This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02004R0273-20230220
Regulation (EC) No 273/2004 of the European Parliament and of the Council of 11 February 2004 on drug precursors (Text with EEA relevance)Text with EEA relevance
Consolidated text: Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
02004R0273 — NL — 20.02.2023 — 007.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EG) Nr. 273/2004 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 047 van 18.2.2004, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EG) Nr. 219/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 maart 2009 |
L 87 |
109 |
31.3.2009 |
|
VERORDENING (EU) Nr. 1258/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 november 2013 |
L 330 |
21 |
10.12.2013 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1443 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 |
L 235 |
6 |
1.9.2016 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/729 VAN DE COMMISSIE van 26 februari 2018 |
L 123 |
4 |
18.5.2018 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/1737 VAN DE COMMISSIE van 14 juli 2020 |
L 392 |
1 |
23.11.2020 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/1518 VAN DE COMMISSIE van 29 maart 2022 |
L 236 |
1 |
13.9.2022 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/196 VAN DE COMMISSIE van 25 november 2022 |
L 27 |
1 |
31.1.2023 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EG) Nr. 273/2004 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 11 februari 2004
inzake drugsprecursoren
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
Toepassingsgebied en doel
Deze verordening stelt geharmoniseerde maatregelen vast voor het toezicht binnen de Unie op bepaalde stoffen die vaak voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen worden gebruikt, teneinde misbruik van deze stoffen te voorkomen.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
geregistreerde stof: elke in bijlage I genoemde stof die kan worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, met inbegrip van mengsels en natuurproducten die dergelijke stoffen bevatten; uitgesloten zijn mengsels en natuurproducten die geregistreerde stoffen bevatten en die zodanig zijn vermengd dat de geregistreerde stoffen niet gemakkelijk met eenvoudige of economisch rendabele middelen kunnen worden gebruikt of geëxtraheerd, geneesmiddelen als omschreven in artikel 1, punt 2, van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik als omschreven in artikel 1, punt 2, van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 2 );
niet-geregistreerde stof: elke stof die niet in bijlage I wordt genoemd, maar waarvan bekend is dat ze is gebruikt bij de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen;
in de handel brengen: elke levering, al dan niet tegen betaling, van geregistreerde stoffen in de Unie, dan wel, met het oog op de levering ervan in de Unie, de opslag, vervaardiging, productieverwerking, de handel, distributie of handelsbemiddeling in deze stoffen;
marktdeelnemer: elke natuurlijke of rechtspersoon die betrokken is bij het in de handel brengen van geregistreerde stoffen;
Internationaal Comité van toezicht op verdovende middelen: het comité dat is ingesteld bij het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen van 1961, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1972;
speciale vergunning: een vergunning die wordt afgegeven aan een welbepaald type marktdeelnemer;
speciale registratie: een registratie die wordt uitgevoerd voor een welbepaald type marktdeelnemer;
gebruiker: een natuurlijke of rechtspersoon die geen marktdeelnemer is en die een geregistreerde stof in bezit houdt en zich bezighoudt met de verwerking, formulering, verbruik, opslag, bewaring, behandeling, overbrenging in recipiënten, overbrenging van de ene recipiënt naar de andere, vermenging, omzetting of enig ander gebruik van geregistreerde stoffen;
natuurproduct: een organisme of een deel ervan in enige vorm, of een stof die in de natuur voorkomt volgens de definitie van artikel 3, punt 39, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ).
Artikel 3
Voorschriften voor het in de handel brengen van geregistreerde stoffen
Wanneer er een vergoeding wordt gevraagd, overwegen de bevoegde instanties de schaal van de vergoeding aan te passen afhankelijk van de omvang van de onderneming. Dergelijke vergoedingen worden op niet-discriminerende wijze geïnd en bedragen niet meer dan de afhandelingskosten van dergelijke aanvragen.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 15 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de voorschriften en voorwaarden voor:
het verlenen van de vergunning, met inbegrip van, waar van toepassing, de te verschaffen categorieën persoonsgegevens;
het verlenen van de registratie, met inbegrip van, waar van toepassing, de te verschaffen categorieën persoonsgegevens;
het opnemen, in de in artikel 13 bis bedoelde Europese databank, van marktdeelnemers en gebruikers overeenkomstig artikel 7 van dit artikel.
