Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02006R1921-20140110

    Consolidated text: Verordening (EG) n r. 1921/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende de indiening van statistische gegevens over de aanvoer van visserijproducten in de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1382/91 van de Raad (Voor de EER relevante tekst)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1921/2014-01-10

    2006R1921 — NL — 10.01.2014 — 001.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    VERORDENING (EG) Nr. 1921/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 18 december 2006

    betreffende de indiening van statistische gegevens over de aanvoer van visserijproducten in de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1382/91 van de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)

    (PB L 403, 30.12.2006, p.1)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      No

    page

    date

    ►M1

    VERORDENING (EU) Nr. 517/2013 VAN DE RAAD van 13 mei 2013

      L 158

    1

    10.6.2013

    ►M2

    VERORDENING (EU) Nr. 1350/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 december 2013

      L 351

    1

    21.12.2013




    ▼B

    VERORDENING (EG) Nr. 1921/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 18 december 2006

    betreffende de indiening van statistische gegevens over de aanvoer van visserijproducten in de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1382/91 van de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)



    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag ( 1 ),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Ingevolge Verordening (EEG) nr. 1382/91 van de Raad van 21 mei 1991 inzake de indiening van gegevens over de aanvoer van visserijproducten in de lidstaten ( 2 ) moeten de lidstaten gegevens verstrekken over de hoeveelheid en de gemiddelde prijs van de op hun grondgebied aangevoerde visserijproducten.

    (2)

    De ervaring heeft aangetoond dat geen afbreuk wordt gedaan aan de analyses van de markt voor visserijproducten en andere economische analyses wanneer op grond van de communautaire wetgeving geen maandgegevens maar jaargegevens moeten worden ingediend.

    (3)

    Een uitsplitsing van de gegevens naar de vlagstaat van de aanvoerende vissersvaartuigen biedt betere analysemogelijkheden.

    (4)

    In Verordening (EEG) nr. 1382/91 is een maximum voor het gebruik van steekproeftechnieken opgenomen, indien sommige nationale instanties bij de verzameling en opstellen van gegevens te zwaar worden belast. Om het systeem voor het indienen van gegevens te verbeteren en te vereenvoudigen past het deze verordening te vervangen door een nieuw instrument. Verordening (EEG) nr. 1382/91 dient bijgevolg te worden ingetrokken.

    (5)

    Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk het scheppen van een communautair rechtskader voor de systematische productie van communautaire statistische gegevens over de aanvoer van visserijproducten in de lidstaten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, en derhalve beter op het niveau van de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

    (6)

    Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek ( 3 ) stelt een referentiekader voor de visserijstatistiek vast. Zij verlangt met name dat de statistieken worden opgesteld op basis van de beginselen van onpartijdigheid, betrouwbaarheid, relevantie, kosteneffectiviteit, statistische geheimhouding en doorzichtigheid.

    (7)

    Het is van belang de eenvormige toepassing van deze verordening te waarborgen en derhalve te voorzien in een communautaire procedure om de uitvoeringsbepalingen voor deze verordening binnen redelijke termijnen vast te stellen en de nodige technische aanpassingen aan te brengen.

    (8)

    De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden ( 4 ).

    (9)

    Aangezien de statistische gegevens over de aanvoer van visserijproducten een essentieel instrument zijn voor het beheer van het gemeenschappelijk visserijbeleid, dient de beheersprocedure van Besluit 1999/468/EG mogelijk te worden gemaakt, teneinde lidstaten overgangsperiodes toe te staan voor de uitvoering van deze verordening en uitzonderingen waardoor zij statistische gegevens met betrekking tot een bijzondere sector van de visserij-industrie kunnen uitsluiten van de ingediende nationale statistische gegevens.

    (10)

    Anderzijds dient de Commissie de bevoegdheid te worden verleend om de voorwaarden vast te stellen waaronder de bijlagen technisch te dienen worden aangepast. Aangezien deze maatregelen een algemene strekking hebben en bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, dienen zij te worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



    Artikel 1

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    1. „communautaire vissersvaartuigen”: vissersvaartuigen die onder de vlag van een lidstaat varen en in de Gemeenschap zijn geregistreerd;

    2. „EVA-vissersvaartuigen”: vissersvaartuigen die onder de vlag van een EVA-land varen of in een EVA-land zijn geregistreerd;

    3. „waarde per eenheid”:

    a) de waarde van de aangevoerde visserijproducten bij de eerste verkoop (in nationale valuta) gedeeld door de aangevoerde hoeveelheid (in ton), of

    b) voor visserijproducten die niet onmiddellijk worden verkocht, de volgens een passende methode geschatte gemiddelde prijs per ton in nationale valuta.

