Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02008D0185-20150311

    Consolidated text: Beschikking van de Commissie van 21 februari 2008 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 669) (Gecodificeerde versie) (Voor de EER relevante tekst) (2008/185/EG)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/185/2015-03-11

    2008D0185 — NL — 11.03.2015 — 009.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 21 februari 2008

    betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 669)

    (Gecodificeerde versie)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2008/185/EG)

    (PB L 059, 4.3.2008, p.19)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      No

    page

    date

     M1

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 6 juni 2008

      L 163

    34

    24.6.2008

     M2

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 december 2008

      L 352

    52

    31.12.2008

    ►M3

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 18 maart 2009

      L 73

    22

    19.3.2009

     M4

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 20 augustus 2009

      L 217

    5

    21.8.2009

     M5

    BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 mei 2010

      L 118

    63

    12.5.2010

     M6

    BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6 augustus 2010

      L 208

    5

    7.8.2010

     M7

    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 4 oktober 2011

      L 260

    19

    5.10.2011

     M8

    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 13 november 2012

      L 318

    68

    15.11.2012

    ►M9

    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/398 VAN DE COMMISSIE van 13 februari 2015

      L 66

    16

    11.3.2015




    ▼B

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 21 februari 2008

    betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 669)

    (Gecodificeerde versie)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2008/185/EG)



    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens ( 1 ) en met name op artikel 8, artikel 9, lid 2, en artikel 10, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Beschikking 2001/618/EG van de Commissie van 23 juli 2001 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens en houdende intrekking van de Beschikkingen 93/24/EEG en 93/244/EEG ( 2 ) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd ( 3 ). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze beschikking te worden overgegaan.

    (2)

    Het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten (OIE) is een internationale organisatie die in het kader van de op grond van de GATT 1994 gesloten overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen is aangewezen om internationale veterinaire voorschriften voor de handel in dieren en dierlijke producten vast te stellen. Die voorschriften zijn gepubliceerd in de Internationale Diergezondheidscode.

    (3)

    Het hoofdstuk over de ziekte van Aujeszky in de Internationale Diergezondheidscode is grondig gewijzigd.

    (4)

    De aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky die voor varkens in het intracommunautaire handelsverkeer vereist zijn, dienen te worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de internationale voorschriften ter zake en om de ziekte in de Gemeenschap efficiënter te bestrijden.

    (5)

    Voor de door de lidstaten overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 64/432/EEG te verstrekken gegevens over de ziekte van Aujeszky moeten criteria worden vastgesteld.

    (6)

    De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:



    Artikel 1

    ▼M3

    Fok- of gebruiksvarkens die worden verzonden naar lidstaten of regio’s daarvan die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky en die zijn opgenomen in bijlage I moeten uit een in die bijlage opgenomen lidstaat of regio daarvan afkomstig zijn of moeten aan de volgende aanvullende voorwaarden voldoen:

    ▼B

    1. voor de ziekte van Aujeszky geldt in de lidstaat van oorsprong een aangifteplicht;

    2. een plan voor de bestrijding en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky, dat beantwoordt aan de criteria van artikel 9, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG, wordt uitgevoerd onder toezicht van de bevoegde autoriteit. Voor het vervoer en de verplaatsing van varkens moeten passende maatregelen overeenkomstig dit plan worden toegepast om te voorkomen dat de ziekte wordt overgebracht tussen bedrijven met een verschillende status;

