Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02009A0630(01)-20211101

    Consolidated text: Overeenkomst tussen de Europese Unie en Antigua en Barbuda inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

    ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2009/478/2021-11-01

    02009A0630(01) — NL — 01.11.2021 — 001.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    OVEREENKOMST

    tussen de Europese ►M1  Unie ◄ en Antigua en Barbuda inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

    (PB L 169 van 30.6.2009, blz. 3)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    OVEREENKOMST tussen de Europese Unie en Antigua en Barbuda tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Antigua en Barbuda inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

      L 18

    4

    21.1.2019




    ▼B

    OVEREENKOMST

    tussen de Europese ►M1  Unie ◄ en Antigua en Barbuda inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf



    DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” genoemd,

    en

    ANTIGUA EN BARBUDA,

    hierna gezamenlijk „de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

    MET HET OOG OP de verdere ontwikkeling van de vriendschappelijke betrekkingen tussen de overeenkomstsluitende partijen en vanuit de wens om het reizen gemakkelijker te maken door hun burgers voor toegang en kort verblijf vrij te stellen van de visumplicht,

    GELET OP Verordening (EG) nr. 1932/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld ( 1 ), een wijziging die onder andere inhoudt dat zes derde landen, waaronder Antigua en Barbuda, worden overgeheveld naar de lijst van derde landen waarvan de onderdanen voor kort verblijf in de lidstaten van de Europese Unie (EU) zijn vrijgesteld van de visumplicht,

    INDACHTIG artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1932/2006, dat bepaalt dat voor deze zes landen de vrijstelling van de visumplicht pas wordt toegepast vanaf de datum van inwerkingtreding van een visumvrijstellingsovereenkomst die door de Europese Gemeenschap met het betrokken derde land wordt gesloten,

    VASTSTELLEND dat de burgers van een aantal lidstaten zijn vrijgesteld van de visumplicht voor een verblijf in Antigua en Barbuda van maximaal zes maanden, terwijl de burgers van andere lidstaten wel visumplichtig zijn,

    GELEID DOOR DE WENS het beginsel van gelijke behandeling van alle EU-burgers te waarborgen,

    REKENING HOUDEND MET het feit dat personen die reizen om een bezoldigde bezigheid te verrichten tijdens hun kort verblijf niet onder deze overeenkomst vallen, en dat derhalve voor deze categorie personen de desbetreffende regels van het Gemeenschapsrecht en het nationale recht van de lidstaten en van Antigua en Barbuda inzake de visumplicht of de visumvrijstelling en op de toegang tot werk van toepassing blijven,

    REKENING HOUDEND MET het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en met het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, beide gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,

    ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:



    Artikel 1

    Doel

    Deze overeenkomst voorziet in visumvrij reizen voor de burgers van de Europese Unie en voor de burgers van Antigua en Barbuda die naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij reizen voor een periode van ►M1  ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen ◄ .

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

    a)

    „lidstaat” : alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Ierland;

    b)

    „burger van de Europese Unie” : een onderdaan van een lidstaat als bedoeld onder a);

    c)

    „burger van Antigua en Barbuda” : iedere persoon die het staatsburgerschap van Antigua en Barbuda bezit;

    d)

    „Schengengebied” : het gebied zonder binnengrenzen bestaande uit het grondgebied van de lidstaten in de zin van punt a), die het Schengenacquis volledig toepassen.

    Artikel 3

    Toepassingsgebied

    1.  
    Burgers van de Europese Unie die in het bezit zijn van een door een lidstaat afgegeven gewoon, diplomatiek of dienst/officieel paspoort kunnen zonder visum Antigua en Barbuda inreizen en er verblijven voor de in artikel 4, lid 1, bedoelde periode.

    Burgers van Antigua en Barbuda die in het bezit zijn van een door Saint Kitts en Nevis afgegeven gewoon, diplomatiek of dienst/officieel paspoort kunnen zonder visum de Europese Unie inreizen en er verblijven voor de in artikel 4, lid 2, bedoelde periode.

    2.  
    Lid 1 is niet van toepassing op personen die reizen om een bezoldigde bezigheid te verrichten.

    Voor deze categorie personen kan elke lidstaat afzonderlijk beslissen de visumplicht voor de burgers van Antigua en Barbuda in te voeren of op te heffen, overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 539/2001.

    Voor deze categorie personen kan Antigua en Barbuda over de visumplicht of de visumvrijstelling voor de burgers van elke lidstaat afzonderlijk beslissen overeenkomstig de nationale wetgeving.

