Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02011D0235-20160413

    Consolidated text: Besluit 2011/235/GBVB van de Raad van 12 april 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/235/2016-04-13

    2011D0235 — NL — 13.04.2016 — 005.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    BESLUIT 2011/235/GBVB VAN DE RAAD

    van 12 april 2011

    betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran

    (PB L 100 van 14.4.2011, blz. 51)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    UITVOERINGSBESLUIT 2011/670/GBVB VAN DE RAAD van 10 oktober 2011

      L 267

    13

    12.10.2011

    ►M2

    BESLUIT 2012/168/GBVB VAN DE RAAD van 23 maart 2012

      L 87

    85

    24.3.2012

    ►M3

    BESLUIT 2012/810/GBVB VAN DE RAAD van 20 december 2012

      L 352

    49

    21.12.2012

    ►M4

    BESLUIT 2013/124/GBVB VAN DE RAAD van 11 maart 2013

      L 68

    57

    12.3.2013

    ►M5

    BESLUIT 2014/205/GBVB VAN DE RAAD van 10 april 2014

      L 109

    25

    12.4.2014

    ►M6

    BESLUIT (GBVB) 2015/555 VAN DE RAAD van 7 april 2015

      L 92

    91

    8.4.2015

    ►M7

    BESLUIT (GBVB) 2016/565 VAN DE RAAD van 11 april 2016

      L 96

    41

    12.4.2016




    ▼B

    BESLUIT 2011/235/GBVB VAN DE RAAD

    van 12 april 2011

    betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran



    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 21 maart 2011 heeft de Raad opnieuw zijn grote verontrusting uitgesproken over de verslechtering van de mensenrechtensituatie in Iran.

    (2)

    De Raad wees met name op de sterke toename van het aantal terechtstellingen in de afgelopen maanden, en op de systematische repressie tegen Iraanse burgers, die het gevaar lopen geïntimideerd en opgepakt te worden omdat zij hun legitiem recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vreedzame vergadering uitoefenen. De Unie herhaalde tevens dat zij foltering en andere vormen van wrede, onmenselijke en onterende behandeling ten strengste veroordeelt.

    (3)

    In dit verband herhaalde de Raad dat hij vastbesloten is schendingen van de mensenrechten in Iran te blijven aanpakken, en verklaarde hij zich bereid beperkende maatregelen te nemen tegen personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen in Iran.

    (4)

    De beperkende maatregelen moeten gericht zijn tegen personen die medeplichtig zijn aan of verantwoordelijk voor het leiding geven aan of uitvoeren van ernstige schendingen van de mensenrechten jegens vreedzame demonstranten, journalisten, mensenrechtenactivisten, studenten of andere personen die opkomen voor hun legitieme rechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting, en tegen personen die medeplichtig zijn aan of verantwoordelijk voor het leiding geven aan of uitvoeren van ernstige schendingen van het recht op een eerlijke rechtsgang, foltering, en andere wrede, onmenselijke of onterende vormen van behandeling, of een willekeurige, buitensporige, toenemende uitvoering van de doodstraf, inclusief openbare terechtstellingen, steniging, ophanging of executies van minderjarige overtreders, in strijd met de internationale verplichtingen van Iran op het gebied van de mensenrechten.

    (5)

    Ter uitvoering van bepaalde maatregelen is verder optreden van de Unie nodig,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:



    Artikel 1

    1.  De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van de op de lijst in de bijlage vermelde personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen in Iran en van met hen geassocieerde personen.

    2.  Lid 1 verplicht lidstaten niet eigen onderdanen te beletten hun grondgebied binnen te komen.

    3.  Lid 1 laat gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:

    a) als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

    b) als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties;

    c) krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent, of

    d) krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië.

    4.  Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

    5.  De Raad wordt naar behoren geïnformeerd in elk van de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 of lid 4 een vrijstelling verleent.

    6.  De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om vergaderingen van intergouvernementele instanties, met inbegrip van door de Unie geïnitieerde vergaderingen, of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, bij te wonen wanneer een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Iran rechtstreeks worden bevorderd.

    7.  Een lidstaat die ontheffingen als bedoeld in lid 6 wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij door één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling, schriftelijk bezwaar wordt gemaakt bij de Raad. Indien één of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad niettemin met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgestelde vrijstelling te verlenen.

    8.  Wanneer een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 6 of 7 een machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, dan geldt deze machtiging uitsluitend voor het doel waarvoor ze is verleend en voor de daarbij betrokken personen.

    Artikel 2

    1.  Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn of in bezit zijn van dan wel gecontroleerd worden door personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Iran, en alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn of in bezit zijn van dan wel gecontroleerd worden door met hen geassocieerde personen en entiteiten, als vermeld in de bijlage, worden bevroren.

    2.  Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect aan of ten behoeve van de in de bijlage genoemde personen en entiteiten ter beschikking gesteld.

    3.  De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

    a) noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage genoemde personen en de leden van hun gezin die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

    b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

    c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen, of

    d) noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voor zij de toestemming geeft, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven.

    De betrokken lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

    4.  In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a) de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een gerechtelijk, administratief of arbitraal retentierecht of vonnis dat is vastgesteld vóór de datum waarop de persoon of entiteit, bedoeld in lid 1, in de bijlage werd opgenomen;

    b) de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gewaarborgd of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

    c) het onderpand of de gerechtelijke uitspraak is niet ten behoeve van een in de bijlage bij dit besluit opgenomen persoon of entiteit, en

    d) de erkenning van het onderpand of van de uitspraak is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

    De betrokken lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

    5.  Lid 1 belet een op de lijst vermelde persoon of een entiteit niet, betalingen te verrichten uit hoofde van een overeenkomst die is gesloten vóór de datum waarop de betrokken persoon of entiteit in de bijlage is opgenomen, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet direct of indirect wordt ontvangen door een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit.

    6.  Lid 2 is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

    a) rente of andere inkomsten op bevroren rekeningen, of

    b) betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de maatregelen van de leden 1 en 2 op deze rekeningen van toepassing werden,

    mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder de maatregelen van lid 1 blijven vallen.

    ▼M2

    Artikel 2 bis

    Het verkopen, leveren, overdragen en uitvoeren van apparatuur en software die hoofdzakelijk bestemd zijn voor controle en interceptie door of namens het Iraanse regime van internetcommunicatie en van telefoongesprekken op mobiele en vaste netwerken in Iran, alsook het verlenen van bijstand bij het installeren, exploiteren of moderniseren van dergelijke apparatuur of software, zijn verboden.

    De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder dit artikel vallen.

    Artikel 2 ter

    1.  Verboden zijn het verkopen, leveren, overdragen en uitvoeren met bestemming naar Iran van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, door onderdanen van een lidstaat, vanaf het grondgebied van een lidstaat, of met gebruik van schepen of vliegtuigen die de vlag van een lidstaat voeren, ongeacht of de uitrusting uit die lidstaat vandaan komt.

    2.  Er geldt tevens een verbod op het:

    a) het direct of indirect verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten in verband met de in lid 1 bedoelde goederen of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van dergelijke goederen, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Iran, of bestemd voor gebruik in Iran;

    b) het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de in lid 1 bedoelde goederen, in het bijzonder subsidies, leningen en exportkredietverzekering, met het oog op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van die goederen, of met het oog op de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten te verlenen, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Iran, of voor gebruik in Iran.

    ▼M3

    3.  De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op het verkopen, leveren, overdragen en uitvoeren van uitrusting die uitsluitend bestemd is voor gebruik ter bescherming van het personeel van de Unie en haar lidstaten in Iran, of op het verstrekken van technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten of van financiering en financiële bijstand in verband met deze uitrusting, als op voorhand goedgekeurd door de betrokken bevoegde autoriteit.

