met betrekking tot een abi-beheerder ontvangen, overeenkomstig samenwerkingsregelingen met toezichthoudende autoriteiten van derde landen, of indien van toepassing overeenkomstig artikel 45, lid 6 of 7, toe aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de abi-beheerder in kwestie.
Als een bevoegde autoriteit van een lidstaat van ontvangst van mening is dat de inhoud van de samenwerkingsregeling die de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder in kwestie overeenkomstig artikel 35, 37 en/of 40 heeft gesloten, niet voldoet aan wat overeenkomstig de toepasselijke technische reguleringsnormen vereist is, kunnen de bevoegde autoriteiten in kwestie de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 51
Overdracht en opslag van persoonsgegevens
Artikel 52
Bekendmaking van gegevens aan derde landen
Artikel 53
Uitwisseling van informatie in verband met de potentiële systeemimplicaties van abi-beheerderactiviteiten
Artikel 54
Samenwerking bij toezichtactiviteiten
Als de bevoegde autoriteiten een verzoek met betrekking tot een verificatie ter plaatse of bij een onderzoek ontvangen, geven zij daaraan op een van de volgende wijzen gevolg:
zij verricht de verificatie of het onderzoek zelf;
zij verleent de verzoekende autoriteit toestemming om de verificatie of het onderzoek te verrichten;
zij staat toe dat de verificatie of het onderzoek wordt verricht door een auditor of deskundige.
In het in lid 1, onder b), genoemde geval kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat op wiens grondgebied de verificatie of het onderzoek plaatsvindt, vragen dat leden van haar eigen personeel meegaan met het personeel dat de verificatie of het onderzoek verricht.
De bevoegde autoriteiten kunnen weigeren informatie uit te wisselen of in te gaan op een verzoek om medewerking bij het verrichten van een onderzoek of verificatie ter plaatse, in de volgende gevallen:
het onderzoek, verificatie ter plaatse of uitwisseling van informatie zou gevaar kunnen opleveren voor de soevereiniteit, de veiligheid of de openbare orde van de aangezochte lidstaat;
voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen is reeds een gerechtelijke procedure ingeleid bij de autoriteiten van de aangezochte lidstaat;
tegen dezelfde personen en voor dezelfde feiten in de aangezochte lidstaat is reeds een onherroepelijke uitspraak gedaan.
De bevoegde autoriteiten stellen de verzoekende bevoegde autoriteiten in kennis van elke beslissing die op grond van de eerste alinea is genomen, met opgave van de redenen daarvoor.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 55
Geschillenbeslechting
Bij verschil van mening tussen de bevoegde autoriteiten van lidstaten over een beoordeling, actie of nalatigheid van een bevoegde autoriteit op gebieden waarvoor in deze richtlijn samenwerking of coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten van meer dan één lidstaat is voorgeschreven, kunnen de bevoegde autoriteiten de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.
HOOFDSTUK X
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 56
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 57
Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 58
Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen
Als zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie op gemotiveerd verzoek van deze laatste hebben meegedeeld dat zij voornemens zijn geen bezwaar aan te tekenen, kan de gedelegeerde handeling vóór het verstrijken van de termijn in het Publicatieblad van de Europese Unie worden gepubliceerd en in werking treden.
Artikel 59
Uitvoeringsmaatregelen
Artikel 60
Openbaarmaking van afwijkingen
Als een lidstaat gebruik maakt van een afwijking of optie waarin in de artikelen 6, 9, 21, 22, 28 en 43 en artikel 61, lid 5, is voorzien, informeert hij de Commissie hierover, alsmede over eventuele latere wijzigingen. De Commissie stelt deze informatie beschikbaar voor het publiek via een website of op een andere gemakkelijk toegankelijke wijze.
