Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02010R1031-20191128

    Consolidated text: Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/1031/2019-11-28

    02010R1031 — NL — 28.11.2019 — 008.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    ►M8  VERORDENING (EU) Nr. 1031/2010 VAN DE COMMISSIE

    van 12 november 2010

    inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie ◄

    (Voor de EER relevante tekst)

    (PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    VERORDENING (EU) Nr. 1210/2011 VAN DE COMMISSIE van 23 november 2011

      L 308

    2

    24.11.2011

    ►M2

    VERORDENING (EU) Nr. 784/2012 VAN DE COMMISSIE van 30 augustus 2012

      L 234

    4

    31.8.2012

     M3

    VERORDENING (EU) Nr. 1042/2012 VAN DE COMMISSIE van 7 november 2012

      L 310

    19

    9.11.2012

    ►M4

    VERORDENING (EU) Nr. 1143/2013 VAN DE COMMISSIE van 13 november 2013

      L 303

    10

    14.11.2013

     M5

    VERORDENING (EU) Nr. 176/2014 VAN DE COMMISSIE van 25 februari 2014

      L 56

    11

    26.2.2014

    ►M6

    VERORDENING (EU) 2017/1902 VAN DE COMMISSIE van 18 oktober 2017

      L 269

    13

    19.10.2017

    ►M7

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/7 VAN DE COMMISSIE van 30 oktober 2018

      L 2

    1

    4.1.2019

    ►M8

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1868 VAN DE COMMISSIE van 28 augustus 2019

      L 289

    9

    8.11.2019




    ▼B

    ▼M8

    VERORDENING (EU) Nr. 1031/2010 VAN DE COMMISSIE

    van 12 november 2010

    inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie

    ▼B

    (Voor de EER relevante tekst)



    HOOFDSTUK I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Onderwerp

    Deze verordening bevat regels voor de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van emissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG.

    Artikel 2

    Toepassingsgebied

    Deze verordening is van toepassing op de toewijzing door middel van veilingen van emissierechten krachtens hoofdstuk II (luchtvaart) van Richtlijn 2003/87/EG en op de toewijzing door middel van veilingen van emissierechten krachtens hoofdstuk III (vaste installaties) van die richtlijn welke in handelsperioden vanaf 1 januari 2013 kunnen worden ingeleverd.

    Artikel 3

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    ▼M8 —————

    ▼M8

    3. 

    „tweedaagse spot”: emissierechten die worden geveild en die op een overeengekomen tijdstip ten laatste op de tweede handelsdag na de dag van de veiling moeten worden geleverd;

    4. 

    „vijfdaagse futures”: emissierechten die worden geveild en die op een overeengekomen dag ten laatste op de vijfde handelsdag na de dag van de veiling moeten worden geleverd;

    ▼B

    5. 

    „bieding”: een in een veiling uitgebracht bod om een bepaalde hoeveelheid emissierechten tegen een vastgestelde prijs te verwerven;

    6. 

    „biedingsinterval”: het tijdsinterval waarbinnen biedingen kunnen worden uitgebracht;

    7. 

    „handelsdag”: elke dag waarop een veilingplatform en het daarmee verbonden clearingsysteem of afwikkelingssysteem open zijn voor de handel;

    ▼M8

    8. 

    „beleggingsonderneming”: hetzelfde als in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 1 );

    9. 

    „kredietinstelling”: hetzelfde als in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 );

    10. 

    „financieel instrument”: hetzelfde als in artikel 4, lid 1, punt 15, van Richtlijn 2014/65/EU;

    ▼B

    11. 

    „secundaire markt”: de markt waarop personen emissierechten kopen of verkopen voor- of nadat deze hetzij kosteloos, hetzij door veiling zijn toegewezen;

    ▼M8

    12. 

    „moederonderneming”: hetzelfde als in artikel 2, punt 9, van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 3 );

    13. 

    „dochteronderneming”: hetzelfde als in artikel 2, punt 10, van Richtlijn 2013/34/EU;

    14. 

    „verbonden onderneming”: hetzelfde als in artikel 2, punt 12, van Richtlijn 2013/34/EU;

    ▼B

    15. 

    „zeggenschap”: hetzelfde als in artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 4 ), zoals toegepast in de Geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties ( 5 ). Om te bepalen wat bij staatsondernemingen onder „zeggenschap” wordt verstaan, zijn overweging 22 van die verordening en de punten 52 en 53 van die mededeling van toepassing;

    16. 

    „veilingproces”: het proces dat de vaststelling van de veilingkalender, de procedures voor het verkrijgen van toelating om te bieden, de procedures voor het uitbrengen van biedingen, het houden van de veiling, de berekening en bekendmaking van de resultaten van de veiling, de regelingen voor de betaling van de verschuldigde prijs, de levering van de emissierechten en het beheer van de zekerheden die nodig zijn ter dekking van eventuele transactierisico's, alsook het toezicht op en de bewaking van het goede verloop van de veilingen door een veilingplatform omvat;

    ▼M8

    17. 

    „witwassen van geld”: hetzelfde als in artikel 1, lid 3, van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad ( 6 ) in combinatie met artikel 1, leden 4 en 6, van die richtlijn;

    18. 

    „financiering van terrorisme”: hetzelfde als in artikel 1, lid 5, van Richtlijn (EU) 2015/849 in combinatie met artikel 1, lid 6, van die richtlijn;

    19. 

    „criminele activiteit”: hetzelfde als in artikel 3, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/849;

    ▼B

    20. 

    „veiler”: een openbaar of particulier lichaam dat door een lidstaat wordt aangewezen om voor die lidstaat emissierechten te veilen;

    ▼M8

    21. 

    „aangewezen tegoedrekening”: één of meer typen tegoedrekening waarin de uit hoofde van artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde toepasselijke gedelegeerde handelingen voorzien met het oog op de deelname aan of de organisatie van het veilingproces, met inbegrip van de bewaring van als borg gedeponeerde emissierechten in afwachting van de levering daarvan overeenkomstig deze verordening;

    ▼B

    22. 

    „aangewezen bankrekening”: een door een veiler, een bieder of zijn rechtsopvolger aangewezen bankrekening voor het ontvangen van overeenkomstig deze verordening verschuldigde betalingen;

    ▼M8

    23. 

    „cliëntenonderzoeksmaatregelen”: hetzelfde als de cliëntenonderzoeksmaatregelen in artikel 13 van Richtlijn (EU) 2015/849 en de verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen in de artikelen 18, 18 bis en 20 in combinatie met de artikelen 22 en 23 van die richtlijn;

    24. 

    „uiteindelijk begunstigde”: hetzelfde als in artikel 3, punt 6, van Richtlijn (EU) 2015/849;

    ▼B

    25. 

    „naar behoren gewaarmerkte kopie”: een authentieke kopie van een oorspronkelijk document die als eensluidende kopie van het origineel is gewaarmerkt door een erkende advocaat, accountant, notaris of soortgelijke beroepsbeoefenaar die krachtens het interne recht van de betrokken lidstaat bevoegd is officieel te verklaren dat een kopie werkelijk een eensluidende kopie van het origineel is;

    ▼M8

    26. 

    „politiek prominente personen”: hetzelfde als in artikel 3, punt 9, van Richtlijn (EU) 2015/849;

    27. 

    „marktmisbruik”: hetzelfde als in artikel 1 van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 );

    28. 

    „handel met voorwetenschap”: hetzelfde als in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 596/2014 en als verboden in artikel 14, onder a) en b), van die verordening;

    ▼M8

    28 bis. 

    „wederrechtelijke mededeling van voorwetenschap”: hetzelfde als in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 596/2014 en als verboden in artikel 14, onder c), van die verordening;

    ▼M8

    29. 

    „voorwetenschap”: hetzelfde als in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 596/2014;

    30. 

    „marktmanipulatie”: hetzelfde als in artikel 12 van Verordening (EU) nr. 596/2014 en als verboden in artikel 15 van die verordening;

    ▼B

    31. 

    „clearingsysteem”: één of meer met het veilingplatform verbonden infrastructuurelementen die kunnen zorgen voor clearing, margining, verrekening, beheer van zekerheden, afwikkeling en levering en alle andere door een centrale tegenpartij verrichte diensten, en die hetzij direct, hetzij indirect toegankelijk zijn via leden van de centrale tegenpartij die als tussenpersoon optreden tussen hun cliënten en de centrale tegenpartij;

    32. 

    „clearing”: alle vóór de opening van het biedingsinterval, tijdens het biedingsinterval en na de afsluiting van het biedingsinterval, tot aan de afwikkeling, plaatsvindende processen, waaronder het beheer van eventuele risico's die zich in de loop van dat tijdsbestek voordoen, met inbegrip van margining, verrekening of schuldvernieuwing, alsook alle andere diensten die eventueel door een clearing- of afwikkelingssysteem worden uitgevoerd;

    33. 

    „margining”: het proces waarbij een veiler of een bieder, of één of meer namens deze handelende tussenpersonen, zekerheden moet(en) storten ter dekking van een bepaalde financiële positie; het begrip omvat het gehele proces van bepaling, berekening en beheer van de ter dekking van dergelijke financiële posities ingebrachte zekerheden die moeten garanderen dat alle betalingsverbintenissen van een bieder en alle leveringsverbintenissen van een veiler, of van één of meer namens dezen handelende tussenpersonen, binnen een zeer korte termijn kunnen worden nagekomen;

    34. 

    „afwikkeling”: de betaling door een succesvolle bieder of zijn rechtsopvolger of een centrale tegenpartij of een afwikkelende instantie van het bedrag dat verschuldigd is voor aan die bieder of zijn rechtsopvolger of een centrale tegenpartij of een afwikkelende instantie te leveren emissierechten, en de levering van de emissierechten aan de succesvolle bieder of zijn rechtsopvolger of een centrale tegenpartij of een afwikkelende instantie;

    35. 

    „centrale tegenpartij”: een entiteit die bemiddelt, hetzij rechtstreeks tussen een veiler en een bieder of zijn rechtsopvolger, hetzij tussen de tussenpersonen die hen vertegenwoordigen, die ten aanzien van ieder van hen optreedt als enige tegenpartij en die ervoor zorgt dat, onverminderd artikel 48, de opbrengsten van de veiling worden uitbetaald aan de veiler of een tussenpersoon die hem vertegenwoordigt en dat de geveilde emissierechten worden geleverd aan de bieder of een tussenpersoon die hem vertegenwoordigt;

    36. 

    „afwikkelingssysteem”: elke infrastructuur, ongeacht of zij met het veilingplatform is verbonden of niet, die afwikkelingsdiensten kan verrichten, waaronder in voorkomend geval clearing, verrekening, beheer van zekerheden of enige andere dienst, die het uiteindelijk mogelijk maken dat emissierechten namens een veiler aan een succesvolle bieder of zijn rechtsopvolger worden geleverd en dat het verschuldigde bedrag door de bieder of zijn rechtsopvolger aan de veiler wordt betaald, hetgeen geschiedt via:

    a) 

    het bancaire systeem en het register van de Unie; of

    b) 

    één of meer afwikkelende instanties die optreden namens een veiler en een bieder of zijn rechtsopvolger, welke toegang hebben tot de afwikkelende instantie, hetzij direct, hetzij indirect via leden van de afwikkelende instantie die als tussenpersoon optreden tussen hun cliënten en de afwikkelende instantie;

    37. 

    „afwikkelende instantie”: een entiteit die optreedt als agent voor de beschikbaarstelling van rekeningen bij het veilingplatform, via welke rekeningen de opdrachten tot overdracht van de geveilde emissierechten die door de veiler of een hem vertegenwoordigende tussenpersoon worden gegeven alsook de betaling van de toewijzingsprijs door de succesvolle bieder, zijn rechtsopvolger of een hen vertegenwoordigende tussenpersoon, veilig, tezelfdertijd of bijna tezelfdertijd en op gewaarborgde wijze worden uitgevoerd;

    38. 

    „zekerheden”: de in artikel 2, onder m), van Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 8 ) bedoelde soorten zakelijke zekerheden, eventueel met inbegrip van emissierechten die door het clearingsysteem of afwikkelingssysteem als waarborg worden geaccepteerd;

    ▼M8

    39. 

    „gereglementeerde markt”: hetzelfde als in artikel 4, lid 1, punt 21, van Richtlijn 2014/65/EU;

    ▼B

    40. 

    „kmo's”: exploitanten of vliegtuigexploitanten die kleine of middelgrote ondernemingen zijn in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie ( 9 );

    ▼M8 —————

    ▼M8

    42. 

    „marktexploitant”: hetzelfde als in artikel 4, lid 1, punt 18, van Richtlijn 2014/65/EU;

    ▼B

    43. 

    „vestiging”:

    a) 

    voor de toepassing van artikel 6, lid 3, derde alinea: verblijfplaats of vast adres in de Unie;

    ▼M8

    b) 

    voor de toepassing van artikel 18, lid 2, van deze verordening: hetzelfde als in artikel 4, lid 1, punt 55, onder a), van Richtlijn 2014/65/EU, met inachtneming van de eisen van artikel 5, lid 4, van die richtlijn;

    c) 

    voor de toepassing van artikel 19, lid 2, van deze verordening met betrekking tot de in artikel 18, lid 1, onder b), van deze verordening bedoelde personen: hetzelfde als in artikel 4, lid 1, punt 55, onder a), van Richtlijn 2014/65/EU, met inachtneming van de eisen van artikel 5, lid 4, van die richtlijn;

    d) 

    voor de toepassing van artikel 19, lid 2, van deze verordening met betrekking tot de in artikel 18, lid 1, onder c), van deze verordening bedoelde personen: hetzelfde als in artikel 4, lid 1, punt 43, van Verordening (EU) nr. 575/2013;

    e) 

    voor de toepassing van artikel 19, lid 2, van deze verordening met betrekking tot de in artikel 18, lid 1, onder d), van deze verordening bedoelde bedrijfsgroepen: hetzelfde als in artikel 4, lid 1, punt 55, onder a), van Richtlijn 2014/65/EU;

    f) 

    voor de toepassing van artikel 35, leden 4, 5 en 6, van deze verordening: hetzelfde als in artikel 4, lid 1, punt 55, onder b), van Richtlijn 2014/65/EU;

    44. 

    „exitstrategie”: een of meer overeenkomstig de aanwijzingscontracten van het betrokken veilingplatform opgestelde documenten met de gedetailleerde maatregelen die zijn gepland om ervoor te zorgen dat:

    a) 

    alle materiële en immateriële activa die voor de ononderbroken voortzetting van de veilingen en de goede werking van het veilingproces door de opvolger van het veilingplatform noodzakelijk zijn, worden overgedragen;

    b) 

    alle informatie met betrekking tot het veilingproces wordt verschaft die noodzakelijk is voor de aanbestedingsprocedure voor de aanwijzing van de opvolger van het veilingplatform;

    c) 

    de technische bijstand wordt geboden die het voor de aanbestedende instanties of de opvolger van het veilingplatform, of een combinatie van beide, mogelijk maakt de krachtens a) en b) verstrekte informatie te begrijpen, er toegang toe te hebben of er gebruik van te maken.

    ▼B



    HOOFDSTUK II

    OPZET VAN DE VEILINGEN

    Artikel 4

    Veilingproducten

    ▼M4

    1.  Emissierechten worden te koop aangeboden op een veilingplatform door middel van gestandaardiseerde elektronische contracten („het veilingproduct”).

    ▼M1

    2.  Elke lidstaat veilt emissierechten in de vorm van tweedaagse spot of vijfdaagse futures.

    ▼M1 —————

    ▼B

    Artikel 5

    Veilingformat

    Veilingen vinden plaats in een veilingformat waarbij bieders hun biedingen uitbrengen in de loop van een vastgesteld biedingsinterval zonder dat zij de door andere bieders uitgebrachte biedingen te zien krijgen. Elke succesvolle bieder betaalt dezelfde, in artikel 7 bedoelde toewijzingsprijs per emissierecht, ongeacht de biedprijs.

    Artikel 6

    Indiening en intrekking van biedingen

    1.  De minimumhoeveelheid waarop kan worden geboden is één kavel.

    ▼M1

    Een kavel die wordt geveild door een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform bestaat uit 500 emissierechten.

    ▼M8 —————

    ▼B

    2.  Elke bieding omvat de volgende gegevens:

    a) 

    de identiteit van de bieder en of de bieder zijn bieding uitbrengt voor eigen rekening dan wel voor een cliënt;

    b) 

    indien de bieder zijn bieding uitbrengt voor een cliënt, de identiteit van de cliënt;

    ▼M8

    c) 

    het aantal emissierechten in gehele veelvouden van kavels van 500 emissierechten;

    ▼B

    d) 

    de biedprijs per emissierecht, in euro, met twee cijfers achter de komma.

    3.  Uitgebrachte biedingen mogen worden gewijzigd of ingetrokken gedurende het vastgestelde biedingsinterval.

    Reeds uitgebrachte biedingen mogen worden gewijzigd of ingetrokken tot een vastgesteld tijdstip vóór de afsluiting van het biedingsinterval. Dat tijdstip wordt door het betrokken veilingplatform vastgesteld en ten minste vijf handelsdagen voor de opening van het biedingsinterval op de website van dat veilingplatform bekendgemaakt.

    Slechts een in de Unie gevestigde natuurlijke persoon die overeenkomstig artikel 19, lid 2, onder d), is aangewezen en die gemachtigd is om een bieder te binden voor alle doeleinden in verband met de veilingen, met inbegrip van het uitbrengen van een bieding („de vertegenwoordiger van de bieder”) is gerechtigd biedingen namens een bieder uit te brengen, te wijzigen of in te trekken.

    Een bieding is bindend zodra zij is uitgebracht, tenzij zij overeenkomstig dit lid wordt ingetrokken of gewijzigd of overeenkomstig lid 4 wordt ingetrokken.

    4.  Indien ten genoegen van het desbetreffende platform is aangetoond dat bij het uitbrengen van de bieding een kennelijke fout is gemaakt, kan het op verzoek van de vertegenwoordiger van de bieder, na de afsluiting van het biedingsinterval maar voordat de toewijzingsprijs wordt vastgesteld, de foutief uitgebrachte bieding als ingetrokken beschouwen.

    ▼M8

    5.  Het in ontvangst nemen, doorgeven en uitbrengen van een bieding door een beleggingsonderneming of kredietinstelling op een veilingplatform wordt geacht een beleggingsdienst in de zin van artikel 4, lid 1, punt 2, van Richtlijn 2014/65/EU te zijn.

    ▼B

    Artikel 7

    Toewijzingsprijs en beslechting van samenvallende biedingen

    1.  De toewijzingsprijs op de veiling wordt vastgesteld zodra het biedingsinterval is gesloten.

    2.  Het veilingplatform rangschikt de uitgebrachte biedingen volgens de biedprijs. Indien er meerdere biedingen zijn met dezelfde biedprijs, wordt de volgorde ervan bepaald door middel van een toevalsproces volgens een algoritme dat het veilingplatform vóór de veiling heeft vastgesteld.

    De hoeveelheden emissierechten waarvoor een bieding is uitgebracht, worden opgeteld, beginnend bij de hoogste biedprijs. De biedprijs van de bieding waarbij de gecumuleerde hoeveelheid waarvoor is geboden, de hoeveelheid geveilde emissierechten evenaart of overtreft, wordt de toewijzingsprijs.

    3.  Alle biedingen die deel uitmaken van de overeenkomstig lid 2 vastgestelde gecumuleerde hoeveelheid, worden gehonoreerd tegen de toewijzingsprijs.

