EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02004L0109-20210318
Directive 2004/109/EC of the European Parliament and of the Council of 15 December 2004 on the harmonisation of transparency requirements in relation to information about issuers whose securities are admitted to trading on a regulated market and amending Directive 2001/34/EC
Consolidated text: Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG
Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG
02004L0109 — NL — 18.03.2021 — 004.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
RICHTLIJN 2004/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 december 2004 (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
RICHTLIJN 2008/22/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 maart 2008 |
L 76 |
50 |
19.3.2008 |
|
RICHTLIJN 2010/73/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 24 november 2010 |
L 327 |
1 |
11.12.2010 |
|
RICHTLIJN 2010/78/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 24 november 2010 |
L 331 |
120 |
15.12.2010 |
|
RICHTLIJN 2013/50/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 oktober 2013 |
L 294 |
13 |
6.11.2013 |
|
VERORDENING (EU) 2021/337 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 februari 2021 |
L 68 |
1 |
26.2.2021 |
RICHTLIJN 2004/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 15 december 2004
betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Voorwerp en werkingssfeer
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
„effecten”: verhandelbare effecten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 18, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten ( 1 ), met uitzondering van geldmarktinstrumenten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 19, van die richtlijn die een looptijd hebben van minder dan 12 maanden; op deze instrumenten mag nationale wetgeving worden toegepast;
„obligaties”: obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten, met uitzondering van effecten die met aandelen gelijk te stellen zijn of die door middel van conversie of door uitoefening van de daaraan verbonden rechten recht geven tot het verkrijgen van aandelen of met aandelen gelijk te stellen waardepapieren;
„gereglementeerde markt”: een markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG;
„uitgevende instelling”: een natuurlijke persoon of een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke juridische entiteit, met inbegrip van een staat, waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten.
In het geval van certificaten van aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, is de uitgevende instelling de instelling die de onderliggende effecten uitgeeft, ongeacht of deze effecten al dan niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten;
„aandeelhouder”: elke natuurlijke persoon, dan wel publiekrechtelijke of privaatrechtelijke juridische entiteit die rechtstreeks of middellijk houder is,
in eigen naam en voor eigen rekening, van aandelen van de uitgevende instelling;
in eigen naam maar voor rekening van een andere natuurlijke persoon of juridische entiteit, van aandelen van de uitgevende instelling;
van certificaten van aandelen, waarbij de houder van het certificaat van aandelen wordt beschouwd als de aandeelhouder van de onderliggende aandelen van het aandelencertificaat;
„gecontroleerde onderneming”: elke onderneming
waarin een natuurlijke persoon of juridische entiteit de meerderheid van de stemrechten bezit; of
waarvan een natuurlijke persoon of juridische entiteit het recht heeft de meerderheid van de leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuursorgaan te benoemen of te ontslaan en tevens aandeelhouder of lid van de betrokken onderneming is; of
waarvan een natuurlijke persoon of juridische entiteit aandeelhouder is en, op grond van een overeenkomst met andere aandeelhouders van de onderneming, alleen de meerderheid beheerst van de stemrechten van de aandeelhouders van de onderneming; of
waarover een natuurlijke persoon of juridische entiteit feitelijk een overheersende invloed of zeggenschap uitoefent, of de macht daartoe heeft;
„instellingen voor collectieve belegging die niet van het closed-end-type zijn”: beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen:
waarvan het doel de collectieve belegging is van uit het publiek aangetrokken kapitaal, met toepassing van het beginsel van risicospreiding; en
waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de houders ten laste van de activa van deze instellingen direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;
„rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging”: de door een instelling voor collectieve belegging uitgegeven effecten waarin de rechten van deelnemers op het vermogen van deze instelling zijn belichaamd;
„lidstaat van herkomst”:
ingeval het gaat om een instelling die obligaties met een nominale waarde per eenheid van minder dan 1 000 EUR dan wel aandelen uitgeeft:
De definitie van „lidstaat van herkomst” is van toepassing op obligaties in een andere valuta dan de euro, mits de nominale waarde per eenheid op de uitgiftedatum minder dan 1 000 EUR bedraagt, tenzij die waarde nagenoeg gelijk is aan 1 000 EUR;
voor een uitgevende instelling die niet onder punt i) valt: de lidstaat die de uitgevende instelling kiest uit de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft, indien van toepassing, en de lidstaten waar haar effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten. De uitgevende instelling mag slechts één lidstaat als haar lidstaat van herkomst kiezen. Die keuze blijft ten minste drie jaar geldig, tenzij haar effecten niet meer tot de handel op een gereglementeerde markt in de Unie zijn toegelaten of tenzij de uitgevende instelling op enig moment gedurende de periode van drie jaar komt te vallen onder punt i) of punt iii);
voor een uitgevende instelling waarvan de effecten niet langer zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in haar lidstaat van herkomst als omschreven in punt i), tweede streepje, of punt ii), maar in plaats daarvan tot de handel zijn toegelaten in een of meer andere lidstaten: die nieuwe lidstaat van herkomst als de uitgevende instelling kiest uit de lidstaten waar haar effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, en, in voorkomend geval, de lidstaat waar de uitgevende instelling haar statutaire zetel heeft;
Een uitgevende instelling maakt haar lidstaat van herkomst als bedoeld in de punten i), ii) of iii) overeenkomstig de artikelen 20 en 21 bekend. Een uitgevende instelling maakt daarnaast haar lidstaat van herkomst bekend aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft, in voorkomend geval, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en aan de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten van ontvangst.
Indien de uitgevende instelling haar lidstaat van herkomst als bepaald op grond van punt i), tweede streepje, of punt ii) niet bekendmaakt binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop haar effecten voor het eerst tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, is de lidstaat van herkomst de lidstaat waar de effecten van de uitgevende instelling tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten zijn. Indien de effecten van de uitgevende instelling tot de handel zijn toegelaten op gereglementeerde markten die in meer dan één lidstaat gelegen of werkzaam zijn, zijn deze lidstaten de lidstaat van herkomst van de uitgevende instelling totdat de uitgevende instelling één enkele lidstaat van herkomst kiest en deze keuze bekendmaakt.
Voor een uitgevende instelling waarvan de effecten reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en wiens keuze van lidstaat van herkomst als bedoeld in punt i), tweede streepje of in punt ii) niet vóór 27 november 2015 bekend is gemaakt, vangt de termijn van drie maanden aan op 27 november 2015.