Artikel 61
Overgangsbepalingen
▼M3 —————
Artikel 63
Wijzigingen van Richtlijn 2009/65/EG
Richtlijn 2009/65/EG wordt als volgt gewijzigd:
Het volgende artikel wordt ingevoegd:
„Artikel 50 bis
Om de sectoroverschrijdende consistentie te waarborgen en een slechte afstemming van belangen tussen ondernemingen die leningen in verhandelbare effecten en andere financiële instrumenten herverpakken (initiators), en icbe’s die in deze effecten of andere financiële instrumenten beleggen, te voorkomen, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112 bis en onder de voorwaarden in de artikelen 112 ter en 112 quater maatregelen vast voor:
de vereisten waaraan de initiator moet voldoen opdat een icbe mag beleggen in effecten of andere financiële instrumenten van dit type die na 1 januari 2011 zijn uitgegeven, met inbegrip van vereisten die waarborgen dat de initiator een netto economisch belang aanhoudt van niet minder dan 5 %;
kwalitatieve vereisten waaraan icbe’s moeten voldoen die in deze effecten of andere financiële instrumenten beleggen.”.
Artikel 112, lid 2, wordt vervangen door:
Artikel 112 bis, lid 1, wordt vervangen door:
Artikel 64
Wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009
In Verordening (EG) nr. 1060/2009 wordt de eerste alinea van artikel 4, lid 1, vervangen door:
Artikel 65
Wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010
In artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 worden de woorden „toekomstige wetgeving op het gebied van beheerders van alternatieve beleggingsfondsen (Alternative Investment Fund Managers — AIFM)” vervangen door de woorden „Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen ( *6 )
Artikel 66
Omzetting
Artikel 67
Gedelegeerde handeling voor de toepassing van de artikelen 35 en 37 tot en met 41
Uiterlijk op 22 juli 2015 bezorgt de ESMA het Europees Parlement, de Raad en de Commissie:
een advies over de werking van het paspoort voor EU abi-beheerders die EU-abi's beheren en/of verhandelen overeenkomstig de artikelen 32 en 33 en over de werking van de verhandeling van niet-EU-abi's door EU abi-beheerders in de lidstaten en het beheer en/of de verhandeling van abi’s door niet-EU abi-beheerders in de lidstaten overeenkomstig de in de artikelen 36 en 42 bedoelde toepasselijke nationale regelingen; en
een advies over de toepassing van het paspoort op de verhandeling van niet-EU-abi's door EU abi-beheerders in de lidstaten en het beheer en/of de verhandeling van abi’s door niet-EU abi-beheerders in de lidstaten overeenkomstig de in de artikelen 35 en 37 tot en met 41 vastgestelde regelingen.
De ESMA baseert haar advies over de toepassing van het paspoort op de verhandeling van niet-EU-abi's door EU abi-beheerders in de lidstaten en het beheer en/of de verhandeling van abi’s door niet-EU abi-beheerders in de lidstaten met name op:
wat de werking van het paspoort voor EU abi-beheerders die EU-abi's beheren en/of verhandelen, betreft:
het gebruik dat van het paspoort wordt gemaakt;
de problemen die opduiken met betrekking tot:
de doeltreffendheid van de verzameling en terbeschikkingstelling van de informatie met betrekking tot het toezicht op de systeemrisico’s door de nationale bevoegde autoriteiten, de ESMA en het ESRB;
wat de werking betreft van de verhandeling van niet-EU-abi's door EU abi-beheerders in de lidstaten en het beheer en/of de verhandeling van abi’s door niet-EU abi-beheerders in de lidstaten overeenkomstig de toepasselijke nationale regelingen:
de naleving door de EU abi-beheerder van alle bij deze richtlijn vastgestelde voorschriften, uitgezonderd artikel 21;
de naleving door niet-EU abi-beheerders van de artikelen 22, 23 en 24 met betrekking tot elke abi die door de abi-beheerder wordt verhandeld en, indien van toepassing, van de artikelen 26 tot en met 30;
het bestaan en de doeltreffendheid van samenwerkingsregelingen voor toezicht op systeemrisico’s die met de internationale normen stroken tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de abi’s worden verhandeld, indien van toepassing, de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de EU-abi en de toezichthoudende autoriteiten van het derde land waar de niet-EU abi-beheerder is gevestigd en, indien van toepassing, de toezichthoudende autoriteiten van het derde land waar de niet-EU-abi is gevestigd;
kwesties in verband met bescherming van beleggers die zich eventueel hebben voorgedaan;
kenmerken van het regelgevings- en toezichtkader van een derde land die de effectieve uitoefening door de bevoegde autoriteiten van hun toezichtfuncties overeenkomstig deze richtlijn kunnen verhinderen;
wat de werking van beide systemen betreft, de potentiële marktverstoringen op het gebied van de mededinging (gelijk speelveld) of elke algemene of specifieke moeilijkheid waarmee EU abi-beheerders te maken krijgen bij hun vestiging of de verhandeling van abi’s die zij beheren in een derde land.