    4.  Als de totale hoeveelheid overeenkomstig lid 2 geselecteerde succesvolle biedingen de hoeveelheid geveilde emissierechten overtreft, wordt het restant geveilde emissierechten toegewezen aan de bieder die de laatste bieding heeft uitgebracht die deel uitmaakt van de in lid 2 bedoelde gecumuleerde hoeveelheid.

    5.  Als de totale omvang van de overeenkomstig lid 2 geselecteerde biedingen kleiner is dan de hoeveelheid geveilde emissierechten, annuleert het veilingplatform de veiling.

    6.  Als de toewijzingsprijs aanmerkelijk lager is dan de prijs op de secundaire markt gedurende en onmiddellijk vóór het biedingsinterval, rekening houdend met de prijsvolatiliteit van de emissierechten gedurende een bepaalde aan de veiling voorafgaande periode, annuleert het veilingplatform de veiling.

    ▼M8

    7.  Vóór het begin van de veiling stelt het veilingplatform de wijze van toepassing van lid 6 vast, na raadpleging overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 5, van de desbetreffende aanbestedende dienst en na de in artikel 56 bedoelde bevoegde nationale autoriteiten daarvan in kennis te hebben gesteld.

    In de periode tussen twee biedingsintervallen op hetzelfde veilingplatform, kan dat veilingplatform die wijze van toepassing wijzigen. Het stelt de desbetreffende aanbestedende dienst overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 5, en de bevoegde nationale autoriteiten als bedoeld in artikel 56 daarvan onverwijld in kennis.

    Het betrokken veilingplatform houdt daarbij zo veel mogelijk rekening met het advies van de desbetreffende aanbestedende dienst, zo dit is gegeven.

    8.  Wanneer een veiling van onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten wordt geannuleerd, wordt het volume daarvan gelijkmatig verdeeld over de volgende vier veilingen die op hetzelfde veilingplatform zijn gepland. Indien de van geannuleerde veilingen afkomstige hoeveelheid van een lidstaat niet overeenkomstig de eerste zin gelijkmatig kan worden verdeeld, veilt de desbetreffende lidstaat die rechten in minder dan vier veilingen in hoeveelheden overeenkomstig artikel 6, lid 1, van deze verordening.

    Wanneer een veiling van onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten wordt geannuleerd, wordt het volume daarvan gelijkmatig verdeeld over de volgende twee veilingen die op hetzelfde veilingplatform zijn gepland. Indien de van geannuleerde veilingen afkomstige hoeveelheid van een lidstaat niet overeenkomstig de vorige zin gelijkmatig kan worden verdeeld, veilt de desbetreffende lidstaat die rechten in de eerstvolgende veiling in hoeveelheden overeenkomstig artikel 6, lid 1, van deze verordening.

    Indien een veiling die reeds hoeveelheden uit een eerdere geannuleerde veiling omvat, wordt geannuleerd, wordt het volume ervan gespreid overeenkomstig de eerste en tweede alinea vanaf de eerste veiling waarvoor geen andere aanpassingen wegens eerdere annuleringen gelden.

    ▼B



    HOOFDSTUK III

    VEILINGKALENDER

    Artikel 8

    Tijdstippen en frequentie

    1.  Ieder veilingplatform voert zijn veilingen afzonderlijk uit op basis van een eigen periodiek terugkerend biedingsinterval. Het biedingsinterval wordt in de loop van dezelfde handelsdag geopend en gesloten. Het biedingsinterval blijft gedurende ten minste twee uur geopend. De biedingsintervallen van twee of meer veilingplatforms mogen elkaar niet overlappen en tussen twee opeenvolgende biedingsintervallen verlopen ten minste twee uur.

    2.  Bij de vaststelling van de data en tijdstippen van de veilingen houdt het veilingplatform rekening met wettelijke feestdagen die van belang zijn voor de internationale financiële markten, alsook met alle andere relevante gebeurtenissen of omstandigheden die naar de mening van het veilingplatform gevolgen kunnen hebben voor een goed verloop van de veilingen en aanpassingen noodzakelijk maken. In de twee weken van Kerstmis en Nieuwjaar worden geen veilingen gehouden.

    ▼M8

    3.  In uitzonderlijke omstandigheden kan een veilingplatform, na raadpleging van de Commissie, het tijdstip van een biedingsinterval wijzigen door alle personen voor wie dit gevolgen kan hebben, daarvan in kennis te stellen. Het desbetreffende veilingplatform houdt daarbij zo veel mogelijk rekening met het advies van de Commissie, zo dit is gegeven.

    4.  Uiterlijk vanaf de zesde veiling houdt het overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatform ten minste wekelijks een veiling van onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten en ten minste om de twee maanden een veiling van onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten.

    Geen enkel ander veilingplatform houdt op meer dan twee dagen per week veilingen op dezelfde dag waarop een overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform een veiling houdt. Ingeval het overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform op meer dan twee dagen per week veilingen houdt, bepaalt het en maakt het bekend op welke twee dagen geen andere veilingen mogen worden gehouden. Dit doet het uiterlijk bij de in artikel 11 bedoelde vaststelling en bekendmaking.

    5.  De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die moeten worden geveild op het veilingplatform dat overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening is aangewezen, wordt gelijkmatig verdeeld over de veilingen die in een gegeven jaar worden gehouden, met dien verstande dat de hoeveelheid die in de loop van de maand augustus wordt geveild, de helft bedraagt van de hoeveelheid die op veilingen in de andere maanden van het jaar wordt geveild.

    De hoeveelheid onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die moeten worden geveild op het veilingplatform dat overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening is aangewezen, wordt in beginsel gelijkmatig verdeeld over de veilingen die in een gegeven jaar worden gehouden, met dien verstande dat de hoeveelheid die in de loop van de maand augustus wordt geveild, de helft bedraagt van de hoeveelheid die op veilingen in de andere maanden van het jaar wordt geveild.

    Indien de jaarlijks te veilen hoeveelheid emissierechten van een lidstaat niet overeenkomstig artikel 6, lid 1, gelijkmatig in kavels van 500 emissierechten over de veilingen in een gegeven jaar kunnen worden verdeeld, verdeelt het desbetreffende veilingplatform die hoeveelheid over minder veilingsdagen, waarbij wordt gewaarborgd dat de hoeveelheid ten minste op kwartaalbasis wordt geveild.

    6.  Aanvullende bepalingen over tijdstippen en frequentie van de veilingen die door andere dan de overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms worden gehouden, zijn vervat in artikel 32.

    ▼M4

    Artikel 9

    Omstandigheden die het houden van een veiling onmogelijk maken

    ▼M8

    Onverminderd de toepassing van de in artikel 58 bedoelde regels in daarvoor in aanmerking komende gevallen, kan een veilingplatform een veiling annuleren als het goede verloop van die veiling wordt verstoord of dreigt te worden verstoord. De hoeveelheid emissierechten van de geannuleerde veilingen wordt overeenkomstig artikel 7, lid 8, verdeeld.

    ▼M8 —————

    ▼B

    Artikel 10

    Jaarlijks geveilde hoeveelheden onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten

    ▼M8

    1.  De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die met ingang van 2019 in een gegeven kalenderjaar wordt geveild, is gelijk aan de overeenkomstig artikel 10, leden 1 en 1 bis, van die richtlijn vastgestelde hoeveelheid emissierechten.

    2.  De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die in een gegeven kalenderjaar door elke lidstaat moet worden geveild, wordt gebaseerd op de hoeveelheid emissierechten overeenkomstig lid 1 van dit artikel en het aandeel van de emissierechten van die lidstaat dat overeenkomstig artikel 10, lid 2, van die richtlijn is vastgesteld.

    3.  Bij de vaststelling van de onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende hoeveelheid emissierechten die elke lidstaat overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel elk kalenderjaar moet veilen, wordt rekening gehouden met artikel 10 bis, lid 5 bis, van Richtlijn 2003/87/EG, de aanpassingen overeenkomstig artikel 1, leden 5 en 8, van Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad ( 10 ), de aanpassingen overeenkomstig artikel 10 quater, artikel 12, lid 4, en de artikelen 24, 27 en 27 bis van Richtlijn 2003/87/EG en overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad ( 11 ).

    4.  Onverminderd Besluit (EU) 2015/1814 wordt elke latere wijziging van de te veilen hoeveelheid emissierechten in een gegeven kalenderjaar verrekend in de hoeveelheid emissierechten die het daaropvolgende kalenderjaar wordt geveild.

    In uitzonderlijke omstandigheden, met name wanneer de cumulatieve jaarlijkse waarde van dergelijke aanpassingen voor een bepaalde lidstaat niet meer dan 50 000 emissierechten bedraagt, mogen deze aanpassingen worden verrekend in de hoeveelheid emissierechten die in de daaropvolgende kalenderjaren wordt geveild, tenzij een lidstaat de Commissie uiterlijk op 30 april 2020 verzoekt deze drempelwaarde voor de periode vanaf 2021 niet voor deze lidstaat toe te passen.

    Een hoeveelheid emissierechten die wegens de in artikel 6, lid 1, vereiste afronding in een gegeven kalenderjaar niet kan worden geveild, wordt verrekend met de hoeveelheid emissierechten die in het daaropvolgende kalenderjaar moet worden geveild.

    ▼M7

    5.  De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die in 2020 wordt geveild omvat ook de 50 miljoen niet-toegewezen emissierechten uit de marktstabiliteitsreserve als bedoeld in artikel 10 bis, lid 8, tweede alinea, van die richtlijn. Die emissierechten worden gelijkelijk verdeeld tussen de lidstaten die sinds 1 januari 2018 deelnemen aan de gezamenlijke actie uit hoofde van artikel 26, lid 1, van deze verordening, en worden toegevoegd aan de hoeveelheid voor elke lidstaat te veilen emissierechten. De 50 miljoen emissierechten worden in beginsel gelijkmatig verdeeld over de veilingen die in 2020 worden gehouden.

    ▼M8

    Artikel 11

    Kalender voor de afzonderlijke veilingen van onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die door overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatforms worden geveild

    Na raadpleging van de Commissie stellen de overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatforms de veilingkalender vast, met inbegrip van de biedingsintervallen, de afzonderlijke hoeveelheden, de data van de veilingen alsook het veilingproduct en de betalings- en leveringsdata voor de onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die elk kalenderjaar in de afzonderlijke veilingen zullen worden geveild. De desbetreffende veilingplatforms maken de veilingkalender uiterlijk op 15 juli van het voorafgaande jaar of zo spoedig mogelijk daarna bekend, op voorwaarde dat de Commissie de centrale administrateur van het EU-transactielogboek (EUTL) de opdracht heeft gegeven de met de veilingkalender overeenkomende veilingtabel in het EUTL in te voeren overeenkomstig de krachtens artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde gedelegeerde handelingen.

    ▼M4

    Artikel 12

    Jaarlijks geveilde hoeveelheden onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten

    1.  De hoeveelheid onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die elk jaar moeten worden geveild, is gelijk aan 15 % van de verwachte hoeveelheid van die emissierechten die voor dat jaar in omloop is. Als de geveilde hoeveelheid in een gegeven jaar meer of minder bedraagt dan 15 % van de hoeveelheid die daadwerkelijk voor dat jaar in omloop is gebracht, dient de in het daaropvolgende jaar te veilen hoeveelheid het verschil te corrigeren. Emissierechten die na het laatste jaar van een handelsperiode nog moeten worden geveild, worden geveild binnen de eerste vier maanden van het volgende jaar. ►M8  Artikel 10, lid 4, is van toepassing op elke latere wijziging van de te veilen hoeveelheid emissierechten. ◄

    Bij de hoeveelheid emissierechten die in het laatste jaar van elke handelsperiode wordt geveild, wordt rekening gehouden met de resterende hoeveelheid emissierechten in de in artikel 3 septies van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde bijzondere reserve.

    ▼M8

    2.  Voor elk kalenderjaar van een gegeven handelsperiode wordt de onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende hoeveelheid emissierechten die door elke lidstaat moet worden geveild, gebaseerd op de hoeveelheid emissierechten overeenkomstig lid 1 van dit artikel en het aandeel van de emissierechten van die lidstaat dat overeenkomstig artikel 3 quinquies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG is vastgesteld.

    ▼B

    Artikel 13

    ▼M8

    Kalender voor de afzonderlijke veilingen van onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die door overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatforms worden geveild

    2.  Na raadpleging van de Commissie stellen de overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatforms de veilingkalenders vast, met inbegrip van de biedingsintervallen, de afzonderlijke hoeveelheden, de data van de veilingen alsook het veilingproduct en de betalings- en leveringsdata voor de onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die in de afzonderlijke veilingen voor elk kalenderjaar zullen worden geveild. De desbetreffende veilingplatforms maken de veilingkalender uiterlijk op 30 september van het voorafgaande jaar of zo spoedig mogelijk daarna bekend, op voorwaarde dat de Commissie de centrale administrateur van het EUTL de opdracht heeft gegeven de met de veilingkalender overeenkomende veilingtabel in het EUTL in te voeren overeenkomstig de krachtens artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde gedelegeerde handelingen. Onverminderd de uiterste termijn voor de bekendmaking van de veilingkalender voor onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten overeenkomstig artikel 11 van deze verordening, mogen de desbetreffende veilingplatforms tegelijkertijd de veilingkalenders voor onder hoofdstuk II en onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten bepalen.

    ▼B

    De biedingsintervallen, de afzonderlijke hoeveelheden, de data van de veilingen alsook het veilingproduct en de betalings- en leveringsdata van de onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die gedurende het laatste jaar van elke handelsperiode in afzonderlijke veilingen worden geveild, kunnen door het betrokken veilingplatform worden aangepast om rekening te houden met de resterende hoeveelheid emissierechten in de in artikel 3 septies van die richtlijn bedoelde bijzondere reserve.

    ▼M8

    3.  De overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatforms baseren hun vaststellingen en bekendmakingen uit hoofde van lid 2 van dit artikel op het door de Commissie krachtens artikel 3 sexies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde besluit.

    4.  De bepalingen betreffende de kalender voor de afzonderlijke veilingen van onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die door andere dan de overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatforms worden gehouden, worden vastgesteld en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 32 van deze verordening.

    Artikel 32 is ook van toepassing op veilingen die worden gehouden overeenkomstig artikel 30, lid 7, tweede alinea, door het veilingplatform dat overeenkomstig artikel 26, lid 1, is aangewezen.

    ▼B

    Artikel 14

    Aanpassingen van de veilingkalender

    1.  De vaststellingen en bekendmakingen van de jaarlijks te veilen hoeveelheden en van de biedingsintervallen, de hoeveelheden, de data, het veilingproduct en de betalings- en leveringsdata voor de afzonderlijke veilingen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13 en artikel 32, lid 4, worden niet gewijzigd, met uitzondering van aanpassingen om een van de hierna genoemde redenen:

    a) 

    de annulering van een veiling uit hoofde van artikel 7, lid 5 en lid 6, artikel 9 of artikel 32, lid 5;

    ▼M8

    b) 

    de eventuele schorsing van een ander veilingplatform dan de overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatforms, overeenkomstig de krachtens artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde gedelegeerde handelingen;

    ▼B

    c) 

    een besluit van een lidstaat overeenkomstig artikel 30, lid 8;

    d) 

    indien geen afwikkeling plaatsvindt als bedoeld in artikel 45, lid 5;

    e) 

    in geval van resterende emissierechten in de in artikel 3 septies van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde bijzondere reserve;

    ▼M8

    f) 

    de resterende emissierechten in de reserve voor nieuwkomers overeenkomstig artikel 10 bis, lid 7, van Richtlijn 2003/87/EG en emissierechten die niet overeenkomstig artikel 10 quater van die richtlijn zijn toegewezen;

    ▼B

    g) 

    de unilaterale opneming van verdere activiteiten en gassen krachtens artikel 24 van Richtlijn 2003/87/EG;

    h) 

    maatregelen krachtens artikel 29 bis van Richtlijn 2003/87/EG;

    i) 

    de inwerkingtreding van wijzigingen van deze verordening of van Richtlijn 2003/87/EG;

    ▼M8

    j) 

    het niet ter veiling brengen van emissierechten op grond van artikel 22, lid 5;

    ▼M6

    k) 

    de noodzakelijkheid voor een veilingplatform om te voorkomen dat een veiling in strijd is met deze verordening of met Richtlijn 2003/87/EG;

    ▼M8

    l) 

    op grond van Besluit (EU) 2015/1814 noodzakelijke aanpassingen, die uiterlijk op 15 juli van een bepaald jaar of zo snel mogelijk daarna worden vastgesteld en bekendgemaakt;

    ▼M8

    m) 

    annulering van emissierechten krachtens artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG.

    ▼M8

    2.  Wanneer bij deze verordening niet is bepaald hoe een wijziging moet worden geïmplementeerd, implementeert het betrokken veilingplatform die wijziging pas na raadpleging van de Commissie. Artikel 11 en artikel 13, lid 2, zijn van toepassing.

    ▼B



    HOOFDSTUK IV

    TOEGANG TOT DE VEILINGEN

    ▼M8

    Artikel 15

    Personen die rechtstreeks biedingen mogen uitbrengen in een veiling

    Alleen personen die overeenkomstig artikel 18 gerechtigd zijn om een verzoek tot toelating om te bieden in te dienen en die overeenkomstig de artikelen 19 en 20 de toelating hebben om te bieden, mogen rechtstreeks biedingen uitbrengen in een veiling.

    ▼B

    Artikel 16

    Toegangsmiddelen

    1.  Elk veilingplatform stelt op niet-discriminerende wijze de middelen ter beschikking die toegang verlenen tot zijn veilingen.

    ▼M4

    1 bis.  Toelating tot de veilingen is niet afhankelijk van lidmaatschap van of deelname aan de door het veilingplatform georganiseerde secundaire markt of een andere door het veilingplatform of een derde partij beheerde handelslocatie.

    ▼M1

    2.  Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform voorziet in toegang op afstand tot zijn veilingen door middel van een elektronische interface die via het internet veilig en betrouwbaar toegankelijk is.

    ▼M8

    Daarnaast kan een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform bieders de mogelijkheid bieden om via een specifieke verbinding met de elektronische interface toegang te hebben tot zijn veilingen.

    ▼M4

    3.  Een veilingplatform kan één of meer alternatieve middelen voor toegang tot zijn veilingen aanbieden, en lidstaten mogen een veilingplatform verplichten deze aan te bieden, voor het geval dat het belangrijkste toegangsmiddel om een of andere reden onbeschikbaar is, mits die alternatieve toegangsmiddelen veilig en betrouwbaar zijn en het gebruik ervan niet leidt tot discriminatie van bieders.

    ▼M1

    Artikel 17

    Training en hulplijn

    Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform biedt een praktische, internetondersteunde opleidingsmodule over het toegepaste veilingproces aan, die een leidraad voor het invullen en indienen van eventuele formulieren alsmede een simulatie van het uitbrengen van een bieding in een veiling omvat. Het stelt ook een hulplijndienst ter beschikking die ten minste gedurende de werkuren van elke handelsdag via telefoon, fax en e-mail bereikbaar is.