    3. inzake het bedrijf van oorsprong van de varkens:

    a) mogen er in de voorbije twaalf maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties voor de ziekte van Aujeszky zijn waargenomen;

    b) mogen in de bedrijven in een gebied van 5 km rond het bedrijf van oorsprong van de varkens in de voorbije twaalf maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties voor de ziekte van Aujeszky zijn waargenomen. Deze bepaling is echter niet van toepassing als in die bedrijven onder toezicht van de bevoegde autoriteit en overeenkomstig het in punt 2 genoemde plan regelmatig maatregelen ter bestrijding en uitroeiing van de ziekte zijn toegepast en die maatregelen effectief hebben voorkomen dat de ziekte naar het betrokken bedrijf werd overgebracht;

    c) is de voorbije twaalf maanden niet tegen de ziekte van Aujeszky gevaccineerd;

    d) zijn de varkens minstens twee keer met een tussenpoos van ten minste vier maanden onderworpen aan een serologisch onderzoek naar de aanwezigheid van ADV-gE-, ADV-gB- of ADV-gD-antilichamen of het volledige Aujeszky-virus. Uit dit onderzoek moet gebleken zijn dat de ziekte van Aujeszky niet aanwezig is en dat gevaccineerde varkens vrij zijn van gE-antilichamen;

    e) zijn in de voorbije twaalf maanden geen varkens binnengebracht van bedrijven met een lagere gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky, tenzij zij op de ziekte van Aujeszky zijn getest met negatief resultaat;

    4. de te verplaatsen varkens:

    a) zijn niet gevaccineerd;

    b) zijn in de 30 dagen vóór de verplaatsing in een door de bevoegde autoriteit goedgekeurde ruimte zodanig afgezonderd dat het risico van overbrenging van de ziekte op deze varkens uitgesloten is;

    c) moeten sinds hun geboorte op het bedrijf van oorsprong of een bedrijf met een gelijkwaardige gezondheidsstatus zijn gehouden en moeten op het bedrijf van oorsprong gebleven zijn gedurende ten minste:

    i) 30 dagen in het geval van gebruiksvarkens;

    ii) 90 dagen in het geval van fokvarkens;

    d) zijn met negatief resultaat onderworpen aan ten minste twee serologische tests op ADV-gB of ADV-gD of het volledige virus van de ziekte van Aujeszky met een tussentijd van ten minste 30 dagen. Voor minder dan vier maanden oude varkens kan echter een serologische test op ADV-gE worden gebruikt. De bemonstering voor de laatste test mag niet langer dan 15 dagen vóór de verzending worden uitgevoerd. Er moeten voldoende varkens in de isolatieinrichting worden getest om:

    i) in het geval van gebruiksvarkens, met 95 % zekerheid 2 % seroprevalentie in de isolatieinrichting te kunnen opsporen;

    ii) in het geval van gebruiksvarkens, met 95 % zekerheid 0,1 % seroprevalentie in de isolatieinrichting te kunnen opsporen.

    De eerste van de twee tests is echter overbodig als:

    i) in het kader van het in punt 2 vermelde plan in het bedrijf van oorsprong in de periode van de 170e tot de 45e dag vóór de verzending een serologisch onderzoek is verricht waaruit blijkt dat er geen antilichamen van de ziekte van Aujeszky aanwezig zijn en dat de gevaccineerde varkens vrij zijn van gE-antilichamen;

    ii) de te verplaatsen varkens sinds hun geboorte op het bedrijf van oorsprong zijn gehouden;

    iii) er geen varkens naar het bedrijf van oorsprong zijn verplaatst zolang de te verplaatsen varkens daar in afzondering werden gehouden.

    Artikel 2

    ▼M3

    Slachtvarkens die worden verzonden naar lidstaten of regio’s daarvan die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky en die zijn opgenomen in bijlage I moeten uit een in die bijlage opgenomen lidstaat of regio daarvan afkomstig zijn of moeten aan de volgende aanvullende voorwaarden voldoen:

    ▼B

    1. voor de ziekte van Aujeszky geldt in de lidstaat van oorsprong een aangifteplicht;

    2. in de lidstaat of regio van oorsprong moet een plan voor de bestrijding en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky dat beantwoordt aan de criteria van artikel 1, punt 2, worden uitgevoerd;