Als tegen de in de eerste alinea bedoelde gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 58 bezwaar wordt gemaakt, stelt de Commissie de gedelegeerde handeling op grond waarvan de regels van de artikelen 35 en 37 tot en met 41 van toepassing worden, overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58, in een latere fase die hiervoor geschikt lijkt, opnieuw vast, rekening houdend met de criteria van lid 2 en de doelstellingen van deze richtlijn, onder meer met betrekking tot de interne markt, bescherming van beleggers en doeltreffend toezicht op systeemrisico’s.
Artikel 68
Gedelegeerde handeling voor de stopzetting van de toepassing van de artikelen 36 en 42
Drie jaar na de inwerkingtreding van de in artikel 67, lid 6, bedoelde gedelegeerde handeling op grond waarvan de regels van de artikelen 35 en 37 tot en met 41 in alle lidstaten van kracht zijn geworden, bezorgt de ESMA het Europees Parlement, de Raad en de Commissie:
een advies over de werking van het paspoort voor EU abi-beheerders die niet-EU-abi's verhandelen in de Unie overeenkomstig artikel 35 en voor niet-EU abi-beheerders die abi’s beheren en/of verhandelen in de Unie overeenkomstig de artikelen 37 tot en met 41 en over de werking van de verhandeling van niet-EU-abi's door EU abi-beheerders in de lidstaten en het beheer en/of de verhandeling van abi’s door niet-EU abi-beheerders in de lidstaten overeenkomstig de in de artikelen 36 en 42 bedoelde toepasselijke nationale regelingen; en
een advies over de stopzetting van het bestaan van de nationale regelingen waarin is voorzien in de artikelen 36 en 42, naast het bestaan van het paspoort overeenkomstig de regels vastgelegd in de artikelen 35 en 37 tot en met 41.
De ESMA baseert haar adviezen over de schrapping van nationale regelingen vastgelegd in de artikelen 36 en 42 onder meer op:
wat de werking betreft van het paspoort voor EU abi-beheerders die niet-EU-abi's verhandelen in de Unie en voor niet-EU abi-beheerders die abi’s beheren en/of verhandelen in de Unie,
het gebruik dat van het paspoort wordt gemaakt;
de problemen die opduiken met betrekking tot:
de onderhandelingen over, de sluiting van, het bestaan van en de doeltreffendheid van de voorgeschreven samenwerkingsregelingen;
de doeltreffendheid van de verzameling en terbeschikkingstelling van de informatie met betrekking tot het toezicht op de systeemrisico’s door de nationale bevoegde autoriteiten, de ETA (ESMA) en het ESRB;
de resultaten van een collegiale toetsing overeenkomstig artikel 38;
wat de werking betreft van de verhandeling van niet-EU-abi's door EU abi-beheerders in de lidstaten en het beheer en/of de verhandeling van abi’s door niet-EU abi-beheerders in de lidstaten overeenkomstig de toepasselijke nationale regelingen:
de naleving door de EU abi-beheerder van alle bij deze richtlijn vastgestelde voorschriften, uitgezonderd artikel 21;
de naleving door niet-EU abi-beheerders van de artikelen 22, 23 en 24 met betrekking tot elke abi die door de abi-beheerder wordt verhandeld en, indien van toepassing, van de artikelen 26 tot en met 30;
het bestaan en de doeltreffendheid van samenwerkingsregelingen voor toezicht op systeemrisico’s die met de internationale normen stroken tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de abi’s worden verhandeld, indien van toepassing, de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de EU-abi in kwestie en de toezichthoudende autoriteiten van het derde land waar de niet-EU abi-beheerder is gevestigd en, indien van toepassing, de toezichthoudende autoriteiten van het derde land waar de niet-EU-abi is gevestigd;
kwesties in verband met bescherming van beleggers die zich eventueel hebben voorgedaan;
kenmerken van het regelgevings- en toezichtkader van een derde land die de effectieve uitoefening door de bevoegde autoriteiten van de Unie van hun toezichtfuncties overeenkomstig deze richtlijn kunnen verhinderen;
wat de werking van beide systemen betreft, de potentiële marktverstoringen op het gebied van de mededinging (gelijk speelveld) en elk mogelijk negatief effect op de toegang van beleggers of beleggingen in of ten gunste van ontwikkelingslanden;
een kwantitatieve beoordeling waarbij het aantal rechtsgebieden buiten de Europese Unie wordt vastgesteld waar een abi-beheerder is gevestigd die een abi verhandelt in een lidstaat hetzij met toepassing van de paspoortregeling bedoeld in artikel 40, hetzij overeenkomstig de nationale regelingen van artikel 42.