    Artikel 2

    Verplichtingen van de lidstaten

    1.  Elke lidstaat dient elk jaar bij de Commissie statistische gegevens in over de aanvoer van visserijproducten op zijn grondgebied door communautaire en EVA-vissersvaartuigen (hierna „de statistische gegevens” te noemen).

    2.  Voor de toepassing van deze verordening worden als op het grondgebied van de meldende lidstaat aangevoerde visserijproducten beschouwd:

    a) producten die door vissersvaartuigen of andere onderdelen van de vissersvloot in nationale havens in de Gemeenschap zijn aangevoerd;

    b) producten die door vissersvaartuigen van de meldende lidstaat in andere dan communautaire havens worden aangevoerd en waarop het formulier T2M vervat in bijlage 43 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek ( 5 ) van toepassing is.

    Artikel 3

    Opstelling van statistische gegevens

    1.  De statistische gegevens betreffen de totale aanvoer op het nationale grondgebied binnen de Gemeenschap.

    2.  Wanneer de verzameling van volledige gegevens wegens de structurele kenmerken van een specifieke visserijtak in een lidstaat voor de nationale instanties problemen oplevert die onevenredig zijn aan het belang van die tak, mogen steekproeftechnieken worden gebruikt.

    Artikel 4

    Statistische gegevens

    De statistische gegevens hebben betrekking op de totale hoeveelheid en de waarde per eenheid van de in het referentiekalenderjaar aangevoerde visserijproducten.

    De variabelen waarvoor statistische gegevens moeten worden ingediend, hun definities en de desbetreffende classificaties zijn opgenomen in de bijlagen II, III en IV.

    Artikel 5

    Indiening van de statistische gegevens

    De lidstaten dienen de statistische gegevens elk jaar bij de Commissie in volgens het formaat in bijlage I en aan de hand van de codes in de bijlagen II, III en IV.

    De statistische gegevens worden binnen zes maanden na afloop van het referentiekalenderjaar ingediend.

    Artikel 6

    Methoden

    1.  Elke lidstaat dient uiterlijk op 19 januari 2008 bij de Commissie een gedetailleerd methodologisch verslag in waarin wordt beschreven hoe de gegevens zijn verzameld en de statistieken zijn opgesteld. Dat verslag bevat ook bijzonderheden over de gebruikte steekproeftechnieken en een evaluatie van de kwaliteit van de daarmee verkregen schattingen.

    ▼M2

    2.  De Commissie onderzoekt de verslagen en legt haar conclusies voor aan lidstaten.

    ▼B

    3.  De lidstaten delen eventuele wijzigingen van de ingevolge lid 1 ingediende gegevens binnen drie maanden na de invoering van dergelijke wijziging aan de Commissie mee. Zij verstrekken de Commissie ook bijzonderheden over belangrijke wijzigingen in de methoden die zij voor de verzameling van de gegevens gebruiken.

    Artikel 7

    Overgangsperiodes

    Voor de uitvoering van deze verordening kan aan lidstaten overeenkomstig de procedure van artikel 11, lid 2, een overgangsperiode van ten hoogste drie jaar, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening, worden toegestaan.

    Artikel 8

    Afwijkingen

    ▼M2

    1.  Wanneer de opneming in de statistiek van een lidstaat van een specifieke visserijtak in de statistiek voor de nationale instanties problemen oplevert die onevenredig zijn met het belang van die tak in de desbetreffende lidstaat, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast waarbij aan die lidstaat een afwijking wordt toegestaan waarbij deze statistische gegevens over die visserijtak mag uitsluiten van de ingediende nationale statistieken. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    ▼B

    2.  Wanneer een lidstaat om een afwijking uit hoofde van lid 1 verzoekt, dient deze lidstaat bij de Commissie ter staving van zijn verzoek een verslag in over de redenen waarom toepassing van deze verordening op de totale aanvoer op haar grondgebied problemen oplevert.

    ▼M2

    Artikel 9

    Technische wijzigingen van de bijlagen

    De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 10 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen voor wat betreft de technische wijzigingen van de bijlagen. Die gedelegeerde handelingen veranderen het facultatieve karakter van de vereiste informatie niet en zij leggen de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende lasten op.

    De Commissie motiveert de in de gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen naar behoren en maakt daarbij in voorkomend geval gebruik van bijdragen van relevante deskundigen op basis van een kostenefficiëntieanalyse, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten, als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 6 ).

