This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02004R0917-20130101
Commission Regulation (EC) No 917/2004 of 29 April 2004 on detailed rules to implement Council Regulation (EC) No 797/2004 on measures improving general conditions for the production and marketing of apiculture products
Consolidated text: Verordening (EG) n r. 917/2004 van de Commissie van 29 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad betreffende maatregelen ter verbetering van de productie en afzet van producten van de bijenteelt
Verordening (EG) n r. 917/2004 van de Commissie van 29 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad betreffende maatregelen ter verbetering van de productie en afzet van producten van de bijenteelt
2004R0917 — NL — 01.01.2013 — 006.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
VERORDENING (EG) Nr. 917/2004 VAN DE COMMISSIE van 29 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad ►C1 betreffende maatregelen ter verbetering van de productie en afzet van producten van de bijenteelt ◄ (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 83) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EG) Nr. 1484/2004 VAN DE COMMISSIE van 20 augustus 2004 |
L 273 |
5 |
21.8.2004 |
|
VERORDENING (EG) Nr. 1913/2006 VAN DE COMMISSIE van 20 december 2006 |
L 365 |
52 |
21.12.2006 |
|
VERORDENING (EG) Nr. 811/2007 VAN DE COMMISSIE van 11 juli 2007 |
L 182 |
5 |
12.7.2007 |
|
VERORDENING (EG) Nr. 939/2007 VAN DE COMMISSIE van 7 augustus 2007 |
L 207 |
3 |
8.8.2007 |
|
VERORDENING (EU) Nr. 726/2010 VAN DE COMMISSIE van 12 augustus 2010 |
L 213 |
29 |
13.8.2010 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1212/2012 VAN DE COMMISSIE van 17 december 2012 |
L 348 |
7 |
18.12.2012 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EG) Nr. 917/2004 VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad ►C1 betreffende maatregelen ter verbetering van de productie en afzet van producten van de bijenteelt ◄
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad van 26 april 2004 betreffende maatregelen op het gebied van de bijenteelt ( 1 ), en met name op artikel 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 797/2004, die in de plaats komt van Verordening (EG) nr. 1221/97 van de Raad ( 2 ), zijn maatregelen vastgesteld om de productie en de afzet van de producten van de bijenteelt te verbeteren. In het belang van de duidelijkheid verdient het aanbeveling Verordening (EG) nr. 2300/97 van de Commissie van 20 november 1997 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1221/97 van de Raad houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing ( 3 ) in te trekken en te vervangen door een nieuwe verordening. |
(2) |
In artikel 1 van Verordening (EG) nr. 797/2004 is bepaald dat de lidstaten nationale bijenteeltprogramma's kunnen opstellen. Vastgesteld moet worden welke essentiële elementen deze programma's moeten bevatten en binnen welke termijn zij bij de Commissie moeten worden ingediend. |
(3) |
De financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de bijenteeltprogramma's moet worden beperkt, rekening houdend met het aandeel van elke lidstaat in het communautaire bijenbestand. |
(4) |
De lidstaten moeten de toepassing van deze verordening controleren. De controlemaatregelen dienen aan de Commissie te worden meegedeeld. |
(5) |
Bij de tenuitvoerlegging van de bijenteeltprogramma's dient de samenhang tussen de maatregelen van die programma's en de in het kader van de verschillende communautaire beleidsgebieden getroffen maatregelen te worden gegarandeerd. Met name overcompensatie ten gevolge van een combinatie van verschillende soorten steun, en tegenstrijdigheden bij het definiëren van de maatregelen moeten worden voorkomen. |
(6) |
Met het oog op een zekere flexibiliteit bij de uitvoering van de programma's is met betrekking tot de voor elke maatregel meegedeelde uitgaven een afwijking van een bepaald percentage toegestaan, op voorwaarde dat het totale maximumbedrag van de geraamde uitgaven niet wordt overschreden. Indien bij de uitvoering van het programma een beroep wordt gedaan op deze vorm van flexibiliteit, mag de financiële bijdrage van de Gemeenschap niet meer bedragen dan 50 % van de werkelijk door de betrokken lidstaat gedane uitgaven. |
(7) |
Met het oog op een grotere flexibiliteit bij de uitvoering van de programma's moet de mogelijkheid worden gelaten om de maatregelen van een programma tijdens de uitvoering van het programma aan te passen, mits de aangepaste maatregelen in overeenstemming zijn met de in Verordening (EG) nr. 797/2004 bedoelde maatregelen. |
(8) |
Er moeten regels worden vastgesteld voor de bepaling van de landbouwomrekeningskoers die op de financiering van de bijenteeltprogramma's moet worden toegepast. |
(9) |