Als tegen de in de eerste alinea bedoelde gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 58, bezwaar wordt gemaakt, stelt de Commissie de handeling op grond waarvan de nationale regelingen overeenkomstig de artikelen 36 en 42 worden stopgezet en de regeling met het paspoort overeenkomstig de regels vastgelegd in artikel 35 en de artikelen 37 tot en met 41 de enige en verplichte regeling in alle lidstaten wordt, overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58, in een latere fase die hiervoor geschikt lijkt, opnieuw vast, rekening houdend met de criteria van lid 2 en de doelstellingen van deze richtlijn, bijvoorbeeld deze betreffende de interne markt, bescherming van beleggers en doeltreffend toezicht op systeemrisico’s.
Artikel 69
Evaluatie
Uiterlijk op 22 juli 2017 start de Commissie op basis van een openbare raadpleging en rekening houdend met de besprekingen met bevoegde autoriteiten, een evaluatie van de toepassing en het toepassingsgebied van deze richtlijn. Met deze evaluatie wordt geanalyseerd welke ervaringen met de toepassing van deze richtlijn is opgedaan, welke de gevolgen ervan zijn voor beleggers, abi’s en abi-beheerders, zowel binnen de Unie en in derde landen, en in hoeverre de doelstellingen van deze richtlijn zijn verwezenlijkt. De Commissie stelt, indien nodig, passende wijzigingen voor. De evaluatie omvat een algemeen overzicht van de werking van de voorschriften van deze richtlijn en van de ervaring die met de toepassing ervan is opgedaan, met name:
de verhandeling door EU abi-beheerders van niet-EU-abi's in de lidstaten die geschiedt via nationale regelingen;
de verhandeling van abi’s in de lidstaten door niet-EU abi-beheerders die geschiedt via nationale regelingen;
het beheer en de verhandeling in de Unie door abi-beheerders waaraan overeenkomstig deze richtlijn een vergunning is verleend, van abi’s via de paspoortregelingen waarin in deze richtlijn is voorzien;
de verhandeling van abi’s in de Unie door of namens andere personen of instanties dan abi-beheerders;
de beleggingen in abi’s door of namens Europese professionele beleggers;
de impact van de regels inzake de bewaarder vastgelegd in artikel 21 op de bewaardersmarkt in de Unie;
de impact van de transparantie- en verslagleggingvereisten vastgelegd in de artikelen 22 tot en met 24, 28 en 29 op de beoordeling van het systeemrisico;
de potentiële negatieve impact op kleine beleggers;
de impact van deze richtlijn op de werking en levensvatbaarheid van de private equity- en durfkapitaalfondsen;
de impact van deze richtlijn op de toegang van beleggers in de Unie;
de impact van deze richtlijn op beleggingen in of ten gunste van de ontwikkelingslanden;
de impact van deze richtlijn op de bescherming van niet-beursgenoteerde ondernemingen of uitgevende instellingen overeenkomstig de artikelen 26 tot en met 30 van deze richtlijn en het gelijke speelveld voor abi’s en andere beleggers na de verwerving van belangrijke deelnemingen in of zeggenschap over de genoemde niet-beursgenoteerde ondernemingen of uitgevende instellingen.
