Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02008R1251-20121126

    Consolidated text: Verordening (EG) n r. 1251/2008 van de Commissie van 12 december 2008 ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten (Voor de EER relevante tekst)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/1251/2012-11-26

    2008R1251 — NL — 26.11.2012 — 005.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    VERORDENING (EG) Nr. 1251/2008 VAN DE COMMISSIE

    van 12 december 2008

    ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten

    (Voor de EER relevante tekst)

    (PB L 337, 16.12.2008, p.41)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      No

    page

    date

    ►M1

    VERORDENING (EG) Nr. 719/2009 VAN DE COMMISSIE van 6 augustus 2009

      L 205

    10

    7.8.2009

    ►M2

    VERORDENING (EU) Nr. 346/2010 VAN DE COMMISSIE van 15 april 2010

      L 104

    1

    24.4.2010

    ►M3

    VERORDENING (EU) Nr. 1143/2010 VAN DE COMMISSIE van 7 december 2010

      L 322

    22

    8.12.2010

    ►M4

    VERORDENING (EU) Nr. 350/2011 VAN DE COMMISSIE van 11 april 2011

      L 97

    9

    12.4.2011

    ►M5

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1012/2012 VAN DE COMMISSIE van 5 november 2012

      L 306

    1

    6.11.2012




    ▼B

    VERORDENING (EG) Nr. 1251/2008 VAN DE COMMISSIE

    van 12 december 2008

    ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten

    (Voor de EER relevante tekst)



    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren ( 1 ), en met name op artikel 17, lid 2, de artikelen 22 en 25 en artikel 61, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Richtlijn 2006/88/EG stelt de veterinairrechtelijke voorschriften vast voor het in de handel brengen en de invoer in en de doorvoer door de Gemeenschap van aquacultuurdieren en de producten daarvan. Richtlijn 2006/88/EG komt met ingang van 1 augustus 2008 in de plaats van Richtlijn 91/67/EEG van de Raad inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten ( 2 ), die op die datum wordt ingetrokken.

    (2)

    Op grond van Richtlijn 2006/88/EG wordt onder aquacultuurdier verstaan een waterdier, met inbegrip van een waterdier voor sierdoeleinden, in al zijn levensfases, inclusief in een kwekerij of kweekgebied van weekdieren gekweekte eieren en sperma/gameten, met inbegrip van een waterdier uit het wild dat voor een kwekerij of een kweekgebied van weekdieren bestemd is. Onder waterdieren worden vissen, weekdieren en schaaldieren verstaan.

    (3)

    Beschikking 1999/567/EG van de Commissie van 27 juli 1999 tot vaststelling van het model van het in artikel 16, lid 1, van Richtlijn 91/67/EEG bedoelde certificaat ( 3 ) en Beschikking 2003/390/EG van de Commissie van 23 mei 2003 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor het in de handel brengen van soorten aquacultuurdieren die niet vatbaar zijn voor bepaalde ziekten en van de producten daarvan ( 4 ) stellen voorschriften vast voor het in de handel brengen van aquacultuurdieren, met inbegrip van certificeringsvoorschriften. Beschikking 2003/804/EG van de Commissie van 14 november 2003 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor de invoer van weekdieren en van eieren en gameten daarvan, bestemd voor verdere groei, afkweek, heruitzetting of menselijke consumptie ( 5 ), Beschikking 2003/858/EG van de Commissie van 21 november 2003 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor de invoer van levende vis en van eieren en gameten daarvan bestemd voor de kweek, en van levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie ( 6 ) en Beschikking 2006/656/EG van de Commissie van 20 september 2006 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor de invoer van vissen voor sierdoeleinden ( 7 ), stellen voorwaarden voor de invoer van aquacultuurdieren in de Gemeenschap vast. Met deze beschikkingen wordt Richtlijn 91/67/EEG uitgevoerd.

    (4)

    Richtlijn 2006/88/EG bepaalt dat voor het in de handel brengen van aquacultuurdieren diergezondheidscertificaten moeten worden afgegeven wanneer de dieren worden binnengebracht in een lidstaat, gebied of compartiment die/dat overeenkomstig die richtlijn ziektevrij is verklaard of die/dat onderworpen is aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma. Daarom moeten in deze verordening certificeringsvoorschriften en geharmoniseerde modellen van diergezondheidscertificaten worden vastgesteld ter vervanging van de certificeringvoorschriften die zijn vastgesteld in Richtlijn 91/67/EEG en de beschikkingen tot uitvoering van die richtlijn.

    (5)

    Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong ( 8 ) stelt voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven specifieke voorschriften op het gebied van levensmiddelen van dierlijke oorsprong vast, met inbegrip van verpakkings- en etiketteringsvoorschriften. De in deze verordening vastgestelde veterinaire certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer van aquacultuurdieren en de producten daarvan, bestemd voor de verdere verwerking met het oog op menselijke consumptie dienen onder bepaalde voorwaarden niet van toepassing te zijn op dieren en producten die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn verpakt en geëtiketteerd.

    (6)

    Op grond van Richtlijn 2006/88/EG dienen de lidstaten er zorg voor te dragen dat het in de handel brengen van waterdieren voor sierdoeleinden de gezondheidsstatus van waterdieren met betrekking tot de in deel II van bijlage IV vermelde niet-exotische ziekten niet in gevaar brengt.

    (7)

    Waterdieren voor sierdoeleinden die in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht en die bestemd zijn voor voorzieningen die niet in rechtstreeks met de natuurlijke wateren in contact staan, gesloten siervoorzieningen genaamd, leveren niet hetzelfde risico op voor andere aquacultuursectoren in de Gemeenschap of voor natuurlijke bestanden. Daarom dient op grond van deze verordening geen diergezondheidscertificaat voor dergelijke dieren te worden voorgeschreven.

    (8)

    Om lidstaten waarvan het hele grondgebied of bepaalde gebieden of compartimenten daarvan vrij zijn verklaard van een of meer van de niet-exotische ziekten waarvoor waterdieren voor sierdoeleinden vatbaar zijn, te informeren over verplaatsingen naar hun grondgebied van waterdieren voor sierdoeleinden die voor gesloten siervoorzieningen zijn bestemd, is het wenselijk dat deze verplaatsingen worden gemeld via het Traces-systeem dat is opgezet overeenkomstig Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt ( 9 ) en dat wordt toegepast op grond van Beschikking 2004/292/EG van de Commissie van 30 maart 2004 betreffende de toepassing van het Traces-systeem ( 10 ).

    (9)

    Verplaatsingen binnen de Gemeenschap vanuit gesloten siervoorzieningen naar open siervoorzieningen of voor heruitzetting in het wild kunnen een hoog risico voor andere aquacultuursectoren in de Gemeenschap opleveren, en dienen niet te worden toegestaan zonder toestemming van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

    (10)

    Op grond van Richtlijn 2006/88/EG dienen de lidstaten bij bevestiging van een in deel II van bijlage IV bij die richtlijn vermelde exotische of niet-exotische ziekte van aquacultuurdieren of wilde waterdieren of bij nieuwe ziekten bepaalde minimale bestrijdingsmaatregelen toe te passen. Bovendien moeten de lidstaten op grond van die richtlijn erop toezien dat voor het in de handel brengen van aquacultuurdieren diergezondheidscertificaten worden vereist wanneer de dieren met toestemming een gebied verlaten dat aan die bestrijdingsmaatregelen is onderworpen.

    (11)

    Deze verordening moet daarom veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften vastleggen voor zendingen aquacultuurdieren en producten daarvan die lidstaten, gebieden en compartimenten verlaten die aan ziektebestrijdingsmaatregelen zijn onderworpen.

    (12)

    Richtlijn 2006/88/EG bepaalt dat de lidstaten erop toe moeten zien dat aquacultuurdieren en de producten daarvan alleen in de Gemeenschap worden binnengebracht uit derde landen en delen daarvan die voorkomen op een overeenkomstig die richtlijn opgestelde lijst.

    (13)

    Invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren mag slechts worden toegestaan uit derde landen met een diergezondheidswetgeving en een controlesysteem die gelijkwaardig zijn aan die in de Gemeenschap. Deze verordening moet daarom een lijst vaststellen van landen, grondgebieden, gebieden of compartimenten van waaruit de lidstaten aquacultuurdieren in de Gemeenschap mogen binnenbrengen voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven en open siervisvoorzieningen. Van bepaalde vissen, weekdieren en schaaldieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen moet de invoer echter worden toegestaan vanuit derde landen die lid zijn van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE)

    (14)

    Derde landen en gebieden die om volksgezondheidsredenen aquacultuurdieren voor menselijke consumptie naar de Gemeenschap mogen uitvoeren, moeten ook de mogelijk krijgen op naar de Gemeenschap uit te voeren volgens de veterinairrechtelijke bepalingen van deze verordening. Aquacultuurdieren en producten daarvan die bestemd zijn voor menselijke consumptie mogen daarom slechts in de Gemeenschap worden ingevoerd vanuit derde landen, grondgebieden, gebieden of compartimenten die zijn opgenomen in een lijst die is opgesteld overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong ( 11 ).

    (15)

    Deze lijsten zijn opgenomen in de bijlagen I en II bij Beschikking 2006/766/EG van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en visserijproducten mogen worden ingevoerd ( 12 ) en, gedurende een overgangsperiode tot en met 31 december 2009, in Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van overgangsregelingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 ( 13 ). Met het oog op de consistentie van de Gemeenschapswetgeving moet in deze verordening rekening worden gehouden met die lijsten.

    (16)

    Richtlijn 2006/88/EG bepaalt dat zendingen aquacultuurdieren en producten daarvan bij binnenkomst in de Gemeenschap vergezeld moeten gaan van een document dat een diergezondheidscertificaat bevat. In deze verordening moeten de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van aquacultuurdieren in de Gemeenschap worden vastgesteld, inclusief modellen van diergezondheidscertificaten, die de in Richtlijn 91/67/EEG vastgestelde invoervoorwaarden moeten vervangen.

    (17)

    Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 854/2002 en (EG) nr. 882/2004, tot afwijking van Verordening (EG) nr. 852/2004 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 ( 14 ), legt modelgezondheidscertificaten voor de invoer van voor menselijke consumptie bestemde visserijproducten en levende tweekleppige weekdieren vast. Met het oog op de samenhang van de Gemeenschapswetgeving moet deze verordening voorschrijven dat de onder deze verordening vallende ingevoerde producten vergezeld moeten gaan van deze modelgezondheidscertificaten.

    (18)

    Waterdieren voor sierdoeleinden, namelijk vissen, week- en schaaldieren, worden veelal vanuit derde landen en gebieden in de Gemeenschap binnengebracht. Om de diergezondheidsstatus van siervisvoorzieningen binnen de Gemeenschap te beschermen, moeten bepaalde veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van deze dieren worden vastgesteld.

    (19)

    Het is van belang dat de diergezondheidsstatus van aquacultuurdieren die in de Gemeenschap worden ingevoerd, niet tijdens het vervoer naar de Gemeenschap in gevaar wordt gebracht.

    (20)

    De uitzetting van ingevoerde aquacultuurdieren in het wild in de Gemeenschap houdt een bijzonder hoog risico voor de diergezondheidsstatus van de Gemeenschap in, aangezien ziekten in natuurlijke wateren moeilijk te bestrijden en uit te roeien zijn. Daarom moet voor dergelijke uitzettingen een specifieke toestemming van de bevoegde autoriteit worden vereist en mogen zij slechts worden toegestaan onder de voorwaarde dat er passende maatregelen worden genomen om de diergezondheidsstatus op de plaats van uitzetting veilig te stellen.

    (21)

    Aquacultuurdieren bestemd voor doorvoer door de Gemeenschap moeten aan dezelfde eisen voldoen als aquacultuurdieren bestemd voor invoer in de Gemeenschap.

    (22)

    In verband met de geografische ligging van Kaliningrad moeten er speciale voorwaarden komen voor de doorvoer van zendingen door de Gemeenschap van en naar Rusland; dit betreft alleen Letland, Litouwen en Polen. Met het oog op de consistentie van de Gemeenschapswetgeving moet in deze Verordening rekening worden gehouden met Beschikking 2001/881/EG van de Commissie van 7 december 2001 tot vaststelling van een lijst van grensinspectieposten die zijn erkend voor de veterinaire controles van dieren en dierlijke producten uit derde landen, en tot bijwerking van de uitvoeringsbepalingen inzake de door deskundigen van de Commissie te verrichten controles ( 15 ) en met Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht ( 16 ).

    (23)

    Richtlijn 96/93/EG van de Raad van 17 december 1996 inzake de certificering van dieren en dierlijke producten ( 17 ), waarin de voorschriften voor de verlening van diergezondheidscertificaten worden vastgelegd, dient van toepassing te zijn op diergezondheidscertificaten die op grond van deze verordening worden afgegeven.

    (24)

    Artikel 17 van Richtlijn 2006/88/EG bepaalt dat indien op grond van wetenschappelijke gegevens of praktische ervaring kan worden vastgesteld dat andere dan de in bijlage IV, deel II, genoemde vatbare soorten de overdracht van een specifieke ziekte kunnen veroorzaken door als ziektedragende soort te fungeren, de lidstaten erop toe moeten zien dat indien deze soorten voor de kweek of om in het wild te worden uitgezet, zijn binnengebracht in lidstaten, gebieden of compartimenten die vrij van die specifieke ziekte zijn verklaard, aan bepaalde voorwaarden in die richtlijn moet worden voldaan. Artikel 17 van Richtlijn 2006/88/EG schrijft ook de opstelling van een lijst van ziektedragende soorten (hierna: „vectorsoorten” genoemd) voor. Daarom moet een lijst van vectorsoorten worden vastgesteld.

    (25)

    De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft hierover drie adviezen uitgebracht: Scientific Opinion of the Panel on Animal Health and Welfare on a request from the European Commission on possible vector species and live stages of susceptible species not transmitting disease as regards certain fish diseases ( 18 ), Scientific Opinion of the Panel on Animal Health and Welfare on a request from the European Commission on possible vector species and live stages of susceptible species not transmitting disease as regards certain mollusc diseases ( 19 ), en Scientific Opinion of the Panel on Animal Health and Welfare on a request from the European Commission on possible vector species and live stages of susceptible species not transmitting disease as regards certain crustacean diseases ( 20 ).

    (26)

    Volgens deze wetenschappelijke adviezen varieerde de waarschijnlijkheid van overdracht en vestiging van de in Richtlijn 2006/88/EG genoemde ziekten door de beoordeelde potentiële vectorsoorten of groepen vectorsoorten van verwaarloosbaar/extreem laag tot matig, in bepaalde omstandigheden. Die beoordeling had betrekking op soorten waterdieren die in de aquacultuur worden gebruikt en die voor kweekdoeleinden worden verhandeld.

    (27)

    Bij de opstelling van de lijst van vectorsoorten moeten de adviezen van de EFSA in aanmerking worden genomen. Bij de beslissing welke soorten in die lijst moeten worden opgenomen, moet enerzijds een passend beschermingniveau van de gezondheidsstatus van waterdieren in de Gemeenschap worden verzekerd en moet anderzijds de invoering van onnodige handelsbeperkingen worden vermeden. Daarom moeten soorten die volgens de adviezen een matig risico van ziekteoverdracht opleveren, in de lijst worden opgenomen.