Met het oog op een coherente uitvoering en aanpassing van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 797/2004 bedoelde studie naar de structuur van de bijenteeltsector, moeten regels over de inhoud van een dergelijke studie worden vastgesteld. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor eieren en slachtpluimvee, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 105 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ( 4 ) bedoelde nationale programma's (hierna „bijenteeltprogramma's” genoemd) bevatten met name:
a) een beschrijving van de toestand van de sector, die zo moet zijn opgesteld dat de structuurgegevens van de in artikel 107 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde studie regelmatig kunnen worden bijgewerkt, en die met name de volgende gegevens bevat:
i) totaal aantal bijenhouders;
ii) aantal beroepsbijenhouders met meer dan 150 bijenkasten elk;
iii) totaal aantal bijenkasten;
iv) honingproductie;
v) lijst van doelstellingen van het programma;
b) een nauwkeurige beschrijving van de maatregelen, met de geraamde kosten en het het in begrotingsjaren opgesplitste financieringsplan op nationaal en regionaal niveau, volgens onderstaande rubrieken:
i) technische bijstand voor bijenhouders;
ii) bestrijding van de varroamijtziekte;
iii) rationalisatie van de transhumance;
iv) analyse van honing;
v) herstel van het bijenbestand;
vi) programma's voor toegepast onderzoek;
c) een verwijzing naar de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen;
d) een lijst van de representatieve beroepsorganisaties en coöperaties in de bijenteeltsector die met de bevoegde autoriteit van de lidstaat meewerken aan de opstelling van de bijenteeltprogramma's;
e) de uitvoeringsbepalingen betreffende de controle op en de beoordeling van het bijenteeltprogramma.
Artikel 2
1. De lidstaten delen hun bijenteeltprogramma aan de Commissie mee vóór 15 april van het eerste jaar van de driejarige programmaperiode.
▼M3 —————
2. De jaarperioden van de bijenteeltprogramma's gaan in op 16 oktober van elk jaar en verstrijken op 15 oktober van het volgende jaar.
3. ►M3 De maatregelen die in de bijenteeltprogramma's voor elk jaar van de driejarige periode zijn gepland, moeten volledig zijn uitgevoerd vóór 31 augustus van de betrokken jaarperiode. ◄ De desbetreffende betalingen moeten tijdens de jaarperiode zijn verricht.
Artikel 3
De bijdrage van de Gemeenschap in de financiering van de bijenteeltprogramma's is voor elke lidstaat beperkt tot het bedrag dat overeenstemt met zijn in bijlage I vermelde aandeel in het communautaire bijenbestand.
Wanneer één of meer lidstaten geen bijenteeltprogramma meedelen vóór de in artikel 2, lid 1, bedoelde datum of het in de eerste alinea van het onderhavige artikel bedoelde bedrag niet volledig gebruiken, mogen de bedragen van de andere lidstaten worden verhoogd naar evenredigheid van hun aandeel.
Artikel 4
De lidstaten doen de Commissie samen met de bijenteeltprogramma's een beschrijving van de controles daarop toekomen.
De controles zijn erop gericht na te gaan of aan de voorwaarden voor de toekenning van de steun uit hoofde van de bijenteeltprogramma's is voldaan. Er moeten zowel administratieve controles als controles ter plaatse worden verricht.
De betaalorganen dienen voldoende bewijzen van deze controles te bewaren.
Artikel 5
1. De lidstaten delen de Commissie vóór de in artikel 2, lid 1, vermelde datum de lijst van maatregelen op het gebied van de bijenteelt mee, die in de nationale operationele programma's in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1260/1999 ( 5 ) van de Raad omschreven doelstellingen 1 en 2 zijn opgenomen.
2. Een maatregel kan niet tegelijkertijd in aanmerking komen voor betalingen op grond van zowel Verordening (EG) nr. 797/2004 als een andere communautaire steunregeling, met name Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad ( 6 ).
Artikel 6
De maatregelen in het kader van een bijenteeltprogramma mogen in de loop van een jaarperiode worden aangepast, voor zover zij in overeenstemming blijven met het bepaalde in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 797/2004. De voor elke van de bedoelde maatregelen bestemde uitgaven mogen worden gewijzigd, voor zover het totale maximumbedrag van de geraamde jaarlijkse uitgaven niet wordt overschreden en de bijdrage van de Gemeenschap in de financiering van de bijenteeltprogramma's niet meer bedraagt dan 50 % van de door de betrokken lidstaat gedane uitgaven.
De betrokken lidstaat deelt de Commissie elk ontwerp mee tot aanpassing van maatregelen in de loop van een jaarperiode op grond van de eerste alinea, voor zover het gaat om maatregelen die niet waren opgenomen in het oorspronkelijk meegedeelde driejarenprogramma. Indien de Commissie zich daar niet tegen verzet, wordt de aanpassing van toepassing op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de mededeling.