    ▼B

    Artikel 10

    Evaluatie

    De Commissie legt uiterlijk op 19 januari 2010, en vervolgens om de drie jaar, aan het Europees Parlement en aan de Raad een evaluatieverslag voor over de statistische gegevens die overeenkomstig onderhavige verordening zijn opgesteld, en met name over hun relevantie en hun kwaliteit. In dit verslag wordt ook een kosten-batenanalyse gemaakt van het systeem voor de inzameling en verwerking van de statistische gegevens, alsmede een inventarisatie van de beste praktijken zodat de werkdruk voor de lidstaten kan worden verlicht en de bruikbaarheid en de kwaliteit van de statistische gegevens kan worden vergroot.

    ▼M2

    Artikel 10 bis

    Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

    1.  De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

    2.  De in artikel 9 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 10 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.

    3.  Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 9 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

    4.  Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

    5.  Een overeenkomstig artikel 9 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

    ▼M2

    Artikel 11

    Comitéprocedure

    1.  De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 ingestelde Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 ).

    2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    ▼B

    Artikel 12

    Intrekking

    Verordening (EEG) nr. 1382/91 wordt ingetrokken.

    Artikel 13

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    BIJLAGE I

    FORMAAT WAARIN DE STATISTISCHE GEGEVENS MOETEN WORDEN INGEDIEND

    De statistische gegevens moeten worden ingediend in een bestand waarvan elke registratie onderstaande velden omvat. De velden worden gescheiden door een komma („,”).



    Veld

    Opmerking

    Bijlage

    Referentiejaar

    4 cijfers (bv. 2003)

     

    Meldend land

    Drielettercode

    Bijlage II

    Soort of soortengroep

    Internationale drielettercode (1)

    -

    Vlagstaat

    Drielettercode

    Bijlage II

    Aanbiedingsvorm

     

    Bijlage III

    Bestemming

     

    Bijlage IV

    Hoeveelheid

    Aanvoer in aantal tonnen (afgerond tot op één cijfer achter de komma)

     

    Waarde per eenheid

    Nationale valuta per ton

     

    (1)   De volledige lijst van internationale drielettercodes is opgenomen in het ASFIS-bestand van de FAO (http://www.fao.org/fi/statist/fisoft/asfis/asfis.asp).

    Hoeveelheden van minder dan 50 kg aangevoerd gewicht worden als „0,0” geregistreerd.