    3.  
    De bij deze overeenkomst geregelde visumvrijstelling laat de wetgeving van de overeenkomstsluitende partijen inzake de voorwaarden voor toegang en kort verblijf onverlet. De lidstaten en Antigua en Barbuda behouden zich het recht voor toegang en kort verblijf te weigeren indien aan een of meer van deze voorwaarden niet wordt voldaan.
    4.  
    De visumvrijstelling geldt ongeacht de wijze van vervoer die wordt gebruikt om de grenzen van de overeenkomstsluitende partijen te overschrijden.
    5.  
    Kwesties die niet onder deze overeenkomst vallen, vallen onder het ►M1  Unie ◄ , het nationale recht van de lidstaten of het nationale recht van Antigua en Barbuda.

    Artikel 4

    Verblijfsduur

    ▼M1

    1.  
    De burgers van de Europese Unie mogen gedurende ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen op het grondgebied van Antigua en Barbuda verblijven.
    2.  
    De burgers van Antigua en Barbuda mogen gedurende ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen op het grondgebied verblijven van de lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen. Bij de berekening van deze termijn wordt geen rekening gehouden met het verblijf in lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen.

    De burgers van Antigua en Barbuda mogen gedurende ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen op het grondgebied verblijven van elk van de lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen, onafhankelijk van de verblijfsperiode die is berekend voor het grondgebied van de lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen.

    ▼B

    3.  
    Deze overeenkomst laat onverlet dat zowel Antigua en Barbuda als de lidstaten de verblijfsperiode van ►M1  90 dagen ◄ kunnen verlengen overeenkomstig hun nationale recht en het ►M1  Unie ◄ .

    Artikel 5

    Territoriale toepassing

    1.  
    De bepalingen van deze overeenkomst zijn voor wat betreft de Franse Republiek uitsluitend van toepassing op het Europese grondgebied van de Franse Republiek.
    2.  
    De bepalingen van deze overeenkomst zijn voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden uitsluitend van toepassing op het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden.

    Artikel 6

    Gemengd Comité voor het beheer van de overeenkomst

    1.  
    De overeenkomstsluitende partijen richten een gemengd comité van deskundigen op (hierna „het comité” genoemd) dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese ►M1  Unie ◄ en vertegenwoordigers van Antigua en Barbuda. De ►M1  Unie ◄ wordt vertegenwoordigd door de Commissie.
    2.  

    Het comité heeft onder andere de volgende taken:

    a) 

    toezien op de toepassing van deze overeenkomst;

    b) 

    wijzigingen van of toevoegingen aan deze overeenkomst voorstellen;

    c) 

    geschillen beslechten die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst.

    3.  
    Het comité wordt op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen bijeengeroepen wanneer dat nodig is.
    4.  
    Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 7

    Verhouding tussen deze overeenkomst en bestaande bilaterale visumvrijstellingsovereenkomsten tussen de lidstaten en Antigua en Barbuda

    Deze overeenkomst heeft voorrang op de bepalingen van bilaterale overeenkomsten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Antigua en Barbuda, voor zover de bepalingen daarvan betrekking hebben op aangelegenheden die bij deze overeenkomst worden geregeld.

    Artikel 8

    Slotbepalingen

    1.  
    Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen nationale procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de hierboven bedoelde procedures zijn voltooid.
    2.  
    De overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten, tenzij zij wordt opgezegd in overeenstemming met lid 5.
    3.  
    Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijk instemming van de overeenkomstsluitende partijen worden gewijzigd. Wijzigingen worden van kracht nadat de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis gesteld hebben dat hun interne procedures in dit verband zijn voltooid.
    4.  
    Elk van beide overeenkomstsluitende partijen kan deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten, met name in verband met de openbare orde, de bescherming van de nationale veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid, illegale immigratie of de herinvoering van de visumplicht door een van beide overeenkomstsluitende partijen. Het besluit tot opschorting wordt uiterlijk 2 maanden vóór de inwerkingtreding ervan meegedeeld aan de andere overeenkomstsluitende partij. ►M1  De overeenkomstsluitende partij die de toepassing van de overeenkomst heeft geschorst, stelt de andere overeenkomstsluitende partij ervan in kennis dat de redenen voor de schorsing niet langer bestaan, zodra dit het geval is, en maakt een einde aan de schorsing. ◄
    5.  
    Elk van beide overeenkomstsluitende partijen kan deze overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. Deze overeenkomst wordt 90 dagen na de datum van deze kennisgeving beëindigd.
    6.  
    Antigua en Barbuda kan deze overeenkomst alleen ten aanzien van alle lidstaten opschorten of beëindigen.
    7.  
    De ►M1  Unie ◄ kan deze overeenkomst alleen namens al haar lidstaten opschorten of beëindigen.

