This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02010D0788-20180414
Council Decision 2010/788/CFSP of 20 December 2010 concerning restrictive measures against the Democratic Republic of the Congo and repealing Common Position 2008/369/CFSP
Consolidated text: Besluit 2010/788/GBVB van de Raad van 20 december 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/369/GBVB
Besluit 2010/788/GBVB van de Raad van 20 december 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/369/GBVB
02010D0788 — NL — 14.04.2018 — 015.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
BESLUIT 2010/788/GBVB VAN DE RAAD van 20 december 2010 (PB L 336 van 21.12.2010, blz. 30) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
UITVOERINGSBESLUIT 2011/699/GBVB VAN DE RAAD van 20 oktober 2011 |
L 276 |
50 |
21.10.2011 |
|
UITVOERINGSBESLUIT 2011/848/GBVB VAN DE RAAD van 16 december 2011 |
L 335 |
83 |
17.12.2011 |
|
L 352 |
50 |
21.12.2012 |
||
UITVOERINGSBESLUIT 2013/46/GBVB VAN DE RAAD van 22 januari 2013 |
L 20 |
65 |
23.1.2013 |
|
L 79 |
42 |
18.3.2014 |
||
UITVOERINGSBESLUIT 2014/862/GBVB VAN DE RAAD van 1 december 2014 |
L 346 |
36 |
2.12.2014 |
|
L 102 |
43 |
21.4.2015 |
||
L 193 |
108 |
19.7.2016 |
||
L 336I |
7 |
12.12.2016 |
||
UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/203 VAN DE RAAD van 6 februari 2017 |
L 32 |
22 |
7.2.2017 |
|
UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/399 VAN DE RAAD van 7 maart 2017 |
L 60 |
41 |
8.3.2017 |
|
UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/905 VAN DE RAAD van 29 mei 2017 |
L 138I |
6 |
29.5.2017 |
|
L 185 |
55 |
18.7.2017 |
||
L 328 |
19 |
12.12.2017 |
||
UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2018/202 VAN DE RAAD van 9 februari 2018 |
L 38 |
19 |
10.2.2018 |
|
UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2018/569 VAN DE RAAD van 12 april 2018 |
L 95 |
21 |
13.4.2018 |
BESLUIT 2010/788/GBVB VAN DE RAAD
van 20 december 2010
betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/369/GBVB
Artikel 1
1. De rechtstreekse of onrechtstreekse levering, verkoop of overdracht van wapens en alle soorten aanverwant materiaal, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor aan alle niet-gouvernementele entiteiten en personen die actief zijn op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo (DRC) door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten, of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of tot hun nationale luchtvaartmaatschappij behorende vliegtuigen, ongeacht de vraag of de goederen oorspronkelijk van het grondgebied van de lidstaten vandaan komen, is verboden.
2. Tevens is verboden:
a) de verstrekking, verkoop, levering en overdracht van technische bijstand, de tussenhandel en andere aan militaire activiteiten gerelateerde diensten, en de levering, de fabricage, het onderhoud en het gebruik van wapens en aanverwant materieel van enigerlei aard, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting, en onderdelen daarvoor, direct of indirect, aan alle niet-gouvernementele entiteiten en personen die actief zijn op het grondgebied van de DRC;
b) de verstrekking van financieringsmiddelen of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor elke verkoop, levering, overdracht en uitvoer van wapens en aanverwant materieel, en voor elke verstrekking, verkoop, levering en overdracht van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandel en andere diensten, direct of indirect, aan alle niet-gouvernementele entiteiten en personen die actief zijn op het grondgebied van de DRC.
Artikel 2
1. Artikel 1 is niet van toepassing op:
a) het leveren, verkopen of overdragen van wapens en aanverwant materieel en het verlenen van technische bijstand, financiering, tussenhandel en andere diensten die verband houden met wapens en aanverwant materieel uitsluitend bestemd ter ondersteuning van of voor gebruik door de Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo (MONUSCO);
b) het leveren, verkopen of overdragen van beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door VN-personeel, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar de DRC worden uitgevoerd;
c) de levering, verkoop of overdracht van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend voor humanitaire of beschermende doeleinden bestemd is, of de verstrekking van technische bijstand en opleidingen in verband met dergelijke niet-dodelijke uitrusting, mits dit vooraf aan het krachtens UNSCR 1533 (2004) ingestelde Sanctiecomité is medegedeeld;
d) het leveren, verkopen of overdragen van wapens en aanverwant materieel of het verstrekken van daarmee verband houdende financiële of technische bijstand of opleiding, uitsluitend bedoeld voor ondersteuning van of gebruik door de regionale taskforce van de Afrikaanse Unie;
e) andere verkoop en/of levering van wapens en aanverwant materieel, of de verstrekking van bijstand of personeel, mits vooraf door het Sanctiecomité goedgekeurd.
2. Het leveren, verkopen of overdragen van wapens en aanverwant materieel of het verstrekken van diensten of technische bijstand en opleiding als vermeld in lid 1, is onderworpen aan een door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vooraf te verlenen vergunning.
3. De lidstaten stellen het krachtens UNSCR 1533 (2004) ingestelde Sanctiecomité vooraf in kennis van elke zending van wapens en aanverwant materieel naar de DRC en van elke verlening van technische bijstand, financiering, tussenhandel en andere diensten in verband met militaire activiteiten in de DRC die afwijkt van de in lid 1, onder a) en b), genoemde. Die kennisgevingen omvatten alle relevante gegevens, waaronder, indien van toepassing, de eindgebruiker, de voorgenomen leveringsdatum en de route van de zending.
4. De lidstaten nemen de onder lid 1 bedoelde leveringen per geval in overweging met volledige inachtneming van de criteria in Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie ( 1 ). De lidstaten eisen toereikende waarborgen tegen misbruik van de krachtens lid 2 verleende vergunningen en treffen zo nodig maatregelen voor het terughalen van de geleverde wapens en aanverwant materieel.
Artikel 3
1. De in artikel 4, lid 1, en artikel 5, leden 1 en 2, voorziene beperkende maatregelen worden opgelegd aan personen en entiteiten die door het Sanctiecomité zijn aangewezen als betrokken bij of steun verlenend aan handelingen die de vrede, stabiliteit of veiligheid van de DRC ondermijnen. Dergelijke handelingen omvatten:
a) het schenden van het wapenembargo en de aanverwante maatregelen als genoemd in artikel 1;
b) actief zijn als politieke en militaire leiders van buitenlandse gewapende groeperingen die in de DRC opereren en de ontwapening en de vrijwillige repatriëring of hervestiging van tot deze groepen behorende strijders belemmeren;
c) actief zijn als politieke en militaire leiders van Congolese milities, waaronder degenen die steun van buiten de DRC ontvangen, die de deelneming van hun strijders aan het ontwapenings-, demobilisatie- en re-integratieproces belemmeren;
d) het in strijd met het vigerende internationale recht rekruteren of gebruiken van kinderen in gewapende conflicten in de DRC;
e) betrokkenheid bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen in de DRC die inhouden dat mensenrechten worden misbruikt of geschonden of, naargelang het geval, het internationale humanitaire recht wordt geschonden, daaronder begrepen handelingen gericht tegen burgers, onder meer met het oog op doding of verminking, verkrachting en ander seksueel geweld, ontvoering of gedwongen verplaatsing, en aanvallen op scholen en ziekenhuizen;
f) het belemmeren van de toegang tot of de verdeling van humanitaire hulp in de DRC;
g) het steunen van personen of entiteiten, waaronder gewapende groeperingen of criminele netwerken, die betrokken zijn bij destabiliserende activiteiten in de DRC via illegale exploitatie van of handel in natuurlijke bronnen, zoals goud of wilde dieren of van wilde dieren afkomstige producten;
h) het handelen namens of onder leiding van een op een lijst geplaatste persoon of entiteit, dan wel namens of onder leiding van een entiteit die eigendom is van of onder zeggenschap staat van een aangewezen persoon of entiteit;
i) het plannen, aansturen of steunen van aanvallen tegen vredeshandhavers van MONUSCO of personeel van de Verenigde Naties, met inbegrip van leden van de Groep deskundigen, of aan die aanvallen deelnemen;
j) het verlenen van financiële, materiële of technologische steun voor of het verstrekken van goederen of diensten aan een aangewezen persoon of entiteit.
De onder dit lid vallende betrokken personen en entiteiten staan op de lijst in bijlage I.
2. De in artikel 4, lid 1, en artikel 5, leden 1 en 2, genoemde beperkende maatregelen worden opgelegd aan personen en entiteiten die:
a) een breed gedragen en vreedzame oplossing voor verkiezingen in de DRC belemmeren, onder meer door daden van geweld, onderdrukking of aanzetten tot geweld, of door ondermijning van de rechtsstaat;
b) betrokken zijn bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen of misbruik van de mensenrechten in de DRC inhouden;
c) banden hebben met de onder a) en b) bedoelde personen en entiteiten;
op de lijst in bijlage II.
Artikel 4
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied van de in artikel 3 bedoelde personen te beletten.
2. Lid 1 verplicht lidstaten niet de binnenkomst op hun grondgebied van eigen onderdanen te weigeren.
3. Met betrekking tot in artikel 3, lid 1, bedoelde personen is lid 1 van dit artikel niet van toepassing:
a) wanneer het Sanctiecomité vooraf en per geval bepaalt dat de binnenkomst of doorreis op humanitaire gronden, die ook een geloofsplicht kunnen inhouden, gewettigd is;
b) wanneer het Sanctiecomité concludeert dat een ontheffing zou bijdragen aan de doelstellingen van de betrokken resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, te weten vrede en nationale verzoening in de DRC en stabiliteit in de regio;
c) wanneer het Sanctiecomité vooraf en per geval toestemming geeft voor de doorreis van personen die terugkeren naar het grondgebied van de staat waarvan zij onderdaan zijn of die deelnemen aan inspanningen om plegers van ernstige schendingen van de mensenrechten of het internationale humanitaire recht voor de rechter te brengen, of
d) wanneer binnenkomst of doorreis noodzakelijk is in verband met een gerechtelijk proces.
In de gevallen waarin een lidstaat krachtens dit lid machtiging verleent tot binnenkomst in of doorreis via zijn grondgebied van door het Sanctiecomité aangewezen personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de personen waarop zij betrekking heeft.
4. Met betrekking tot in artikel 3, lid 2, bedoelde personen laat lid 1 van dit artikel de gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:
a) als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;
b) als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties;
c) krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent, of
d) krachtens het Concordaat van 1929 (Verdrag van Lateranen) dat tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië werd gesloten.
5. Lid 4 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).
6. Wanneer een lidstaat een ontheffing verleent krachtens lid 4 of lid 5, dan informeert hij de Raad daaromtrent naar behoren.
7. Met betrekking tot in artikel 3, lid 2, bedoelde personen kunnen de lidstaten ontheffingen van de krachtens lid 1 van dit artikel opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om intergouvernementele vergaderingen, door de Europese Unie geïnitieerde vergaderingen, vergaderingen waarvoor de Unie als gastheer optreedt of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, bij te wonen waar een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de beleidsdoelstellingen van de beperkende maatregelen, waaronder de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat, in de DRC rechtstreeks worden bevorderd.
8. Een lidstaat die de in lid 7 bedoelde ontheffing wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De ontheffing wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij een of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde ontheffing schriftelijk bezwaar maken bij de Raad. Indien een of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad, met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen, besluiten de voorgestelde ontheffing te verlenen.
9. Wanneer een lidstaat krachtens lid 4, 5, 6, 7 of 8 machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de op de lijst in bijlage II geplaatste personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor ze is verleend en alleen voor de rechtstreeks daarbij betrokken personen.
Artikel 5
1. Alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die rechtstreeks of onrechtstreeks in bezit zijn of onder zeggenschap staan van de in artikel 3 bedoelde personen of entiteiten, of die worden gehouden door entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap rechtstreeks of onrechtstreeks berust bij die personen of entiteiten, dan wel bij personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen, als genoemd in de bijlagen I en II, worden bevroren.
2. Tegoeden, andere financiële activa of economische middelen worden rechtstreeks noch onrechtstreeks aan of ten behoeve van de in lid 1 bedoelde personen of entiteiten ter beschikking gesteld.
3. Met betrekking tot in artikel 3, lid 1, bedoelde personen en entiteiten mogen lidstaten ontheffingen van de in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen toestaan voor tegoeden of andere financiële activa en economische middelen die:
a) noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;
b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;
c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten, overeenkomstig het nationaal recht, voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of andere financiële activa en economische middelen;
d) noodzakelijk zijn ter dekking van uitzonderlijke uitgaven, na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité en goedkeuring door dit comité, of
e) het voorwerp zijn van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht of uitspraak; in dat geval kunnen de tegoeden, andere financiële activa en economische middelen worden gebruikt om het retentierecht uit te oefenen of de uitspraak ten uitvoer te leggen mits het retentierecht of de uitspraak vóór de aanwijzing van de betrokken persoon of entiteit door het Sanctiecomité is ingegaan, respectievelijk is gedaan, en niet ten goede komt aan een in artikel 3 genoemde persoon of entiteit, een en ander na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité.
4. De in lid 3, onder a), b) en c), bedoelde ontheffingen kunnen worden verleend na kennisgeving aan het Sanctiecomité door de betrokken lidstaat van zijn voornemen om, waar van toepassing, toestemming te verlenen voor de toegang tot dergelijke tegoeden, andere financiële activa en economische middelen en bij uitblijven van een negatief besluit van het Sanctiecomité binnen vier werkdagen na deze kennisgeving.
5. Met betrekking tot in artikel 3, lid 2, bedoelde personen en entiteiten kan de bevoegde autoriteit van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend acht, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen nadat zij heeft vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:
a) noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van personen en entiteiten en de afhankelijke gezinsleden van deze natuurlijke personen, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;
b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van kosten in verband met de verlening van juridische diensten;
c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het louter houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen, of
d) noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit, ten minste twee weken voor zij de toestemming geeft, de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis heeft gesteld van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.
6. In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen voor op de lijst in bijlage II geplaatste personen en entiteiten indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een scheidsrechterlijke beslissing die is gegeven vóór de datum waarop de persoon of entiteit op de lijst in bijlage II is geplaatst, dan wel van een vóór of na die datum in de Unie gegeven rechterlijke of administratieve beslissing of in de betrokken lidstaat uitvoerbare rechterlijke beslissing;
b) de tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die bij een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de rechten van de houders van dergelijke vorderingen;
c) de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijst in bijlage I of II geplaatste persoon of entiteit, en
d) de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.
7. Ten aanzien van op de lijst in bijlage II geplaatste personen en entiteiten kunnen er ook uitzonderingen worden gemaakt voor tegoeden en economische middelen die noodzakelijk zijn voor humanitaire doeleinden, zoals de verlening of het vergemakkelijken van de verlening van hulp, met inbegrip van medicijnen en levensmiddelen, of de overbrenging van humanitaire werkers en daarmee verband houdende hulp, of voor evacuatie uit de DRC.