Een uitgevende instelling die een lidstaat van herkomst heeft gekozen als bedoeld in punt i), tweede streepje of in punt ii) of iii), en haar keuze aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst heeft meegedeeld vóór 27 november 2015, is vrijgesteld van de in de tweede alinea bepaalde verplichting, tenzij een dergelijke uitgevende instelling na 27 november 2015 een andere lidstaat van herkomst kiest.
„lidstaat van ontvangst”: een lidstaat waar de effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten wanneer dit een andere lidstaat is dan de lidstaat van herkomst;
„gereglementeerde informatie”: alle informatie die de uitgevende instelling of enigerlei andere persoon die zonder toestemming van de uitgevende instelling de toelating van haar effecten tot de handel op een gereglementeerde markt heeft aangevraagd, moet verstrekken op grond van deze richtlijn, van artikel 6 van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) ( 2 ) of van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van een lidstaat die zijn vastgesteld uit hoofde van artikel 3, lid 1, van deze richtlijn;
„elektronische weg”: elektronische apparatuur voor de verwerking (met inbegrip van digitale compressie), opslag en verzending van gegevens via draden, radio, optische technologieën of andere elektromagnetische middelen;
„beheermaatschappij”: een maatschappij in de zin van artikel 1 bis, lid 2, van Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) ( 3 );
„marktmaker”: een persoon die op de financiële markten doorlopend blijk geeft van de bereidheid voor eigen rekening en met eigen kapitaal te handelen door financiële instrumenten tegen door hem vastgestelde prijzen te kopen en te verkopen;
„kredietinstelling”: een onderneming in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen ( 4 );
„doorlopend of periodiek uitgegeven effecten”: doorlopende obligaties van dezelfde uitgevende instelling of emissies waarbij sprake is van ten minste twee afzonderlijke emissies van effecten van eenzelfde categorie en/of klasse;
„formele overeenkomst”: een overeenkomst die bindend is krachtens het toepasselijk recht.
De Commissie dient met name:
voor de toepassing van lid 1, onder i), punt ii), de procedure vast te stellen volgens welke een uitgevende instelling de keuze van de lidstaat van herkomst mag maken;
wanneer zulks voor de in lid 1, onder i), punt ii), bedoelde keuze van de lidstaat van herkomst passend wordt geacht, de periode van drie jaar voor de staat van dienst van de uitgevende instelling aan te passen in het licht van eventuele nieuwe voorschriften in het Gemeenschapsrecht die op de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt betrekking hebben;
voor de toepassing van lid 1, onder l), een indicatieve lijst op te stellen van hulpmiddelen die niet als „elektronische weg” mogen worden aangemerkt, rekening houdend met bijlage V bij Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij ( 5 ) volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure.
De in de tweede alinea, onder a) en b), genoemde maatregelen worden vastgesteld middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter.
Artikel 3
Integratie van effectenmarkten
In afwijking van lid 1 mag de lidstaat van herkomst uitgevende instellingen verplichten om aanvullende periodieke financiële informatie frequenter te publiceren dan de in artikel 4 bedoelde jaarlijkse financiële verslagen en de in artikel 5 bedoelde halfjaarlijkse financiële verslagen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Alvorens een beslissing te nemen waarbij uitgevende instellingen verplicht worden aanvullende periodieke financiële informatie te publiceren, beoordelen de lidstaten zowel of dergelijke aanvullende vereisten kunnen leiden tot een buitensporige nadruk op de kortetermijnresultaten en -prestaties van de uitgevende instellingen, alsook of zij de mogelijkheden van kleine en middelgrote uitgevende instellingen negatief beïnvloeden om toegang tot de gereglementeerde markten te hebben.
Dit laat de mogelijkheid voor de lidstaten onverlet uitgevende instellingen die financiële instellingen zijn, te verplichten aanvullende periodieke financiële informatie bekend te maken.
De lidstaat van herkomst mag een aandeelhouder, een natuurlijke persoon of een juridische entiteit als bedoeld in artikel 10 of artikel 13 geen strengere vereisten opleggen dan die uit hoofde van deze richtlijn, behoudens bij:
het vaststellen van lagere of aanvullende drempels voor kennisgeving dan de in artikel 9, lid 1, opgenomen drempels, en het vereisen van gelijkwaardige kennisgevingen in verband met drempels die gebaseerd zijn op kapitaalbelang;
het toepassen van strengere vereisten dan die zoals bedoeld in artikel 12; of
het toepassen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zijn vastgesteld met betrekking tot openbare overnamebiedingen, fusies, of andere transacties die gevolgen hebben voor de eigendom van of de zeggenschap over vennootschappen, waarop wordt toegezien door de autoriteiten die door de lidstaten zijn aangewezen overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod ( 6 ).
Het is een lidstaat van ontvangst niet toegestaan:
strengere informatievereisten dan die uit hoofde van deze richtlijn of artikel 6 van Richtlijn 2003/6/EG op te leggen voor de toelating van effecten tot een op zijn grondgebied gelegen of werkzame gereglementeerde markt;
aandeelhouders, of een natuurlijke persoon of juridische entiteit als bedoeld in artikel 10 of artikel 13, strengere verplichtingen dan die uit hoofde van deze richtlijn op te leggen met betrekking tot de kennisgeving van informatie.
HOOFDSTUK II
PERIODIEKE INFORMATIE
Artikel 4
Jaarlijkse financiële verslagen
Het jaarlijks financieel verslag omvat:
de gecontroleerde financiële overzichten;
het jaarverslag; en
verklaringen van de bij de uitgevende instelling terzake verantwoordelijke personen, met duidelijke vermelding van naam en functie, dat, voorzover hun bekend, de financiële overzichten die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke reeks standaarden voor jaarrekeningen een juist en getrouw beeld geven van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van de uitgevende instelling en de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de uitgevende instelling en de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
Wanneer de uitgevende instelling niet verplicht is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen, omvatten de gecontroleerde financiële overzichten de jaarrekening opgesteld overeenkomstig het nationale recht van de lidstaat waar de onderneming gevestigd is.
Het verslag van de externe accountant dat door de met de controle van de financiële overzichten belaste persoon of personen ondertekend is, wordt onverkort aan het publiek bekendgemaakt samen met het jaarlijks financieel verslag.
ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op waarin het formaat voor de elektronische verslaglegging wordt gespecificeerd, onder verwijzing naar bestaande en toekomstige technologische opties. Voordat de ontwerpen van technische reguleringsnormen worden vastgesteld, onderwerpt ESMA de mogelijke formaten voor elektronische verslaglegging aan een passende evaluatie en aan passende praktijktests. ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 31 december 2016 in bij de Commissie.
De bevoegdheid om de technische reguleringsnormen bedoeld in de tweede alinea vast te stellen, overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, wordt toegekend aan de Commissie.
Artikel 5
Halfjaarlijkse financiële verslagen
Het halfjaarlijks financieel verslag omvat:
de verkorte financiële overzichten;
een tussentijds jaarverslag; en
verklaringen van de bij de uitgevende instelling terzake verantwoordelijke personen, met duidelijke vermelding van naam en functie, dat, voorzover hun bekend, de verkorte financiële overzichten die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke reeks standaarden voor jaarrekeningen een juist en getrouw beeld geven van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van de uitgevende instelling en de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen, als vereist uit hoofde van lid 3, en dat het tussentijdse jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de uit hoofde van lid 4 vereiste informatie.
Wanneer de uitgevende instelling niet verplicht is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen, bevatten de verkorte financiële overzichten ten minste een verkorte balans, een verkorte winst- en verliesrekening en de toelichtingen bij die rekeningen. Bij het opstellen van de verkorte balans en de verkorte winst- en verliesrekening, past de uitgevende instelling dezelfde beginselen inzake opname en waardering toe als bij het opstellen van de jaarlijkse financiële verslagen.
De Commissie dient met name:
te specificeren onder welke technische omstandigheden een gepubliceerd halfjaarlijks financieel verslag, met inbegrip van de controle door de externe accountant, beschikbaar moet blijven voor het publiek;
de aard van de controle door de externe accountant te verduidelijken;
de minimuminhoud van de verkorte balans en de verkorte verlies- en winstrekening en de toelichting bij die rekeningen te specificeren, indien zij niet opgesteld zijn overeenkomstig de internationale standaarden voor jaarrekeningen die zijn goedgekeurd volgens de procedure van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1606/2002.
De onder a) bedoelde maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure. De onder b) en c) genoemde maatregelen worden vastgesteld middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter.
Indien nodig, kan de Commissie tevens de in lid 1 bedoelde periode van vijf jaar aanpassen middels een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter.
Artikel 6
Verslag over betalingen aan overheden
De lidstaten eisen van de uitgevende instellingen die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap in oerbossen, zoals gedefinieerd in artikel 41, leden 1 en 2, van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad ( 10 ) dat zij, overeenkomstig hoofdstuk 10 van die richtlijn, jaarlijks een verslag opstellen van hun betalingen aan overheden. Dit verslag wordt uiterlijk zes maanden na het einde van elk boekjaar openbaar gemaakt en blijft ten minste tien jaar voor het publiek beschikbaar. Betalingen aan overheden moeten op geconsolideerd niveau worden gemeld.
Artikel 7
Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
De lidstaten dragen er zorg voor dat de verantwoordelijkheid voor de overeenkomstig de artikelen 4, 5, 6 en 16 op te stellen en openbaar te maken informatie ten minste bij de uitgevende instelling of bij haar leidinggevend, toezichthoudend of bestuursorgaan berust en dragen er tevens zorg voor dat hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake aansprakelijkheid van toepassing zijn op de uitgevende instellingen, de bovenbedoelde organen of verantwoordelijke personen binnen de uitgevende instellingen.
Artikel 8
Ontheffingen
De artikelen 4 en 5 zijn niet van toepassing op de volgende uitgevende instellingen:
een staat, een regionale of plaatselijke overheid van een staat, een publiekrechtelijke internationale instelling waarbij één of meer lidstaten aangesloten zijn, de Europese Centrale Bank (ECB), de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), opgericht bij de EFSF-kaderovereenkomst, en elk ander mechanisme dat is gecreëerd met als doel de financiële stabiliteit van de Europese monetaire unie te bewaren door middel van het verlenen van tijdelijke financiële bijstand aan de lidstaten die de euro als munt hebben en de nationale centrale banken van de lidstaten, ongeacht of deze al dan niet aandelen of andere effecten uitgeven; en
een uitgevende instelling die uitsluitend obligaties uitgeeft die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en waarvan de nominale waarde per eenheid ten minste 100 000 EUR bedraagt of, in het geval van obligaties in een andere valuta dan de euro, de nominale waarde per eenheid op de datum van uitgifte ten minste gelijk is aan 100 000 EUR.
HOOFDSTUK III
ACTUELE INFORMATIE
AFDELING I
Informatie over belangrijke deelnemingen
Artikel 9
Kennisgeving van de verwerving of overdracht van belangrijke deelnemingen
De stemrechten worden berekend op basis van alle aandelen waaraan stemrechten verbonden zijn, ook al is de uitoefening daarvan opgeschort. Bovendien moet die informatie ook worden verstrekt met betrekking tot alle aandelen van dezelfde categorie waaraan stemrechten verbonden zijn.
De lidstaat van herkomst is niet gehouden tot de toepassing van:
de drempelwaarde van 30 % wanneer hij een drempelwaarde van eenderde toepast;
de drempelwaarde van 75 % wanneer hij een drempelwaarde van tweederde toepast.
Dit artikel is niet van toepassing op de verwerving of overdracht van een belangrijke deelneming die de drempelwaarde van 5 % bereikt of overschrijdt door een marktmaker, handelend in zijn hoedanigheid van marktmaker, mits deze:
van de lidstaat van herkomst een vergunning uit hoofde van Richtlijn 2004/39/EG heeft gekregen; en
geen inspraak uitoefent in het bestuur van de uitgevende instelling noch enige invloed uitoefent op de uitgevende instelling om die aandelen te kopen of de prijs van de aandelen te ondersteunen.
Dit artikel geldt niet voor stemrechten in de handelsportefeuille, zoals gedefinieerd in artikel 11 van Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen ( 11 ), van een kredietinstelling of beleggingsonderneming, op voorwaarde dat:
de stemrechten die in de handelsportefeuille worden gehouden de 5 % niet overschrijden, en
de aan aandelen verbonden stemrechten die in de handelsportefeuille worden gehouden, niet worden uitgeoefend of anderszins worden aangewend om in te grijpen in het bestuur van de uitgevende instelling.