    (28)

    Veel van de soorten die in de EFSA-adviezen zijn aangewezen als mogelijke vector van bepaalde ziekten, dienen slechts als zodanig te worden beschouwd wanneer zij afkomstig zijn van een gebied waar voor de desbetreffende ziekte vatbare soorten aanwezig zijn en bestemd zijn voor een gebied waar die vatbare soorten ook aanwezig zijn. Daarom moeten aquacultuurdieren van mogelijke vectorsoorten voor de toepassing van artikel 17 van Richtlijn 2006/88/EG alleen in die omstandigheden als vectorsoorten worden beschouwd.

    (29)

    Voor de duidelijkheid en samenhang van de Gemeenschapswetgeving moeten de Beschikkingen 1999/567/EG, 2003/390/EG, 2003/804/EG, 2003/858/EG en 2006/656/EG worden ingetrokken en door deze verordening worden vervangen.

    (30)

    Er moet een overgangsperiode komen zodat de lidstaten en het bedrijfsleven de nodige maatregelen kunnen nemen om aan de in deze verordening vastgestelde nieuwe voorschriften te voldoen.

    (31)

    Gezien de omvangrijke handelsstroom van waterdieren voor sierdoeleinden van voor het epizoötisch ulceratief syndroom (EUS) vatbare soorten en de noodzaak om nadere studies te verrichten naar het risico van die ziekte voor de bedrijfstak van waterdieren voor sierdoeleinden, inclusief een herbeoordeling van de lijst van vatbare soorten, dient een onmiddellijke onderbreking van de invoer van voor EUS vatbare siervissoorten die uitsluitend voor gesloten siervisvoorzieningen bestemd zijn, te worden vermeden. Bijgevolg moet voor die zendingen een overgangsperiode voor de voorschriften met betrekking tot die ziekte worden ingevoerd. Ook is een overgangsperiode noodzakelijk om derde landen voldoende tijd te geven om de ziektevrije status ten aanzien van die ziekte te documenteren.

    (32)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



    HOOFDSTUK I

    ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    Bij deze verordening worden vastgesteld:

    a) een lijst van vectorsoorten;

    ▼M2

    b) veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van:

    i) waterdieren voor sierdoeleinden die afkomstig zijn van of bestemd zijn voor gesloten siervoorzieningen; en

    ▼M4

    ii) aquacultuurdieren die bestemd zijn voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen of heruitzetting in het wild of voor verzendingscentra, zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie in lidstaten en delen daarvan waarvoor nationale maatregelen zijn goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU van de Commissie ( 21 );

    ▼B

    c) veterinaire certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen van:

    i) aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, inclusief heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven en open siervoorzieningen en heruitzetting in het wild, en

    ii) voor menselijke consumptie bestemde aquacultuurdieren en producten daarvan;

    d) veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor de invoer in de Gemeenschap, en de doorvoer daarbinnen, inclusief opslag tijdens de doorvoer, van:

    i) aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, inclusief heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven en open siervoorzieningen;

    ii) voor menselijke consumptie bestemde aquacultuurdieren en producten daarvan;

    iii) waterdieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervoorzieningen.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

    a) „gesloten siervoorzieningen”: dierenwinkels, tuincentra, tuinvijvers, handelsaquaria of groothandels die waterdieren voor sierdoeleinden houden:

    i) die niet in rechtstreeks contact staat met de natuurlijke wateren in de Gemeenschap, of

    ii) die over een systeem voor de behandeling van effluenten beschikt waardoor het risico van de overdracht van ziekten naar de natuurlijke wateren tot een aanvaardbaar niveau wordt teruggebracht;

    b) „open siervisvoorzieningen”: andere siervisvoorzieningen dan gesloten siervisvoorzieningen;

    c) „heruitzetting in het wild”: het uitzetten van aquacultuurdieren in de vrije natuur.



    HOOFDSTUK II

    VECTORSOORTEN

    Artikel 3

    Lijst van vectorsoorten

    Aquacultuurdieren van de soorten die zijn opgenomen in kolom 2 van de tabel in bijlage I bij deze verordening worden slechts als vector beschouwd voor de toepassing van artikel 17 van Richtlijn 2006/88/EG indien die dieren aan de voorwaarden van de kolommen 3 en 4 van die tabel voldoen.



    HOOFDSTUK III

    IN DE HANDEL BRENGEN VAN AQUACULTUURDIEREN

    Artikel 4

    Waterdieren voor sierdoeleinden die afkomstig zijn van of bestemd zijn voor siervisvoorzieningen

    1.  Voor verplaatsingen van waterdieren voor sierdoeleinden geldt een kennisgevingsverplichting in het kader van het in artikel 20, lid 1, van Richtlijn 90/425/EEG (Traces) bedoelde geïnformatiseerde systeem wanneer de dieren:

    a) afkomstig zijn van siervisvoorzieningen in een andere lidstaat;

    b) bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen in een andere lidstaat, indien het gehele grondgebied of bepaalde gebieden of compartimenten daarvan:

    i) vrij verklaard zijn van één of meer van de in bijlage IV, deel II, bij Richtlijn 2006/88/EG genoemde niet-exotische ziekten overeenkomstig artikel 49 of 50 van die richtlijn; of

    ii) onderworpen zijn aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma overeenkomstig artikel 44, lid 1 of 2, van die richtlijn; en

    c) behoren tot soorten die vatbaar zijn voor een of meer van de ziekten waarvoor betrokken lidstaat of gebied of compartiment ziektevrij is verklaard, of waarvoor een bewakings- of uitroeiingsprogramma geldt zoals bedoeld onder b).

    2.  Waterdieren voor sierdoeleinden in gesloten siervisvoorzieningen mogen niet worden uitgezet in open siervisvoorzieningen, kwekerijen, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, kweekgebieden van weekdieren of in het wild, tenzij de bevoegde autoriteit hiervoor toestemming heeft gegeven.

    De bevoegde autoriteit geeft hiervoor slechts toestemming wanneer deze uitzetting de gezondheidsstatus van de waterdieren op de plaats van uitzetting niet in gevaar brengt en ziet erop toe dat er passende risicobeperkende maatregelen worden genomen.

    Artikel 5

    Aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen en heruitzetting in het wild

    Zendingen van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen of voor heruitzetting in het wild moeten vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van bijlage II, deel A, en de toelichting in bijlage V, indien de dieren:

    a) worden binnengebracht in lidstaten, gebieden of compartimenten:

    i) die vrij verklaard zijn van één of meer van de in bijlage IV, deel II, bij Richtlijn 2006/88/EG genoemde niet-exotische ziekten overeenkomstig artikel 49 of 50 van die richtlijn; of

    ii) die onderworpen zijn aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma overeenkomstig artikel 44, lid 1 of lid 2, van die richtlijn;

    b) behoren tot soorten die vatbaar zijn voor of vector zijn van een of meer van de ziekten waarvan betrokken lidstaat of gebied of compartiment vrij is verklaard, of waarvoor een bestrijdings- of uitroeiingsprogramma geldt zoals bedoeld onder a).

    Artikel 6

    Aquacultuurdieren en producten daarvan die zijn bestemd voor verdere verwerking met het oog op menselijke consumptie

    1.  Zendingen van aquacultuurdieren en producten daarvan die zijn bestemd voor verdere verwerking met het oog op menselijke consumptie moeten vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van deel B van bijlage II en de toelichting in bijlage V, indien zij:

    a) worden binnengebracht in lidstaten, gebieden of compartimenten:

    i) die vrij verklaard zijn van één of meer van de in bijlage IV, deel II, bij Richtlijn 2006/88/EG genoemde niet-exotische ziekten overeenkomstig artikel 49 of 50 van die richtlijn; of

    ii) die onderworpen zijn aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma overeenkomstig artikel 44, lid 1 of 2, van die richtlijn;

    b) behoren tot soorten die vatbaar zijn voor een of meer van de ziekten waarvan betrokken lidstaat of gebied of compartiment vrij is verklaard, of waarvoor een bewakings- of uitroeiingsprogramma geldt zoals bedoeld onder a).

    2.  Lid 1 is niet van toepassing op:

    a) vis die vóór verzending is geslacht en gestript;

    b) weekdieren of schaaldieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie en die daartoe zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004, en die:

    i) niet-levensvatbaar zijn, hetgeen inhoudt dat zij niet meer in staat zijn als levende dieren te overleven wanneer zij worden teruggebracht in de omgeving waaruit zij afkomstig zijn; of

    ii) bestemd zijn voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking;

    c) aquacultuurdieren of producten daarvan die in de handel worden gebracht voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking, mits zij zijn verpakt in detailverpakkingen die aan de bepalingen voor dergelijke verpakkingen van Verordening (EG) nr. 853/2004 voldoen.

    Artikel 7

    Levende week- en schaaldieren bestemd voor zuiveringscentra, verzendingscentra en soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie

    Zendingen van levende week- en schaaldieren die zijn bestemd voor zuiveringscentra, verzendingscentra en soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie, moeten vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van deel B van bijlage II en de toelichting in bijlage V, indien zij:

    a) worden binnengebracht in lidstaten, gebieden of compartimenten:

    i) die vrij verklaard zijn van één of meer van de in bijlage IV, deel II, bij Richtlijn 2006/88/EG genoemde niet-exotische ziekten overeenkomstig artikel 49 of 50 van die richtlijn; of

    ii) die onderworpen zijn aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma overeenkomstig artikel 44, lid 1 of 2, van die richtlijn;

    b) behoren tot soorten die vatbaar zijn voor een of meer van de ziekten waarvan betrokken lidstaat of gebied of compartiment vrij is verklaard, of waarvoor een bewakings- of uitroeiingsprogramma geldt zoals bedoeld onder a).

    Artikel 8

    Aquacultuurdieren en producten daarvan die lidstaten, gebieden en compartimenten verlaten waarvoor ziektebestrijdingsmaatregelen, inclusief uitroeiingsprogramma's, gelden

    1.  Zendingen van aquacultuurdieren en producten daarvan die lidstaten, gebieden en compartimenten verlaten waarvoor ziektebestrijdingsmaatregelen in de zin van de afdelingen 3 tot en met 6 van hoofdstuk V van Richtlijn 2006/88/EG gelden, maar waarvoor de bevoegde autoriteit een vrijstelling van deze ziektebestrijdingsmaatregelen heeft verleend, moeten vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van:

    a) deel A van bijlage II en de toelichting in bijlage V, indien de zendingen bestaan uit aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen of heruitzetting in het wild; en

    b) deel B van bijlage II en de toelichting in bijlage V, indien de zendingen bestaan uit aquacultuurdieren en producten daarvan die zijn bestemd voor verdere verwerking, zuiveringscentra, verzendingscentra of soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie.

    2.  Zendingen van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen of heruitzetting in het wild moeten vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van deel A van bijlage II en de toelichting in bijlage V, indien zij:

    a) een lidstaat, gebied of compartiment verlaten waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt dat is goedgekeurd overeenkomstig artikel 44, lid 2, van Richtlijn 2006/88/EG;

    b) behoren tot soorten die vatbaar zijn voor of vector zijn van een of meer van de ziekten waarvoor het onder a) bedoelde uitroeiingsprogramma geldt.

    3.  Zendingen van aquacultuurdieren en producten daarvan die zijn bestemd voor verdere verwerking, zuiveringscentra, verzendingscentra of soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie moeten vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van deel B van bijlage II en de toelichting in bijlage V, indien zij:

    a) een lidstaat, gebied of compartiment verlaten waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt dat is goedgekeurd overeenkomstig artikel 44, lid 2, van Richtlijn 2006/88/EG;

    b) behoren tot soorten die vatbaar zijn voor een of meer van de ziekten waarvoor het onder a) bedoelde uitroeiingsprogramma geldt.

    4.  Dit artikel is niet van toepassing op:

    a) vis die vóór verzending is geslacht en gestript;

    b) weekdieren of schaaldieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie en die daartoe zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004, en die:

    i) niet-levensvatbaar zijn, hetgeen inhoudt dat zij niet meer in staat zijn als levende dieren te overleven wanneer zij worden teruggebracht in de omgeving waaruit zij afkomstig zijn; of

    ii) bestemd zijn voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking;

    c) aquacultuurdieren of producten daarvan die in de handel worden gebracht voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking, mits zij zijn verpakt in detailverpakkingen die aan de bepalingen voor dergelijke verpakkingen van Verordening (EG) nr. 853/2004 voldoen.

    ▼M2

    Artikel 8 bis

    Aquacultuurdieren die bestemd zijn voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen of heruitzetting in het wild in lidstaten en delen daarvan waarvoor nationale maatregelen zijn goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU

    1.  Zendingen van aquacultuurdieren, bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen of heruitzetting in het wild, gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van deel A van bijlage II en de toelichting in bijlage V, indien de dieren:

    a) worden binnengebracht in lidstaten of delen daarvan die zijn opgenomen in de tweede en de vierde kolom van de tabel in:

    i) bijlage I bij Besluit 2010/221/EU als zijnde vrij van een of meer van de ziekten in de eerste kolom van die tabel; of

    ii) bijlage II bij Besluit 2010/221/EU als zijnde onderworpen aan een uitroeiingsprogramma voor een of meer van de ziekten in de eerste kolom van die tabel;

    ▼M4

    iii) bijlage III bij Besluit 2010/221/EU als zijnde onderworpen aan een bewakingsprogramma voor een of meer van de ziekten in de eerste kolom van die tabel;

    ▼M2

    b) behoren tot soorten die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als soorten die vatbaar zijn voor de ziekten waarvoor de betrokken lidstaat of het betrokken deel daarvan als ziektevrij wordt beschouwd of waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt overeenkomstig Besluit 2010/221/EU, als bedoeld onder a).

    2.  Zendingen van dieren, als bedoeld in lid 1, moeten voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften van het modeldiergezondheidscertificaat en de toelichting, als bedoeld in lid 1.

    3.  De leden 1 en 2 zijn van toepassing op zendingen van vissen van alle soorten, die afkomstig zijn uit wateren waar soorten aanwezig zijn die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als soorten die vatbaar zijn voor besmetting met Gyrodactylus salaris, wanneer die zendingen bestemd zijn voor een lidstaat of een deel daarvan, opgenomen in bijlage I bij Besluit 2010/221/EU als zijnde vrij van Gyrodactylus salaris (GS).

    ▼M4

    Artikel 8 ter

    Levende weekdieren die bestemd zijn voor verzendingscentra, zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie in lidstaten en delen daarvan waarvoor nationale maatregelen zijn goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU

    1.  Zendingen van levende weekdieren die bestemd zijn voor zuiveringscentra, verzendingscentra of soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie, gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van deel B van bijlage II en de toelichting in bijlage V, indien de dieren:

    a) worden binnengebracht in lidstaten of delen daarvan die zijn opgenomen in de tweede en vierde kolom van de tabel in bijlage III bij Besluit 2010/221/EU als zijnde onderworpen aan een bewakingsprogramma voor een of meer van de ziekten in de eerste kolom van die tabel;

    b) behoren tot soorten die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als soorten die vatbaar zijn voor de ziekte(n) waarvoor een bewakingsprogramma geldt overeenkomstig Besluit 2010/221/EU, als bedoeld onder a).

    2.  Zendingen van levende weekdieren als bedoeld in lid 1 moeten voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften van het modeldiergezondheidscertificaat en de toelichting, als bedoeld in dat lid.