8. De leden 1 en 2 beletten een op de lijst in bijlage II geplaatste persoon of entiteit niet betalingen te verrichten uit hoofde van een overeenkomst die is gesloten vóór de datum waarop de persoon of entiteit op die lijst werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een op de lijst in bijlage I of II geplaatste persoon of entiteit.
9. Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:
a) rente of andere inkomsten op die rekeningen;
b) betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan vóór de datum waarop beperkende maatregelen op de betrokken rekeningen van toepassing werden, of
c) in artikel 3, lid 2, bedoelde betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van een gerechtelijke, administratieve of scheidsrechterlijke beslissing die in de Unie is gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is,
mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder lid 1 blijven vallen.
Artikel 6
1. De Raad wijzigt de lijst in bijlage I op basis van de vaststellingen van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité.
2. Op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid stelt de Raad de lijst in bijlage II vast en past hij deze aan.
Artikel 7
1. Wanneer de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité een persoon of entiteit op de lijst plaatst, neemt de Raad die persoon of entiteit op in bijlage I. De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de betrokken persoon of entiteit daarover opmerkingen kan indienen.
2. De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit in kennis van het in artikel 6, lid 2, bedoelde besluit en de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de betrokken persoon of entiteit daarover opmerkingen kan indienen.
3. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon of entiteit daarvan op de hoogte.
Artikel 8
1. Bijlage I vermeldt de door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité opgegeven redenen waarom personen of entiteiten op de lijst zijn geplaatst.
2. Bijlage I bevat tevens, wanneer beschikbaar, door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité verstrekte informatie die nodig is om de betrokken personen of entiteiten te kunnen identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten. Bijlage I bevat tevens de datum van aanwijzing door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of door het Sanctiecomité.
3. Bijlage II vermeldt de redenen waarom de daarin opgenomen betrokken personen en entiteiten op de lijst zijn geplaatst.
4. Bijlage II bevat ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken personen of entiteiten. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.
Artikel 9
1. Dit besluit wordt zo nodig herzien, gewijzigd of ingetrokken, met name in het licht van de toepasselijke besluiten van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
2. De in artikel 3, lid 2, bedoelde maatregelen zijn van toepassing tot en met 12 december 2018. Zij worden zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.
Artikel 10
Gemeenschappelijk Standpunt 2008/369/GBVB wordt ingetrokken.
Artikel 11
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
BIJLAGE I
a) Lijst van personen als bedoeld in artikel 3, lid 1
1. Eric BADEGE
Geboortedatum: 1971.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31 december 2012.
Adres: Rwanda (sinds begin 2016).
Andere informatie: Hij is in maart 2013 naar Rwanda gevlucht en verbleef daar begin 2016 nog steeds. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5272441
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Eric Badege was luitenant-kolonel en een contactpunt voor M23 in Masisi en voerde het bevel over bepaalde operaties die delen van het Masisigebied in de provincie Noord-Kivu destabiliseerden. Als militair bevelhebber van M23 was Badege verantwoordelijk voor ernstige schendingen waarbij vrouwen en kinderen het doelwit waren in gewapende conflicten. Na mei 2012 hebben de Raia Mutomboki tijdens gecoördineerde aanslagen onder het bevel van M23 honderden burgers gedood. Badege heeft in augustus 2012 gezamenlijke aanslagen gepleegd waarbij burgers willekeurig zijn vermoord. Deze aanslagen waren gezamenlijk georganiseerd door Badege en kolonel Makoma Semivumbi Jacques. Voormalige M23-strijders beweerden dat leiders van M23 standrechtelijk tientallen kinderen hebben geëxecuteerd die poogden te ontsnappen nadat zij door M23 als kindsoldaten waren gerekruteerd.
Volgens een rapport van Human Rights Watch (HRW) van 11 september 2012 heeft een Rwandese man van 18, die na een gedwongen rekrutering in Rwanda was ontsnapt, HRW meegedeeld dat hij getuige is geweest van de executie van een 16-jarige jongen van zijn eenheid bij M23 die in juni had geprobeerd te vluchten. De jongen werd gevangengenomen en voor de ogen van andere rekruten doodgeslagen door strijders van M23. Een bevelhebber van M23 die deze moordpartij had bevolen, zou als verklaring voor deze moord de overige rekruten gezegd hebben dat „hij ons in de steek wilde laten”. Het rapport maakt ook melding van getuigen die beweren dat ten minste 33 nieuwe rekruten en andere M23-strijders bij een ontsnappingspoging standrechtelijk zouden zijn geëxecuteerd. Sommigen werden vastgebonden en voor de ogen van andere rekruten doodgeschoten, als voorbeeld van de straf die hen mogelijk te wachten stond. Een jonge rekruut vertelde HRW het volgende: „toen we bij M23 waren, werd ons gezegd [dat we de keuze hadden] en dat we bij hen konden blijven of sterven. Velen probeerden te ontsnappen. Sommigen werden gepakt, en werden onmiddellijk gedood”.
Badege vluchtte in maart 2013 naar Rwanda en verbleef daar begin 2016 nog steeds.
2. Frank Kakolele BWAMBALE
(ook bekend als: a) Frank Kakorere b) Frank Kakorere Bwambale c) Aigle blanc)
Hoedanigheid: Generaal bij de FARDC.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Adres: Kinshasa, Democratische Republiek Congo (sinds juni 2016).
Andere informatie: Heeft het CNDP in januari 2008 verlaten. Verblijft sinds juni 2011 in Kinshasa. Sinds 2010 is generaal Kakolele betrokken bij activiteiten die blijkbaar pasten in het „Programme de Stabilisation et Reconstruction des Zones Sortant des Conflits Armés” (STAREC) van de regering van de DRC, inclusief deelname aan een missie vanuit dit STAREC naar Goma en Beni in maart 2011. De autoriteiten van de DRC hebben hem in december 2013 in Beni, Noord-Kivu, gearresteerd omdat hij het ontwapenings-, demobilisatie- en reïntegratieproces (DDR) zou blokkeren. Hij heeft de DRC verlaten en heeft enige tijd in Kenia gewoond. Nadien heeft de regering van de DRC hem teruggeroepen om haar te helpen met de situatie in het Benigebied. In oktober 2015 is hij in de streek van Mambasa aangehouden omdat hij een Mai Mai-groepering zou hebben gesteund, maar hij werd niet vervolgd en verbleef in juni 2016 in Kinshasa. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5776078
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Frank Kakolele Bwambale had de leiding over de RCD-ML, had invloed op het beleid van deze organisatie en voerde het commando over en controleerde de activiteiten van de strijdkrachten van de RCD-ML, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities die betrokken zijn bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Hij heeft het CNDP in januari 2008 verlaten. Sinds 2010 is Kakolele betrokken bij activiteiten die blijkbaar pasten in het „Programme de Stabilisation et Reconstruction des Zones Sortant des Conflits Armés” (STAREC) van de regering van de DRC, inclusief deelname aan een missie vanuit dit STAREC naar Goma en Beni in maart 2011.
Hij heeft de DRC verlaten en heeft enige tijd in Kenia gewoond; nadien heeft de regering van de DRC hem teruggeroepen om haar te helpen met de situatie in het Benigebied. In oktober 2015 is hij in de streek van Mambasa aangehouden omdat hij een Mai Mai-groepering zou hebben gesteund, maar hij werd niet vervolgd. Kakolele verbleef sinds juni 2016 in Kinshasa.
3. Gaston IYAMUREMYE
(ook bekend als: a) Byiringiro Victor Rumuli, b) Victor Rumuri, c) Michel Byiringiro, d) Rumuli)
Hoedanigheid: a) interimvoorzitter van de FDLR, b) eerste vicevoorzitter van de FDLR-FOCA; c) generaal-majoor van de FDLR-FOCA.
Adres: provincie Noord-Kivu, Democratische Republiek Congo (sinds juni 2016).
Geboortedatum: 1948.
Geboorteplaats: a) district Musanze, provincie Nord, Rwanda, b) Ruhengeri, Rwanda.
Nationaliteit: Rwanda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 december 2010.
Andere informatie: Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5272456
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Gaston Iyamuremye is de eerste vicevoorzitter van de FDLR, alsmede de interimvoorzitter. Ook heeft hij de rang van generaal-majoor in de militaire vleugel van de FDLR, namelijk de FOCA. Sinds juni 2016 bevindt Iyamuremye zich in de provincie Noord-Kivu van de Democratische Republiek Congo.
4. Innocent KAINA
(ook bekend als: a) Colonel Innocent Kaina, b) India Queen)
Hoedanigheid: voormalig plaatsvervangend bevelhebber van M23.
Adres: Uganda (sinds begin 2016).
Geboortedatum: november 1973.
Geboorteplaats: Bunagana, gebied Rutshuru, Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 30 november 2012.
Andere informatie: werd plaatsvervangend bevelhebber van M23 nadat de factie van Bosco Taganda in maart 2013 naar Rwanda was gevlucht. In november 2013 naar Uganda gevlucht. Verbleef begin 2016 in Uganda. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5776081
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Innocent Kaina was sectorcommandant en later plaatsvervangend bevelhebber in de Mouvement du 23 Mars (M23). Hij was verantwoordelijk voor ernstige schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten en beging zelf ook schendingen. Kaina werd in juli 2007 door het militair tribunaal van het garnizoen Kinshasa schuldig bevonden aan misdrijven tegen de menselijkheid, begaan in het district Ituri tussen mei 2003 en december 2005. Hij werd in 2009 vrijgelaten als onderdeel van het vredesakkoord tussen de Congolese regering en het CNDP. Als lid van de FARDC heeft hij zich in 2009 schuldig gemaakt aan executies, ontvoeringen en verminkingen in het Masisigebied. Als commandant onder het bevel van generaal Taganda heeft hij de aanzet gegeven tot de muiterij van de voormalige leden van de CNDP in het Rutshurugebied in april 2012. Hij zorgde ervoor dat de muiters veilig uit het Masisigebied konden ontkomen. Tussen mei en augustus 2012 zag hij toe op de rekrutering en de opleiding van meer dan 150 kinderen voor M23, en schoot hij de jongens die hadden geprobeerd te ontsnappen dood. In juli 2012 reisde hij naar Berunda en Degho met het oog op mobilisatie- en rekruteringsactiviteiten voor M23. Kaina is in november 2013 naar Uganda gevlucht en verbleef daar begin 2016 nog steeds.
5. Jérôme KAKWAVU BUKANDE
(ook bekend als: a) Jérôme Kakwavu, b) Commandant Jérôme)
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Heeft sinds december 2004 de rang van generaal bij de FARDC. Sinds juni 2011 in hechtenis in de Makalagevangenis in Kinshasa. Op 25 maart 2011 is tegen de heer Kakwavu een proces geopend voor het hoge militaire gerechtshof te Kinshasa wegens oorlogsmisdaden. In november 2014 door een militaire rechtbank van de DRC veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf wegens verkrachting, moord en foltering. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5776083
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Voormalig voorzitter van de UCD/FAPC. De FAPC beheerst illegale grensovergangen tussen Uganda en de DRC — een belangrijke transitroute voor wapenhandel. Als voorzitter van de FAPC had hij invloed op het beleid van die organisatie en voerde hij het commando over, en controleerde hij de activiteiten van, de strijdkrachten van de FAPC, die betrokken waren bij wapensmokkel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen in Ituri in 2002. Hij is een van de vijf hoge officieren van de FARDC die werden beschuldigd van ernstige misdrijven met seksueel geweld en wier dossiers door de Veiligheidsraad bij zijn bezoek in 2009 onder de aandacht van de regering zijn gebracht. Heeft sinds december 2004 de rang van generaal bij de FARDC. Sinds juni 2011 in hechtenis in de Makalagevangenis in Kinshasa. Op 25 maart 2011 is tegen de heer Kakwavu een proces geopend voor het hoge militaire gerechtshof te Kinshasa wegens oorlogsmisdaden.
6. Germain KATANGA
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Geboortedatum: 28 april 1978.
Geboorteplaats: Mambasa, provincie Ituri, Democratische Republiek Congo.
Adres: Democratische Republiek Congo (in de gevangenis).
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: In december 2004 benoemd tot generaal bij de FARDC. Op 18 oktober 2007 door de regering van de DRC overgeleverd aan het Internationaal Strafhof. Aanvankelijk werd hij op 23 mei 2014 door het ICC veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, maar de kamer van beroep van het ICC verminderde zijn straf en bepaalde dat deze op 18 januari 2016 ten einde moest lopen. Hoewel hij tijdens zijn proces in Nederland vastzat, werd Katanga naar een gevangenis in de DRC overgebracht in december 2015 en vervolgd voor andere, eerder in Ituri gepleegde misdaden. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5776116
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Germain Katanga was de bevelhebber van de FRPI. Hij was betrokken bij wapenhandel en schond bijgevolg het wapenembargo. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen in Ituri van 2002 tot en met 2003. In december 2004 werd hij benoemd tot generaal bij de FARDC. Op 18 oktober 2007 werd hij door de regering van de DRC overgeleverd aan het Internationaal Strafhof. Aanvankelijk werd hij op 23 mei 2014 door het ICC veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, maar de kamer van beroep van het ICC verminderde zijn straf en bepaalde dat deze op 18 januari 2016 ten einde moest lopen. Hoewel hij tijdens zijn proces in Nederland vastzat, werd Katanga naar een gevangenis in de DRC overgebracht in december 2015 en vervolgd voor eerder in Ituri gepleegde misdaden.
7. Thomas LUBANGA
Geboorteplaats: Ituri, Democratische Republiek Congo.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Adres: Democratische Republiek Congo (in de gevangenis).
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: In maart 2005 gearresteerd in Kinshasa in verband met de betrokkenheid van de UPC/L bij mensenrechtenschendingen. Op 17 maart 2006 aan het ICC overgedragen. In maart 2012 door het ICC schuldig bevonden en veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf. Op 1 december 2014 hebben de raadsheren van het ICC de veroordeling van en de straf tegen Lubanga bevestigd. Op 19 december 2015 naar een gevangenis in de DRC overgebracht om zijn gevangenisstraf uit te zitten. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5776117
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Thomas Lubanga was de voorzitter van de UPC/L, een van de in punt 20 van resolutie 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities die betrokken zijn bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen in Ituri van 2002 tot en met 2003. Hij is in maart 2005 in Kinshasa aangehouden op verdenking van betrokkenheid van de UPC/L bij mensenrechtenschendingen en op 17 maart 2006 door de autoriteiten van de DRC overgedragen aan het ICC. In maart 2012 is hij door het ICC schuldig bevonden en veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf. Op 1 december 2014 hebben de raadsheren van het ICC de veroordeling en het vonnis bevestigd. Hij is op 19 december 2015 naar een gevangenis in de DRC overgebracht om zijn gevangenisstraf uit te zitten.