    ▼B

    Artikel 3

    1.  De Raad stelt op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de in de bijlage opgenomen lijst en eventuele wijzigingen daarin vast.

    2.  De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de publicatie van een kennisgeving, zodat de persoon of entiteit daarover opmerkingen kan indienen.

    3.  Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon of entiteit van de resultaten daarvan op de hoogte.

    Artikel 4

    1.  In de bijlage worden de gronden voor opneming van de betrokken personen en entiteiten in de lijst vermeld.

    2.  De bijlage bevat ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken personen of entiteiten. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.

    ▼M2

    Artikel 4 bis

    Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in artikel 2 bis en artikel 2 ter bedoelde maatregelen worden omzeild.

    ▼B

    Artikel 5

    Om het effect van de in dit besluit vastgestelde maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen te treffen.

    ▼M2

    Artikel 6

    1.  Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    ▼M7

    2.  Dit besluit is van toepassing tot en met 13 april 2017. Het wordt voortdurend geëvalueerd. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd, indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn verwezenlijkt.

    ▼B




    BIJLAGE

    Lijst van personen en entiteiten, bedoeld in de artikelen 1 en 2



    Personen

     

    Naam

    Informatie ter identificatie

    Motivering

    Datum van plaatsing op lijst

    ▼M7

    1.

    AHMADI-MOQADDAM Esmail

    Geboorteplaats: Teheran (Iran) —

    Geboortedatum: 1961

    Hoge adviseur voor veiligheidsaangelegenheden bij het hoofd van de generale staf van de strijdkrachten. Voormalig hoofd van de nationale politie van Iran (tot begin 2015). Troepen onder zijn commando hebben brute aanvallen uitgevoerd op vreedzame protesten en een gewelddadige aanval op de slaapzalen van de Universiteit van Teheran op 15 juni 2009.

     

    2.

    ALLAHKARAM Hossein

    Geboorteplaats: Najafabad (Iran) —

    Geboortedatum: 1945

    Hoofd van Ansar-e Hezbollah en kolonel in de IRGC. Medeoprichter van Ansar-e Hezbollah. Onder zijn leiderschap was deze paramilitaire troepenmacht verantwoordelijk voor extreem geweld tijdens het optreden tegen studenten en universiteiten in 1999, 2002 en 2009.

     

    ▼B

    3.

    ARAGHI (ERAGHI) Abdollah

     

    Plaatsvervangend hoofd van de grondtroepen van de IRGC.

    Was rechtstreeks en persoonlijk verantwoordelijk voor het neerslaan van protesten tijdens de zomer van 2009.

     

    ▼M7

    4.

    FAZLI Ali

     

    Plaatsvervangend bevelhebber van de Basij, voormalig hoofd van het Seyyed al-Shohada-korps van de IRGC, provincie Teheran (tot februari 2010). Het Seyyed al-Shohada-korps is belast met de veiligheid in de provincie Teheran en speelde onder zijn verantwoordelijkheid een hoofdrol bij de brute repressie van demonstranten in 2009.

     

    ▼M7 —————

    ▼B

    6.

    JAFARI Mohammad-Ali

    (oftewel „Aziz Jafari”)

    Geboorteplaats: Yazd (Iran) - Geboortedatum: 1.9.1957

    Algemeen bevelhebber van de IRGC. De IRGC en de Sarollah-basis onder bevel van generaal Aziz Jafari hebben een hoofdrol gespeeld bij het illegaal ingrijpen in de presidentsverkiezingen van 2009, waarbij politieke activisten werden aangehouden en vastgehouden, en aanvallen op demonstranten in de straten werden uitgevoerd.

     

    7.

    KHALILI Ali

     

    Generaal van de IRGC, hoofd van de medische eenheid van de Sarollah-basis. Ondertekende een brief gericht aan het ministerie van Gezondheid van 26 juni 2009 waarbij een verbod werd gesteld op het toezenden van stukken of medische dossiers aan eenieder die gewond raakte of in een ziekenhuis werd opgenomen tijdens de gebeurtenissen na de verkiezingen.

     

    ▼M7

    8.

    MOTLAGH Bahram Hosseini

     

    Hoofd van de militaire academie („Army Command and General Staff College” — DAFOOS). Voormalig hoofd van het Seyyed al-Shohada-korps van de IRGC, provincie Teheran. Het Seyyed al-Shohada-korps speelde onder zijn verantwoordelijkheid een hoofdrol in het organiseren van de repressie van de protesten.

     

    ▼B

    9.

    NAQDI Mohammad-Reza

    Geboorteplaats: Najaf (Irak) - Geboortedatum: rond 1952

    Bevelhebber van de Basij. Als bevelhebber van de Basij-militie van de IRGC was Naqdi verantwoordelijk voor of medeplichtig aan de misbruiken door de Basij eind 2009, waaronder de gewelddadige respons op de protesten op Asjoera in december 2009, die heeft geleid tot maar liefst 15 dodelijke slachtoffers en tot de aanhouding van honderden demonstranten.

    Voor zijn benoeming tot bevelhebber van de Basij in oktober 2009 was Naqdi hoofd van de inlichtingeneenheid van de Basij en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het verhoren van de personen die tijdens de repressie na de verkiezingen werden aangehouden.

     

    ▼M7

    10.

    RADAN Ahmad-Reza

    Geboorteplaats: Isfahan (Iran) —

    Geboortedatum: 1963

    Hij leidt het Centrum voor strategische studies van de Iraanse rechtshandhavingsmacht, een aan de Nationale Politie verbonden orgaan. Voormalig hoofd van het Centrum strategische studies van de politie, voormalig plaatsvervangend hoofd van de Nationale Politie van Iran (tot juni 2014). Als plaatsvervangend hoofd van de Nationale Politie sinds 2008 was Radan verantwoordelijk voor mishandeling, moord en willekeurige aanhoudingen en detenties van demonstranten door de politie.

    12.4.2011

    ▼M5

    11.

    RAJABZADEH Azizollah

     

    Hoofd van de Organisatie voor rampenmitigatie van Teheran (TDMO — Tehran Disaster Mitigation Organization). Voormalig hoofd van de politie van Teheran (tot januari 2010).

    Als bevelhebber van de wetshandhavingsinstanties in het district Teheran is Azizollah Rajabzadeh de hoogstgeplaatste beschuldigde voor de misbruiken in het detentiecentrum in Kahrizak.

     

    ▼B

    12.

    SAJEDI-NIA Hossein

     

    Hoofd van de Politie van Teheran, voormalig plaatsvervangend hoofd van de Nationale Politie van Iran verantwoordelijk voor politieoperaties. Belast met het coördineren, voor het ministerie van Binnenlandse Zaken, van de repressieoperaties in de Iraanse hoofdstad.

     

    ▼M6

    13.

    TAEB Hossein

    Geboorteplaats: Teheran — Geboortedatum: 1963

    Plaatsvervangend IRGC-bevelhebber voor de inlichtingendienst. Voormalig bevelhebber van de Basij (tot oktober 2009). Troepen onder zijn bevel namen deel aan afranselingen, moorden, detenties en folteringen op grote schaal van vreedzame demonstranten.

    12.4.2011

    ▼M7

    14.

    SHARIATI Seyeed Hassan

     

    Adviseur en lid van de 28e afdeling van het Hooggerechtshof. Voormalig hoofd van het gerechtelijk apparaat van Mashhad (tot september 2014). Processen onder zijn supervisie werden summier en in besloten zittingen gevoerd, zonder inachtneming van de basisrechten van de aangeklaagden, en op grond van bekentenissen die onder druk en door folteringen verkregen waren. Massale vonnissen met als gevolg doodvonnissen zonder eerlijke hoorzittingen.

