Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02009D0564-20150304

    Consolidated text: Beschikking van de Commissie van 9 juli 2009 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan kampeerterreinen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 5618) (Voor de EER relevante tekst) (2009/564/EG)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/564/2015-03-04

    2009D0564 — NL — 04.03.2015 — 002.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 9 juli 2009

    tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan kampeerterreinen

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 5618)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2009/564/EG)

    (PB L 196, 28.7.2009, p.36)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      No

    page

    date

     M1

    BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17 juni 2013

      L 167

    57

    19.6.2013

    ►M2

    BESLUIT (EU) 2015/345 VAN DE COMMISSIE van 2 maart 2015

      L 60

    39

    4.3.2015


    Gerectificeerd bij:

    ►C1

    Rectificatie, PB L 060, 5.3.2011, blz. 23 (2009/564/EG)




    ▼B

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 9 juli 2009

    tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan kampeerterreinen

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 5618)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2009/564/EG)



    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake een herzien communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren ( 1 ) en met name op artikel 6, lid 1, tweede alinea,

    Na raadpleging van het Bureau voor de milieukeur van de Europese Unie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op grond van Verordening (EG) nr. 1980/2000 kan de communautaire milieukeur worden toegekend aan een product waarvan de eigenschappen wezenlijk kunnen bijdragen tot verbeteringen van essentiële milieuaspecten.

    (2)

    Verordening (EG) nr. 1980/2000 bepaalt dat per productengroep specifieke criteria voor de milieukeur worden vastgesteld die op basis van de door het Bureau voor de milieukeur van de Europese Unie opgestelde criteria worden opgesteld.

    (3)

    Die verordening bepaalt voorts dat de herziening van de criteria voor de milieukeur en van de daarmee samenhangende beoordelings- en verificatievereisten tijdig vóór het eind van de geldigheidsperiode van de voor iedere productengroep gespecificeerde criteria moet plaatsvinden.

    (4)

    Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1980/2000 is een tijdige herziening uitgevoerd van de milieucriteria en van de daarmee samenhangende beoordelings- en verificatievereisten die zijn vastgesteld in Beschikking 2005/338/EG van de Commissie van 14 april 2005 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan kampeerterreinen ( 2 ). Die milieucriteria en de daarmee samenhangende beoordelings- en verificatievereisten zijn geldig tot en met 31 oktober 2009.

    (5)

    Bij die herziening is het wenselijk de definitie van de productengroep te wijzigen en nieuwe milieucriteria vast te stellen om rekening te houden met wetenschappelijke en marktontwikkelingen.

    (6)

    De milieucriteria en de daarmee samenhangende beoordelings- en verificatievereisten moeten geldig zijn tot vier jaar na de datum van vaststelling van deze beschikking.

    (7)

    Voor kampeerterreinen moeten de milieucriteria worden onderverdeeld in verplichte en optionele criteria.

    (8)

    Wat betreft de aanvraagkosten en de vergoedingen voor het gebruik van de milieukeur door micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen ( 3 ), is het in verband met de beperkte middelen van de micro-ondernemingen en hun aandeel binnen deze productengroep wenselijk om kortingen toe te passen in aanvulling op die van Verordening (EG) 1980/2000 en de artikelen 1 en 2 van Beschikking 2000/728/EG van de Commissie van 10 november 2000 tot vaststelling van de aanvraagkosten en de jaarlijkse vergoedingen voor de communautaire milieukeur ( 4 ), overeenkomstig artikel 5 van Beschikking 2000/728/EG.

    (9)

    Beschikking 2005/338/EG moet derhalve worden vervangen.

    (10)

    Er moet een overgangsperiode worden vastgesteld voor dienstverleners van wie de diensten de milieukeur voor kampeerterreinen hebben ontvangen op grond van de criteria van Beschikking 2005/338/EG, zodat zij voldoende tijd hebben om hun diensten aan te passen aan de herziene criteria en vereisten. Het moet dienstverleners ook worden toegestaan om aanvragen in te dienen krachtens de criteria van Beschikking 2005/338/EG, dan wel krachtens de criteria van deze beschikking, totdat de geldigheid van die beschikking verstrijkt.

    (11)

    De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 ingestelde comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:



    Artikel 1

    1.  De productengroep „kampeerterreinen” omvat als hoofddienst tegen vergoeding de verstrekking van kampeerplaatsen die zijn uitgerust voor kampeermiddelen binnen een vastgestelde ruimte.

    De productengroep omvat ook andere onderkomens voor logiesverstrekking aan gasten en openbare ruimten met gemeenschappelijke voorzieningen indien deze binnen de vastgestelde ruimte worden geboden.

    2.  De diensten die binnen die vastgestelde ruimte worden geboden, kunnen ook het bereiden en serveren van voedsel en vrijetijdsactiviteiten onder het beheer van de beheerder of eigenaar van het kampeerterrein omvatten.

    3.  Voor de toepassing van deze beschikking omvat het bereiden en serveren van voedsel het ontbijt en omvatten fitness- en vrijetijdsactiviteiten sauna’s, zwembaden en alle andere soortgelijke faciliteiten op het kampeerterrein en de groenvoorzieningen die geen deel uitmaken van de kampeerterreinstructuur, zoals parken en tuinen die voor de gasten toegankelijk zijn.

    4.  Voor de toepassing van deze beschikking geldt voor micro-ondernemingen de definitie van Aanbeveling 2003/361/EG.

    Artikel 2

    1.  Voor de toekenning van de communautaire milieukeur krachtens Verordening (EG) nr. 1980/2000 (hierna „de milieukeur” genoemd) moet een kampeerterrein aan alle onderstaande voorwaarden voldoen:

    a) het moet onder de productengroep „kampeerterreinen” vallen;

    b) het moet voldoen aan alle criteria in afdeling A van de bijlage bij deze beschikking;

    c) het moet voldoen aan een voldoende aantal criteria in afdeling B van de bijlage bij deze beschikking teneinde het in de leden 2 en 3 bedoelde aantal punten te behalen.

    2.  Voor de toepassing van lid 1, onder c), moet het kampeerterrein ten minste het volgende aantal punten ontvangen:

    a) twintig punten voor de hoofddienst;

    b) vierentwintig punten indien bovendien andere onderkomens voor logiesverstrekking aan gasten worden geboden.

    3.  De in lid 2 bedoelde respectieve punten worden verhoogd met de volgende punten, mits aangeboden door dezelfde beheerder of eigenaar van het kampeerterrein:

    a) drie punten voor het bereiden en serveren van voedsel;

    b) drie punten voor groenvoorzieningen of buitengebieden die toegankelijk zijn voor gasten en die geen deel uitmaken van de kampeerterreinstructuur;

    c) drie punten voor fitness- of vrijetijdsactiviteiten of vijf punten wanneer de fitness- of vrijetijdsactiviteit plaatsvindt in een „wellnesscentrum”.

    Artikel 3

    1.  In afwijking van artikel 1, lid 3, van Beschikking 2000/728/EG worden bij een door een micro-onderneming ingediende aanvraag om toekenning van de milieukeur de aanvraagkosten met 75 % verlaagd, waarbij geen andere korting mogelijk is.

    2.  In afwijking van artikel 2, lid 5, eerste zin, van Beschikking 2000/728/EG bedraagt de minimale jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van de milieukeur door een micro-onderneming 100 EUR.

    3.  De jaaromzet voor alle kampeerterreinen wordt berekend door de leveringsprijs te vermenigvuldigen met het aantal overnachtingen en het resultaat van deze vermenigvuldiging met 50 % te verminderen. De leveringsprijs is de door de gast betaalde gemiddelde vergoeding voor een overnachting, met inbegrip van alle kosteloze diensten.

    4.  De in artikel 2, leden 6 tot en met 10, van Beschikking 2000/728/EG vastgestelde kortingen op de minimale jaarlijkse vergoeding zijn van toepassing

    ▼M2

    Artikel 4

    De milieucriteria voor de productengroep „kampeerterreinen”, alsmede de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en verificatie, zijn geldig tot en met 31 december 2016.

    ▼B

    Artikel 5

    Voor administratieve doeleinden wordt aan de productengroep „kampeerterreinen” het codenummer „026” toegekend.

    Artikel 6

    Beschikking 2005/338/EG wordt ingetrokken.

    Artikel 7

    1.  Aanvragen voor de milieukeur die binnen de productengroep „kampeerterreinen” vallen en zijn ingediend vóór de datum van vaststelling van deze beschikking, worden beoordeeld overeenkomstig Beschikking 2005/338/EG.

    2.  Aanvragen voor de milieukeur die binnen de productengroep „kampeerterreinen” vallen en zijn ingediend vanaf de datum van vaststelling van deze beschikking, maar uiterlijk op 31 oktober 2009, kunnen worden gebaseerd op de criteria van Beschikking 2005/338/EG dan wel de criteria van deze beschikking.

    Die aanvragen worden beoordeeld overeenkomstig de criteria waarop zij zijn gebaseerd.

    3.  Wanneer de milieukeur wordt toegekend op grond van een aanvraag die is beoordeeld aan de hand van de criteria die zijn vastgesteld in Beschikking 2005/338/EG, kan die milieukeur worden gebruikt tot twaalf maanden na de datum van vaststelling van deze beschikking.

    Artikel 8

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.




    BIJLAGE

    KADER

    De doelstellingen van deze criteria

    Deze criteria hebben tot doel de voornaamste milieueffecten van de drie fasen van de levenscyclus van de dienst van een kampeerterrein (aankoop, dienstverlening, afvalvorming) te beperken. In het bijzonder gaat het erom:

     het energieverbruik te beperken,

     het waterverbruik te beperken,

     de afvalproductie te beperken,

     het gebruik van hernieuwbare hulpbronnen en van stoffen die minder gevaarlijk voor het milieu zijn, te bevorderen,

     milieuvoorlichting en -educatie te bevorderen.