De categorieën persoonsgegevens waarnaar wordt verwezen onder a) en b) van de eerste alinea van dit lid mogen geen speciale categorieën van informatie bevatten als bedoeld in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ).
Artikel 4
Afnemersverklaring
In plaats van de in lid 1 bedoelde verklaring voor afzonderlijke transacties mag een marktdeelnemer die een afnemer regelmatig een geregistreerde stof van categorie 2 van bijlage I bij deze verordening levert, voor meerdere transacties met deze geregistreerde stof binnen een periode van maximaal één jaar ook één enkele verklaring aanvaarden, mits hij zich ervan heeft vergewist dat aan de volgende criteria is voldaan:
hij heeft de stof in de voorafgaande twaalf maanden al ten minste driemaal aan deze afnemer geleverd;
hij heeft geen reden om aan te nemen dat de stof voor illegale doeleinden zal worden gebruikt;
de bestelde hoeveelheden zijn niet ongebruikelijk voor die afnemer.
Deze verklaring moet conform zijn aan het model in punt 2 van bijlage III bij deze verordening. Rechtspersonen leggen de verklaring af op papier met briefhoofd.
Artikel 5
Documenten
De handelsbescheiden, zoals facturen, vrachtbrieven, administratieve bescheiden en vervoer- en andere verzendingsdocumenten, moeten voldoende informatie bevatten om het volgende met zekerheid te kunnen vaststellen:
de naam van de geregistreerde stof zoals die in de categorieën 1 en 2 van bijlage I voorkomt;
de hoeveelheid en het gewicht van de geregistreerde stof en, in geval van mengsels of natuurproducten, de hoeveelheid en het gewicht, indien beschikbaar, van het mengsel of het natuurproduct, evenals de hoeveelheid en het gewicht, of het gewichtspercentage, van elke in het mengsel voorkomende stof van categorie 1 of 2 van bijlage I;
de naam en het adres van de leverancier, de distributeur, de geconsigneerde en, in voorkomend geval, van andere marktdeelnemers die rechtstreeks bij de transactie betrokken zijn, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder c) en d).
De documenten kunnen ook worden bewaard in de vorm van afbeeldingen op een beelddrager of een andere gegevensdrager. Er moet voor gezorgd worden dat de opgeslagen gegevens:
wanneer zij leesbaar worden gemaakt, overeenstemmen met de vorm en inhoud van de documenten;
op elk moment snel beschikbaar zijn, onmiddellijk leesbaar kunnen worden gemaakt en, voor de duur van de in lid 5 genoemde periode, op geautomatiseerde wijze kunnen worden geanalyseerd.
Artikel 6
Vrijstellingen
De voorschriften in de artikelen 3, 4 en 5 gelden niet voor transacties in geregistreerde stoffen van categorie 2 van bijlage I, indien het gaat om hoeveelheden die, over een periode van één jaar, niet groter zijn dan die welke in bijlage II worden genoemd.
Artikel 7
Etikettering
De marktdeelnemers zorgen ervoor dat geregistreerde stoffen van categorie 1 of 2 van bijlage I van een etiket zijn voorzien alvorens ze geleverd worden. Het etiket vermeldt de naam van de stof zoals deze in bijlage I is vermeld. De marktdeelnemers mogen daarnaast ook hun gewone etiketten aanbrengen.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 15 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de voorschriften en voorwaarden voor de etikettering van mengsels die geregistreerde stoffen bevatten.
Artikel 8
Kennisgeving aan de bevoegde instanties
Artikel 9
Richtsnoeren
De richtsnoeren omvatten met name:
informatie over manieren om verdachte transacties te herkennen en te melden;
een geregeld bijgewerkte lijst van niet-geregistreerde stoffen, om de industrie in staat te stellen vrijwillig op de handel in deze stoffen toe te zien;
andere eventueel nuttig geachte informatie.