ESMA legt deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 27 november 2014 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen volgens de procedure van de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
De Commissie specificeert, via gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter, de maximale lengte van de „korte afwikkelingstermijn”als bedoeld in lid 4 van onderhavig artikel, alsmede de passende mechanismen voor de controle door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst.
Bovendien kan de Commissie volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure de in lid 2 van dit artikel bedoelde gebeurtenissen opsommen.
Artikel 10
Verwerving of overdracht van belangrijke percentages stemrechten
De regels inzake kennisgeving als omschreven in artikel 9, leden 1 en 2, zijn ook van toepassing op een natuurlijke persoon of juridische entiteit voorzover deze het recht heeft stemrechten te verwerven, over te dragen of uit te oefenen in een van de volgende gevallen, of een combinatie daarvan:
stemrechten die een derde houdt, met wie deze persoon of entiteit een overeenkomst heeft gesloten die hen verplicht, door een onderling afgestemde uitoefening van hun stemrechten, een duurzaam gemeenschappelijk beleid inzake het beheer van de betrokken uitgevende instelling te voeren;
stemrechten die een derde houdt uit hoofde van een overeenkomst die met deze persoon of entiteit is gesloten en waarin een tijdelijke en betaalde overdracht van deze stemrechten is geregeld;
stemrechten die verbonden zijn aan aandelen die bij deze persoon of entiteit in pand zijn gegeven, mits de pandhouder de stemrechten controleert en zijn voornemen kenbaar maakt om deze uit te oefenen;
stemrechten verbonden aan aandelen waarvan deze persoon of entiteit het vruchtgebruik heeft;
stemrechten als bedoeld onder a) tot en met d) die worden gehouden of kunnen worden uitgeoefend door een onderneming die onder de zeggenschap van deze persoon of entiteit staat;
stemrechten die verbonden zijn aan bij deze persoon of entiteit in bewaring gegeven aandelen en die deze persoon of entiteit bij gebreke van specifieke instructies van de aandeelhouders naar eigen goeddunken kan uitoefenen;
stemrechten die een derde houdt in eigen naam voor rekening van deze persoon of entiteit;
stemrechten die deze persoon of entiteit, als gevolmachtigde, bij gebreke van specifieke instructies van de aandeelhouders, naar eigen goeddunken kan uitoefenen.
Artikel 11
Artikel 12
Procedures voor de kennisgeving en bekendmaking van belangrijke deelnemingen
De bij de artikelen 9 en 10 voorgeschreven kennisgeving bevat de volgende informatie:
de resulterende situatie wat de stemrechten betreft;
de keten van gecontroleerde ondernemingen via welke stemrechten daadwerkelijk worden gehouden, indien van toepassing;
de datum waarop de drempelwaarde werd bereikt of overschreden; en
de identiteit van de aandeelhouder, ook al heeft deze niet het recht stemrechten uit te oefenen onder de in artikel 10 neergelegde voorwaarden, alsmede van de natuurlijke persoon of juridische entiteit die het recht heeft de stemrechten voor rekening van de aandeelhouder uit te oefenen.
►M4 De kennisgeving aan de uitgevende instelling geschiedt onverwijld, doch uiterlijk binnen vier handelsdagen na de datum waarop de aandeelhouder, of de natuurlijke persoon of juridische entiteit als bedoeld in artikel 10, ◄
kennis krijgt van de verwerving of overdracht, of mogelijkheid om stemrechten uit te oefenen, of waarop deze, gezien de omstandigheden, daarvan kennis had moeten krijgen, ongeacht de datum waarop de verwerving, overdracht of mogelijkheid om stemrechten uit te oefenen effect sorteert; of
in kennis wordt gesteld van de gebeurtenis genoemd in artikel 9, lid 2.
De artikelen 9 en 10 zijn echter van toepassing wanneer de moederonderneming, of een andere gecontroleerde onderneming van de moederonderneming, heeft belegd in deelnemingen die door die beheermaatschappij worden beheerd, en de beheermaatschappij de aan deze deelnemingen verbonden stemrechten niet naar eigen goeddunken, maar alleen op grond van directe of indirecte instructies van de moederonderneming of een andere gecontroleerde onderneming van de moederonderneming kan uitoefenen.
De moederonderneming van een beleggingsonderneming die een vergunning heeft gekregen uit hoofde van Richtlijn 2004/39/EG is niet verplicht haar deelnemingen uit hoofde van de artikelen 9 en 10 samen te voegen met de deelnemingen die deze beleggingsonderneming per cliënt beheert in de zin van artikel 4, lid 1, punt 9, van Richtlijn 2004/39/EG, mits:
De artikelen 9 en 10 zijn echter van toepassing wanneer de moederonderneming, of een andere gecontroleerde onderneming van de moederonderneming, heeft belegd in deelnemingen die door die beleggingsonderneming worden beheerd, en de beleggingsonderneming de aan deze deelnemingen verbonden stemrechten niet naar eigen goeddunken maar alleen op grond van directe of indirecte instructies van de moederonderneming of een andere gecontroleerde onderneming van de moederonderneming kan uitoefenen.
Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en de in de leden 1, 2, 4, 5 en 6 van dit artikel bedoelde voorschriften nader te omschrijven, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter maatregelen vast:
▼M3 —————
om voor alle lidstaten een lijst van „handelsdagen” te bepalen;
om te bepalen in welke gevallen de aandeelhouder of de in artikel 10 bedoelde natuurlijke persoon of juridische entiteit of beide de vereiste kennisgeving aan de uitgevende instelling zullen verrichten;
om te verduidelijken in welke omstandigheden de aandeelhouder, of de in artikel 10 bedoelde natuurlijke persoon of juridische entiteit, kennis hadden moeten krijgen van de verwerving of overdracht;
om de voorwaarden van onafhankelijkheid te verduidelijken waaraan beheermaatschappijen en hun moederondernemingen, of beleggingsondernemingen en hun moederondernemingen, moeten voldoen om recht te hebben op de vrijstellingen bedoeld in de leden 4 en 5.