8. Sultani MAKENGA
(ook bekend als: a) Makenga, Colonel Sultani, b) Makenga, Emmanuel Sultani)
Geboortedatum: 25 december 1973.
Geboorteplaats: Rutshuru, Democratische Republiek Congo.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 12 november 2012.
Andere informatie: Een militair leider van de groepering „Mouvement du 23 mars (M23)” die in de Democratische Republiek Congo opereert. Sinds eind 2014 in Uganda. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5272833
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Sultani Makenga is een militair leider van de groepering „Mouvement du 23 mars (M23)” die in de Democratische Republiek Congo (DRC) opereert. Als leider van M23 (ook bekend als het Congolese revolutionaire leger) heeft Sultani Makenga ernstige schendingen van het internationale recht begaan en is hij verantwoordelijk voor dergelijke schendingen, waarbij kinderen en vrouwen het doelwit zijn in gewapende conflicten, worden gedood en verminkt, en het slachtoffer zijn van seksueel geweld, ontvoering en gedwongen verplaatsing. Hij is tevens verantwoordelijk voor schendingen van het internationaal recht in verband met activiteiten van M23 waarbij kinderen worden gerekruteerd of gebruikt in gewapende conflicten in de DRC. M23 heeft onder het bevel van Sultani Makenga op grote schaal wreedheden begaan tegen de burgerbevolking van de DRC. Volgens getuigenissen en rapporten hebben de militanten die onder het bevel van Sultani Makenga opereerden, in het gehele Rutshurugebied vrouwen en kinderen (sommigen slechts 8 jaar oud) verkracht als onderdeel van een strategie om de controle over het Rutshurugebied te consolideren. Onder het bevel van Makenga heeft M23 grootschalige campagnes van gedwongen rekrutering van kinderen in de DRC en in de regio gevoerd, en werden talloze kinderen gedood, verminkt of gewond. Vele van de onder dwang gerekruteerde kinderen waren jonger dan 15 jaar. Makenga zou voorts wapens en aanverwant materiaal hebben ontvangen, wat in strijd is met de maatregelen van de DRC ter handhaving van het wapenembargo, onder meer nationale ordonnanties inzake de invoer en het bezit van wapens en aanverwant materiaal. Bij Makenga's acties als leider van M23 werden onder meer ernstige schendingen van het internationaal recht en wreedheden tegen de burgerbevolking van de DRC begaan, en werd de situatie van onveiligheid, ontheemding en conflict in de regio nog verergerd. Een militair leider van de groepering „Mouvement du 23 mars (M23)” die in de Democratische Republiek Congo opereert.
9. Khawa Panga MANDRO
(ook bekend als: a) Kawa Panga, b) Kawa Panga Mandro, c) Kawa Mandro, d) Yves Andoul Karim, e) Mandro Panga Kahwa, f) Yves Khawa Panga Mandro, g) Chief Kahwa, h) Kawa)
Geboortedatum: 20 augustus 1973.
Geboorteplaats: Bunia, Democratische Republiek Congo.
Adres: Uganda (sinds mei 2016).
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Gevangen te Bunia sinds april 2005 wegens sabotage van het vredesproces van Ituri. Is in oktober 2005 aangehouden door de Congolese autoriteiten, vrijgesproken door het Hof van Beroep in Kisangani, vervolgens overgedragen aan de gerechtelijke autoriteiten in Kinshasa vanwege een nieuwe aanklacht wegens misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden, moord, gekwalificeerde slagen en verwondingen. In augustus 2014 heeft een militaire rechtbank van de DRC in Kisangani hem veroordeeld wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, en hem veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf en tot betaling van ongeveer 85 000 dollar aan zijn slachtoffers. Hij heeft zijn straf uitgezeten en verblijft sinds mei 2016 in Uganda. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5272933
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Kawa Panga Mandro was de voorzitter van de PUSIC, een van de in punt 20 van resolutie 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities die betrokken zijn bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen van 2001 tot en met 2002. Hij werd in april 2005 gevangengezet in Bunia wegens sabotage van het vredesproces van Ituri. Hij is in oktober 2005 aangehouden door de Congolese autoriteiten, vrijgesproken door het Hof van Beroep in Kisangani, vervolgens overgedragen aan de gerechtelijke autoriteiten in Kinshasa vanwege een nieuwe aanklacht wegens misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden, moord, gekwalificeerde slagen en verwondingen. In augustus 2014 heeft een militaire rechtbank van de DRC in Kisangani hem veroordeeld wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, en hem veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf en tot betaling van ongeveer 85 000 dollar aan zijn slachtoffers. Hij heeft zijn straf uitgezeten en verbleef in mei 2016 in Uganda.
10. Callixte MBARUSHIMANA
Hoedanigheid: uitvoerend secretaris van de FDLR.
Geboortedatum: 24 juli 1963.
Geboorteplaats: Ndusu/Ruhengeri, provincie Nord, Rwanda.
Nationaliteit: Rwanda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 3 maart 2009.
Andere informatie: Gearresteerd te Parijs op 3 oktober 2010 krachtens een arrestatiebevel van het ICC wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid begaan door troepen van de FDLR in de Kivuprovincies in 2009. Op 25 januari 2011 overgebracht naar Den Haag en eind 2011 door het ICC vrijgelaten. Op 29 november 2014 voor een termijn van vijf jaar verkozen tot uitvoerend secretaris van de FDLR. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5224649
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Callixte Mbarushimana was tot zijn aanhouding uitvoerend secretaris van de FDLR en vicevoorzitter van het militaire opperbevel van de FDLR. Als politiek/militair aanvoerder van een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de Democratische Republiek Congo, heeft hij de ontwapening en de vrijwillige repatriëring en hervestiging van strijders belemmerd, in strijd met punt 4, onder b) van het dispositief van Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad. Hij is op 3 oktober 2010 in Parijs gearresteerd krachtens een arrestatiebevel van het ICC wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid begaan door troepen van de FDLR in de Kivuprovincies in 2009. Hij is op 25 januari 2011 overgebracht naar Den Haag, maar eind 2011 vrijgelaten. Hij is op 29 november 2014 opnieuw voor een termijn van vijf jaar verkozen tot uitvoerend secretaris van de FDLR.
11. Iruta Douglas MPAMO
(ook bekend als: a) Doulas Iruta Mpamo, b) Mpano)
Adres: Gisenyi, Rwanda (sinds juni 2011).
Geboortedatum: a) 28 december 1965, b) 29 december 1965.
Geboorteplaats: a) Bashali, Masisi, Democratische Republiek Congo, b) Goma, Democratische Republiek Congo, c) Uvira, Democratische Republiek Congo.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Geen beroepsactiviteit bekend sinds het neerstorten van twee van de door de Great Lakes Business Company (GLBC) beheerde vliegtuigen. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5272813
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Eigenaar/manager van de „Compagnie Aérienne des Grands Lacs” en van de „Great Lakes Business Company”, waarvan vliegtuigen zijn gebruikt om bijstand te verlenen aan gewapende groepen en milities die in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) worden genoemd. Tevens verantwoordelijk voor het verdoezelen van vlucht- en ladinggegevens, blijkbaar met de bedoeling het omzeilen van het wapenembargo mogelijk te maken. Geen beroepsactiviteit bekend sinds het neerstorten van twee van de door de Great Lakes Business Company (GLBC) beheerde vliegtuigen.
12. Sylvestre MUDACUMURA
(ook bekend als: a) Mupenzi Bernard, b) Generaal-majoor Mupenzi, c) Generaal Mudacumura, d) Farao, e) Radja)
Hoedanigheid: a) bevelhebber van de FDLR-FOCA, b) luitenant-generaal van de FDLR-FOCA.
Geboortedatum: 1954.
Geboorteplaats: Cellule Ferege, sector Gatumba, gemeente Kibilira, prefectuur Gisenyi, Rwanda.
Adres: provincie Noord-Kivu, Democratische Republiek Congo (sinds juni 2016).
Nationaliteit: Rwandese.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Het Internationaal Strafhof heeft op 12 juli 2012 een aanhoudingsbevel tegen Mudacumura uitgevaardigd voor negen aanklachten wegens oorlogsmisdaden, onder meer aanvallen tegen de burgerbevolking, moord, verminking, wrede behandeling, verkrachting, foltering, vernietiging van eigendom, plundering en aanslagen op de menselijke waardigheid, die zouden zijn begaan tussen 2009 en 2010 in de DRC.
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst die door het Sanctiecomité is verstrekt:
Sylvestre Mudacumura is de bevelhebber van de FOCA, de gewapende arm van de FDLR, en heeft invloed op het beleid en voert nog steeds het commando over en controleert de activiteiten van de strijdkrachten van de FDLR, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities die betrokken zijn bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Mudacumura (of een lid van zijn staf) voerde telefoongesprekken met FDLR-leider Murwanashyaka in Duitsland, onder meer op het tijdstip van het bloedbad in Busurungi in mei 2009, en met militair commandant majoor Guillaume tijdens de operaties Umoja Wetu en Kimia II in 2009. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor 27 gevallen van rekrutering en inzet van kinderen door troepen onder zijn bevel in Noord-Kivu van 2002 tot en met 2007. Mudacumura was medio 2016 nog steeds de opperbevelhebber van de gewapende arm van de FDLR met de rang van luitenant-generaal en bevond zich in de provincie Noord-Kivu in de Democratische Republiek Congo.
13. Leodomir MUGARAGU
(ook bekend als: a) Manzi Leon, b) Leo Manzi)
Adres: FDLR-hoofdkwartier in het Kikoma-woud, bij Bogoyi, Walikale, Noord-Kivu, Democratische Republiek Congo (sinds juni 2011).
Geboortedatum: a) 1954, b) 1953.
Geboorteplaats: a) Kigali, Rwanda, b) Rushashi, provincie Nord, Rwanda.
Nationaliteit: Rwanda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 december 2010.
Andere informatie: Chef-staf van het FDLR-FOCA, belast met administratieve aangelegenheden. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5270747
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Volgens inlichtingen uit open bronnen en officiële rapporten is Leodomir Mugaragu chef-staf van de Forces Combattantes Abucunguzi/Combatant Force for the Liberation of Rwanda (FOCA), de gewapende vleugel van de FDLR. Volgens officiële rapporten is Mugaragu een belangrijk strateeg voor de militaire operaties van de FDLR in het oosten van de DRC. Chef-staf van het FDLR-FOCA, belast met administratieve aangelegenheden.
14. Leopold MUJYAMBERE
(ook bekend als: a) Musenyeri b) Achille c) Frere Petrus Ibrahim)
Hoedanigheid: a) chef-staf van de FDLR-FOCA, b) tijdelijk plaatsvervangend bevelhebber van de FDLR-FOCA.
Adres: Kinshasa, Democratische Republiek Congo (sinds juni 2016).
Geboortedatum: a) 17 maart 1962, b) rond 1966.
Geboorteplaats: Kigali, Rwanda.
Nationaliteit: Rwanda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 3 maart 2009.
Andere informatie: Werd in 2014 dienstdoend plaatsvervangend bevelhebber van de FDLR-FOCA. Begin mei 2016 in Goma (DRC) gevangengenomen door Congolese veiligheidsdiensten en naar Kinshasa overgebracht. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5224709
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Leopold Mujyambere was commandant van de tweede divisie van de FOCA, de gewapende arm van de FDLR. Als militair aanvoerder van een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de Democratische Republiek Congo, belemmerde hij de ontwapening en de vrijwillige repatriëring en hervestiging van strijders, in strijd met punt 4, onder b), van het dispositief van Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad. Uit bewijsmateriaal dat werd bijeengebracht door de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad en dat werd opgenomen in haar rapport van 13 februari 2008, blijkt dat uit handen van het FDLR-FOCA bevrijde meisjes waren ontvoerd en seksueel misbruikt. Het FDLR-FOCA, dat voorheen jongens van vijftien tot twintig jaar rekruteerde, rekruteert sinds medio 2007 met geweld jongeren vanaf tien jaar. De jongste kinderen worden dan ingezet als escorte en oudere kinderen als frontsoldaten, in strijd met punt 4, onder d) en e), van het dispositief van Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad.
In juni 2011 was hij de FOCA-commandant van de operationele sector Zuid-Kivu, destijds „Amazon” genoemd. Later tot chef-staf van de FOCA bevorderd, en in 2014 tot dienstdoend plaatsvervangend bevelhebber. Begin mei 2016 in Goma (DRC) gevangengenomen door Congolese veiligheidsdiensten en naar Kinshasa overgebracht.
15. Jamil MUKULU
(ook bekend als: a) Steven Alirabaki, b) David Kyagulanyi, c) Musezi Talengelanimiro, d) Mzee Tutu, e) Abdullah Junjuaka, f) Alilabaki Kyagulanyi, g) Hussein Muhammad, h) Nicolas Luumu, i) Julius Elius Mashauri, j) David Amos Mazengo, k) Professor Musharaf, l) Talengelanimiro)
Hoedanigheid: a) hoofd van de Geallieerde democratische strijdkrachten (ADF), b) commandant van de Geallieerde democratische strijdkrachten.
Adres: naar verluidt in de gevangenis in Uganda (sinds september 2016).
Geboortedatum: a) 1965, b) 1 januari 1964.
Geboorteplaats: Ntoke, provincie Ntenjeru, district Kayunga, Uganda.
Nationaliteit: Uganda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 12 oktober 2011.
Andere informatie: In april 2015 in Tanzania aangehouden en in juli 2015 aan Uganda uitgeleverd. Sinds september 2016 wordt Mukulu naar verluidt vastgehouden in een politiecel in afwachting van zijn proces voor oorlogsmisdaden en ernstige schendingen van de Conventie van Genève krachtens het Ugandees recht. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5270670
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Volgens publieke bronnen en officiële verslaglegging, onder meer verslagen van de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN, is Jamil Mukulu de militaire leider van de ADF, een buitenlandse gewapende groepering die in de DRC actief is en die de ontwapening en de vrijwillige repatriëring en hervestiging van strijders belemmert, in strijd met punt 4, onder b), van het dispositief van Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad. De Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN rapporteerde dat Jamil Mukulu materiële en personele steun verstrekte aan de ADF als gewapende groepering die actief is op het grondgebied van de DRC. Volgens verscheidene bronnen, onder meer verslagen van de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN, stelde Jamil Mukulu financiering veilig, oefende hij invloed uit op het beleid van de ADF en nam hij rechtstreekse verantwoordelijkheid op zich in het commando van en de controle over de ADF-strijdkrachten, met name wat betreft het toezicht op gevestigde banden met internationale terreurnetwerken.
16. Ignace MURWANASHYAKA
(ook bekend als: Dr. Ignace)
Titel: dr.
Hoedanigheid: voorzitter van de FDLR.
Adres: Duitsland (in de gevangenis).
Geboortedatum: 14 mei 1963.
Geboorteplaats: a) Butera, Rwanda, b) Ngoma, Butare, Rwanda.