    Specificaties

    Kampeermiddelen in de zin van artikel 1 omvatten onder meer tenten, caravans, mobilhomes en kampeerwagens. Onderkomens voor logiesverstrekking aan gasten omvatten faciliteiten zoals bungalows, verhuurde kampeermiddelen en appartementen. Openbare ruimten met gemeenschappelijke voorzieningen omvatten onder meer was- en kookfaciliteiten, supermarkten en informatiefaciliteiten.

    Beoordelings- en verificatievereisten

    De specifieke beoordelings- en verificatievereisten worden direct onder elk criterium in de afdelingen A en B vermeld.

    In voorkomend geval mogen andere dan de voor elk criterium vermelde beproevingsmethoden en -normen worden gehanteerd voor zover de bevoegde instantie die de aanvraag beoordeelt deze als gelijkwaardig aanvaardt.

    Wanneer de aanvrager verklaringen, documentatie, analyses, testrapporten of ander bewijsmateriaal moet indienen om aan te tonen dat aan de criteria wordt voldaan, wordt ervan uitgegaan dat deze afkomstig mogen zijn van de aanvrager en/of van diens leveranciers en/of van hun toeleveranciers enz., naargelang van het geval.

    De bevoegde autoriteiten dienen inspecties ter plaatse uit te voeren voordat de vergunning wordt verleend.

    In voorkomend geval mogen de bevoegde instanties om ondersteunende documentatie vragen en onafhankelijke verificaties uitvoeren. Gedurende de vergunningsperiode zullen de bevoegde instanties de overeenstemming met de criteria controleren.

    De bevoegde instanties wordt aanbevolen bij de beoordeling van aanvragen en de controle op de overeenstemming met de criteria rekening te houden met de toepassing van erkende milieubeheerssystemen zoals EMAS of ISO 14001.

    (Opmerking: implementatie van dergelijke beheerssystemen is niet verplicht.)

    Algemene vereisten

    Om voor de milieukeur in aanmerking te komen, dient de aanvrager te voldoen aan communautaire, nationale en plaatselijke vereisten. In het bijzonder moet het volgende worden gewaarborgd:

    1. De fysieke structuur is legaal gebouwd en voldoet aan alle relevante wet- of regelgeving van het gebied waar deze is gebouwd, in het bijzonder betreffende het behoud van landschap en biodiversiteit;

    2. De fysieke structuur voldoet aan de communautaire, nationale en plaatselijke wet- en regelgeving inzake energiebehoud, waterbronnen, waterzuivering en -lozing, afvalinzameling en -verwerking, onderhoud van apparatuur, veiligheids- en gezondheidsvoorschriften;

    3. De onderneming is operationeel en geregistreerd, zoals vereist door nationale en/of plaatselijke wetgeving, en het personeel is legaal in dienst en verzekerd.

    AFDELING A

    VERPLICHTE CRITERIA ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1

    ENERGIE

    1.    Elektriciteit uit hernieuwbare bronnen

    Ten minste 50 % van de elektriciteit die voor alle doeleinden wordt gebruikt, moet worden geleverd door hernieuwbare energiebronnen als gedefinieerd in Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en van de Raad. ( 5 )

    Dit criterium is niet van toepassing op kampeerterreinen die geen toegang hebben tot een markt die uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte energie aanbiedt.

    Bindende contractuele beperkingen (zoals boetebepalingen) van minimaal twee jaar voor de wijziging van energieleverancier kan worden beschouwd als „geen toegang” tot een markt die uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte energie aanbiedt.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van (of het contract met) de elektriciteitsleverancier over waaruit blijkt om welke hernieuwbare energiebron(nen) het gaat, welk percentage van de geleverde elektriciteit van een hernieuwbare bron afkomstig is, documentatie over de gebruikte ketels (warmtegeneratoren), indien van toepassing, en een indicatie van het maximaal leverbare percentage. Ingevolge Richtlijn 2001/77/EG worden met hernieuwbare energiebronnen hernieuwbare niet-fossiele energiebronnen bedoeld (windenergie, zonne-energie, aardwarmte, golfenergie, getijdenenergie, waterkracht, biomassa, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas). Wanneer het kampeerterrein geen toegang heeft tot een markt die uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte energie aanbiedt, moet documentatie worden overlegd om de aanvraag van hernieuwbare energie aan te tonen.

    2.    Steenkool en zware oliën

    Zware oliën met een zwavelgehalte van meer dan 0,1 % en steenkool mogen niet als energiebron worden gebruikt. Steenkool die voor decoratiehaarden wordt gebruikt, is uitgezonderd van dit criterium.

    Dit criterium is alleen van toepassing op kampeerterreinen met een onafhankelijk verwarmingssysteem.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, waarin wordt aangegeven van welke energiebronnen wordt gebruikgemaakt.

    3.    Rendement en warmtegeneratie

    Als er een nieuwe warmtegeneratiecapaciteit wordt geïnstalleerd binnen de geldigheidsduur van de toegekende milieukeur, moet dit een hoogrendabele warmtekrachtkoppelingseenheid (zoals gedefinieerd in artikel 3 en bijlage III bij Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 6 )), een warmtepomp of een ketel met een hoog rendement zijn. In het laatste geval moet het rendement van een dergelijke ketel vier sterren zijn (ca. 92 % bij 50 °C en 95 % bij 70 °C), zulks gemeten volgens Richtlijn 92/42/EEG van de Raad ( 7 ), dan wel volgens relevante productnormen en voorschriften voor ketels die niet onder die richtlijn vallen.

    Bestaande olie- en gasgestookte centraleverwarmingsketels zoals gedefinieerd in Richtlijn 92/42/EEG moeten voldoen aan rendementsnormen die ten minste gelijk zijn aan drie sterren, zoals bepaald in de richtlijn. Bestaande warmtekrachtkoppelingseenheden moeten voldoen aan de definitie van hoog rendement in Richtlijn 2004/8/EG.

    Het rendement van ketels die niet onder Richtlijn 92/42/EEG ( 8 ) vallen, moet in overeenstemming zijn met de instructies van de fabrikant en met voor het rendement geldende nationale en plaatselijke wetgeving, maar voor dergelijke bestaande ketels (met uitzondering van ketels op biomassa) wordt een rendement onder 88 % niet geaccepteerd.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een technische specificatie van de verantwoordelijke voor de verkoop en/of het onderhoud van de ketel over, met opgave van het rendement.

    4.    Airconditioning

    Airconditioners voor huishoudelijk gebruik die binnen de geldigheidsduur van de toegekende milieukeur worden aangekocht, moeten ten minste zijn ingedeeld in energie-efficiëntieklasse A zoals bepaald in Richtlijn 2002/31/EG van de Commissie ( 9 ), of een vergelijkbare energie-efficiëntie hebben.

    Opmerking: dit criterium is niet van toepassing op airconditioners die ook andere energiebronnen kunnen gebruiken, op luchtwater- en waterwaterapparaten, en evenmin op eenheden met een output (koelvermogen) van meer dan 12 kW.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt technische specificaties over van de fabrikant of van beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de verkoop, de installatie en/of het onderhoud van het airconditioningsysteem.

    5.    Energierendement van gebouwen

    Het kampeerterrein moet voldoen aan nationale wetgeving en plaatselijke bouwbesluiten met betrekking tot energierendement en de energieprestaties van gebouwen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt het energiecertificaat krachtens Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 10 ) over of, indien niet aanwezig in het nationale tenuitvoerleggingssysteem, de resultaten van een energiecontrole, uitgevoerd door een onafhankelijke deskundige op het gebied van energieprestaties van gebouwen.

    6.    Raamisolatie

    Alle ramen in verwarmde en/of van airconditioning voorziene kamers en gemeenschappelijke ruimten moeten, volgens de plaatselijke regelingen en naargelang de vereisten van het klimaat, een aangepaste graad van warmte-isolatie hebben en tevens in passende mate van geluidsisolatie zijn voorzien. (Dit geldt niet voor verhuurde caravans en mobilhomes die niet in het bezit zijn van de eigenaar van het kampeerterrein.)

    Alle ramen in verwarmde en/of van airconditioning voorziene kamers en gemeenschappelijke ruimten die zijn toegevoegd of vernieuwd na het verkrijgen van de communautaire milieukeur, moeten voldoen aan Richtlijn 2002/91/EG (artikelen 4, 5 en 6) en Richtlijn 89/106/EEG van de Raad ( 11 ) en hierop betrekking hebbende nationale technische vereisten voor de tenuitvoerlegging ervan.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van een beroepstechnicus over waarin wordt bevestigd dat aan dit criterium wordt voldaan, en die de waarden van de warmtedoorgangscoëfficient bevat (U-waarde). Voor ramen die voldoen aan Richtlijn 2002/91/EG moet de aanvrager het energiecertificaat overleggen of, indien niet beschikbaar in het nationale tenuitvoerleggingssysteem, een verklaring van de aannemer.

    7.    Uitschakelen van verwarming of airconditioning

    Indien de verwarming en/of de airconditioning niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer de ramen openstaan, moet de gast in gemakkelijk toegankelijke informatie worden verzocht de ramen te sluiten wanneer de verwarming of de airconditioning aanstaat. Individuele verwarmings- en/of airconditioningsystemen die zijn aangeschaft na verkrijging van de communautaire milieukeur moeten worden uitgerust met een automatisch uitschakelingsmechanisme wanneer de ramen zijn geopend.