▼M3 —————
Met het oog op eenvormige toepassingsvoorwaarden voor dit artikel en om rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, kan de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (European Securities and Markets Authority — hierna de „ESMA”) opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad ( 13 ) ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures die moeten worden gebruikt om de uitgevende instelling kennis te geven van de overeenkomstig lid 1 vereiste informatie of om informatie in te dienen overeenkomstig artikel 19, lid 3.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 13
De in artikel 9 vastgelegde kennisgevingsvereisten zijn ook van toepassing op een natuurlijke persoon of juridische entiteit die, rechtstreeks of middellijk, houder is van:
financiële instrumenten die, op de vervaldag, uit hoofde van een formele overeenkomst, de houder het onvoorwaardelijke recht of de beslissing over dit recht verlenen om reeds uitgegeven aandelen waaraan stemrechten zijn verbonden te verwerven van een uitgevende instelling waarvan de aandelen tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten;
financiële instrumenten die niet onder a) zijn opgenomen maar die gerelateerd zijn aan de daarin bedoelde aandelen en waarvan het economische effect vergelijkbaar is met dat van de onder a) bedoelde financiële instrumenten, ongeacht of zij al dan niet een recht verlenen op materiële afwikkeling.
De vereiste kennisgeving moet een onderverdeling bevatten naar de soorten financiële instrumenten die worden gehouden overeenkomstig de eerste alinea onder a) en de financiële instrumenten die worden gehouden overeenkomstig die eerste alinea, onder b), waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de financiële instrumenten die een recht verlenen op materiële afwikkeling en de financiële instrumenten die een recht verlenen op afwikkeling in contanten.
ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van:
de berekeningsmethode voor het in de eerste alinea bedoelde aantal stemrechten in het geval van financiële instrumenten die gekoppeld zijn aan een aandelenmand of een index; en
de methoden voor de vaststelling van de delta voor de berekening van de stemrechten met betrekking tot financiële instrumenten die uitsluitend voorzien in afwikkeling in contanten, als bepaald in de eerste alinea.
ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 27 november 2014 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de technische reguleringsnormen bedoeld in de tweede alinea vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Voor de toepassing van lid 1, worden de volgende instrumenten beschouwd als financiële instrumenten, op voorwaarde dat zij voldoen aan een van de voorwaarden als opgenomen in lid 1, eerste alinea, onder a) of b):
verhandelbare effecten;
opties;
futures;
swaps;
rentetermijncontracten;
financiële contracten ter verrekening van verschillen („contracts for differences”); en
alle andere contracten of overeenkomsten met gelijkaardige economische effecten die fysiek of in contanten kunnen worden afgewikkeld.
ESMA stelt een indicatieve lijst op van financiële instrumenten waarvoor kennisgevingsvereisten gelden krachtens lid 1 en werkt deze op gezette tijden bij, rekening houdend met de technische ontwikkelingen in de financiële markten.
Met het oog op eenvormige toepassingsvoorwaarden voor lid 1 van dit artikel en teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures die moeten worden gebruikt om de uitgevende instelling kennis te geven van de overeenkomstig lid 1 van dit artikel vereiste informatie of om informatie in te dienen overeenkomstig artikel 19, lid 3.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op om de gevallen te specificeren waarin de in de eerste alinea bedoelde ontheffingen van toepassing zijn op financiële instrumenten die worden gehouden door een natuurlijke persoon of een juridische entiteit die orders van cliënten uitvoert of reageert op verzoeken van een cliënt om te handelen, anders dan voor eigen rekening en risico, of posities afdekt die voortkomen uit dergelijke transacties.
ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 27 november 2014 in bij de Commissie.
De bevoegdheid om de technische reguleringsnormen bedoeld in de tweede alinea van dit lid vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, wordt toegekend aan de Commissie.
Artikel 13 bis
Samenvoeging
De op grond van de eerste alinea vereiste kennisgeving bevat een onderverdeling van het aantal stemrechten dat is verbonden aan de aandelen die worden gehouden overeenkomstig de artikelen 9 en 10 en de stemrechten met betrekking tot financiële instrumenten in de zin van artikel 13.
Artikel 14
Artikel 15
Met het oog op de berekening van de in artikel 9 bepaalde drempelwaarden schrijft de lidstaat van herkomst ten minste voor dat de uitgevende instelling het totale aantal stemrechten en het totale kapitaal op het eind van elke kalendermaand waarin dit totaal is gestegen of gedaald, aan het publiek bekendmaakt.
Artikel 16
Aanvullende informatie
▼M4 —————
AFDELING II
Informatie voor houders van tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten effecten
Artikel 17
Informatievereisten voor uitgevende instellingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten
De uitgevende instelling zorgt ervoor dat in de lidstaat van herkomst de nodige faciliteiten en informatie ter beschikking staan opdat de aandeelhouders hun rechten kunnen uitoefenen, en dat de integriteit van de gegevens bewaard blijft. De aandeelhouders wordt niet belet hun rechten bij volmacht uit te oefenen, onverminderd het recht van het land waar de uitgevende instelling gevestigd is. Met name moet de uitgevende instelling:
informatie verstrekken over de plaats, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen, het totale aantal aandelen en stemrechten en het recht van aandeelhouders om vergaderingen bij te wonen;
op papier of, in voorkomend geval, langs elektronische weg, aan iedere persoon die gerechtigd is te stemmen op een aandeelhoudersvergadering een volmachtformulier beschikbaar stellen samen met het bericht betreffende de vergadering, dan wel op verzoek na de aankondiging van die vergadering;
een financiële instelling aanwijzen als gemachtigde via welke de aandeelhouders hun financiële rechten kunnen uitoefenen; en
berichten publiceren of circulaires verspreiden betreffende de vaststelling en de betaling van dividenden en de uitgifte van nieuwe aandelen, waarbij tevens informatie wordt verstrekt over eventuele regelingen voor de toewijzing, inschrijving, annulering of conversie.
De lidstaat van herkomst staat toe dat uitgevende instellingen langs elektronische weg informatie naar aandeelhouders verzenden, mits een besluit in deze zin is genomen op een algemene vergadering en ten minste aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de verzending van informatie langs elektronische weg is in geen enkel opzicht afhankelijk van de locatie van de zetel of woonplaats van de aandeelhouder of, in de in artikel 10, onder a) tot en met h), bedoelde gevallen, van de natuurlijke personen of juridische entiteiten;
er zijn identificatieregelingen getroffen zodat de aandeelhouders of de natuurlijke personen of juridische entiteiten die stemrechten kunnen uitoefenen of de uitoefening van stemrechten kunnen sturen, daadwerkelijk worden ingelicht;
er zal schriftelijk contact worden opgenomen met aandeelhouders of, in de in artikel 10, onder a) tot en met e) bedoelde gevallen, de natuurlijke personen of rechtspersonen die het recht hebben stemrechten te verwerven, over te dragen of uit te oefenen, om hun instemming te vragen met de verzending van informatie langs elektronische weg; indien zij niet binnen een redelijke termijn bezwaar maken, worden zij geacht hiermee in te stemmen. Zij kunnen te allen tijde verzoeken dat de informatie schriftelijk wordt verzonden;
bij de vaststelling van een eventuele verdeelsleutel voor de kosten die uit de verzending van informatie langs elektronische weg voortvloeien, neemt de uitgevende instelling het in lid 1 neergelegde beginsel van gelijke behandeling in acht.