    12.4.2011

    ▼M6

    15.

    DORRI- NADJAFABADI Ghorban-Ali

    Geboorteplaats: Najafabad (Iran) — Geboortedatum: 1945

    Lid van de Vergadering van Deskundigen en vertegenwoordiger van de hoogste leider in de („centrale”) provincie Markazi. Voormalig procureur-generaal van Iran (tot september 2009), en voormalig minister van Inlichtingen tijdens het presidentschap van Khatami.

    Als procureur-generaal van Iran gelastte en superviseerde hij de schijnprocessen naar aanleiding van de eerste protesten na de verkiezingen, waarbij de aangeklaagden hun rechten, waaronder het recht op een advocaat, werden ontzegd. Tevens verantwoordelijk voor de misbruiken van Kahrizak.

    12.4.2011

    ▼M7

    16.

    HADDAD Hassan (alias Hassan ZAREH DEHNAVI)

     

    Plaatsvervangend veiligheidsfunctionaris van de revolutionaire rechtbank van Teheran. Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran, nummer 26. Was belast met de zaak van gedetineerden na de crises die volgden op de verkiezingen en bedreigde geregeld gezinnen van gedetineerden om hun het zwijgen op te leggen. Hielp bij het uitvaardigen van arrestatiebevelen voor het detentiecentrum van Kahrizak. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten.

    12.4.2011

    17.

    SOLTANI Hodjatoleslam Seyed Mohammad

     

    Hoofd van de Organisatie voor islamitische propaganda in de provincie Khorasan-Razavi. Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Mashhad. Zijn processen waren summier en vonden plaats achter gesloten deuren, zonder eerbiediging van de basisrechten van de beschuldigden. Massale vonnissen met als gevolg doodvonnissen zonder eerlijke hoorzittingen.

     

    ▼M6

    18.

    HEYDARIFAR Ali-Akbar

     

    Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran. Nam deel aan de berechting van manifestanten. Door de rechterlijke macht ondervraagd over Kahrizak-afpersingen. Heeft meegewerkt aan het uitvaardigen van bevelen om gedetineerden op te sluiten in het detentiecentrum van Kahrizak. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten.

    12.4.2011

    19.

    JAFARI- DOLATABADI Abbas

    Geboorteplaats: Yazd (Iran) — Geboortedatum: 1953

    Hoofdaanklager van Teheran sedert augustus 2009. Zijn bureau klaagde veel manifestanten aan, onder wie deelnemers aan de protestdagen op Ashura-dag in december 2009. Beval de sluiting van Karroubi's bureau in september 2009 en de aanhouding van verscheidene hervormingsgezinde politici en verbood twee hervormingsgezinde politieke partijen in juni 2010. Zijn bureau klaagde manifestanten aan voor vijandigheid jegens God (Muharebeh), waarop de doodstraf staat, en weigerde degenen die de doodstraf te wachten stond een eerlijk proces. Heeft hervormingsgezinden vervolgd en gearresteerd, mensenrechtenactivisten en leden van de media, als onderdeel van een onderdrukking van de politieke oppositie.

     

    20.

    MOGHISSEH Mohammad (ook bekend als NASSERIAN)

     

    Rechter, hoofd van de revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 28. Was belast met zaken na de verkiezingen. Heeft langdurige gevangenisstraffen uitgesproken tijdens oneerlijke processen voor maatschappelijke en politieke activisten en journalisten en verscheidene doodstraffen tegen manifestanten en maatschappelijke en politieke activisten.

    12.4.2011

    21.

    MOHSENI-EJEI Gholam-Hossein

    Geboorteplaats: Ejiyeh — Geboortedatum: circa 1956

    Procureur-generaal van Iran sedert september 2009, woordvoerder van de rechterlijke macht, en voormalig minister van Inlichtingen tijdens de verkiezingen van 2009. Agenten die tijdens die verkiezingen onder zijn bevel stonden waren verantwoordelijk voor detentie, foltering en het afdwingen van valse bekentenissen van honderden activisten, journalisten, dissidenten en hervormingsgezinde politici. Politici werden bovendien gedwongen tot valse bekentenissen tijdens ondraaglijke verhoren, met foltering, chantage en bedreiging van gezinsleden.

    12.4.2011

    22.

    MORTAZAVI Said

    Geboorteplaats: Meybod, Yazd (Iran) — Geboortedatum: 1967

    Voormalig procureur-generaal van Teheran (tot augustus 2009).

    Als procureur-generaal van Teheran vaardigde hij bevelen uit voor de detentie van honderden activisten, journalisten en studenten. In januari 2010 werd hij in het kader van een parlementair onderzoek rechtstreeks verantwoordelijk gehouden voor de detentie van drie gevangenen die in gevangenschap zijn overleden. Geschorst in augustus 2010 na onderzoek door de Iraanse rechterlijke macht naar zijn betrokkenheid bij de dood van drie op zijn bevel gedetineerde mannen, na de verkiezingen. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten.

    12.4.2011

    ▼M7

    23.

    PIR-ABASSI Abbas

     

    Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 26. Wordt momenteel wellicht naar een andere functie overgeplaatst. Was belast met zaken van na de verkiezingen, sprak langdurige gevangenisstraffen uit tijdens oneerlijke processen tegen mensenrechtenactivisten en meerdere doodstraffen tegen manifestanten.

    12.4.2011

    24.

    MORTAZAVI Amir

     

    Plaatsvervangend hoofd van de eenheid sociale zaken en criminaliteitspreventie bij de rechterlijke macht in de provincie Khorasan-Razavi. Voormalig plaatsvervangend aanklager van Mashhad. Zijn processen waren summier en vonden plaats achter gesloten deuren, zonder eerbiediging van de basisrechten van de beschuldigden. Massale vonnissen met als gevolg doodvonnissen zonder eerlijke hoorzittingen.

     

    ▼B

    25.

    SALAVATI Abdolghassem

     

    Rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 15. Belast met zaken na de verkiezingen. Zat de „showprocessen” voor in de zomer van 2009. Veroordeelde twee koningsgezinden tijdens de showprocessen. Heeft meer dan honderd politieke gevangenen, mensenrechtenactivisten en demonstranten tot lange gevangenisstraffen veroordeeld.

     

    ▼M7

    26.

    SHARIFI Malek Adjar

     

    Rechter bij het Hooggerechtshof. Voormalig hoofd van de rechterlijke macht van Oost-Azerbeidzjan. Verantwoordelijk voor proces van Sakineh Mohammadi-Ashtiani.

     

    ▼M5

    27.

    ZARGAR Ahmad

     

    Hoofd van de „Organisatie ter bescherming van de openbare zeden” (Organization for the Preservation of Morality). Voormalig rechter, hof van beroep van Teheran, afdeling 36.

    Bevestigde langdurige gevangenisstraffen en doodstraffen tegen manifestanten.

     

    ▼M6

    28.

    YASAGHI Ali-Akbar

     

    Rechter bij het Hooggerechtshof. Voormalig opperrechter, revolutionaire rechtbank van Mashhad. Processen onder zijn rechtsmacht waren summier en vonden plaats achter gesloten deuren, zonder eerbiediging van de basisrechten van de beschuldigden. Massale vonnissen met als gevolg doodvonnissen zonder eerlijke hoorzittingen.

    12.4.2011

    ▼B

    29.

    BOZORGNIA Mostafa

     

    Hoofd afdeling 350 van de gevangenis van Evin. Heeft bij diverse gelegenheden onevenredig geweld gebruikt tegen gevangenen.

     

    ▼M6

    30.

    ESMAILI Gholam-Hossein

     

    President van het gerecht te Teheran. Voormalig hoofd van Irans gevangenissenorganisatie. In die hoedanigheid medeplichtig aan de massale detentie van politieke manifestanten en aan het in de doofpot stoppen van mishandelingen in het gevangenissysteem.