    Dit criterium is alleen van toepassing op kampeerterreinen met verwarming en/of airconditioning.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met de tekst van de informatie voor de gasten (voor zover van toepassing).

    8.    Uitschakelen van lichten

    Indien er in de verhuurde onderkomens geen inrichting aanwezig is om de lichten automatisch uit te schakelen, moet de gast in gemakkelijk toegankelijke informatie worden verzocht dit bij het verlaten van het onderkomen zelf te doen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met de informatieprocedures.

    9.    Energie-efficiënte gloeilampen

    a) Ten minste 80 % van alle op het kampeerterrein gebruikte gloeilampen behoren tot energie-efficiëntieklasse A als gedefinieerd in Richtlijn 98/11/EG van de Commissie ( 12 ). Dit geldt niet voor lampen met zodanige fysieke eigenschappen dat vervanging door spaarlampen niet mogelijk is.

    b) 100 % van de gloeilampen met waarschijnlijk meer dan vijf branduren per dag moet behoren tot energie-efficiëntieklasse A als gedefinieerd in Richtlijn 98/11/EG. Dit geldt niet voor lampen met zodanige fysieke eigenschappen dat vervanging door spaarlampen niet mogelijk is.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met beide delen van dit criterium over, tezamen met een aanduiding van de energie-efficiëntieklasse van de verschillende gebruikte gloeilampen.

    10.    Apparaten voor buitenverwarming

    Op het kampeerterrein worden uitsluitend apparaten gebruikt die gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen om gebieden in de openlucht te verwarmen, zoals rookruimtes of terrassen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, waarin wordt aangegeven van welke energiebronnen wordt gebruikgemaakt, wanneer apparaten op hernieuwbare energie worden gebruikt.

    WATER

    11.    Debiet van kranen en douches

    Het gemiddelde debiet van kranen en douches, exclusief badkranen, keukenkranen en vulstations, mag niet hoger zijn dan 9 liter per minuut.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over en relevante documentatie, tezamen met een toelichting waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet.

    12.    Afvalemmers in toiletten

    Elk toilet moet een geschikte afvalemmer hebben en de gast moet worden verzocht bepaalde soorten afval niet in het toilet, maar in de daarvoor bestemde afvalemmer te deponeren.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met de desbetreffende tot de gasten gerichte informatie.

    13.    Doorspoeling van urinoirs

    Alle urinoirs moeten worden voorzien van hetzij een automatisch (met tijdmechanisme), hetzij een handmatig doorspoelsysteem, zodat er niet voortdurend wordt doorgespoeld.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met relevante documentatie over de geïnstalleerde urinoirs.

    14.    Verschonen van handdoeken en lakens

    De gast wordt bij aankomt geïnformeerd over het milieubeleid op het kampeerterrein. In deze informatie wordt vermeld dat lakens en handdoeken in verhuurde onderkomens hetzij op verzoek van de gast worden verschoond, hetzij standaard volgens de frequentie die is vastgesteld in het milieubeleid van het kampeerterrein of is vereist bij wetgeving en/of nationale regelgeving. Dit geldt alleen voor verhuurde onderkomens waar de verstrekking van handdoeken en/of lakens bij de dienst is inbegrepen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met relevante documentatie waaruit blijkt hoe de gast wordt geïnformeerd en hoe het kampeerterrein ingaat op de verzoeken van de gast.

    15.    Juiste verwijdering van afvalwater

    Het kampeerterrein informeert gasten en personeelsleden over de juiste wijze van afvalwaterlozing ter voorkoming van lozing van stoffen die de behandeling van afvalwater kunnen verhinderen, overeenkomstig het gemeentelijk afvalwaterplan en communautaire regelgeving. Wanneer er geen gemeentelijk afvalwaterplan is, verschaft het kampeerterrein een algemene lijst van stoffen die niet met het afvalwater mogen worden geloosd, overeenkomstig Richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 13 ).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met relevante documentatie (indien beschikbaar afvalwaterplan en mededeling aan gasten en personeel).

    DETERGENTEN EN ONTSMETTINGSMIDDELEN

    16.    Ledigingspunt voor chemische toiletten

    Indien het kampeerterrein over een septische tank beschikt, moet het afval uit chemische toiletten afzonderlijk of anderszins op correcte wijze worden ingezameld en behandeld. Indien het terrein op de openbare riolering is aangesloten, is een speciale afvoerbak of ledigingsvoorziening ter voorkoming van morsen voldoende.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, alsmede relevante documentatie met inbegrip van specifieke verwijderingsvoorschriften van de plaatselijke overheidsinstantie, tezamen met informatie over de chemische afvoerbak.

    17.    Ontsmettingsmiddelen

    Ontsmettingsmiddelen mogen alleen worden gebruikt indien zij nodig zijn om aan de wettelijke hygiënevoorschriften te voldoen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een aanduiding van de plaatsen waar en de tijdstippen waarop ontsmettingsmiddelen worden gebruikt.

    AFVAL

    18.    Afvalscheiding door de gasten

    Gasten worden geïnformeerd over hoe en waar zij hun afval kunnen scheiden overeenkomstig de beste plaatselijke of nationale systemen binnen de gebieden waartoe het kampeerterrein behoort. Passende bakken voor gescheiden afval moeten net zo gemakkelijk bereikbaar zijn als de bakken voor restafval.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met relevante documentatie over de informatie aan gasten en de uitleg waar de bakken op het kampeerterrein staan.

    19.    Afvalscheiding

    Afval wordt gescheiden in de categorieën die door de lokale of nationale afvalbeheerdiensten afzonderlijk kunnen worden behandeld, waarbij speciale voorzichtigheid wordt betracht met betrekking tot gevaarlijk afval, dat wordt gescheiden, ingezameld en verwijderd zoals genoemd in Beschikking 2000/532/EG van de Commissie ( 14 ), en er worden stappen ondernomen voor een passende verwerking ervan. Deze lijst omvat onder andere toners, inkt, koel- en elektrische apparatuur, batterijen, spaarlampen, geneesmiddelen, oliën en vetten enz., en elektrische apparaten zoals genoemd in Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 15 ) en Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 16 ).

    Indien de plaatselijke instanties niet in gescheiden afvalinzameling en/of -verwijdering voorzien, moet de leiding van het kampeerterrein deze instanties schriftelijk haar bereidheid mededelen om het afval gescheiden aan te bieden, en haar bezorgdheid uiten over het ontbreken van gescheiden afvalinzameling en/of -verwijdering. Indien de plaatselijke instantie geen voorzieningen voor de verwijdering van gevaarlijk afval heeft, moet de aanvrager ieder jaar een verklaring van deze instantie overleggen waarin wordt bevestigd dat een systeem voor de verwijdering van gevaarlijk afval ontbreekt.

    Het verzoek aan de plaatselijke instantie om te voorzien in gescheiden afvalinzameling en/of -verwijdering moet jaarlijks worden herhaald.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een aanduiding van de verschillende afvalcategorieën die de lokale instanties accepteren, en/of relevante contracten met particuliere bedrijven. In voorkomend geval moet de aanvrager jaarlijks de desbetreffende verklaring aan de lokale instantie overleggen.

    20.    Wegwerpproducten

    Tenzij de wet zulks vereist, mogen geen wegwerptoiletartikelen (niet navulbaar), zoals shampoo en zeep, en andere producten (niet herbruikbaar) zoals douchekapjes, borstels, nagelvijltjes enz. worden gebruikt. Waar dergelijke producten bij wet worden vereist, moet de aanvrager zijn gasten beide mogelijkheden bieden en hen met passende communicatie stimuleren om de niet-wegwerpartikelen te gebruiken.

    Wegwerpbekers en -glazen en wegwerpborden en -bestek mogen uitsluitend worden gebruikt wanneer zij zijn gemaakt van hernieuwbare grondstoffen en biologisch afbreekbaar en composteerbaar zijn volgens EN 13432.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met relevante informatie waarin wordt uitgelegd hoe aan het criterium wordt voldaan (inclusief de wetgeving op grond waarvan het gebruik van wegwerpproducten vereist is) en consistente documentatie betreffende de navulbare producten en/of de aan de gasten verstrekte informatie betreffende het stimuleren van het gebruik van herbruikbare producten (indien van toepassing).

    Teneinde aan te tonen dat wegwerpbekers en -glazen en wegwerpborden en -bestek voldoen aan deze criteria, moet bewijs van de naleving van EN 13432 worden overgelegd.

    21.    Ontbijtverpakkingen

    Tenzij de wet zulks vereist mogen geen portieverpakkingen worden gebruikt bij het serveren van ontbijt en ander voedsel, met uitzondering van smeerbare dierlijke vetproducten (zoals boter, margarine en zachte kaas), chocoladepasta en pindakaas, en confituur en jam voor diëten of diabetici.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, en een uitvoerige toelichting waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met een lijst van gebruikte portieverpakkingen en de wetgeving waarin dit wordt vereist.

    ANDERE DIENSTEN

    22.    Rookverbod in openbare ruimten

    Alle openbare binnenruimten bevatten een gedeelte waar niet mag worden gerookt.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over.

    23.    Openbaar vervoer

    Gasten en personeel moeten via het belangrijkste communicatiekanaal gemakkelijk toegang hebben tot informatie over de manier waarop het kampeerterrein met het openbaar vervoer bereikbaar is. Wanneer openbaar vervoer niet voorhanden is, moet tevens informatie over andere uit milieuoogpunt te prefereren middelen van vervoer worden verschaft.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met exemplaren van het beschikbare informatiemateriaal.