    3.  Dit artikel is niet van toepassing op zendingen die bestemd zijn voor verzendingscentra, zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven die beschikken over een door de bevoegde autoriteit gevalideerd systeem voor de behandeling van effluenten dat:

    a) geënveloppeerde virussen inactiveert, of

    b) het risico van overdracht van ziekten naar natuurlijke wateren tot een aanvaardbaar niveau terugbrengt.

    ▼B

    Artikel 9

    Binnenbrengen van aquacultuurdieren na inspectie

    Wanneer in dit hoofdstuk wordt bepaald dat voorafgaand aan de afgifte van een diergezondheidscertificaat een inspectie noodzakelijk is, mogen levende aquacultuurdieren die behoren tot soorten die vatbaar zijn voor, of vector zijn van een of meer van de ziekten die in dat certificaat worden genoemd, niet worden binnengebracht in de kwekerij of het kweekgebied van weekdieren tijdens de periode tussen deze inspectie en de inlading van de zending.



    HOOFDSTUK IV

    INVOERVOORWAARDEN

    Artikel 10

    Aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven en open siervisvoorzieningen

    1.  Aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven en open siervisvoorzieningen mogen slechts in de Gemeenschap worden ingevoerd vanuit de in bijlage III vermelde derde landen, grondgebieden, gebieden of compartimenten.

    2.  De in lid 1 bedoelde zendingen van aquacultuurdieren moeten:

    a) vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van deel A van bijlage IV en de toelichting in bijlage V;

    b) voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften die zijn vastgesteld in het model van het certificaat en de toelichting zoals bedoeld onder a).

    Artikel 11

    Waterdieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen

    1.  Siervissen van soorten die vatbaar zijn voor een of meer van de in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG vermelde ziekten en die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen, mogen slechts in de Gemeenschap worden ingevoerd vanuit de in bijlage III bij deze verordening vermelde derde landen, grondgebieden, gebieden of compartimenten.

    ▼M1

    2.  Siervissen van soorten die niet vatbaar zijn voor een of meer van de in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG vermelde ziekten, en weekdieren en schaaldieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen, mogen slechts in de Gemeenschap worden ingevoerd vanuit derde landen of grondgebieden:

    a) die lid zijn van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE); of

    b) die zijn opgenomen in bijlage III en een formele overeenkomst met de OIE hebben gesloten om de leden van die organisatie geregeld informatie te verstrekken over hun diergezondheidsstatus.

    ▼B

    3.  De in de leden 1 en 2 bedoelde zendingen van aquacultuurdieren moeten:

    a) vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van deel B van bijlage IV en de toelichting in bijlage V; en

    b) voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften die zijn vastgesteld in het model van het certificaat en de toelichting zoals bedoeld onder a).

    Artikel 12

    Voor menselijke consumptie bestemde aquacultuurdieren en producten daarvan

    1.  Aquacultuurdieren en producten daarvan die bestemd zijn voor menselijke consumptie mogen slechts in de Gemeenschap worden ingevoerd vanuit derde landen, grondgebieden, gebieden of compartimenten die zijn opgenomen in een lijst die is opgesteld overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 854/2004.

    2.  De in lid 1 bedoelde zendingen van dieren en producten moeten:

    a) vergezeld gaan van een gezamenlijk volks- en diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens de toepasselijke modellen van de aanhangsels IV en V bij bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 2074/2005; en

    b) voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften en de toelichting die zijn vastgesteld in de onder a) bedoelde modelcertificaten en -verklaringen.

    3.  Dit artikel is niet van toepassing wanneer de dieren bestemd zijn voor heruitzettingsgebieden of om opnieuw te worden ondergedompeld in wateren van de Gemeenschap; in dat geval is artikel 10 van toepassing.

    Artikel 13

    Elektronische certificering

    Voor de in dit hoofdstuk voorgeschreven certificaten en verklaringen mag gebruik worden gemaakt van elektronische certificering en andere overeengekomen systemen die op Gemeenschapsniveau zijn geharmoniseerd.

    Artikel 14

    Vervoer van aquacultuurdieren

    1.  Aquacultuurdieren voor invoer in de Gemeenschap mogen niet worden vervoerd onder omstandigheden die hun gezondheidsstatus kunnen aantasten. Met name mogen zij niet worden vervoerd in hetzelfde water of dezelfde microcontainer als waterdieren met een lagere gezondheidsstatus of die niet bestemd zijn voor invoer in de Gemeenschap.

    2.  Tijdens het vervoer naar de Gemeenschap mogen de aquacultuurdieren niet uit hun microcontainer worden gehaald en mag het water waarin zij worden vervoerd niet worden vervangen op het grondgebied van een derde land dat niet is goedgekeurd voor de invoer van dergelijke dieren in de Gemeenschap of dat een lagere gezondheidsstatus dan de plaats van bestemming heeft.

    3.  Wanneer zendingen van aquacultuurdieren over zee naar de Gemeenschapsgrens worden vervoerd, moet een addendum voor vervoer van levende aquacultuurdieren over zee, ingevuld volgens het model van deel D van bijlage IV, worden aangehecht aan het desbetreffende diergezondheidscertificaat.

    Artikel 15

    Voorschriften inzake het uitzetten van aquacultuurdieren en producten daarvan en voor transportwater

    1.  Aquacultuurdieren en producten daarvan die in de Gemeenschap zijn ingevoerd en die bestemd zijn voor menselijke consumptie, moeten zodanig worden gehanteerd dat besmetting van natuurlijke wateren in de Gemeenschap wordt voorkomen.

    2.  Aquacultuurdieren die in de Gemeenschap zijn ingevoerd, mogen binnen de Gemeenschap niet in het wild worden uitgezet, tenzij de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming hiervoor toestemming heeft gegeven.

    De bevoegde autoriteit geeft slechts toestemming wanneer deze uitzetting de gezondheidsstatus van de waterdieren op de plaats van uitzetting niet in gevaar brengt en ziet erop toe dat er passende risicobeperkende maatregelen worden genomen.

    3.  Het transportwater van ingevoerde zendingen van aquacultuurdieren en producten daarvan moet zodanig worden gehanteerd dat het de natuurlijke wateren in de Gemeenschap niet verontreinigt.



    HOOFDSTUK V

    DOORVOERVOORWAARDEN

    Artikel 16

    Doorvoer en opslag

    Zendingen van levende aquacultuurdieren, viseieren en niet-gestripte vis die de Gemeenschap worden binnengebracht maar bestemd zijn voor een derde land, hetzij door onmiddellijke doorvoer door de Gemeenschap, hetzij na opslag in de Gemeenschap, moeten aan de voorschriften van hoofdstuk IV voldoen. Op het certificaat dat de zending vergezelt, moet de tekst „Voor doorvoer door de EG” worden vermeld. De zending moet ook vergezeld gaan van een certificaat dat door het derde land van bestemming wordt voorgeschreven.

    Indien deze zendingen echter bestemd zijn voor menselijke consumptie, moeten zij vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van deel C van bijlage IV en de toelichting in bijlage V.

    Artikel 17

    Afwijking voor doorvoer door Letland, Litouwen en Polen

    1.  In afwijking van artikel 16 kan de doorvoer over de weg of per spoor worden toegestaan tussen de in de bijlage bij Beschikking 2001/881/EG van de Commissie opgenomen grensinspectieposten in Letland, Litouwen en Polen, van zendingen afkomstig uit en bestemd voor Rusland, rechtstreeks of via een ander derde land, onder de volgende voorwaarden:

    a) de zending is in de grensinspectiepost van binnenkomst in de Gemeenschap door de officiële dierenarts verzegeld met een zegel dat van een volgnummer is voorzien;

    b) de documenten die de zending vergezellen, zoals bepaald in artikel 7 van Richtlijn 97/78/EG, worden op elke bladzijde door de officiële inspecteur in de grensinspectiepost van binnenkomst voorzien van het stempel „Alleen voor doorvoer door de EG naar Rusland”;

    c) aan de procedurevoorschriften van artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG is voldaan; en

    d) de officiële inspecteur van de grensinspectiepost van binnenkomst heeft op het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst verklaard dat de zending mag worden doorgevoerd.

    2.  De in lid 1 bedoelde zendingen mogen niet overeenkomstig artikel 12, lid 4, of artikel 13 van Richtlijn 97/78/EG in de Gemeenschap worden gelost of opgeslagen.

    3.  De bevoegde autoriteit verricht op gezette tijden audits om na te gaan of de aantallen zendingen als bedoeld in lid 1 en de daarvan deel uitmakende hoeveelheden producten, die het grondgebied van de Gemeenschap binnengekomen zijn respectievelijk verlaten hebben, met elkaar in overeenstemming zijn.



    HOOFDSTUK VI

    ALGEMENE, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

    ▼M2 —————

    ▼B

    Artikel 19

    Intrekking

    De Beschikkingen 1999/567/EG, 2003/390/EG, 2003/804/EG, 2003/858/EG en 2006/656/EG worden met ingang van 1 januari 2009 ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken beschikkingen gelden als verwijzingen naar deze verordening.

    ▼M3

    Artikel 20

    Gedurende een overgangsperiode tot en met 31 december 2012 mogen de lidstaten de invoer toestaan van waterdieren voor sierdoeleinden van voor het epizoötisch ulceratief syndroom (EUS) vatbare soorten die uitsluitend bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen uit derde landen of grondgebieden die lid zijn van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE).

    Tijdens die overgangsperiode zijn de voorschriften betreffende EUS, die zijn vastgesteld in deel II.2 van het model van het diergezondheidscertificaat van deel B van bijlage IV, niet van toepassing op waterdieren voor sierdoeleinden die uitsluitend bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen.

    ▼B

    Artikel 21

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2009.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    BIJLAGE I



    Lijst van mogelijke vectorsoorten en de voorwaarden waaronder deze soorten als vector moeten worden beschouwd

    Ziekten

    Vectoren

     

    Soorten die als vectoren worden beschouwd voor de toepassing van artikel 17, leden 1 en 2, indien aan de aanvullende voorwaarden van de kolommen 3 en 4 van deze tabel wordt voldaan.

    Aanvullende voorwaarden met betrekking tot de plaats van oorsprong van de waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten

    Aanvullende voorwaarden met betrekking tot de plaats van bestemming van de waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten

    Kolom 1

    Kolom 2

    Kolom 3

    Kolom 4

    Epizoötische hematopoëtische necrose

    Grootkopkarper (Aristichthys nobilis), goudvis (Carassius auratus), kroeskarper (Carassius carassius), karper en koikarper (Cyprinus carpio), zilverkarper (Hypophthalmichthys molitrix), Leuciscus-soorten (Leuciscus spp.), blankvoorn (Rutilus rutilus), ruisvoorn (Scardinius erythrophthalmus), zeelt (Tinca tinca)

    Geen aanvullende voorwaarden

    Geen aanvullende voorwaarden

    ▼M5 —————

    ▼B

    Besmetting met Bonamia exitiosa

    Portugese oester (Crassostrea angulata), Japanse oester (Crassostrea gigas), Amerikaanse oester (Crassostrea virginica)

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij afkomstig zijn uit een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar voor die ziekte vatbare soorten aanwezig zijn.

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij bestemd zijn voor een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar voor die ziekte vatbare soorten worden gehouden.

    Besmetting met Perkinsus marinus

    Europese kreeft (Homarus gammarus), zeekrabben (Brachyura spp.), Australische yabby (Cherax destructor), zoetwaterreuzengarnaal (Macrobrachium rosenbergii), langoesten (Palinurus spp.), fluwelen zwemkrab (Portunus puber), mangrovekrab (Scylla serrata), Indische witte garnaal (Penaeus indicus), kurumagarnaal (Penaeus japonicus), caramotegarnaal (Penaeus kerathurus), Pacifische blauwe garnaal (Penaeus stylirostris), Pacifische witte garnaal (Penaeus vannamei)

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij afkomstig zijn uit een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar voor die ziekte vatbare soorten aanwezig zijn.

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij bestemd zijn voor een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar voor die ziekte vatbare soorten worden gehouden.

    Besmetting met Microcytos mackini

    Geen

    Niet van toepassing

    Niet van toepassing

    Taura-syndroom

    Atrina-soorten (Atrina spp.), wulk (Buccinum undatum), Portugese oester (Crassostrea angulata), kokkel (Cerastoderma edule), Japanse oester (Crassostrea gigas), Amerikaanse oester (Crassostrea virginica), stomp zaagje (Donax trunculus), Japanse zeeoor (Haliotis discus hannai), zeeoor (Haliotis tuberculata), gewone alikruik (Littorina littorea), Amerikaanse venusschelp (Mercenaria mercenaria), Meretrix lusoria, grote strandgaper (Mya arenaria), mossel (Mytilus edulis), Middellandse Zeemossel (Mytilus galloprovincialis), octopus (Octopus vulgaris), Europese platte oester (Ostrea edulis), sint-jakobsschelp (Pecten maximus), getraliede tapijtschelp (Ruditapes decussatus), Japanse tapijtschelp (Ruditapes philippinarum), inktvis (Sepia officinalis), Strombus-soorten (Strombus spp.), Europese goudkleurige venusschelp (Venerupis aurea), tapijtschelp (Venerupis pullastra), wrattige venusschelp (Venus verrucosa)

    Europese kreeft (Homarus gammarus), zeekrabben (Brachyura spp.), Australische yabby (Cherax destructor), zoetwaterreuzengarnaal (Macrobrachium rosenbergii), langoesten (Palinurus spp.), fluwelen zwemkrab (Portunus puber), mangrovekrab (Scylla serrata), Indische witte garnaal (Penaeus indicus), kurumagarnaal (Penaeus japonicus), caramotegarnaal (Penaeus kerathurus)

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij afkomstig zijn uit een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten aanwezig zijn.

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij bestemd zijn voor een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten worden gehouden.

    Yellow-head-ziekte

    Atrina-soorten (Atrina spp.), wulk (Buccinum undatum), Portugese oester (Crassostrea angulata), kokkel (Cerastoderma edule), Japanse oester (Crassostrea gigas), Amerikaanse oester (Crassostrea virginica), stomp zaagje (Donax trunculus), Japanse zeeoor (Haliotis discus hannai), zeeoor (Haliotis tuberculata), gewone alikruik (Littorina littorea), Amerikaanse venusschelp (Mercenaria mercenaria), Meretrix lusoria, grote strandgaper (Mya arenaria), mossel (Mytilus edulis), Middellandse Zeemossel (Mytilus galloprovincialis), octopus (Octopus vulgaris), Europese platte oester (Ostrea edulis), sint-jakobsschelp (Pecten maximus), getraliede tapijtschelp (Ruditapes decussatus), Japanse tapijtschelp (Ruditapes philippinarum), inktvis (Sepia officinalis), Strombus-soorten (Strombus spp.), Europese goudkleurige venusschelp (Venerupis aurea), tapijtschelp (Venerupis pullastra), wrattige venusschelp (Venus verrucosa)

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij afkomstig zijn uit een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten aanwezig zijn.

    Geen aanvullende voorwaarden met betrekking tot de plaats van bestemming

    Virale hemorragische septikemie (VHS)

    Huso (Huso huso), Donausteur (Acipenser gueldenstaedtii), sterlet (Acipenser ruthenus), stersteur (Acipenser stellatus), steur (Acipenser sturio), Siberische steur (Acipenser baerii)

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij afkomstig zijn uit een kwekerij of stroomgebied waar voor die ziekte vatbare soorten aanwezig zijn.