    ▼B

    Artikel 18

    Personen die gerechtigd zijn een aanvraag tot toelating om te bieden in te dienen

    1.  De volgende personen zijn gerechtigd een aanvraag tot toelating in te dienen om rechtstreeks biedingen uit te brengen in veilingen:

    ▼M4

    a) 

    exploitanten of vliegtuigexploitanten die houder zijn van een exploitantentegoedrekening of een vliegtuigexploitantentegoedrekening en die biedingen uitbrengen voor eigen rekening, met inbegrip van moederondernemingen, dochterondernemingen of verbonden ondernemingen die deel uitmaken van dezelfde groep ondernemingen als een exploitant of vliegtuigexploitant;

    ▼M8

    b) 

    over een vergunning overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU beschikkende beleggingsondernemingen die voor eigen rekening of voor cliënten biedingen uitbrengen;

    c) 

    over een vergunning overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 12 ) beschikkende kredietinstellingen die voor eigen rekening of voor cliënten biedingen uitbrengen;

    ▼B

    d) 

    bedrijfsgroepen van onder a) genoemde personen die voor eigen rekening biedingen uitbrengen en als agent optreden namens hun leden;

    e) 

    publiekrechtelijke instellingen van de lidstaten of entiteiten die staatseigendom van de lidstaten zijn en zeggenschap hebben over onder a) genoemde personen.

    ▼M8

    2.  Onverminderd de vrijstelling waarin artikel 2, lid 1, onder j), van Richtlijn 2014/65/EU voorziet, zijn onder die vrijstelling vallende personen aan wie overeenkomstig artikel 59 van deze verordening een vergunning is verleend, gerechtigd een aanvraag tot toelating in te dienen om hetzij voor eigen rekening, hetzij voor cliënten van hun hoofdbedrijf rechtstreeks biedingen uit te brengen in veilingen, mits een lidstaat waarin zij zijn gevestigd wetgeving heeft vastgesteld die de bevoegde nationale instantie van die lidstaat in staat stelt hen vergunning te verlenen om voor eigen rekening of voor cliënten van hun hoofdbedrijf biedingen uit te brengen.

    ▼M8 —————

    ▼B

    4.  Wanneer de in lid 1, onder b) en c), en in lid 2 bedoelde personen een bieding uitbrengen namens een cliënt, zien zij erop toe dat die cliënt zelf overeenkomstig lid 1 of lid 2 gerechtigd is een aanvraag tot toelating in te dienen om rechtstreeks biedingen uit te brengen.

    Wanneer een cliënt van een in de eerste alinea bedoelde persoon op zijn beurt zijn bieding uitbrengt namens een eigen cliënt, ziet hij erop toe dat ook die cliënt overeenkomstig lid 1 of lid 2 gerechtigd is een aanvraag tot toelating in te dienen om rechtstreeks biedingen uit te brengen. Hetzelfde geldt voor alle verdere cliënten in de keten die indirect een bieding uitbrengen in een veiling.

    5.  De volgende personen zijn niet gerechtigd een aanvraag tot toelating in te dienen om rechtstreeks biedingen uit te brengen in veilingen, en mogen evenmin aan veilingen deelnemen via één of meer personen die overeenkomstig de artikelen 19 en 20 een toelating hebben om te bieden, ongeacht of dit voor eigen rekening of voor andere personen geschiedt, wanneer zij met betrekking tot de betrokken veiling hun respectieve rol vervullen:

    a) 

    de veiler;

    b) 

    het veilingplatform, met inbegrip van elk daarmee verbonden clearingsysteem of afwikkelingssysteem;

    c) 

    personen die in een positie verkeren waardoor zij, direct of indirect, aanzienlijke invloed kunnen uitoefenen op het beheer van de onder a) en b) genoemde personen;

    d) 

    personen die werkzaam zijn voor de onder a) en b) genoemde personen.

    ▼M8 —————

    ▼B

    7.  De krachtens de artikelen 44 tot en met 50 geboden mogelijkheid voor een veilingplatform, met inbegrip van het daarmee verbonden clearingsysteem of afwikkelingssysteem, om betalingen te aanvaarden van, leveringen uit te voeren aan of zekerheden in ontvangst te nemen van de rechtsopvolger van een succesvolle bieder mag de toepassing van de artikelen 17 tot en met 20 niet ondermijnen.

    Artikel 19

    Eisen voor de toelating om te bieden

    ▼M6

    1.  Leden van of deelnemers aan de secundaire markt die wordt georganiseerd door een krachtens artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform, mogen rechtstreeks biedingen uitbrengen in de door dat veilingplatform gehouden veilingen als zij overeenkomstig artikel 18, lid 1 of lid 2, gerechtigde personen zijn, en hoeven niet aan nadere toelatingseisen te voldoen, mits alle hierna genoemde voorwaarden zijn vervuld:

    a) 

    de toelatingseisen voor het lid of de deelnemer om emissierechten te mogen verhandelen via de secundaire markt die wordt georganiseerd door een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform, zijn niet minder streng dan de in lid 2 van dit artikel genoemde eisen;

    b) 

    het overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform wint alle extra informatie in die nodig is om te verifiëren of alle in lid 2 van dit artikel genoemde eisen die nog niet eerder zijn geverifieerd, worden nagekomen.

    ▼M1

    2.  Personen die geen lid zijn van of deelnemer zijn aan de secundaire markt die wordt georganiseerd door een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform, mogen, als zij overeenkomstig artikel 18, lid 1 of lid 2, gerechtigde personen zijn, rechtstreeks biedingen uitbrengen in de door dat veilingplatform gehouden veilingen, mits zij:

    a) 

    in de Unie gevestigd, een exploitant of een vliegtuigexploitant zijn;

    b) 

    houder zijn van een aangewezen tegoedrekening;

    c) 

    houder zijn van een aangewezen bankrekening;

    d) 

    ten minste één vertegenwoordiger van de bieder aanwijzen als omschreven in artikel 6, lid 3, derde alinea;

    e) 

    het betrokken veilingplatform overeenkomstig de toepasselijke klantenonderzoeksprocedures genoegzaam informeren over hun identiteit, de identiteit van hun uiteindelijke begunstigden, hun integriteit en hun bedrijfs- en handelsprofiel, gelet op de manier waarop de relatie met de bieder tot stand wordt gebracht, het type bieder, de aard van het veilingproduct, de omvang van de voorgenomen biedingen en de wijze van betaling en levering;

    f) 

    het betrokken veilingplatform genoegzaam informeren over hun financiële draagkracht en met name over hun vermogen om hun financiële verbintenissen en kortlopende verplichtingen na te komen wanneer die hun vervaldatum bereiken;

    g) 

    de interne processen, procedures en contractuele regelingen hebben ingevoerd die nodig zijn ter handhaving van een overeenkomstig artikel 57 opgelegde maximumomvang voor biedingen, of in staat zijn om deze desgevraagd in te voeren;

    h) 

    voldoen aan artikel 49, lid l.

    ▼M6 —————

    ▼B

    3.  De onder artikel 18, lid 1, onder b) en c), of artikel 18, lid 2, vallende personen die biedingen uitbrengen voor hun cliënten, dragen er zorg voor dat aan alle hierna genoemde voorwaarden is voldaan:

    a) 

    hun cliënten zijn gerechtigde personen overeenkomstig artikel 18, lid 1 of lid 2;

    b) 

    zij beschikken, of zullen tijdig vóór de opening van het biedingsinterval beschikken, over adequate interne processen, procedures en contractuele regelingen die noodzakelijk zijn om:

    i) 

    hen in staat te stellen biedingen van hun cliënten te verwerken, met inbegrip van het uitbrengen van de biedingen, de inning van de betaling en de overdracht van de emissierechten;

    ii) 

    te voorkomen dat vertrouwelijke informatie vanuit het deel van hun bedrijf dat verantwoordelijk is voor het ontvangen, voorbereiden en uitbrengen van biedingen voor hun cliënten wordt doorgegeven aan het deel van hun bedrijf dat verantwoordelijk is voor het voorbereiden en uitbrengen van biedingen voor eigen rekening;

    iii) 

    te waarborgen dat hun cliënten die zelf handelen namens cliënten die biedingen uitbrengen in de veilingen, de in lid 2 van dit artikel en in dit lid vervatte voorschriften naleven en dat zij hetzelfde eisen van hun cliënten en van de cliënten van hun cliënten, als bedoeld in artikel 18, lid 4.

    Het betrokken veilingplatform mag zich verlaten op betrouwbare controles die door de in de eerste alinea bedoelde personen, hun cliënten of de cliënten van hun cliënten als bedoeld in artikel 18, lid 4, worden uitgevoerd.

    De in de eerste alinea bedoelde personen dragen er zorg voor dat zij, wanneer zij daartoe overeenkomstig artikel 20, lid 5, onder d), door het veilingplatform worden verzocht, ten genoegen van het veilingplatform kunnen aantonen dat de in de eerste alinea, onder a) en b), genoemde voorwaarden zijn vervuld.

    Artikel 20

    Indiening en behandeling van aanvragen tot toelating om te bieden

    ▼M1

    1.  Voordat krachtens artikel 18, lid 1 of lid 2, gerechtigde personen rechtstreeks hun eerste bieding uitbrengen bij een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform dienen zij bij het betrokken veilingplatform een aanvraag tot toelating om te bieden in.

    ▼M6

    Aan leden van of deelnemers aan de door het betrokken veilingplatform georganiseerde secundaire markt die aan de eisen van artikel 19, lid 1, voldoen, wordt de toelating verleend om biedingen uit te brengen zonder dat zij de in de eerste alinea bedoelde aanvraag hoeven in te dienen.

    ▼M4

    2.  Aanvragen tot toelating om te bieden overeenkomstig lid 1 worden ingediend door overlegging van een ingevuld aanvraagformulier aan het veilingplatform. Het aanvraagformulier en de internettoegang daartoe worden door het betrokken veilingplatform beschikbaar gemaakt en gehouden.

    ▼B

    3.  De aanvraag tot toelating om te bieden wordt gestaafd met naar behoren gewaarmerkte kopieën van alle door het veilingplatform verlangde ondersteunende documenten die aantonen dat de aanvrager aan de eisen van artikel 19, leden 2 en 3, voldoet. De aanvraag tot toelating om te bieden omvat ten minste de in bijlage II genoemde elementen.

    ▼M8

    4.  De aanvraag tot toelating om te bieden, inclusief eventuele ondersteunende documenten, wordt op verzoek ter inzage gegeven aan de bevoegde nationale rechtshandhavingsinstanties van een lidstaat die een onderzoek uitvoeren als bedoeld in artikel 62, lid 3, onder e), en eventuele bevoegde instanties van de Unie die grensoverschrijdende onderzoeken uitvoeren.

    ▼M1

    5.  Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform kan een aanvrager de toelating om in zijn veilingen te bieden weigeren indien de aanvrager weigert:

    a) 

    in te gaan op verzoeken van het veilingplatform om aanvullende informatie of verduidelijking of staving van eerder verstrekte informatie;

    b) 

    in te gaan op een verzoek van het veilingplatform om een gesprek met functionarissen van de aanvrager, op de zetel van het bedrijf of elders;

    c) 

    door het veilingplatform verlangde onderzoeken of verificaties, met inbegrip van bezoeken ter plaatse of controles op de zetel van het bedrijf van de aanvrager, toe te staan;

    d) 

    in te gaan op verzoeken van het veilingplatform om informatie die van de aanvrager, van de cliënten van de aanvrager of van de cliënten van diens cliënten als bedoeld in artikel 18, lid 4, wordt geëist ter controle van de naleving van artikel 19, lid 3;

    e) 

    in te gaan op verzoeken van het veilingplatform om informatie die is vereist ter controle van de naleving van artikel 19, lid 2.

    ▼M8 —————

    ▼M1

    7.  Overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms eisen van indieners van een aanvraag tot toelating om in hun veilingen te bieden dat zij garanderen dat hun cliënten voldoen aan alle verzoeken overeenkomstig lid 5 en dat de cliënten van de cliënten van de aanvrager als bedoeld in artikel 18, lid 4, hetzelfde doen.

    ▼B

    8.  Een toelatingsaanvraag wordt geacht te zijn ingetrokken wanneer de aanvrager de door het veilingplatform verlangde informatie niet indient binnen een redelijke termijn die in het door het betrokken veilingplatform overeenkomstig lid 5, onder a), d) of e), gedane verzoek om informatie is vermeld en die niet minder bedraagt dan vijf handelsdagen vanaf de datum van het verzoek om informatie, of wanneer hij niet reageert of niet deelneemt of niet meewerkt aan een gesprek of aan onderzoeken of verificaties uit hoofde van lid 5, onder b) of c).

    ▼M1

    9.  Aanvragers verstrekken overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms geen onjuiste of misleidende informatie. De aanvrager brengt het betrokken veilingplatform volledig, eerlijk en onverwijld op de hoogte van elke verandering in zijn omstandigheden die van invloed kan zijn op zijn aanvraag tot toelating om in de door dat veilingplatform gehouden veilingen te bieden of op een eventueel reeds verkregen toelating om te bieden.

    10.  De overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms nemen een besluit over elke bij hen ingediende aanvraag en stellen de aanvrager in kennis van dat besluit.

    Het betrokken veilingplatform kan:

    a) 

    onvoorwaardelijke toelating tot de veilingen verlenen voor een periode die de aanwijzingstermijn van het veilingplatform niet overschrijdt, eventuele verlengingen of hernieuwingen van die aanwijzing inbegrepen;

    b) 

    voorwaardelijke toelating tot de veilingen verlenen voor een periode die de aanwijzingstermijn van het veilingplatform niet overschrijdt, waarbij binnen een bepaalde termijn aan bepaalde voorwaarden moet zijn voldaan en door het betrokken veilingplatform naar behoren wordt nagegaan of daaraan is voldaan;

    c) 

    de toelating weigeren.

    ▼B

    Artikel 21

    Weigering, intrekking of opschorting van toelatingen

    ▼M1

    1.  Overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms weigeren de toelating om in hun veilingen te bieden en gaan over tot intrekking of opschorting van reeds verleende toelatingen om te bieden ten aanzien van personen die:

    a) 

    niet of niet langer gerechtigd zijn om een aanvraag tot toelating om te bieden in te dienen krachtens artikel 18, lid 1 of lid 2;

    b) 

    niet of niet langer voldoen aan de eisen van de artikelen 18, 19 en 20;

    c) 

    opzettelijk of herhaaldelijk de bepalingen van deze verordening, de voorwaarden voor toelating om te bieden in de door het betrokken veilingplatform gehouden veilingen of enige andere daarmee samenhangende instructie of afspraak hebben geschonden.

    2.  Overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms weigeren de toelating om in hun veilingen te bieden en gaan over tot intrekking of opschorting van reeds verleende toelatingen om te bieden indien het vermoeden bestaat dat de aanvrager betrokken is bij het witwassen van geld, de financiering van terrorisme, criminele activiteiten of marktmisbruik, mits die weigering, intrekking of opschorting de inspanningen van de bevoegde nationale autoriteiten om de daders van dergelijke feiten te vervolgen of aan te houden, niet doorkruist.

    ▼M8

    In dergelijke gevallen meldt het betrokken veilingplatform zulks overeenkomstig artikel 55, lid 2, van deze verordening aan de in artikel 32 van Richtlijn (EU) 2015/849 bedoelde financiële-inlichtingeneenheid (FIE).

    ▼M1

    3.  Overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms kunnen weigeren toelating te verlenen om in hun veilingen te bieden en gaan over tot intrekking of opschorting van reeds verleende toelatingen om te bieden ten aanzien van personen die:

    a) 

    uit onachtzaamheid de bepalingen van deze verordening, de voorwaarden voor toelating om te bieden in de door het betrokken veilingplatform gehouden veilingen of enige andere daarmee samenhangende instructie of afspraak hebben geschonden;

    b) 

    zich anderszins hebben gedragen op een wijze die nadelig is voor een ordelijk of efficiënt verloop van een veiling;

    c) 

    vallen onder artikel 18, lid 1, onder b) of c), of artikel 18, lid 2, en de voorafgaande 220 handelsdagen in geen enkele veiling een bieding hebben uitgebracht.

    ▼B

    4.  De in lid 3 bedoelde personen worden in kennis gesteld van de weigering, intrekking of opschorting van hun toelating, en hun wordt een redelijke, in het besluit tot weigering, intrekking of opschorting van de toelating vermelde termijn toegestaan om schriftelijk te reageren.

    Na onderzoek van de schriftelijke reactie van de persoon gaat het betrokken veilingplatform, indien daartoe aanleiding bestaat, over tot:

    a) 

    de verlening of het herstel van de toelating vanaf een bepaalde datum;

    b) 

    de voorwaardelijke toelating of het voorwaardelijk herstel van de toelating, waarbij binnen een bepaalde termijn aan bepaalde voorwaarden moet zijn voldaan en door het betrokken veilingplatform naar behoren wordt nagegaan of daaraan is voldaan;

    c) 

    de bekrachtiging van de weigering, intrekking of opschorting vanaf een bepaalde datum.

    Het veilingplatform stelt de betrokken persoon in kennis van zijn besluit.

    5.  Personen van wie overeenkomstig lid 1, 2 of 3 de toelating om te bieden wordt ingetrokken of opgeschort, ondernemen redelijke stappen om ervoor te zorgen dat hun uitsluiting van de veilingen:

    a) 

    een ordelijk verloop kent;

    b) 

    de belangen van hun cliënten niet schaadt en de efficiënte werking van de veilingen niet verstoort;

    c) 

    hun verplichtingen om eventuele betalingsregelingen, de voorwaarden voor toelating om te bieden in de veilingen en alle andere daarmee samenhangende instructies en afspraken na te komen onverlet laat;

    d) 

    de naleving van hun verplichtingen inzake de bescherming van vertrouwelijke informatie overeenkomstig artikel 19, lid 3, onder b), ii), die 20 jaar na hun uitsluiting van de veilingen van kracht blijven, niet in gevaar brengt.

    De in de leden 1, 2 en 3 bedoelde besluiten tot weigering, intrekking of opschorting van een toelating vermelden de maatregelen die nodig zijn om aan de bepalingen van dit lid te voldoen en het veilingplatform controleert of die maatregelen worden nageleefd.



    HOOFDSTUK V

    AANWIJZING EN TAKEN VAN DE VEILER

    Artikel 22

    Aanwijzing van de veiler

    1.  Elke lidstaat wijst een veiler aan. Geen enkele lidstaat veilt emissierechten zonder een veiler te hebben aangewezen. Twee lidstaten of meer kunnen dezelfde veiler aanwijzen.

    2.  De veiler wordt door de aanwijzende lidstaat voldoende lang vóór de aanvang van de veilingen aangewezen, zodat hij met het door die lidstaat aangewezen of aan te wijzen veilingplatform, inclusief elk daarmee verbonden clearingsysteem of afwikkelingssysteem, de nodige regelingen kan treffen en ten uitvoer leggen die de veiler in staat stellen om voor de aanwijzende lidstaat emissierechten te veilen op onderling overeengekomen voorwaarden.

    ▼M8

    3.  Voor lidstaten die niet deelnemen aan gezamenlijke acties als bedoeld in artikel 26, lid 1, wijst de aanwijzende lidstaat de veiler, met inbegrip van elk daarmee verbonden clearingsysteem of afwikkelingssysteem, aan, zodat de nodige regelingen met de overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms kunnen worden getroffen en ten uitvoer kunnen worden gelegd om de veiler in staat te stellen voor de aanwijzende lidstaat op dergelijke veilingplatforms emissierechten te veilen onder onderling overeengekomen voorwaarden, overeenkomstig artikel 30, lid 7, tweede alinea, en artikel 30, lid 8, eerste alinea.

    4.  De lidstaten maken geen voorwetenschap bekend aan personen die werken voor een veiler, tenzij de persoon die werkt voor of optreedt namens de lidstaat dat doet op een „need-to-know”-basis in het kader van de normale uitoefening van zijn werk, beroep of functie en de betrokken lidstaat zich ervan heeft overtuigd dat de veiler passende maatregelen heeft genomen ter voorkoming van handel met voorwetenschap of de wederrechtelijke mededeling van voorwetenschap door een persoon die voor een veiler werkt, in aanvulling op de maatregelen die zijn opgenomen in artikel 18, lid 8, en artikel 19, lid 10, van Verordening (EU) nr. 596/2014.