Artikel 18
Informatievereisten voor uitgevende instellingen waarvan de obligaties tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten
De uitgevende instelling zorgt ervoor dat in de lidstaat van herkomst de nodige faciliteiten en informatie voor het publiek ter beschikking staan opdat de obligatiehouders hun rechten kunnen uitoefenen, en dat de integriteit van de gegevens bewaard blijft. De obligatiehouders wordt niet belet hun rechten bij volmacht uit te oefenen onverminderd het recht van het land waar de uitgevende instelling gevestigd is. Met name moet de uitgevende instelling:
berichten publiceren of circulaires verspreiden betreffende de plaats, het tijdstip en de agenda van vergaderingen van obligatiehouders, de rentebetaling, de uitoefening van eventuele rechten inzake conversie, omwisseling, inschrijving of annulering, en de aflossing, alsook betreffende het recht van obligatiehouders om dergelijke vergaderingen bij te wonen;
op papier of, in voorkomend geval, langs elektronische weg, aan iedere persoon die gerechtigd is te stemmen op een obligatiehoudersvergadering een volmachtformulier beschikbaar stellen samen met het bericht betreffende de vergadering, dan wel op verzoek na de aankondiging van die vergadering; en
een financiële instelling aanwijzen als gemachtigde via welke de obligatiehouders hun financiële rechten kunnen uitoefenen.
De in de eerste alinea bedoelde keuze is ook van toepassing op houders van obligaties met een nominale waarde per eenheid van ten minste 50 000 EUR of, in het geval van obligaties in een andere valuta dan de euro, met een nominale waarde per eenheid die op de datum van uitgifte ten minste gelijkwaardig is aan 50 000 EUR, die al voor 31 december 2010 tot de handel op een gereglementeerde markt in de Unie waren toegelaten, voor de looptijd van deze obligaties, mits in de door de uitgevende instelling gekozen lidstaat alle nodige faciliteiten en informatie ter beschikking worden gesteld opdat deze obligatiehouders hun rechten kunnen uitoefenen.
De lidstaat van herkomst of de uit hoofde van lid 3 door de uitgevende instelling gekozen lidstaat staat toe dat uitgevende instellingen langs elektronische weg informatie naar obligatiehouders verzenden, mits een besluit in deze zin is genomen op een algemene vergadering en ten minste aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de verzending van informatie langs elektronische weg is in geen enkel opzicht afhankelijk van de locatie van de zetel of woonplaats van de obligatiehouder of van een gevolmachtigde die deze houder vertegenwoordigt;
er zijn identificatieregelingen getroffen zodat de obligatiehouders daadwerkelijk worden ingelicht;
er zal schriftelijk contact worden opgenomen met obligatiehouders om hun instemming te vragen met de verzending van informatie langs elektronische weg; indien zij niet binnen een redelijke termijn bezwaar maken, worden zij geacht hiermee in te stemmen. Zij kunnen te allen tijde verzoeken dat de informatie schriftelijk wordt verzonden; en
bij de vaststelling van een eventuele verdeelsleutel voor de kosten die uit de verzending van informatie langs elektronische weg voortvloeien, neemt de uitgevende instelling het in lid 1 neergelegde beginsel van gelijke behandeling in acht.
HOOFDSTUK IV
ALGEMENE VERPLICHTINGEN
Artikel 19
Toezicht door de lidstaat van herkomst
▼M4 —————
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter, maatregelen vast om de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde voorschriften nader te omschrijven.
De Commissie specificeert met name volgens welke procedure een uitgevende instelling of een houder van aandelen of andere financiële instrumenten, of een persoon of entiteit als bedoeld in artikel 10, uit hoofde van lid 1, respectievelijk lid 3 bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst informatie moet indienen teneinde in de lidstaat van herkomst indiening langs elektronische weg mogelijk te maken.
Artikel 20
Talen
Wanneer effecten zowel in de lidstaat van herkomst als in één of meer lidstaten van ontvangst tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, wordt de gereglementeerde informatie bekendgemaakt:
in een taal die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst wordt aanvaard; en
naar keuze van de uitgevende instelling, hetzij in een taal die door de bevoegde autoriteiten van die lidstaten van ontvangst wordt aanvaard, hetzij in een taal die in internationale financiële kringen pleegt te worden gebruikt.
Bovendien kan de lidstaat van herkomst in zijn wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen voorschrijven dat de gereglementeerde informatie, naar keuze van de uitgevende instelling, wordt bekendgemaakt hetzij in een taal die door zijn bevoegde autoriteit wordt aanvaard, hetzij in een taal die in internationale financiële kringen pleegt te worden gebruikt.
De in de eerste alinea bedoelde afwijking is ook van toepassing op obligaties die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en waarvan de nominale waarde per eenheid ten minste 50 000 EUR bedraagt of, in het geval van obligaties in een andere valuta dan de euro, de nominale waarde per eenheid op de datum van uitgifte ten minste gelijkwaardig is aan 50 000 EUR, en die al voor 31 december 2010 tot de handel op een gereglementeerde markt in de Europese Unie waren toegelaten, zulks voor de looptijd van deze obligaties.
Artikel 21
Toegang tot gereglementeerde informatie
De Commissie is bevoegd om middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en behoudens de in de artikelen 27 bis en 27 ter opgenomen voorwaarden, maatregelen vast te stellen om het volgende te specificeren:
minimumnormen voor de verspreiding van gereglementeerde informatie als bedoeld in lid 1;
minimumnormen voor de mechanismen voor centrale opslag als bedoeld in lid 2;
regels die de interoperabiliteit van de informatie- en communicatietechnologieën die worden gebruikt door de mechanismen bedoeld in lid 2, en de toegang tot gereglementeerde informatie op het niveau van de Unie daarin garanderen.