Artikel 10
Bevoegdheden en plichten van de bevoegde instanties
Met het oog op een correcte toepassing van de artikelen 3 tot en met 8 neemt elke lidstaat de nodige maatregelen om de bevoegde instanties in staat te stellen hun controle- en toezichtstaken uit te oefenen, en met name:
informatie te verkrijgen over alle orders voor of transacties met geregistreerde stoffen;
de bedrijfsruimten van de marktdeelnemers en gebruikers te betreden om bewijzen van onregelmatigheden te verzamelen;
waar nodig, zendingen vast te houden en in beslag te nemen die niet voldoen aan het bepaalde in deze verordening.
Elke lidstaat kan de nodige maatregelen vaststellen om zijn bevoegde instanties in staat te stellen de controle van en het toezicht op verdachte transacties met niet-geregistreerde stoffen uit te voeren, en met name:
informatie te verkrijgen over alle orders voor of transacties met niet-geregistreerde stoffen;
bedrijfsruimten te betreden om bewijzen van verdachte transacties met niet-geregistreerde stoffen te verzamelen;
waar nodig, zendingen vast te houden en in beslag te nemen om te voorkomen dat specifieke niet-geregistreerde stoffen worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen.
Artikel 11
Samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie
Artikel 12
Sancties
De lidstaten stellen de sancties vast die bij overtreding van deze verordening worden opgelegd en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de verordening wordt toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
Artikel 13
Door de lidstaten verstrekte informatie
Artikel 13 bis
Europese databank inzake drugsprecursoren
De Commissie zet een Europese databank inzake drugsprecursoren op die de volgende taken heeft:
de informatieverstrekking, zo mogelijk op geaggregeerde en anonieme wijze, krachtens artikel 13, lid 1, de synthese en analyse van die informatie op het niveau van de Unie, en de verslaglegging aan het Internationaal Comité van toezicht op verdovende middelen krachtens artikel 13, lid 3, vergemakkelijken;
een Europees register opzetten van marktdeelnemers en gebruikers aan wie een vergunning of een registratie is verleend;
marktdeelnemers in staat stellen de bevoegde instanties overeenkomstig artikel 8, lid 2, informatie te verstrekken over hun transacties, in elektronische vorm, zoals nader omschreven in uit hoofde van artikel 14 vastgestelde uitvoeringsmaatregelen.
Persoonsgegevens worden pas na de vaststelling van de in artikel 3, lid 8, en artikel 8, lid 3, bedoelde gedelegeerde handelingen in de Europese databank opgenomen.
Artikel 13 ter
Gegevensbescherming
Artikel 14
Uitvoeringshandelingen
De Commissie kan de volgende uitvoeringshandelingen vaststellen:
regels voor de wijze waarop de in artikel 4 bedoelde afnemersverklaring langs elektronische weg wordt verstrekt, waar zulks passend is;
regels voor de wijze waarop de in artikel 8, lid 2, bedoelde informatie onder meer, waar zulks passend is, langs elektronische weg aan een Europese databank wordt verstrekt;
procedurele regels voor het verlenen van vergunningen en registraties en het opnemen van marktdeelnemers en gebruikers in een Europese databank als bedoeld in artikel 3, leden 2, 6 en 7.
Artikel 14 bis
Comitéprocedure
Artikel 15
Aanpassing van de bijlagen
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 15 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlagen I, II en III aan nieuwe tendensen op het gebied van het misbruik van drugsprecursoren aan te passen en om elke wijziging van de tabellen in de bijlage bij het Verdrag van Wenen over te nemen.
