EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02008D0381-20140101

Consolidated text: Beschikking van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk (2008/381/EG)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/381/2014-01-01

02008D0381 — NL — 01.01.2014 — 001.002


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 14 mei 2008

betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk

(2008/381/EG)

(PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EU) Nr. 516/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 april 2014

  L 150

168

20.5.2014




▼B

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 14 mei 2008

betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk

(2008/381/EG)



Artikel 1

Voorwerp en toepassingsgebied

1.  Hierbij wordt een Europees migratienetwerk (hierna het „EMN” genoemd) opgezet.

2.  Het EMN heeft ten doel te voldoen aan de behoeften aan informatie over migratie en asiel van de communautaire instellingen en de autoriteiten en instellingen van de lidstaten door ter ondersteuning van de beleidsvorming op deze gebieden in de Europese Unie actuele, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel te verstrekken.

3.  Het EMN heeft ook tot taak het publiek voor te lichten over deze onderwerpen.

Artikel 2

Taken

1.  Ter verwezenlijking van de doelstelling van artikel 1:

a) 

betrekt het EMN actuele en betrouwbare gegevens en informatie uit een breed scala aan bronnen en wisselt het deze uit;

b) 

analyseert het EMN de onder a) bedoelde gegevens en informatie en verstrekt het deze in een gemakkelijk toegankelijk formaat;

c) 

draagt het EMN in samenwerking met de andere EU-instanties op dit terrein bij tot de ontwikkeling van indicatoren en criteria die de samenhang van de informatie vergroten alsmede tot de ontwikkeling van communautaire activiteiten die verband houden met migratiestatistieken;

d) 

stelt het EMN periodieke verslagen op over de situatie op het gebied van migratie en asiel in de Gemeenschap en haar lidstaten en publiceert het deze;

e) 

zet het EMN een computersysteem voor informatie-uitwisseling op dat toegang geeft tot relevante documenten en publicaties op het gebied van migratie en asiel, en onderhoudt het dit systeem;

f) 

vergroot het EMN zijn bekendheid door toegang te verlenen tot de informatie die het verzamelt en door de resultaten van het EMN te verspreiden, tenzij die informatie van vertrouwelijke aard is;

g) 

coördineert het EMN de informatie en werkt het samen met andere belanghebbende Europese en internationale organen.

2.  Het EMN zorgt ervoor dat zijn activiteiten consistent zijn en gecoördineerd worden met de toepasselijke communautaire instrumenten en structuren op het gebied van migratie en asiel.

Artikel 3

Samenstelling

Het EMN bestaat uit:

— 
door de lidstaten aangewezen nationale contactpunten;
— 
de Commissie.

Artikel 4

Bestuur

1.  Het EMN wordt geleid door een bestuur dat is samengesteld uit één vertegenwoordiger uit elke lidstaat en één vertegenwoordiger van de Commissie, bijgestaan door twee wetenschappelijke deskundigen.

2.  De vertegenwoordiger van de Commissie treedt op als voorzitter van het bestuur.

3.  Elk lid van het bestuur heeft één stem, ook de voorzitter. De besluiten worden genomen met een tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

4.  Een vertegenwoordiger van het Europees Parlement kan de vergaderingen van het bestuur als waarnemer bijwonen.

5.  Het behoort met name tot de taak van het bestuur:

▼M1

a) 

ontwerpwerkprogramma’s van de activiteiten op te stellen en goed te keuren, met name wat betreft de doelstellingen, thematische prioriteiten alsmede indicatieve bedragen voor de begroting van elk nationaal contactpunt om ervoor te zorgen dat het Europees Migratienetwerk goed functioneert, zulks op basis van een voorstel van de voorzitter;

▼B

b) 

te bekijken welke vooruitgang het EMN heeft geboekt en, waar vereist, de nodige maatregelen aan te bevelen;

c) 

het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s ten minste één keer per jaar een beknopt situatieverslag te verstrekken over de lopende activiteiten van het EMN en de belangrijkste resultaten van door het EMN opgestelde studies;

d) 

na te gaan welke de meest geschikte strategische samenwerkingsrelaties zijn met andere entiteiten die bevoegd zijn op het gebied van migratie en asiel en, waar nodig, de administratieve regelingen voor de in artikel 10 bedoelde samenwerking vast te stellen;

e) 

de nationale contactpunten te adviseren over de wijze waarop zij hun werking kunnen verbeteren en hen te helpen de nodige maatregelen te nemen wanneer vastgestelde aanhoudende tekortkomingen in de werkzaamheden van een nationaal contactpunt negatieve gevolgen kunnen hebben voor de werkzaamheden van het EMN.