    12.4.2011

    ▼B

    31.

    SEDAQAT Farajollah

     

    Assistent-secretaris van het algemene gevangenisbestuur van Teheran - Hoofd van de gevangenis van Evin in Teheran tot oktober 2010 en in die tijd werd er gefolterd. Was bewaker en bedreigde talrijke malen gevangenen en zette hen onder druk.

     

    32.

    ZANJIREI Mohammad-Ali

     

    Als vervangend hoofd van Irans gevangenissenorganisatie verantwoordelijk voor mishandeling en miskenning van de rechten in het detentiecentrum. Beval de eenzame opsluiting van veel gevangenen.

     

    ▼M5

    33.

    ABBASZADEH- MESHKINI, Mahmoud

     

    Gouverneur van de provincie Ilam. Voormalig politiek directeur van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

    Als hoofd van het Comité van artikel 10 van de Wet betreffende de activiteiten van politieke partijen en groeperingen was hij belast met het toestaan van betogingen en andere openbare evenementen, en met de registratie van politieke partijen.

    In 2010 schorste hij de activiteiten van twee hervormingsgezinde politieke partijen die banden hebben met Moussavi, het Islamic Iran Participation Front en de Islamic Revolution Mujahedeen Organization.

    Vanaf 2009 heeft hij stelselmatig en continu alle niet-gouvernementele bijeenkomsten verboden, wat neerkomt op het ontzeggen van het grondwettelijk recht op betogen, en wat heeft geleid tot talrijke aanhoudingen van vreedzame betogers, in strijd met het recht op vrijheid van vergadering.

    Hij heeft in 2009 tevens de oppositie de toestemming geweigerd om een rouwplechtigheid te houden voor de mensen die werden gedood tijdens de protesten naar aanleiding van de presidentsverkiezingen.

    10.10.2011

    ▼M7

    34.

    AKBARSHAHI Ali-Reza

     

    Directeur-generaal van het hoofdkwartier voor drugscontrole van Iran (ook bekend als hoofdkwartier voor drugsbestrijding). Voormalig bevelhebber van de politie van Teheran. Onder zijn leiding was de politie verantwoordelijk voor het gebruik van niet-gewettigd geweld tegen verdachten bij hun aanhouding en tijdens hun voorlopige hechtenis. De politie van Teheran was tevens betrokken bij de invallen in de slaapzalen van de universiteit van Teheran in juni 2009, waarbij volgens een commissie van de Majlis van Iran meer dan 100 studenten werden verwond door de politiediensten en leden van de Basij.

    10.10.2011

    ▼M1

    35.

    AKHARIAN Hassan

     

    Directeur van afdeling 1 van de gevangenis van Rajai Shahr, Karaj.

    Verscheidende voormalige gedetineerden hebben de beschuldiging geuit dat hij foltering gebruikt, en dat hij bevel heeft gegeven om gevangenen medische bijstand te weigeren. Uit een afschrift van het relaas van een gedetineerde van de Rajai Shahrgevangenis blijkt dat hij zwaar werd geslagen door alle bewakers, met volledig medeweten van Akharian.

    Er is ook ten minste één dodelijk slachtoffer bij de gedetineerden gerapporteerd, Mohsen Beikvand, tijdens het directeurschap van Akharian.

    10.10.2011

    ▼M6

    36.

    AVAEE Seyyed Ali-Reza (alias: AVAEE Seyyed Alireza)

     

    Adviseur bij de Tuchtraad voor rechters sinds april 2014. Voormalig president van het gerecht te Teheran. Als president van het gerecht Teheran was hij verantwoordelijk voor schendingen van de mensenrechten, willekeurige aanhoudingen, het ontzeggen van rechten aan gevangenen en de toename van executies.

    10.10.2011

    37.

    BANESHI Jaber

     

    Adviseur voor de rechterlijke macht in Iran. Voormalig openbaar aanklager (tot 2012). Hij was verantwoordelijk voor het buitensporige en toenemende gebruik van de doodstraf doordat hij tientallen doodstraffen heeft gevorderd. Openbaar aanklager tijdens de rechtszaak in verband met de bomaanslag in Shiraz in 2008, die door het regime werd aangegrepen om verscheidene tegenstanders van het regime ter dood te veroordelen.

    10.10.2011

    ▼M5

    38.

    FIRUZABADI Maj-Gen Dr Seyyed Hasan (alias: FIRUZABADI Maj-Gen Dr Seyed Hassan; FIROUZABADI Maj-Gen Dr Seyyed Hasan; FIROUZABADI Maj-Gen Dr Seyed Hassan)

    Geboorteplaats: Mashad

    Geboortedatum: 3.2.1951

    Als chef-staf van de Iraanse strijdkrachten is hij de hoogste militaire bevelhebber verantwoordelijk voor de leiding van alle militaire afdelingen en strategieën, onder andere de Islamitische Revolutionaire Garde (Islamic Revolutionary Guards Corps (IRGC)) en de politiediensten. Strijdkrachten onder zijn formele bevelslijn zijn bruut opgetreden tegen vreedzame betogers en hebben massale aanhoudingen verricht.

    Tevens lid van de Hoge Nationale Veiligheidsraad (Supreme National Security Council (SNSC)) en de Raad van geschiktheid en oordeel (Expediency Council).

    10.10.2011

    ▼M1

    39.

    GANJI Mostafa Barzegar

     

    Procureur-generaal van Qom.

    Hij is verantwoordelijk voor de willekeurige detentie en mishandeling van tientallen wetsovertreders in Qom. Hij is medeplichtig aan een ernstige schending van het recht op een eerlijke rechtsbedeling en draagt bij tot een buitensporig en toenemend gebruik van de doodstraf, wat heeft geleid tot een sterke stijging van het aantal executies sinds begin dit jaar.

    10.10.2011

    ▼M7

    40.

    HABIBI Mohammad Reza

     

    Voormalig plaatsvervangend aanklager van Ishafan. Wordt momenteel wellicht naar een andere functie overgeplaatst. Medeplichtig aan het voeren van processen waarbij de verdediging een eerlijk proces werd ontzegd. Een voorbeeld hiervan is de zaak van Abdollah Fathi, die in mei 2011 werd geëxecuteerd nadat Habibi tijdens het proces in maart 2010 Fathi's recht om te worden gehoord en zijn problemen met zijn geestelijke gezondheid had genegeerd. Hij is derhalve medeplichtig aan de ernstige schending van het recht op een eerlijke rechtsbedeling, hetgeen heeft bijgedragen tot een buitensporig en toenemend gebruik van de doodstraf en een sterke stijging van het aantal executies sinds begin 2011.

    10.10.2011

    ▼M6

    41.

    HEJAZI Mohammad

    Geboorteplaats: Ispahan — Geboortedatum: 1956

    Als plaatsvervangend hoofd van de strijdkrachten heeft hij een prominente rol gespeeld bij het intimideren en bedreigen van de „vijanden” van Iran en bij de bombardementen op Koerdische dorpen in Irak. Als voormalig leider van het Sarollahkorps van de IRGC van Teheran en voormalig leider van de Basij-militie heeft hij een centrale rol gespeeld bij de repressie van betogers na de verkiezingen.

    10.10.2011

    ▼M6 —————

    ▼M7

    43.