    ALGEMEEN BEHEER

    Aanvragers met een uit hoofde van Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad ( 17 ) geregistreerd of op grond van ISO 14001 gecertificeerd milieubeheerssysteem voldoen automatisch aan onderstaande algemene beheerscriteria, met uitzondering van de criteria 28, 29 en 30 (gegevensverzameling en informatie). In zulke gevallen vormt de EMAS-registratie of de ISO 14001-certificering het bewijs dat aan deze criteria wordt voldaan.

    24.    Onderhoud van ketels en airconditioningsystemen

    Onderhoud van ketels en airconditioningsystemen moet ten minste eenmaal per jaar plaatsvinden, of vaker naargelang van de wettelijke vereisten of de behoefte, en wel door behoorlijk gekwalificeerde beroepstechnici, op basis van IEC- of nationale normen waar deze van toepassing zijn, dan wel volgens de instructies van de fabrikant.

    Voor airconditioningsystemen moet het onderhoud (controle op lekkage en reparaties) worden uitgevoerd volgens Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad ( 18 ), in lijn met de hoeveelheid F-gas (gefluoreerd broeikasgas) die het systeem bevat, als volgt:

     ten minste één keer per jaar voor systemen die 3 kg of meer F-gas bevatten (dit geldt niet voor apparaten met hermetisch afgesloten systemen, die als zodanig zijn geëtiketteerd en minder dan 6 kg gefluoreerd broeikasgas bevatten);

     ten minste één keer per halfjaar voor systemen die 30 kg of meer F-gas bevatten;

     ten minste één keer per drie maanden voor systemen die 300 kg of meer F-gas bevatten.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met alle delen van dit criterium over, tezamen met een beschrijving van de ketels en hun onderhoudsplan, alsmede met bijzonderheden over de met het onderhoud belaste personen/bedrijven en een lijst van punten die bij het onderhoud worden gecontroleerd.

    Voor airconditioningsystemen die 3 kg of meer F-gas bevatten, verstrekt de aanvrager documenten over de hoeveelheid en het type F-gas dat is geïnstalleerd, de toegevoegde hoeveelheden en de tijdens het onderhoud en de uiteindelijke afvoer teruggewonnen hoeveelheden, evenals de identificatie van het bedrijf of de monteur die verantwoordelijk is voor het onderhoud, alsmede de data en resultaten van controles op lekkage en relevante informatie waarin de aparte stationaire apparatuur met meer dan 30 kg F-gas wordt vermeld.

    25.    Beleid en milieuprogramma

    De bedrijfsleiding moet een milieubeleid hebben en een eenvoudige milieubeleidsverklaring alsmede een nauwkeurig geformuleerd actieprogramma opstellen om te verzekeren dat dit milieubeleid daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

    In het actieprogramma moeten doelstellingen worden aangegeven voor de te leveren milieuprestaties met betrekking tot energie, water, chemicaliën en afval, welke om de twee jaar, met inachtneming van de optionele criteria en de verzamelde gegevens (indien beschikbaar), moeten worden herzien. Hierbij moet de persoon worden vermeld die optreedt als milieuverantwoordelijke van het kampeerterrein en die verantwoordelijk is voor het nemen van de nodige maatregelen en de verwezenlijking van de milieudoelstellingen. Het milieubeleid kan door de gasten worden geraadpleegd. Door middel van vragen- of controlelijsten zullen op- en aanmerkingen van gasten worden verzameld en hiermee moet rekening worden gehouden.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een exemplaar van het milieubeleid of de beleidsverklaring en het actieprogramma, en van de procedures die worden gevolgd om rekening te houden met de inbreng van gasten.

    26.    Opleiding van personeel

    De leiding van het kampeerterrein moet zorgen voor informatie en opleiding voor het personeel, waaronder schriftelijk vastgelegde procedures of handleidingen, om te zorgen dat milieumaatregelen worden toegepast en om het personeel milieuvriendelijk gedrag bij te brengen. De volgende onderwerpen worden in het bijzonder onder de aandacht gebracht:

    Betreffende energiebesparing:

     Het personeel wordt opgeleid in manieren om energie te besparen.

    Betreffende waterbesparing:

     Het personeel wordt opgeleid om elke dag te controleren of er zichtbare lekken zijn en zo nodig passende maatregelen te nemen;

     Bloemen en buitengebieden worden gewoonlijk vóór de middag of na zonsondergang bewaterd, waar dit door regionale of klimatologische omstandigheden wenselijk is;

     Het personeel wordt ingelicht over het beleid van het kampeerterrein inzake criterium 14 betreffende het verschonen van handdoeken, en wordt geïnstrueerd over de manier om aan dit criterium te voldoen.

    Betreffende chemische stoffen:

     Het personeel wordt opgeleid om de aanbevolen hoeveelheid detergenten en ontsmettingsmiddelen die op de verpakking worden vermeld, niet te overschrijden.

    Betreffende afval:

     Het personeel wordt opgeleid om afval in categorieën die afzonderlijk kunnen worden behandeld door de plaatselijke of nationale afvalbeheerdiensten, zoals gedefinieerd in criterium 19, in te zamelen, te scheiden en naar passende afvalverwerking te brengen;

     Het personeel wordt opgeleid om gevaarlijk afval, zoals genoemd in Beschikking 2000/532/EG en zoals gedefinieerd in criterium 19, in te zamelen, te scheiden en naar passende afvalverwerking te brengen.

    Alle nieuwe personeelsleden krijgen een passende opleiding binnen vier weken na aanvang van hun werkzaamheden en alle personeelsleden ten minste één keer per jaar.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met bijzonderheden over het opleidingsprogramma en, de inhoud ervan, onder vermelding van welke medewerkers welke opleiding hebben gekregen en de data waarop deze opleidingen hebben plaatsgevonden. De aanvrager legt ook exemplaren van procedures en personeelsmededelingen betreffende alle genoemde onderwerpen over.

    27.    Informeren van gasten

    De leiding van het kampeerterrein moet de gasten, inclusief conferentiedeelnemers, informeren over haar milieubeleid, met inbegrip van veiligheids- en brandveiligheidsaspecten, en hen vragen de uitvoering te ondersteunen. De aan gasten kenbaar gemaakte informatie verwijst naar de genomen maatregelen in het kader van het milieubeleid en geeft informatie over de communautaire milieukeur. Aan de gasten moet bij de receptie informatie worden uitgereikt, met inbegrip van een vragenlijst waarin zij hun visie op de milieuaspecten van het kampeerterrein kenbaar kunnen maken. Verzoeken aan de gasten om de milieudoelstellingen te ondersteunen, moeten voor hen zichtbaar worden aangebracht, en met name in de openbare ruimten en de verhuurde onderkomens.

    De specifieke acties voor de verschillende gebieden zijn als volgt:

    Betreffende energie:

     Indien van toepassing, volgens criteria 7 en 8, gasten informeren over het uitschakelen van verwarming, airconditioning en lampen.

    Betreffende water en afvalwater:

     In de sanitaire ruimten en badkamers is passende informatie aanwezig voor de gast over hoe hij het kampeerterrein kan helpen water te besparen;

     De gast wordt gevraagd het personeel te waarschuwen bij lekkages;

     In de toiletten worden gasten via mededelingen gevraagd hun afval in de afvalbakken te deponeren, in plaats van in de toiletten;

     De gasten worden geïnformeerd over de noodzaak en plicht om afvalwater correct uit hun mobiele verblijfplaatsen af te voeren.

    Betreffende afval:

     Gasten worden geïnformeerd over het afvalbeperkingsbeleid van het kampeerterrein en het gebruik van kwaliteitsproducten in plaats van wegwerpproducten en portieverpakkingen, en worden aangemoedigd om niet-wegwerpproducten te gebruiken in gevallen waar de wetgeving het gebruik van wegwerpartikelen vereist;

     Gasten worden geïnformeerd over hoe en waar zij binnen het gebied dat tot het kampeerterrein behoort, volgens de plaatselijke of nationale systemen afval kunnen scheiden en waar ze gevaarlijke stoffen kunnen inleveren.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met exemplaren van de informatiebladen en mededelingen ten behoeve van de gasten, en geeft aan welke procedures worden gevolgd om de vragenlijsten te verspreiden en in te zamelen en met de antwoorden rekening te houden.

    28.    Gegevens over energie- en waterverbruik

    Het kampeerterrein moet procedures hebben voor het inzamelen en bijhouden van gegevens over het totale energieverbruik (kWh), het verbruik van elektriciteit en andere energie (kWh), en het waterverbruik (in liter).

    De gegevens moeten tijdens het openingsseizoen van het kampeerterrein waar mogelijk maandelijks of ten minste jaarlijks worden verzameld en eveneens worden uitgedrukt in verbruik per overnachting en per m2 binnenruimte.

    Het kampeerterrein moet de resultaten jaarlijks doorgeven aan de bevoegde instantie die de aanvraag heeft beoordeeld.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een beschrijving van de procedures. Bij de aanvraag voegt hij de gegevens van bovengenoemd verbruik over ten minste de zes voorgaande maanden (indien beschikbaar), en vervolgens verstrekt hij deze gegevens jaarlijks, steeds over het voorgaande jaar of de voorgaande openingsperiode. Voor het woongedeelte (langdurig verblijf) mag het aantal overnachtingen worden gebaseerd op een schatting door de eigenaar van het kampeerterrein.

    29.    Inzameling van andere gegevens

    Het kampeerterrein moet procedures hebben voor het inzamelen en het bijhouden van gegevens over het verbruik van chemicaliën, uitgedrukt in kg en/of liter, waarbij wordt vermeld of het product al dan niet geconcentreerd is, alsmede de hoeveelheid geproduceerd afval (in liter en/of kg ongesorteerd afval).