Bij de evaluatie van het in de eerste alinea, onder a), b) en c), bedoelde beheer en de daar bedoelde verhandeling van abi’s analyseert de Commissie of het passend is de ESMA bijkomende toezichtverantwoordelijkheid op dit gebied te verlenen.
De ESMA verstrekt de Commissie informatie over alle niet-EU abi-beheerders aan wie een vergunning is verleend of die een vergunning hebben aangevraagd overeenkomstig artikel 37.
De in de eerste en tweede alinea bedoelde informatie omvat:
informatie over de vestigingsplaats van de abi-beheerders in kwestie;
indien van toepassing, een identificatie van de EU-abi's die door hen worden beheerd en/of verhandeld;
indien van toepassing, een identificatie van de niet-EU-abi's die door EU abi-beheerders worden beheerd, maar niet verhandeld in de Unie;
indien van toepassing, een identificatie van de niet-EU-abi's die worden verhandeld in de Unie;
informatie over de regeling op nationaal of Uniegebied in het kader waarvan de abi-beheerders in kwestie hun activiteiten verrichten; en
alle andere informatie die relevant is om te begrijpen hoe het beheer en de verhandeling van abi’s door abi-beheerders in de Unie in de praktijk functioneert.
Artikel 69 bis
Beoordeling van de paspoortregeling
Vóór de inwerkingtreding van de in artikel 67, lid 6, bedoelde gedelegeerde handelingen op grond waarvan de regels van de artikelen 35 en 37 tot en met 41 van kracht worden, dient de Commissie een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad, waarbij rekening wordt gehouden met het resultaat van de beoordeling van de paspoortregeling als bepaald in deze richtlijn met inbegrip van een uitbreiding van die regeling tot niet-EU-abi-beheerders. Dat verslag gaat, in voorkomend geval, vergezeld van een wetgevingsvoorstel
Artikel 70
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 71
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
BIJLAGE I
1. Beleggingsdiensten die een abi-beheerder bij het beheer van een abi op zijn minst moet verlenen:
portefeuillebeheer;
risicobeheer.
2. Andere diensten die een abi-beheerder daarnaast bij het collectieve beheer van een abi kan verrichten:
administratie:
de wettelijk verplichte en voor het fondsbeheer vereiste verslaglegging;
verzoeken om inlichtingen van klanten;
waardering en prijsstelling, met inbegrip van belastingaangiften;
toezicht op de naleving van de regelgeving;
bijhouden van een deelnemersregister/aandeelhoudersregister;
bestemming van de inkomsten;
uitgifte en inkoop van rechten van deelneming/aandelen;
afwikkeling van contracten, met inbegrip van de verzending van deelbewijzen;
het bijhouden van bescheiden;
verhandeling;
werkzaamheden met betrekking tot de activa van de abi’s, namelijk het verrichten van de diensten die noodzakelijk zijn voor het vervullen van de plichten inzake zaakwaarneming van de abi-beheerder, faciliteitenbeheer, beheer van vastgoed, advisering aan ondernemingen inzake kapitaalstructuur, bedrijfsstrategie en daarmee samenhangende aangelegenheden, alsmede advisering en dienstverrichtingen op het gebied van fusie en overname van ondernemingen en andere diensten die verband houden met het beheer van de abi en de vennootschappen en andere activa waarin zij heeft belegd.