    JAVANI Yadollah

    Geboorteplaats: Isfahan —

    Geboortedatum: 1956

    Adviseur van de vertegenwoordiger van de opperste leider bij de IRGC. Spreekt zich in de media regelmatig uit als een vertegenwoordiger van de harde lijn van het regime. Hij was een van de eerste hoge ambtenaren die verzochten om de aanhouding van Moussavi, Karroubi en Khatami. Hij steunde herhaaldelijk het gebruik van geweld en harde ondervragingstactieken tegen betogers na de verkiezingen (en rechtvaardigde het registeren van bekentenissen voor de televisie), en gaf onder meer opdracht tot de niet-gewettigde mishandeling van dissidenten via publicaties die onder de IRGC en de Basij-militie werden verspreid.

    10.10.2011

    ▼M1

    44.

    JAZAYERI Massoud

     

    Vicechef-staf van de verenigde strijdkrachten van Iran, belast met culturele zaken (ook bekend als het hoofdkwartier voorlichting inzake defensie).

    Hij werkte actief mee aan de repressie als vicechef-staf. In een interview in de krant „Kayhan” verklaarde hij dat vele betogers in Iran en daarbuiten zijn geïdentificeerd en dat zij te gelegener tijd zullen worden aangepakt. Hij heeft openlijk opgeroepen tot repressie tegen kanalen van buitenlandse massamedia en tegen de Iraanse oppositie. In 2010 heeft hij de regering verzocht om strengere wetten uit te vaardigen tegen Iraniërs die samenwerken met buitenlandse mediabronnen.

    10.10.2011

    ▼M5

    45.

    JOKAR Mohammad Saleh

     

    Sedert 2011 parlementslid voor de provincie Yazd. Voormalig bevelhebber van de Basij-studentenmilitie.

    In de hoedanigheid van bevelhebber van de Basij-studentenmilitie, was hij actief betrokken bij de onderdrukking van protesten in scholen en universiteiten en de buitengerechtelijke aanhouding van activisten en journalisten.

    10.10.2011

    ▼M1

    46.

    KAMALIAN Behrouz

    Geboorteplaats: Teheran

    Geboortedatum: 1983

    Hoofd van de met de IRGC verbonden „Ashiyaneh” cyber group.

    „Ashiyaneh Digital Security”, opgericht door Behrouz Kamalian, is verantwoordelijk voor een intensieve cyberrepressie tegen zowel binnenlandse tegenstanders en hervormers als buitenlandse instellingen. Op 21 juni 2009 toonde de internetsite van de „Cyber Defence Command” van de Revolutionaire Garde stilstaande beelden van de gezichten van personen; de beelden waren naar men beweert gemaakt tijdens betogingen na de verkiezingen. De beelden gingen gepaard met een oproep tot de Iraniërs om „de relschoppers te identificeren”.

    10.10.2011

    ▼M6

    47.

    KHALILOLLAHI Moussa (alias: KHALILOLLAHI Mousa, ELAHI Mousa Khalil)

     

    Openbaar aanklager van Tabriz. Hij was betrokken bij de zaak van Sakineh Mohammadi-Ashtiani en is medeplichtig aan ernstige schendingen van het recht op een eerlijke rechtsbedeling.

    10.10.2011

    48.

    MAHSOULI Sadeq (alias: MAHSULI, Sadeq)

    Geboorteplaats: Oroumieh (Iran) — Geboortedatum: 1959/60

    Adviseur van de voormalige president Mahmoud Ahmadinejad die thans lid is van de Raad van geschiktheid en oordeel (Expediency Council); lid van het Front van volharding (Perseverance Front). minister van Welzijn en Sociale Zekerheid tussen 2009 en 2011. minister van Binnenlandse Zaken tot augustus 2009. Mahsouli had als minister van Binnenlandse Zaken gezag over alle politiediensten, veiligheidsagenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en agenten in burger. De diensten onder zijn leiding waren verantwoordelijk voor de invallen in de slaapzalen van de universiteit van Teheran op 14 juni 2009 en voor de foltering van studenten in de kelder van het ministerie (het beruchte kelderniveau 4). Andere manifestanten werden zwaar mishandeld in het detentiecentrum van Kahrizak, dat werd geleid door politiediensten onder het gezag van Mahsouli.

    10.10.2011

    49.

    MALEKI Mojtaba

     

    Openbaar aanklager van Kermanshah. Heeft een rol gespeeld in de spectaculaire stijging van doodstraffen in Iran, onder meer als aanklager in de zaken tegen zeven gevangenen die werden veroordeeld wegens drugshandel en op 3 januari 2010 werden opgehangen in de centrale gevangenis van Kermanshah.

    10.10.2011

    ▼M7

    50.

    OMIDI Mehrdad

     

    Hoofd van de inlichtingendiensten van de Iraanse Politie. Voormalig hoofd van de eenheid computercriminaliteit van de Iraanse Politie. Hij is verantwoordelijk voor duizenden onderzoeken en aanklachten tegen hervormers en politieke tegenstanders die het internet gebruiken. Hij is derhalve verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten bij de repressie tegen personen die opkomen voor hun legitieme rechten, waaronder het recht op vrije meningsuiting.

    10.10.2011

    ▼M5

    51.

    SALARKIA Mahmoud

    Directeur van de voetbalclub „Persepolis” van Teheran

    Hoofd van de Commissie brandstof en vervoer van de stad Teheran. Adjunct van de procureur-generaal van Teheran, bevoegd voor gevangenisaangelegenheden, tijdens het hardhandige politieoptreden van 2009.

    In de hoedanigheid van procureur-generaal van Teheran, bevoegd voor gevangenisaangelegenheden, was hij rechtstreeks verantwoordelijk voor vele van de aanhoudingsbevelen tegen onschuldige, vreedzame betogers en activisten. Uit vele rapporten van mensenrechtenverdedigers blijkt dat nagenoeg alle mensen die werden aangehouden, op zijn bevel van de buitenwereld worden afgesloten, zonder contact met hun advocaat of familie, zonder aanklacht, voor wisselende perioden, vaak in omstandigheden die neerkomen op gedwongen verdwijning. De families worden vaak niet op de hoogte gebracht van hun aanhouding.

    10.10.2011

    ▼M6

    52.

    KHODAEI SOURI Hojatollah

    Geboorteplaats: Selseleh (Iran) — Geboortedatum: 1964

    Lid van de Commissie voor nationale veiligheid en buitenlands beleid. Parlementslid voor de provincie Lorestan. Lid van de Parlementaire Commissie voor buitenlands- en veiligheidsbeleid. Voormalig hoofd van de gevangenis van Evin (tot 2012). Onder zijn leiding waren martelingen in de gevangenis van Evin een gangbare praktijk. In afdeling 209 werden vele activisten vastgehouden voor hun vreedzame oppositie tegen de aan de macht zijnde regering.

    10.10.2011

    53.

    TALA Hossein (alias: TALA Hosseyn)

     

    Iraans parlementslid. Voormalig gouverneur-generaal („Farmandar”) van de provincie Teheran (tot september 2010); verantwoordelijk voor het optreden van de politiediensten en derhalve voor de repressie bij betogingen.

    In december 2010 ontving hij een prijs voor zijn rol bij de repressie na de verkiezingen.

    10.10.2011

    54.

    TAMADDON Morteza (alias: TAMADON Morteza)

    Geboorteplaats: Shahr Kord-Isfahan — Geboortedatum: 1959

    Hoofd van de openbare veiligheidsraad van de provincie Teheran. Voormalig gouverneur-generaal van de provincie Teheran voor de IRGC.

    In zijn hoedanigheid van gouverneur en hoofd van de openbare veiligheidsraad van de provincie Teheran heeft hij de algemene verantwoordelijkheid voor alle repressieactiviteiten die door de IRGC in de provincie Teheran worden ondernomen, inclusief het hardhandige optreden tegen het politieke protest sinds juni 2009.

    10.10.2011

    ▼M1

    55.

    ZEBHI Hossein

     

    Adjunct van de procureur-generaal van Iran.