    De gegevens moeten waar mogelijk maandelijks of ten minste jaarlijks worden ingezameld en moeten eveneens worden uitgedrukt in verbruik of productie per overnachting en per m2 binnenruimte.

    Het kampeerterrein moet de resultaten jaarlijks doorgeven aan de bevoegde instantie die de aanvraag heeft beoordeeld.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een beschrijving van de procedures. Bij de aanvraag voegt hij de gegevens van bovengenoemd verbruik over ten minste de zes voorgaande maanden (indien beschikbaar), en vervolgens verstrekt hij deze gegevens jaarlijks, steeds over het voorgaande jaar of de voorgaande openingsperiode. De aanvrager geeft aan welke diensten er worden aangeboden en of wasgoed ter plaatse wordt gereinigd.

    30.    In de milieukeur op te nemen informatie

    Kader 2 van de milieukeur moet de volgende tekst bevatten:

     Dit kampeerterrein neemt actief maatregelen om hernieuwbare energiebronnen te gebruiken, om energie en water te besparen, om de hoeveelheid afval te beperken en om het plaatselijke milieu te verbeteren.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager verstrekt een voorbeeld van de wijze waarop hij de milieukeur zal gebruiken, alsmede een verklaring dat aan dit criterium is voldaan.

    AFDELING B

    OPTIONELE CRITERIA ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LEDEN 1 EN 2

    Aan elk van de criteria in dit deel is een waarde in punten of in gedeelten daarvan toegekend. Om voor toekenning van de milieukeur in aanmerking te komen, moet een kampeerterrein een minimumaantal punten behalen. Indien het aanbieden van andere onderkomens voor logiesverstrekking aan gasten geen deel uitmaakt van de door het kampeerterrein aangeboden diensten, bedraagt de vereiste minimumscore 20; is dit wel het geval, dan bedraagt de minimumscore 24.

    Het vereiste puntentotaal wordt voor elk van de volgende bijkomende, door de beheerder of eigenaar van het kampeerterrein aangeboden diensten met drie punten verhoogd:

     het bereiden en serveren van voedsel (inclusief ontbijt);

     fitness- of vrijetijdsactiviteiten; hieronder vallen sauna’s, zwembaden en alle andere soortgelijke faciliteiten op het kampeerterrein. Als de fitness- of vrijetijdsactiviteiten worden uitgevoerd in een wellnesscentrum, wordt het vereiste puntentotaal verhoogd met vijf in plaats van drie punten;

     groenvoorzieningen die geen deel uitmaken van de kampeerterreinstructuur, zoals parken, bossen en tuinen die voor de gasten toegankelijk zijn.

    ENERGIE

    31.    Opwekken van elektriciteit door middel van hernieuwbare energiebronnen (maximaal 4 punten)

    Het kampeerterrein moet beschikken over een elektriciteitsopwekking met zonne-energie (zonnecellen), plaatselijke waterkracht, aardwarmte, biomassa of windenergie waardoor in ten minste 20 % van de totale jaarlijkse elektriciteitsbehoefte wordt voorzien of zal worden voorzien (2 punten).

    Het kampeerterrein moet een nettohoeveelheid elektriciteit aan het elektriciteitsnet leveren die uit hernieuwbare energiebronnen is geproduceerd (2 punten).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over het systeem voor zonne-energie, waterkracht, aardwarmte, biomassa of windenergie en gegevens over de potentiële en effectieve output, evenals documentatie over de elektriciteitsstromen van en naar het elektriciteitsnet als bewijs van eventuele nettobijdragen aan elektriciteit uit hernieuwbare bronnen aan het elektriciteitsnet.

    32.    Energie uit hernieuwbare energiebronnen (maximaal 2 punten)

    Ten minste 70 % van de totale energie die wordt gebruikt om ruimten te verwarmen of te koelen of om sanitair water te verwarmen, moet afkomstig zijn van hernieuwbare energiebronnen (1,5 punt; 2 punten wanneer 100 % van de daarvoor gebruikte energie van het kampeerterrein afkomstig is uit hernieuwbare bronnen).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met gegevens over het energieverbruik bij de verwarming van ruimten en warm water, alsmede documentatie waaruit blijkt dat ten minste 70 % of 100 % van deze energie door hernieuwbare energiebronnen wordt geleverd.

    33.    Energie-efficiëntie van de verwarmingsketel (1,5 punt)

    Het kampeerterrein moet beschikken over één of meer viersterrenketels als bedoeld in Richtlijn 92/42/EEG.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met passende documentatie.

    34.    De NOx-emissies van de ketel(s) (1,5 punt)

    De ketel(s) moet(en) behoren tot klasse 5 van de norm EN 297 prA3 inzake NOx-emissies en moet(en) minder produceren dan 60 mg NOx/kWh (gasgestookte ketel met rookgascondensor) of 70 mg NOx/kWh (gasgestookte ketel zonder rookgascondensor met een nominale output van maximaal 120 kW).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een rapport of technische specificaties van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de verkoop en/of het onderhoud van de ketel.

    35.    Stadsverwarming (1,5 punt)

    De verwarming van het kampeerterrein moet worden verzorgd via een efficiënt stadsverwarmingssysteem, voor de toepassing van de milieukeur als volgt gedefinieerd.

    Het genereren van warmte geschiedt in hoogrendabele warmtekrachtkoppelingseenheden zoals gedefinieerd in Richtlijn 2004/8/EG en de daarmee verband houdende beschikkingen van de Commissie of ketels die alleen warmte produceren met een rendement dat vergelijkbaar is met of hoger is dan de van toepassing zijnde referentiewaarde, die is vastgesteld bij Beschikking 2007/74/EG van de Commissie ( 19 ).

    En bovendien:

     de leidingen in het distributienet van de stadsverwarming moeten voldoen aan de vereisten als bepaald in de van toepassing zijnde CEN-normen voor dergelijke leidingen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie waaruit blijkt dat er een aansluiting op het stadsverwarmingssysteem is.

    36.    Warmtekrachtkoppeling (1,5 punt)

    De voor de sanitaire faciliteiten, openbare ruimten en verhuurde onderkomens benodigde elektriciteit en warmte moet worden geleverd door een hoogrendabele warmtekrachtkoppelingseenheid, overeenkomstig Richtlijn 2004/8/EG. Indien het kampeerterrein zelf een dergelijke warmtekrachtkoppelingseenheid heeft, moet deze minimaal 70 % van het totale warmte- en elektriciteitsverbruik ter plaatse leveren. De levering wordt berekend overeenkomstig de methode van Richtlijn 2004/8/EG.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over de betrokken warmtekrachtkoppelingcentrale.

    37.    Warmtepomp (maximaal 2 punten)

    Het kampeerterrein moet beschikken over een warmtepomp voor warmteproductie en/of airconditioning (1,5 punt). Het kampeerterrein moet beschikken over een warmtepomp met de communautaire milieukeur of een andere milieukeur van ISO-type I (2 punten).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over de warmtepomp.

    38.    Warmteterugwinning (maximaal 1,5 punt)

    Het kampeerterrein moet beschikken over een warmteterugwinningssysteem voor één (1 punt) of twee (1,5 punt) van de volgende categorieën: koelsystemen, ventilatoren, wasmachines, afwasmachines, zwembad(en) en sanitair afvalwater.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over de gebruikte warmteterugwinningssystemen.

    39.    Temperatuurregeling (1,5 punt)

    In elke openbare ruimte en elk verhuurd onderkomen moet de temperatuur onafhankelijk van de andere ruimten kunnen worden ingesteld.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over de gebruikte temperatuurregelingssystemen.

    40.    Energieprestatiecontroles voor gebouwen (1,5 punt)

    Het kampeerterrein moet worden onderworpen aan een tweejaarlijkse energieprestatiecontrole door een onafhankelijke deskundige en moet ten minste twee aanbevelingen voor het verbeteren van de energieprestatie, afkomstig uit de controle, uitvoeren.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt het verslag van de energieprestatiecontrole over, evenals gedetailleerde documentatie over hoe het kampeerterrein aan dit criterium heeft voldaan.

    41.    Airconditioning (maximaal 2 punten)

    Alle airconditioners voor huishoudelijk gebruik op het kampeerterrein hebben een energie-efficiëntieklasse die 15 % boven de drempel ligt om in aanmerking te komen voor klasse A in Richtlijn 2002/31/EG (1,5 punt). Alle airconditioners voor huishoudelijk gebruik op het kampeerterrein hebben een energie-efficiëntieklasse die 30 % boven de drempel ligt om in aanmerking te komen voor klasse A in Richtlijn 2002/31/EG (2 punten).

    Dit criterium is niet van toepassing op apparaten die ook andere energiebronnen kunnen gebruiken, op luchtwater- en waterwaterapparaten en op eenheden met een output (koelvermogen) van meer dan 12 kW.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt relevante documentatie over waarin de conformiteit met dit criterium wordt aangetoond.

    42.    Automatische uitschakeling van de airconditioning en verwarming (1,5 punt)

    Er moet een automatisch systeem zijn waardoor de airconditioning en verwarming van verhuurde onderkomens wordt uitgeschakeld wanneer de ramen openstaan.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de verkoop, de installatie en/of het onderhoud van het airconditioningsysteem.

    43.    Bioklimatologische architectuur (3 punten)

    De gebouwen op het kampeerterrein moeten zijn gebouwd volgens de beginselen van de bioklimatologische architectuur.

    Beoordeling en verificatie:de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met de passende documentatie.