Nationaliteit: Rwanda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Op 17 november 2009 aangehouden door de Duitse autoriteiten en op 28 september 2015 door een Duitse rechtbank schuldig bevonden aan leiderschap van een buitenlandse terroristische groepering en medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden. Kreeg 13 jaar gevangenisstraf en verblijft sinds juni 2016 in een Duitse gevangenis. Op 29 november 2014 opnieuw voor een termijn van vijf jaar verkozen tot voorzitter van de FDLR. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5272382
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Ignace Murwanashyaka is de voorzitter van de FDLR en oefent invloed uit over het beleid van de FDLR-strijdkrachten, een van de in punt 20 van Resolutie 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities die betrokken zijn bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Hij voerde telefoongesprekken met militaire commandanten te velde van de FDLR (onder meer tijdens het bloedbad in Busurungi in mei 2009); hij gaf militaire bevelen aan het opperbevel; hij was betrokken bij de coördinatie van de overdracht van wapens en munitie aan FDLR-eenheden en bij het doorgeven van specifieke gebruiksinstructies; en hij beheerde grote geldsommen die werden bijeengebracht door middel van de illegale verkoop van natuurlijke hulpbronnen in gebieden onder controle van de FDLR. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten had hij als voorzitter en militair commandant van de FDLR commando-verantwoordelijkheid voor de rekrutering en inzet van kinderen door de FDLR in Oost-Congo. Op 17 november 2009 aangehouden door de Duitse autoriteiten en op 28 september 2015 door een Duitse rechtbank schuldig bevonden aan leiderschap van een buitenlandse terroristische groepering en medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden. Hij kreeg 13 jaar gevangenisstraf en verblijft sinds juni 2016 in een Duitse gevangenis. Op 29 november 2014 werd hij opnieuw voor een termijn van vijf jaar verkozen tot voorzitter van de FDLR.
17. Straton MUSONI
(ook bekend als: IO Musoni)
Hoedanigheid: voormalig vicevoorzitter van de FDLR.
Geboortedatum: a) 6 april 1961, b) 4 juni 1961.
Geboorteplaats: Mugambazi, Kigali, Rwanda.
Nationaliteit: Rwanda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007.
Andere informatie: Op 17 november 2009 aangehouden door de Duitse autoriteiten, op 28 september 2015 door een Duitse rechtbank schuldig bevonden aan het leiden van een buitenlandse terroristische groepering en veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar. Musoni werd onmiddellijk na het proces vrijgelaten, omdat hij meer dan vijf jaar van zijn straf had uitgezeten. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5272354
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Straton Musoni was vicevoorzitter van de FDLR, een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de DRC. Hij belemmerde in strijd met Resolutie 1649 (2005) de ontwapening en vrijwillige repatriëring of hervestiging van tot die groepen behorende strijders. Op 17 november 2009 aangehouden door de Duitse autoriteiten, op 28 september 2015 door een Duitse rechtbank schuldig bevonden aan het leiden van een buitenlandse terroristische groepering en veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar. Werd onmiddellijk na het proces vrijgelaten, omdat hij meer dan vijf jaar van zijn straf had uitgezeten.
18. Jules MUTEBUTSI
(ook bekend als: a) Jules Mutebusi, b) Jules Mutebuzi, c) Colonel Mutebutsi)
Geboortedatum: 1964.
Geboorteplaats: Minembwe, Zuid-Kivu, Democratische Republiek Congo.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Voormalig plaatsvervangend regionaal militair bevelhebber van de FARDC voor de 10e militaire regio; in april 2004 ontslagen wegens ongedisciplineerd gedrag. In december 2007 aangehouden door de Rwandese autoriteiten toen hij probeerde de grens met de DRC over te steken. Zou op 9 mei 2014 in Kigali overleden zijn. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5272093
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Jules Mutebutsi sloot zich aan bij andere afvallige elementen van de voormalige RCD-G met wie hij in mei 2004 met geweld de stad Bukavu innam. Hij was betrokken bij wapenhandel buiten de structuren van de FARDC om en bij de bevoorrading van in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, waarmee hij het wapenembargo overtrad. Hij was de voormalige plaatsvervangend regionaal militair bevelhebber van de FARDC voor de 10e militaire regio tot april 2004, toen hij werd ontslagen wegens ongedisciplineerd gedrag. In december 2007 aangehouden door de Rwandese autoriteiten toen hij probeerde de grens met de DRC over te steken. Zou op 9 mei 2014 in Kigali overleden zijn.
19. Baudoin NGARUYE WA MYAMURO
(ook bekend als: Colonel Baudoin Ngaruye)
Titel: militair leider van de „Mouvement du 23 mars (M23)”.
Hoedanigheid: brigadegeneraal.
Adres: Rubavu/Mudende, Rwanda.
Geboortedatum: a) 1 april 1978, b) 1978.
Geboorteplaats: a) Bibwe, Democratische Republiek Congo, b) Lusamambo, Luberogebied, Democratische Republiek Congo.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Nationaal identiteitsnummer: FARDC ID 1-78-09-44621-80.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 30 november 2012.
Andere informatie: Kwam op 16 maart 2013 de Republiek Rwanda binnen. Woont sinds eind 2014 in het Ngoma-kamp, Rwanda. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5268954
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Ngaruye leidde in april 2012 de muiterij van voormalige CNDP-leden, bekend als de „Mouvement du 23 mars (M23)”, onder het bevel van generaal Ntaganda. Hij is momenteel de op twee na hoogste militaire leider in M23. De Groep deskundigen voor de DRC beval zijn aanwijzing in 2008 en 2009 al aan. Hij is verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht en beging zelf ook schendingen. Tussen 2008 en 2009 en naar het einde van 2010 toe rekruteerde en trainde hij voor M23 honderden kinderen. Doodde, verminkte en ontvoerde mensen, vaak vrouwen. Hij is verantwoordelijk voor het executeren en folteren van deserteurs binnen M23. Als lid van de FARDC gaf hij in 2009 het bevel om alle mannen van het dorp Shalio in het Walikalegebied te doden. Verstrekte voorts wapens en munitie en betaalde lonen uit in het Masisigebied en het Wakikalegebied, onder rechtstreeks bevel van Ntaganda. Organiseerde in 2010 de gedwongen verplaatsing en onteigening van bevolkingsgroepen in het Lukopfugebied. Hij was tevens nauw betrokken bij criminele netwerken in de FARDC die opbrengsten haalden uit de handel in mineralen, wat leidde tot spanningen en gewelddaden waarbij kolonel Innocent Zimurinda in 2011 was betrokken. Kwam op 16 maart 2013 de Republiek Rwanda binnen te Gasizi/Rubavu.
20. Mathieu, Chui NGUDJOLO
(ook bekend als: Cui Ngudjolo)
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Adres: Democratische Republiek Congo.
Geboortedatum: 8 oktober 1970.
Geboorteplaats: Bunia, provincie Ituri, Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Werd in oktober 2003 in Bunia gearresteerd door de MONUC. Op 7 februari 2008 door de regering van de DRC overgeleverd aan het Internationaal Strafhof. Hij werd in december 2012 door het ICC van alle beschuldigingen vrijgesproken, en dat vonnis werd op 27 februari 2015 bevestigd door de kamer van beroep. Ngudjolo diende in Nederland een asielaanvraag in, die werd afgewezen. Hij werd op 11 mei 2015 naar de DRC overgebracht. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5776118
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Mathieu Chui Ngudjolo was de chef-staf van de FRPI, had invloed op het beleid van deze organisatie en voerde het commando over en controleerde de activiteiten van de strijdkrachten van de FRPI, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities die betrokken zijn bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen jonger dan 15 jaar in Ituri in 2006. Hij werd in oktober 2003 in Bunia gearresteerd door de MONUC. Op 7 februari 2008 door de regering van de DRC overgedragen aan het Internationaal Strafhof (ICC). Hij werd in december 2012 door het ICC van alle beschuldigingen vrijgesproken, en dat vonnis werd op 27 februari 2015 bevestigd door de kamer van beroep. Ngudjolo diende in Nederland een asielaanvraag in, die werd afgewezen. Hij werd op 11 mei 2015 naar de DRC overgebracht.
21. Floribert Ngabu NJABU
(ook bekend als: a) Floribert Njabu Ngabu, b) Floribert Ndjabu, c) Floribert Ngabu Ndjabu)
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo, paspoort OB 0243318.
Geboortedatum: 23 mei 1971.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Sinds maart 2005 onder huisarrest in Kinshasa in verband met de betrokkenheid van het FNI bij mensenrechtenschendingen. Overgebracht naar Den Haag op 27 maart 2011 om te getuigen tijdens de ICC-processen van Germain Katanga en Mathieu Ngodjolo. Vroeg in mei 2011 asiel aan in Nederland. Een Nederlandse rechter wees zijn asielaanvraag in oktober 2012 af. In juli 2014 van Nederland naar de DRC overgebracht en daar aangehouden. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5776373
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Voormalig voorzitter van de FNI, een van de gewapende groepen en milities bedoeld in punt 20 van Resolutie 1493 (2003) die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt. Sinds maart 2005 onder huisarrest in Kinshasa in verband met de betrokkenheid van het FNI bij mensenrechtenschendingen. Overgebracht naar Den Haag op 27 maart 2011 om te getuigen tijdens de ICC-processen van Germain Katanga en Mathieu Ngodjolo. Vroeg in mei 2011 asiel aan in Nederland. Een Nederlandse rechter wees zijn asielaanvraag in oktober 2012 af; er is beroep aangetekend.
22. Laurent NKUNDA
(ook bekend als: a) Nkunda Mihigo Laurent, b) Laurent Nkunda Bwatare, c) Laurent Nkundabatware, d) Laurent Nkunda Mahoro Batware, e) Laurent Nkunda Batware, f) Chairman, g) General Nkunda, h) Papa Six)
Geboortedatum: a) 6 februari 1967, b) 2 februari 1967.
Geboorteplaats: Rutshuru, Noord-Kivu, Democratische Republiek Congo.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Voormalig generaal van de RCD-G. Oprichter van het Congrès national pour la défense du peuple (CNDP), 2006. Hoge officier van de Rally for Congolese Democracy-Goma (RCD-G), 1998-2006. Officier van het Rwandan Patriotic Front (RPF), 1992-1998. Laurent Nkunda werd in januari 2009 in Rwanda door de Rwandese autoriteiten aangehouden en vervangen als de commandant van het Nationaal Congres voor de verdediging van het volk (CNDP). Sindsdien staat hij onder huisarrest te Kigali, Rwanda. Een verzoek van de regering van de DRC om Nkunda uit te leveren wegens in het oostelijke deel van de DRC gepleegde misdrijven werd door Rwanda afgewezen. Nkunda tekende beroep aan op grond van illegale hechtenis, maar dat werd in 2010 verworpen door een Rwandese rechtbank in Gisenyi, die oordeelde dat de zaak door een militaire rechtbank moest worden behandeld. De advocaten van Nkunda gingen in beroep bij het militair gerechtshof van Rwanda. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5270703
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Sloot zich samen met andere afvallige elementen van de voormalige RCD-G aan bij de troepen die in mei 2004 de stad Bukavu met geweld innamen. Heeft wapens gekregen buiten de structuren van de FARDC om, waarmee hij het wapenembargo overtrad. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor 264 gevallen van rekrutering en inzet van kinderen door troepen onder zijn bevel in Noord-Kivu van 2002 tot en met 2009. Voormalig generaal van de RCD-G. Oprichter van het Congrès national pour la défense du peuple (CNDP), 2006. Hoge officier van de Rally for Congolese Democracy-Goma (RCD-G), 1998-2006. Officier van het Rwandan Patriotic Front (RPF), 1992-1998. Laurent Nkunda werd in januari 2009 in Rwanda door de Rwandese autoriteiten aangehouden en vervangen als de commandant van het Nationaal Congres voor de verdediging van het volk (CNDP). Sindsdien staat hij onder huisarrest te Kigali, Rwanda. Een verzoek van de regering van de DRC om Nkunda uit te leveren wegens in het oostelijke deel van de DRC gepleegde misdrijven werd door Rwanda afgewezen. Nkunda tekende beroep aan op grond van illegale hechtenis, maar dat werd in 2010 verworpen door een Rwandese rechtbank in Gisenyi, die oordeelde dat de zaak door een militaire rechtbank moest worden behandeld. De advocaten van Nkunda stelden een procedure in voor het militaire gerechtshof van Rwanda. Behoudt enige invloed op bepaalde delen van het Nationaal Congres voor de verdediging van het volk (CNDP).
23. Felicien NSANZUBUKIRE
(ook bekend als: Fred Irakeza)
Hoedanigheid: a) subsectorcommandant van de FDLR-FOCA, b) kolonel van de FDLR-FOCA.
Adres: provincie Zuid-Kivu, Democratische Republiek Congo (sinds juni 2016).
Geboortedatum: 1967.
Geboorteplaats: a) Murama, Kigali, Rwanda, b) Rubungo, Kigali, Rwanda, c) Kinyinya, Kigali, Rwanda.
Nationaliteit: Rwanda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 december 2010.
Andere informatie: Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5269078
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Felicien Nsanzubukire superviseerde en coördineerde ten minste van november 2008 tot en met april 2009 de smokkel van munitie en wapens van de Verenigde Republiek Tanzania, via het Tanganyikameer naar FDLR-eenheden in de streek van Uvira en Fizi in Zuid-Kivu. Sinds januari 2016 was Nsanzubukire subsectorcommandant van de FDLR-FOCA in de provincie Zuid-Kivu, met de rang van kolonel.
24. Pacifique NTAWUNGUKA
(ook bekend als: a) Pacifique Ntawungula, b) Colonel Omega, c) Nzeri, d) Israel)
Hoedanigheid: a) sectorcommandant van de FDLR-FOCA van het operatiegebied SONOKI, b) brigadegeneraal van de FDLR-FOCA.
Adres: Rutshurugebied, Noord-Kivu, Democratische Republiek Congo (sinds juni 2016).
Geboortedatum: a) 1 januari 1964, b) rond 1964.
Geboorteplaats: Gaseke, provincie Gisenyi, Rwanda.
Nationaliteit: Rwanda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 3 maart 2009.
Andere informatie: Kreeg een militaire opleiding in Egypte. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5269021
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Pacifique Ntawunguka was commandant van de eerste divisie van de FOCA (gewapende vleugel van de FDLR). Als militair aanvoerder van een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de Democratische Republiek Congo, belemmerde hij de ontwapening en de vrijwillige repatriëring en hervestiging van strijders, in strijd met punt 4, onder b), van het dispositief van Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad. Uit bewijsmateriaal dat werd bijeengebracht door de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad en werd opgenomen in haar rapport van 13 februari 2008, blijkt dat uit handen van het FDLR-FOCA bevrijde of ontsnapte vrouwen waren ontvoerd en seksueel misbruikt. Het FDLR-FOCA, dat voorheen jongens van vijftien tot twintig jaar rekruteerde, rekruteert sinds medio 2007 met geweld jongeren vanaf tien jaar. De jongste kinderen worden dan ingezet als escorte en oudere kinderen als frontsoldaten, in strijd met punt 4, onder d) en e), van het dispositief van Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad. Kreeg een militaire opleiding in Egypte.