    3. alle betrokken varkens moeten rechtstreeks naar het slachthuis van bestemming worden vervoerd en

    a) afkomstig zijn van een bedrijf dat beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 1, punt 3, of

    b) minstens 15 dagen vóór de verzending tegen de ziekte van Aujeszky gevaccineerd zijn, en afkomstig zijn van een bedrijf waar:

    i) in het kader van het in punt 2 vermelde plan in de voorbije twaalf maanden onder toezicht van de bevoegde autoriteit regelmatig maatregelen voor de bestrijding en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky zijn toegepast;

    ii) zij ten minste gedurende de 30 dagen vóór de verzending gehouden zijn en waar geen klinische of pathologische indicaties voor de aanwezigheid van deze ziekte zijn waargenomen op het ogenblik dat het in artikel 7 bedoelde gezondheidscertificaat wordt opgesteld, of

    c) niet gevaccineerd zijn en afkomstig zijn van een bedrijf waar:

    i) in het kader van het in punt 2 vermelde plan in de voorbije twaalf maanden onder toezicht van de bevoegde autoriteit regelmatig maatregelen voor de bestrijding en de uitroeiing van de ziekte zijn toegepast en in de voorbije zes maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties voor de ziekte van Aujeszky zijn waargenomen;

    ii) vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky en binnenbrengen van gevaccineerde varkens verboden is door de bevoegde autoriteit aangezien het bedrijf op weg is om de hoogste status ten aanzien van de ziekte van Aujeszky te bereiken overeenkomstig het in punt 2 bedoelde plan;

    iii) zij gedurende ten minste 90 dagen vóór de verzending gehouden zijn.

    Artikel 3

    Fokvarkens die bestemd zijn voor de in bijlage II vermelde lidstaten of regio’s waar goedgekeurde programma’s voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky worden uitgevoerd, moeten:

    1. afkomstig zijn uit in bijlage I vermelde lidstaten of regio’s, of

    2. afkomstig zijn uit:

    a) in bijlage II vermelde lidstaten of regio’s en van

    b) een bedrijf dat voldoet aan de vereisten van artikel 1, punt 3, of

    3. aan de volgende voorwaarden voldoen:

    a) voor de ziekte van Aujeszky geldt in de lidstaat van oorsprong een aangifteplicht;

    b) in de lidstaat of regio van oorsprong moet een plan voor de controle op en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky, dat aan de criteria van artikel 1, punt 2, beantwoordt, worden uitgevoerd;

    c) in het bedrijf van oorsprong van de betrokken varkens mogen in de voorbije twaalf maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties voor de ziekte van Aujeszky zijn waargenomen;

    d) de varkens moeten in de 30 dagen vóór de verplaatsing zodanig in een door de bevoegde autoriteit goedgekeurde inrichting zijn afgezonderd dat overbrenging van de ziekte uitgesloten is;

    e) een serologische test op de aanwezigheid van gE-antilichamen moet met negatief resultaat verricht zijn. De bemonstering voor de laatste test mag niet langer dan 15 dagen vóór de verzending worden uitgevoerd. Er moeten voldoende varkens worden getest om met 95 % zekerheid 2 % seroprevalentie te kunnen opsporen;

    f) de varkens moeten sinds hun geboorte op het bedrijf van oorsprong of een bedrijf met een gelijkwaardige gezondheidsstatus zijn gehouden en moeten gedurende ten minste 90 dagen op het bedrijf van oorsprong gebleven zijn.

    Artikel 4

    Gebruiksvarkens die bestemd zijn voor de in bijlage II vermelde lidstaten of regio’s, waar goedgekeurde programma’s voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky worden uitgevoerd, moeten:

    1. afkomstig zijn uit in bijlage I vermelde lidstaten of regio’s, of

    2. afkomstig zijn uit:

    a) in bijlage II vermelde lidstaten of regio’s en van

    b) een bedrijf dat voldoet aan de vereisten van artikel 1, punt 3, of

    3. aan de volgende voorwaarden voldoen:

    a) voor de ziekte van Aujeszky geldt in de lidstaat van oorsprong een aangifteplicht;

    b) in de lidstaat of regio van oorsprong moet een plan voor de controle op en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky, dat aan de criteria van artikel 1, punt 2, beantwoordt, worden uitgevoerd;

    c) in het bedrijf van oorsprong van de betrokken varkens mogen in de voorbije twaalf maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties voor de ziekte van Aujeszky zijn waargenomen;

    d) in het bedrijf van oorsprong is in de periode van de 170e tot de 45e dag vóór de verzending een serologisch onderzoek naar de ziekte van Aujeszky verricht waaruit blijkt dat de ziekte niet aanwezig is en dat de gevaccineerde varkens vrij zijn van gE-antilichamen;

    e) de varkens moeten sinds hun geboorte op het bedrijf van oorsprong zijn gehouden of ten minste 30 dagen na de verplaatsing van een bedrijf met een gelijkwaardige gezondheidsstatus op een dergelijk bedrijf zijn gebleven waar een serologische test zoals bedoeld onder d) is verricht.

    Artikel 5

    De serologische tests die overeenkomstig deze beschikking worden uitgevoerd om de ziekte van Aujeszky bij varkens te controleren of op te sporen, moeten voldoen aan de in bijlage III vastgestelde normen.

    Artikel 6

    Onverminderd artikel 10, lid 3, van Richtlijn 64/432/EEG moeten gegevens over het optreden van de ziekte van Aujeszky, met inbegrip van gegevens over de programma’s voor de controle op en de uitroeiing van de ziekte die in de in bijlage II vermelde lidstaten en in andere, niet in die bijlage vermelde lidstaten en regio’s ten uitvoer worden gelegd, ten minste één keer per jaar door elke lidstaat worden ingediend overeenkomstig de in bijlage IV vastgestelde uniforme criteria.

    Artikel 7

    1.  Onverminderd de communautaire regelgeving inzake gezondheidscertificaten moet de officiële dierenarts, voordat hij afdeling C van het bij Richtlijn 64/432/EEG vereiste gezondheidscertificaat invult voor varkens die voor in bijlage I of II vermelde lidstaten of regio’s bestemd zijn:

    a) de gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky aangeven van het bedrijf en van de lidstaat of de regio van oorsprong van de betrokken varkens;

    b) voor varkens die niet uit een ziektevrije lidstaat of regio afkomstig zijn, de gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky aangeven van het bedrijf en van de lidstaat of de regio van bestemming van de betrokken varkens;

    c) aangeven of de betrokken varkens voldoen aan de in deze beschikking vastgestelde voorwaarden.

    2.  Voor varkens die voor in bijlage I of II vermelde lidstaten of regio’s bestemd zijn, moet de verklaring in afdeling C, punt 4, van het in lid 1 bedoelde gezondheidscertificaat als volgt worden ingevuld en aangevuld:

    a) bij het eerste streepje moet na het woord „ziekte:”„Aujeszky” worden toegevoegd;

    b) bij het tweede streepje moet worden verwezen naar deze beschikking. Op dezelfde regel moet tussen haakjes het voor de betrokken varkens geldende artikel van deze beschikking worden vermeld.

    Artikel 8

    De lidstaten moeten ervoor zorgen dat varkens die voor in bijlage I of II vermelde lidstaten of regio’s bestemd zijn, tijdens het vervoer niet in contact komen met varkens met een andere of een onbekende gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky.

    Artikel 9

    Beschikking 2001/618/EG wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar de onderhavige beschikking en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage VI.