    44.    Energie-efficiënte koelkasten (1 punt), ovens (1 punt), afwasmachines (1 punt), wasmachines (1 punt), droogtrommels (1 punt) en kantoorapparatuur (maximaal 3 punten)

    a) (1 punt): alle koelkasten voor huishoudelijk gebruik moeten behoren tot efficiëntieklasse A+ of A++ overeenkomstig Richtlijn 94/2/EG van de Commissie ( 20 ), en alle minibars en frigobars moeten ten minste tot klasse B behoren.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager verschaft de nodige documentatie waaruit de energieklasse van alle koelkasten, minibars en frigobars blijkt.

    b) (1 punt): alle elektrische ovens voor huishoudelijk gebruik moeten behoren tot energie-efficiëntieklasse A overeenkomstig Richtlijn 2002/40/EG van de Commissie ( 21 ).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager verschaft de nodige documentatie waaruit de energieklasse van alle elektrische ovens voor huishoudelijk gebruik blijkt.

    Opmerking: het criterium geldt niet voor ovens die niet werken op elektriciteit of anderszins niet binnen de werkingssfeer van Richtlijn 2002/40/EG vallen (bijvoorbeeld industriële ovens).

    c) (1 punt): alle afwasmachines voor huishoudelijk gebruik moeten behoren tot energie-efficiëntieklasse A overeenkomstig Richtlijn 97/17/EG van de Commissie ( 22 ).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager verschaft de nodige documentatie waaruit de energieklasse van alle afwasmachines blijkt.

    Opmerking: het criterium geldt niet voor afwasmachines die niet binnen de werkingssfeer van Richtlijn 97/17/EG vallen (bijvoorbeeld industriële afwasmachines).

    d) (1 punt): alle wasmachines voor huishoudelijk gebruik moeten behoren tot energie-efficiëntieklasse A overeenkomstig Richtlijn 95/12/EG van de Commissie ( 23 ).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager verschaft documentatie waaruit de energieklasse van alle wasmachines blijkt.

    Opmerking: het criterium geldt niet voor wasmachines die niet binnen de werkingssfeer van Richtlijn 95/12/EG vallen (bijvoorbeeld industriële wasmachines).

    e) (1 punt): ten minste 80 % van alle kantoorapparatuur (pc’s, beeldschermen, faxmachines, printers, scanners, fotokopieermachines) moet in aanmerking komen voor het „Energy Star”-etiket overeenkomstig Verordening (EG) nr. 106/2008 van het Europees Parlement en de Raad ( 24 ) en Besluit 2003/168/EG van de Commissie ( 25 ).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager verschaft documentatie waaruit blijkt dat de kantoorapparatuur in aanmerking komt voor de Energy Star.

    f) (1 punt): alle elektrische droogtrommels moeten behoren tot energie-efficiëntieklasse A overeenkomstig Richtlijn 95/13/EG van de Commissie ( 26 ).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager verschaft documentatie waaruit de energieklasse van alle elektrische droogtrommels blijkt.

    Opmerking: het criterium geldt niet voor elektrische droogtrommels die niet binnen de werkingssfeer van Richtlijn 95/13/EG vallen (bijvoorbeeld industriële droogtrommels).

    45.    Elektrische hand- en haardrogers met bewegingssensor (maximaal 2 punten)

    Alle elektrische handdrogers (1 punt) en haardrogers (1 punt) moeten met een bewegingssensor zijn uitgerust of een milieukeur van ISO-type I hebben.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt passende ondersteunende documentatie over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet.

    46.    Plaatsing van koelkasten (1 punt)

    Koelkasten in de keukens, kiosken en winkels moeten in overeenstemming met de energiebesparingsbeginselen worden geplaatst en afgesteld teneinde energieverspilling te verminderen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet.

    47.    Automatisch uitschakelen van de verlichting in verhuurde onderkomens (1,5 punt)

    Van de verhuurde onderkomens van het kampeerterrein moet 95 % zijn voorzien van automatische systemen die de verlichting uitschakelen wanneer de gast het onderkomen verlaat.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de installatie en/of het onderhoud van deze systemen.

    48.    Sauna met tijdschakeling (1 punt)

    Alle sauna’s en hamams moeten zijn voorzien van een tijdschakeling of een personeelsprocedure waarin het aan- en uitschakelen wordt geregeld.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de installatie en/of het onderhoud van deze systemen.

    49.    Zwembadverwarming op basis van hernieuwbare energiebronnen (maximaal 1,5 punt)

    De energie voor de verwarming van het zwembadwater moet afkomstig zijn van hernieuwbare energiebronnen. Ten minste 50 %: 1 punt, 100 %: 1,5 punt.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met gegevens over het energieverbruik voor de verwarming van zwembadwater, alsmede documentatie waaruit blijkt welk percentage van de verbruikte energie door hernieuwbare energiebronnen wordt geleverd.

    50.    Automatisch uitschakelen van de buitenverlichting (1,5 punt)

    De buitenverlichting die niet nodig is om veiligheidsredenen, moet na een bepaalde tijd automatisch worden uitgeschakeld of door een bewegingssensor worden geactiveerd.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de installatie en/of het onderhoud van deze systemen.

    WATER

    51.    Gebruik van regenwater (2 punten) en gerecycleerd water (2 punten)

    a) (2 punten): regenwater moet worden opgevangen en worden gebruikt voor andere doeleinden dan sanitair- of drinkwater.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie, alsmede doeltreffende garanties dat de voorziening van het sanitair- en drinkwater volledig gescheiden is gehouden.

    b) (2 punten): gerecycleerd water moet worden opgevangen en worden gebruikt voor andere doeleinden dan sanitair- of drinkwater.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie, alsmede doeltreffende garanties dat de voorziening van het sanitair- en drinkwater volledig gescheiden is gehouden.

    52.    Automatische bewateringssystemen voor zones in de buitenlucht (1,5 punt)

    Het kampeerterrein moet zijn voorzien van een automatisch systeem dat de bewateringstijden en het waterverbruik voor de groenvoorzieningen in de buitenlucht optimaliseert.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    53.    Debiet van kranen en douchekoppen (1,5 punt)

    Het gemiddelde debiet van alle kranen en douchekoppen, uitgezonderd badkranen en vulstations, mag niet meer bedragen dan 8 l per minuut.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    54.    Doorspoeling wc’s (1,5 punt)

    Ten minste 95 % van de wc’s mag niet meer dan zes liter water per doorspoeling verbruiken.

    Beoordeling en verificatie:de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    55.    Waterverbruik van de afwasmachines (1 punt)

    Het waterverbruik van de afwasmachines (uitgedrukt als W(gemeten)) mag ten hoogste gelijk zijn aan de drempelwaarde als gedefinieerd in onderstaande vergelijking, waarbij van dezelfde testmethode (EN 50242) en dezelfde programmacyclus wordt uitgegaan als die welke voor Richtlijn 97/17/EG zijn gekozen:

    W(gemeten) ≤ (0,625 × S) + 9,25

    waarbij:

    W(gemeten) = het gemeten waterverbruik van de afwasmachine in liter per cyclus, uitgedrukt tot op één decimaal nauwkeurig,

    S = het van toepassing zijnde aantal standaardcouverts van de afwasmachine.

    Het criterium geldt alleen voor afwasmachines voor huishoudelijk gebruik.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de fabricage, de verkoop of het onderhoud van de afwasmachines, of toont aan dat de afwasmachines een communautaire milieukeur hebben.

    56.    Waterverbruik van de wasmachines (1 punt)

    De door gasten en personeel op het kampeerterrein of door het bedrijf waaraan de was is uitbesteed gebruikte wasmachines mogen ten hoogste 12 l water per kg was verbruiken, zulks gemeten overeenkomstig EN 60456, met gebruikmaking van dezelfde standaardcyclus „katoen 60 °C” als die welke voor Richtlijn 95/12/EG is gekozen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de fabricage, de verkoop of het onderhoud van de wasmachines, of toont aan dat de wasmachines een communautaire milieukeur hebben. De beheerder van het kampeerterrein verschaft technische documentatie afkomstig van het bedrijf waaraan de was wordt uitbesteed, waaruit blijkt dat hun wasmachines aan dit criterium voldoen.

    57.    Temperatuur en debiet van het kraanwater (1 punt)

    Bij ten minste 95 % van de kranen moeten watertemperatuur en -debiet nauwkeurig en onmiddellijk regelbaar zijn.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    58.    Tijdschakelaars voor douches (1,5 punt)

    Alle douches in sanitaire faciliteiten/gemeenschappelijke ruimten moeten een tijdschakelaar of een bewegingssensor hebben waardoor de waterstraal na een bepaalde tijd of wanneer zij niet worden gebruikt, wordt onderbroken.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    59.    Afdekking van zwembaden (1 punt)

    ’s Nachts en wanneer het gevulde zwembad meer dan een dag niet wordt gebruikt, moet het worden afgedekt om afkoeling van het zwembadwater te voorkomen en verdamping te verminderen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    60.    Ontdooien (maximaal 1,5 punt)

    Wanneer de wegen op het kampeerterrein om veiligheidsredenen sneeuw- of ijsvrij moeten worden gemaakt, dient dit met mechanische hulpmiddelen of zand/grind te gebeuren (1,5 punt).

    Indien chemische ontdooiingsmiddelen worden gebruikt, moeten dit middelen zijn die niet meer dan 1 % chloride-ionen (Cl-) bevatten (1 punt) of die de communautaire milieukeur of een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I (1,5 punt) hebben.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    61.    Vermelding van de hardheid van het water (maximaal 2 punten)

    Bij sanitaire ruimten, wasmachines en afwasmachines moet informatie over de plaatselijke waterhardheid worden verstrekt (1 punt), zodat gasten en personeel een beter gebruik van detergenten kunnen maken, of moet een automatisch doseringssysteem (1 punt) worden toegepast dat een optimaal gebruik van detergenten aan de hand van de waterhardheid mogelijk maakt.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met relevante documentatie waaruit blijkt hoe de gast wordt geïnformeerd.