Medio 2016 was Ntawunguka sectorcommandant van de FDLR-FOCA van het operatiegebied SONOKI in de provincie Noord-Kivu.
25. James NYAKUNI
Nationaliteit: Uganda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5776374
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Handelspartnerschap met Jérôme Kakwavu; houdt zich vooral bezig met smokkel over de grens tussen de DRC en Uganda; wordt onder meer verdacht van smokkel van wapens en militair materieel in ongecontroleerde vrachtwagens. Schending van het wapenembargo en steunverlening aan gewapende groepen en milities genoemd in punt 20 van Resolutie 1493 (2003), onder meer financiële steun waardoor zij militair kunnen opereren.
26. Stanislas NZEYIMANA
(ook bekend als: a) Deogratias Bigaruka Izabayo, b) Izabayo Deo, c) Jules Mateso Mlamba, d) Bigaruka, e) Bigurura)
Hoedanigheid: voormalig plaatsvervangend commandant van de FDLR-FOCA.
Geboortedatum: a) 1 januari 1966, b) 28 augustus 1966, c) rond 1967.
Geboorteplaats: Mugusa, Butare, Rwanda.
Nationaliteit: Rwanda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 3 maart 2009.
Andere informatie: Verdween begin 2013 in Tanzania. Sinds 2016 is niet bekend waar hij zich ophoudt. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5275373
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Stanislas Nzeyimana was plaatsvervangend bevelhebber van de FOCA, de gewapende vleugel van de FDLR. Als militair aanvoerder van een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de Democratische Republiek Congo, belemmerde hij de ontwapening en de vrijwillige repatriëring en hervestiging van strijders, in strijd met punt 4, onder b), van het dispositief van Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad. Uit bewijsmateriaal dat werd bijeengebracht door de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad en werd opgenomen in haar rapport van 13 februari 2008, blijkt dat uit handen van het FDLR-FOCA bevrijde of ontsnapte vrouwen waren ontvoerd en seksueel misbruikt. Het FDLR-FOCA, dat voorheen jongens van vijftien tot twintig jaar rekruteerde, rekruteert sinds medio 2007 met geweld jongeren vanaf tien jaar. De jongste kinderen worden dan ingezet als escorte en oudere kinderen als frontsoldaten, in strijd met punt 4, onder d) en e), van het dispositief van Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad. Nzeyimana verdween begin 2013 in Tanzania, en zijn verblijfplaats is sinds juni 2016 niet bekend.
27. Dieudonné OZIA MAZIO
(ook bekend als: Ozia Mazio, b) Omari, c) Mr Omari)
Geboortedatum: 6 juni 1949.
Geboorteplaats: Ariwara, Democratische Republiek Congo.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Aangenomen wordt dat Dieudonné Ozia Mazio, die toen voorzitter van de Fédération des entreprises congolaises (FEC) in het Aru-gebied was, op 23 september 2008 te Ariwara is gestorven. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5275495.
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Financieringsregelingen met Jérôme Kakwavu en de FAPC; houdt zich bezig met smokkel over de grens tussen de DRC en Uganda, waardoor voorraden en contant geld kunnen worden beschikbaar gesteld aan Kakwavu en diens troepen. Schending van het wapenembargo, onder meer door steunverlening aan gewapende groepen en milities genoemd in punt 20 van Resolutie 1493 (2003). Aangenomen wordt dat Dieudonné Ozia Mazio, die toen voorzitter van de Fédération des entreprises congolaises (FEC) in het Aru-gebied was, op 23 september 2008 te Ariwara is gestorven.
28. Jean-Marie Lugerero RUNIGA
(ook bekend als: Jean-Marie Rugerero)
Hoedanigheid: voorzitter van M23.
Adres: Rubavu/Mudende, Rwanda.
Geboortedatum: a) rond 1960, b) 9 september 1966.
Geboorteplaats: Bukavu, Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31 december 2012.
Andere informatie: Kwam op 16 maart 2013 de Republiek Rwanda binnen. Verbleef in 2016 in Rwanda. Heeft deelgenomen aan de oprichting in juni 2016 van een nieuwe Congolese politieke partij: de Alliance pour le Salut du Peuple (ASP). Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5274633
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
In een door Sultani Makenga, leider bij M23, ondertekend document van 9 juli 2012, wordt Runiga genoemd als de coördinator van de politieke vleugel van M23. Volgens dat document was de benoeming van Runiga ingegeven door de behoefte de missie van M23 een scherper profiel te geven. In berichten op de website van M23 werd Runiga ook genoemd als de „president” van M23. Zijn leidersrol werd bevestigd door het rapport van de Groep deskundigen van november 2012, waarin Runiga de „leider van M23” wordt genoemd.
Volgens het eindverslag van de Groep deskundigen van 15 november 2012, heeft Runiga een delegatie geleid die op 29 juli 2012 naar Kampala (Uganda) is gereisd en daar de laatste hand heeft gelegd aan de 21 agendapunten van de beweging M23, ter voorbereiding van vroegtijdige onderhandelingen tijdens de Internationale Conferentie over het gebied van de Grote Meren. Volgens een artikel van de BBC van 23 november 2012, is M23 opgericht toen voormalige leden van het CNDP die in de FARDC geïntegreerd waren, begonnen te protesteren tegen de slechte omstandigheden en de bezoldiging, en tegen het feit dat het vredesakkoord van 23 maart 2009 tussen het CNDP en de DRC, dat tot de integratie van de CNDP in de FARDC leidde, niet volledig was uitgevoerd. Volgens het IPIS-rapport van november 2012 was M23 betrokken bij actieve militaire operaties om de controle te verwerven over het oostelijke deel van de DRC. M23 en de FARDC hebben op 24 en 25 juli 2012 om de controle van verschillende steden en dorpen in Oost-Congo gestreden; M23 heeft de FARDC op 26 juli 2012 in Rumangabo aangevallen, op 17 november 2012 de FARDC uit Kibumba verdreven en en op 20 november 2012 de controle over Goma verworven. Volgens het verslag van de Groep deskundigen van november 2012 beweren meerdere voormalige M23-strijders dat leiders van M23 standrechtelijk tientallen kinderen hebben geëxecuteerd die poogden te ontsnappen nadat zij door M23 als kindsoldaten waren geworven. Volgens een rapport van Human Rights Watch (HRW) van 11 september 2012 heeft een Rwandese man van 18, die na een gedwongen rekrutering in Rwanda was ontsnapt, HRW gezegd dat hij getuige is geweest van de executie van een 16-jarige jongen van zijn eenheid bij M23 die in juni had geprobeerd te vluchten. De jongen werd gevangengenomen en voor de ogen van andere rekruten doodgeslagen door strijders van M23. Een bevelhebber van M23 die deze moordpartij had bevolen, zou als verklaring voor deze moord de overige rekruten gezegd hebben dat „hij ons in de steek wilde laten”. Het rapport maakt ook melding van getuigen die beweren dat ten minste 33 nieuwe rekruten en andere M23-strijders bij een ontsnappingspoging standrechtelijk zouden zijn geëxecuteerd. Sommigen werden vastgebonden en voor de ogen van andere rekruten doodgeschoten, als voorbeeld van de straf die hen mogelijk te wachten stond. Een jonge rekruut vertelde HRW het volgende: „toen we bij M23 waren, werd ons gezegd [dat we de keuze hadden] en dat we bij hen konden blijven of sterven. Velen probeerden te ontsnappen. Sommigen werden gepakt, en werden onmiddellijk gedood.”
Runiga is op 16 maart 2013 de Republiek Rwanda binnengekomen te Gasizi/Rubavu. Runiga verbleef medio 2016 in Rwanda. Hij heeft in juni 2016 deelgenomen aan de oprichting van een nieuwe Congolese politieke partij: de Alliance pour le Salut du Peuple (ASP).
29. Ntabo Ntaberi SHEKA
Hoedanigheid: Opperbevelhebber, Nduma Defensie Congo, Mai Mai Sheka-groepering.
Geboortedatum: 4 april 1976.
Geboorteplaats: Walikale, Democratische Republiek Congo.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 28 november 2011.
Andere informatie: Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5275453
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Ntabo Ntaberi Sheka, opperbevelhebber van de politieke vleugel van de Mai Mai Sheka, is de politieke leider van een Congolese gewapende groepering die de ontwapening, demobilisatie of herintegratie van strijders belemmert. De Mai Mai Sheka is een in Congo gebaseerde militie die opereert vanuit bases in Walikale, in het oosten van de Democratische Republiek Congo. De Mai Mai Sheka-groepering heeft aanvallen uitgevoerd op mijnen in het oosten van de Democratische Republiek Congo; zij heeft de mijnen van Bisiye in handen genomen en perst de lokale bevolking af. Ntabo Ntaberi Sheka heeft ook ernstige schendingen van het internationaal recht begaan waarbij kinderen het doelwit waren. Ntabo Ntaberi Sheka plande en beval een reeks aanvallen van 30 juli tot 2 augustus 2010 in Walikale, om plaatselijke bevolkingsgroepen die van collaboratie met het Congolese regeringsleger waren beschuldigd, te straffen. Tijdens de aanvallen werden kinderen verkracht en ontvoerd; zij moesten dwangarbeid verrichten en moesten een wrede, onmenselijke of onterende behandeling ondergaan. Tevens worden jongens onder dwang door de Mai Mai Sheka-militie gerekruteerd; in haar rangen bevinden zich kinderen uit ronselacties.
30. Bosco TAGANDA
(ook bekend als: a) Bosco Ntaganda, b) Bosco Ntagenda, c) Generaal Taganda, d) Lydia (toen hij tot de APR behoorde), e) Terminator, f) Tango Romeo (roepnaam), g) Romeo (roepnaam), h) Majoor)
Adres: Den Haag, Nederland (sinds juni 2016).
Geboortedatum: In 1973 of 1974.
Geboorteplaats: Bigogwe, Rwanda.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Geboren in Rwanda maar als kind verhuisd naar Nyamitaba, Masisigebied in Noord-Kivu. Na de vredesovereenkomsten van Ituri van 11 december 2004 is hij bij presidentieel decreet tot brigade-generaal van de FARDC benoemd. Nadat hij eerder chef-staf van het CNDP was, werd hij na de arrestatie van Laurent Nkunda opperbevelhebber van het CNDP in januari 2009. Sinds januari 2009 is hij feitelijk plaatsvervangend bevelhebber van de achtereenvolgende tegen de FDLR gerichte operaties „Umoja Wetu”, „Kimia II” en „Amani Leo” in Noord- en Zuid-Kivu. Is Rwanda in maart 2013 binnengekomen en heeft zich op 22 maart vrijwillig overgegeven aan functionarissen van het ICC in Kigali. Is overgebracht naar het ICC in Den Haag. Op 9 juni 2014 heeft het ICC jegens hem 13 aanklachten wegens oorlogsmisdaden en 5 wegens misdaden tegen de menselijkheid bevestigd; het proces is in september 2015 gestart. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5274913
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Bosco Taganda was militair bevelhebber van de UPC/L, had invloed op het beleid van deze organisatie en voert er nog steeds het commando over, en controleert de activiteiten van, de strijdkrachten van de UPC/L, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities die betrokken zijn bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Is in december 2004 tot generaal van de FARDC benoemd, maar weigerde de promotie, waardoor hij thans buiten de FARDC staat. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor het ronselen en inzetten van kinderen in Ituri in 2002 en 2003, en voor 155 gevallen van directe verantwoordelijkheid en/of commando-verantwoordelijkheid voor het ronselen en inzetten van kinderen in Noord-Kivu van 2002 tot en met 2009. Hij had als chef-staf van het CNDP directe verantwoordelijkheid en commandoverantwoordelijkheid voor het bloedbad in Kiwanja in november 2008.
Geboren in Rwanda maar als kind verhuisd naar Nyamitaba, in Masisigebied in de provincie Noord-Kivu. Hij verbleef in juni 2011 in Goma en bezat grote boerderijen in de streek Ngungu van het Masisigebied in de provincie Noord-Kivu. Na de vredesovereenkomsten van Ituri werd hij op 11 december 2004 bij presidentieel decreet tot brigadegeneraal van de FARDC benoemd. Nadat hij eerder chef-staf van het CNDP was, werd hij in januari 2009 na de arrestatie van Laurent Nkunda militair bevelhebber van het CNDP. Vanaf januari 2009 was hij feitelijk plaatsvervangend bevelhebber van de achtereenvolgende tegen de FDLR gerichte operaties „Umoja Wetu”, „Kimia II” en „Amani Leo” in de provincies Noord- en Zuid-Kivu. Hij is Rwanda in maart 2013 binnengekomen en heeft zich op 22 maart vrijwillig overgegeven aan functionarissen van het ICC in Kigali. Hij werd vervolgens overgebracht naar het ICC in Den Haag, Nederland. Op 9 juni 2014 heeft het ICC jegens hem 13 aanklachten wegens oorlogsmisdaden en 5 wegens misdaden tegen de menselijkheid bevestigd. Het proces is in september 2015 gestart.
31. Innocent ZIMURINDA
(ook bekend als: Zimulinda)
Hoedanigheid: a) M23, brigadecommandant, Rang: kolonel, b) kolonel bij de FARDC.
Adres: Rubavu, Mudende.
Geboortedatum: a) 1 september 1972, b) rond 1975, c) 16 maart 1972.
Geboorteplaats: a) Ngungu, Masisigebied in Noord-Kivu, Democratische Republiek Congo, b) Masisi, Democratische Republiek Congo.
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 december 2010.
Andere informatie: Nadat hij in 2009 als luitenant-kolonel in de FARDC was opgenomen, was hij brigadecommandant tijdens de Kimia II-operaties van de FARDC, met als basis het gebied van Ngungu. In juli 2009 werd Zimurinda bevorderd tot kolonel en werd hij sectorcommandant voor de FARDC in Ngungu en vervolgens in Kitchanga tijdens de operaties Kimia II en Amani Leo van de FARDC. Hoewel kolonel Zimurinda niet voorkomt in het besluit van de president van de DRC van 31 december 2010 tot benoeming van de hoge officieren van de FARDC, heeft hij de facto zijn positie als bevelhebber van de 22e sector van de FARDC in Kitchanga behouden, en draagt hij de nieuwe onderscheidingstekenen en het nieuwe uniform van de FARDC. In december 2010 werden door militairen onder bevel van Zimurinda uitgevoerde rekruteringsactiviteiten aan de kaak gesteld in rapporten uit open bronnen. Kwam op 16 maart 2013 de Republiek Rwanda binnen. Verblijft sinds eind 2014 in het Ngoma-kamp, Rwanda. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5275315
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Volgens verscheidene bronnen heeft de toenmalige luitenant-kolonel Innocent Zimurinda als een van de bevelhebbers van de 231e brigade van de FARDC bevelen gegeven die hebben geleid tot de afslachting van meer dan 100 Rwandese vluchtelingen, vooral vrouwen en kinderen, tijdens een militaire operatie in de streek van Shalio in april 2009. De Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad heeft gerapporteerd dat luitenant-kolonel Innocent Zimurinda volgens rechtstreekse getuigen op 29 augustus 2009 in Kalehe heeft geweigerd om drie kinderen die onder zijn bevel stonden, vrij te laten. Volgens verscheidene bronnen heeft de toenmalige luitenant-kolonel Innocent Zimurinda, vóór de integratie van het CNDP in de FARDC, deelgenomen aan een operatie van het CNDP in november 2008 waarbij 89 burgers, waaronder vrouwen en kinderen, zijn afgeslacht in de streek van Kiwanja.