    ▼M1

    5.  De voor een lidstaat te veilen emissierechten worden niet ter veiling gebracht wanneer die lidstaat geen naar behoren aangewezen veiler heeft of wanneer de in lid 2 bedoelde regelingen niet zijn getroffen of niet in werking zijn getreden.

    ▼B

    6.  Lid 5 laat eventuele juridische consequenties uit hoofde van het recht van de Unie ten aanzien van een lidstaat die zijn verplichtingen krachtens de leden 1 tot en met 4 niet nakomt, onverlet.

    7.  De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de identiteit en de contactgegevens van de veiler.

    De identiteit en de contactgegevens van de veiler worden op de website van de Commissie bekendgemaakt.

    ▼M7

    Artikel 23

    Taken van de veiler

    1.  De veiler:

    a) 

    veilt de hoeveelheid emissierechten die elke lidstaat die hem heeft aangewezen, ter veiling aanbiedt;

    b) 

    ontvangt de veilingopbrengsten die aan elke lidstaat die hem heeft aangewezen, verschuldigd zijn;

    c) 

    keert de veilingopbrengsten uit die aan elke lidstaat die hem heeft aangewezen, verschuldigd zijn.

    2.  De veiler van elke lidstaat die emissierechten veilt overeenkomstig artikel 10, lid 5, ontvangt de veilingopbrengsten van die emissierechten op de door hem uiterlijk op 1 oktober 2019 aangewezen bankrekening voor de ontvangst van betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van artikel 10, lid 5. De veiler zorgt ervoor dat deze veilingopbrengsten worden gestort op de door de Commissie voor de toepassing van artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG bij hem gemelde bankrekening, en wel uiterlijk 15 dagen na het einde van de maand waarin de veilingopbrengsten zijn gegenereerd. De veiler mag aanvullende vergoedingen voor het houden en uitkeren van opbrengsten in mindering brengen, mits de betrokken lidstaat de Commissie en alle andere lidstaten vooraf in kennis stelt van het bedrag en de reden voor de vergoedingen.

    ▼B



    HOOFDSTUK VI

    ▼M8 —————

    ▼M8

    Artikel 24

    Veiling van emissierechten voor het innovatiefonds en het moderniseringsfonds

    1.  De Europese Investeringsbank (EIB) is, overeenkomstig artikel 10 bis, lid 8, eerste alinea, en artikel 10 quinquies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG, de veilingmeester voor de vanaf 2021 op het overeenkomstig artikel 26, lid 1, eerste alinea, van deze verordening aangewezen veilingplatform te veilen emissierechten. Artikel 22, leden 2 en 4, artikel 23, lid 1, en artikel 52, lid 1, zijn van overeenkomstige toepassing op de EIB. Uiterlijk 15 dagen na het einde van de maand waarin veilingopbrengsten zijn gegenereerd, zorgt de EIB er als veiler voor dat deze veilingopbrengsten voor de toepassing van artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG op een bankrekening wordt gestort waarvan de Commissie de EIB in kennis heeft gesteld. Overeenkomstig de overeenkomst tussen de Commissie en de EIB uit hoofde van artikel 20, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie ( 13 ) mag de EIB alvorens uit te betalen aanvullende vergoedingen voor het houden en uitkeren van opbrengsten in mindering brengen.

    2.  De overeenkomstig lid 1 jaarlijks te veilen hoeveelheid emissierechten wordt samen met de jaarlijks door de lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke actie overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening, te veilen emissierechten geveild en wordt overeenkomstig artikel 8, lid 5, van deze verordening gelijkmatig verdeeld.

    3.  De hoeveelheid emissierechten krachtens artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG wordt in beginsel in de tienjarige periode vanaf 1 januari 2021 in gelijke jaarlijkse hoeveelheden geveild.

    De Commissie evalueert de verdeling van de emissierechten die na het gunningsbesluit van elke oproep tot het indienen van voorstellen overeenkomstig de krachtens artikel 10 bis, lid 8, vierde alinea, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde gedelegeerde handelingen nog moeten worden geveild. Een dergelijke evaluatie wordt om de twee jaar uitgevoerd, waarbij de eerste evaluatie uiterlijk op 30 juni 2022 plaatsvindt. Bij elke evaluatie wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de steun die voor toekomstige oproepen tot het indienen van voorstellen beschikbaar is, het maximumbedrag dat uit het innovatiefonds aan steun voor projectontwikkelingsbijstand beschikbaar is, het deel van het totale bedrag aan steun uit het innovatiefonds dat de Commissie voor de oproep tot het indienen van voorstellen voor kleinschalige projecten heeft gereserveerd, de steun die voor de geselecteerde projecten is voorzien, alsmede de uitbetaling en het terugvorderingspercentage.

    Artikel 25

    Procedure voor de annulering van emissierechten krachtens artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG

    1.  Elke lidstaat die voornemens is in geval van sluiting van capaciteit voor de opwekking van elektriciteit op zijn grondgebied overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG emissierechten uit de totale hoeveelheid door hem te veilen emissierechten te annuleren, stelt de Commissie uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar volgende op het jaar van sluiting via het model dat in bijlage I bij deze verordening is vastgelegd, in kennis van zijn voornemen.

    2.  Na eventuele aanpassingen overeenkomstig Besluit (EU) 2015/1814 van de door de desbetreffende lidstaat te veilen hoeveelheid die overeenkomstig artikel 10 van deze verordening is vastgesteld, wordt de hoeveelheid overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG te annuleren emissierechten daarvan afgetrokken.

    3.  De Commissie maakt de door de lidstaten verstrekte informatie overeenkomstig bijlage I bekend, met uitzondering van de in punt 6 van die bijlage bedoelde verslagen.

    ▼B



    HOOFDSTUK VII

    AANWIJZING VAN EEN VEILINGPLATFORM DOOR DE LIDSTATEN DIE AAN EEN GEZAMENLIJKE ACTIE MET DE COMMISSIE DEELNEMEN, EN TAKEN VAN DAT PLATFORM

    Artikel 26

    Aanwijzing van een veilingplatform via een gezamenlijke actie van de lidstaten en de Commissie

    ▼M1

    1.  Onverminderd artikel 30 wijzen de lidstaten via een gezamenlijke aanbestedingsprocedure van de Commissie en de lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke actie overeenkomstig dit artikel, een veilingplatform aan voor het overeenkomstig artikel 27 veilen van emissierechten.

    ▼M8 —————

    ▼M8

    3.  De in lid 1 bedoelde gezamenlijke aanbestedingsprocedure verloopt overeenkomstig artikel 165, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad ( 14 ).

    4.  De termijn waarvoor de in lid 1 bedoelde veilingplatforms worden aangewezen, bedraagt ten hoogste vijf jaar. Indien aan de voorwaarden van artikel 172, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 wordt voldaan, kunnen de lidstaten en de Commissie de maximumtermijn van de aanwijzing van het veilingplatform tot zeven jaar verlengen. Tijdens de looptijd van de overeenkomst mag de Commissie overeenkomstig artikel 166, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 een marktconsultatie uitvoeren om de marktomstandigheden te verifiëren en de nieuwe aanbestedingsprocedure voor te bereiden.

    5.  De identiteit en de contactgegevens van de in lid 1 bedoelde veilingplatforms worden op de website van de Commissie bekendgemaakt.

    6.  Lidstaten die zich bij gezamenlijke acties als bedoeld in lid 1 aansluiten na de inwerkingtreding van de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst tussen de Commissie en de aan die actie deelnemende lidstaten, aanvaarden de voorwaarden welke zijn overeengekomen door de Commissie en de lidstaten die zich vóór de inwerkingtreding van die overeenkomst bij de gezamenlijke actie aansluiten, alsook alle reeds in het kader van die overeenkomst vastgestelde besluiten.

    Lidstaten die overeenkomstig artikel 30, lid 4, besluiten om niet aan de gezamenlijke actie als bedoeld in lid 1 van dit artikel deel te nemen, maar in plaats daarvan een eigen veilingplatform aan te wijzen, kan de status van waarnemer worden verleend onder de voorwaarden die in de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst worden overeengekomen door de aan de gezamenlijke actie als bedoeld in lid 1 deelnemende lidstaten en de Commissie, onverminderd eventueel toepasselijke regels inzake overheidsaanbestedingen.

    ▼B

    Artikel 27

    Taken van het overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform

    1.  Het overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform verricht voor de lidstaten de volgende diensten, die in het aanwijzingscontract van het veilingplatform nader worden omschreven:

    a) 

    de verschaffing van toegang tot de veilingen, overeenkomstig de artikelen 15 tot en met 21, met inbegrip van de terbeschikkingstelling en het onderhoud van de noodzakelijke internetondersteunde elektronische interfaces en website;

    b) 

    de organisatie van de veilingen overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 7;

    c) 

    het beheer van de veilingkalender overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 14;

    d) 

    de bekendmaking en kennisgeving van de resultaten van veilingen overeenkomstig artikel 61;

    e) 

    de terbeschikkingstelling, of het garanderen ►M1  ————— ◄ van de terbeschikkingstelling, van het clearingsysteem of afwikkelingssysteem dat nodig is voor:

    i) 

    de afhandeling van de betalingen van de succesvolle bieders of hun rechtsopvolgers en de uitkering van de opbrengsten van de veilingen aan de veiler, overeenkomstig de artikelen 44 en 45;

    ii) 

    de levering van de geveilde emissierechten aan de succesvolle bieders of hun rechtsopvolgers, overeenkomstig de artikelen 46, 47 en 48;

    iii) 

    het beheer van de door de veiler of de bieders gestelde zekerheden, met inbegrip van eventuele margining, overeenkomstig de artikelen 49 en 50;

    ▼M8

    f) 

    de verstrekking aan de Commissie van alle informatie over het verloop van de veilingen overeenkomstig artikel 53;

    g) 

    het monitoren van de veilingen, de melding wanneer er vermoedens van witwassen van geld, financiering van terrorisme, criminele activiteiten of marktmisbruik bestaan en de toepassing van de eventueel vereiste corrigerende maatregelen of sancties, inclusief de voorziening in een buitengerechtelijk geschillenbeslechtingsmechanisme, overeenkomstig de artikelen 54 tot en met 59 en artikel 64, lid 1;

    ▼M8

    h) 

    verslaglegging, overeenkomstig artikel 36.

    ▼B

    2.  Uiterlijk 20 handelsdagen vóór de opening van het eerste biedingsinterval van een overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform dient dat veilingplatform met ten minste één clearingsysteem of afwikkelingssysteem te zijn verbonden.

    ▼M8

    3.  Binnen drie maanden vanaf de datum van de aanwijzing van het veilingplatform legt het platform de Commissie een gedetailleerde exitstrategie voor.

    ▼M8 —————

    ▼B

    Artikel 29

    ▼M8

    Door overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms voor de Commissie te verrichten diensten

    Overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms verrichten voor de Commissie diensten in verband met technische bijstand in het kader van haar werkzaamheden betreffende:

    a) 

    de coördinatie van de veilingkalender voor bijlage III;

    ▼M8 —————

    ▼M8

    d) 

    de verslagen van de Commissie overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG;

    ▼M1 —————

    ▼M8

    f) 

    eventuele toetsingen van deze verordening, van Richtlijn 2003/87/EG of van de op grond van artikel 19, lid 3, van die richtlijn vastgestelde gedelegeerde handelingen die van invloed zijn op de werking van de koolstofmarkt, met inbegrip van de implementatie van de veilingen;

    ▼B

    g) 

    elke andere gezamenlijke actie betreffende de werking van de koolstofmarkt, met inbegrip van de implementatie van de veilingen, zoals overeengekomen tussen de Commissie en de aan de gezamenlijke actie deelnemende lidstaten.



    HOOFDSTUK VIII

    AANWIJZING VAN VEILINGPLATFORMS DOOR LIDSTATEN DIE VOOR EEN EIGEN VEILINGPLATFORM KIEZEN, EN TAKEN VAN DIE PLATFORMS

    Artikel 30

    ▼M8

    Aanwijzing van andere dan de overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms

    1.  Elke lidstaat die niet deelneemt aan de gezamenlijke actie als bedoeld in artikel 26, lid 1, kan een eigen veilingplatform aanwijzen voor de veiling van zijn aandeel in de hoeveelheid onder de hoofdstukken II en III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die moeten worden geveild als bedoeld in artikel 31, lid 1, van deze verordening.

    ▼M8 —————

    ▼M8

    3.  lidstaten die niet deelnemen aan de gezamenlijke actie als bedoeld in artikel 26, lid 1, mogen voor de veiling overeenkomstig artikel 31, lid 1, hetzelfde veilingplatform of andere veilingplatforms aanwijzen.

    4.  Elke lidstaat die niet deelneemt aan de gezamenlijke actie als bedoeld in artikel 26, lid 1, stelt de Commissie binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening in kennis van zijn besluit om niet deel te nemen aan de gezamenlijke actie als bedoeld in artikel 26, lid 1, maar in plaats daarvan zijn eigen veilingplatform aan te wijzen overeenkomstig lid 1 van dit artikel.

    5.  Elke lidstaat die niet deelneemt aan de gezamenlijke actie als bedoeld in artikel 26, lid 1, kiest zijn eigen overeenkomstig lid 1 van dit artikel aangewezen veilingplatform door middel van een selectieprocedure die in overeenstemming is met de aanbestedingswetgeving van de Unie en/of van de lidstaat indien krachtens de wetgeving van de Unie, respectievelijk van de lidstaat een openbare aanbesteding vereist is. Met betrekking tot deze selectieprocedure gelden alle toepasselijke rechtsmiddelen en handhavingsprocedures waarin de wetgeving van de Unie en de wetgeving van de lidstaat voorzien.

    Het in lid 1 bedoelde veilingplatform wordt aangewezen voor een termijn van ten hoogste drie jaar, die met ten hoogste twee jaar kan worden verlengd.

    De aanwijzing van de in lid 1 bedoelde veilingplatforms geschiedt op voorwaarde dat het betrokken veilingplatform overeenkomstig lid 7 in bijlage III wordt opgenomen. De aanwijzing gaat pas in na de inwerkingtreding van de opneming van het betrokken veilingplatform in bijlage III overeenkomstig lid 7.

    ▼M1

    6.   ►M8  Elke lidstaat die niet deelneemt aan de in artikel 26, lid 1, bedoelde gezamenlijke actie maar ervoor kiest om zijn eigen veilingplatform aan te wijzen overeenkomstig lid 1 van dit artikel, doet de Commissie een uitvoerige kennisgeving toekomen die alle hierna genoemde elementen bevat: ◄

    a) 

    de identiteit van het veilingplatform dat hij voornemens is aan te wijzen;

    ▼M6

    b) 

    de nadere voorschriften voor het veilingproces dat zal worden toegepast door het veilingplatform dat of de veilingplatforms die hij voornemens is aan te wijzen, met inbegrip van de contractsbepalingen betreffende de aanwijzing van het betrokken veilingplatform, inclusief elk met het voorgestelde veilingplatform verbonden clearingsysteem of afwikkelingssysteem, met opgave van de voorwaarden inzake de structuur en de hoogte van de vergoedingen, het beheer van zekerheden, betalingen en leveringen;

    ▼M8

    c) 

    het veilingproduct en alle informatie die de Commissie nodig heeft om te beoordelen of de voorgestelde veilingkalender verenigbaar is met de huidige en geplande veilingkalender van de overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms, en de andere veilingkalenders die worden voorgesteld door andere lidstaten die niet deelnemen aan de in artikel 26 bedoelde gezamenlijke actie maar ervoor kiezen om hun eigen veilingplatforms aan te wijzen;

    ▼M1

    d) 

    de nadere voorschriften en voorwaarden voor de monitoring van en het toezicht op de veilingen waaraan het door hem voorgestelde veilingplatform overeenkomstig artikel 35, leden 4, 5 en 6, onderworpen zal zijn, alsook de nadere voorschriften ter bescherming tegen witwassen van geld, financiering van terrorisme, criminele activiteiten of marktmisbruik, met inbegrip van de corrigerende maatregelen of sancties;

    e) 

    de nadere maatregelen die worden getroffen ter naleving van artikel 22, lid 4, en artikel 34 met betrekking tot de aanwijzing van de veiler.

    ▼M8

    7.  Alle andere veilingplatforms dan die welke overeenkomstig artikel 26, lid 1, worden aangewezen, de hen aanwijzende lidstaten, de termijn waarvoor zij worden aangewezen en alle toepasselijke voorwaarden of verplichtingen worden opgenomen in bijlage III als aan de eisen van deze verordening en aan de doelstellingen van artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG is voldaan. De Commissie handelt alleen op basis van deze eisen en doelstellingen en houdt ten volle rekening met de door de desbetreffende lidstaat ingediende informatie.

    Indien een lidstaat die zijn eigen veilingplatform heeft aangewezen, besluit onder dezelfde voorwaarden en verplichtingen hetzelfde veilingplatform aan te wijzen als opgenomen in de in de eerste alinea bedoelde lijst, blijft de opneming geldig indien die lidstaat en de Commissie bevestigen dat aan de eisen van deze verordening en aan de doelstellingen van artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG is voldaan. Hiertoe verstrekt de lidstaat de Commissie in het bijzonder een kennisgeving die de in lid 6 bedoelde informatie bevat, en deelt hij alle relevante informatie met de andere lidstaten. De Commissie informeert het publiek over de verlenging van de opneming.

    Indien de in de eerste alinea bedoelde opneming niet plaatsvindt, maakt een lidstaat die niet deelneemt aan de in artikel 26, lid 1, bedoelde gezamenlijke actie maar ervoor kiest om overeenkomstig lid 1 van dit artikel zijn eigen veilingplatform aan te wijzen, in de periode van drie maanden na de inwerkingtreding van de in de eerste alinea bedoelde opneming gebruik van de overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms voor het veilen van zijn aandeel van de emissierechten dat anders op het overeenkomstig lid 1 van dit artikel aan te wijzen veilingplatform zou zijn geveild.

    Onverminderd lid 8 kan een lidstaat die niet deelneemt aan de in artikel 26, lid 1, bedoelde gezamenlijke actie maar ervoor kiest om overeenkomstig lid 1 van dit artikel zijn eigen veilingplatform aan te wijzen, toch deelnemen aan de gezamenlijke actie louter om gebruik te kunnen maken van de overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms als bedoeld in de derde alinea. Zulke deelneming vindt plaats overeenkomstig artikel 26, lid 6, tweede alinea, en op de voorwaarden van de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst.

    8.  Elke lidstaat die niet deelneemt aan de gezamenlijke actie als bedoeld in artikel 26, lid 1, maar ervoor kiest zijn eigen veilingplatform aan te wijzen overeenkomstig lid 1 van dit artikel, kan zich bij de in artikel 26 bedoelde gezamenlijke actie aansluiten overeenkomstig artikel 26, lid 6.

    De hoeveelheid emissierechten waarvan de veiling op een ander veilingplatform dan de overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms was gepland, wordt gelijkmatig verdeeld over de op het betrokken overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform gehouden veilingen.

    ▼B

    Artikel 31

    ▼M8

    Taken van andere dan de overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms

    ▼M4

    1.  Elk overeenkomstig artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform vervult dezelfde taken als het overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform, zoals bepaald in artikel 27.