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij bestemd zijn voor een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten worden gehouden.

    Grootkopkarper (Aristichthys nobilis), goudvis (Carassius auratus), kroeskarper (Carassius carassius), karper en koikarper (Cyprinus carpio), zilverkarper (Hypophthalmichthys molitrix), Leuciscus-soorten (Leuciscus spp.), kopvoorn (Leuciscus cephalus), blankvoorn (Rutilus rutilus), ruisvoorn (Scardinius erythrophthalmus), zeelt (Tinca tinca)

    Afrikaanse meerval (Clarias gariepinus), snoek (Esox lucius), katvissen (Ictalurus spp.), zwarte dwergmeerval (Ameiurus melas), pangasius (Pangasius pangasius), snoekbaars (Sander lucioperca), Europese meerval (Silurus glanis)

    Europese zeebaars (Dicentrarchus labrax), gestreepte zeebaars (Morone chrysops x M. saxatilis), grootkopharder (Mugil cephalus), rode ombervis (Sciaenops ocellatus), ombervis (Argyrosomus regius), kustbaardman (Umbrina cirrosa), tonijnsoorten (Thunnus spp.), witte zaagbaars (Epinephelus aeneus), bruine tandbaars (Epinephelus marginatus), Senegalese tong (Solea senegalensis), tong (Solea solea), gewone zeebrasem (Pagellus erythrinus), tandbrasem (Dentex dentex), goudbrasem (Sparus aurata), witte zeebrasem (Diplodus sargus), rode zeebrasem (Pagellus bogaraveo), Japanse goudbrasem (Pagrus major), spitssnuitzeebrasem (Diplodus puntazzo), zwartkopzeebrasem (Diplodus vulgaris), pagrus (Pagrus pagrus)

    Tilapia's (Oreochromis spp.)

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij afkomstig zijn uit een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten aanwezig zijn.

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij bestemd zijn voor een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten worden gehouden.

    Infectieuze hematopoetische necrose (IHN)

    Huso (Huso huso), Donausteur (Acipenser gueldenstaedtii), sterlet (Acipenser ruthenus), stersteur (Acipenser stellatus), steur (Acipenser sturio), Siberische steur (Acipenser baerii)

    Grootkopkarper (Aristichthys nobilis), goudvis (Carassius auratus), kroeskarper (Carassius carassius), karper en koikarper (Cyprinus carpio), zilverkarper (Hypophthalmichthys molitrix), Leuciscus-soorten (Leuciscus spp.), blankvoorn (Rutilus rutilus), ruisvoorn (Scardinius erythrophthalmus), zeelt (Tinca tinca)

    Afrikaanse meerval (Clarias gariepinus), katvissoorten (Ictalurus spp.), zwarte dwergmeerval (Ameiurus melas), kanaalmeerval (Ictalurus punctatus), pangasius (Pangasius pangasius), snoekbaars (Sander lucioperca), Europese meerval (Silurus glanis)

    Heilbot (Hippoglossus hippoglossus), bot (Platichthys flesus), kabeljauw (Gadus morhua), schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

    Europese rivierkreeft (Astacus astacus), signaalkreeft (Pacifastacus leniusculus), Chinese rivierkreeft (Procambarus clarkii)

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij afkomstig zijn uit een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten aanwezig zijn.

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij bestemd zijn voor een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten worden gehouden.

    Koiherpesvirus (KHV)-ziekte

    Geen

    Niet van toepassing

    Niet van toepassing

    Infectieuze zalmanemie (ISA)

    Geen

    Niet van toepassing

    Niet van toepassing

    Besmetting met Marteilia refringens

    Kokkel (Cerastoderma edule), stomp zaagje (Donax trunculus), grote strandgaper (Mya arenaria), Amerikaanse venusschelp (Mercenaria mercenaria), Meretrix lusoria, getraliede tapijtschelp (Ruditapes decussatus), Japanse tapijtschelp (Ruditapes philippinarum), goudkleurige venusschelp (Venerupis aurea), tapijtschelp (Venerupis pullastra), wrattige venusschelp (Venus verrucosa)

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij afkomstig zijn uit een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar voor die ziekte vatbare soorten aanwezig zijn.

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij bestemd zijn voor een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten worden gehouden.

    Besmetting met Bonamia ostreae

    Kokkel (Cerastoderma edule), stomp zaagje (Donax trunculus), grote strandgaper (Mya arenaria), Amerikaanse venusschelp (Mercenaria mercenaria), Meretrix lusoria, getraliede tapijtschelp (Ruditapes decussatus), Japanse tapijtschelp (Ruditapes philippinarum), goudkleurige venusschelp (Venerupis aurea), tapijtschelp (Venerupis pullastra), wrattige venusschelp (Venus verrucosa)

    Sint-jakobsschelp (Pecten maximus)

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij afkomstig zijn uit een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar voor die ziekte vatbare soorten aanwezig zijn.

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij bestemd zijn voor een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar voor die ziekte vatbare soorten worden gehouden.

    Wittevlekkenvirus

    Atrina-soorten (Atrina spp.), wulk (Buccinum undatum), Portugese oester (Crassostrea angulata), kokkel (Cerastoderma edule), Japanse oester (Crassostrea gigas), Amerikaanse oester (Crassostrea virginica), stomp zaagje (Donax trunculus), Japanse zeeoor (Haliotis discus hannai), zeeoor (Haliotis tuberculata), gewone alikruik (Littorina littorea), Amerikaanse venusschelp (Mercenaria mercenaria), Meretrix lusoria, grote strandgaper (Mya arenaria), mossel (Mytilus edulis), Middellandse Zeemossel (Mytilus galloprovincialis), octopus (Octopus vulgaris), Europese platte oester (Ostrea edulis), sint-jakobsschelp (Pecten maximus), getraliede tapijtschelp (Ruditapes decussatus), Japanse tapijtschelp (Ruditapes philippinarum), inktvis (Sepia officinalis), Strombus-soorten (Strombus spp.), Europese goudkleurige venusschelp (Venerupis aurea), tapijtschelp (Venerupis pullastra), wrattige venusschelp (Venus verrucosa)

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij afkomstig zijn uit een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten aanwezig zijn.

    Waterdieren van de in kolom 2 opgenomen soorten worden slechts beschouwd als vector van de in kolom 1 opgenomen ziekte wanneer zij bestemd zijn voor een kwekerij waar voor die ziekte vatbare soorten worden gehouden.

    ▼M4




    BIJLAGE II

    DEEL A

    Modeldiergezondheidscertificaat voor het in de handel brengen van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzetting, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen en heruitzetting in het wild

    Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zendingEUROPESE UNIECertificaat voor de handel binnen de EUI.1. VerzenderNaamAdresPostcodeI.2. Referentienummer certificaatI.2.a. Lokaal referentienummerI.3. Bevoegde centrale autoriteitI.4. Bevoegde lokale autoriteitI.5. GeadresseerdeNaamAdresPostcodeI.6.I.7.I.8. Land van oorsprongISO-codeI.9.I.10. Land van bestemmingISO-codeI.11.I.12. Plaats van oorsprongErkend aquacultuurbedrijfOverigeNaamErkenningsnummerAdresPostcodeI.13. Plaats van bestemmingErkend aquacultuurbedrijfOverigeNaamErkenningsnummerAdresPostcodeI.14. Plaats van ladingPostcodeI.15. Datum en uur van vertrekI.16. VervoermiddelenVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereIdentificatieI.17. VervoerderNaamErkenningsnummerAdresPostcodeLidstaatI.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GS-code)I.20. HoeveelheidI.21.I.22. Aantal verpakkingenI.23. Zegelnummer/ContainernummerI.24. Aard van de verpakkingI.25. Goederen gecertificeerd voor:FokkenHeruitzetting wildHeruitzettingGezelschapsdierenQuarantaineOverigeI.26. Doorvoer door een derde landDerde landISO-codePunt van uitgangCodePunt van binnenkomstNummer GIPI.27. Doorvoer door de lidstatenLidstaatISO-codeLidstaatISO-codeLidstaatISO-codeI.28. UitvoerDerde landISO-codePunt van uitgangCodeI.29.I.30.I.31. Identificatie van de goederenSoort (wetenschappelijke benaming)Hoeveelheid

    Deel II: CertificeringEUROPESE UNIEIn de handel brengen van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzetting, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen en heruitzetting in het wildII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1. Algemene voorschriftenOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de in deel I van dit certificaat bedoelde aquacultuurdieren:II.1.1. hetzij (1)[binnen (1)(2)[72] (1) [24] [uur vóór de inlading zijn onderzocht en geen klinische ziekteverschijnselen vertoonden;]hetzij (1)[in het geval van eieren en weekdieren, afkomstig zijn van een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar volgens de gegevens van de kwekerij of het kweekgebied van weekdieren geen aanwijzingen van ziekteproblemen zijn;]hetzij (1)(3)[in het geval van wilde waterdieren, naar zijn/haar beste weten klinisch gezond zijn;]II.1.2. niet zijn onderworpen aan enig verbod in verband met een onopgeloste verhoogde sterfte;II.1.3. niet zijn bestemd om te worden vernietigd of geslacht in het kader van de uitroeiing van ziekten;II.1.4. voldoen aan de in Richtlijn 2006/88/EG vastgestelde voorschriften inzake het in de handel brengen;II.1.5. (1)[in het geval van weekdieren, zijn onderzocht door middel van een individuele visuele controle van elk deel van de zending, waarbij geen andere soorten weekdieren dan de in deel I van dit certificaat vermelde soorten zijn gevonden.]II.2. (1)(4)(5)[Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor virale hemorragische septikemie (VHS), infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectieuze zalmanemie (ISA), koi-herpesvirus (KHV), Marteilia refringens, Bonamia ostreae en/of wittevlekkenvirusOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren:hetzij (1)(6)[afkomstig zijn uit een lidstaat, gebied of compartiment die/dat overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG vrij verklaard is van (1)[VHS] (1)[IHN] (1)[ISA] (1)[KHV] (1)[Marteilia refringens] (1)[Bonamia ostreae] (1)[wittevlekkenvirus.]hetzij (1)(5)(6)in het geval van wilde waterdieren, aan quarantaine zijn onderworpen overeenkomstig Beschikking 2008/946/EG.]]II.3. (1)(7)[Voorschriften voor vectorsoorten voor virale hemorragische septikemie (VHS), infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectieuze zalmanemie (ISA), koi-herpesvirus (KHV), Marteilia refringens, Bonamia ostreae en/of wittevlekkenvirusOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren die moeten worden beschouwd als mogelijke vectoren van (1)[VHS] (1)[IHN] (1)[ISA] (1)[KHV] (1)[Marteilia refringens] (1)[Bonamia ostreae] (1)[wittevlekkenvirus] aangezien zij behoren tot de in kolom 2 opgenomen soorten en voldoen aan de voorwaarden van kolom 3 van de tabel in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1251/2008:hetzij (1)(6)[afkomstig zijn uit een lidstaat, gebied of compartiment die/dat overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG vrij verklaard is van (1)[VHS] (1)[IHN] (1)[ISA] (1)[KHV] (1)[Marteilia refringens] (1)[Bonamia ostreae] (1)[wittevlekkenvirus.]hetzij (1)(6)(7)[aan quarantaine zijn onderworpen overeenkomstig Beschikking 2008/946/EG.]]II.4. Vervoers- en etiketteringsvoorschriftenOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat:II.4.1. de hierboven bedoelde aquacultuurdieren:i) worden gehouden onder omstandigheden, met inbegrip van de waterkwaliteit, die geen gevolgen voor hun gezondheidsstatus hebben;ii) voor zover van toepassing, voldoen aan de algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren, vastgesteld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1/2005;

    EUROPESE UNIEIn de handel brengen van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzetting, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen en heruitzetting in het wildII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.4.2. de vervoerscontainer of het schip met leeftank vóór het laden schoon en ontsmet of nooit eerder gebruikt is, enII.4.3. de zending wordt aangeduid met een leesbaar etiket aan de buitenkant van de container of, bij vervoer in een schip met leeftank, in het scheepsmanifest, met de in de vakken I.8 tot en met I.13 van deel I van dit certificaat bedoelde informatie en de volgende vermelding:hetzij (1)[„(1)[Wilde] (1)[Vissen] (1)[Weekdieren] (1)[Schaaldieren] bestemd voor de kweek in de Europese Unie”],hetzij (1)[„(1)[Wilde] (1)[Weekdieren] bestemd voor heruitzetting in de Europese Unie”],hetzij (1)[„(1)[Wilde] (1)[Vissen] (1)[Weekdieren] (1)[Schaaldieren] bestemd voor „put and take”-visbedrijven in de Europese Unie”],hetzij (1)[„(1)[Wilde] (1)[[Siervissen] (1)[Weekdieren voor sierdoeleinden] (1)[Schaaldieren voor sierdoeleinden] bestemd voor open siervisvoorzieningen in de Europese Unie”],hetzij (1)[„(1)[Vissen] (1)[Weekdieren] (1)[Schaaldieren] bestemd voor heruitzetting in het wild in de Europese Unie”],hetzij (1)[„(1)[Wilde] (1)[Vissen] (1)[Weekdieren] (1)[Schaaldieren] bestemd voor quarantaine in de Europese Unie”],II.5. (1)(8)[Verklaring voor zendingen afkomstig uit een gebied waarvoor ziektebestrijdingsmaatregelen gelden, als bedoeld in de afdelingen 3 tot en met 6 van hoofdstuk V van Richtlijn 2006/88/EGOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat:II.5.1. de hierboven bedoelde dieren afkomstig zijn uit een gebied waarvoor ziektebestrijdingsmaatregelen gelden in verband met (1)epizoötisch ulceratief syndroom (EUS)] (1)[epizoötische hematopoëtische necrose (EHN)] (1)[virale hemorragische septikemie (VHS)] (1)[infectieuze hematopoëtische necrose (IHN)] ((1)[infectieuze zalmanemie (ISA)] (1)[koi-herpesvirus (KHV)] (1)[Bonamia exitiosa] (1)[Perkinsus marinus] (1)[Mikrocytos mackini] (1)[Marteilia refringens] (1)[Bonamia ostreae] (1)[taura-syndroom] (1)[yellow-head-ziekte] (1)[wittevlekkenvirus] (1)(9)[de volgende nieuwe ziekte …];II.5.2. de hierboven bedoelde dieren in de handel mogen worden gebracht overeenkomstig de vastgestelde bestrijdingsmaatregelen, enII.5.3. de zending wordt aangeduid met een leesbaar etiket aan de buitenkant van de container of, bij vervoer in een schip met leeftank, in het scheepsmanifest, met de in de vakken I.8 tot en met I.13 van deel I van dit certificaat bedoelde informatie en de volgende vermelding:„(1)[Wilde] (1)[Vissen] (1)[Weekdieren] (1)[Schaaldieren] afkomstig uit een gebied waarvoor ziektebestrijdingsmaatregelen gelden”.]II.6. (1)(10)[Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor voorjaarsviremie van de karper (SVC), bacterial kidney disease (BKD), infectieuze pancreatische necrose (IPN) en besmetting met Gyrodactylus salaris (GS)Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren:(1)[afkomstig zijn uit een lidstaat of deel daarvan:a) waar van (1)[SVC] (1)[GS] (1)[BKD] (1)[IPN] aangifte bij de bevoegde autoriteit moet worden gedaan en meldingen van vermoede besmetting met de desbetreffende ziekte onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;b) waar alle aquacultuurdieren van voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten, die in die lidstaat of dat deel daarvan zijn binnengebracht, voldoen aan de voorschriften van punt II.6. van dit certificaat;c) waar de voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekte(n) zijn gevaccineerd, en