In maart 2010 hebben 51 mensenrechtenorganisaties die in het oosten van de DRC actief zijn, Zimurinda verantwoordelijk gesteld voor een veelheid aan mensenrechtenschendingen, onder meer de moord op talloze burgers, waaronder vrouwen en kinderen, tussen februari 2007 en augustus 2007. Kolonel Innocent Zimurinda werd er in dezelfde klacht eveneens van beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor de verkrachting van een groot aantal vrouwen en meisjes. Volgens een verklaring van 21 mei 2010 van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten, is Innocent Zimurinda betrokken geweest bij de willekeurige executie van kindsoldaten, onder meer tijdens operatie Kimia II. Volgens dezelfde verklaring heeft hij de VN-missie in de DRC (MONUC) de toegang geweigerd toen deze de troepen wilde controleren op de aanwezigheid van minderjarigen. Volgens de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad, draagt luitenant-kolonel Zimurinda de individuele verantwoordelijkheid en de commando-verantwoordelijkheid voor het ronselen en ingelijfd houden van kinderen in troepen onder zijn bevel. Nadat hij in 2009 als luitenant-kolonel in de FARDC was opgenomen, was hij brigadecommandant tijdens de Kimia II-operaties van de FARDC, met als basis het gebied van Ngungu. In juli 2009 werd Zimurinda bevorderd tot kolonel en werd hij sectorcommandant voor de FARDC in Ngungu en vervolgens in Kitchanga tijdens de operaties Kimia II en Amani Leo van de FARDC. Hoewel kolonel Zimurinda niet voorkomt in het besluit van de president van de DRC van 31 december 2010 tot benoeming van de hoge officieren van de FARDC, heeft hij de facto zijn positie als bevelhebber van de 22e sector van de FARDC in Kitchanga behouden, en draagt hij de nieuwe onderscheidingstekenen en het nieuwe uniform van de FARDC. Hij blijft loyaal aan Bosco Ntaganda. In december 2010 werden door militairen onder bevel van Zimurinda uitgevoerde rekruteringsactiviteiten aan de kaak gesteld in rapporten uit open bronnen. Kwam op 16 maart 2013 de Republiek Rwanda binnen te Gasizi/Rubavu.
32. Muhindo Akili MUNDOS (alias: a) Charles Muhindo Akili Mundos; b) Akili Muhindo; c) Muhindo Mundos)
Hoedanigheid: a) generaal bij het Congolese leger (FARDC), bevelhebber van de 31e brigade; b) Brigadegeneraal bij het FARDC
Geboortedatum: 10 november 1972
Geboorteplaats: Democratische Republiek Congo
Nationaliteit: Democratische Republiek Congo
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 februari 2018
Andere informatie: Muhindo Akili Mundos is generaal bij het FARDC, commandant van de 31e brigade. Hij werd benoemd tot FARDC-bevelhebber van de operationele sector van Beni en Lubero, met inbegrip van operatie Sukola I tegen de Geallieerde democratische strijdkrachten („ADF”) in september 2014. Hij bekleedde die functie tot juni 2015. Hij is ook een bedreiging voor de vrede, de stabiliteit en de veiligheid in de DRC uit hoofde van UNSCR 2293 (2016), punt 7 e).
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst, verstrekt door het Sanctiecomité:
Reden voor plaatsing op de lijst:
Muhindo Akili Mundos werd op 1 februari 2018 op de lijst geplaatst uit hoofde van de criteria als bedoeld in Resolutie 2293 (2016), punt 7 e), zoals nogmaals bevestigd in Resolutie 2360 (2017).
Aanvullende informatie:
Muhindo Akili Mundos was de bevelhebber van het Congolese leger bij de Sukola I-operatie, en was verantwoordelijk voor militaire operaties tegen de ADF in de periode van augustus 2014 tot juni 2015. De FARDC-eenheid slaagde er onder het bevel van Mundos niet in te voorkomen dat de ADF schendingen van de mensenrechten pleegde, met inbegrip van aanslagen op burgers. Mundos hield zich bezig met het rekruteren en toerusten van voormalige strijders van lokale gewapende groeperingen met het oog op hun deelname aan buitengerechtelijke executies en bloedbaden die door de ADF werden aangericht.
Toen hij bevelhebber van de Sukola I-operatie van de FARDC was, leidde en ondersteunde Mundos ook een factie van een ADF-subgroep, bekend als de ADF-Mwalika. Onder zijn bevel pleegde de ADF-Mwalika aanslagen op burgers. Tijdens deze operaties verleenden FARDC-strijders onder bevel van Mundos aanvullende steun aan de ADF-Mwalika.
33. Guidon Shimiray MWISSA
Geboortedatum: 13 maart 1980
Geboorteplaats: Kigoma, Walikale, Democratische Republiek Congo
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 februari 2018
Andere informatie: Diploma middelbaar onderwijs, sociale menswetenschappen, Mpofi; voegde zich op de leeftijd van 16 jaar bij de gewapende groepering onder het bevel van She Kasikila; sloot zich samen met Kasikila aan bij het FARDC, bataljon S3; gewond in 2007, waarna hij zich aansloot bij Mai Mai Simba, onder de toenmalige bevelhebber „Mando”; nam deel aan de oprichting in 2008 van de NDC (Nduma Defense of Congo), en werd plaatsvervangend commandant van de Aigle Lemabé-brigade. Hij is ook een bedreiging voor de vrede, de stabiliteit en de veiligheid in de DRC uit hoofde van UNSCR 2293 (2016), punt 7 g).
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst, verstrekt door het Sanctiecomité:
Reden voor plaatsing op de lijst:
Guidon Shimiray Mwissa werd op 1 februari 2018 op de lijst geplaatst uit hoofde van de criteria als bedoeld in Resolutie 2293 (2016), punt 7 g), zoals nogmaals bevestigd in Resolutie 2360 (2017).
Aanvullende informatie:
„Generaal” Guidon Shimiray Mwissa verliet de Nduma defense du Congo (NDC) in 2014 en richtte zijn eigen groepering op, de NDC-R.
De NDC-R, geleid door Guidon Shimiray Mwissa, gebruikt kindsoldaten en zet ze in bij gewapende conflicten. De NDC-R wordt tevens beschuldigd van mensenrechtenschendingen in de oostelijke provincies, van het heffen van illegale belastingen in goudwinningsgebieden en van het gebruiken van de opbrengsten ervan voor de aanschaf van wapens, in strijd met het wapenembargo tegen de DRC.
34. Lucien NZAMBAMWITA (alias: André Kalume)
Geboortedatum: 1966
Geboorteplaats: Nyagitabire, sector Ruvune, gemeente Kinyami, prefectuur Byumba, Rwanda
Nationaliteit: Rwanda
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 februari 2018
Andere informatie: Hij is een bedreiging voor de vrede, de stabiliteit en de veiligheid in de DRC uit hoofde van UNSCR 2293 (2016), punt 7 j).
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst, verstrekt door het Sanctiecomité:
Reden voor plaatsing op de lijst:
Lucien Nzambamwita werd op 1 februari 2018 op de lijst geplaatst uit hoofde van de criteria als bedoeld in Resolutie 2293 (2016), punt 7 j), zoals nogmaals bevestigd in Resolutie 2360 (2017).
Aanvullende informatie:
Lucien Nzambamwita (ook bekend als André Kalume) is een militaire leider van de Force Democratique de Liberation du Rwanda (FDLR) die in de DRC opereert, een bedreiging vormt voor de vrede, de veiligheid en de stabiliteit in de DRC en verantwoordelijk is voor schendingen van de mensenrechten, waaronder aanvallen en moordpartijen jegens burgers. De FDLR werd op 31 december 2012 door het Comité een sanctie opgelegd.
35. Gédéon Kyungu MUTANGA WA BAFUNKWA KANONGA
Hoedanigheid: rebellenleider in Katanga
Geboortedatum: 1974
Geboorteplaats: Manono Territory, provincie Katanga (nu provincie Tanganyika)
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 februari 2018
Andere informatie: Gédéon Kyungu behoort tot de etnische groep van de Balubakat. Na voltooiing van het basisonderwijs in Likasi en het middelbaar onderwijs in Manono behaalde hij een diploma in de pedagogie. In 1999 voegde hij zich bij de Maï Maï-beweging en vanaf 2003 voerde hij een van de actiefste groeperingen in de provincie Katanga aan. In 2006 bezocht hij VN-vredestroepen die integratie door middel van ontwapening, demobilisatie en re-integratie (DDR) tot doel hadden. Hij ontsnapte uit de gevangenis in 2011 en gaf zich over in oktober 2016. Hij is een bedreiging voor de vrede, de stabiliteit en de veiligheid in de DRC uit hoofde van UNSCR 2293 (2016), punt 7 e).
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor plaatsing op de lijst, verstrekt door het Sanctiecomité:
Reden voor plaatsing op de lijst:
Gédéon Kyungu Mutanga Wa Bafunkwa Kanonga werd op 1 februari 2018 op de lijst geplaatst uit hoofde van de criteria als bedoeld in Resolutie 2293 (2016), punt 7 e), zoals nogmaals bevestigd in Resolutie 2360 (2017).
Aanvullende informatie:
Als leider van de Bakata Katanga-militie van 2011 tot en met 2014 was Gedeon Kyungu Mutanga betrokken bij ernstige schendingen van de mensenrechten, zoals moordpartijen en aanvallen op burgers, met name in landelijke gebieden van de provincie Katanga. Als bevelhebber van de gewapende groepering Bakata Katanga, die zich schuldig maakt aan ernstige schendingen van de mensenrechten en oorlogsmisdaden, waaronder aanvallen tegen de burgerbevolking, in het zuidoosten van de DRC, is Gedeon Kyungu Mutanga derhalve een bedreiging voor de vrede, de stabiliteit en de veiligheid in de DRC.
b) Lijst van entiteiten als bedoeld in artikel 3, lid 1
1. ADF (ALLIED DEMOCRATIC FORCES)
(ook bekend als: a) Geallieerde democratische strijdkrachten („Forces démocratiques alliées”) — Nationaal leger voor de bevrijding van Uganda („Armée nationale de libération de l'Ouganda”); b) ADF/NALU; c) NALU)
Adres: Provincie Noord-Kivu, Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 30 juni 2014.
Andere informatie: Jamil Mukulu, oprichter en leider van de ADF werd in april 2015 aangehouden in Dar es Salaam, Tanzania. Hij werd vervolgens in juli 2015 uitgewezen naar Kampala (Uganda). Naar verluidt verbleef Mukulu in juni 2016 in een politiecel, in afwachting van zijn proces. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5864623
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
de Geallieerde democratische strijdkrachten („ADF”) zijn in 1995 opgericht en houden zich op in het bergachtige grensgebied tussen de DRC en Uganda. Volgens het in 2013 gepubliceerde eindverslag van de VN-deskundigengroep inzake de Democratische Republiek Congo („Groep deskundigen”), waarin Ugandese functionarissen en VN-bronnen worden aangehaald, kon ADF in 2013 rekenen op 1 200 tot 1 500 gewapende strijders in het noordoostelijk Benigebied van de provincie Noord-Kivu, dicht bij de grens met Uganda. Dezelfde bronnen schatten het totaal aantal leden van ADF — met inbegrip van vrouwen en kinderen — op 1 600 tot 2 500 . Ten gevolge van militaire operaties van het Congolese leger (FARDC) en de Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo (MONUSCO) in 2013 en 2014, hebben de ADF hun strijders verspreid over talrijke kleinere basissen, en zijn de vrouwen en kinderen naar gebieden ten westen van Beni, en naar het gebied langs de grens tussen Ituri en Noord-Kivu overgebracht. De militaire leider van de ADF is Hood Lukwago, en de opperbevelhebber ervan is Jamil Mukulu (op de sanctielijst geplaatst).
ADF heeft zware schendingen van het internationaal recht en van UNSCR 2078 (2012) begaan, met inbegrip van de hieronder nader omschreven feiten.
De ADF hebben kindsoldaten geronseld en ingezet, en derhalve het toepasselijk internationaal recht (UNSCR, punt 4, onder d)) geschonden.
In het eindverslag van de Groep deskundigen voor 2013 werd vermeld dat de Groep deskundigen drie voormalige, in 2013 ontsnapte, ADF-strijders heeft geïnterviewd, die beschreven hoe ADF-ronselaars in Uganda mensen naar de DRC lokken met valse beloften in verband met een baan (voor volwassenen) en gratis onderwijs (voor kinderen), en hen vervolgens dwingen om lid te worden van de ADF. Eveneens volgens dat eindverslag hebben voormalige ADF-strijders aan de Groep deskundigen gezegd dat de trainingsgroepen van de ADF normaal gesproken voor zowel volwassen mannen als jongens bestemd zijn, en twee in 2013 uit de ADF ontsnapte jongens hebben de Groep deskundigen verteld dat zij militaire training van de ADF hadden gekregen. Het verslag van de Groep deskundigen bevat ook een rapport over de opleiding bij de ADF, opgetekend uit de mond van een „voormalig kindsoldaat van de ADF”.
Volgens het eindverslag voor 2012 van de Groep deskundigen zijn er onder de ADF-rekruten ook kinderen, zoals blijkt uit het voorbeeld van een ADF-ronselaar die in juli 2012 door de Ugandese autoriteiten in Kasese werd aangehouden terwijl hij met 6 jongens naar de DRC op weg was.
Een specifiek voorbeeld van hoe de ADF kinderen ronselt en inzet staat in een brief die de voormalige directeur voor Afrika van Human Rights Watch, Georgette Gagnon, op 6 januari 2009 richtte aan de toenmalige Ugandese minister van Justitie, Kiddhu Makubuyu, en waarin zij schrijft dat een jongen genaamd Bushobozi Irumba in 2000 op negenjarige leeftijd door de ADF werd ontvoerd. Hij moest vervoer en andere diensten voor ADF-strijders regelen.