    ▼M8

    Een op grond van artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform wordt echter vrijgesteld van de bepalingen van artikel 27, lid 1, onder c), en het legt de exitstrategie als bedoeld in artikel 27, lid 3, voor aan de aanwijzende lidstaat.

    ▼M8 —————

    ▼B

    ►M8

     

    3.  De bepalingen over de veilingkalender van artikel 8, leden 1, 2 en 3, en de artikelen 9, 10, 12, 14 en 32 zijn van toepassing op de overeenkomstig artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatforms.

     ◄

    Artikel 32

    ▼M8

    Veilingkalenders van alle andere dan de overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms

    1.  De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die wordt geveild in de afzonderlijke veilingen die door een overeenkomstig artikel 30, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatform worden gehouden, bedraagt ten hoogste 20 miljoen emissierechten en ten minste 3,5 miljoen emissierechten, tenzij de totale hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die door de aanwijzende lidstaat in een gegeven kalenderjaar wordt geveild, minder dan 3,5 miljoen emissierechten bedraagt, in welk geval die emissierechten in één veiling per kalenderjaar worden geveild. De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die in een afzonderlijke veiling op die veilingplatforms wordt geveild, mag niet minder bedragen dan 1,5 miljoen emissierechten in de respectieve perioden van twaalf maanden wanneer overeenkomstig artikel 1, lid 5, van Besluit (EU) 2015/1814 een aantal emissierechten in mindering moet worden gebracht van de hoeveelheid te veilen emissierechten.

    2.  De hoeveelheid onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die wordt geveild in de afzonderlijke veilingen die door een overeenkomstig artikel 30, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatform worden gehouden, bedraagt ten hoogste 5 miljoen emissierechten en ten minste 2,5 miljoen emissierechten, tenzij de totale hoeveelheid onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die door de aanwijzende lidstaat in een gegeven kalenderjaar wordt geveild, minder dan 2,5 miljoen emissierechten bedraagt, in welk geval die emissierechten in één veiling per kalenderjaar worden geveild.

    3.  De totale hoeveelheid onder de hoofdstukken II en III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die door alle overeenkomstig artikel 30, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatforms tezamen wordt geveild, wordt gelijkmatig gespreid over het betrokken kalenderjaar, met dien verstande dat de hoeveelheid die op veilingen in de loop van de maand augustus wordt geveild, de helft bedraagt van de hoeveelheid die in de andere maanden van het jaar wordt geveild. Er wordt geacht aan deze eisen te zijn voldaan wanneer elk overeenkomstig artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform individueel aan deze eisen voldoet.

    4.  Na raadpleging van de Commissie stellen de overeenkomstig artikel 30, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatforms de veilingkalender vast, met inbegrip van de biedingsintervallen, de afzonderlijke hoeveelheden, de data van de veilingen alsook het veilingproduct en de betalings- en leveringsdata voor de emissierechten die elk jaar in afzonderlijke veilingen zullen worden geveild. De desbetreffende veilingplatforms bepalen hun vaststelling van de afzonderlijke te veilen emissierechten overeenkomstig de artikelen 10 en 12.

    De desbetreffende veilingplatforms maken uiterlijk op 31 oktober van het voorafgaande jaar, of zo spoedig mogelijk daarna, de veilingkalender voor de onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten bekend, en uiterlijk op 15 juli van het voorafgaande jaar, of zo spoedig mogelijk daarna, de voor de onder hoofdstuk III van die richtlijn geldende kalenders, op voorwaarde dat de Commissie de centrale administrateur van het EUTL de opdracht heeft gegeven de met de veilingkalender overeenkomende veilingtabel in het EUTL in te voeren overeenkomstig de krachtens artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde gedelegeerde handelingen. De betrokken veilingplatforms doen hun vaststelling en bekendmaking pas na de vaststelling en bekendmaking overeenkomstig artikel 11 en artikel 13, lid 2, van deze verordening door de overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatforms, tenzij een dergelijk veilingplatform nog niet is aangewezen. Onverminderd de uiterste termijn voor de bekendmaking van de veilingkalender voor onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten, mogen de desbetreffende veilingplatforms tegelijkertijd de veilingkalenders voor onder hoofdstuk II en onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten bepalen.

    De bekendgemaakte kalenders zijn in overeenstemming met alle relevante in bijlage III vermelde voorwaarden en verplichtingen.

    5.  Wanneer een door een overeenkomstig artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform te houden veiling door dat veilingplatform wordt geannuleerd overeenkomstig artikel 7, lid 5 of lid 6, of artikel 9, wordt de te veilen hoeveelheid emissierechten hetzij overeenkomstig artikel 7, lid 8, verdeeld of, indien het betrokken veilingplatform in een bepaald kalenderjaar minder dan vier veilingen houdt, over de volgende twee voor dat veilingplatform geplande veilingen.

    ▼M8 —————

    ▼B



    HOOFDSTUK IX

    ▼M8

    VEREISTEN VOOR DE AANWIJZING VAN DE VEILER EN DE VEILINGPLATFORMS

    ▼B

    Artikel 34

    ▼M8

    Vereisten voor de aanwijzing van de veiler

    ▼B

    1.   ►M8  Bij de aanwijzing van een veiler houden de lidstaten rekening met de mate waarin de kandidaten: ◄

    a) 

    het geringste risico vertonen van belangenconflicten of marktmisbruik, gelet op:

    i) 

    hun eventuele activiteiten op de secundaire markt;

    ii) 

    eventuele interne processen en procedures die zij toepassen om het risico van belangenconflicten en marktmisbruik te beperken;

    ▼M8

    b) 

    in staat zijn de taken van een veiler tijdig en in overeenstemming met de hoogste professionele en kwaliteitsnormen te vervullen.

    ▼B

    2.  De aanwijzing van de veiler geschiedt op voorwaarde dat de veiler met het betrokken veilingplatform de in artikel 22, leden 2 en 3, bedoelde regelingen treft.

    Artikel 35

    Vereisten voor de aanwijzing van de veilingplatforms

    ▼M6

    1.  De veilingen worden alleen gehouden op veilingplatforms die zijn erkend als gereglementeerde markt waarvan de exploitant een secundaire markt voor emissierechten of derivaten van emissierechten organiseert.

    ▼M8

    Onverminderd de eerste alinea, mag, indien hierin in de aanbestedingsstukken voor de gezamenlijke aanbestedingsprocedure overeenkomstig artikel 26, lid 1, is voorzien, een gereglementeerde markt waarvan de exploitant een groothandelsmarkt voor energie organiseert zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 15 ), maar geen secundaire markt voor emissierechten of derivaten van emissierechten organiseert, aan de aanbestedingsprocedure overeenkomstig artikel 26, lid 1, van deze verordening deelnemen. Indien een dergelijke gereglementeerde markt overeenkomstig artikel 26, lid 1, als veilingplatform wordt aangewezen en de exploitant daarvan op het moment van de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure overeenkomstig artikel 26, lid 1, geen secundaire markt voor emissierechten of derivaten van emissierechten organiseert, verkrijgt die exploitant in dat geval een vergunning en organiseert hij uiterlijk zestig handelsdagen vóór de opening van het eerste biedingsinterval van het desbetreffende veilingplatform een secundaire markt voor emissierechten of derivaten van emissierechten.

    ▼B

    2.  Aan elk veilingplatform dat uit hoofde van deze verordening wordt aangewezen om tweedaagse spot of vijfdaagse futures te veilen, is het, zonder dat het aan nadere wettelijke of administratieve eisen van de lidstaten hoeft te voldoen, toegestaan om passende voorzieningen aan te bieden teneinde de toegang tot en de deelneming aan veilingen van de in artikel 18, leden 1 en 2, bedoelde bieders te vergemakkelijken.

    3.  Bij de aanwijzing van een veilingplatform houden de lidstaten rekening met de mate waarin de kandidaten aantonen dat zij aan alle hierna genoemde eisen voldoen:

    a) 

    garanderen dat het discriminatieverbod zowel in rechte als feitelijk wordt nageleefd;

    ▼M8

    b) 

    voorzien in volledige, eerlijke en billijke toegang tot de veilingen voor onder de regeling van de Unie vallende kmo’s en in toegang tot de veilingen voor kleine emittenten zoals omschreven in artikel 27, lid 1, artikel 27 bis, lid 1, en artikel 28 bis, lid 6, van Richtlijn 2003/87/EG;

    ▼B

    c) 

    kostenefficiëntie garanderen en onnodige administratieve lasten vermijden;

    d) 

    voorzien in solide toezicht op de veilingen, melding doen wanneer er vermoedens van witwassen van geld, financiering van terrorisme, criminele activiteiten of marktmisbruik bestaan en de eventueel vereiste corrigerende maatregelen of sancties toepassen, inclusief de voorziening in een buitengerechtelijk geschillenbeslechtingsmechanisme;

    e) 

    concurrentieverstoringen op de interne markt, met inbegrip van de koolstofmarkt, vermijden;

    f) 

    een goede werking van de koolstofmarkt garanderen, inclusief de implementatie van de veilingen;

    g) 

    verbonden zijn met één of meer clearingsystemen of afwikkelingssystemen;

    h) 

    adequate maatregelen hebben getroffen die het veilingplatform ertoe verplichten alle materiële en immateriële activa over te dragen die voor de organisatie van de veilingen door de opvolger van het veilingplatform noodzakelijk zijn.

    ▼M8

    4.  Een veilingplatform mag enkel worden aangewezen overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, van deze verordening wanneer de lidstaat waarin de kandidaat-gereglementeerde markt en haar marktexploitant gevestigd zijn, ervoor heeft gezorgd dat de nationale maatregelen ter omzetting van titel III van Richtlijn 2014/65/EU, voor zover relevant, op de veiling van tweedaagse spot of vijfdaagse futures van toepassing zijn.

    Een veilingplatform wordt enkel overeenkomstig artikel 26, lid 1, en artikel 30, lid 1, van deze verordening aangewezen nadat de lidstaat waarin de kandidaat-gereglementeerde markt en haar marktexploitant gevestigd zijn, ervoor heeft gezorgd dat de bevoegde autoriteiten van die lidstaat deze kunnen erkennen en toezicht op hen kunnen uitoefenen overeenkomstig de nationale maatregelen ter omzetting van titel VI van Richtlijn 2014/65/EU, voor zover relevant.

    ▼B

    Als de kandidaat-gereglementeerde markt en haar marktexploitant niet in dezelfde lidstaat gevestigd zijn, zijn de eerste en de tweede alinea zowel op de lidstaat van vestiging van de kandidaat-gereglementeerde markt als op de lidstaat van vestiging van haar marktexploitant van toepassing.

    ▼M8

    5.  De in lid 4, tweede alinea, van dit artikel bedoelde, overeenkomstig artikel 67, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU aangewezen bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaat nemen een besluit over de erkenning van een gereglementeerde markt die is aangewezen, of moet worden aangewezen, overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, van deze verordening, voor zover die gereglementeerde markt en haar marktexploitant voldoen aan het bepaalde in titel III van Richtlijn 2014/65/EU zoals omgezet in het nationale recht van hun lidstaat van vestiging overeenkomstig lid 4 van dit artikel. Het erkenningsbesluit wordt genomen overeenkomstig titel VI van Richtlijn 2014/65/EU zoals omgezet in het nationaal recht van hun lidstaat van vestiging overeenkomstig lid 4 van dit artikel.

    6.  De in lid 5 bedoelde bevoegde nationale autoriteiten handhaven een doeltreffend markttoezicht en treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat aan de in dat lid bedoelde eisen wordt voldaan. Daartoe dienen zij in staat te zijn om hetzij rechtstreeks, hetzij met de assistentie van andere overeenkomstig artikel 67, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU aangewezen bevoegde nationale autoriteiten, de bevoegdheden uit te oefenen waarin de nationale maatregelen ter omzetting van artikel 69 van die richtlijn met betrekking tot de in lid 4 van dit artikel bedoelde gereglementeerde markt en haar marktexploitant voorzien.

    De lidstaat van elke in lid 5 bedoelde bevoegde nationale autoriteit zorgt ervoor dat de nationale maatregelen ter omzetting van de artikelen 70, 71 en 74 van Richtlijn 2014/65/EU van toepassing zijn op personen die verantwoordelijk zijn voor de niet-naleving van hun verplichtingen krachtens titel III van Richtlijn 2014/65/EU zoals omgezet in het nationale recht van hun lidstaat van vestiging overeenkomstig lid 4 van dit artikel.

    Voor de toepassing van dit lid zijn de nationale maatregelen ter omzetting van de artikelen 79 tot en met 87 van Richtlijn 2014/65/EU van toepassing op de samenwerking tussen de bevoegde nationale autoriteiten van verschillende lidstaten en met de Europese Autoriteit voor effecten en markten, opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad ( 16 ).

    ▼B



    HOOFDSTUK X

    ▼M8

    MELDING VAN TRANSACTIES

    Artikel 36

    Verplichting om transacties te melden

    1.  Het veilingplatform meldt de volledige en nauwkeurige gegevens van elke op het platform uitgevoerde transactie die tot de overdracht van emissierechten aan de succesvolle bieders leidt, bij de overeenkomstig artikel 67, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU aangewezen bevoegde nationale autoriteit.

    2.  De meldingen van de transacties overeenkomstig lid 1 worden zo snel mogelijk gedaan, ten laatste bij de sluiting van de handelsdag volgende op de desbetreffende transactie.

    3.  Indien de succesvolle bieder een rechtspersoon is, gebruikt het veilingplatform bij de melding van de informatie om de succesvolle bieder te identificeren, zoals in lid 5 van dit artikel vereist, een identificatiecode van juridische entiteit als bedoeld in artikel 5 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590 van de Commissie ( 17 ).

    4.  Het veilingplatform is verantwoordelijk voor de volledigheid, nauwkeurigheid en tijdige indiening van de meldingen. Voor zover er gegevens van transacties zijn waar de veilingplatforms niet over beschikken, dienen de bieders en de veilers deze informatie bij het veilingplatform in.

    Indien een transactiemelding fouten of omissies bevat, corrigeert het veilingplatform dat de transactie meldt, de informatie en dient het een gecorrigeerde melding in bij de bevoegde nationale autoriteit.

    5.  De in lid 1 van dit artikel bedoelde melding bevat in het bijzonder de naam van de emissierechten of derivaten van emissierechten, de gekochte hoeveelheid, de datum en het tijdstip van de verrichting, de transactieprijs, informatie om de succesvolle bieders te identificeren en, indien van toepassing, de cliënten namens wie de transactie is verricht.

    De melding wordt opgesteld met behulp van de normen en formats die in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590 van de Commissie zijn vastgelegd, en bevat alle in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590 van de Commissie bedoelde relevante gegevens.

    ▼M8 —————

    ▼B



    HOOFDSTUK XI

    BETALING EN OVERDRACHT VAN DE VEILINGOPBRENGSTEN

    Artikel 44

    Betaling door succesvolle bieders en overdracht van opbrengsten aan de lidstaten

    1.  Elke succesvolle bieder of zijn rechtsopvolgers, met inbegrip van eventuele namens hen handelende tussenpersonen, betaalt het verschuldigde bedrag, zoals meegedeeld overeenkomstig artikel 61, lid 3, onder c), voor de gewonnen emissierechten, zoals meegedeeld overeenkomstig artikel 61, lid 3, onder a), door via het clearingsysteem of afwikkelingssysteem het verschuldigde bedrag in onbezwaarde middelen over te maken, of ervoor te zorgen dat dit in onbezwaarde middelen wordt overgemaakt, naar de aangewezen bankrekening van de veiler, hetzij vóór, hetzij uiterlijk tegelijk met de levering van de emissierechten op de aangewezen tegoedrekening van de bieder of van zijn rechtsopvolger.

    ▼M8

    2.  Het veilingplatform, met inbegrip van elk daarmee verbonden clearingsysteem of afwikkelingssysteem, maakt de betalingen van de bieders of eventuele rechtsopvolgers die voortvloeien uit de veiling van onder de hoofdstukken II en III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten, over aan de veilers die de betrokken emissierechten hebben geveild.

    ▼B

    3.  De betalingen aan de veilers geschieden in euro of in de munteenheid van de aanwijzende lidstaat indien die lidstaat geen deel uitmaakt van het eurogebied, naar keuze van de betrokken lidstaat, ongeacht de munteenheid waarin de betalingen door de bieders gebeuren, mits het betrokken clearingsysteem of afwikkelingssysteem in staat is met de desbetreffende nationale munt te werken.

    De wisselkoers is de koers die onmiddellijk na de afsluiting van het biedingsinterval wordt bekendgemaakt door een erkend, in het aanwijzingscontract van het betrokken veilingplatform genoemd financieel nieuwsagentschap.

    Artikel 45

    Consequenties van te late betaling of niet-betaling

    1.  De overeenkomstig artikel 61, lid 3, onder a), aan de succesvolle bieder medegedeelde emissierechten worden slechts aan de succesvolle bieder of zijn rechtsopvolgers geleverd indien het volledige verschuldigde bedrag, zoals meegedeeld overeenkomstig artikel 61, lid 3, onder c), aan de veiler wordt betaald overeenkomstig artikel 44, lid 1.

    2.  Een succesvolle bieder of zijn rechtsopvolgers die zijn verplichtingen uit hoofde van lid 1 niet onverkort nakomt binnen de overeenkomstig artikel 61, lid 3, onder d), aan de succesvolle bieder meegedeelde termijn, is in gebreke met betaling.

    3.  Aan een bieder die in gebreke is met betaling kunnen beide volgende bedragen, dan wel één daarvan, in rekening worden gebracht:

    a) 

    rente voor elke dag, te beginnen met de dag waarop de betaling overeenkomstig artikel 61, lid 3, onder d), verschuldigd was en eindigend met de dag waarop de betaling wordt uitgevoerd, tegen een op dagbasis berekende rentevoet die in het aanwijzingscontract van het betrokken veilingplatform wordt vastgesteld;

    b) 

    een geldboete die ten goede komt aan de veiler, na aftrek van eventuele kosten die door het clearingsysteem of afwikkelingssysteem zijn ingehouden.

    4.  Onverminderd de leden 1, 2 en 3 wordt, indien een succesvolle bieder in gebreke is met betaling, een van de volgende handelwijzen gevolgd:

    a) 

    de centrale tegenpartij neemt als bemiddelaar de emissierechten in ontvangst en draagt zorg voor de betaling van het aan de veiler verschuldigde bedrag;

    b) 

    de afwikkelende instantie wendt aan de bieder ontnomen zekerheden aan ter betaling van het aan de veiler verschuldigde bedrag.

    5.  Indien het niet tot een afwikkeling komt, worden de emissierechten geveild in de volgende twee veilingen die bij het betrokken veilingplatform zijn gepland.



    HOOFDSTUK XII

    LEVERING VAN GEVEILDE EMISSIERECHTEN

    ▼M8

    Artikel 46

    Overdracht van geveilde emissierechten

    Door een veilingplatform geveilde emissierechten worden vóór de opening van een biedingsinterval door het register van de Unie overgedragen naar een aangewezen tegoedrekening, waarop zij door het als bewaarnemer optredende clearingsysteem of afwikkelingssysteem worden bewaard totdat de emissierechten overeenkomstig de resultaten van de veiling aan de succesvolle bieders of hun rechtsopvolgers worden geleverd, zoals bepaald in de toepasselijke, krachtens artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde gedelegeerde handelingen.