Artikel 15 bis
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 16
Informatie over maatregelen van de lidstaten
Artikel 17
Intrekking
Artikel 18
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 18 augustus 2005, behalve de artikelen 9, 14 en 15 die op de dag van de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie in werking treden, teneinde de vaststelling van de in deze artikelen genoemde maatregelen mogelijk te maken. Deze maatregelen treden ten vroegste op 18 augustus 2005 in werking.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Lijst van geregistreerde stoffen
CATEGORIE 1
Stof |
GN-benaming (indien afwijkend) |
GN-code (1) |
CAS-nummer (2) |
1-Fenyl-2-propanon |
Fenylaceton |
2914 31 00 |
103-79-7 |
Diethyl(fenylacetyl)propaandioaat (DEPAPD) |
|
2918 30 00 |
20320-59-6 |
Methyl-alfa-fenylacetoacetaat (MAPA) |
|
2918 30 00 |
16648-44-5 |
Ethyl-α-fenylacetoacetaat (EAPA) (4) |
|
ex 2918 30 00 |
5413-05-8 |
Methyl 2-methyl-3-fenyloxiraan-2-carboxylaat (BMK-methylglycidaat) |
|
2918 99 90 |
80532-66-7 |
2-methyl-3-fenyloxiraan-2-carbonzuur (BMK-glycidezuur) |
|
2918 99 90 |
25547-51-7 |
N-Acetylantranilzuur |
2-Aceetamidobenzoëzuur |
2924 23 00 |
89-52-1 |
Alfa-fenylacetoaceetamide (APAA) |
|
2924 29 70 |
4433-77-6 |
Alfa-fenylacetoacetonitril (APAAN) |
|
2926 40 00 |
4468-48-8 |
Isosafrool (cis + trans) |
|
2932 91 00 |
120-58-1 |
3,4-Methyleendioxyfenylpropaan-2-on |
1-(1,3-Benzodioxol-5-yl)propaan-2-on |
2932 92 00 |
4676-39-5 |
Piperonal |
|
2932 93 00 |
120-57-0 |
Safrool |
|
2932 94 00 |
94-59-7 |
Ethyl-3-(2H-1,3-benzodioxol-5-yl)-2-methyloxirane-2-carboxylaat (PMK-ethylglycidaat) |
|
2932 99 00 |
28578-16-7 |
Methyl 3-(1,3-benzodioxol-5-yl)-2-methyloxiraan-2-carboxylaat (PMK-methylglycidaat) |
|
2932 99 00 |
13605-48-6 |
Methyl-3-oxo-2-(3,4-methyleendioxyfenyl)butanoaat (MAMDPA) (5) |
Methyl-3-oxo-2-(3,4-methyleendioxyfenyl)butanoaat |
ex 2932 99 00 |
1369021-80-6 |
3-(1,3-benzodioxol-5-yl)-2-methyloxiraan-2-carbonzuur (PMK-glycidezuur) |
|
2932 99 00 |
2167189-50-4 |
N-fenyl-1-(2-fenylethyl)piperidine-4-amine |
4-aniline-N-fenethylpiperidine (ANPP) |
2933 36 00 |
21409-26-7 |
1-(2-fenylethyl)piperidine-4-on |
N-fenethyl-4-piperidone (NPP) |
2933 37 00 |
39742-60-4 |
N-fenylpiperidine-4-amine (4-AP) |
|
2933 39 99 |
23056-29-3 |
Tert-butyl-4-anilinopiperidine-1-carboxylaat (1-boc-4-AP) |
|
2933 39 99 |
125541-22-2 |
N-fenyl-N-(piperidin-4-yl)propanamide (norfentanyl) |
|
2933 39 99 |
1609-66-1 |
Efedrine |
|
2939 41 00 |
299-42-3 |
Pseudo-efedrine |
|
2939 42 00 |
90-82-4 |
Norefedrine |
|
►M2 2939 44 00 ◄ |
14838-15-4 |
Ergometrine |
|
2939 61 00 |
60-79-7 |
Ergotamine |
|
2939 62 00 |
113-15-5 |
Lyserginezuur |
|
2939 63 00 |
82-58-6 |
De stereoisomerische vormen van de stoffen in deze categorie behoudens cathine (3) wanneer het bestaan van deze vormen mogelijk is. |
|||
De zouten van de stoffen in deze categorie wanneer het bestaan van deze zouten mogelijk is, behalve de zouten van cathine. |
|||
(1R,2S)-(-)-chloorefedrine |
|
►M5 2939 79 90 ◄ |
110925-64-9 |
(1S,2R)-(+)-chloorefedrine |
|
►M5 2939 79 90 ◄ |
1384199-95-4 |
(1S,2S)-(+)-chloorpseudo-efedrine |
|
►M5 2939 79 90 ◄ |
73393-61-0 |
(1R,2R)-(-)-chloorpseudo-efedrine |
|
►M5 2939 79 90 ◄ |
771434-80-1 |
(1)
PB L 290 van 28.10.2002, blz. 1.