6.  Het bestuur stelt zijn reglement van orde vast en komt, na bijeenroeping door zijn voorzitter, ten minste tweemaal per jaar bijeen.

Artikel 5

Nationale contactpunten

1.  Elke lidstaat wijst een entiteit aan die fungeert als nationaal contactpunt. Om het werk van het EMN te vergemakkelijken en ervoor te zorgen dat dit zijn doelstellingen verwezenlijkt, houden de lidstaten er in voorkomend geval rekening mee dat hun vertegenwoordiger in het bestuur en hun nationaal contactpunt gecoördineerd moeten optreden.

2.  De nationale contactpunten zijn samengesteld uit minste drie deskundigen. Een van deze deskundigen, die optreedt als nationale coördinator, is een ambtenaar of een werknemer van de aldus aangewezen entiteit. De resterende deskundigen kunnen tot dezelfde entiteit behoren of deel uitmaken van andere, in de lidstaat gevestigde nationale en internationale openbare of particuliere organisaties.

3.  De deskundigen van elk nationaal contactpunt beschikken collectief over deskundigheid inzake beleidsvorming, wetgeving, onderzoek en statistiek op het gebied van asiel en migratie.

4.  De lidstaten delen de Commissie uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze beschikking mede welke deskundigen deel uitmaken van hun nationale contactpunten en geven daarbij aan hoe de nationale contactpunten voldoen aan de in lid 3 genoemde vereisten.

5.  De taken van het EMN worden op nationaal niveau uitgevoerd door de nationale contactpunten, die met name:

a) 

nationale verslagen, waaronder de in artikel 9 bedoelde verslagen, aanleveren;

b) 

nationale informatie verstrekken voor het in artikel 8 bedoelde systeem voor de uitwisseling van informatie;

c) 

de mogelijkheid ontwikkelen om ad-hocverzoeken te formuleren en snel op dergelijke verzoeken van andere nationale contactpunten te reageren;

d) 

een nationaal migratienetwerk opzetten, dat is samengesteld uit een breed scala van organisaties en personen die actief zijn op het gebied van migratie en asiel en die de betrokken partijen vertegenwoordigen. De leden van het nationale migratienetwerk kunnen worden verzocht een bijdrage te leveren aan de werkzaamheden van het EMN, inzonderheid in het kader van de artikelen 8 en 9.

6.  De deskundigen van elk nationaal contactpunt komen regelmatig bijeen om de werkzaamheden van het contactpunt te bespreken, in voorkomend geval ook met leden van de in lid 5, onder d), bedoelde nationale migratienetwerken, en om informatie over lopende en toekomstige activiteiten uit te wisselen.

Artikel 6

Coördinatie

1.  De Commissie coördineert, mede in overeenstemming met artikel 2, lid 2, de werkzaamheden van het EMN en zorgt ervoor dat de werkzaamheden van het netwerk volledig recht doen aan de beleidsprioriteiten van de Gemeenschap op het gebied van migratie en asiel.

2.  Voor de organisatie van de werkzaamheden van het EMN wordt de Commissie bijgestaan door een dienstverlener die wordt geselecteerd op grond van een procedure voor het plaatsen van opdrachten. Deze dienstverlener voldoet aan de vereisten van artikel 5, lid 3, en aan alle andere relevante, door de Commissie vastgestelde vereisten.

3.  De dienstverlener zorgt, onder toezicht van de Commissie, onder meer voor:

a) 

de organisatie van de dagelijkse gang van zaken van het EMN;

b) 

het opzetten en het beheer van het in artikel 8 bedoelde systeem voor de uitwisseling van informatie;

c) 

de coördinatie van de bijdragen van de nationale contactpunten;

d) 

de voorbereiding van de in artikel 7 bedoelde vergaderingen;

e) 

het opstellen van de compilaties en synthesen van de in artikel 9 bedoelde verslagen en studies.

▼M1

4.  De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van het werkprogramma van de activiteiten en brengt regelmatig aan de Raad van Bestuur verslag uit over de uitvoering ervan en over de ontwikkeling van het Europees Migratienetwerk.

▼M1 —————

▼B

Artikel 7

Vergaderingen

1.  Het EMN komt in de regel vijf keer per jaar bijeen.

2.  Elk nationaal contactpunt is op de vergaderingen van het netwerk door ten minste een van zijn deskundigen vertegenwoordigd. Ten hoogste drie deskundigen van elk nationaal contactpunt wonen de vergaderingen bij.