    Gedaan te Brussel, in tweevoud, op 28 mei 2009 in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

    За Европейската общност

    Por la Comunidad Europea

    Za Evropské společenství

    For Det Europæiske Fællesskab

    Für die Europäische Gemeinschaft

    Euroopa Ühenduse nimel

    Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

    For the European Community

    Pour la Communauté européenne

    Per la Comunità europea

    Eiropas Kopienas vārdā

    Europos bendrijos vardu

    Az Európai Közösség részéről

    Għall-Komunità Ewropea

    Voor de Europese Gemeenschap

    W imieniu Wspólnoty Europejskiej

    Pela Comunidade Europeia

    Pentru Comunitatea Europeană

    Za Európske spoločenstvo

    Za Evropsko skupnost

    Euroopan yhteisön puolesta

    För Europeiska gemenskapen

    signatory

    За Антигуа и Барбуда

    Por Antigua y Barbuda

    Za Antiguu a Barbudu

    For Antigua and Barbuda

    Für Antigua und Barbuda

    Antigua ja Barbuda nimel

    Για την Αντίγκουα και Μπαρμπούντα

    For Antigua and Barbuda

    Pour Antigua-et-Barbuda

    Per Antigua e Barbuda

    Antigvas un Barbudas vārdā

    Antigvos ir Barbudos vardu

    Antigua és Barbuda részéről

    Għal Antigwa u Barbuda

    Voor Antigua en Barbuda

    W imieniu Antigui i Barbudy

    Por Antígua e Barbuda

    Pentru Antigua și Barbuda

    Za Antiguu a Barbudu

    Za Antigvo in Barbudo

    Antigua ja Barbudan puolesta

    För Antigua och Barbuda

    signatory

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGBETREFFENDE IJSLAND, NOORWEGEN, ZWITSERLAND EN LIECHTENSTEIN

    De overeenkomstsluitende partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein, met name uit hoofde van de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004 inzake de wijze waarop die landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

    Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein enerzijds, en Antigua en Barbuda anderzijds, onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten over de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf, die vergelijkbaar zijn met de overeenkomst.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE INTERPRETATIE VAN DE IN ARTIKEL 3, LID 2, VAN DEZE OVEREENKOMST BEDOELDE CATEGORIE PERSONEN DIE REIZEN OM EEN BEZOLDIGDE BEZIGHEID TE VERRICHTEN

    Met het oog op een gemeenschappelijk interpretatie komen de overeenkomstsluitende partijen overeen dat in de zin van deze overeenkomst de categorie personen die een bezoldigde bezigheid verrichten, personen omvat die naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij reizen om daar als werknemer of als dienstverlener winstgevende beroepswerkzaamheden/een betaalde activiteit uit te oefenen.

    Onder deze categorie vallen niet:

    — 
    zakenlieden, d.w.z. personen die reizen in verband met zakelijke besprekingen (zonder in loondienst te zijn in het land van de andere overeenkomstsluitende partij),
    — 
    sporters en artiesten die op ad-hocbasis een activiteit verrichten,
    — 
    journalisten die door hun land van verblijf worden uitgezonden, en
    — 
    stagiairs van de eigen onderneming.

    In het kader van zijn taken op grond van artikel 6 van deze overeenkomst, houdt het gemengd comité toezicht op de uitvoering van deze verklaring en kan het wijzigingen voorstellen indien het dit, op basis van de ervaringen van de overeenkomstsluitende partijen, nodig acht.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE INTERPRETATIE VAN DE PERIODE VAN DRIE MAANDEN PER TIJDVAK VAN ZES MAANDEN NA DE DATUM VAN EERSTE TOEGANG ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 VAN DEZE OVEREENKOMST

    De overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat de maximumperiode van drie maanden per tijdvak van zes maanden na de eerste toegang tot het grondgebied van Antigua en Barbuda of het Schengengebied als bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst, kan bestaan uit een aaneengesloten bezoek of uit meerdere opeenvolgende bezoeken, die in totaal niet meer dan drie maanden per tijdvak van zes maanden beslaan.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE VOORLICHTING AAN DE BURGERS OVER DE VISUMVRIJSTELLINGSOVEREENKOMST

    Gezien het belang van transparantie voor de burgers van de Europese Unie en Antigua en Barbuda, komen de overeenkomstsluitende partijen overeen dat zij zullen zorgen voor de volledige verspreiding van informatie over de inhoud en de gevolgen van de visumvrijstellingsovereenkomst en aanverwante kwesties, zoals de toegangsvoorwaarden.



    ( 1 ) PB L 405 van 30.12.2006, blz. 22.

    Top