    Artikel 10

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    ▼M9




    BIJLAGE I

    Lidstaten of regio's daarvan die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky en waar vaccinatie niet is toegestaan



    ISO-code

    Lidstaat

    Regio's

    BE

    België

    Alle regio's

    CZ

    Tsjechië

    Alle regio's

    DK

    Denemarken

    Alle regio's

    DE

    Duitsland

    Alle regio's

    IE

    Ierland

    Alle regio's

    FR

    Frankrijk

    De departementen Ain, Aisne, Allier, Alpes-de-Haute-Provence, Alpes-Maritimes, Ardèche, Ardennes, Ariège, Aube, Aude, Aveyron, Bas-Rhin, Bouches-du-Rhône, Calvados, Cantal, Charente, Charente-Maritime, Cher, Corrèze, Côte-d'Or, Côtes-d'Armor, Creuse, Deux-Sèvres, Dordogne, Doubs, Drôme, Essonne, Eure, Eure-et-Loir, Finistère, Gard, Gers, Gironde, Hautes-Alpes, Hauts-de-Seine, Haute-Garonne, Haute-Loire, Haute-Marne, Hautes-Pyrénées, Haut-Rhin, Haute-Saône, Haute-Savoie, Haute-Vienne, Hérault, Ille-et-Vilaine, Indre, Indre-et-Loire, Isère, Jura, Landes, Loire, Loire-Atlantique, Loir-et-Cher, Loiret, Lot, Lot-et-Garonne, Lozère, Maine-et-Loire, Manche, Marne, Mayenne, Meurthe-et-Moselle, Meuse, Morbihan, Moselle, Nièvre, Nord, Oise, Orne, Paris, Pas-de-Calais, Pyrénées-Atlantiques, Pyrénées-Orientales, Puy-de-Dôme, Réunion, Rhône, Sarthe, Saône-et-Loire, Savoie, Seine-et-Marne, Seine-Maritime, Seine-Saint-Denis, Somme, Tarn, Tarn-et-Garonne, Territoire de Belfort, Val-de-Marne, Val-d'Oise, Var, Vaucluse, Vendée, Vienne, Vosges, Yonne, Yvelines

    IT

    Italië

    De provincie Bolzano

    CY

    Cyprus

    Alle regio's

    LU

    Luxemburg

    Alle regio's

    HU

    Hongarije

    Alle regio's

    NL

    Nederland

    Alle regio's

    AT

    Oostenrijk

    Alle regio's

    SI

    Slovenië

    Alle regio's

    SK

    Slowakije

    Alle regio's

    FI

    Finland

    Alle regio's

    SE

    Zweden

    Alle regio's

    UK

    Verenigd Koninkrijk

    Alle regio's




    BIJLAGE II

    Lidstaten of regio's daarvan waar goedgekeurde nationale bestrijdingsprogramma's ter uitroeiing van de ziekte van Aujeszky ten uitvoer worden gelegd



    ISO-code

    Lidstaat

    Regio's

    ES

    Spanje

    Alle regio's

    PL

    Polen

    Alle regio's

    ▼B




    BIJLAGE III

    Normen voor de serologische tests ten aanzien van de ziekte van Aujeszky — Protocol voor de Enzyme Linked Immunosorbent Assay (Elisa) voor de opsporing van antilichamen tegen het virus van de ziekte van Aujeszky (volledig virus), tegen glycoproteïne B (ADV-gB), tegen glycoproteïne D (ADV-gD) of tegen glycoproteïne E (ADV-gE)

    1. De in punt 2, onder d), genoemde instituten dienen de Elisa ADV-gE-tests en -testkits te evalueren op basis van de in punt 2, onder a), b) en c), vastgestelde criteria. De bevoegde autoriteit in elke lidstaat ziet erop toe dat alleen Elisa ADV-gE-testkits die aan deze normen voldoen, worden geregistreerd. De in punt 2, onder a) en b), bedoelde toetsing moet worden uitgevoerd voordat de test wordt goedgekeurd, en nadien moet voor elke batch ten minste de in punt 2, onder c), genoemde toetsing worden uitgevoerd.