BIJLAGE II
VERLONINGSBELEID
1. Bij de vaststelling en toepassing van het totale verloningsbeleid, met inbegrip van salarissen en uitkeringen uit hoofde van discretionaire pensioenen, voor de categorieën van medewerkers, inclusief de hogere leidinggevende, risiconemende en controlefuncties, en elke werknemer wiens totale verloning hem in dezelfde verloningsschaal plaatst als die van hogere leidinggevende medewerkers of risiconemende medewerkers, wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de abi-beheerders of de risicoprofielen van de abi’s die zij beheren, materieel beïnvloeden, nemen kredietinstellingen de volgende beginselen in acht op een wijze en in een mate die aansluit bij hun omvang en hun interne organisatie en bij de aard, reikwijdte en complexiteit van hun activiteiten:
het verloningsbeleid is in overeenstemming met en draagt bij aan een gezond en doeltreffend risicobeheer en moedigt niet aan tot het nemen van risico’s die niet te verenigen zijn met het risicoprofiel, het reglement of de statuten van de abi’s in hun beheer;
het verloningsbeleid strookt met de bedrijfsstrategie, de doelstellingen, de waarden en de belangen van de abi-beheerder, de abi’s in zijn beheer of de beleggers van deze abi’s, en behelst ook maatregelen die belangenconflicten moeten vermijden;
het leidinggevend orgaan van de abi-beheerder stelt bij zijn taak van toezicht de algemene beginselen van het verloningsbeleid vast, toetst deze op gezette tijden en ziet toe op de toepassing ervan;
de toepassing van het verloningsbeleid wordt ten minste eenmaal per jaar onderworpen aan een centrale en onafhankelijke interne beoordeling om deze te toetsen aan het beleid en de procedures voor de verloning die het leidinggevend orgaan in zijn toezichttaak heeft gehanteerd;
medewerkers die betrokken zijn bij controlefuncties worden vergoed overeenkomstig de verwezenlijking van de met hun functies samenhangende doelstellingen, ongeacht de prestaties op het gebied van de door hen gecontroleerde bedrijfsactiviteiten;
de remuneratiecommissie houdt rechtstreeks toezicht op de verloning van hogere leidinggevende personeelsleden die risico- en nalevingsbeheerfuncties uitoefenen;
wanneer de verloning prestatiegerelateerd is, is het totale bedrag van de verloning gebaseerd op een combinatie van de beoordeling van de prestaties van de betrokken persoon, het betrokken bedrijfsonderdeel of de betrokken abi, en de resultaten van de abi-beheerder als geheel en bij de beoordeling van de persoonlijke prestaties worden zowel financiële als niet-financiële criteria gehanteerd;
prestaties worden beoordeeld in een meerjarenkader dat aangepast is aan de levenscyclus van de abi’s in het beheer van de abi-beheerder, teneinde te garanderen dat het beoordelingsproces op prestaties op langere termijn is gebaseerd en dat de effectieve betaling van prestatiegerelateerde verloningscomponenten is gespreid over een periode die strookt met het terugbetalingsbeleid en de beleggingsrisico’s van de abi’s in het beheer van de abi-beheerder;
gegarandeerde variabele verloning draagt een uitzonderlijk karakter, vindt enkel bij indienstneming van nieuwe personeelsleden plaats en blijft tot het eerste jaar beperkt;
vaste en variabele componenten van de totale verloning zijn evenwichtig verdeeld; het aandeel van de vaste component in het totale verloningspakket is groot genoeg voor het voeren van een volledig flexibel beleid inzake variabele verloningscomponenten, dat ook de mogelijkheid biedt geen variabele verloningscomponent uit te betalen;
ontslagvergoedingen hangen samen met in de loop der tijd gerealiseerde prestaties en zijn zodanig vormgegeven dat falen niet beloond wordt;
de beoordeling van prestaties, als basis voor variabele verloningscomponenten of pools van variabele verloningscomponenten, omvat een breed correctiemechanisme om rekening te kunnen houden met alle relevante soorten actuele en toekomstige risico’s;
afhankelijk van de rechtsvorm van de abi en van het reglement of de statuten ervan, bestaat een substantieel deel, zijnde ten minste 50 % van welke variabele verloning ook, uit rechten van deelneming of aandelen in de abi of equivalente eigendomsbelangen of uit aan aandelen verbonden instrumenten of equivalente niet-geldelijke instrumenten, tenzij het beheer van abi’s slechts goed is voor minder dan 50 % van de totale portefeuille die door de abi-beheerder wordt beheerd, in welk geval het minimum van 50 % niet geldt.