Uiterlijk op 15 december van elk jaar delen de lidstaten de Commissie een overzicht mee van de gedane uitgaven, uitgesplitst naar de in artikel 1, onder b), bedoelde rubrieken.
Artikel 6 bis
De in deze verordening bedoelde mededelingen worden gedaan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie ( 7 ).
▼M3 —————
Artikel 8
Wat de in artikel 3 bedoelde bedragen betreft, is het ontstaansfeit voor de wisselkoers van de euro hetzelfde als het in artikel 7, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1913/2006 van de Commissie ( 8 ) bedoelde ontstaansfeit.
Artikel 9
De in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 797/2004 bedoelde studie heeft betrekking op de in bijlage II bij de onderhavige verordening vermelde onderwerpen.
Artikel 10
Verordening (EG) nr. 2300/97 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de in bijlage III opgenomen concordantietabel.
Artikel 11
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Lidstaat |
Bijenbestand Aantal bijenkasten |
BE |
112 000 |
BG |
617 420 |
CZ |
497 946 |
DK |
170 000 |
DE |
711 913 |
EE |
24 800 |
EL |
1 502 239 |
ES |
2 459 373 |
FR |
1 338 650 |
IE |
24 000 |
IT |
1 127 836 |
CY |
43 975 |
LV |
64 133 |
LT |
117 977 |
LU |
8 171 |
HU |
900 000 |
MT |
2 722 |
NL |
80 000 |
AT |
367 583 |
PL |
1 123 356 |
PT |
562 557 |
RO |
1 280 000 |
SI |
142 751 |
SK |
235 689 |
FI |
46 000 |
SE |
150 000 |
UK |
274 000 |
EU 27 |
13 985 091 |
BIJLAGE II
Studie naar de structuur van de bijenteeltsector, als bedoeld in artikel 9
1. Bestandsopname
Aantal beroepsmatig gehouden bijenkasten:
Totaal aantal bijenkasten:
Aantal beroepsbijenhouders (a):
Totaal aantal bijenhouders:
2. Structuur van de afzet
Productie (b): Rechtstreekse verkoop aan de consument
Rechtstreekse verkoop aan de detailhandel
Verkoop aan verpakkingscentra/groothandel
Verkoop aan de industrie
Invoer: Verkoop aan de groothandel/verpakkingscentra/industrie
Uitvoer:
3. Prijzen
4. Productie- en verpakkingskosten
Vaste kosten:
Variabele kosten:
— Indien mogelijk gedetailleerde uitsplitsing, met name in:
—
— kosten van de bestrijding van de varroamijtziekte
— kosten van wintervoeding
— kosten van verpakkingen (recipiënten)
— kosten van transhumance
5. Kwaliteit van de honing
Specificiteit: Verordening (EG) nr. 2082/92 van de Raad ( 9 )
Beschermde oorsprongsbenaming (BOB): Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad ( 10 )
Beschermde geografische aanduiding (BGA): Verordening (EEG) nr. 2081/92
Noten:
(a) Beroepsbijenhouder = bijenhouder met meer dan 150 bijenkasten.
(b) In voorkomend geval soort honing en omvang van het bedrijf vermelden.
BIJLAGE III
Correspondentietabel
Verordening (EG) nr. 2300/97 |
Onderhavige verordening |
Artikel |
Artikel 1 |
Artikel 2, lid 1 |
Artikel 2, lid 1 |
|
Artikel 2, lid 2 |
Artikel 2, lid 2 |
Artikel 2, lid 3 |
Artikel 3 |
Artikel 3 |
Artikel 4, lid 1 |
Artikel 4, eerste en tweede alinea |
Artikel 4, lid 2 |
Artikel 5, lid 1 |
Artikel 4, lid 3 |
Artikel 5, lid 2 |
Artikel 4 bis |
Artikel 6 |
|
Artikel 7 |
Artikel 5 |
Artikel 8 |
Artikel 6 |
Artikel 9 |
|
Artikel 10 |
Artikel 7 |
Artikel 11 |
Bijlage I |
Bijlage I |
Bijlage II |
Bijlage II |
— |
Bijlage III |
( 1 ) PB L 125 van 28.4.2004, blz. 1.
( 2 ) PB L 173 van 1.7.1997, blz. 1.
( 3 ) PB L 319 van 21.11.1997, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1387/2003 (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 22).
( 4 ) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
( 5 ) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.
( 6 ) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.
( 7 ) PB L 228 van 1.9.2009, blz. 3.
( 8 ) PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52.
( 9 ) PB L 208 van 24.7.1992, blz. 9.
( 10 ) PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1.