Voorts worden in het „Afrika-rapport” beweringen aangehaald volgens welke de ADF kinderen al vanaf de leeftijd van 10 jaar als kindsoldaten zou rekruteren, en wordt een woordvoerder van de „Uganda People's Defence Force (UPDF)” geciteerd die verklaart dat de UPDF 30 kinderen heeft gered uit een trainingskamp op het eiland Buvuma in het Victoriameer.
ADF heeft ook talrijke schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht begaan tegen vrouwen en kinderen, waaronder moordpartijen, verminkingen en seksueel geweld (UNSCR punt 4, onder e)).
Volgens het eindverslag van de Groep deskundigen voor 2013 hebben de ADF in 2013 talrijke dorpen aangevallen, waardoor meer dan 66 000 mensen naar Uganda zijn gevlucht. Deze aanvallen hebben geleid tot de ontvolking van een groot gebied, dat sindsdien door ADF wordt gecontroleerd door middel van het ontvoeren of vermoorden van mensen die naar hun dorpen terugkeren. Tussen juli en september 2013 heeft ADF in het gebied van Kamango minstens 5 mensen onthoofd, verschillende anderen doodgeschoten en nog tientallen meer ontvoerd. Deze acties hebben de lokale bevolking geterroriseerd en mensen afgeschrikt om naar huis terug te keren.
De mondiale horizontale nota („Global Horizontal Note”), een mechanisme voor monitoring van en rapportering over zware schendingen ten aanzien van kinderen in gewapende conflicten, heeft aan de Werkgroep van de VN-Veiligheidsraad voor kinderen in gewapende conflicten (Children and Armed Conflict — CAAC) gemeld dat de ADF in de periode van oktober tot en met december 2013 verantwoordelijk waren voor 14 van de 18 gemelde kinderslachtoffers, onder andere bij een incident in het gebied Beni op 11 december 2013, toen de ADF het dorp Musuku hebben aanvielen en 23 mensen, waaronder 11 kinderen (drie meisjes en acht jongens) tussen twee maanden en 17 jaar, vermoordden. Alle slachtoffers, waaronder twee kinderen die de aanval overleefden, werden zwaar verminkt met machetes.
Het verslag van de secretaris-generaal van maart 2014 inzake conflictgerelateerd seksueel geweld plaatst de „Allied Democratic Forces — National Army for the Liberation of Uganda” op de lijst van „Partijen waarop de geloofwaardige verdenking rust dat zij in een gewapend conflict verkrachtingen of andere vormen van seksueel geweld hebben gepleegd of daar verantwoordelijk voor zijn”.
ADF heeft ook deelgenomen aan aanvallen tegen MONUSCO-vredeshandhavers (UNSCR punt 4, onder i)).
Tot slot heeft de Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo (MONUSCO) gemeld dat ADF ten minste twee aanvallen tegen MONUSCO-vredeshandhavers heeft uitgevoerd. De eerste, op 14 juli 2013, was een aanval op een MONUSCO-patrouille op de weg tussen Mbau en Kamango. Deze aanval wordt nader omschreven in het eindverslag voor 2013 van de Groep deskundigen. De tweede aanval vond plaats op 3 maart 2014. Een MONUSCO-voertuig werd met granaten aangevallen op tien kilometer afstand van de Mavivi-luchthaven in Beni, waarbij vijf vredeshandhavers verwondingen opliepen.
Jamil Mukulu, oprichter en leider van de ADF (CDi.015), werd in april 2015 aangehouden in Dar es Salaam, Tanzania. Hij werd vervolgens in juli 2015 uitgewezen naar Kampala (Uganda). Naar verluidt verbleef hij in juni 2016 in een politiecel, in afwachting van zijn proces.
2. BUTEMBO AIRLINES (BAL)
Adres: Butembo, Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007.
Andere informatie: Luchtvaartmaatschappij in particuliere eigendom, met als thuisbasis Butembo. BAL heeft sinds december 2008 niet langer een vergunning als vliegtuigexploitant in de DRC. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5278478
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Kisoni Kambale (overleden op 5 juli 2007, en vervolgens op 24 april 2008 van de lijst geschrapt) gebruikte zijn luchtvaartmaatschappij om goud, rantsoenen en wapens van het FNI te vervoeren tussen Mongbwalu en Butembo. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van de Resoluties 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden. Luchtvaartmaatschappij in particuliere eigendom, met als thuisbasis Butembo. BAL heeft sinds december 2008 niet langer een vergunning als vliegtuigexploitant in de DRC.
3. COMPAGNIE AERIENNE DES GRANDS LACS (CAGL); GREAT LAKES BUSINESS COMPANY (GLBC)
Adres: a) Avenue Président Mobutu, Goma, Democratische Republiek Congo, b) Gisenyi, Rwanda, c) PO Box 315, Goma, Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007.
Andere informatie: GBLC beschikte sinds december 2008 niet langer over luchtwaardige vliegtuigen; desalniettemin, bleven in 2008 verscheidene van zijn vliegtuigen ondanks de VN-sancties vluchten uitvoeren. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5278381
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming in de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
CAGL en GLBC zijn bedrijven in eigendom van Douglas MPAMO, tegen wie al sancties gelden uit hoofde van Resolutie 1596 (2005). CAGL en GLBC zijn gebruikt voor het vervoer van wapens en munitie, waarmee het wapenembargo van de Resoluties 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden. GBLC beschikte sinds december 2008 niet langer over luchtwaardige vliegtuigen; desalniettemin, bleven in 2008 verscheidene van zijn vliegtuigen ondanks de VN-sancties vluchten uitvoeren.
4. CONGOMET TRADING HOUSE
Adres: Butembo, Noord-Kivu.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007.
Andere informatie: Bestaat niet langer als handelsfirma voor goud te Butembo, Noord-Kivu. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5278420
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Congomet Trading House (eerder in de lijst opgenomen als Congocom) was eigendom van Kisoni Kambale (overleden op 5 juli 2007, en vervolgens op 24 april 2008 van de lijst geschrapt). Kambale kocht bijna de gehele goudproductie van de regio Mongbwalu op, die in handen was van het FNI. Het FNI had aanzienlijke inkomsten uit belastingen op deze productie. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van de Resoluties 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden. Bestaat niet langer als handelsfirma voor goud te Butembo, Noord-Kivu.
5. FORCES DEMOCRATIQUES DE LIBERATION DU RWANDA (FDLR)
(ook bekend als: a) FDLR, b) Force Combattante Abacunguzi, c) Combatant Force for the Liberation of Rwanda, d) FOCA)
Adres: a) Noord-Kivu, Democratische Republiek Congo, b) Zuid-Kivu, Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31 december 2012.
Andere informatie: E-mail: Fdlr@fmx.de; fldrrse@yahoo.fr; fdlr@gmx.net; fdlrsrt@gmail.com; humura2020@gmail.com. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5278442
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
De FDLR zijn een van de grootste buitenlandse gewapende groepen die actief zijn op het grondgebied van DRC. De groep is opgericht in 2000, en heeft ernstige schendingen van het internationale recht begaan waarbij vrouwen en kinderen het doelwit zijn in gewapende conflicten, onder meer moordpartijen en verminkingen, seksueel geweld en gedwongen verplaatsing. Volgens een rapport van Amnesty International uit 2010 waren de FDLR verantwoordelijk voor de moord op 96 burgers in Busurguni, in het Walikalegebied. Sommige slachtoffers werden in hun huizen levend verbrand. Volgens dezelfde bron heeft in juni 2010 een medisch centrum van een ngo gerapporteerd dat er in het zuiden van het Luberogebied (Noord-Kivu) maandelijks ongeveer zestig gevallen waren van verkrachtingen van meisjes en vrouwen door gewapende groepen, waaronder de FDLR. Volgens een rapport van Human Rights Watch (HRW) van 20 december 2010, zijn er documenten voorhanden die aantonen dat de FDLR actief kinderen rekruteren. HRW heeft minstens 83 Congolese kinderen jonger dan 18 geïdentificeerd die door de FDLR onder dwang zijn gerekruteerd; sommigen daarvan waren amper 14. HRW heeft in januari 2012 gerapporteerd dat FLDR-strijders talrijke dorpen in het Masisigebied hebben aangevallen en daarbij zes burgers hebben vermoord, twee vrouwen hebben verkracht en minstens 48 mensen hebben ontvoerd.
Volgens een rapport van juni 2012 van HRW, hebben strijders van de FDLR in mei 2012 burgers aangevallen in Kamananga en Lumenje (provincie Zuid-Kivu) maar ook in Chambucha (Walikalegebied) en in de dorpen in de Ufumanduzone van het Masisigebied (provincie Noord-Kivu). Tijdens die aanvallen hebben FDLR-strijders tientallen burgers onder wie talrijke kinderen, met machetes en messen gedood. Volgens het rapport van de Groep deskundigen van juni 2012, hebben de FDLR van 31 december 2011 tot en met 4 januari 2012 verschillende dorpen in Zuid-Kivu aangevallen. Een onderzoek van de Verenigde Naties heeft bevestigd dat tijdens de aanval minstens 33 personen, onder wie 9 kinderen en 6 vrouwen, vermoord, levend verbrand, onthoofd of doodgeschoten zijn. Daarnaast zijn een vrouw en een meisje verkracht. In het rapport van de Groep deskundigen van juni 2012 staat ook dat een onderzoek van de Verenigde Naties heeft bevestigd dat de moordpartij door de FDLR in mei 2012 in Zuid-Kivu minstens het leven heeft gekost aan 14 burgers, onder wie 5 vrouwen en 5 kinderen. Volgens het rapport van de Groep deskundigen van november 2012, hebben de VN minstens 106 gevallen gedocumenteerd van seksueel geweld die de FDLR tussen december 2011 en september 2012 hebben begaan. In het rapport van de Groep deskundigen van november 2012 staat dat, volgens een VN-onderzoek, de FDLR in de nacht van 10 maart 2012 in Kalinganya (Kabaregebied) zeven vrouwen, onder wie een minderjarige, hebben verkracht. De FDLR hebben het dorp op 10 april 2012 opnieuw overvallen en drie van deze vrouwen een tweede keer verkracht. Het rapport van de Groep deskundigen van november 2012 vermeldt ook dat in Bushibwambombo, Kalehe, de FDLR op 6 april 2012 11 mensen hebben vermoord, en dat zij in mei betrokken waren bij 19 moorden in Masisigebied, waarbij vijf minderjarigen en zes vrouwen omkwamen. De Beweging van 23 maart (M23) is een gewapende groep die actief is in de DRC en wapens en aanverwant materiaal, advies, opleiding en bijstand in verband met militaire activiteiten heeft gekregen.
Verschillende ooggetuigen verklaren dat M23 algemene militaire uitrusting ontvangt van de Rwandan Defence Forces (RDF) in de vorm van wapens en munitie, naast materiële ondersteuning voor gevechtsoperaties. M23 is medeplichtig aan en verantwoordelijk voor ernstige schendingen van het internationale recht waarbij vrouwen en kinderen het doelwit zijn in gewapende conflicten, in de DRC, waaronder moordpartijen en verminkingen, seksueel geweld, ontvoering en gedwongen verplaatsing. Op basis van talrijke rapporten, onderzoeken en verklaringen van ooggetuigen is M23 verantwoordelijk voor massamoorden op burgers en voor het verkrachten van vrouwen en kinderen in verschillende regio's van de DRC. Uit meerdere rapporten blijkt dat M23-strijders 46 vrouwen en kinderen, van wie het jongste 8 jaar was, hebben verkracht. Naast de rapporten over seksueel geweld, heeft M23 ook intensieve campagnes doorgevoerd waarbij kinderen onder dwang in de gelederen van groep zijn gerekruteerd. Naar schatting heeft M23 alleen al in het Rutshurugebied (Oost-Congo) sinds juli 2012 146 jonge mannen en jongens onder dwang gerekruteerd. Sommige slachtoffers waren amper 15 jaar. De wreedheden van M23 tegen de burgerbevolking van de DRC en de campagnes voor gedwongen rekrutering, alsook het feit dat M23 wapens en militaire bijstand heeft gekregen, heeft sterk bijgedragen tot instabiliteit en conflicten in de regio; de beweging heeft in een aantal gevallen het internationaal recht geschonden.
6. M23
(ook bekend als: Mouvement du 23 mars).
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31 december 2012.
Andere informatie: E-mail: mouvementdu23mars1@gmail.com. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5277973
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming in de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
De Beweging van 23 maart (M23) is een gewapende groep die actief is in de DRC en wapens en aanverwant materiaal, advies, opleiding en bijstand in verband met militaire activiteiten heeft gekregen. Verschillende ooggetuigen verklaren dat M23 algemene militaire uitrusting ontvangt van de Rwandan Defence Forces (RDF) in de vorm van wapens en munitie, naast materiële ondersteuning voor gevechtsoperaties. M23 is medeplichtig aan en verantwoordelijk voor ernstige schendingen van het internationale recht waarbij vrouwen en kinderen het doelwit zijn in gewapende conflicten, in de DRC, waaronder moordpartijen en verminkingen, seksueel geweld, ontvoering en gedwongen verplaatsing. Op basis van talrijke rapporten, onderzoeken en verklaringen van ooggetuigen is M23 verantwoordelijk voor massamoorden op burgers en voor het verkrachten van vrouwen en kinderen in verschillende regio's van de DRC. Uit meerdere rapporten blijkt dat M23-strijders 46 vrouwen en kinderen, van wie het jongste 8 jaar was, hebben verkracht. Naast de rapporten over seksueel geweld, heeft M23 ook intensieve campagnes doorgevoerd waarbij kinderen onder dwang in de gelederen van groep zijn gerekruteerd. Naar schatting heeft M23 alleen al in het Rutshurugebied (Oost-Congo) sinds juli 2012 146 jonge mannen en jongens onder dwang gerekruteerd. Sommige slachtoffers waren amper 15 jaar. De wreedheden van M23 tegen de burgerbevolking van de DRC en de campagnes voor gedwongen rekrutering, alsook het feit dat M23 wapens en militaire bijstand heeft gekregen, heeft sterk bijgedragen tot instabiliteit en conflicten in de regio; de beweging heeft in een aantal gevallen het internationaal recht geschonden.
7. MACHANGA LTD
Adres: Plot 55A, Upper Kololo Terrace, Kampala, Uganda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007.
Andere informatie: Gouduitvoerbedrijf (Directie: de heren Rajendra Kumar Vaya en Hirendra M. Vaya). In 2010 werden aan Machanga toebehorende activa die op de rekening van Emirates Gold stonden, door de Bank of Nova Scotia Mocatta (UK) bevroren. De eigenaars van Machanga zijn betrokken gebleven bij het aankopen van goud uit het oostelijke deel van de DRC. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5278291
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming in de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Machanga kocht goud via een vaste commerciële relatie die het onderhield met handelaren in de DRC die nauwe banden hadden met milities. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van de Resoluties 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden. Gouduitvoerbedrijf (Directie: de heren Rajendra Kumar Vaya en Hirendra M. Vaya). In 2010 werden aan Machanga toebehorende activa die op de rekening van Emirates Gold stonden, door de Bank of Nova Scotia Mocatta (UK) bevroren. De voormalige eigenaar van Machanga, de heer Rajendra Kumar, en zijn broer Vipul Kumar, zijn betrokken gebleven bij het aankopen van goud uit het oostelijke deel van de DRC.