Voor de in dit punt bedoelde instrumenten geldt een passend aanhoudbeleid om de stimulansen te laten aansluiten op de belangen van de abi-beheerder en de abi’s die hij beheert en de beleggers in de abi’s. De lidstaten of hun bevoegde autoriteiten kunnen beperkingen stellen aan de soorten en de opzet van deze instrumenten of, indien van toepassing, bepaalde instrumenten verbieden. Dit punt is van toepassing op het gedeelte van de variabele verloningscomponent waarvan uitkering wordt uitgesteld overeenkomstig punt n) en op het gedeelte van de variabele verloningscomponent waarvan uitkering niet wordt uitgesteld;
een aanzienlijk deel, zijnde ten minste 40 % van het variabele verloningsbestanddeel, wordt pas uitgekeerd na een periode die aangepast is aan de levenscyclus en het terugbetalingsbeleid van de betrokken abi, en is correct op de aard van de risico’s van de betrokken abi afgestemd.
De in dit punt bedoelde periode moet minimum drie tot vijf jaar bedragen, tenzij de levenscyclus van de abi in kwestie korter is; verloning volgens een spreidingsregeling wordt niet sneller verworven dan een betaling naar rato; indien de variabele verloningscomponent een bijzonder hoog bedrag is, wordt daarvan minstens 60 % met uitstel uitgekeerd;
de variabele verloning, en ook het uitgestelde deel ervan, wordt alleen uitgekeerd of definitief verworven als het houdbaar is volgens de financiële situatie van de abi-beheerder als geheel, en is billijk gelet op de prestaties van de bedrijfseenheid, de abi en de persoon in kwestie.
De totale variabele verloning wordt over het geheel genomen aanzienlijk verlaagd als er sprake is van mindere of negatieve financiële prestaties van de abi-beheerder of de betrokken abi, zowel rekening houdend met de huidige verloning als met de vermindering van de uitbetalingen van eerder verdiende bedragen, onder meer door middel van malus- of terugvorderingsregelingen;
het pensioenbeleid strookt met de bedrijfsstrategie, de doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de abi-beheerder en de abi’s die deze beheert.
Indien de werknemer de dienst van de abi-beheerder vóór pensionering verlaat, moeten de uitkeringen uit hoofde van een discretionair pensioen gedurende een termijn van vijf jaar door de abi-beheerder worden aangehouden in de vorm van instrumenten als omschreven in punt m). Wanneer een werknemer zijn pensionering bereikt dienen discretionaire pensioenuitkeringen aan de werknemer te worden betaald in de vorm van de in punt m) omschreven instrumenten, onder voorbehoud van een uitstelperiode van vijf jaar;
het personeel wordt verzocht geen gebruik te maken van persoonlijke hedgingstrategieën of aan verloning en aansprakelijkheid gekoppelde verzekering om de risicobeheerseffecten die in hun verloningsregelingen zijn ingebed, te ondermijnen;
variabele verloningen worden niet uitgekeerd door middel van vehikels of methoden die het ontwijken van de eisen van deze richtlijn vergemakkelijken.
2. De in lid 1 vermelde beginselen zijn van toepassing op alle soorten door de abi-beheerder uitgekeerde verloningen, op alle door de abi zelf uitgekeerde bedragen, met inbegrip van „carried interest”, en op alle overdrachten van rechten van deelneming of aandelen in de abi, ten gunste van de categorieën van medewerkers, inclusief hogere leidinggevende en risiconemende medewerkers en medewerkers met een controlefuncties en elke werknemer wiens totale beloning hem in dezelfde beloningsschaal als hogere leidinggevenden en risiconemers plaatst, wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de abi-beheerder of van de abi’s in zijn beheer materieel beïnvloeden.
3. Abi-beheerders die significant zijn qua omvang, of qua omvang van de door hen beheerde abi’s, hun interne organisatie en de aard, reikwijdte en complexiteit van hun werkzaamheden, stellen een remuneratiecommissie in. De remuneratiecommissie is zodanig samengesteld dat zij een kundig en onafhankelijk oordeel kan geven over verloningsbeleid en -cultuur en over de prikkels die worden gecreëerd voor het beheren van risico’s.
De remuneratiecommissie is verantwoordelijk voor het voorbereiden van beslissingen over verloning, ook van beslissingen die gevolgen hebben voor het risico en het risicobeheer van de abi-beheerder of de abi in kwestie en die het leidinggevend orgaan bij de uitoefening van zijn toezichttaak moet nemen. De remuneratiecommissie wordt voorgezeten door een lid van het leidinggevend orgaan dat in de betrokken abi-beheerder geen uitvoerende taken verricht. De voorzitter en de leden van de remuneratiecommissie zijn leden van het leidinggevend orgaan, die in de betrokken kredietinstelling geen uitvoerende functie uitoefenen.