    62.    Waterbesparende urinoirs (1,5 punt)

    Alle urinoirs moeten een systeem zonder water gebruiken of een handmatig/elektronisch doorspoelsysteem hebben waardoor het mogelijk is dat elk urinoir afzonderlijk en alleen bij gebruik wordt doorgespoeld.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt uitgebreide ondersteunende documentatie over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet.

    63.    Gebruik van inheemse soorten voor nieuwe groenvoorzieningen (1 punt)

    De bomen en struiken die voor de beplanting van groenvoorzieningen worden gebruikt, moeten tot de inheemse soorten behoren.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt de relevante specificatie over, waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie van een deskundige.

    DETERGENTEN EN ONTSMETTINGSMIDDELEN

    64.    Detergenten (maximaal 3 punten)

    Aan ten minste 80 gewichtspercent van alle door het kampeerterrein gebruikte handafwasmiddelen en/of machineafwasmiddelen en/of wasmiddelen en/of allesreinigers en/of sanitairreinigers en/of zeep en shampoo moet de communautaire milieukeur of een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I zijn toegekend (1 punt voor elk van deze detergenten met een maximum van 3 punten).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt gegevens en documentatie (inclusief relevante facturen) over waaruit blijkt in welke hoeveelheden deze producten zijn gebruikt en aan welke hoeveelheden een milieukeur is toegekend.

    65.    Verven en vernissen voor gebruik binnens- en buitenshuis (maximaal 2 punten)

    Ten minste 50 % van het binnen- en/of buitenschilderwerk van de gebouwen en de verhuurde onderkomens, met uitzondering van verhuurde caravans en mobilhomes, moet gebeuren met verf en vernis voor gebruik binnens- en/of buitenshuis waaraan de communautaire milieukeur of een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I is toegekend (1 punt voor verf en vernis voor gebruik binnenshuis en 1 punt voor verf en vernis voor gebruik buitenshuis).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt gegevens en documentatie (inclusief relevante facturen) over waaruit blijkt in welke hoeveelheden deze producten zijn gebruikt en aan welke hoeveelheden een milieukeur is toegekend.

    66.    Auto's wassen alleen op speciaal ingerichte plaatsen (1 punt)

    Auto's wassen wordt niet toegestaan, of wordt alleen toegestaan op plaatsen die speciaal zijn ingericht om het gebruikte water en de schoonmaakproducten op te vangen en af te voeren naar de riolering.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    67.    Bevordering van alternatieven voor synthetische aanmaakproducten voor barbecues (1 punt)

    De winkels mogen geen synthetische aanmaakproducten voor barbecues, maar uitsluitend alternatieve producten zoals raapzaadolie en hennepproducten verkopen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over.

    68.    Zwembaden: dosering van gebruikte ontsmettingsmiddelen (1 punt) of natuurlijke/milieuvriendelijke zwembaden (1 punt)

    Het zwembad moet zijn voorzien van een automatisch doseringssysteem waardoor steeds de minimaal vereiste hoeveelheid ontsmettingsmiddel voor een optimaal hygiënisch resultaat wordt gebruikt (1 punt).

    Of

    Het zwembad is natuurlijk of milieuvriendelijk, waarbij uitsluitend natuurlijke elementen zowel de hygiëne als de veiligheid van de zwemmers waarborgen (1 punt).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager verschaft technische documentatie over het automatische doseringssysteem of over het type natuurlijk/milieuvriendelijk zwembad en het onderhoud hiervan.

    69.    Mechanisch reinigen (1 punt)

    Het kampeerterrein moet nauwkeurig vastgestelde reinigingsprocedures zonder chemicaliën hebben, zoals het gebruik van microvezelproducten of andere niet-chemische schoonmaakmaterialen of -methoden met soortgelijke resultaten.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voor zover relevant.

    70.    Biologisch tuinieren (2 punten)

    De openluchtzones moeten worden beheerd zonder gebruikmaking van bestrijdingsmiddelen of in overeenstemming met de beginselen van de biologische landbouw als bepaald in Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad ( 27 ), dan wel als bepaald in het nationale recht of als vastgesteld in erkende nationale programma’s voor biologische landbouw.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voor zover relevant.

    71.    Insecten en ongedierte werende middelen (maximaal 2 punten)

    Het ontwerp van de gebouwen en de hygiënische praktijken (zoals het bouwen op palen om ratten te weren en het gebruik van muskietennetten en „muggenspiralen”) moeten erop zijn gericht dat het gebruik van insecten en ongedierte werende middelen tot een absoluut minimum kan worden beperkt (1 punt).

    Indien insecten en ongedierte werende middelen worden gebruikt, moeten dit middelen zijn die zijn toegelaten voor biologische landbouw (zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 834/2007) of die de communautaire milieukeur of een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I hebben (1 punt).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voor zover relevant.

    AFVAL

    72.    Compostering (maximaal 2 punten)

    Op het kampeerterrein moet het organisch afval worden gescheiden (tuinafval: 1 punt; keukenafval: 1 punt) en moet worden gezorgd dat dit wordt gecomposteerd in overeenstemming met de plaatselijk geldende richtsnoeren (bijv. via de lokale overheid, op het kampeerterrein zelf of door een particulier bedrijf).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voor zover relevant.

    73.    Dranken in wegwerpverpakkingen (2 punten)

    Dranken in wegwerpverpakkingen mogen niet worden aangeboden op plaatsen die het eigendom zijn van of rechtstreeks worden beheerd door de eigenaar van het kampeerterrein.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over en geeft hierbij aan welke producten in wegwerpverpakking eventueel worden gebruikt en op grond van welke wetgeving dit gebeurt.

    74.    Verwijdering van olie/vet (maximaal 2 punten)

    Er moeten vetscheiders worden geïnstalleerd en voor bakken en frituren gebruikte vetten en oliën moeten op passende wijze worden ingezameld en verwijderd (1 punt). De gasten worden in de gelegenheid gesteld om door henzelf gebruikte vetten/oliën op passende wijze te verwijderen (1 punt).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    75.    Gelekte vloeistoffen op het parkeerterrein (1 punt)

    Olie en soortgelijke gelekte vloeistoffen van voertuigen op het parkeerterrein moeten worden ingezameld en op passende wijze verwijderd.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    ▼C1

    76.    Gebruikt textiel, meubilair en andere producten (maximaal 2 punten)

    ▼B

    Gebruikt meubilair, textiel en andere producten zoals elektronische apparatuur moeten overeenkomstig het kampeerterreinbeleid aan liefdadigheidsinstellingen worden geschonken (2 punten) of worden verkocht (1 punt) aan andere organisaties die dergelijke goederen inzamelen en weer in omloop brengen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met ondersteunende documentatie van de organisaties in kwestie.

    ANDERE DIENSTEN

    77.    Reglementering van het verkeer op het kampeerterrein (1 punt)

    Al het verkeer (gasten en onderhoud/vervoer) op het kampeerterrein moet worden beperkt tot vastgestelde tijden en zones.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    78.    Verkeer van het kampeerterrein (1 punt)

    Voor vervoer en onderhoud op het kampeerterrein mogen geen voertuigen met verbrandingsmotor worden gebruikt.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    79.    Bagage- en boodschappenwagentjes op het kampeerterrein (1 punt)

    Voor het vervoer van bagage en boodschappen op het kampeerterrein worden wagentjes of andere niet-gemotoriseerde vervoermiddelen gratis aan de gasten ter beschikking gesteld.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    80.    Onverharde oppervlakken (1 punt)

    Ten minste 90 % van het oppervlak van het kampeerterrein mag niet zijn verhard met asfalt, cement of ander materiaal dat een behoorlijke afwatering en doorluchting van de bodem verhindert.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    81.    Dakbegroeiing (2 punten)

    Ten minste 50 % van de gebouwen op het kampeerterrein met een hiervoor geschikt dak (plat of met een geringe helling) dat niet voor andere doeleinden wordt gebruikt, moet met gras of planten zijn begroeid.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    82.    Milieuvoorlichting en -educatie (maximaal 3 punten)

    De beheerder van het kampeerterrein moet de gasten via milieuvoorlichting en -educatie informeren over biodiversiteit, landschap en natuurbehoudmaatregelen ter plaatse (1,5 punt). In het activiteitenprogramma voor de gasten moet aandacht worden besteed aan milieueducatie (1,5 punt).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    83.    Rookverbod in openbare ruimten en in de verhuurde onderkomens (maximaal 1,5 punt)

    In 100 % van de openbare binnenruimten en ten minste 70 % (1 punt) of ten minste 95 % (1,5 punt) van de verhuurde onderkomens moet een rookverbod gelden.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager dient aan te geven hoeveel ruimten er zijn, om wat voor ruimten het gaat en in welke hiervan roken niet is toegestaan.

    84.    Fietsen (1,5 punt)

    Er moeten fietsen aan de gasten ter beschikking worden gesteld. (Ten minste drie fietsen per 50 kampeerplaatsen en/of verhuurde onderkomens.)

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet.

    85.    Ophaaldienst (1punt)

    Het kampeerterrein moet gasten die met het openbaar vervoer reizen bij aankomst een ophaaldienst bieden met milieuvriendelijke transportmiddelen, zoals elektrische auto’s of paardenkoetsen.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met een voorbeeld van hoe dit aan de gasten wordt meegedeeld.