    2. Standaardisering, gevoeligheid en specificiteit van de test

    a) De gevoeligheid van de test moet zodanig zijn dat met de onderstaande communautaire referentiesera een positief resultaat wordt verkregen:

     communautair referentieserum ADV1 in een verdunning 1:8,

     communautair referentieserum ADV-gE A,

     communautair referentieserum ADV-gE B,

     communautair referentieserum ADV-gE C,

     communautair referentieserum ADV-gE D,

     communautair referentieserum ADV-gE E,

     communautair referentieserum ADV-gE F.

    b) De specificiteit van de test moet zodanig zijn dat met de onderstaande communautaire referentiesera een negatief resultaat wordt verkregen:

     communautair referentieserum ADV-gE G,

     communautair referentieserum ADV-gE H,

     communautair referentieserum ADV-gE J,

     communautair referentieserum ADV-gE K,

     communautair referentieserum ADV-gE L,

     communautair referentieserum ADV-gE M,

     communautair referentieserum ADV-gE N,

     communautair referentieserum ADV-gE O,

     communautair referentieserum ADV-gE P,

     communautair referentieserum ADV-gE Q.

    c) Bij de controle van de gehele batch moet met het communautaire referentieserum ADV1 een positief resultaat worden verkregen bij een verdunning 1:8 en met één van de onder b) vermelde communautaire referentiesera ADV-gE G tot en met ADV-gE Q een negatief resultaat.

    Bij de controle van de gehele batch van ADV-gB- en ADV-gD-testkits moet met het communautaire referentieserum ADV1 een positief resultaat worden verkregen bij een verdunning 1:2 en met het onder b) vermelde communautaire referentieserum Q een negatief resultaat.

    d) De hieronder genoemde instituten zijn bovendien verantwoordelijk voor de controle op de kwaliteit van de Elisa-methode in elke lidstaat en met name voor de productie en standaardisering van de nationale referentiesera aan de hand van de communautaire referentiesera.



    AT

    AGES: Österreichische Agentur für Gesundheit und Ernährungssicherheit GmbH — Institut für veterinärmedizinische Untersuchungen Mödling (Austrian Agency for Health and Consumer Protection — Institute for veterinary investigations Mödling)Robert Koch-Gasse 17A-2340 MödlingTel. +43 (0) 505 55-38112Fax +43 (0) 505 55-38108E-mail: vetmed.moedling@ages.at

    BE

    CODA — CERVA — VARVeterinary and Agrochemical Research CentreGroeselenberg 99B-1180 Brussels

    CY

    State Veterinary LaboratoryVeterinary Services1417 AthalassaNicosia

    CZ

    DE

    Friedrich-Loeffler-InstitutBundesforschungsinstitut für TiergesundheitStandort WusterhausenSeestraße 55D-16868 WusterhausenTel. + 49 33979 80-0Fax + 49 33979 80-200

    DK

    National Veterinary Institute, Technical University of DenmarkLindholmDK-4771 Kalvehave

    EE

    Veterinaar- ja ToidulaboratooriumKreutzwaldi 30, 51006 Tartu, EstoniaTel. + 372 7 386 100Fax + 372 7 386 102E-mail: info@vetlab.ee

    ES

    Laboratorio Central de Sanidad Animal de AlgeteCarretera de Algete, km 8Algete 28110 (Madrid)Tel. +34 916 290 300Fax +34 916 290 598E-mail: lcv@mapya.es

    FI

    Finnish Food Safety AuthorityAnimal Diseases and Food Safety ResearchMustialankatu 3FI-00790 Helsinki, FinlandE-mail: info@evira.fiTel. +358 20 772 003 (exchange)Fax +358 20 772 4350

    FR

    Laboratoire d’études et de recherches avicoles, porcines et piscicolesAFSSA site de Ploufragan/Brest —LERAPPBP 5322440 Ploufragan

    UK

    Veterinary Laboratories AgencyNew Haw, Addlestone, WeybridgeSurrey KT15 3NB, UKTel. (44-1932) 341111Fax (44-1932) 347046

    GR

    Centre of Athens Veterinary Institutes25 Neapoleos Street,GR-153 10 Agia Paraskevi AttikiTel. +30 2106010903