    ▼B

    Artikel 47

    Levering van geveilde emissierechten

    1.  Het clearingsysteem of afwikkelingssysteem wijst elk door een lidstaat geveild emissierecht toe aan een succesvolle bieder, totdat de totale toegewezen hoeveelheid gelijk is aan de hoeveelheid emissierechten die overeenkomstig artikel 61, lid 3, onder a), aan de bieder is meegedeeld.

    Aan een bieder kunnen emissierechten worden toegewezen van meer dan één lidstaat die deelneemt aan dezelfde veiling, indien zulks nodig is voor het bereiken van de hoeveelheid emissierechten die overeenkomstig artikel 61, lid 3, onder a), aan de bieder is meegedeeld.

    2.  Nadat het verschuldigde bedrag overeenkomstig artikel 44, lid 1, is betaald, worden aan de succesvolle bieder of zijn rechtsopvolger zo spoedig mogelijk, en in elk geval niet later dan de uiterste leveringstermijn, de aan die bieder toegewezen emissierechten geleverd door overdracht van de gehele of een gedeelte van de overeenkomstig artikel 61, lid 3, onder a), aan de bieder meegedeelde hoeveelheid emissierechten van een aangewezen tegoedrekening van het als bewaarnemer optredende clearingsysteem of afwikkelingssysteem naar één of meer aangewezen tegoedrekeningen van de succesvolle bieder of zijn rechtsopvolgers of naar een aangewezen tegoedrekening van een als bewaarnemer van de succesvolle bieder of zijn rechtsopvolgers optredend clearingsysteem of afwikkelingssysteem.

    Artikel 48

    Te late levering van geveilde emissierechten

    1.  Indien het clearingsysteem of afwikkelingssysteem de geveilde emissierechten niet of slechts gedeeltelijk kan leveren wegens omstandigheden buiten zijn macht, levert het de emissierechten zo spoedig mogelijk en aanvaarden de succesvolle bieders of hun rechtsopvolgers de levering op dat latere tijdstip.

    2.  De mogelijkheid waarin lid 1 voorziet, is het enige middel waarover een succesvolle bieder of zijn rechtsopvolger beschikt ingeval geveilde emissierechten niet kunnen worden geleverd wegens omstandigheden buiten de macht van het betrokken clearingsysteem of afwikkelingssysteem.



    HOOFDSTUK XIII

    BEHEER VAN ZEKERHEDEN

    Artikel 49

    Door de bieder gestelde zekerheden

    1.  Van bieders of namens hen handelende tussenpersonen wordt verlangd dat zij vóór de opening van het biedingsinterval voor de veiling van tweedaagse spot of vijfdaagse futures zekerheden stellen.

    2.  Alle niet-gebruikte zekerheden die door onsuccesvolle bieders zijn gesteld, worden desgevraagd, tezamen met de eventuele opgebouwde rente op zekerheden in contanten, zo spoedig mogelijk na de afsluiting van het biedingsinterval vrijgegeven.

    3.  Alle door succesvolle bieders gestelde zekerheden die niet voor de afwikkeling zijn gebruikt, worden desgevraagd, tezamen met de eventuele opgebouwde rente op zekerheden in contanten, zo spoedig mogelijk na de afwikkeling vrijgegeven.

    Artikel 50

    Door de veiler gestelde zekerheden

    1.  Van de veiler wordt alleen verlangd dat hij vóór de opening van het biedingsinterval voor de veiling van tweedaagse spot of vijfdaagse futures zekerheden stelt in de vorm van emissierechten die in afwachting van hun levering worden bewaard door het als bewaarnemer optredende clearingsysteem of afwikkelingssysteem.

    ▼M1 —————

    ▼B

    3.  Overeenkomstig ►M1  lid 1 ◄ gestelde zekerheden die niet worden gebruikt, kunnen, indien de veilende lidstaat zulks wenst, in afwachting van hun levering worden bewaard op een aangewezen tegoedrekening van het als bewaarnemer optredende clearingsysteem of afwikkelingssysteem.



    HOOFDSTUK XIV

    VERGOEDINGEN EN KOSTEN

    Artikel 51

    Structuur en hoogte van de vergoedingen

    1.  De structuur en de hoogte van de vergoedingen en alle daarmee samenhangende voorwaarden welke door een veilingplatform en een clearingsysteem of afwikkelingssysteem worden toegepast, zijn niet minder gunstig dan vergelijkbare standaardvergoedingen en -voorwaarden die gelden op de secundaire markt.

    ▼M8

    Onverminderd de eerste alinea, mag, indien hierin in de aanbestedingsstukken voor de aanbestedingsprocedures overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 5, is voorzien, de exploitant van het veilingplatform de overeenkomstig artikel 52, lid 1, van deze verordening door de succesvolle bieders betaalde vergoedingen verhogen tot maximaal 120 % van de vergelijkbare standaardvergoedingen die de succesvolle kopers van emissierechten in de jaren waarin de veilinghoeveelheden overeenkomstig Besluit (EU) 2015/1814 met meer dan 200 miljoen emissierechten zijn verlaagd, op de secundaire markt hebben betaald.

    ▼B

    2.  Een veilingplatform en een clearingsysteem of afwikkelingssysteem mogen alleen vergoedingen, inhoudingen en voorwaarden toepassen die uitdrukkelijk in hun aanwijzingscontract zijn vermeld.

    3.  Alle overeenkomstig de leden 1 en 2 toegepaste vergoedingen en voorwaarden zijn duidelijk omschreven, gemakkelijk te begrijpen en openbaar. Zij zijn gespecificeerd, zodat voor elk type dienst de bijbehorende vergoeding wordt vermeld.

    Artikel 52

    Kosten van het veilingproces

    ▼M8

    1.  Onverminderd lid 2 worden de kosten van de in artikel 27, lid 1, en artikel 31, bedoelde diensten betaald met door de bieders betaalde vergoedingen, met dien verstande dat eventuele kosten van de in artikel 22, leden 2 en 3, bedoelde regelingen tussen de veiler en het veilingplatform die de veiler in staat stellen voor de aanwijzende lidstaat emissierechten te veilen, maar exclusief de kosten van elk met het betrokken veilingplatform verbonden clearingsysteem of afwikkelingssysteem, worden gedragen door de veilende lidstaat.

    ▼M1

    De in de eerste alinea bedoelde kosten worden ingehouden op de veilingopbrengsten die aan de veilers worden uitbetaald overeenkomstig artikel 44, leden 2 en 3.

    ▼M8

    2.  Onverminderd de derde alinea kunnen de in artikel 26, lid 6, eerste alinea, bedoelde voorwaarden van de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst of het aanwijzingscontract van een veilingplatform overeenkomstig artikel 26, lid 1, afwijken van lid 1 van dit artikel door van lidstaten die de Commissie overeenkomstig artikel 30, lid 4, in kennis hebben gesteld van hun besluit om niet deel te nemen aan de gezamenlijke actie als bedoeld in artikel 26, lid 1, maar vervolgens gebruikmaken van het overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform, te verlangen aan het betrokken veilingplatform, inclusief (het) daarmee verbonden clearingsysteem (-systemen) en afwikkelingssysteem (-systemen), de kosten te betalen van de in artikel 27, lid 1, bedoelde diensten betreffende het aandeel van de emissierechten dat die lidstaat veilt vanaf de datum waarop die lidstaat aanvangt met veilen door middel van het overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform tot de beëindiging of het verstrijken van de aanwijzingstermijn van dat veilingplatform.

    Het voorgaande is eveneens van toepassing op lidstaten die zich niet binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de in artikel 26, lid 6, eerste alinea, bedoelde gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst hebben aangesloten bij de gezamenlijke actie als bedoeld in artikel 26, lid 1.

    De eerste alinea is niet van toepassing wanneer een lidstaat zich na het verstrijken van de in artikel 30, lid 5, tweede alinea, bedoelde aanwijzingstermijn bij de gezamenlijke actie als bedoeld in artikel 26, lid 1, aansluit of wanneer hij gebruikmaakt van het overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform om zijn aandeel van de emissierechten te veilen indien de in artikel 30, lid 7, bedoelde opneming van een overeenkomstig artikel 30, lid 6, aangemeld veilingplatform niet plaatsvindt.

    ▼B

    De kosten die de bieders overeenkomstig lid 1 moeten dragen, worden verminderd met het bedrag van de krachtens dit lid door een lidstaat gedragen kosten.

    ▼M8 —————

    ▼B



    HOOFDSTUK XV

    TOEZICHT OP DE VEILINGEN, CORRIGERENDE MAATREGELEN EN SANCTIES

    ▼M8

    Artikel 53

    Toezicht op veilingen

    1.  Tegen het einde van elke maand brengt het overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform verslag uit over het verloop van de veilingen die het in de voorafgaande maand heeft gehouden, met name wat betreft:

    a) 

    eerlijke en open toegang;

    b) 

    transparantie;

    c) 

    prijsvorming;

    d) 

    technische en operationele aspecten van de uitvoering van het contract waarbij het desbetreffende veilingplatform is aangewezen;

    e) 

    de relatie tussen de veilingprocessen en de secundaire markt wat betreft de onder a) tot en met d) bedoelde informatie;

    f) 

    eventuele aanwijzingen voor concurrentiebeperkend gedrag, marktmisbruik, witwassen van geld, financiering van terrorisme of criminele activiteiten waarvan het veilingplatform bij de uitvoering van zijn functies overeenkomstig artikel 27 of artikel 31, lid 1, kennis heeft gekregen;

    g) 

    eventuele inbreuk op deze verordening of niet-nakoming van de doelstellingen van artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG waarvan het veilingplatform bij de uitvoering van zijn functies overeenkomstig artikel 27 of artikel 31, lid 1, van deze verordening kennis heeft gekregen;

    h) 

    gevolgen van eventuele informatie die overeenkomstig de punten a) tot en met g) is gemeld.

    Daarnaast verstrekt het veilingplatform uiterlijk op 31 januari van elk jaar een samenvatting en analyse van de maandelijkse verslagen van het voorgaande jaar.

    2.  Het overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatform verstrekt de in lid 1 bedoelde verslagen aan de Commissie, de lidstaten die het platform hebben aangewezen, en de overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) nr. 596/2014 aangewezen bevoegde nationale autoriteit.

    3.  De desbetreffende aanbestedende instanties houden toezicht op de uitvoering van de aanwijzingscontracten van de veilingplatforms. De lidstaten die overeenkomstig artikel 30, lid 1, een veilingplatform aanwijzen, stellen de Commissie in kennis van eventuele niet-nakoming van het aanwijzingscontract door het veilingplatform die significante gevolgen voor de veilingprocessen kan hebben.

    4.  Overeenkomstig artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG maakt de Commissie namens de lidstaten die aan de in artikel 26, lid 1, bedoelde gezamenlijke actie deelnemen, en de lidstaten die overeenkomstig artikel 30, lid 1, een veilingplatform aanwijzen, samenvattende verslagen bekend betreffende de in lid 1, onder a) tot en met h), van dit artikel opgenomen elementen.

    5.  De veilers, de veilingplatforms en de bevoegde nationale autoriteiten die toezicht op hen uitoefenen, werken actief samen en verstrekken de Commissie desgevraagd alle informatie over de veilingen waarover zij beschikken en die redelijkerwijs noodzakelijk kan worden geacht voor het toezicht op de veilingen.

    6.  De bevoegde nationale autoriteiten die toezicht houden op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en de bevoegde nationale autoriteiten die toezicht houden op personen aan wie overeenkomstig artikel 18, lid 2, vergunning is verleend om voor anderen biedingen uit te brengen, werken binnen hun bevoegdheden actief samen met de Commissie, zoals voor het toezicht op de veilingen redelijkerwijs noodzakelijk wordt geacht.

    7.  Met betrekking tot de verplichtingen die de bevoegde nationale autoriteiten bij de leden 5 en 6 worden opgelegd, wordt rekening gehouden met het beroepsgeheim waartoe zij krachtens het recht van de Unie zijn gehouden.

    ▼M1

    Artikel 54

    Bewaking van de relatie met bieders

    1.  Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform waakt over de relatie met de bieders die de toelating hebben om in zijn veilingen te bieden zo lang die relatie blijft bestaan, door middel van:

    a) 

    een nauwgezette analyse van de biedingen die in de loop van die relatie worden uitgebracht, teneinde te garanderen dat het biedingsgedrag van de bieder strookt met de kennis die het veilingplatform van de cliënt en diens bedrijfs- en risicoprofiel heeft, zo nodig met inbegrip van de oorsprong van zijn financiële middelen;

    b) 

    de handhaving van doeltreffende regelingen en procedures om regelmatig te controleren of de personen die overeenkomstig artikel 19, leden 1, 2 en 3, de toelating hebben om biedingen uit te brengen, de op zijn markt geldende gedragsregels naleven;

    ▼M8

    c) 

    de bewaking van de transacties van personen die overeenkomstig artikel 19, leden 1, 2 en 3, de toelating hebben om biedingen uit te brengen en de in artikel 3, lid 26, omschreven personen, door gebruik te maken van zijn systemen voor het aan het licht brengen van overtredingen van de onder b) bedoelde regels, onbillijke of niet-reguliere veilingomstandigheden of gedrag dat aanleiding kan geven tot marktmisbruik.

    ▼M1

    Bij de nauwgezette analyse van biedingen overeenkomstig de eerste alinea, onder a), besteedt het betrokken veilingplatform bijzondere aandacht aan alle activiteiten waarvan het meent dat zij, wegens hun aard, verband kunnen houden met witwassen van geld, financiering van terrorisme of criminele activiteiten.

    2.  Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform zorgt ervoor dat de documenten, gegevens of informatie die het met betrekking tot een bieder bijhoudt, regelmatig worden bijgewerkt. Daartoe kan dat veilingplatform:

    ▼M8

    a) 

    de bieder verzoeken om alle informatie als bedoeld in artikel 19, leden 2 en 3, en artikel 20, leden 5 en 7, ten behoeve van de bewaking van de relatie met die bieder vanaf het moment dat deze de toelating om in de veilingen te bieden heeft verkregen, zulks zo lang die relatie blijft bestaan en gedurende een periode van vijf jaar na de beëindiging ervan;

    ▼M1

    b) 

    van personen die de toelating hebben om te bieden, verlangen dat zij op geregelde tijdstippen opnieuw een aanvraag tot toelating om te bieden indienen;

    ▼M8

    c) 

    van personen die de toelating hebben om te bieden, verlangen dat zij het veilingplatform onverwijld in kennis stellen van elke wijziging in de overeenkomstig artikel 19, leden 2 en 3, en artikel 20, leden 5 en 7, overgelegde informatie.

    ▼M1

    3.  Elk overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform houdt een register bij van:

    a) 

    de aanvraag tot toelating om te bieden die door een aanvrager overeenkomstig artikel 19, leden 2 en 3, is ingediend, met inbegrip van alle latere wijzigingen;

    b) 

    de controles die zijn uitgevoerd bij:

    i) 

    de behandeling van de ingediende aanvraag tot toelating om te bieden, overeenkomstig de artikelen 19, 20 en 21;

    ii) 

    de nauwgezette controle en bewaking van de relatie, overeenkomstig lid 1, onder a) en c), nadat de aanvrager de toelating heeft verkregen om biedingen uit te brengen;

    c) 

    alle informatie betreffende elke specifieke bieding die door elke bieder in een veiling is uitgebracht, met inbegrip van de eventuele intrekking of wijziging van die bieding overeenkomstig artikel 6, lid 3, tweede alinea, en artikel 6, lid 4;

    d) 

    alle informatie betreffende het verloop van elke veiling waarin een bieder een bieding heeft uitgebracht.

    4.  Elk overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform houdt het in lid 3 bedoelde dossier bij zo lang de bieder de toelating heeft om biedingen uit te brengen in zijn veilingen, en nog ten minste vijf jaar na de beëindiging van de relatie met die bieder.

    ▼M8

    Artikel 55

    Melding van witwassen van geld, financiering van terrorisme en criminele activiteiten

    1.  De in artikel 48, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/849 bedoelde bevoegde nationale autoriteiten voeren controles uit en treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatform de eisen inzake klantenonderzoeksprocedures van artikel 19, lid 2, onder e), en artikel 20, lid 10, van deze verordening, de eisen inzake de verplichting toelating om op veilingen te bieden te weigeren, de eisen inzake de intrekking of opschorting van reeds verleende toelatingen om op veilingen te bieden overeenkomstig artikel 21, leden 1 en 2, van deze verordening, de eisen inzake bewaking en het bijhouden van dossiers van artikel 54 van deze verordening en de meldingsvoorschriften van de leden 2 en 3 van dit artikel naleeft.

    De in de eerste alinea bedoelde bevoegde nationale autoriteiten beschikken over de bevoegdheden waarin de nationale maatregelen ter omzetting van artikel 48, leden 2 en 3, van Richtlijn (EU) 2015/849 voorzien.

    Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform kan aansprakelijk worden gesteld voor inbreuken op artikel 20, leden 7 en 10, artikel 21, leden 1 en 2, en artikel 54 van deze verordening en de leden 2 en 3 van dit artikel. De nationale maatregelen ter omzetting van de artikelen 58 tot en met 62 van Richtlijn (EU) 2015/849 zijn in dit verband van toepassing.

    2.  Elk overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform, en de directie en het personeel daarvan, verlenen hun volledige medewerking aan de FIE door onverwijld:

    a) 

    de FIE uit eigen beweging in te lichten, inclusief door het doen van een melding, indien zij weten, vermoeden of redelijkerwijs kunnen vermoeden dat geldmiddelen in verband met de veilingen — ongeacht het bedrag — opbrengsten van criminele activiteiten zijn of met terrorismefinanciering verband houden en door het in dergelijke gevallen onmiddellijk reageren op verzoeken van de FIE om bijkomende informatie;

    b) 

    de FIE op haar verzoek rechtstreeks alle noodzakelijke informatie te verstrekken.

    Alle verdachte transacties, met inbegrip van transactiepogingen, worden gemeld.

    3.  De in lid 2 bedoelde informatie wordt toegezonden aan de FIE van de lidstaat op wiens grondgebied het betrokken veilingplatform is gelegen.

    De voor de toezending van informatie uit hoofde van dit artikel verantwoordelijke persoon of personen wordt/worden aangewezen bij de nationale maatregelen ter omzetting van de in artikel 33, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/849 bedoelde beleidslijnen en procedures op het gebied van het nalevingsbeheer en de communicatie.

    4.  De lidstaat op wiens grondgebied zich een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, van deze verordening aangewezen veilingplatform bevindt, zorgt ervoor dat de nationale maatregelen ter omzetting van de artikelen 37 tot en met 39, artikel 42, artikel 45, lid 1, en artikel 46, van Richtlijn (EU) 2015/849 van toepassing zijn op het betrokken veilingplatform.

    ▼B

    Artikel 56

    Melding van marktmisbruik

    ▼M8

    1.  Een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform doet overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 596/2014 en overeenkomstig de nationale maatregelen ter omzetting van artikel 54 van Richtlijn 2014/65/EU bij bevoegde nationale autoriteiten melding van vermoedens van marktmisbruik of poging daartoe door personen die de toelating hebben om in de veilingen te bieden, of door personen namens wie een persoon die de toelating heeft om in de veilingen te bieden, handelt.

    2.  Het betrokken veilingplatform stelt de Commissie in kennis van het feit dat het overeenkomstig lid 1 melding heeft gedaan, en vermeldt daarbij welke corrigerende maatregelen het heeft genomen of voornemens is te nemen om de in lid 1 bedoelde gedraging tegen te gaan.