    86.    Statiegeldflessen of navulbare flessen (maximaal 3 punten)

    Op het kampeerterrein moeten dranken in statiegeldflessen of navulbare flessen worden aangeboden: frisdranken (1 punt), bier (1 punt), water (1 punt).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie van de flessenleveranciers.

    87.    Gebruik van oplaadbare/navulbare producten (maximaal 2 punten)

    Op het kampeerterrein mogen uitsluitend oplaadbare batterijen voor afstandsbedieningen van televisies (1 punt) en/of navulbare inktcassettes voor printers en fotokopieermachines (1 punt) worden gebruikt.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie van de leveranciers van de batterijen en/of de bedrijven die de inktcassettes navullen.

    88.    Papierproducten (maximaal 3 punten)

    Aan ten minste 80 % van het gebruikte toilet-/tissuepapier en/of kantoorpapier en/of drukwerk moet de communautaire milieukeur of een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I zijn toegekend (1 punt voor elk van deze drie categorieën papierproducten).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt gegevens en documentatie (inclusief relevante facturen) over waaruit blijkt in welke hoeveelheden deze producten zijn gebruikt en aan welke hoeveelheden een milieukeur is toegekend.

    89.    Duurzame goederen (maximaal 3 punten)

    Aan ten minste 30 % van elke categorie van de op het kampeerterrein aanwezige duurzame goederen (zoals beddengoed, handdoeken, tafellinnen, pc’s, portables, tv’s, matrassen, meubelen, wasmachines, vaatwassers, koelkasten, stofzuigers, vloerbedekkingen, gloeilampen) moet de communautaire milieukeur, dan wel een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I zijn toegekend (1 punt voor elke categorie duurzame goederen, maar maximaal 3).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt gegevens en documentatie over waaruit blijkt in welke hoeveelheden deze producten aanwezig zijn en aan welke hoeveelheden een milieukeur is toegekend.

    90.    Lokale voedselproducten (maximaal 3 punten)

    Bij iedere maaltijd, met inbegrip van het ontbijt moeten ten minste twee voedselproducten van lokale oorsprong worden aangeboden, die (voor verse groenten en fruit) niet buiten het seizoen mogen vallen (1,5 punt).

    Voor zover van toepassing is de consumptie van lokaal met uitsterven bedreigde soorten zoals specifieke vis- en schaaldiersoorten, „bushmeat” (exotisch wild), en garnalen uit kweekvijvers die de mangrovebossen bedreigen, op de verkooppunten van voedsel (1,5 punt) en in de winkels (1,5 punt) verboden.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    91.    Biologisch voedsel (maximaal 3 punten)

    Van ten minste twee gerechten (1 punt) of het hele menu inclusief ontbijt (2 punten) en van ten minste vier in de winkel verkochte producten (1 punt) moeten de hoofdingrediënten met gebruikmaking van biologische teeltmethoden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 834/2007 of volgens een milieukeur van ISO-type I zijn geproduceerd.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

    92.    Kwaliteit van de binnenlucht (maximaal 4 punten)

    Op het kampeerterrein wordt gezorgd voor een optimale kwaliteit van de binnenlucht door middel van een van de volgende maatregelen:

     de kamers, verhuurde onderkomens en gemeenschappelijke ruimten moeten voldoen aan bijlage I, punt 3, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad ( 28 ) en mogen uitsluitend schilderwerk, decoraties, meubelen en andere materialen bevatten die een communautaire milieukeur hebben of een andere, vergelijkbare milieukeur voor lage emissie van ISO-type I (2 punten);

     de kamers, verhuurde onderkomens en gemeenschappelijke ruimten moeten geurvrij zijn, de lakens, handdoeken en het textielgoed moeten worden gewassen met geurvrije wasmiddelen (1 punt) en het reinigen gebeurt met geurvrije middelen (1 punt).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met passende ondersteunende documentatie. Met betrekking tot het vereiste van geurvrijheid wordt een lijst van componenten/ingrediënten van geurvrije was- en schoonmaakmiddelen als voldoende beschouwd.

    ALGEMEEN BEHEER

    93.    EMAS-registratie (3 punten) of ISO-certificering (2 punten) van het kampeerterrein

    Het kampeerterrein moet zijn geregistreerd in het kader van het communautaire milieubeheer- en auditsysteem (EMAS) (3 punten) of zijn gecertificeerd volgens ISO 14001 (2 punten).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager levert passend bewijs van de EMAS-registratie of de ISO 14001-certificering.

    94.    EMAS-registratie (1,5 punt) of ISO-certificering (1 punt) van leveranciers

    Ten minste één van de hoofdleveranciers of dienstverstrekkers van het kampeerterrein moet een EMAS-registratie hebben (1,5 punt) of gecertificeerd zijn volgens ISO 14001 (1 punt).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager levert passend bewijs van de EMAS-registratie of de ISO 14001-certificering van ten minste één van de hoofdleveranciers.

    95.    Naleving van verplichte criteria door onderaannemers (maximaal 4 punten)

    Wanneer bijkomende diensten voor het bereiden en serveren van voedsel of fitness- of vrijetijdsactiviteiten worden uitbesteed, moeten deze diensten voldoen aan alle verplichte criteria in deze bijlage, die op die specifieke diensten van toepassing zijn (2 punten voor elke dienst voor voedsel en dranken en/of fitness- of vrijetijdsactiviteiten op het kampeerterrein).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt passende documentatie van contractuele overeenkomsten met zijn onderaannemers over hun conformiteit met de verplichte criteria over.

    96.    Energie- en watermeters (maximaal 2 punten)

    Het kampeerterrein moet over extra energie- en watermeters beschikken, zodat gegevens over het verbruik van verschillende activiteiten en/of machines zoals kamer-, was- en keukendiensten en/of specifieke machines als koelkasten, wasmachines enz. kunnen worden verzameld (1 punt). Elke kampeerplaats moet zijn eigen energie- en/of watermeter hebben (1 punt).

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met een analyse van de verzamelde gegevens (voor zover reeds beschikbaar).

    97.    Aanvullende milieuacties (maximaal 3 punten)

    Hetzij

    a) aanvullende milieuacties (maximaal 1,5 punt per actie, in totaal maximaal 3 punten): de beheerder van het kampeerterrein onderneemt acties in aanvulling op die welke deel uitmaken van de criteria in deze afdeling of in afdeling A om de milieuprestaties van het kampeerterrein te verbeteren. De met de beoordeling van de aanvraag belaste bevoegde instantie kent punten aan deze acties toe met een maximum van 1,5 punt per actie.

    Beoordeling en verificatie: de aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een volledige beschrijving van elke aanvullende actie waarvan de aanvrager wenst dat deze in aanmerking wordt genomen.

    Hetzij:

    b) milieukeur (3 punten): aan het kampeerterrein moet één van de nationale of regionale milieukeuren van ISO-type I zijn toegekend.

    Beoordeling en verificatie:de aanvrager levert passend bewijs van de toekenning van een milieukeur.



    ( 1 ) PB L 237 van 21.9.2000, blz. 1.

    ( 2 ) PB L 108 van 29.4.2005, blz. 67.

    ( 3 ) PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

    ( 4 ) PB L 293 van 22.11.2000, blz. 18.

    ( 5 ) PB L 283 van 27.10.2001, blz. 33.

    ( 6 ) PB L 52 van 21.2.2004, blz. 50.

    ( 7 ) PB L 167 van 22.6.1992, blz. 17.

    ( 8 ) Artikel 3 van Richtlijn 92/42/EEG sluit de volgende ketels uit: centraleverwarmingsketels die gestookt kunnen worden met verschillende brandstoffen, waaronder vaste brandstoffen; doorstroomtoestellen voor de ogenblikkelijke bereiding van warm water; ketels die moeten worden gestookt met brandstoffen waarvan de eigenschappen aanzienlijk afwijken van normaal in de handel verkrijgbare olie en gas (industriële restgassen, biogas en dergelijke); fornuizen en toestellen die zijn ontworpen om hoofdzakelijk de ruimte waarin zij zijn geïnstalleerd te verwarmen, en die als nevenfunctie tevens warm water leveren voor centrale verwarming en voor gebruik als tapwater.

    ( 9 ) PB L 86 van 3.4.2002, blz. 26.

    ( 10 ) PB L 1 van 4.1.2003, blz. 65.

    ( 11 ) PB L 40 van 11.2.1989, blz. 12.

    ( 12 ) PB L 71 van 10.3.1998, blz. 1.

    ( 13 ) PB L 372 van 27.12.2006, blz. 19.

    ( 14 ) PB L 226 van 6.9.2000, blz. 3.

    ( 15 ) PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24.

    ( 16 ) PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19.

    ( 17 ) PB L 114 van 24.4.2001, blz. 1.

    ( 18 ) PB L 161 van 14.6.2006, blz. 1.

    ( 19 ) PB L 32 van 6.2.2007, blz. 183.

    ( 20 ) PB L 45 van 17.2.1994, blz. 1.

    ( 21 ) PB L 128 van 15.5.2002, blz. 45.

    ( 22 ) PB L 118 van 7.5.1997, blz. 1.

    ( 23 ) PB L 136 van 21.6.1995, blz. 1.

    ( 24 ) PB L 39 van 13.2.2008, blz. 1.

    ( 25 ) PB L 67 van 12.3.2003, blz. 22.

    ( 26 ) PB L 136 van 21.6.1995, blz. 28.

    ( 27 ) PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1.

    ( 28 ) PB L 40 van 11.2.1989, blz. 12.

    Top