    Hij is belast met verscheidene rechtszaken in verband met de protesten na de verkiezingen.

    10.10.2011

    56.

    BAHRAMI Mohammad-Kazem

     

    Hoofd van het militaire gerecht.

    Hij is medeplichtig aan de repressie tegen vreedzame betogers.

    10.10.2011

    ▼M6

    57.

    HAJMOHAM- MADI Aziz

     

    Rechter bij het strafhof van de provincie Teheran. Voormalig rechter van de eerste afdeling van de rechtbank van Evin. Hij heeft verscheidene rechtszaken tegen betogers geleid, met name die tegen Abdol-Reza Ghanbari, een leraar die in januari 2010 is aangehouden en voor zijn politieke activiteiten ter dood is veroordeeld. De rechtbank van eerste aanleg van Evin is opgericht binnen de gevangenis van Evin, en Jafari Dolatabadi heeft in maart 2010 de oprichting ervan verdedigd. In deze gevangenis werden sommige beklaagden opgesloten, mishandeld en gedwongen om valse bekentenissen af te leggen.

    10.10.2011

    ▼M1

    58.

    BAGHERI Mohammad-Bagher

     

    Vicevoorzitter van de gerechtelijke administratie van de provincie Zuid-Khorasan, belast met misdaadpreventie.

    Hij heeft in juni 2011 erkend dat er 140 terechtstellingen zijn uitgevoerd in de periode van maart 2010 tot en met maart 2011, maar tijdens diezelfde periode zouden er in de provincie Zuid-Khorasan nog een honderdtal andere terechtstellingen in het geheim zijn uitgevoerd, zonder dat de families of de advocaten werden gewaarschuwd.

    Hij is derhalve medeplichtig aan een ernstige schending van het recht op een eerlijke rechtsbedeling waardoor hij mede bijdraagt tot een buitensporig en toenemend gebruik van de doodstraf.

    10.10.2011

    ▼M7

    59.

    BAKHTIARI Seyyed Morteza

    Geboorteplaats: Mashad (Iran) —

    Geboortedatum: 1952

    Functionaris van de Speciale Rechtbank voor geestelijken. Voormalig minister van Justitie (van 2009 tot 2013).

    Toen hij minister van Justitie was, verslechterden de omstandigheden in de gevangenissen tot ver onder algemeen aanvaarde internationale normen, en werden gevangenen op ruime schaal mishandeld. Voorts speelde hij een cruciale rol bij het bedreigen en terroriseren van de Iraanse diaspora, door aan te kondigen dat een bijzondere rechtbank zou worden ingesteld speciaal voor het berechten van de in het buitenland levende Iraniërs. Mede door zijn toedoen kende Iran een sterke toename van het aantal terechtstellingen, onder meer van geheime terechtstellingen die niet door de regering worden aangekondigd, en terechtstellingen voor drugsdelicten.

    10.10.2011

    ▼M6

    60.

    HOSSEINI Dr Mohammad (alias: HOSSEYNI, Dr Seyyed Mohammad; Seyed, Sayyed and Sayyid)

    Geboorteplaats: Rafsanjan, Kerman — Geboortedatum: 1961

    Adviseur van de voormalige president Mahmoud Ahmadinejad die thans lid is van de Raad van geschiktheid en oordeel (Expediency Council). Voormalig minister van Cultuur en Islamitische Leiding (2009-2013). Als voormalig lid van de IRGC was hij medeplichtig aan de repressie van journalisten.

    10.10.2011

    ▼M7

    61.

    MOSLEHI Heydar

    (alias: MOSLEHI Heidar; MOSLEHI Haidar)

    Geboorteplaats: Isfahan (Iran) —

    Geboortedatum: 1956

    Adviseur voor de opperste rechtspraak bij de IRGC. Hoofd van de organisatie voor publicaties over de rol van de geestelijkheid in oorlogstijd. Voormalig minister van Inlichtingen (2009-2013).

    Onder zijn leiding heeft het Ministerie van Inlichtingen de wijdverbreide praktijken van willekeurige detentie en vervolging van betogers en dissidenten voortgezet. Het Ministerie van Inlichtingen beheert afdeling 209 van de gevangenis van Evin, waar vele activisten worden opgesloten wegens hun vreedzame activiteiten tegen de huidige regering. Ondervragers van het Ministerie van Inlichtingen hebben gevangenen in afdeling 209 onderworpen aan afranselingen en aan geestelijk en seksueel misbruik.

    10.10.2011

    62.

    ZARGHAMI Ezzatollah

    Geboorteplaats: Dezful (Iran) —

    Geboortedatum: 22 juli 1959

    Lid van de Hoge Raad voor cyberspace en de Raad van de culturele revolutie. Voormalig hoofd van de nationale omroep (Islamic Republic of Iran Broadcasting — IRIB) tot november 2014. Als hoofd van de IRIB was hij verantwoordelijk voor het volledige programmeringsbeleid. De IRIB heeft in augustus 2009 en december 2011 een aantal gedwongen bekentenissen van gedetineerden en een reeks „schijnprocessen” uitgezonden, die duidelijk in strijd waren met de internationale rechtsregels inzake een eerlijk proces en het recht op een eerlijke rechtsbedeling.

    23.3.2012

    63.

    TAGHIPOUR Reza

    Geboorteplaats: Maragheh (Iran) —

    Geboortedatum: 1957

    Lid van de Hoge Raad voor cyberspace. Lid van de Stadsraad van Teheran. Voormalig minister van Informatie en Communicatie (2009-2012).

    Als minister van Informatie behoorde hij tot de topfunctionarissen die verantwoordelijk zijn voor de censuur en de controle van het internetverkeer en diverse andere vormen van communicatie (met name mobiele telefonie). Bij verhoren van politieke gevangenen maken de ondervragers gebruik van de privégegevens, persoonlijke e-mailberichten en communicatie van de gevangenen. Sedert de presidentsverkiezingen van 2009 is het al herhaaldelijk voorgevallen dat tijdens straatprotesten het mobieletelefoon- en sms-verkeer werd afgesneden, satelliettelevisiekanalen werden gestoord en de toegang tot het internet lokaal werd afgesloten of op zijn minst vertraagd.

    23.3.2012

    64.

    KAZEMI Toraj

     

    Hoofd van het door de EU op de lijst geplaatste Centrum voor onderzoek naar georganiseerde misdaad (ook bekend als: Cybercriminaliteitsbureau of Cyberpolitie). In die hoedanigheid heeft hij een campagne aangekondigd waarbij hackers zouden worden aangeworven om in opdracht van de regering de informatie op het internet beter te controleren en „schadelijke” websites te bestoken.

    23.3.2012

    ▼M6

    65.

    LARIJANI Sadeq

    Geboorteplaats: Najaf (Irak) — Geboortedatum: 1960 of augustus 1961

    Hoofd van het gerechtelijk apparaat. Moet, als hoofd van het gerechtelijk apparaat, zijn fiat geven voor en handtekening plaatsen onder elke straf in verband met qisas (schuldvergeldingsvonnissen), hodoud (misdaden tegen God) en ta'zirat (misdaden tegen de staat). Hieronder vallen de doodstraf, geselingen en amputaties. In dit verband heeft hij persoonlijk zijn handtekening geplaatst onder talrijke doodstraffen, in weerwil van internationale normen, waaronder stenigingen, executies door ophanging, executies van jongeren, en publieke executies, bijvoorbeeld van gevangenen die ten overstaan van een duizendkoppige menigte aan bruggen zijn opgehangen.