BIJLAGE III
DOCUMENTATIE. EN INFORMATIE DIE MOET WODEN VERSTREKT, ALS VERHANDELING IN DE LIDSTAAT VAN HERKOMST VAN DE ABI-BEHEERDER WORDT GEPLAND
Een kennisgeving, met daarin een programma van werkzaamheden, waarin wordt vermeld welke abi’s de abi-beheerder voornemens is te verhandelen en waar de abi’s gevestigd zijn;
het abi-reglement of de abi-statuten;
wie de bewaarder is van de abi;
een beschrijving van, of voor beleggers beschikbare informatie over, de abi;
informatie over de vestigingsplaats van de master-abi, als de abi een feeder-abi is;
alle bijkomende informatie als bedoeld in artikel 23, lid 1, voor iedere abi die de abi-beheerder wil verhandelen;
indien van toepassing, de regelingen waarmee wordt belet dat rechten van deelneming of aandelen in de abi aan kleine beleggers worden verhandeld; dit geldt ook voor gevallen waarin de abi-beheerder door onafhankelijke entiteiten beleggingsdiensten met betrekking tot de abi laat verzorgen.
BIJLAGE IV
DOCUMENTATIE EN INFORMATIE DIE MOETEN WORDEN VERSTREKT, ALS VERHANDELING IN ANDERE LIDSTATEN DAN DE LIDSTAAT VAN HERKOMST VAN DE ABI-BEHEERDER WORDT GEPLAND
Een kennisgeving, met daarin een programma van werkzaamheden, waarin wordt vermeld welke abi’s de abi-beheerder voornemens is te verhandelen en waar de abi’s gevestigd zijn;
het abi-reglement of de abi-statuten;
wie de bewaarder is van de abi;
een beschrijving van, of voor beleggers beschikbare informatie over, de abi;
informatie over de vestigingsplaats van de master-abi, als de abi een feeder-abi is;
alle bijkomende informatie als bedoeld in artikel 23, lid 1, voor iedere abi die de abi-beheerder wil verhandelen;
de vermelding van de lidstaat of lidstaten waar hij de rechten van deelneming of aandelen in de abi aan professionele beleggers wil verhandelen;
informatie over de regelingen voor het verhandelen van abi’s en, in voorkomend geval, informatie over de regelingen waarmee wordt belet dat rechten van deelneming of aandelen in de abi aan kleine beleggers worden verhandeld; dit geldt ook voor gevallen waarin de abi-beheerder door onafhankelijke entiteiten beleggingsdiensten met betrekking tot de abi laat verzorgen;
de gegevens die nodig zijn, waaronder het adres, voor de facturatie of de mededeling van eventuele wettelijk vastgestelde vergoedingen of kosten door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst;
informatie over de voorzieningen voor de uitvoering van de in artikel 43 bis vermelde taken.
( 1 ) PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1.
( 2 ) PB L 15 van 20.1.2009, blz. 1.
( 3 ) PB L 177 van 30.6.2006, blz. 201.
( 4 ) Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 1).
( 5 ) PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22.
( 6 ) PB L 302 van 17.11.2009, blz. 1.
( 7 ) Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen raamwerkkader voor gemeenschappelijke regels betreffende securitisatie en tot instelling van een Europees specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).
( 8 ) PB L 157 van 9.6.2006, blz. 87.
( 9 ) PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.
( 10 ) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 1.
( 11 ) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
( 12 ) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
( 13 ) Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 98).
( 14 ) Verordening (EU) 2019/1156 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014 (PB L 188 van 12.7.2019, blz. 55).
( 15 ) PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48.
( 16 ) PB L 191 van 13.7.2001, blz. 45.
( *1 ) PB L 228 van 16.8.1973, blz. 3.
( *2 ) PB L 345 van 19.12.2002, blz. 1.
( *3 ) PB L 323 van 9.12.2005, blz. 1.
( *4 ) PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32.
( *5 ) PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1.”.
( *6 ) PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1.”.