3.  De vergaderingen van het EMN worden bijeengeroepen en voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

4.  De op regelmatige tijdstippen gehouden vergaderingen van het EMN hebben ten doel:

a) 

de nationale contactpunten de gelegenheid te geven kennis en ervaring uit te wisselen, vooral wat betreft de werking van het EMN;

b) 

te bekijken welke vooruitgang het EMN bij zijn werkzaamheden, in het bijzonder bij het opstellen van de in artikel 9 bedoelde studies en verslagen, heeft geboekt;

c) 

informatie en standpunten uit te wisselen, met name over de structuur, de organisatie, de inhoud van en de toegang tot de in artikel 8 bedoelde beschikbare informatie;

d) 

een platform te bieden voor het bespreken van praktische en juridische problemen waarmee de lidstaten op het gebied van migratie en asiel worden geconfronteerd, met name voor het bespreken van de in artikel 5, lid 5, onder c), bedoelde ad-hocverzoeken;

e) 

de nationale contactpunten te raadplegen bij de uitwerking van het in artikel 6, lid 4, bedoelde jaarlijkse werkprogramma van het EMN.

5.  Deskundigen en entiteiten die geen lid zijn van het EMN kunnen voor zijn vergaderingen worden uitgenodigd indien hun aanwezigheid wenselijk wordt geacht. Er kunnen ook gezamenlijke vergaderingen met andere netwerken of organisaties worden belegd.

6.  In lid 5 bedoelde activiteiten die niet in het jaarprogramma van activiteiten van het EMN voorkomen, worden bijtijds aan de nationale contactpunten doorgegeven.

Artikel 8

Systeem voor de uitwisseling van informatie

1.  Een internetsysteem voor de uitwisseling van informatie, dat toegankelijk is via een speciale website, wordt opgezet overeenkomstig dit artikel.

2.  De inhoud van het informatie-uitwisselingsysteem is normaliter voor iedereen toegankelijk.

Onverminderd het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie ( 1 ) hebben uitsluitend leden van het EMN toegang tot vertrouwelijke gegevens.

3.  Het informatie-uitwisselingsysteem biedt ten minste:

a) 

toegang tot de communautaire en nationale wetgeving, jurisprudentie en beleidsontwikkelingen op het gebied van migratie en asiel;

b) 

een functie voor ad-hocverzoeken als bedoeld in artikel 5, lid 5, onder c);

c) 

een thesaurus en een woordenlijst inzake migratie en asiel;

d) 

directe toegang tot alle publicaties van het EMN, daaronder begrepen de in artikel 9 bedoelde verslagen en studies en een periodieke nieuwsbrief;

e) 

een lijst van onderzoekers en onderzoeksinstituten op het gebied van migratie en asiel.

4.  Met het oog op de toegang tot de in lid 3 bedoelde informatie kan het EMN zo nodig links aanbrengen naar andere websites waarop de oorspronkelijke informatie zich bevindt.

5.  De speciale website vergemakkelijkt de toegang van het publiek tot vergelijkbare voorlichtingsinitiatieven op aanverwante gebieden, alsmede tot websites met informatie over de situatie op het gebied van migratie en asiel in de lidstaten en in derde landen.

Artikel 9

Verslagen en studies

1.  Elk nationaal contactpunt levert jaarlijks een verslag over de situatie op het gebied van migratie en asiel in de lidstaat, waarin de ontwikkelingen op beleidsgebied worden behandeld en waarin statistische gegevens zijn opgenomen.

2.  Het jaarlijkse werkprogramma voorziet ook in het opstellen, volgens gezamenlijke specificaties, door elk nationaal contactpunt van andere studies over specifieke migratie- en asielaangelegenheden, die nodig zijn ter ondersteuning van de beleidsvorming.

Artikel 10

Samenwerking met andere entiteiten

1.  Het EMN werkt samen met entiteiten in de lidstaten of in derde landen, waaronder bureaus van de Europese Unie en internationale organisaties die bevoegd zijn op het gebied van migratie en asiel.

2.  De administratieve regelingen voor de in lid 1 bedoelde samenwerking, die indien nodig door de Commissie namens de Gemeenschap gesloten overeenkomsten kunnen omvatten, worden goedgekeurd door het bestuur.

▼M1 —————

▼B

Artikel 13

Herziening

Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking, en vervolgens om de drie jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad, het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité een op een onafhankelijke externe evaluatie gebaseerd verslag over de ontwikkeling van het EMN in. Dit verslag gaat indien nodig vergezeld van wijzigingsvoorstellen.

Artikel 14

Bekendmaking en datum van toepassing

Deze beschikking is van toepassing met ingang van de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 15

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.



( 1 ) PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

Top