    Hij heeft tevens toestemming gegeven voor lijfstraffen, zoals amputaties en het met zuur besprenkelen van de ogen van gedetineerden. Sedert Sadeq Larijani in functie is, is het aantal willekeurige arrestaties van politieke gevangenen, mensenrechtenverdedigers en minderheden aanzienlijk toegenomen. Ook het aantal executies is sterk gestegen sinds 2009. Sadeq Larijani draagt tevens de verantwoordelijkheid voor systemische tekortkomingen op het gebied van het recht op een eerlijk proces in de Iraanse rechtsgang.

    23.3.2012

    66.

    MIRHEJAZI Ali

     

    Een van de vertrouwelingen van de Grote Leider; behoort tot degenen die verantwoordelijk zijn voor het plannen van de onderdrukking van het protest sinds 2009 en heeft banden met degenen die verantwoordelijk zijn voor het onderdrukken ervan.

    23.3.2012

    ▼M2

    67.

    SAEEDI Ali

     

    Sinds 1995 vertegenwoordiger van de Grote Leider bij de Pasdaran. Heeft carrière gemaakt in het leger, meer bepaald bij de inlichtingendiensten van de Pasdaran. Deze officiële functie maakt van hem de onmisbare schakel tussen de orders van het bureau van de Grote Leider en het repressieapparaat van de Pasdaran.

    23.3.2012

    ▼M6

    68.

    RAMIN Mohammad-Ali

    Geboorteplaats: Dezful (Iran) — Geboortedatum: 1954

    Secretaris-generaal van de World Holocaust Foundation, opgericht tijdens de internationale conferentie ter herziening van de mondiale visie op de Holocaust in 2006, die Ramin namens de Iraanse regering heeft georganiseerd. Hoofdverantwoordelijke voor de persbreidel, als viceminister van Perszaken tot december 2013; rechtstreeks verantwoordelijk voor de sluiting van talrijke hervormingsgezinde persorganen (Etemad, Etemad-e Melli, Shargh, enz.), de sluiting van de onafhankelijke persvereniging en de intimidatie of arrestatie van journalisten.

    23.3.2012

    ▼M7

    69.

    MORTAZAVI Seyyed Solat

    Geboorteplaats: Farsan, Tchar Mahal-o-Bakhtiari (Zuid) — (Iran) —

    Geboortedatum: 1967

    Burgemeester van de op een na grootste stad van Iran, Mashad, waar regelmatig openbare terechtstellingen plaatsvinden. Voormalig viceminister van Binnenlandse Zaken, belast met Politieke Zaken. Hij was verantwoordelijk voor het organiseren van repressie tegen degen die opkomen voor hun legitieme rechten, zoals de vrijheid van meningsuiting. Later benoemd tot hoofd van de Iraanse Verkiezingscommissie voor de parlementsverkiezingen in 2012 en de presidentsverkiezingen in 2013.

    23.3.2012

    ▼M6 —————

    ▼M7 —————

    ▼M6 —————

    ▼M7

    73.

    FAHRADI Ali

     

    Openbaar aanklager van Karaj. Verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten, zoals processen waarin de doodstraf wordt uitgesproken. Tijdens zijn termijn als aanklager is het aantal terechtstellingen in de regio van Karaj, waarvoor hij verantwoordelijkheid draagt, sterk toegenomen.

    23.3.2012

    ▼M6

    74.

    REZVANMA- NESH Ali

     

    Openbaar aanklager. Verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten; was onder meer betrokken bij de terechtstelling van een jongere.

    23.3.2012

    75.

    RAMEZANI Gholamhosein

     

    Hoofd Veiligheid bij het ministerie van Defensie. Voormalig hoofd Bescherming en Veiligheid bij de IRGC (tot maart 2012). Voormalig bevelhebber van de inlichtingendienst van de IRGC (tot oktober 2009). Betrokken bij het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting, onder meer door zijn banden met degenen die verantwoordelijk zijn voor de arrestatie van bloggers/journalisten in 2004; naar verluidt speelde hij een rol in de onderdrukking van de betogingen na de verkiezingen van 2009.

    23.3.2012

    ▼M2

    76.

    SADEGHI Mohamed

     

    Kolonel en tweede in rang bij de afdeling technische en cyberinlichtingen van de IRGC. Verantwoordelijk voor de arrestatie en foltering van bloggers en journalisten.

    23.3.2012

    ▼M6

    77.

    JAFARI Reza

    Geboortedatum: 1967

    Adviseur bij de Tuchtraad voor rechters sinds april 2012. Lid van de „Commissie tot vaststelling van criminele webinhoud”, een orgaan dat verantwoordelijk is voor de censuur van websites en sociale media. Voormalig speciaal openbaar aanklager voor cybercriminaliteit (tussen 2007 en 2012). Was verantwoordelijk voor het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting, onder meer door de arrestatie, detentie en vervolging van bloggers en journalisten. Op verdenking van cybercriminaliteit gearresteerde personen werden mishandeld en kregen geen eerlijk proces.

    23.3.2012

    78.

    RESHTE- AHMADI Bahram

     

    Rechter bij een gewone rechtbank in het noorden van Teheran. Voormalig toezichthouder van het openbaar ministerie in Teheran. Adjunct-hoofd van het Gevangeniswezen van de provincie Teheran. Voormalig substituut-aanklager in Teheran (tot 2013). Stond aan het hoofd van het strafvervolgingcentrum van Evin. Was verantwoordelijk voor het weigeren van rechten, zoals het recht op bezoek en andere rechten van gedetineerden, aan mensenrechtenverdedigers en politieke gevangenen.

    23.3.2012

    79.

    RASHIDI AGHDAM, Ali Ashraf

     

    Hoofd van de gevangenis in Evin, aangesteld medio 2012. Sinds zijn aanstelling zijn de omstandigheden in de gevangenis erop achteruitgegaan en zijn er meldingen over een toename van het aantal gevallen van mishandeling van gevangenen. In oktober 2012 zijn negen vrouwelijke gevangenen in hongerstaking gegaan uit protest tegen de schending van hun rechten en het gewelddadige optreden van de gevangenisbewakers.

    12.3.2013

    80.

    KIASATI Morteza

     

    Rechter bij afdeling 4 van de revolutionaire rechtbank van Ahwaz; heeft vier Arabische politieke gevangenen — Taha Heidarian, Abbas Heidarian, Abd al-Rahman Heidarian (drie broers) en Ali Sharifi — ter dood veroordeeld. De betrokkenen zijn gearresteerd, gemarteld en opgehangen zonder eerlijk proces. Deze gevallen, en het ontbreken van een eerlijk proces, staan vermeld in een verslag van de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten in Iran van 13 september 2012, alsmede in het verslag over Iran van de secretaris-generaal van de VN van 22 augustus 2012.

    12.3.2013

    81.

    MOUSSAVI, Seyed Mohammad Bagher

     

    Rechter bij afdeling 2 van de revolutionaire rechtbank van Ahwaz; heeft 5 Ahwazi-Arabieren — Mohammad Ali Amouri, Hashem Sha'bani Amouri, Hadi Rashedi, Sayed Jaber Alboshoka en Sayed Mokhtar Alboshoka — op 17 maart 2012 ter dood veroordeeld wegens „activiteiten die indruisen tegen de nationale veiligheid” en „vijandigheid jegens God”. De vonnissen zijn op 9 januari 2013 bekrachtigd door het Hooggerechtshof van Iran. De vijf werden meer dan een jaar in hechtenis gehouden, gemarteld en zonder eerlijk proces veroordeeld.

    12.3.2013

    82.