    EUROPESE UNIEIn de handel brengen van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzetting, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen en heruitzetting in het wildII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.(d) (1)[die/dat, in het geval van (1)[IPN](1)[BKD], voldoet aan voorschriften inzake ziektevrije status, die gelijkwaardig zijn aan die van hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG.]en/of (1)[die/dat, in het geval van (1)[SVC] (1)[GS], voldoet aan de voorschriften inzake ziektevrije status die zijn vastgesteld in de desbetreffende OIE-norm;]en/of (1)[die/dat, in het geval van (1)[SVC] (1)[IPN] (1) [BKD], een afzonderlijke kwekerij omvat die onder het toezicht van de bevoegde autoriteit:i) is leeggemaakt, gereinigd en ontsmet, en stilgelegd gedurende ten minste zes weken;ii) is voorzien van nieuw uitgezette dieren afkomstig uit gebieden die door de bevoegde autoriteit vrij van de desbetreffende ziekte zijn verklaard;]]en/of (1)[in het geval van wilde waterdieren die vatbaar zijn (1)[SVC] (1)[IPN] (1) [BKD], aan quarantaine zijn onderworpen onder voorwaarden die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2008/946/EG;]en/of (1)[in het geval van zendingen waarop GS-voorschriften van toepassing zijn, onmiddellijk voordat zij in de handel zijn gebracht, gedurende een ononderbroken periode van ten minste 14 dagen zijn gehouden in water met een zoutgehalte van ten minste 25 promille en dat gedurende die periode geen andere levende waterdieren van de voor GS vatbare soorten zijn binnengebracht;]en/of (1)[in het geval van bevruchte viseieren waarop GS-voorschriften van toepassing zijn, zijn ontsmet met een methode waarvan is aangetoond dat zij doeltreffend tegen GS is.]]II.7 (1)(11)[Voorschriften voor soorten die gevoelig zijn voor OsHV-1 μνarOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren:(1)[afkomstig zijn uit een lidstaat of compartiment:a) waar van OsHV-1 μνar bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede infecties met die ziekte onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht,b) waar alle aquacultuurdieren van voor OsHV-1 μνar vatbare soorten die in die lidstaat of dat compartiment zijn binnengebracht, voldoen aan de voorschriften van punt II.7 van dit certificaat;c) (1)[die/dat voldoet aan voorschriften inzake ziektevrije status die gelijkwaardig zijn aan die van hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG;]en/of (1)[waarvoor, indien de zendingen bestemd zijn voor een lidstaat of compartiment waarvoor een bij Besluit 2010/221/EU goedgekeurd programma geldt, ook een bij Besluit 2010/221/EU goedgekeurd bewakingsprogramma geldt; ]]en/of (1)[aan quarantaine zijn onderworpen onder voorwaarden die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2008/946/EG.]]OpmerkingenDeel I:Vak I.12: gebruik, indien van toepassing, het vergunningsnummer van de kwekerij of het kweekgebied in kwestie. Kies „Overige” indien het wilde waterdieren betreft.Vak I.13: gebruik, indien van toepassing, het vergunningsnummer van de kwekerij of het kweekgebied in kwestie. Kies „Overige” indien bestemd voor heruitzetting in het wild.Vak I.19: de juiste GS-codes gebruiken: 0301, 0306, 0307, 030110 of 030270.Vakken I.20 en I.31: vermeld het totale aantal.Vak I.25: kies de optie „Fokken” indien bestemd voor de kweek, „Heruitzetting” indien bestemd voor heruitzetting, „Gezelschapsdieren” indien bestemd voor open siervisvoorzieningen, „Heruitzetting wild” indien bestemd voor heruitzetting in het wild, „Quarantaine” indien de aquacultuurdieren zijn bestemd voor een quarantainevoorziening en „Overige” indien bestemd voor „put and take”-visbedrijven.Deel II:(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) De optie „24 uur” geldt alleen voor zendingen van aquacultuurdieren die op grond van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1251/2008 vergezeld moeten gaan van een certificaat en die overeenkomstig de voorschriften voor het in de handel brengen van Richtlijn 2006/88/EG toestemming van de bevoegde autoriteiten hebben tot het verlaten van een gebied waarvoor de bestrijdingsbepalingen van hoofdstuk V, afdelingen 3 tot en met 6, van Richtlijn 2006/88/EG gelden, of van een lidstaat, gebied of compartiment waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt dat is goedgekeurd overeenkomstig artikel 44, lid 2, van die richtlijn. In alle andere gevallen is de optie „72 uur” van toepassing.

    EUROPESE UNIEIn de handel brengen van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzetting, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen en heruitzetting in het wildII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.(3) Geldt alleen voor zendingen van aquacultuurdieren die in het wild zijn gevangen en onmiddellijk, zonder tijdelijke opslag, naar een kwekerij of een kweekgebied voor weekdieren worden vervoerd.(4) Deel II.2 van dit certificaat geldt voor soorten die vatbaar zijn voor een of meer van de in de titel genoemde ziekten. Een lijst van vatbare soorten is opgenomen in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG.(5) Zendingen van wilde waterdieren mogen in de handel worden gebracht ongeacht de voorschriften in deel II.2 van dit certificaat, indien zij bestemd zijn voor een quarantainevoorziening die voldoet aan de voorschriften van Beschikking 2008/946/EG.(6) Met het oog op toelating tot een lidstaat, gebied of compartiment die/dat vrij verklaard is van VHS, IHN, ISA, KHV, Marteilia refringens, Bonamia ostreae of wittevlekkenvirus, of met een bewakings- of uitroeiingsprogramma dat overeenkomstig artikel 44, lid 1 of lid 2, van Richtlijn 2006/88/EG is opgesteld, moet één van deze verklaringen worden gehandhaafd indien de zending soorten omvat die vatbaar zijn voor of vector zijn van de ziekte(n) waarvoor een ziektevrije status of een programma geldt. Gegevens over de ziektestatus van elke kwekerij en elk kweekgebied van weekdieren in de Unie zijn te vinden op: http://ec.europa.eu/food/animal/liveanimals/aquaculture/index_en.htm(7) Deel II.3 van dit certificaat geldt voor vectorsoorten van een of meer van de in de titel genoemde ziekten. Mogelijke vectorsoorten en de omstandigheden waaronder zendingen van deze soorten als zendingen van vectorsoorten moeten worden beschouwd, zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1251/2008. Zendingen van mogelijke vectorsoorten mogen in de handel worden gebracht ongeacht de voorschriften in deel II.3, indien niet aan de voorwaarden in kolom 4 van de tabel in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1251/2008 wordt voldaan of indien zij bestemd zijn voor een quarantainevoorziening die voldoet aan de voorschriften van Beschikking 2008/946/EG.(8) Deel II.5 van dit certificaat geldt voor zendingen van aquacultuurdieren die op grond van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1251/2008 vergezeld moeten gaan van een certificaat en die overeenkomstig de voorschriften voor het in de handel brengen van Richtlijn 2006/88/EG toestemming van de bevoegde autoriteiten hebben tot het verlaten van een gebied waarvoor de bestrijdingsbepalingen van hoofdstuk V, afdelingen 3 tot en met 6, van Richtlijn 2006/88/EG gelden, of van een lidstaat, gebied of compartiment waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt dat is goedgekeurd overeenkomstig artikel 44, lid 2, van die richtlijn.(9) Van toepassing wanneer maatregelen worden getroffen overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 2006/88/EG.(10) Deel II.6 van dit certificaat is alleen van toepassing op zendingen, bestemd voor een lidstaat of deel daarvan die/dat als ziektevrij wordt beschouwd of waarvoor een programma is goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU wat SVC, BKD, IPN of GS betreft, indien de zending soorten omvat die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als zijnde vatbaar voor de ziekte(n) waarvoor de ziektevrije status of het programma geldt.Deel II.6 is ook van toepassing op zendingen van vissen van alle soorten, die afkomstig zijn uit wateren waar soorten aanwezig zijn die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als soorten die vatbaar zijn voor besmetting met GS, wanneer die zendingen bestemd zijn voor een lidstaat of een deel daarvan, opgenomen in bijlage I bij Besluit 2010/221/EU als zijnde vrij van GS.Zendingen van wilde waterdieren waarvoor voorschriften in verband met SVC, IPN en/of BKD gelden, mogen in de handel worden gebracht ongeacht de voorschriften in deel II.6 van dit certificaat indien zij bestemd zijn voor een quarantainevoorziening die voldoet aan de voorschriften van Beschikking 2008/946/EG.(11) Deel II.7 van dit certificaat is alleen van toepassing op zendingen, bestemd voor een lidstaat die of compartiment dat als ziektevrij wordt beschouwd of waarvoor een programma is goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU wat OsHV-1 μνar betreft, indien de zending soorten omvat die in deel C van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1251/2008 zijn opgenomen als zijnde vatbaar voor OsHV-1 μνar.De voorschriften van punt II.7 gelden niet voor zendingen die bestemd zijn voor een quarantainevoorziening die voldoet aan voorschriften die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2008/946/EG.Officiële dierenarts of officiële inspecteurNaam (in blokletters):Hoedanigheid en titel:Lokale veterinaire eenheid:Nummer van de LVE:Datum:Handtekening:Stempel:

    DEEL B

    Modeldiergezondheidscertificaat voor het in de handel brengen van aquacultuurdieren of producten daarvan die bestemd zijn voor verdere verwerking, verzendingscentra, zuiveringscentra en soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie

    Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zendingEUROPESE UNIECertificaat voor de handel binnen de EUI.1. VerzenderNaamAdresPostcodeI.2. Referentienummer certificaatI.2.a. Lokaal referentienummerI.3. Bevoegde centrale autoriteitI.4. Bevoegde lokale autoriteitI.5. GeadresseerdeNaamAdresPostcodeI.6.I.7.I.8. Land van oorsprongISO-codeI.9.I.10. Land van bestemmingISO-codeI.11.I.12. Plaats van oorsprongErkend aquacultuurbedrijfOverigeNaamErkenningsnummerAdresPostcodeI.13. Plaats van bestemmingErkend aquacultuurbedrijfOverigeNaamErkenningsnummerAdresPostcodeI.14. Plaats van ladingPostcodeI.15. Datum en uur van vertrekI.16. VervoermiddelenVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereIdentificatieI.17. VervoerderNaamErkenningsnummerAdresPostcodeLidstaatI.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GS-code)I.20. HoeveelheidI.21.I.22. Aantal verpakkingenI.23. Zegelnummer/ContainernummerI.24. Aard van de verpakkingI.25. Goederen gecertificeerd voor:Menselijke consumptieI.26. Doorvoer door een derde landDerde landISO-codePunt van uitgangCodePunt van binnenkomstNummer GIPI.27. Doorvoer door de lidstatenLidstaatISO-codeLidstaatISO-codeLidstaatISO-codeI.28. UitvoerDerde landISO-codePunt van uitgangCodeI.29.I.30.I.31. Identificatie van de goederenSoort (wetenschappelijke benaming)Hoeveelheid

    Part II: CertificationEUROPESE UNIEIn de handel brengen van aquacultuurdieren of producten daarvan voor menselijke consumptieII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1. Algemene voorschriftenOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de in deel I van dit certificaat bedoelde aquacultuurdieren:II.1.1. voldoen aan de in Richtlijn 2006/88/EG van de Raad vastgestelde voorschriften inzake het in de handel brengen.II.2. (1)(2)[Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor virale hemorragische septikemie (VHS), infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectieuze zalmanemie (ISA), koi-herpesvirus (KHV), Marteilia refringens, Bonamia ostreae en/of wittevlekkenvirusOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren of producten daarvan:II.2.1. (1)afkomstig zijn uit een lidstaat, gebied of compartiment die/dat overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG vrij verklaard is van (1)[VHS] (1)[IHN] (1)[ISA] (1)[KHV] (1)[Marteilia refringens] (1)[Bonamia ostreae] (1)[wittevlekkenvirus].]II.3. Vervoers- en etiketteringsvoorschriftenOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat:II.3.1. de hierboven bedoelde aquacultuurdieren of producten daarvan:i) worden gehouden onder omstandigheden, met inbegrip van de waterkwaliteit, die geen gevolgen voor hun gezondheidsstatus hebben;ii) voldoen, voor zover van toepassing, aan de algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren die zijn vastgesteld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad;II.3.2. de vervoerscontainer of het schip met leeftank vóór het laden schoon en ontsmet of nooit eerder gebruikt is, enII.3.3. de zending wordt aangeduid met een leesbaar etiket aan de buitenkant van de container of, bij vervoer in een schip met leeftank, in het scheepsmanifest, met de in de vakken I.8 tot en met I.13 van deel I van dit certificaat bedoelde informatie en de volgende vermelding:„(1)[Vissen] (1)[Weekdieren] (1)[Schaaldieren] bestemd voor (1)[verdere verwerking] (1)[verzendingscentra of soortgelijke bedrijven] (1)[zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven] met het oog op menselijke consumptie in de Europese Unie”.II.4. (1)(3)[Verklaring voor zendingen afkomstig uit een gebied waarvoor ziektebestrijdingsmaatregelen geldenOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat:II.4.1. hetzij (1)[de hierboven bedoelde dieren in de laatste 24 uur vóór de inlading zijn onderzocht en geen klinische ziekteverschijnselen vertoonden;]hetzij (1)[in het geval van eieren en weekdieren, afkomstig zijn van een kwekerij of een kweekgebied van weekdieren waar volgens de gegevens van de kwekerij of het kweekgebied van weekdieren geen aanwijzingen van ziekteproblemen zijn;]II.4.2. de hierboven bedoelde dieren afkomstig zijn uit een gebied waarvoor ziektebestrijdingsmaatregelen gelden in verband met (1)[epizoötisch ulceratief syndroom (EUS)] (1)[epizoötische hematopoëtische necrose (EHN) (1)[virale hemorragische septikemie (VHS)] (1)[infectieuze hematopoëtische necrose (IHN)] ] (1)[infectieuze zalmanemie (ISA)] (1)[koi-herpesvirus (KHV)] (1)[Bonamia exitiosa] (1)[Perkinsus marinus] (1)[Mikrocytos mackini] (1)[Marteilia refringens] (1)[Bonamia ostreae] (1)[taura-syndroom] (1)[yellow-head-ziekte]] (1)[wittevlekkenvirus] (1)(4)[de volgende nieuwe ziekte: …];II.4.3. de hierboven bedoelde dieren in de handel mogen worden gebracht overeenkomstig de vastgestelde bestrijdingsmaatregelen, enII.4.4. de zending wordt aangeduid met een leesbaar etiket aan de buitenkant van de container of, bij vervoer in een schip met een leeftank, in het scheepsmanifest, met de in de vakken I.8 tot en met I.13 van deel I van dit certificaat bedoelde informatie en de volgende vermelding:„(1)[Vissen] (1)[Weekdieren] (1)[Schaaldieren] afkomstig uit een gebied waarvoor ziektebestrijdingsmaatregelen gelden”.]II.5. (1)(5)[Voorschriften voor soorten die gevoelig zijn voor OsHV-1 μνarOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren:(1)[afkomstig zijn uit een lidstaat of compartiment:a) waar van OsHV-1 μνar bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede infecties met die ziekte onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;