8. TOUS POUR LA PAIX ET LE DEVELOPPEMENT (NGO)
(ook bekend als: TPD
Adres: Goma, Noord-Kivu, Democratische Republiek Congo.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.
Andere informatie: Goma, met provinciale comités in Zuid-Kivu, West- en Oost-Kasai en Maniema. Officieel zijn alle activiteiten sinds 2008 opgeschort. In de praktijk zijn de kantoren van TPD sinds juni 2011 open en betrokken bij aangelegenheden in verband met de terugkeer van ontheemden, verzoeningsinitiatieven binnen de gemeenschap, regeling van grondgeschillen, en dergelijke. Voorzitter en vicevoorzitter van de TPD zijn respectievelijk Eugène Serufuli en Saverina Karomba. Belangrijke leden zijn ook de provincieraadsleden van Noord-Kivu Robert Seninga en Bertin Kirivita. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5278464
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
Betrokken bij schendingen van het wapenembargo, in de vorm van steunverlening aan de RCD-G, met name door het beschikbaar stellen van vrachtwagens voor het transport van wapens en troepen, alsmede door het vervoer van wapens die worden verdeeld onder delen van de bevolking in Masisi en Rutshuru (Noord-Kivu) (begin 2005). Goma, met provinciale comités in Zuid-Kivu, West- en Oost-Kasai en Maniema. Officieel zijn alle activiteiten sinds 2008 opgeschort. In de praktijk zijn de kantoren van TPD sinds juni 2011 open en betrokken bij aangelegenheden in verband met de terugkeer van ontheemden, verzoeningsinitiatieven binnen de gemeenschap, regeling van grondgeschillen, en dergelijke.Voorzitter en vicevoorzitter van de TPD zijn respectievelijk Eugène Serufuli en Saverina Karomba. Belangrijke leden zijn ook de provincieraadsleden van Noord-Kivu Robert Seninga en Bertin Kirivita.
9. UGANDA COMMERCIAL IMPEX (UCI) LTD
Adres: a) Plot 22, Kanjokya Street, Kamwokya, Kampala, Uganda (Tel.: +256 41533578/9), b) PO Box 22709, Kampala, Uganda.
Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007.
Andere informatie: Gouduitvoerbedrijf. (Directie: de heer Jamnadas V. LODHIA — bekend als „Chuni” en zijn zonen, de heren Kunal J. LODHIA en Jitendra J. LODHIA). In januari 2011 hebben de Ugandese autoriteiten het Comité ervan in kennis gesteld dat, nadat bepaalde financiële activa van Uganda Commercial Impex (UCI) waren vrijgesteld, Emirates Gold de schuld van dit bedrijf bij Crane Bank in Kampala heeft terugbetaald, waardoor de rekeningen van UCI konden worden afgesloten. De directie van UCI is betrokken gebleven bij het aankopen van goud uit het oostelijke deel van de DRC. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5278486
Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen voor opneming op de lijst verstrekt door het Sanctiecomité:
UCI kocht goud via een vaste commerciële relatie die het onderhield met handelaren in de DRC die nauwe banden hadden met milities. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van de Resoluties 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden. Gouduitvoerbedrijf. (Voormalige directie: de heer J.V. LODHIA, bekend als „Chuni”, en zijn zoon, de heer Kunal LODHIA). In januari 2011 hebben de Ugandese autoriteiten het Comité ervan in kennis gesteld dat, nadat bepaalde financiële activa van Uganda Commercial Impex (UCI) waren vrijgesteld, Emirates Gold de schuld van dit bedrijf bij Crane Bank in Kampala heeft terugbetaald, waardoor de rekeningen van UCI konden worden afgesloten. De voormalige eigenaar van UCI, J.V. Lodhia, en zijn zoon Kumal Lodhia, zijn betrokken gebleven bij het aankopen van goud uit het oostelijke deel van de DRC.
BIJLAGE II
LIJST VAN PERSONEN EN ENTITEITEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3, LID 2
A. PERSONEN
|
Naam |
Identificatiegegevens |
Motivering |
Datum van opneming op de lijst |
1. |
Ilunga Kampete |
alias Gaston Hughes Ilunga Kampete; alias Hugues Raston Ilunga Kampete. Geboren op 24.11.1964 in Lubumbashi, militair identiteitsnr.: 1-64-86-22311-29. Nationaliteit: DRC. |
Als bevelhebber van de Republikeinse Garde (GR) was Ilunga Kampete verantwoordelijk voor de eenheden van de GR die werden gebruikt op de grond en was hij betrokken bij het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Ilunga Kampete derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. |
12.12.2016 |
2. |
Gabriel Amisi Kumba |
alias Gabriel Amisi Nkumba; alias „Tango Fort”; alias „Tango Four”. Geboren op 28.5.1964 in Malela, militair identiteitsnr.: 1-64-87-77512-30. Nationaliteit: DRC. |
Bevelhebber van de 1e defensiezone van het Congolese leger (FARDC) waarvan de manschappen deelnamen aan het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Gabriel Amisi Kumba derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. |
12.12.2016 |
3. |
Ferdinand Ilunga Luyoyo |
Geboren op 8.3.1973 in Lubumbashi. Paspoortnr.: OB0260335 (geldig van 15.4.2011 tot en met 14.4.2016). Nationaliteit: DRC. |
Als bevelhebber van de oproerbestrijdingsinstantie Légion nationale d'intervention van de Congolese nationale politie (PNC) was Ferdinand Ilunga Luyoyo verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Ferdinand Ilunga Luyoyo derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. |
12.12.2016 |
4. |
Celestin Kanyama |
alias Kanyama Tshisiku Celestin; alias Kanyama Celestin Cishiku Antoine, alias Kanyama Cishiku Bilolo Célestin, alias Esprit de mort. Geboren op 4.10.1960 in Kananga. Nationaliteit: DRC. Paspoortnr.: OB0637580 (geldig van 20.5.2014 tot en met 19.5.2019). Aan hem werd Schengenvisum nr. 011518403 verleend, afgegeven op 2.7.2016. |
Als commissaris van de PNC in Kinshasa was Celestin Kanyama verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Celestin Kanyama derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. |
12.12.2016 |
5. |
John Numbi |
alias John Numbi Banza Tambo; alias John Numbi Banza Ntambo; alias Tambo Numbi. Geboren op 16.8.1962 in Jadotville-Likasi-Kolwezi. Nationaliteit: DRC. |
Als voormalig nationaal inspecteur-generaal van de Congolese nationale politie is John Numbi nog altijd een invloedrijke persoon die met name betrokken was bij de campagne van gewelddadige intimidatie tijdens de gouverneursverkiezingen in maart 2016 in de vier provincies van ex-Katanga in de DRC, en als zodanig is hij verantwoordelijk voor het belemmeren van een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC. |
12.12.2016 |
6. |
Roger Kibelisa |
alias Roger Kibelisa Ngambaswi. Nationaliteit: DRC. |
Als directeur binnenlandse zaken van ANR is Roger Kibelisa betrokken bij de intimidatiecampagne die is gevoerd door personeelsleden van de ANR tegen leden van de oppositie, waaronder willekeurige arrestaties en detenties. Roger Kibelisa heeft derhalve de rechtsstaat ondermijnd en een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC belemmerd. |
12.12.2016 |
7. |
Delphin Kaimbi |
alias Delphin Kahimbi Kasagwe; alias Delphin Kayimbi Demba Kasangwe; alias Delphin Kahimbi Kasangwe; alias Delphin Kahimbi Demba Kasangwe; alias Delphin Kasagwe Kahimbi. Geboren op 15.1.1969 (of: 15.7.1969) in Kiniezire/Goma. Nationaliteit: DRC. Diplomatiek paspoort nr. DB0006669 (geldig van 13.11.2013 tot en met 12.11.2018). |
Hoofd van de militaire inlichtingendienst (ex-DEMIAP), lid van het Centrum voor Nationale Operaties, de structuur voor leiding en controle die verantwoordelijk is voor willekeurige arrestaties en detenties en gewelddadige onderdrukking in Kinshasa in september 2016 en voor manschappen die deelnamen aan intimidatie en willekeurige arrestaties, hetgeen een belemmering vormt van een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC. |
12.12.2016 |
8. |
Evariste Boshab, voormalig vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid |
alias Evariste Boshab Mabub Ma Bileng Geboortedatum: 12.1.1956. Geboorteplaats: Tete Kalamba (DRC). Diplomatiek paspoort nummer: DP 0000003 (geldig van 21.12.2015 tot en met 20.12.2020). Schengenvisum verstreken op 5.1.2017 Nationaliteit: DRC. |
Als vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid van december 2014 tot december 2016 was Evariste Boshab officieel verantwoordelijk voor de politie en veiligheidsdiensten en voor het coördineren van de werkzaamheden van de provinciegouverneurs. In deze hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor arrestaties van activisten en oppositieleden, alsmede voor het buitensporige gebruik van geweld, onder meer bij betogingen in Kinshasa tussen september 2016 en december 2016, wat resulteerde in een groot aantal doden en gewonden onder de burgerbevolking. Evariste Boshab was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. |
29.5.2017 |
▼M15 ————— |
||||
10. |
Alex Kande Mupompa, voormalig gouverneur van Kasaï-Central |
alias Alexandre Kande Mupomba; Kande-Mupompa. Geboortedatum: 23.9.1950. Geboorteplaats: Kananga (DRC). DRC-paspoortnummer: OP 0024910 (geldig van 21.3.2016 tot en met 20.3.2021). Adres: Messidorlaan 217/25, 1180 Ukkel, België Nationaliteit: DRC en België. |
Als gouverneur van Kasaï-Central tot en met oktober 2017 is Alex Kande Mupompa verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld, de gewelddadige onderdrukking en de buitengerechtelijke executies door veiligheidstroepen en de PNC in Kasaï-Central vanaf augustus 2016, waaronder executies in Dibaya in februari 2017. Alex Kande Mupompa was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. |
29.5.2017 |
11. |
Jean-Claude Kazembe Musonda, voormalig gouverneur van Haut-Katanga |
Geboortedatum: 17.5.1963; Geboorteplaats: Kashobwe (DRC). Nationaliteit: DRC. |
Als gouverneur van Haut-Katanga tot april 2017 was Jean-Claude Kazembe Musonda verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige onderdrukking door veiligheidstroepen en de PNC in Haut-Katanga, onder meer tussen 15 en 31 december 2016, toen 12 burgers werden gedood en 64 burgers gewond raakten als gevolg van het gebruik van dodelijk geweld door veiligheidstroepen, onder wie agenten van de PNC, bij protesten in Lubumbashi. Jean-Claude Kazembe Musonda was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. |
29.5.2017 |
12. |
Lambert Mende, minister van Communicatie en Media en woordvoerder van de regering |
alias Lambert Mende Omalanga. Geboortedatum: 11.2.1953. Geboorteplaats: Okolo (DRC). Diplomatiek paspoortnummer: DB0001939 (afgegeven op 4.5.2017 - geldig tot en met 3.5.2022). Nationaliteit: DRC. |
Als minister van Communicatie en Media sinds 2008 is Lambert Mende verantwoordelijk voor het in de DRC gevoerde repressieve mediabeleid, dat het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie schendt en dat een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC ondermijnt. Op 12 november 2016 keurde hij een decreet goed waarmee de mogelijkheid voor buitenlandse mediakanalen om in de DRC uit te zenden wordt beperkt. In strijd met het politiek akkoord dat op 31 december 2016 tussen de presidentiële meerderheid en de oppositiepartijen is bereikt, werden de uitzendingen van een aantal mediakanalen gedurende verschillende maanden onderbroken. In zijn hoedanigheid van minister van Communicatie en Media is Lambert Mende derhalve verantwoordelijk voor het belemmeren van een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing voor verkiezingen in de DRC, onder meer door daden van geweld, onderdrukking of aanzetten tot geweld, of door ondermijning van de rechtsstaat. |
29.5.2017 |
▼M15 ————— |
||||
14. |
Brigadegeneraal Eric Ruhorimbere, plaatsvervangend bevelhebber voor de 21e militaire regio (Mbuji-Mayi) |
alias Eric Ruhorimbere Ruhanga; Tango Two; Tango Deux. Geboortedatum: 16.7.1969. Geboorteplaats: Minembwe (DRC). Militair identiteitsnummer: 1-69-09-51400-64. Nationaliteit: DRC. |
Als plaatsvervangend bevelhebber voor de 21e militaire regio sinds 18 september 2014 was Eric Ruhorimbere verantwoordelijk voor het buitensporige gebruik van geweld en buitengerechtelijke executies door FARDC-strijdkrachten, met name tegen de Nsapu-militie en vrouwen en kinderen. Eric Ruhorimbere was derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. |
29.5.2017 |
15. |
Ramazani Shadari, vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid |
alias Emmanuel Ramazani Shadari Mulanda; Shadary. Geboortedatum: 29.11.1960. Geboorteplaats: Kasongo (DRC). Nationaliteit: DRC. |
Als vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid sinds 20 december 2016 is Ramazani Shadari officieel verantwoordelijk voor de politie- en veiligheidsdiensten en voor het coördineren van de werkzaamheden van de provinciale gouverneurs. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de recente arrestaties van activisten en oppositieleden, alsmede voor het buitensporige gebruik van geweld sinds zijnbenoeming, zoals het gewelddadige optreden tegen leden van de beweging Bundu Dia Kongo (BDK) in Kongo-Central, de onderdrukking in Kinshasa in januari en februari 2017, en het buitensporige gebruik van geweld en de gewelddadige onderdrukking in de Kasaï-provincies. In die hoedanigheid is Ramazani Shadari derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC. |
29.5.2017 |
16. |
Kalev Mutondo, hoofd (officieel administrateur-generaal) van de nationale inlichtingendienst (ANR) |
alias Kalev Katanga Mutondo, Kalev Motono, Kalev Mutundo, Kalev Mutoid, Kalev Mutombo, Kalev Mutond, Kalev Mutondo Katanga, Kalev Mutund. Geboortedatum: 3.3.1957. Paspoortnummer: DB0004470 (afgegeven op 8.6.2012 — geldig tot en met 7.6.2017). |
Als vaste hoofd van de nationale inlichtingendienst (ANR) is Kalev Mutondo betrokken bij en verantwoordelijk voor de willekeurige arrestatie, detentie en mishandeling van oppositieleden, activisten uit het maatschappelijk middenveld en anderen. Hij heeft derhalve de rechtsstaat belemmerd en een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC ondermijnd, en handelingen beraamd of aangestuurd die ernstige schendingen van de mensenrechten in de DRC vormen. |
29.5.2017 |
B. ENTITEITEN
( 1 ) PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99.