    ▼B

    Artikel 57

    Maximumomvang voor biedingen en andere corrigerende maatregelen

    ▼M8

    1.  Elk veilingplatform kan, na raadpleging van de Commissie en na haar advies te hebben verkregen, een maximumomvang voor biedingen of andere corrigerende maatregelen opleggen die nodig zijn om een feitelijk of potentieel onderkenbaar risico van marktmisbruik, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere criminele activiteiten alsook concurrentiebeperkend gedrag te beperken, mits dat risico door de invoering van een maximumomvang voor biedingen of andere corrigerende maatregelen daadwerkelijk wordt beperkt. De Commissie kan de betrokken lidstaten raadplegen en hun advies inwinnen over het door het betrokken veilingplatform gedane voorstel. Het betrokken veilingplatform houdt zo veel mogelijk rekening met het advies van de Commissie.

    2.  De maximumomvang voor biedingen wordt uitgedrukt als percentage van de totale hoeveelheid emissierechten die in een gegeven veiling wordt geveild, of als percentage van de totale hoeveelheid emissierechten die in een gegeven jaar wordt geveild, naargelang welke mogelijkheid het meest geschikt is om het risico van marktmisbruik te ondervangen.

    ▼B

    3.  Voor de toepassing van dit artikel wordt onder maximumomvang voor biedingen de maximumhoeveelheid emissierechten verstaan waarop direct of indirect mag worden geboden door de in artikel 18, lid 1 of lid 2, genoemde groepen personen die tot een van de volgende categorieën behoren:

    a) 

    dezelfde groep ondernemingen, met inbegrip van eventuele moederondernemingen, haar dochterondernemingen en verbonden ondernemingen;

    b) 

    dezelfde bedrijfsgroep;

    c) 

    een afzonderlijke economische eenheid met een onafhankelijke beslissingsbevoegdheid wanneer een publiekrechtelijke instantie of een entiteit die staatseigendom is direct of indirect zeggenschap over hen uitoefent.

    ▼M1

    Artikel 58

    Op de markt geldende gedragsregels en andere contractuele regelingen

    De artikelen 53 tot en met 57 laten eventuele andere maatregelen onverlet die een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform gerechtigd is te nemen krachtens de op zijn markt geldende gedragsregels of andere direct of indirect toepasselijke contractuele regelingen met bieders die de toelating hebben om in de veilingen te bieden, mits die maatregelen niet strijdig zijn met de bepalingen van de artikelen 53 tot en met 57 en deze niet ondermijnen.

    ▼B

    Artikel 59

    Gedragsregels voor andere personen aan wie overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b) en c), en artikel 18, lid 2, vergunning is verleend om voor anderen te bieden

    1.  Dit artikel is van toepassing op:

    a) 

    personen aan wie vergunning is verleend om te bieden overeenkomstig artikel 18, lid 2.

    ▼M8 —————

    ▼B

    2.  De in lid 1 bedoelde personen passen in hun relaties met hun cliënten de volgende gedragsregels toe:

    a) 

    zij aanvaarden instructies van hun cliënten onder vergelijkbare voorwaarden;

    ▼M8

    b) 

    zij weigeren, met inachtneming van de nationale wetgeving ter omzetting van de artikelen 35 en 39 van Richtlijn (EU) 2015/849, om biedingen uit te brengen voor een cliënt indien zij goede redenen hebben om witwassen van geld, financiering van terrorisme, criminele activiteiten of marktmisbruik te vermoeden;

    ▼B

    c) 

    zij kunnen weigeren een bieding uit te brengen voor een cliënt indien zij goede redenen hebben om te vermoeden dat de cliënt niet bij machte is te betalen voor de emissierechten waarvoor hij de bieding wenst uit te brengen;

    d) 

    zij sluiten een schriftelijke overeenkomst met hun cliënten. De gesloten overeenkomsten leggen de betrokken cliënten geen oneerlijke voorwaarden of beperkingen op. Zij vermelden alle voorwaarden betreffende de aangeboden diensten, met name betreffende de betaling en levering van de emissierechten;

    e) 

    zij kunnen van hun cliënten een deposito verlangen als aanbetaling voor de emissierechten;

    f) 

    zij mogen het aantal biedingen dat een cliënt kan uitbrengen, niet nodeloos beperken;

    g) 

    zij mogen niet voorkomen of tegengaan dat hun cliënten gebruikmaken van de diensten van andere entiteiten die krachtens artikel 18, lid 1, onder b) tot en met e), en artikel 18, lid 2, gerechtigd zijn om voor hen biedingen uit te brengen in de veilingen;

    h) 

    zij nemen de belangen in acht van de cliënten die hun opdragen om voor hen biedingen uit te brengen in de veilingen;

    i) 

    zij behandelen hun cliënten billijk en zonder te discrimineren;

    j) 

    zij beschikken over interne systemen en procedures waarmee verzoeken van cliënten om als agent in een veiling op te treden kunnen worden verwerkt, waarmee op doeltreffende wijze aan veilingen kan worden deelgenomen, met name wat het uitbrengen van biedingen voor hun cliënten betreft, en waarmee betalingen en zekerheden in ontvangst kunnen worden genomen van en emissierechten kunnen worden overgedragen aan de cliënten namens wie zij handelen;

    k) 

    zij voorkomen dat vertrouwelijke informatie vanuit het deel van hun bedrijf dat verantwoordelijk is voor het ontvangen, voorbereiden en uitbrengen van biedingen voor hun cliënten, wordt doorgegeven aan het deel van hun bedrijf dat verantwoordelijk is voor het voorbereiden en uitbrengen van biedingen voor eigen rekening of aan het deel van hun bedrijf dat verantwoordelijk is voor hun activiteiten voor eigen rekening op de secundaire markt;

    l) 

    zij houden een dossier bij met daarin de informatie die zij hebben verkregen of geproduceerd in hun hoedanigheid van tussenpersonen die in de veilingen biedingen uitbrengen voor hun cliënten, en bewaren deze informatie gedurende vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop zij is verkregen of geproduceerd.

    Het bedrag van het onder e) bedoelde deposito wordt op billijke en redelijke wijze berekend.

    De methode van berekening van het onder e) bedoelde deposito wordt beschreven in de conform punt d) gesloten overeenkomsten.

    Het gedeelte van het onder e) bedoelde deposito dat niet wordt gebruikt voor de betaling van de emissierechten, wordt aan de betaler gerestitueerd binnen een redelijke termijn na de veiling die in de conform punt d) gesloten overeenkomsten wordt vermeld.

    3.  De in lid 1 bedoelde personen passen de volgende gedragsregels toe wanneer zij voor eigen rekening of voor hun cliënten biedingen uitbrengen:

    ▼M8

    a) 

    zij verstrekken alle informatie die door een veilingplatform waarbij zij de toelating hebben om te bieden, met het oog op de vervulling van zijn taken uit hoofde van deze verordening wordt opgevraagd;

    ▼B

    b) 

    zij gaan te werk met integriteit, redelijke vakkundigheid, zorg en inzet.

    4.  De bevoegde nationale autoriteiten die zijn aangewezen door de lidstaten waarin de in lid 1 bedoelde personen zijn gevestigd, zijn bevoegd om die personen vergunning te verlenen om de in dat lid bedoelde activiteiten uit te oefenen en om de naleving van de in de leden 2 en 3 vastgestelde gedragsregels te bewaken en te handhaven, met inbegrip van de behandeling van eventuele klachten wegens niet-naleving van die gedragsregels.

    5.  De in lid 4 bedoelde bevoegde nationale autoriteiten verlenen de in lid 1 bedoelde personen alleen een vergunning indien deze personen aan alle hierna genoemde voorwaarden voldoen:

    a) 

    zij staan als voldoende betrouwbaar bekend en zijn voldoende ervaren om een correcte naleving van de in de leden 2 en 3 vastgestelde gedragsregels te waarborgen;

    b) 

    zij passen de nodige procedures en controles toe om belangenconflicten te ondervangen en te handelen in het belang van hun cliënten;

    ▼M8

    c) 

    zij voldoen aan de eisen van de nationale wetgeving waarin Richtlijn (EU) 2015/849 is omgezet;

    ▼B

    d) 

    zij voldoen aan alle andere noodzakelijk geachte voorwaarden met betrekking tot de aard van de geboden biedingsdiensten, de mate van kennis van zaken van de betrokken cliënten zoals die uit hun investeerders- of handelsprofiel naar voren komt, en een risicogerelateerde beoordeling van de kans op witwassen van geld, financiering van terrorisme of criminele activiteiten.

    6.  De bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaat waarin aan de in lid 1 bedoelde personen een vergunning tot bieden wordt verleend, bewaken en handhaven de naleving van de in lid 5 genoemde voorwaarden. De lidstaat ziet erop toe dat:

    a) 

    zijn bevoegde nationale autoriteiten over de noodzakelijke onderzoeksbevoegdheden beschikken en doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties toepassen;

    b) 

    een mechanisme wordt ingesteld voor de behandeling van klachten en de intrekking van vergunningen indien personen die een vergunning hadden verkregen, hun uit die vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomen;

    c) 

    zijn bevoegde nationale autoriteiten een overeenkomstig lid 5 verleende vergunning kunnen intrekken indien een in lid 1 bedoelde persoon de bepalingen van de leden 2 en 3 ernstig en stelselmatig heeft geschonden.

    ▼M2

    7.  Cliënten van de in lid 1 bedoelde bieders kunnen eventuele klachten betreffende de naleving van de in de leden 2 en 3 vastgestelde gedragsregels richten tot de in lid 4 bedoelde bevoegde autoriteiten, overeenkomstig de procedureregels die in de lidstaat waarin toezicht op de in lid 1 bedoelde persoon wordt uitgeoefend, zijn vastgesteld voor de behandeling van dergelijke klachten.

    ▼B

    8.  Aan de in lid 1 bedoelde personen die de toelating hebben verkregen om op een veilingplatform biedingen uit te brengen overeenkomstig de artikelen 18, 19 en 20, is het, zonder dat zij aan nadere wettelijke of administratieve eisen van de lidstaten hoeven te voldoen, toegestaan biedingsdiensten aan te bieden aan de in artikel 19, lid 3, onder a), bedoelde cliënten.



    HOOFDSTUK XVI

    TRANSPARANTIE EN GEHEIMHOUDING

    Artikel 60

    Bekendmaking

    ▼M6

    1.  Alle wetgeving, richtsnoeren, instructies, formulieren, documenten, aankondigingen, met inbegrip van de veilingkalender, alle andere niet-vertrouwelijke informatie die betrekking heeft op de op een gegeven veilingplatform gehouden veilingen, met inbegrip van de lijst van personen die de toelating hebben om biedingen uit te brengen in de veilingen, elk besluit, met inbegrip van besluiten uit hoofde van artikel 57 tot vaststelling van een maximumomvang voor biedingen en andere corrigerende maatregelen die nodig zijn om een feitelijk of potentieel onderkenbaar risico van witwassen van geld, financiering van terrorisme, criminele activiteiten of marktmisbruik op dat veilingplatform te beperken, worden bekendgemaakt op een door het betrokken veilingplatform speciaal daarvoor opgezette en regelmatig bijgewerkte veilingwebsite.

    ▼B

    Informatie die niet langer relevant is, wordt gearchiveerd. Die archieven zijn toegankelijk via dezelfde veilingwebsite.

    ▼M8 —————

    ▼M1

    3.  Op de website van het betrokken veilingplatform wordt een overzicht gepubliceerd met de namen, adressen, telefoon- en faxnummers, e-mailadressen en websites van alle personen die de toelating hebben om voor anderen biedingen uit te brengen in de veilingen op een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform.

    ▼B

    Artikel 61

    Bekendmaking en kennisgeving van de resultaten van veilingen

    ▼M8

    1.  Een veilingplatform maakt de resultaten van elke veiling die het heeft gehouden, bekend en vermeldt daarbij ten minste de volgende informatie:

    a) 

    de hoeveelheid geveilde emissierechten;

    b) 

    de toewijzingsprijs in euro;

    c) 

    de totale omvang van de uitgebrachte biedingen;

    d) 

    het totale aantal bieders en het aantal succesvolle bieders;

    e) 

    ingeval een veiling is geannuleerd, de veilingen waarnaar de betrokken hoeveelheid emissierechten wordt overgeheveld;

    f) 

    de totale opbrengst van de veiling;

    g) 

    in het geval van overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatforms, de verdeling van de opbrengst over de lidstaten.

    2.  Het veilingplatform maakt de resultaten van elke veiling die het heeft gehouden, zo spoedig mogelijk bekend. De in lid 1, onder a) en b), bedoelde informatie over de veilingresultaten wordt uiterlijk 5 minuten na de afsluiting van het biedingsinterval bekendgemaakt en de in lid 1, onder c) tot en met g), bedoelde informatie over de veilingresultaten wordt uiterlijk 15 minuten na de afsluiting van het biedingsinterval bekendgemaakt.

    ▼M7

    3.   ►M8  Tegelijk met de bekendmaking op het veilingplatform van de in lid 1, onder a) en b), vermelde informatie overeenkomstig lid 2 stelt het veilingplatform elke succesvolle bieder die via zijn systemen een bieding heeft uitgebracht, in kennis van: ◄

    a) 

    de totale hoeveelheid emissierechten die aan die bieder wordt toegewezen;

    b) 

    welke van zijn in voorkomend geval samenvallende biedingen door middel van een toevalsproces zijn geselecteerd;

    c) 

    het verschuldigde bedrag, hetzij in euro, hetzij in de munt van een lidstaat die geen deel uitmaakt van het eurogebied, naar keuze van de bieder, mits het clearingsysteem of afwikkelingssysteem in staat is met de desbetreffende nationale munt te werken;

    d) 

    de termijn waarbinnen het verschuldigde bedrag in onbezwaarde middelen moet worden gestort op de aangewezen bankrekening van de veiler.

    ▼B

    4.  Indien de door de bieder gekozen munt niet de euro is, stelt het veilingplatform de succesvolle bieder in kennis van de wisselkoers die het bij de omrekening van het verschuldigde bedrag naar de door de succesvolle bieder gekozen munt heeft toegepast.

    Die wisselkoers is de koers die onmiddellijk na de afsluiting van het biedingsinterval wordt bekendgemaakt door een erkend, in het aanwijzingscontract van het betrokken veilingplatform genoemd financieel nieuwsagentschap.

    5.  Een veilingplatform stelt het desbetreffende met dat platform verbonden clearingsysteem of afwikkelingssysteem in kennis van de aan elke succesvolle bieder overeenkomstig lid 3 meegedeelde informatie.

    Artikel 62

    Bescherming van vertrouwelijke informatie

    1.  De volgende informatie is vertrouwelijk:

    a) 

    de inhoud van biedingen;

    b) 

    de inhoud van eventuele biedingsinstructies, zelfs als geen bieding wordt uitgebracht;

    c) 

    informatie die de identiteit van de bieder onthult, of waaruit de identiteit van de bieder kan worden afgeleid, in combinatie met een van de volgende elementen:

    i) 

    het aantal emissierechten dat de bieder in een veiling wenst te verwerven;

    ii) 

    de prijs die de bieder bereid is voor die emissierechten te betalen;

    d) 

    informatie over, of afgeleid uit, één of meer biedingen of biedingsinstructies die afzonderlijk of gezamenlijk:

    i) 

    voordat een veiling plaatsvindt een aanwijzing kan geven over de omvang van de vraag naar emissierechten;

    ii) 

    voordat een veiling plaatsvindt een aanwijzing kan geven over de toewijzingsprijs;

    e) 

    informatie verstrekt door personen in het kader van de totstandbrenging of continuering van de relatie met bieders of in het kader van de bewaking van die relatie overeenkomstig de artikelen 19, 20, 21 en 54;

    ▼M8 —————

    ▼M8

    g) 

    bedrijfsgeheimen die zijn medegedeeld door personen die deelnemen aan een concurrerend aanbestedingsproces ter aanwijzing van een veilingplatform;

    ▼B

    h) 

    informatie over het algoritme dat voor het in artikel 7, lid 2, bedoelde toevalsproces voor de selectie van samenvallende biedingen wordt gebruikt;

    i) 

    informatie over de methode ter bepaling van hetgeen moet worden aangemerkt als een toewijzingsprijs die aanmerkelijk lager is dan de prijs op de secundaire markt voor en tijdens de veiling, als bedoeld in artikel 7, lid 6.

    2.  Een persoon die direct of indirect vertrouwelijke informatie heeft verkregen, maakt deze informatie niet openbaar in andere dan de in lid 3 genoemde gevallen.

    3.  Lid 2 belet niet de openbaarmaking van vertrouwelijke informatie die:

    a) 

    reeds op wettige wijze ter beschikking van het publiek is gesteld;

    b) 

    openbaar wordt gemaakt met de schriftelijke toestemming van een bieder, een persoon die de toelating heeft om te bieden, of een persoon die een aanvraag tot toelating om te bieden indient;

    c) 

    bekend of openbaar moet worden gemaakt krachtens een uit het recht van de Unie voortvloeiende verplichting;

    d) 

    openbaar wordt gemaakt op grond van een rechterlijke uitspraak;

    e) 

    ►M1  wordt vrijgegeven of openbaar wordt gemaakt ◄ ten behoeve van een in de Unie gevoerd strafrechtelijk, administratief of gerechtelijk onderzoek of proces;

    ▼M8 —————

    ▼B

    g) 

    vóór de openbaarmaking op zodanige wijze is samengevat of bewerkt dat het onwaarschijnlijk is dat de informatie nog te herleiden is tot:

    i) 

    afzonderlijke biedingen of biedingsinstructies;

    ii) 

    afzonderlijke veilingen;

    iii) 

    individuele bieders, kandidaat-bieders of personen die een aanvraag tot toelating om te bieden hebben ingediend;

    iv) 

    afzonderlijke aanvragen tot toelating om te bieden;

    v) 

    relaties met individuele bieders;

    ▼M8 —————

    ▼B

    i) 

    valt onder lid 1, onder g), mits zij wordt meegedeeld aan voor de lidstaten of voor de Commissie werkzame personen die betrokken zijn bij het in lid 1, onder g), bedoelde concurrerende aanbestedingsproces en die zelf uit hoofde van hun functie gebonden zijn door het beroepsgeheim;

    j) 

    openbaar wordt gemaakt na het verstrijken van een termijn van 30 maanden die aanvangt op een van de volgende tijdstippen, onder voorbehoud van een eventuele geheimhoudingsplicht krachtens het recht van de Unie in verband met hun beroep:

    i) 

    voor vertrouwelijke informatie als bedoeld in lid 1, onder a) tot en met d): de dag waarop het biedingsinterval wordt geopend van de veiling waarin de vertrouwelijke informatie voor het eerst openbaar wordt gemaakt;

    ii) 

    voor vertrouwelijke informatie als bedoeld in lid 1, onder e): de dag waarop de relatie met een bieder wordt beëindigd;

    ▼M8 —————

    ▼B

    iv) 

    voor vertrouwelijke informatie als bedoeld in lid 1, onder g): de dag waarop de informatie in het concurrerende aanbestedingsproces wordt overgelegd.

    ▼M8

    4.  De maatregelen die ervoor moeten zorgen dat vertrouwelijke informatie niet onrechtmatig openbaar wordt gemaakt, alsook de consequenties van een eventuele onrechtmatige openbaarmaking door een veilingplatform, met inbegrip van personen die onder contract voor het platform werken, worden in het aanwijzingscontract van het veilingplatform vermeld.

    5.  Vertrouwelijke informatie verkregen door een veilingplatform, met inbegrip van personen die onder contract voor het platform werken, wordt uitsluitend gebruikt ter nakoming van zijn verplichtingen of ter uitvoering van zijn taken in samenhang met de veilingen.