    HU

    Mezőgazdasági Szakigazgatási Hivatal Központ, Állat-egészségügyi Diagnosztikai IgazgatóságCentral Agricultural Office, Veterinary Diagnostic DirectorateAddress: 1149 Budapest, Tábornok u. 2.Mailing Address: 1581 Budapest, 146. Pf. 2.Tel. +36 1 460-6300Fax +36 1 252-5177E-mail: titkarsag@oai.hu

    IE

    Virology DivisionCentral Veterinary Research LaboratoryDepartment of Agriculture and Food LaboratoriesBackweston CampusStacumny LaneCelbridgeCo. Kildare

    IT

    Centro di referenza nazionale per la malattia di Aujeszky —Pseudorabbia c/o Istituto zooprofilattico sperimentale della Lombardia e dell’Emilia Romagna,Via Bianchi, 9;25124 Brescia

    LT

    National Veterinary Laboratory(Nacionalinė veterinarijos laboratorija)J. Kairiūkščio 10LT-08409 Vilnius

    LU

    CODA — CERVA — VARVeterinary and Agrochemical Research CentreGroeselenberg 99B-1180 Brussels

    LV

    Nacionālais diagnostikas centrs(National Diagnostic Centre)Lejupes iela 3, Rīga, LV-1076Tel. +371 7620526Fax +371 7620434E-mail: ndc@ndc.gov.lv

    MT

    NL

    Centraal Instituut voor Dierziekte ControleCIDC-LelystadHoofdvestiging: Houtribweg 39Nevenvestiging: Edelhertweg 15Postbus 20048203 AA Lelystad

    PL

    Laboratory Departement of Swine DiseasesPaństwowy Instytut Weterynaryjny – Państwowy InstytutBadawczyal. Partyzantów 57, 24-100 PuławyTel. +48 81 889 30 00Fax +48 81 886 25 95E-mail: sekretariat@piwet.pulawy.pl

    PT

    Laboratório Nacional de Investigação Veterinária (LNIV)Estrada de Benfica, 701P-1549-011 Lisboa

    SE

    Statens veterinärmedicinska anstaltDepartment of VirologyS-751 89 UppsalaTel. (46-18) 67 40 00Fax (46-18) 67 44 67

    SI

    Univerza v LjubljaniVeterinarska fakultetaNacionalni veterinarski inštitutGerbičeva 60,SI-1000 Ljubljana

    SK

    Štátny veterinárny ústavPod dráhami 918960 86 ZvolenSlovenska republika




    BIJLAGE IV

    Criteria voor de overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad te verstrekken gegevens over het optreden van de ziekte van Aujeszky en over de plannen voor de controle op en uitroeiing van de ziekte

    1. Lidstaat: …

    2. Datum: …

    3. Verslagperiode: …

    4. Aantal bedrijven waar de ziekte is ontdekt via klinisch, serologisch of virologisch onderzoek: …

    5. Informatie over vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky, serologisch onderzoek en indeling van de bedrijven (onderstaande tabel invullen):



    Regio

    Aantal varkenshouderijen

    Aantal varkenshouderijen waarvoor een programma (1) ten aanzien van de ziekte van Aujeszky wordt toegepast

    Aantal niet met de ziekte van Aujeszky besmette bedrijven

    (met vaccinatie) (2)

    Aantal niet met de ziekte van Aujeszky besmette bedrijven

    (zonder vaccinatie) (3)

     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     

    Totaal

     
     
     
     

    (1)   Programma onder het toezicht van de bevoegde autoriteit.

    (2)   Varkensbedrijven waar overeenkomstig een officieel programma ten aanzien van de ziekte van Aujeszky serologische tests op die ziekte zijn verricht met negatief resultaat en waar in de voorbije twaalf maanden gevaccineerd.

    (3)   Een bedrijf dat voldoet aan de vereisten van artikel 1, punt 3.