(2)
Het CAS-nummer is het „Chemical Abstracts Service Registry Number”, een uniek getal ter aanduiding van elke specifieke stof en de structuur ervan. Het CAS-nummer is voor elke isomeer en elk zout van elke isomeer anders. Het CAS-nummer voor de zouten van bovengenoemde stoffen is dus afwijkend.
(3)
Ook „(+)-norpseudoephedrine” genaamd, GN-code 2939 43 00 , CAS-nummer 492-39-7.
(4)
IUPAC-benaming ethyl-3-oxo-2-fenylbutanoaat.
(5)
IUPAC-benaming methyl-2-(2H-1,3-benzodioxool-5-yl)-3-oxobutanoaat. |
CATEGORIE 2
SUBCATEGORIE 2A
Stof |
GN-benaming (indien afwijkend) |
GN-code (14) |
CAS-nummer (15) |
Rode fosfor |
|
2804 70 00 |
7723-14-0 |
Azijnzuuranhydride |
|
2915 24 00 |
108-24-7 |
De zouten van de stoffen in deze categorie wanneer het bestaan van deze zouten mogelijk is. |
SUBCATEGORIE 2B
Stof |
GN-benaming (indien afwijkend) |
GN-code (14) |
CAS-nummer (15) |
Fenylazijnzuur |
|
2916 34 00 |
103-82-2 |
Antranilzuur |
|
118-92-3 |
|
Piperidine |
|
2933 32 00 |
110-89-4 |
Kaliumpermanganaat |
|
2841 61 00 |
7722-64-7 |
De zouten van de stoffen in deze categorie wanneer het bestaan van deze zouten mogelijk is. |
CATEGORIE 3
Stof |
GN-benaming (indien afwijkend) |
GN-code (1) |
CAS-nummer (2) |
Zoutzuur |
Waterstofchloride |
2806 10 00 |
7647-01-0 |
Zwavelzuur |
|
►M5 2807 00 00 ◄ |
7664-93-9 |
Tolueen |
|
2902 30 00 |
108-88-3 |
Ethylether |
Diëthylether |
2909 11 00 |
60-29-7 |
Aceton |
|
2914 11 00 |
67-64-1 |
Methylethylketon |
Butanon |
2914 12 00 |
78-93-3 |
De zouten van de stoffen in deze categorie wanneer het bestaan van deze zouten mogelijk is, behalve de zouten van zoutzuur en zwavelzuur. |
|||
(1)
PB L 290 van 28.10.2002, blz. 1.
(2)
Het CAS-nummer is het „Chemical Abstracts Service Registry Number”, een uniek getal ter aanduiding van elke specifieke stof en de structuur ervan. Het CAS-nummer is voor elke isomeer en elk zout van elke isomeer anders. Het CAS-nummer voor de zouten van bovengenoemde stoffen is dus afwijkend. |
BIJLAGE II
Stof |
Grenswaarde |
Azijnzuuranhydride |
100 l |
Kaliumpermanganaat |
100 kg |
Antranilzuur, alsmede zouten daarvan |
1 kg |
Fenylazijnzuur, alsmede zouten daarvan |
1 kg |
Piperidine, alsmede zouten daarvan |
0,5 kg |
Rode fosfor |
0,1 kg |
BIJLAGE III
1. Model van een verklaring voor afzonderlijke transacties (categorie 1 of 2)
2. Model van een verklaring voor meer transacties (categorie 2)
( 1 ) Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
( 2 ) Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).
( 3 ) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
( 4 ) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
( 5 ) PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).
( 6 ) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
( 7 ) Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad van 22 december 2004 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (PB L 22 van 26.1.2005, blz. 1).
( 8 ) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
( 9 ) PB L 290 van 28.10.2002, blz. 1.
( 10 ) Het CAS-nummer is het „Chemical Abstracts Service Registry Number”, een uniek getal ter aanduiding van elke specifieke stof en de structuur ervan. Het CAS-nummer is voor elke isomeer en elk zout van elke isomeer anders. Het CAS-nummer voor de zouten van bovengenoemde stoffen is dus afwijkend.