De Commissie kan ook een lijst van media voor de verspreiding van informatie onder het publiek opstellen en bijhouden.
Artikel 21 bis
Europees elektronisch toegangspunt
Het systeem voor de onderlinge koppeling van de officieel aangewezen mechanismen bestaat uit:
Artikel 22
Toegang tot gereglementeerde informatie op het niveau van de Unie
ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op waarin technische vereisten zijn vervat met betrekking tot toegang tot gereglementeerde informatie op het niveau van de Unie en om het volgende te specificeren:
de technische vereisten met betrekking tot communicatietechnologieën die worden gebruikt door de mechanismen bedoeld in artikel 21, lid 2;
de technische vereisten voor het beheer van het centraal toegangspunt voor het zoeken naar gereglementeerde informatie op Unieniveau;
de technische vereisten met betrekking tot het gebruik van één identificatiecode voor elke uitgevende instelling door de mechanismen bedoeld in artikel 21, lid 2;
het gemeenschappelijk formaat voor de verstrekking van gereglementeerde informatie door de mechanismen bedoeld in artikel 21, lid 2;
de gemeenschappelijke classificatie van de gereglementeerde informatie door de mechanismen bedoeld in artikel 21, lid 2, en de gemeenschappelijke lijst met soorten gereglementeerde informatie.
ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 27 november 2015 in bij de Commissie.
De bevoegdheid om de technische reguleringsnormen bedoeld in de eerste alinea van dit lid vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 wordt toegekend aan de Commissie.
Artikel 23
Derde landen
Wanneer de statutaire zetel van een uitgevende instelling in een derde land gelegen is, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deze uitgevende instelling ontheffing verlenen van de verplichtingen uit hoofde van de artikelen 4 tot en met 7, artikel 12, lid 6, en de artikelen 14 tot en met 18, mits de wetgeving van het betrokken derde land gelijkwaardige verplichtingen oplegt of de uitgevende instelling zich houdt aan de verplichtingen krachtens de wetgeving van een derde land die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst als gelijkwaardig wordt beschouwd.
Vervolgens brengt de bevoegde autoriteit de ESMA op de hoogte van de verleende ontheffing.
De informatie waarvoor de in het derde land opgelegde verplichtingen gelden, wordt ingediend overeenkomstig artikel 19 en bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 20 en 21.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van lid 1 te garanderen, stelt de Commissie volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure uitvoeringsmaatregelen vast waarin:
wordt voorzien in een mechanisme voor het waarborgen van gelijkwaardigheid van de informatie vereist uit hoofde van deze richtlijn, met inbegrip van financiële verklaringen en informatie, die uit hoofde van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van een derde land is vereist;
wordt bepaald dat het derde land waar de uitgevende instelling haar statutaire zetel heeft, zorg draagt voor de gelijkwaardigheid met de informatievereisten uit hoofde van deze richtlijn door middel van zijn nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of doordat de aldaar gangbare praktijken of procedures gebaseerd zijn op door internationale organisaties opgestelde internationale standaarden.
In de context van de eerste alinea, sub ii), stelt de Commissie tevens via gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter maatregelen vast betreffende de beoordeling van normen die relevant zijn voor de uitgevende instellingen van meer dan één land.
De Commissie neemt volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure de nodige besluiten inzake de gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen die overeenkomstig het bepaalde in artikel 30, lid 3, worden gehanteerd door uitgevende instellingen van derde landen. Indien de Commissie van oordeel is dat deze standaarden voor jaarrekeningen niet gelijkwaardig zijn, kan zij de betrokken uitgevende instellingen toestemming geven deze standaarden gedurende een gepaste overgangsperiode te blijven hanteren.
In het kader van de derde alinea, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter tevens maatregelen vast met het oog op de vaststelling van algemene equivalentiecriteria voor standaarden voor de jaarrekening van uitgevende instellingen in meer dan een land.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 qua, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter tevens maatregelen vast om algemene gelijkwaardigheidscriteria vast te stellen voor de doelstellingen van de eerste alinea.
HOOFDSTUK V
BEVOEGDE AUTORITEITEN
Artikel 24
Bevoegde autoriteiten en hun bevoegdheden
De lidstaten kunnen voor de toepassing van lid 4, onder h), evenwel een andere bevoegde autoriteit dan de in de eerste alinea bedoelde centrale bevoegde autoriteit aanwijzen.
In deze voorwaarden wordt met name bepaald dat de entiteit in kwestie zich zodanig moet organiseren dat belangenconflicten worden vermeden en dat in het kader van de uitoefening van de gedelegeerde taken verkregen informatie niet onrechtmatig wordt gebruikt en evenmin wordt aangewend om concurrentie te verhinderen. De eindverantwoordelijkheid voor het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze richtlijn en van alle ter uitvoering ervan genomen maatregelen berust hoe dan ook bij de overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde autoriteit.