    6. Aanvullende informatie over serologische controle in K.I.-centra, voor uitvoerdoeleinden, in het kader van andere bewakingsregelingen, enz.: …




    BIJLAGE V



    INGETROKKEN BESCHIKKING MET OVERZICHT VAN DE ACHTEREENVOLGENDE WIJZIGINGEN ERVAN

    Beschikking 2001/618/EG van de Commissie

    (PB L 215 van 9.8.2001, blz. 48)

     

    Beschikking 2001/746/EG van de Commissie

    (PB L 278 van 23.10.2001, blz. 41)

    Uitsluitend wat de verwijzing naar Beschikking 2001/618/EG in artikel 1 betreft

    Beschikking 2001/905/EG van de Commissie

    (PB L 335 van 19.12.2001, blz. 22)

    Uitsluitend wat de verwijzing naar Beschikking 2001/618/EG in artikel 2 betreft

    Beschikking 2002/270/EG van de Commissie

    (PB L 93 van 10.4.2002, blz. 7)

    Uitsluitend artikel 3

    Beschikking 2003/130/EG van de Commissie

    (PB L 52 van 27.2.2003, blz. 9)

     

    Beschikking 2003/575/EG van de Commissie

    (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 41)

     

    Beschikking 2004/320/EG van de Commissie

    (PB L 102 van 7.4.2004, blz. 75)

    Uitsluitend artikel 2 en bijlage II

    Beschikking 2005/768/EG van de Commissie

    (PB L 290 van 4.11.2005, blz. 27)

     

    Beschikking 2006/911/EG van de Commissie

    (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 41)

    Uitsluitend wat de verwijzing naar Beschikking 2001/618/EG in artikel 1 en punt 12 van de bijlage betreft

    Beschikking 2007/603/EG van de Commissie

    (PB L 236 van 8.9.2007, blz. 7)

     

    Beschikking 2007/729/EG van de Commissie

    (PB L 294 van 13.11.2007, blz. 26)

    Uitsluitend wat de verwijzing naar Beschikking 2001/618/EG in artikel 1 en punt 10 van de bijlage betreft




    BIJLAGE VI



    Concordantietabel

    Beschikking 2001/618/EG

    De onderhavige beschikking

    Artikel 1, onder a) en b)

    Artikel 1, punten 1 en 2

    Artikel 1, onder c), eerste tot en met vijfde streepje

    Artikel 1, punt 3, onder a) tot en met e)

    Artikel 1, onder d), eerste tot en met vierde streepje

    Artikel 1, punt 4, onder a) tot en met d)

    Artikel 2, onder a) en b)

    Artikel 2, punten 1 en 2

    Artikel 2, onder c), eerste tot en met derde streepje

    Artikel 2, punt 3, onder a) tot en met c)

    Artikel 3, onder a)

    Artikel 3, punt 1

    Artikel 3, onder b), eerste en tweede streepje

    Artikel 3, punt 2, onder a) en b)

    Artikel 3, onder c), eerste tot en met zesde streepje

    Artikel 3, punt 3, onder a) tot en met f)

    Artikel 4, onder a)

    Artikel 4, punt 1

    Artikel 4, onder b), eerste en tweede streepje

    Artikel 4, punt 2, onder a) en b)

    Artikel 4, onder c), eerste tot en met vijfde streepje

    Artikel 4, punt 3, onder a) tot en met e)

    Artikelen 5 tot en met 8

    Artikelen 5 tot en met 8

    Artikel 9

    Artikel 10

    Artikel 9

    Artikel 11

    Artikel 10

    Bijlagen I tot en met IV

    Bijlagen I tot en met IV

    Bijlage V

    Bijlage VI



    ( 1 ) PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 200/729/EG van de Commissie (PB L 294 van 13.11.2007, blz. 26).

    ( 2 ) PB L 215 van 9.8.2001, blz. 48. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/729/EG.

    ( 3 ) Zie bijlage V.

    Top