Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02010D0603-20110718

    Consolidated text: Besluit 2010/603/GBVB van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende aanvullende maatregelen ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering van het mandaat van het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/603/2011-07-18

    2010D0603 — NL — 18.07.2011 — 001.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    BESLUIT 2010/603/GBVB VAN DE RAAD

    van 7 oktober 2010

    betreffende aanvullende maatregelen ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering van het mandaat van het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY)

    (PB L 265, 8.10.2010, p.15)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      No

    page

    date

    ►M1

    Uitvoeringsbesluit 2011/422/GBVB van de Raad van 18 juli 2011

      L 188

    19

    19.7.2011




    ▼B

    BESLUIT 2010/603/GBVB VAN DE RAAD

    van 7 oktober 2010

    betreffende aanvullende maatregelen ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering van het mandaat van het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY)



    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Raad heeft op 11 oktober 2004 Gemeenschappelijk Standpunt 2004/694/GBVB betreffende aanvullende maatregelen ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering van het mandaat van het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië („ICTY” - International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia) ( 1 ) vastgesteld, teneinde alle geldmiddelen en tegoeden te bevriezen die toebehoren aan personen die door het ICTY in staat van beschuldiging zijn gesteld wegens oorlogsmisdaden, maar die niet bij het ICTY in hechtenis zitten. Dat gemeenschappelijk standpunt is bij Gemeenschappelijk Standpunt 2009/717/GBVB ( 2 ) verlengd tot en met 10 oktober 2010.

    (2)

    De beperkende maatregelen moeten met nog eens een jaar worden verlengd tot en met 10 oktober 2011.

    (3)

    De uitvoeringsmaatregelen van de Unie zijn vervat in Verordening (EG) nr. 1763/2004 van de Raad van 11 oktober 2004 tot vaststelling van bepaalde beperkende maatregelen ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering van het mandaat van het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY) ( 3 ),

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:



    Artikel 1

    1.  Alle geldmiddelen en tegoeden die toebehoren aan de in de bijlage vermelde natuurlijke personen, welke door het ICTY in staat van beschuldiging zijn gesteld, worden bevroren.

    2.  Aan, dan wel ten behoeve van, de in de bijlage vermelde natuurlijke personen mogen geen geldmiddelen of tegoeden rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking worden gesteld.

    3.  Ontheffingen mogen worden verleend voor geldmiddelen of tegoeden die:

    a) nodig zijn voor basisuitgaven, zoals kosten van levensmiddelen, huur of hypotheek, geneesmiddelen en medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en kosten voor het gebruik van openbare nutsvoorzieningen;

    b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de terugbetaling van kosten voor rechtsbijstand;

    c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van vergoedingen of administratiekosten voor het gewone bewaren of in stand houden van bevroren geldmiddelen of tegoeden;

    d) noodzakelijk zijn voor uitzonderlijke uitgaven.

    4.  Lid 2 is niet van toepassing op de creditering van bevroren rekeningen met:

    a) rente of overige inkomsten op die rekeningen; of

    b) verschuldigde betalingen uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verbintenissen die aangegaan of ontstaan zijn vóór het tijdstip waarop die rekeningen aan beperkende maatregelen werden onderworpen,

    4.  op voorwaarde dat alle eventuele rente, overige inkomsten en betalingen onder de toepassing van lid 1 blijven vallen.

    Artikel 2

    1.  De Raad, handelend op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, neemt de nodige wijzigingen van de lijst in de bijlage aan.

    2.  De Raad stelt de betrokken persoon in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de betrokken persoon daarover opmerkingen kan indienen.

    3.  Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon daarvan op de hoogte.

    Artikel 3

    Om het effect van voornoemde maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen als de in dit besluit genoemde te treffen.

    Artikel 4

    Gemeenschappelijk Standpunt 2004/694/GBVB van de Raad wordt hierbij ingetrokken. Verwijzingen naar dit gemeenschappelijk standpunt worden gelezen als verwijzingen naar dit besluit.

    Artikel 5

    1.  Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    2.  Dit besluit is van toepassing tot en met 10 oktober 2011. Het wordt voortdurend getoetst. Het wordt verlengd, of waar passend gewijzigd, indien de Raad oordeelt dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.

    ▼M1




    BIJLAGE



    Lijst van personen bedoeld in artikel 1

     

    Persoon

    Motivering

    1.

    Naam: HADZIC Goran (man)

    Geboortedatum: 7.9.1958

    Geboorteplaats: Vinkovci, Kroatië

    Onderdaan van Servië

    Door het ICTY in staat van beschuldiging gesteld en nog steeds op vrije voeten

    Tenlastelegging: 4 juni 2004

    Zaak nr.: IT-04-75



    ( 1 ) PB L 315 van 14.10.2004, blz. 52.

    ( 2 ) PB L 253 van 25.9.2009, blz. 17.

    ( 3 ) PB L 315 van 14.10.2004, blz. 14.

    Top