    EUROPESE UNIEIn de handel brengen van aquacultuurdieren of producten daarvan voor menselijke consumptieII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.b) waar alle aquacultuurdieren van voor OsHV-1 μνar vatbare soorten die in die lidstaat of dat compartiment zijn binnengebracht, voldoen aan de voorschriften van punt II.5 van dit certificaat;c) (1)[die/dat voldoet aan voorschriften inzake ziektevrije status die gelijkwaardig zijn aan die van hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG;]en/of (1)[waarvoor, indien de zendingen bestemd zijn voor een lidstaat of compartiment waarvoor een bij Besluit 2010/221/EU goedgekeurd programma geldt, ook een bij Besluit 2010/221/EU goedgekeurd bewakingsprogramma geldt;]]hetzij (1)[aan quarantaine zijn onderworpen onder voorwaarden die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2008/946/EG.]]OpmerkingenDeel I:Vakken I.12 en I.13: gebruik, indien van toepassing, het vergunningsnummer van de kwekerij, het kweekgebied of het bedrijf in kwestie.Vak I.19: de juiste GS-codes gebruiken: 0301, 0302, 030270, 0303, 0306 of 0307.Vakken I.20 en I.31: vermeld het totale aantal.Deel II:(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Deel II.2 van dit certificaat geldt voor soorten die vatbaar zijn voor een of meer van de in de titel genoemde ziekten. Een lijst van vatbare soorten is opgenomen in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG.Met het oog op toelating tot een lidstaat, gebied of compartiment die/dat vrij verklaard is van VHS, IHN, ISA, KHV, Marteilia refringens, Bonamia ostreae of wittevlekkenvirus, of waarvoor een bewakings- of uitroeiingsprogramma geldt dat overeenkomstig artikel 44, lid 1 of 2, van Richtlijn 2006/88/EG is opgesteld, moet deze verklaring worden gehandhaafd indien de zending soorten bevat die vatbaar zijn voor de ziekte(n) waarvoor een ziektevrije status of een of meer programma’s gelden, tenzij de zending is bestemd voor verwerkingsbedrijven waaraan in overeenstemming met artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2006/88/EG een vergunning is verleend, of voor verzendingscentra, zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven die beschikken over systemen voor de behandeling van effluenten waarmee de desbetreffende pathogenen worden geïnactiveerd, of waar het effluent andere soorten behandelingen ondergaat waardoor het risico van overdracht van ziekten naar de natuurlijke wateren tot een aanvaardbaar niveau wordt teruggebracht.Gegevens over de ziektestatus van alle kwekerijen en alle kweekgebieden van weekdieren in de Europese Unie zijn te vinden op http://ec.europa.eu/food/animal/liveanimals/aquaculture/index_en.htm(3) Deel II.4 van dit certificaat geldt voor zendingen van aquacultuurdieren en producten daarvan die op grond van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1251/2008 vergezeld moeten gaan van een certificaat en die overeenkomstig de voorschriften voor het in de handel brengen van Richtlijn 2006/88/EG toestemming van de bevoegde autoriteiten hebben tot het verlaten van een gebied waarvoor de bepalingen inzake bestrijding van hoofdstuk V, afdelingen 3 tot en met 6, van Richtlijn 2006/88/EG gelden, of van een lidstaat, gebied of compartiment waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt dat is goedgekeurd overeenkomstig artikel 44, lid 2, van die richtlijn.(4) Van toepassing wanneer maatregelen worden getroffen overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 2006/88/EG.(5) Deel II.5 van dit certificaat is alleen van toepassing op zendingen, bestemd voor verzendingscentra, zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven in lidstaten of compartimenten die als ziektevrij worden beschouwd of waarvoor een programma is goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU wat OsHV-1 μνar betreft, indien de zending soorten omvat die in deel C van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1251/2008 zijn opgenomen als zijnde vatbaar voor OsHV-1 μνar.De voorschriften van punt II.5 zijn niet van toepassing op zendingen die bestemd zijn voor verzendingscentra, zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven die beschikken over een door de bevoegde autoriteit gevalideerd systeem voor de behandeling van effluenten dat geënveloppeerde virussen inactiveert of het risico van overdracht van ziekten naar de natuurlijke wateren tot een aanvaardbaar niveau terugbrengt.Officiële dierenarts of officiële inspecteurNaam (in blokletters):Hoedanigheid en titel:Lokale veterinaire eenheid:Nummer van de LVE:Datum:Handtekening:Stempel:

    DEEL C

    Lijst van soorten die vatbaar zijn voor ziekten waarvoor nationale maatregelen zijn goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU



    Ziekte

    Vatbare soorten

    Voorjaarsviremie van de karper (SVC)

    Grootkopkarper (Aristichthys nobilis), goudvis (Carassius auratus), kroeskarper (Carassius carassius), graskarper (Ctenopharyngodon idellus), karper en koikarper (Cyprinus carpio), zilverkarper (Hypophthalmichthys molitrix), meerval (Silurus glanis), zeelt (Tinca tinca) en winde (Leuciscus idus)

    Bacterial kidney disease (BKD)

    Familie: Salmonidae

    Infectieuze pancreatische necrose (IPN)

    Regenboogforel (Oncorhynchus mykiss), bronforel (Salvelinus fontinalis), zeeforel (Salmo trutta), Atlantische zalm (Salmo salar), Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.) en grote marene (Coregonus lavaretus)

    Besmetting met Gyrodactylus salaris

    Atlantische zalm (Salmo salar), regenboogforel (Oncorhynchus mykiss), riddervis (Salvelinus alpinus), bronforel (Salvelinus fontinalis), vlagzalm (Thymallus thymallus), Amerikaanse meerforel (Salvelinus namaycush) en zeeforel (Salmo trutta)

    Ostreid herpesvirus 1 μνar (OsHV-1 μνar)

    Japanse oester (Crassostrea gigas)

    ▼M5




    BIJLAGE III

    Lijst van derde landen, grondgebieden, gebieden of compartimenten ( 22 )

    (als bedoeld in artikel 10, lid 1, en artikel 11)



    Land/gebied

    Soort aquacultuurdier

    Gebied/Compartiment

    ISO-code

    Naam

    Vis

    Weekdieren

    Schaaldieren

    Code

    Omschrijving

    AU

    Australië

    ()

     
     
     
     

    BR

    Brazilië

    ()

     
     
     
     

    CA

    Canada

    X

     
     

    CA 0 ()

    Het hele grondgebied

    CA 1 ()

    Brits-Columbia

    CA 2 ()

    Alberta

    CA 3 ()

    Saskatchewan

    CA 4 ()

    Manitoba

    CA 5 ()

    New Brunswick

    CA 6 ()

    Nova Scotia

    CA 7 ()

    Prins Edwardeiland

    CA 8 ()

    Newfoundland en Labrador

    CA 9 ()

    Yukon

    CA 10 ()

    Northwest Territories

    CA 11 ()

    Nunavut

    CL

    Chili

    ()

     
     
     

    Het hele land

    CN

    China

    ()

     
     
     

    Het hele land

    CO

    Colombia

    ()

     
     
     

    Het hele land

    CG

    Congo

    ()

     
     
     

    Het hele land

    CK

    Cookeilanden

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    HR

    Kroatië

    ()

     
     
     

    Het hele land

    HK

    Hongkong

    ()

     
     
     

    Het hele land

    ID

    Indonesië

    ()

     
     
     

    Het hele land

    IL

    Israël

    ()

     
     
     

    Het hele land

    JM

    Jamaica

    ()

     
     
     

    Het hele land

    JP

    Japan

    ()

     
     
     

    Het hele land

    KI

    Kiribati

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    LK

    Sri Lanka

    ()

     
     
     

    Het hele land

    MH

    Marshalleilanden

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    MK ()

    Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

    ()

     
     
     

    Het hele land

    MY

    Maleisië

    ()

     
     
     

    Schiereiland West-Maleisië

    NR

    Nauru

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    NU

    Niue

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    NZ

    Nieuw-Zeeland

    ()

     
     
     

    Het hele land

    PF

    Frans-Polynesië

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    PG

    Papoea-Nieuw-Guinea

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    PN

    Pitcairneilanden

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    PW

    Palau

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    RU

    Rusland

    ()

     
     
     

    Het hele land

    SB

    Salomonseilanden

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    SG

    Singapore

    ()

     
     
     

    Het hele land

    ZA

    Zuid-Afrika

    ()

     
     
     

    Het hele land

    TW

    Taiwan

    ()

     
     
     

    Het hele land

    TH

    Thailand

    ()

     
     
     

    Het hele land

    TR

    Turkije

    ()

     
     
     

    Het hele land

    TK

    Tokelau-eilanden

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    TO

    Tonga

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    TV

    Tuvalu

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    US

    Verenigde Staten ()

    X

     

    X

    US 0 ()

    Het hele land

    X

     
     

    US 1 ()

    Het hele land, met uitzondering van de volgende staten: New York, Ohio, Illinois, Michigan, Indiana, Wisconsin, Minnesota en Pennsylvania

     

    X

     

    US 2

    Humboldt Bay (Californië)

    US 3

    Netarts Bay (Oregon)

    US 4

    Wilapa Bay, Totten Inlet, Oakland Bay, Quilcence Bay en Dabob Bay (Washington)

    US 5

    NELHA (Hawaï)

    WF

    Wallis en Futuna

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    WS

    Samoa

    ()

    ()

    ()

     

    Het hele land

    (1)   Van toepassing op alle vissoorten.

    (2)   Slechts van toepassing op Cyprinidae.

    (3)   Niet van toepassing op vissoorten die volgens deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG vatbaar voor of vector van virale hemorragische septikemie zijn.

    (4)   Slechts van toepassing op vissoorten die volgens deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG vatbaar voor of vector van virale hemorragische septikemie zijn.

    (5)   Voorlopige code die op geen enkele wijze vooruitloopt op de definitieve nomenclatuur voor dit land, die zal worden vastgesteld overeenkomstig de conclusies van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties.

    (6)   Slechts van toepassing op de invoer van siervissen van soorten die niet vatbaar zijn voor een of meer van de in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG vermelde ziekten, en weekdieren en schaaldieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen.

    (7)   Voor de toepassing van deze verordening omvatten de Verenigde Staten Puerto Rico, de Amerikaanse Maagdeneilanden, Amerikaans Samoa, Guam en de Noordelijke Marianen.

    ▼B




    BIJLAGE IV

    ▼M5

    DEEL A

    Model diergezondheidscertificaat voor de invoer in de Europese Unie van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzetting, „put and take”-visbedrijven en open siervisvoorzieningen

    Veterinair certificaat voor de invoer in de EUI.1. VerzenderNaamAdresTel.I.2. Referentienummer certificaatI.2.a.I.3. Bevoegde centrale autoriteitI.4. Bevoegde lokale autoriteitI.5. GeadresseerdeNaamAdresPostcodeTel.I.6.I.7. Land van oorsprongISO-codeI.8. Regio van oorsprongCodeI.9. Land van bestemmingISO-codeI.10. Regio van bestemmingCodeI.11. Plaats van oorsprongNaamErkenningsnummerAdresI.12.I.13. Plaats van ladingAdresErkenningsnummerI.14. Datum van vertrekUur van vertrekI.15. VervoermiddelenVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereIdentificatieReferentiedocumentenI.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUI.17. CITES-nr(s)I.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GS-code)I.20. HoeveelheidI.21.I.22. Aantal verpakkingenI.23. Zegelnummer/ContainernummerI.24.I.25. Goederen gecertificeerd voor:FokkenQuarantaineHeruitzettingOverigeGezelschapsdierenCircus/TentoonstellingI.26.I.27. Voor invoer of toelating in de EUI.28. Identificatie van de goederenSoort(wetenschappelijke benaming)Hoeveelheid

    Deel II: CertificeringLANDAquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, "put and take"-visbedrijven en open siervisvoorzieningenII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1. Algemene voorschriftenOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de aquacultuurdieren waarop deel I van dit certificaat betrekking heeft:II.1.1. in de laatste 72 uur vóór de inlading zijn onderzocht en geen klinische ziekteverschijnselen vertoonden;II.1.2. niet zijn onderworpen aan enig verbod in verband met een onopgeloste verhoogde sterfte;II.1.3. niet zijn bestemd om te worden vernietigd of geslacht in het kader van de uitroeiing van ziekten; enII.1.4. afkomstig zijn van aquacultuurbedrijven die alle onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit;II.1.5. (1) [in het geval van weekdieren, zijn onderzocht door middel van een individuele visuele controle van elk deel van de zending, waarbij geen andere soorten weekdieren dan de in deel I van dit certificaat vermelde soorten zijn gevonden.]II.2. (1)(2)(3) [Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor epizoötische hematopoëtische necrose (EHN), Bonamia exitiosa, Perkinsus marinus, Mikrocytos mackini, taura-syndroom en/of yellow-head-ziekteOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren:hetzij (1)(5) [afkomstig zijn van een land/grondgebied, gebied of compartiment dat door de bevoegde autoriteit in het land van oorsprong overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad of de desbetreffende norm van de OIE vrij verklaard is van (1) [EHN] (1) [Bonamia exitiosa] (1) [Perkinsus marinus] (1) [Mikrocytos mackini] (1) [taura-syndroom] (1) [yellow-head-ziekte], eni) waar van de desbetreffende ziekte(n) bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede besmetting met de desbetreffende ziekte(n) onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;ii) alle binnengebrachte soorten die vatbaar zijn voor de desbetreffende ziekte(n) afkomstig zijn van een gebied dat vrij verklaard is van de desbetreffende ziekte(n); eniii) de voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekte(n) zijn gevaccineerd];of (1)(3)(5) [in het geval van wilde waterdieren, aan quarantaine zijn onderworpen overeenkomstig Beschikking 2008/946/EG.]]II.3. (1)(4) [Voorschriften voor vectorsoorten voor epizoötische hematopoëtische necrose (EHN), Bonamia exitiosa, Perkinsus marinus, Mikrocytos mackini, taura-syndroom en/of yellow-head-ziekteOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren die moeten worden beschouwd als mogelijke vectoren van (1) [EHN] (1) [Bonamia exitiosa] (1) [Perkinsus marinus] (1) [Mikrocytos mackini] (1) [taura-syndroom] (1) [yellow-head-ziekte] aangezien zij behoren tot de in kolom 2 opgenomen soorten en voldoen aan de voorwaarden van kolom 3 van de tabel in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1251/2008:hetzij (1)(5) [afkomstig zijn van een land/grondgebied, gebied of compartiment dat door de bevoegde autoriteit in het land van oorsprong overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad of de desbetreffende norm van de OIE vrij verklaard is van (1) [EHN] (1) [Bonamia exitiosa] (1)[Perkinsus marinus] (1)[Mikrocytos mackini] (1)[taura-syndroom] (1)[yellow-head-ziekte], eni) waar van de desbetreffende ziekte(n) bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede besmetting met de desbetreffende ziekte(n) onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;ii) alle binnengebrachte soorten die vatbaar zijn voor de desbetreffende ziekte(n) afkomstig zijn van een gebied dat vrij verklaard is van de desbetreffende ziekte(n); eniii) de voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekte(n) zijn gevaccineerd];of (1)(5) [aan quarantaine zijn onderworpen overeenkomstig Beschikking 2008/946/EG.]]II.4. (1)(2)(3) [Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor virale hemorragische septikemie (VHS), infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectieuze zalmanemie (ISA), koi-herpesvirus (KHV), Marteilia refringens, Bonamia ostreae en/of wittevlekkenvirusOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren:hetzij (1)(6) [afkomstig zijn van een land/grondgebied, gebied of compartiment dat door de bevoegde autoriteit in het land van oorsprong overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG of de desbetreffende norm van de OIE vrij verklaard is van (1)[VHS] (1)[IHN] (1) [ISA] (1) [KHV] (1) [Marteilia refringens] (1) [Bonamia ostreae] (1) [wittevlekkenvirus], eni) waar van de desbetreffende ziekte(n) bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede besmetting met de desbetreffende ziekte(n) onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;ii) alle binnengebrachte soorten die vatbaar zijn voor de desbetreffende ziekte(n) afkomstig zijn van een gebied dat vrij verklaard is van de desbetreffende ziekte(n); en

    LANDAquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, "put and take"-visbedrijven en open siervisvoorzieningenII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.iii) de voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekte(n) zijn gevaccineerd;]of (1)(3)(6) [in het geval van wilde waterdieren, aan quarantaine zijn onderworpen overeenkomstig Beschikking 2008/946/EG.]]II.5. (1)(4) [Voorschriften voor vectorsoorten voor virale hemorragische septikemie (VHS), infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectieuze zalmanemie (ISA), koi-herpesvirus (KHV), Marteilia refringens, Bonamia ostreae en/of wittevlekkenvirusOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren die moeten worden beschouwd als mogelijke vectoren van (1) [VHS] (1) [IHN] (1) [ISA] (1) [KHV] (1) [Marteilia refringens] (1) [Bonamia ostreae] (1) [wittevlekkenvirus] aangezien zij behoren tot de in kolom 2 opgenomen soorten en voldoen aan de voorwaarden van kolom 3 van de tabel in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1251/2008:hetzij (1)(6) [afkomstig zijn van een land/grondgebied, gebied of compartiment dat door de bevoegde autoriteit in het land van oorsprong overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG of de desbetreffende norm van de OIE vrij verklaard is van (1) [VHS] (1) [IHN] (1) [ISA] (1) [KHV] (1) [Marteilia refringens] (1) [Bonamia ostreae] (1) [wittevlekkenvirus], eni) waar van de desbetreffende ziekte(n) bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede besmetting met de desbetreffende ziekte(n) onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;ii) alle binnengebrachte soorten die vatbaar zijn voor de desbetreffende ziekte(n) afkomstig zijn van een gebied dat vrij verklaard is van de desbetreffende ziekte(n); eniii) de voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekte(n) zijn gevaccineerd;]of (1)(6) [aan quarantaine zijn onderworpen overeenkomstig Beschikking 2008/946/EG.]]II.6. Vervoers- en etiketteringsvoorschriftenOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat:II.6.1. de hierboven bedoelde aquacultuurdieren worden gehouden onder omstandigheden, met inbegrip van de waterkwaliteit, die geen gevolgen voor hun gezondheidsstatus hebben;II.6.2. de vervoerscontainer of het schip met leeftank vóór het laden schoon en ontsmet of nooit eerder gebruikt is; enII.6.3. de zending voorzien is van een leesbaar etiket aan de buitenkant van de container of, wanneer vervoerd met een schip met leeftank, op het scheepsmanifest, met de relevante informatie, als bedoeld in de vakken I.7 tot en met I.13 van deel I van dit certificaat, en de volgende vermelding:hetzij (1) ["(1) [Wilde] (1) [Vissen] (1) [Weekdieren] (1) [Schaaldieren] bestemd voor de kweek in de Europese Unie"]of (1) ["(1) [Wilde] (1) [Weekdieren] bestemd voor heruitzetting in de Europese Unie"],of (1) [„[Wilde] (1) [Vissen] (1)[Weekdieren] (1) [Schaaldieren] voor "put and take"-visbedrijven in de Europese Unie."]of (1) ["Vis (1) [Weekdieren] (1) [Schaaldieren] (1) [voor sierdoeleinden] bestemd voor open siervisvoorzieningen in de Europese Unie."]of (1)(3) [”(1) [Wilde] (1) [Vissen] (1) [Weekdieren] (1) [Schaaldieren] bestemd voor quarantaine in de Europese Unie."]II.7. (1)(7) [Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor voorjaarsviremie van de karper (SVC), bacterial kidney disease (BKD), infectieuze pancreatische necrose (IPN) en besmetting met Gyrodactylus salaris (GS)Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde aquacultuurdieren:hetzij (1) [afkomstig zijn van een lidstaat/grondgebied of deel daarvan:a) waar van (1) [SVC] (1) [GS] (1) [BKD] (1) [IPN] aangifte bij de bevoegde autoriteit moet worden gedaan en meldingen van vermoede besmetting met de desbetreffende ziekte(n) onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;b) waar alle aquacultuurdieren van voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten, die in dat land/grondgebied of deel daarvan zijn binnengebracht, voldoen aan de voorschriften, vastgesteld in punt II.7 van dit certificaat;c) waar de voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekte(n) zijn gevaccineerd; end) hetzij (1) [die/dat, in het geval van (1) [IPN] (1) [BKD], voldoet aan voorschriften inzake ziektevrije status, die gelijkwaardig zijn aan die van hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG.]

    LANDAquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, "put and take"-visbedrijven en open siervisvoorzieningenII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.en/of (1) [die/dat, in het geval van (1) [SVC] (1) [GS], voldoet aan de voorschriften inzake ziektevrije status, die zijn vastgesteld in de desbetreffende OIE-norm.]en/of (1) (1) [die/dat, in het geval van (1) [SVC] (1) [IPN] (1) [BKD], een afzonderlijke kwekerij omvat die onder het toezicht van de bevoegde autoriteit:i) is leeggemaakt, gereinigd en ontsmet, en stilgelegd gedurende ten minste zes weken;ii) is voorzien van nieuw uitgezette dieren afkomstig uit gebieden die door de bevoegde autoriteit vrij van de desbetreffende ziekte zijn verklaard;]]en/of (1) [in het geval van wilde waterdieren die vatbaar zijn voor (1) [SVC] (1) [IPN] (1) [BKD], aan quarantaine zijn onderworpen onder voorwaarden die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2008/946/EG.]en/of (1) [in geval van zendingen waarop GS-voorschriften van toepassing zijn, onmiddellijk voordat zij zijn uitgevoerd, gedurende een ononderbroken periode van ten minste 14 dagen zijn gehouden in water met een zoutgehalte van ten minste 25 delen per duizend en dat gedurende die periode geen andere levende waterdieren van de voor GS vatbare soorten zijn binnengebracht.]en/of (1) [in het geval van bevruchte viseieren waarop GS-voorschriften van toepassing zijn, zijn ontsmet met een methode waarvan is aangetoond dat zij doeltreffend tegen GS is.]]OpmerkingenDeel I:Vak I.19: Gebruik de juiste code van het Geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie van de volgende rubrieken: 0301, 0306, 0307, 0308 of 0511.Vakken I.20 en I.28: Vermeld het totale aantal kg, met uitzondering van de siervissen.Vak I.25: Kies de optie "Fokken" indien bestemd voor de kweek, "Heruitzetting" indien bestemd voor heruitzetting, "Gezelschapsdieren" voor sierwaterdieren bestemd voor dierenwinkels of soortgelijke bedrijven voor doorverkoop, "Circus/tentoonstelling" voor sierwaterdieren bestemd voor tentoonstellingsaquaria of soortgelijke bedrijven, niet voor doorverkoop, "Quarantaine" voor aquacultuurdieren bestemd voor een quarantainevoorziening, en "Overige" indien bestemd voor "put and take"-visbedrijven.Deel II:(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) De delen II.2 en II.4 van dit certificaat gelden alleen voor soorten die vatbaar zijn voor een of meer van de in de titel genoemde ziekten. Een lijst van vatbare soorten is opgenomen in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG.(3) Zendingen van wilde waterdieren mogen worden ingevoerd ongeacht de voorschriften in de delen II.2 en II.4 van dit certificaat indien zij bestemd zijn voor een quarantainevoorziening die voldoet aan de voorschriften van Beschikking 2008/946/EG.(4) De delen II.3 en II.5 van dit certificaat gelden alleen voor vectorsoorten voor een of meer van de in de titel genoemde ziekten. Mogelijke vectorsoorten en de omstandigheden waaronder zendingen van deze soorten als zendingen van vectoren moeten worden beschouwd, zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening nr. 1251/2008. Zendingen van mogelijke vectorsoorten mogen worden ingevoerd ongeacht de voorschriften in de delen II.3 en II.5, indien niet aan de voorwaarden in kolom 4 van de tabel in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1251/2008 wordt voldaan of indien zij bestemd zijn voor een quarantainevoorziening die voldoet aan de voorschriften van Beschikking 2008/946/EG.(5) Met het oog op de toelating tot de Unie moet één van deze verklaringen worden bewaard indien de zendingen soorten omvatten die vatbaar zijn voor of vector zijn van EHN, Bonamia exitiosa, Perkinsus marinus, Mikrocytos mackini, taura-syndroom en/of yellow-head-ziekte.(6) Met het oog op de toelating tot een lidstaat, gebied of compartiment die/dat vrij verklaard is van VHS, IHN, ISA, KHV, Marteilia refringens, Bonamia ostreae of wittevlekkenvirus, of met een bewakings- of uitroeiingsprogramma dat overeenkomstig artikel 44, lid 1 of 2, van Richtlijn 2006/88/EG is opgesteld, moet één van deze verklaringen worden bewaard indien de zending soorten bevat die vatbaar zijn voor of vector zijn van de ziekte(n) waarvoor een ziektevrije status of een programma geldt. Gegevens over de ziektestatus van elke kwekerij en elk kweekgebied van weekdieren in de Unie zijn te vinden op het volgende webadres: http://ec.europa.eu/food/animal/liveanimals/aquaculture/index_en.htm(7) Deel II.7 van dit certificaat is alleen van toepassing op zendingen, bestemd voor een lidstaat of deel daarvan die/dat als ziektevrij wordt beschouwd of waarvoor een programma is goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU wat SVC, BKD, IPN of GS betreft, indien de zending soorten omvat die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als zijnde vatbaar voor de ziekte(n) waarvoor de ziektevrije status of het programma geldt.Deel II.7 is ook van toepassing op zendingen van vissen van alle soorten, die afkomstig zijn uit wateren waar soorten aanwezig zijn die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als soorten die vatbaar zijn voor besmetting met GS, wanneer die zendingen bestemd zijn voor een lidstaat of een deel daarvan, opgenomen in bijlage I bij Besluit 2010/221/EU als zijnde vrij van GS.

    LANDAquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, "put and take"-visbedrijven en open siervisvoorzieningenII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.Zendingen van wilde waterdieren waarvoor voorschriften in verband met SVC, IPN en/of BKD gelden, mogen worden ingevoerd ongeacht de voorschriften in deel II.7 van dit certificaat indien zij bestemd zijn voor een quarantainevoorziening die voldoet aan de voorschriften van Beschikking 2008/946/EG.De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op het certificaat.Officiële inspecteurNaam (in blokletters):Hoedanigheid en titel:Datum:Handtekening:Stempel:

    DEEL B

    Model diergezondheidscertificaat voor de invoer in de Europese Unie van waterdieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen

    Veterinair certificaat voor de invoer in de EUI.1. VerzenderNaamAdresTel.I.2. Referentienummer certificaatI.2.a.I.3. Bevoegde centrale autoriteitI.4. Bevoegde lokale autoriteitI.5. GeadresseerdeNaamAdresPostcodeTel.I.6.I.7. Land van oorsprongISO-codeI.8. Regio van oorsprongCodeI.9. Land van bestemmingISO-codeI.10. Regio van bestemmingCodeI.11. Plaats van oorsprongNaamErkenningsnummerAdresI.12.I.13. Plaats van ladingAdresErkenningsnummerI.14. Datum van vertrekUur van vertrekI.15. VervoermiddelenVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereIdentificatieReferentiedocumentenI.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUI.17. CITES-nr(s)I.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GS-code)I.20. HoeveelheidI.21.I.22. Aantal verpakkingenI.23. Zegelnummer/ContainernummerI.24.I.25. Goederen gecertificeerd voor:GezelschapsdierenQuarantaineCircus/TentoonstellingI.26.I.27. Voor invoer of toelating in de EUI.28. Identificatie van de goederenSoort(wetenschappelijke benaming)Hoeveelheid

    Deel II: CertificeringLANDWaterdieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningenII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1. Algemene voorschriftenOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de waterdieren voor sierdoeleinden waarop deel I van dit certificaat betrekking heeft:II.1.1. in de laatste 72 uur vóór de inlading zijn onderzocht en geen klinische ziekteverschijnselen vertoonden;II.1.2. niet zijn onderworpen aan enig verbod in verband met een onopgeloste verhoogde sterfte; enII.1.3. niet zijn bestemd om te worden vernietigd of geslacht in het kader van de uitroeiing van ziekten.II.2. (1) (2) (3) [Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor epizoötische hematopoëtische necrose (EHN), Bonamia exitiosa, Perkinsus marinus, Mikrocytos mackini, taura-syndroom en/of yellow-head-ziekteOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde waterdieren voor sierdoeleinden:hetzij (1) (4) [afkomstig zijn van een land/grondgebied, gebied of compartiment dat door de bevoegde autoriteit in het land van oorsprong overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad of de desbetreffende norm van de OIE vrij verklaard is van (1) [EHN] (1) [Bonamia exitiosa] (1)[Perkinsus marinus] (1) [Mikrocytos mackini] (1) [taura-syndroom] (1) [yellow-head-ziekte], eni) waar van de desbetreffende ziekte(n) aangifte bij de bevoegde autoriteit moet worden gedaan en meldingen van vermoede besmetting met de desbetreffende ziekte(n) onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;ii) de binnengebrachte soorten die vatbaar zijn voor de desbetreffende ziekte(n) afkomstig zijn van een gebied dat vrij verklaard is van de desbetreffende ziekte(n); eniii) de voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekte(n) zijn gevaccineerd];of (1) (4) (5) [aan quarantaine zijn onderworpen overeenkomstig Beschikking 2008/946/EG.]]II.3. (1) (2) (3) [Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor virale hemorragische septikemie (VHS), infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectieuze zalmanemie (ISA), koi-herpesvirus (KHV), Marteilia refringens, Bonamia ostreae en/of wittevlekkenvirusOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde waterdieren voor sierdoeleinden:hetzij (1) (5) [afkomstig zijn van een land/grondgebied, gebied of compartiment dat door de bevoegde autoriteit in het land van oorsprong overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG of de desbetreffende norm van de OIE vrij verklaard is van (1) [VHS] (1) [IHN] (1)[ISA] (1)[KHV] (1)[Marteilia refringens] (1)[Bonamia ostreae] (1)[wittevlekkenvirus], eni) waar van de desbetreffende ziekte(n) bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede besmetting met de desbetreffende ziekte(n) onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;ii) alle binnengebrachte soorten die vatbaar zijn voor de desbetreffende ziekte(n) afkomstig zijn van een gebied dat vrij verklaard is van de desbetreffende ziekte(n); eniii) de voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekte(n) zijn gevaccineerd.]of (1) (3) (5) [aan quarantaine zijn onderworpen overeenkomstig Beschikking 2008/946/EG.]]II.4. Vervoers- en etiketteringsvoorschriftenOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat:II.4.1. de hierboven bedoelde waterdieren voor sierdoeleinden worden gehouden onder omstandigheden, met inbegrip van de waterkwaliteit, die geen gevolgen voor hun gezondheidsstatus hebben;II.4.2. de vervoerscontainer schoon en gedesinfecteerd of nooit eerder gebruikt is; enII.4.3. de zending wordt aangeduid met een leesbaar etiket aan de buitenkant van de container, met de in de vakken I.7 tot en met I.13 van deel I van dit certificaat bedoelde relevante informatie en de volgende verklaring:hetzij (1) ["Vissen (1) [Weekdieren] (1) [Schaaldieren] (1) [voor sierdoeleinden] bestemd voor gesloten siervisvoorzieningen in de Europese Unie."]of (1) ["Vissen (1) [Weekdieren] (1) [Schaaldieren] (1) [voor sierdoeleinden] bestemd voor quarantaine in de Europese Unie."]II.5. (1) (3) (6) [Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor voorjaarsviremie van de karper (SVC), bacterial kidney disease (BKD), infectieuze pancreatische necrose (IPN) en besmetting met Gyrodactylus salaris (GS)Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de hierboven bedoelde waterdieren voor sierdoeleinden:

    LANDWaterdieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningenII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.hetzij (1) [afkomstig zijn van een lidstaat/grondgebied of deel daarvan:a) waar van (1) [SVC] (1) [GS] (1) [BKD] (1) [IPN] aangifte bij de bevoegde autoriteit moet worden gedaan en meldingen van vermoede besmetting met de desbetreffende ziekte(n) onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;b) waar alle aquacultuurdieren van voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten, die in dat land/grondgebied of deel daarvan zijn binnengebracht, voldoen aan de voorschriften, vastgesteld in punt II.5 van dit certificaat;c) waar de voor de desbetreffende ziekte(n) vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekte(n) zijn gevaccineerd; end) die/dat voldoet aan de voorschriften inzake de ziektevrije status met betrekking tot (1) [SVC] (1) [GS] (1) [BKD] (1) [IPN], vastgesteld in de desbetreffende norm van de OIE of ten minste gelijkwaardig aan die van hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG.]of (1) (3) [aan quarantaine zijn onderworpen onder voorwaarden die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2008/946/EG.]]OpmerkingenDeel I:Vak I.19: Gebruik de juiste code van het Geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie van de volgende rubrieken: 0301, 0306, 0307, 0308 of 0511.Vakken I.20 en I.28: Vermeld het totale aantal kg, met uitzondering van de siervissen.Vak I.25: Kies de optie "Gezelschapsdieren" voor sierwaterdieren bestemd voor dierenwinkels of soortgelijke bedrijven voor doorverkoop, "Circus/tentoonstelling" voor sierwaterdieren bestemd voor tentoonstellingsaquaria of soortgelijke bedrijven, niet voor doorverkoop, en "Quarantaine" voor sierwaterdieren bestemd voor een quarantainevoorziening.Deel II:(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) De delen II.2 en II.3 van dit certificaat gelden alleen voor soorten die vatbaar zijn voor een of meer van de in de titel genoemde ziekten. Een lijst van vatbare soorten is opgenomen in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG.(3) Zendingen van sierwaterdieren mogen worden ingevoerd ongeacht de voorschriften in de delen II.2 en II.3 indien zij bestemd zijn voor een quarantainevoorziening die voldoet aan de voorschriften van Beschikking 2008/946/EG.(4) Met het oog op de toelating tot de Unie moet één van deze verklaringen worden bewaard indien de zendingen soorten omvatten die vatbaar zijn voor EHN, Bonamia exitiosa, Perkinsus marinus, Mikrocytos mackini, taura-syndroom en/of yellow-head-ziekte.(5) Met het oog op de toelating tot een lidstaat, gebied of compartiment die/dat vrij verklaard is van VHS, IHN, ISA, KHV, Marteilia refringens, Bonamia ostreae of wittevlekkenvirus, of met een bewakings- of uitroeiingsprogramma dat overeenkomstig artikel 44, lid 1 of 2, van Richtlijn 2006/88/EG is opgesteld, moet één van deze verklaringen worden bewaard indien de zending soorten bevat die vatbaar zijn voor de ziekte(n) waarvoor een ziektevrije status of één of meer bestrijdings- of uitroeiingsprogramma's gelden. Gegevens over de ziektestatus in verschillende delen van de Unie zijn te vinden op: http://ec.europa.eu/food/animal/liveanimals/aquaculture/index_en.htm(6) Deel II.5 van dit certificaat is alleen van toepassing op zendingen, bestemd voor een lidstaat of deel daarvan die/dat als ziektevrij wordt beschouwd of waarvoor een programma is goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU wat SVC, BKD, IPN of GS betreft, indien de zending soorten omvat die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als zijnde vatbaar voor de ziekte(n) waarvoor de ziektevrije status of het programma geldt.Deel II.5 is ook van toepassing op zendingen van vissen van alle soorten, die afkomstig zijn uit wateren waar soorten aanwezig zijn die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als soorten die vatbaar zijn voor besmetting met GS, wanneer die zendingen bestemd zijn voor een lidstaat of een deel daarvan, opgenomen in bijlage I bij Besluit 2010/221/EU als zijnde vrij van GS.Zendingen van waterdieren voor sierdoeleinden waarvoor voorschriften in verband met SVC, IPN en/of BKD gelden, mogen worden ingevoerd ongeacht de voorschriften in deel II.5 van dit certificaat indien zij bestemd zijn voor een quarantainevoorziening die voldoet aan de voorschriften van Beschikking 2008/946/EG.De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op het certificaat.

    LANDWaterdieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningenII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.Officiële inspecteurNaam (in blokletters):Hoedanigheid en titel:Datum:Handtekening:Stempel:

    ▼B

    DEEL C

    Model-diergezondheidscertificaat voor de doorvoer/opslag van voor menselijke consumptie bestemde levende aquacultuurdieren, visseneieren en niet-gestripte vis

    Deel I: Gegevens betreffende de zendingLANDVeterinair certificaat voor de invoer in de EUI.1. VerzenderNaamAdresTel.I.2. Referentienummer certificaatI.2.aI.3. Bevoegde centrale autoriteitI.4. Bevoegde lokale autoriteitI.5. GeadresseerdeNaamAdresPostcodeTel.I.6. Voor de zending in EU verantwoordelijke persoonNaamAdresPostcodeTel.I.7. Land van oorsprongISO-codeI.8. Regio van oorsprongCodeI.9. Land van bestemmingISO-codeI.10. Regio van bestemmingCodeI.11. Plats van oorsprongNaamErkenningsnummerAdresI.12. Plaats van bestemmingDouane-entrepotLeverancier aan zeevervoe rmiddelenNaamErkenningsnummerAdresPostcodeI.13. Plaats van ladingI.14. Datum van vertrekI.15. VervoermiddelenVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereIdentificatie:Referentiedocumenten:I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in EUI.17.I.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GS-code)I.20. HoeveelheidI.21. Temperatuur productenOmgevingstemperatuurGekoeldBevrorenI.22. Aantal verpakkingenI.23. Nr. zegel en nr. containerI.24. Aard van de verpakkingI.25. Goederen gecertificeerd voorMenselijke consumptieI.26. Voor doorvoer naar derde land door EUDerde landISO-codeI.27.I.28. Identificatie van de goederenSoort(Wetenschappelijke benaming)KoelhuisAantal verpakkingenNettogewicht

    Deel II: CertificeringLANDDoorvoer/opslag van voor menselijke consumptie bestemde aquacultuurdierenII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1 GezondheidsverklaringOndergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat de aquacultuurdieren waarop deel I van dit certificaat betrekking heeft:II.1.1 voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften van de modelcertificaten die zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie.OpmerkingenDeel I:Vak I.19: Gebruik de toepasselijke GS-codes: 0301, 0302, 030270, 0303, 0306 of 0307.Vakken I.20 en 1.28: Vermeld het totale bruto- en nettogewicht in kg.Officiële inspecteurNaam (in blokletters):Hoedanigheid en titel:Datum:Handtekening:Stempel

    DEEL D

    Addendum voor vervoer van levende aquacultuurdieren over zee

    (In te vullen en aan het diergezondheidscertificaat te hechten indien het transport tot aan de grens van de Europese Gemeenschap, ook indien slechts voor een deel, plaatsvindt per schip.)

    Verklaring van de kapitein van het schipOndergetekende, kapitein van schip (naam …), verklaart dat de in het aangehechte diergezondheidscertificaat nr … bedoelde levende aquacultuurdieren aan boord van het schip zijn gebleven tijdens de reis van … in … (land, gebied of compartiment van uitvoer) naar in de Europese Gemeenschap en dat het schip niet heeft aangelegd op een plaats buiten … (land, gebied of compartiment van uitvoer) op weg naar de Europese Gemeenschap, behalve in: … (aanloophavens). Bovendien zijn de aquacultuurdieren tijdens de reis niet in contact geweest met andere waterdieren aan boord die een lagere gezondheidsstatus hadden.Gedaan te …(Haven van aankomst)op …(Datum van aankomst)(Handtekening van de kapitein)Stempel(Naam in blokletters, functie)

    ▼M2




    BIJLAGE V

    Toelichting

    a) De bevoegde autoriteiten van het land van oorsprong geven een certificaat af overeenkomstig het in de bijlagen II en IV bij deze verordening vastgestelde model, met inachtneming van de plaats van bestemming en het gebruik van de zending na aankomst op de plaats van bestemming.

    b) Naar gelang van de status van de in de EU-lidstaat gelegen plaats van bestemming ten aanzien van de in bijlage IV, deel II, bij Richtlijn 2006/88/EG genoemde niet-exotische ziekten of ziekten waarvoor de plaats van bestemming maatregelen heeft goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU ter goedkeuring van nationale maatregelen overeenkomstig artikel 43 van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad, moeten de nodige specifieke voorschriften worden opgenomen in het certificaat.

    c) De „plaats van oorsprong” is de locatie van de kwekerij of het kweekgebied van weekdieren waar de aquacultuurdieren zijn gekweekt en hun voor de onder dit certificaat vallende zending relevante handelsafmetingen hebben bereikt. Voor wilde waterdieren is de „plaats van oorsprong” de oogstplaats.

    d) Indien in het modelcertificaat staat dat een verklaring in bepaalde gevallen kan worden doorgehaald, houdt dit in dat niet terzake doende verklaringen mogen worden doorgehaald, met paraaf en stempel van de certificerende ambtenaar, of helemaal uit het certificaat mogen worden weggelaten.

    e) Het origineel van elk certificaat bestaat uit één blad of, indien nodig, een formulier waarvan alle bladen één ondeelbaar geheel vormen.

    f) Voor invoer in de Unie uit derde landen moeten het originele exemplaar van het certificaat en de in het modelcertificaat bedoelde etiketten worden opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de lidstaat van de grensinspectiepost waar de zending in de Unie wordt binnengebracht en van de EU-lidstaat van bestemming. Die lidstaten kunnen evenwel toestaan dat het certificaat in de officiële taal van een andere lidstaat wordt opgesteld en zo nodig vergezeld gaat van een officiële vertaling.

    g) Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending extra bladen aan het certificaat worden gehecht, worden deze bladen beschouwd als deel uitmakend van het originele certificaat, mits op elke bladzijde de handtekening en het stempel van de certificerende officiële inspecteur zijn aangebracht.

    h) Indien het certificaat, inclusief de onder g) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan aldus genummerd „–x (bladzijdenummer) van y (totaal aantal bladzijden)–” en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het referentienummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.

    i) Het originele exemplaar van het certificaat moet niet meer dan 72 uur vóór de inlading van de zending, of niet meer dan 24 uur in de gevallen waarin de aquacultuurdieren binnen 24 uur vóór de inlading moeten worden onderzocht, door een officiële inspecteur worden ingevuld en ondertekend. De bevoegde autoriteiten van het land van oorsprong zien erop toe dat beginselen van certificering worden toegepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG.

    j) De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dat geldt ook voor andere stempels dan reliëfstempels of watermerken.

    k) Voor invoer in de Unie uit derde landen moet het originele exemplaar van het certificaat de zending vergezellen tot in de EU-grensinspectiepost. Zendingen die binnen de Unie in de handel worden gebracht, moeten vergezeld gaan van het originele exemplaar van het certificaat totdat zij de plaats van bestemming bereiken.

    l) Een voor levende aquacultuurdieren afgegeven certificaat is 10 dagen geldig vanaf de datum van afgifte. Bij vervoer per schip wordt de geldigheidsduur verlengd met de duur van de zeereis. Daartoe wordt het origineel van een verklaring van de kapitein, opgesteld overeenkomstig het addendum dat is opgesteld volgens het model van deel D van bijlage IV, aan het diergezondheidscertificaat gehecht.

    m) Er zij op gewezen dat de algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97, voor zover van toepassing, maatregelen kunnen voorschrijven die na binnenkomst in de Unie moeten worden genomen indien niet aan de voorschriften van die verordening is voldaan.



    ( 1 ) PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14.

    ( 2 ) PB L 46 van 19.2.1991, blz. 1.

    ( 3 ) PB L 216 van 14.8.1999, blz. 13.

    ( 4 ) PB L 135 van 3.6.2003, blz. 19.

    ( 5 ) PB L 302 van 20.11.2003, blz. 22.

    ( 6 ) PB L 324 van 11.12.2003, blz. 37.

    ( 7 ) PB L 271 van 30.9.2006, blz. 71.

    ( 8 ) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

    ( 9 ) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

    ( 10 ) PB L 94 van 31.3.2004, blz. 63.

    ( 11 ) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206.

    ( 12 ) PB L 320 van 18.11.2006, blz. 53.

    ( 13 ) PB L 338 van 22.12.2005, blz. 83.

    ( 14 ) PB L 338 van 22.12.2005, blz. 27.

    ( 15 ) PB L 326 van 11.12.2001, blz. 44.

    ( 16 ) PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.

    ( 17 ) PB L 13 van 16.1.1997, blz. 28.

    ( 18 ) The EFSA Journal (2007) 584, blz. 1-163.

    ( 19 ) The EFSA Journal (2007) 597, blz. 1-116.

    ( 20 ) The EFSA Journal (2007) 598, blz. 1-91.

    ( 21 ) PB L 98 van 20.4.2010, blz. 7.

    ( 22 ) Op grond van artikel 11 mogen siervissen van soorten die niet vatbaar zijn voor een of meer van de in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG vermelde ziekten, en weekdieren en schaaldieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen, ook in de Unie worden ingevoerd vanuit derde landen of grondgebieden die lid zijn van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE).

    Top