    ▼B

    6.   ►M8  De leden 1 tot en met 5 beletten niet dat vertrouwelijke informatie wordt uitgewisseld tussen een veilingplatform en: ◄

    a) 

    de bevoegde nationale autoriteiten die toezicht uitoefenen op een veilingplatform;

    b) 

    de bevoegde nationale autoriteiten die belast zijn met het onderzoek en de vervolging van witwassen van geld, financiering van terrorisme, criminele activiteiten of marktmisbruik;

    c) 

    de Commissie.

    Krachtens dit lid uitgewisselde vertrouwelijke informatie mag niet in strijd met lid 2 worden meegedeeld aan andere dan de onder a), b) en c) bedoelde personen.

    ▼M8

    7.  Alle personen die voor een veilingplatform werken of hebben gewerkt en bij de veilingen betrokken zijn, zijn gebonden door het beroepsgeheim en dragen er zorg voor dat vertrouwelijke informatie overeenkomstig dit artikel wordt beschermd.

    ▼B

    Artikel 63

    Taalregeling

    ▼M8

    1.  De schriftelijke informatie die door een veilingplatform uit hoofde van artikel 60, leden 1 en 3, of in het kader van zijn aanwijzingscontract wordt verstrekt en die niet in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt, is gesteld in een in internationale financiële kringen gebruikelijke taal.

    ▼B

    2.  Elke lidstaat kan op eigen kosten voorzien in de vertaling van alle in lid 1 bedoelde informatie van een veilingplatform in de officiële taal of talen van die lidstaat.

    Wanneer een lidstaat op eigen kosten voorziet in de vertaling van alle onder lid 1 vallende informatie afkomstig van het overeenkomstig artikel 26, lid 1, aangewezen veilingplatform, voorziet elke lidstaat die overeenkomstig artikel 30, lid 1, een veilingplatform heeft aangewezen, op eigen kosten ook in de vertaling in diezelfde taal van alle onder lid 1 vallende informatie afkomstig van het veilingplatform dat hij overeenkomstig artikel 30, lid 1, heeft aangewezen.

    3.  Indieners van een aanvraag tot toelating om te bieden en personen die de toelating hebben om te bieden, mogen de volgende bescheiden indienen in de officiële taal van de Unie die zij overeenkomstig lid 4 hebben gekozen, mits een lidstaat heeft besloten om overeenkomstig lid 2 in een vertaling in die taal te voorzien:

    a) 

    hun aanvragen tot toelating om te bieden, met inbegrip van eventuele ondersteunende documenten;

    b) 

    hun biedingen, met inbegrip van de eventuele intrekking of wijziging daarvan;

    c) 

    alle verzoeken om informatie betreffende de punten a) of b).

    Een veilingplatform kan verzoeken om een gewaarmerkte vertaling in een in internationale financiële kringen gebruikelijke taal.

    4.  Indieners van een aanvraag tot toelating om te bieden, personen die de toelating hebben om te bieden en bieders die deelnemen aan een veiling, kiezen een van de officiële talen van de Unie als de taal waarin zij alle kennisgevingen overeenkomstig artikel 8, lid 3, artikel 20, lid 10, artikel 21, lid 4, en artikel 61, lid 3, ontvangen.

    Alle andere mondelinge of schriftelijke mededelingen van een veilingplatform aan indieners van een aanvraag tot toelating om te bieden, personen die de toelating hebben om te bieden en bieders die deelnemen aan een veiling, worden gedaan in de overeenkomstig de eerste alinea gekozen taal zonder dat daarvoor aan de desbetreffende indieners, personen en bieders extra kosten worden berekend, mits een lidstaat heeft besloten om overeenkomstig lid 2 in een vertaling in die taal te voorzien.

    Zelfs indien een lidstaat overeenkomstig lid 2 heeft besloten om in een vertaling in de overeenkomstig de eerste alinea van dit lid gekozen taal te voorzien, kan de indiener van een aanvraag tot toelating om te bieden, de persoon die de toelating heeft om te bieden of de bieder die deelneemt aan een veiling echter afzien van zijn recht uit hoofde van de tweede alinea van dit lid door het betrokken veilingplatform vooraf schriftelijk toestemming te verlenen om zich uitsluitend te bedienen van een in internationale financiële kringen gebruikelijke taal.

    5.  De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de accuraatheid van de overeenkomstig lid 2 gemaakte vertalingen.

    Personen die een vertaling van een in lid 3 bedoeld document overleggen en veilingplatforms die overeenkomstig lid 4 een vertaald document verstrekken, staan ervoor garant dat dit een accurate vertaling is van het originele document.



    HOOFDSTUK XVII

    SLOTBEPALINGEN

    ▼M1

    Artikel 64

    Recht van beroep

    1.  Elk overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform zorgt ervoor dat het beschikt over een buitengerechtelijk mechanisme om de klachten te behandelen van indieners van aanvragen tot toelating om te bieden, bieders die de toelating hebben om te bieden en personen aan wie de toelating om te bieden is geweigerd of van wie de toelating is ingetrokken of opgeschort.

    ▼M8

    2.  De lidstaten waar het toezicht wordt uitgeoefend op een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, van deze verordening als veilingplatform aangewezen gereglementeerde markt of op de marktexploitant daarvan, zorgen ervoor dat alle besluiten van het in lid 1 van dit artikel bedoelde buitengerechtelijke klachtenbehandelingsmechanisme naar behoren worden gemotiveerd en dat daartegen beroep mogelijk is bij de rechter, zoals omschreven in artikel 74, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU. Dit recht op beroep doet geen afbreuk aan een eventueel recht om direct beroep in te stellen bij de rechterlijke instanties of bevoegde administratieve instanties zoals bepaald in de nationale maatregelen ter omzetting van artikel 74, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU.

    ▼B

    Artikel 65

    Rechtzetting van fouten

    1.  Eventuele fouten bij betalingen, bij de overdracht van emissierechten of bij het stellen of storten dan wel vrijgeven van zekerheden of deposito's in het kader van deze verordening, worden ter kennis van het clearingsysteem of afwikkelingssysteem gebracht zodra een persoon deze opmerkt.

    2.  Het clearingsysteem of afwikkelingssysteem neemt alle nodige maatregelen om eventuele fouten bij betalingen, bij de overdracht van emissierechten of bij het stellen of storten dan wel vrijgeven van zekerheden of deposito's in het kader van deze verordening die op enige wijze onder hun aandacht worden gebracht, recht te zetten.

    3.  Een persoon die voordeel heeft gehaald uit een in lid 1 bedoelde fout welke niet overeenkomstig lid 2 kan worden rechtgezet wegens rechten van derden als koper te goeder trouw, en die van de fout op de hoogte was of had moeten zijn en deze niet ter kennis van het clearingsysteem of afwikkelingssysteem heeft gebracht, is aansprakelijk voor het herstellen van de berokkende schade.

    Artikel 66

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    ▼M8




    BIJLAGE I

    Model voor de kennisgeving van vrijwillige annulering door een lidstaat uit hoofde van artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG



     

    Kennisgeving overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG

    1.

    Lidstaat en overheidsinstantie die de kennisgeving indient:

     

    2.

    Datum van de kennisgeving:

     

    3.

    Identificatie van de gesloten installatie voor de opwekking van elektriciteit („installatie”) op het grondgebied van de lidstaat overeenkomstig de in het EUTL geregistreerde gegevens, vastgesteld bij de krachtens artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG goedgekeurd gedelegeerde handeling, met vermelding van de volgende gegevens:

     

    a)

    Naam van de installatie:

     

    b)

    Identificatiecode van de installatie in het EUTL:

     

    c)

    Naam van de exploitant van de installatie:

     

    4.

    Datum van sluiting van de installatie en intrekking van de vergunning voor broeikasgasemissie:

     

    5.

    Beschrijving en referentie van de aanvullende nationale maatregelen die de sluiting van de installatie tot gevolg hadden:

     

    6.

    Geverifieerde emissieverslagen van de installatie over de vijf jaar voorafgaande aan de sluiting:

     

    7.

    Totale hoeveelheid emissierechten die moet worden geannuleerd:

     

    8.

    Jaren waarover de emissierechten moeten worden geannuleerd:

     

    9.

    Exacte hoeveelheid emissierechten die in elk in punt 8 bedoeld jaar moet worden geannuleerd:

     

    ▼B




    BIJLAGE II

    Lijst van de in artikel 20, lid 3, bedoelde elementen

    1.

    Bewijs van het gerechtigd zijn om biedingen uit te brengen overeenkomstig artikel 18, lid 1 of lid 2.

    2.

    Naam, adres, telefoonnummer en telefaxnummer van de aanvrager.

    3.

    Identificatiecode van de aangewezen tegoedrekening van de aanvrager.

    4.

    Volledige gegevens betreffende de aangewezen bankrekening van de aanvrager.

    5.

    Naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van één of meer vertegenwoordigers van de bieder als omschreven in artikel 6, lid 3, derde alinea.

    6.

    Voor rechtspersonen, het bewijs van:

    a) 

    de rechtspersoonlijkheid, met vermelding van: de rechtsvorm van de aanvrager, het op hem toepasselijke recht, de omstandigheid of de aanvrager al dan niet een beursgenoteerde onderneming is bij één of meer erkende effectenbeurzen;

    b) 

    voor zover van toepassing, het registratienummer van de aanvrager in het register waarin hij is ingeschreven, of bij gebreke daarvan, zijn statuten of een ander document dat het bewijs van diens rechtspersoonlijkheid levert.

    7.

    Voor rechtspersonen en/of juridische constructies, alle informatie die nodig is ter identificatie van de uiteindelijke begunstigde en voor een goed begrip van de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de rechtspersoon of de juridische constructie.

    8.

    Voor natuurlijke personen, het bewijs van hun identiteit in de vorm van een identiteitskaart, rijbewijs, paspoort of soortgelijk door de overheid afgegeven document met de volledige naam, foto en geboortedatum en het vaste verblijfadres in de Unie van de aanvrager, zo nodig gestaafd met andere passende ondersteunende documenten.

    9.

    Voor exploitanten, de in artikel 4 van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde vergunning.

    10.

    Voor vliegtuigexploitanten, het bewijs van hun opneming in de in artikel 18 bis, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde lijst of het overeenkomstig artikel 3 octies van die richtlijn ingediende en goedgekeurde bewakingsplan.

    11.

    Alle informatie die nodig is voor de toepassing van de in artikel 19, lid 2, onder e), bedoelde klantenonderzoeksprocedures.

    12.

    In voorkomend geval, het meest recente door een accountant geverifieerde jaarverslag en dito jaarrekening van de aanvrager, met inbegrip van winst-en-verliesrekening en balans; bij gebreke daarvan, de btw-aangifte of andere informatie die het afdoende bewijs levert van de solvabiliteit en kredietwaardigheid van de aanvrager.

    13.

    In voorkomend geval, het btw-registratienummer of, indien de aanvrager niet btw-plichtig is, een ander middel waardoor de aanvrager identificeerbaar is voor de belastingadministratie van de lidstaat waarin hij gevestigd is of zijn fiscale woonplaats heeft, of andere toereikende informatie over de fiscale status van de aanvrager in de Unie.

    14.

    Een verklaring dat de aanvrager naar zijn beste weten voldoet aan de eisen van artikel 19, lid 2, onder f).

    15.

    Het bewijs dat aan de eisen van artikel 19, lid 2, onder g), is voldaan.

    16.

    Het bewijs dat de aanvrager voldoet aan de eisen van artikel 19, lid 3.

    17.

    Een verklaring dat de aanvrager over de vereiste rechtsbevoegdheid en over een vergunning beschikt om voor eigen rekening of voor anderen biedingen uit te brengen in een veiling.

    18.

    Een verklaring van de aanvrager dat er naar zijn beste weten geen beletsels van wettelijke, regulerende, contractuele of andere aard zijn die hem beletten zijn verplichtingen uit hoofde van deze verordening na te komen.

    19.

    Een verklaring waaruit blijkt of de aanvrager voornemens is te betalen in euro of in de munt van een lidstaat die geen deel uitmaakt van het eurogebied, met vermelding van de gekozen munt.




    BIJLAGE III

    ▼M8

    Andere veilingplatforms dan die welke overeenkomstig artikel 26, lid 1, worden aangewezen, de aanwijzende lidstaten en de toepasselijke voorwaarden of verplichtingen als bedoeld in artikel 30, lid 7



    ▼M8 —————

    ▼M6

    Door het Verenigd Koninkrijk aangewezen veilingplatforms

    4

    Veilingplatform

    ICE Futures Europe (ICE)

     

    Rechtsgrondslag

    Artikel 30, lid 1

     

    Aanwijzingstermijn

    Van op zijn vroegst 10 november 2017 tot op zijn laatst 9 november 2022, onverminderd artikel 30, lid 5, tweede alinea.

     

    Definities

    Voor de toepassing van de voor ICE geldende voorwaarde en verplichtingen zijn de volgende definities van toepassing:

    „ICE-beursregels”: ICE-bepalingen, met inbegrip van met name contractregels en -procedures met betrekking tot het ICE FUTURES EUA-VEILINGCONTRACT en het ICE FUTURES EUAA-VEILINGCONTRACT;

    „beurslid”: een lid als gedefinieerd in sectie A.1 van de ICE-beursregels;

    „cliënt”: een cliënt van een beurslid, alsook cliënten van hun cliënten in de keten, die de toelating van personen om te bieden faciliteren en namens bieders optreden.

     

    Voorwaarden

    Toelating tot de veilingen is niet afhankelijk van beurslidmaatschap van of deelneming aan de door ICE georganiseerde secundaire markt of een andere door ICE of een derde partij beheerde handelslocatie.

     

    Verplichtingen

    1.  ICE vereist dat door de beursleden van ICE of hun cliënten genomen besluiten tot het verlenen van toelating om te bieden in de veilingen en tot het intrekken of opschorten van die toelating, ongeacht of dat besluit is genomen met betrekking tot een toelating om uitsluitend te bieden in de veiling of tot een toelating om te bieden in de veilingen en ook lid te worden van of deel te nemen aan de secundaire markt, op de volgende wijze aan ICE worden meegedeeld door de beursleden of hun cliënten die zulke besluiten nemen:
    a)  in het geval van besluiten om toelating tot bieden te weigeren en besluiten om toegang tot veilingen in te trekken of op te schorten, per geval en onverwijld;
    b)  in het geval van andere beslissingen, op verzoek.
    ICE bepaalt dat dergelijke besluiten door hem aan een onderzoek kunnen worden onderworpen om na te gaan of zij stroken met de uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1031/2010 op het veilingplatform rustende verplichtingen en dat de beursleden van ICE of hun cliënten gehouden zijn door de uitkomsten van een dergelijk onderzoek door ICE. Deze kunnen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, een beroep op toepasselijke ICE-beursregels, met inbegrip van disciplinaire procedures, of enige andere passende maatregel om de toelating om op de veilingen te bieden, te faciliteren.
    2.  ICE stelt op zijn website een volledige en actuele lijst ter beschikking van beursleden of hun cliënten die in aanmerking komen om toegang tot het bieden in de veilingen van het Verenigd Koninkrijk via ICE te faciliteren, en deze lijst omvat aanbieders die alleen toegang bieden tot de veilingen zoals neergelegd de beursregels van ICE, en beursleden of hun cliënten die personen die mogelijk ook leden van of deelnemers aan de secundaire markt zijn, toelating verlenen om te bieden in de veilingen.
    Bovendien stelt ICE op zijn website bevattelijke praktische wenken ter beschikking om kmo's en kleine emittenten te informeren over de stappen die zij moeten ondernemen om toegang te krijgen tot de veilingen via zulke beursleden of hun cliënten.
    3.  Alle door ICE en zijn clearingsysteem ten aanzien van personen die toelating hebben om te bieden of bieders toegepaste vergoedingen en voorwaarden zijn duidelijk omschreven, gemakkelijk te begrijpen en publiekelijk beschikbaar op de website van ICE, die regelmatig moet worden bijgewerkt.
    ICE bepaalt dat wanneer een beurslid of zijn cliënt voor toelating om te bieden aanvullende vergoedingen of voorwaarden toepast, die vergoedingen en voorwaarden duidelijk omschreven, gemakkelijk te begrijpen en publiekelijk beschikbaar zijn op de website van de aanbieders van de diensten, waarnaar directe koppelingen moeten zijn opgenomen op de website van ICE, en waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen vergoedingen en voorwaarden die worden toegepast op personen die uitsluitend in de veilingen mogen bieden, indien deze beschikbaar zijn, en vergoedingen en voorwaarden die worden toegepast op personen die toelating hebben om te bieden in de veilingen en ook leden van of deelnemers aan de secundaire markt zijn.
    4.  Onverminderd andere rechtsmiddelen, voorziet ICE in de beschikbaarheid van de ICE Complaints Resolution Procedures voor klachten die kunnen rijzen in verband met door de beursleden van ICE of hun cliënten genomen besluiten tot het verlenen van toelating om op de veilingen te bieden, tot het weigeren van toelating om op de veilingen te bieden, of tot intrekking of opschorting van reeds verleende toelatingen om op de veilingen te bieden, zoals meer specifiek vermeld in punt 1, en alle dergelijke klachten zijn ten behoeve van de ICE Complaints Resolution Procedures ontvankelijke klachten. ►M8   ◄
    6.  ICE waarborgt onverkorte nakoming van de in deze bijlage opgenomen voorwaarde en verplichtingen voor zijn opneming.
    7.  Het Verenigd Koninkrijk stelt de Commissie in kennis van alle belangrijke wijzigingen in de bij de Commissie aangemelde contractuele regelingen met ICE.

    ▼M7

    Door Duitsland aangewezen veilingplatforms

    5

    Veilingplatform

    De European Energy Exchange AG (EEX)

     

    Rechtsgrondslag

    Artikel 30, lid 1

     

    Aanwijzingstermijn

    Ten vroegste vanaf 5 januari 2019 voor een periode van maximaal vijf jaar tot en met 4 januari 2024, onverminderd artikel 30, lid 5, tweede alinea.

     

    Voorwaarden

    Toelating tot de veilingen is niet afhankelijk van lidmaatschap van of deelname aan de door EEX georganiseerde secundaire markt of een andere door EEX of een derde partij beheerde handelslocatie.

     

    Verplichtingen

    1.  Binnen twee maanden na 5 januari 2019 legt EEX zijn exitstrategie aan Duitsland voor. De exitstrategie doet geen afbreuk aan de verplichtingen die op de EEX rusten zoals vastgelegd in de uit hoofde van artikel 26 met de Commissie en de lidstaten gesloten overeenkomst en aan de rechten van de Commissie en de betrokken lidstaten op grond van die overeenkomst.

    2.  Duitsland stelt de Commissie in kennis van alle belangrijke wijzigingen in de op 12 april 2018 bij de Commissie aangemelde relevante contractuele regelingen met EEX.

    ▼M8 —————



    ( 1 ) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

    ( 2 ) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

    ( 3 ) Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).

    ( 4 ) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

    ( 5 ) PB C 95 van 16.4.2008, blz. 1.

    ( 6 ) Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).

    ( 7 ) Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).

    ( 8 ) PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.

    ( 9 ) PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

    ( 10 ) Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (PB L 264 van 9.10.2015, blz. 1).

    ( 11 ) Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 26).

    ( 12 ) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

    ( 13 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie van 26 februari 2019 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de werking van het innovatiefonds (PB L 140 van 28.5.2019, blz. 6).

    ( 14 ) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

    ( 15 ) Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

    ( 16 ) Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

    ( 17 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590 van de Commissie van 28 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de melding van transacties aan de bevoegde autoriteiten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 449).

    Top