    SARAFRAZ, Mohammad (Dr.) (alias: Haj-agha Sarafraz)

    Geboortedatum: circa 1963 — Geboorteplaats: Teheran — Verblijfplaats: Teheran — Arbeidsplaats: IRIB en hoofdzetel Press TV, Teheran

    voorzitter van de Islamic Republic of Iran Broadcasting (IRIB). Voormalig hoofd van IRIB World Service en van Press TV, verantwoordelijk voor het volledige programmeringsbeleid. Onderhoudt nauwe banden met het staatsveiligheidsapparaat. Het is op zijn last dat Press TV, samen met IRIB, samenwerkt met de Iraanse veiligheidsdiensten en het OM en dat het gedwongen bekentenissen van gevangenen, onder meer van de Iraans-Canadese journalist en filmmaker Maziar Bahari, uitzendt in het wekelijkse programma „Iran Today”. De onafhankelijke omroepregulator OFCOM heeft Press TV in het VK veroordeeld tot een geldboete van 100 000 GBP wegens het uitzenden van de bekentenis onder dwang van Bahari in 2011, die in de gevangenis is gefilmd. Sarafraz wordt derhalve in verband gebracht met schendingen van het recht op een eerlijk proces.

    12.3.2013

    83.

    JAFARI, Asadollah

     

    Aanklager van de provincie Mazandaran; verantwoordelijk voor wederrechtelijke arrestaties en schendingen van de rechten van Bahá'í-gevangenen, gaande van voorarrest tot eenzame opsluiting in het detentiecentrum van de inlichtingendiensten. Er zijn bewijzen van zes concrete voorbeelden van gevallen waarin het recht op een eerlijk proces is geschonden. Jafari was aanklager in zaken die hebben geleid tot verschillende terechtstellingen, ook in het openbaar.

    12.3.2013

    ▼M5

    84.

    EMADI, Hamid Reza (alias: Hamidreza Emadi)

    Geboorteplaats: Hamedan

    Geboortedatum: circa 1973

    Verblijfplaats: Teheran

    Arbeidsplaats: hoofdzetel Press TV, Teheran

    Hoofd van de redactie van Press TV. Voormalig hoofdproducent van Press TV.

    Verantwoordelijk voor het opnemen en uitzenden van gedwongen bekentenissen van gevangenen, onder wie journalisten, politieke activisten, leden van de Koerdische en de Arabische minderheden, in strijd met het internationaal erkende recht op een eerlijk proces. De onafhankelijke omroepregulator OFCOM heeft Press TV in het VK veroordeeld tot een geldboete van 100 000 GBP wegens het uitzenden van de bekentenis onder dwang van de Iraans-Canadese journalist en filmmaker Maziar Bahari in 2011, die in de gevangenis is gefilmd. Ngo's hebben nog andere gevallen van uitzendingen van gedwongen bekentenissen door Press TV gemeld. Emadi wordt derhalve in verband gebracht met schendingen van het recht op een eerlijk proces en een behoorlijke rechtsgang.

    12.3.2013

    ▼M6

    85.

    HAMLBAR, Rahim

     

    Rechter bij afdeling 1 van de revolutionaire rechtbank van Tabriz. Heeft zware straffen uitgesproken tegen journalisten, leden van de etnische minderheid der Azeri en activisten die opkomen voor de rechten van werknemers, op beschuldiging van spionage, activiteiten die indruisen tegen de nationale veiligheid, propaganda tegen het Iraanse regime en belediging van het staatshoofd. Zijn vonnissen beantwoordden vaak niet aan de normen voor een eerlijk proces en gevangenen werden vaak tot valse bekentenissen gedwongen. In een geruchtmakende zaak zijn 20 personen die vrijwillig aan de reddingswerken na de aardbeving in Iran van augustus 2012 hadden deelgenomen, tot gevangenisstraffen veroordeeld omdat zij getracht hadden de slachtoffers van de aardbeving bij te staan. De rechtbank heeft de reddingswerkers schuldig bevonden aan „samenzwering en samenspanning met het oogmerk misdrijven tegen de nationale veiligheid te begaan”.

    12.3.2013

    86.

    MUSAVI- TABAR, Seyyed Reza

     

    Hoofd van het revolutionair OM van Shiraz. Verantwoordelijk voor wederrechtelijke arrestaties en mishandeling van politieke activisten, journalisten, mensenrechtenverdedigers, Bahá'ís en gewetensgevangenen, die werden lastiggevallen, gemarteld, ondervraagd, geen toegang kregen tot een advocaat en geen eerlijk proces kregen. Musavi-Tabar heeft rechterlijke bevelen ondertekend in het beruchte detentiecentrum „nr. 100” (een gevangenis voor mannen), waaronder een bevel tot eenzame opsluiting van de vrouwelijke Bahá'í-gevangene Raha Sabet voor de duur van drie jaar.

    12.3.2013

    ▼M4

    87.

    KHORAMABADI, Abdolsamad

    Hoofd van de „Commissie tot vaststelling van criminele inhoud”.

    Abdolsamad Khoramabadi staat aan het hoofd van de „Commissie tot vaststelling van criminele inhoud”, een overheidsorganisatie die belast is met onlinecensuur en cybercriminaliteit. Op zijn aansturen heeft de commissie „cybercriminaliteit” gedefinieerd met een aantal vage categorieën op grond waarvan de creatie en de publicatie van inhoud die door het regime niet passend wordt geacht, strafbaar wordt gesteld. Hij is verantwoordelijk voor repressie tegen en het blokkeren van een groot aantal oppositionele websites, elektronische kranten, blogs, websites van mensenrechten-ngo's en van Google en Gmail sinds september 2012. Zowel hij als de commissie heeft actief bijgedragen tot het overlijden in gevangenschap van de blogger Sattar Behesti in november 2012. De commissie die onder zijn leiding staat, is derhalve rechtstreeks verantwoordelijk voor systematische schendingen van de mensenrechten, met name door het verbieden of het filteren van websites voor het grote publiek, en door soms de toegang tot het internet in het geheel onmogelijk te maken.

    12.3.2013



    Entiteiten

     

    Benaming

    Informatie ter identificatie

    Motivering

    Datum van plaatsing op de lijst

    ▼M6

    1.

    Center to Investigate Organized Crime (ook bekend als: Cyber Crime Office or Cyber Police)

    Locatie: Teheran, Iran Website: http://www.cyberpolice.ir

    De in januari 2011 opgerichte Iraanse cyberpolitie is een eenheid van de nationale politie van Iran en staat onder leiding van Esmail Ahmadi-Moqaddam (op de lijst geplaatst). Ahmadi-Moqaddam heeft beklemtoond dat de cyberpolitie de antirevolutionaire en dissidente groeperingen die in 2009 via sociale netwerken op het internet hadden opgeroepen tot protest tegen de herverkiezing van president Mahmoud Ahmadinejad zou aanpakken. In januari 2012 heeft de cyberpolitie nieuwe instructies voor internetcafés uitgevaardigd, die inhouden dat gebruikers persoonlijke informatie moeten verstrekken die gedurende zes maanden wordt bewaard door de caféuitbater, samen met een overzicht van de bezochte websites. De instructies houden ook in dat caféuitbaters camerabewaking moeten installeren en de opnames gedurende zes maanden moeten bewaren.

    Deze nieuwe instructies houden in dat een register kan worden gecreëerd waarmee de autoriteiten activisten of iedereen die zij als een bedreiging voor de nationale veiligheid beschouwen, kunnen opsporen. In juni 2012 zijn in de Iraanse media berichten verschenen dat de cyberpolitie hard zou gaan optreden tegen VPN's (eigen virtuele netwerken). Op 30 oktober 2012 heeft de cyberpolitie de blogger Sattar Beheshti zonder aanhoudingsbevel gearresteerd in verband met „acties tegen de nationale veiligheid op sociale netwerken en Facebook”. Beheshti had in zijn blog kritiek geuit op de Iraanse overheid. Beheshti is op 3 november 2012 dood aangetroffen in zijn cel en is vermoedelijk doodgemarteld door leden van de cyberpolitie.

     

    Top