    BIJLAGE II

    LANDENCODES



    Land

    Code

    België

    BEL

    Tsjechië

    CZE

    Denemarken

    DNK

    Duitsland

    DEU

    Estland

    EST

    Griekenland

    GRC

    Spanje

    ESP

    Frankrijk

    FRA

    ▼M1

    Kroatië

    HRV

    ▼B

    Ierland

    IRL

    Italië

    ITA

    Cyprus

    CYP

    Letland

    LVA

    Litouwen

    LTU

    Luxemburg

    LUX

    Hongarije

    HUN

    Malta

    MLT

    Nederland

    NLD

    Oostenrijk

    AUT

    Polen

    POL

    Portugal

    PRT

    Slovenië

    SVN

    Slowakije

    SVK

    Finland

    FIN

    Zweden

    SWE

    Verenigd Koninkrijk

    GBR

    IJsland

    ISL

    Noorwegen

    NOR

    Overige

    OTH




    BIJLAGE III

    CODES VAN AANBIEDINGSVORMEN

    Lijst



    Aanbiedingsvorm

    Code

    Vers, niet nader gespecificeerd

    10

    Vers, in gehele staat

    11

    Vers, ontdaan van ingewanden

    12

    Vers, staarten

    13

    Vers, filets

    14

    Vers, ontdaan van kop en ingewanden

    16

    Vers, levend

    18

    Vers, andere

    19

    Bevroren, niet nader gespecificeerd

    20

    Bevroren, in gehele staat

    21

    Bevroren, ontdaan van ingewanden

    22

    Bevroren, staarten

    23

    Bevroren, filets

    24

    Bevroren, niet gefileerd

    25

    Bevroren, ontdaan van kop en ingewanden

    26

    Bevroren, schoongemaakt

    27

    Bevroren, niet schoongemaakt

    28

    Bevroren, andere

    29

    Gezouten, niet nader gespecificeerd

    30

    Gezouten, in gehele staat

    31

    Gezouten, ontdaan van ingewanden

    32

    Gezouten, filets

    34

    Gezouten, ontdaan van kop en ingewanden

    36

    Gezouten, andere

    39

    Gerookt

    40

    Gegaard

    50

    Gegaard, bevroren en verpakt

    60

    Gedroogd, niet nader gespecificeerd

    70

    Gedroogd, in gehele staat

    71

    Gedroogd, ontdaan van ingewanden

    72

    Gedroogd, filets

    74

    Gedroogd, ontdaan van kop en ingewanden

    76

    Gedroogd, onthuid

    77

    Gedroogd, andere

    79

    In gehele staat, niet nader gespecificeerd

    91

    Scharen

    80

    Eieren

    85

    Aanbiedingsvorm niet bekend

    99

    Aantekeningen

    1. Filets: repen visvlees die, evenwijdig aan de ruggengraat zijn losgemaakt en de rechterhelft of de linkerhelft van de vis vormen, voorzover de kop, de ingewanden, de vinnen (rugvinnen, aarsvinnen, staartvinnen, buikvinnen, borstvinnen) en de graten (ruggengraat of wervelkolom, zijgraten of ribben, kieuwboog of kieuwstraal, enz.) zijn verwijderd en beide helften niet met elkaar, bijvoorbeeld aan de rug of aan de buik, zijn verbonden.

    2. Vis in gehele staat: vis die niet van de ingewanden is ontdaan.

    3. Schoongemaakt: betreft pijlinktvissen waarvan de armen, de kop en de ingewanden verwijderd zijn.

    4. Bevroren vis: vis die door bevriezing zodanig is behandeld dat de eigenschappen van de vis bewaard blijven; hiertoe wordt de vis tot een gemiddelde temperatuur van -18 oC of lager afgekoeld en vervolgens bij -18 oC of lager bewaard.

    5. Verse vis: vis die niet verduurzaamd, gezouten, bevroren of op andere wijze behandeld is, maar uitsluitend gekoeld. In de regel wordt deze vis in gehele staat of ontdaan van ingewanden aangeboden.

    6. Gezouten vis: vis die, veelal ontdaan van kop en ingewanden, is verduurzaamd in zout of in pekel.




    BIJLAGE IV

    CODES VOOR DE BESTEMMING VAN DE VISSERIJPRODUCTEN

    Lijst



    Bestemming

    Code

    Categorie

    Menselijk verbruik

    1

    Verplicht

    Industrieel gebruik

    2

    Verplicht

    Uit de markt genomen

    3

    Facultatief

    Aas

    4

    Facultatief

    Diervoeder

    5

    Facultatief

    Afval

    6

    Facultatief

    Bestemming onbekend

    9

    Facultatief

    Aantekeningen

    1. Menselijk verbruik: alle visserijproducten die bij de eerste verkoop voor menselijk verbruik worden verkocht of die op grond van een contract of een andere overeenkomst voor menselijk verbruik zijn aangevoerd. Niet inbegrepen zijn partijen die oorspronkelijk voor menselijk verbruik bestemd waren, maar die, op het moment van de eerste verkoop, in verband met de marktomstandigheden, volksgezondheidsvoorschriften of om soortgelijke redenen voor menselijk verbruik uit de markt zijn genomen.

    2. Industrieel gebruik: alle visserijproducten die speciaal zijn aangevoerd voor de verwerking tot meel en olie voor verbruik door dieren, alsmede partijen die oorspronkelijk weliswaar voor menselijk verbruik bestemd waren, maar die bij de eerste verkoop niet hiervoor werden verkocht.

    3. Uit de markt genomen: de partijen die oorspronkelijk voor menselijk verbruik bestemd waren, maar die, op het moment van de eerste verkoop, in verband met de marktomstandigheden, volksgezondheidsvoorschriften of om soortgelijke redenen uit de markt zijn genomen.

    4. Aas: de partijen verse vis die bestemd zijn om te worden gebruikt als aas voor andere visserijactiviteiten. Een voorbeeld is het aas dat gebruikt wordt voor de tonijnvisserij met de hengel.

    5. Diervoeder: de partijen verse vis die bestemd zijn om rechtstreeks aan dieren te worden gevoederd. Uitgesloten zijn partijen die bestemd zijn om te worden verwerkt tot vismeel en -olie.

    6. Afval: vissen of delen ervan die door de staat waarin zij verkeren bestemd zijn om te worden vernietigd alvorens zij worden aangevoerd.

    7. Bestemming onbekend: partijen vis die niet kunnen worden ondergebracht in een van de bovengenoemde categorieën.



    ( 1 ) Advies van het Europees Parlement van 15 juni 2006 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 14 november 2006 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en standpunt van het Europees Parlement van 12 december 2006 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).

    ( 2 ) PB L 133 van 28.5.1991, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

    ( 3 ) PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

    ( 4 ) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

    ( 5 ) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 402/2006 (PB L 70 van 9.3.2006, blz. 35).

    ( 6 ) Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

    ( 7 ) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

    Top