Aan een bevoegde autoriteit worden alle bevoegdheden verleend die nodig zijn voor de vervulling van haar taken. Zij heeft ten minste de bevoegdheid om:
externe accountants, uitgevende instellingen, houders van aandelen of andere financiële instrumenten, of de in de artikelen 10 of 13 genoemde personen, en de personen onder wiens zeggenschap zij staan of over wie zij zeggenschap uitoefenen, ertoe te verplichten informatie en documenten te verstrekken;
van de uitgevende instelling te verlangen dat zij de onder a) bedoelde informatie aan het publiek bekendmaken met de middelen en binnen de termijn die de autoriteit noodzakelijk acht. Ingeval de uitgevende instelling, dan wel de personen onder wiens zeggenschap zij staat of over wie zij zeggenschap uitoefent, deze informatie niet bekendmaken, kan de autoriteit dit op eigen initiatief doen na de uitgevende instelling te hebben gehoord;
van de bedrijfsleiding van de uitgevende instelling en van de houders van aandelen of andere financiële instrumenten, of van de in de artikelen 10 en 13 bedoelde personen of entiteiten, te verlangen dat zij kennis geven van de informatie die moet worden verstrekt krachtens deze richtlijn of de uit hoofde van deze richtlijn vastgestelde nationale wetgeving en, indien nodig, verdere informatie en documenten verstrekken;
de effectenhandel telkens voor maximaal tien dagen op te schorten, of de betrokken gereglementeerde markt te verzoeken dit te doen, wanneer zij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de uitgevende instelling inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn of op de uit hoofde van deze richtlijn vastgestelde nationale wetgeving heeft gemaakt;
de handel op een gereglementeerde markt te verbieden wanneer zij tot de bevinding komt dat er inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn of op uit hoofde van deze richtlijn vastgestelde nationale wetgeving is gemaakt, of gegronde redenen heeft om aan te nemen dat er inbreuk op werd gemaakt;
erop toe te zien dat de uitgevende instelling tijdig informatie openbaar maakt om ervoor te zorgen dat deze in alle lidstaten waar de effecten worden verhandeld, daadwerkelijk en gelijkelijk toegankelijk is voor het publiek, en passende actie te ondernemen indien dat niet het geval is;
openbaar te maken dat een uitgevende instelling of een houder van aandelen of andere financiële instrumenten, of een persoon als bedoeld in de artikelen 10 en 13, niet aan zijn verplichtingen voldoet;
na te gaan of de in deze richtlijn bedoelde informatie is opgesteld overeenkomstig de toepasselijke voorschriften voor de verslaglegging en passende maatregelen te nemen indien inbreuken worden vastgesteld; en
op haar grondgebied overeenkomstig de nationale wetgeving inspecties ter plaatse uit te voeren om na te gaan of deze richtlijn en de maatregelen tot uitvoering ervan worden nageleefd. Indien de nationale wetgeving dat vereist, kan (kunnen) de bevoegde autoriteit(en) gebruik maken van dit recht door middel van een verzoek aan de bevoegde rechterlijke instantie en/of in samenwerking met andere autoriteiten.
De bevoegde autoriteiten oefenen hun bevoegdheden om sancties op te leggen uit in overeenstemming met deze richtlijn en het nationale recht, en op één van de volgende wijzen:
Artikel 25
Beroepsgeheim en samenwerking tussen lidstaten
Bij de uitoefening van hun sanctie- en onderzoeksbevoegdheden werken de bevoegde autoriteiten samen om ervoor te zorgen dat de sancties of maatregelen de gewenste resultaten opleveren en coördineren zij hun handelingen wanneer zij grensoverschrijdende zaken behandelen.
Artikel 26
Conservatoire maatregelen
HOOFDSTUK VI
GEDELEGEERDE HANDELINGEN EN UITVOERINGSMAATREGELEN
Artikel 27
Comité
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
Artikel 27 bis
Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 27 ter
Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen
Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.
De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de betrokken periode in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben laten weten geen bezwaar te zullen aantekenen.
HOOFDSTUK VI BIS
SANCTIES EN MAATREGELEN
Artikel 28
Administratieve maatregelen en sancties
Artikel 28 bis
Overtredingen
Artikel 28 ter is ten minste van toepassing op de volgende overtredingen:
de uitgevende instelling maakt niet binnen de voorgeschreven termijn de op grond van de nationale bepalingen voor de omzetting van de artikelen 4, 5, 6, 14 en 16 vereiste informatie openbaar;
de natuurlijke persoon of juridische entiteit geeft niet binnen de voorgeschreven termijn kennis van het verwerven of afstoten van een belangrijke deelneming in overeenstemming met de nationale bepalingen die zijn vastgesteld ter omzetting van de artikelen 9, 10, 12, 13 en 13 bis.
Artikel 28 ter
Bevoegdheden om sancties op te leggen
Ten aanzien van de in artikel 28 bis bedoelde overtredingen hebben de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid om ten minste een van de volgende administratieve maatregelen en sancties op te leggen:
een publieke verklaring waarin de natuurlijke persoon of juridische entiteit die verantwoordelijk is voor de overtreding, en de aard van de overtreding worden genoemd;
een bevel waarin de natuurlijke persoon of juridische entiteit die verantwoordelijk is voor de overtreding, wordt gelast het gedrag dat de overtreding oplevert, te staken en zich te onthouden van elke herhaling van dat gedrag;
administratieve geldboetes ten belope van:
voor een juridische entiteit,
welke het hoogste is;
in geval van een natuurlijke persoon:
welke het hoogste is.
In de lidstaten waar de euro niet de officiële valuta is, wordt de met de euro overeenkomende waarde in de nationale valuta berekend volgens de officiële wisselkoers op de datum van inwerkingtreding van Richtlijn 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en Richtlijn 2007/14/EG van de Commissie tot vaststelling van concrete uitvoeringsvoorschriften van een aantal bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG ( 16 ).
Artikel 28 quater
Uitoefening van bevoegdheden om sancties op te leggen
De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten bij het bepalen van het type en de hoogte van de administratieve sanctie of maatregel rekening houden met alle relevante omstandigheden, waaronder, in voorkomend geval:
de ernst en duur van de overtreding;
de mate van verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke natuurlijke persoon of juridische entiteit;
de financiële draagkracht van de verantwoordelijke natuurlijke of juridische entiteit, bijvoorbeeld zoals deze blijkt uit de totale omzet van de verantwoordelijke juridische entiteit of het jaarinkomen van de verantwoordelijke natuurlijke persoon;
het belang van de winst die is behaald of het verlies dat is vermeden door de verantwoordelijke natuurlijke persoon of juridische entiteit, voor zover dit kan worden bepaald;
het door derden geleden verlies als gevolg van de overtreding, voor zover dat kan worden bepaald;
de mate waarin de verantwoordelijke natuurlijke persoon of juridische entiteit medewerking verleent aan de bevoegde autoriteit;
eerdere overtredingen van de verantwoordelijke natuurlijke of juridische entiteit.
HOOFDSTUK VI TER
BEKENDMAKING VAN BESLISSINGEN
Artikel 29
Bekendmaking van beslissingen
De bevoegde autoriteiten mogen de bekendmaking van een beslissing echter uitstellen of de beslissing anoniem bekendmaken op een wijze die strookt met hun nationale wetgeving in één van de volgende situaties:
indien, in het geval dat de sanctie wordt opgelegd aan een natuurlijke persoon, op basis van een verplichte voorafgaande evenredigheidsbeoordeling de bekendmaking van de persoonlijke gegevens onevenredig blijkt;
indien door de bekendmaking de stabiliteit van het financieel systeem ernstig zou worden bedreigd of een lopend officieel onderzoek ernstig zou ondermijnen;
indien de bekendmaking, voor zover dat kan worden bepaald, de betrokken instellingen of natuurlijke personen onevenredige en ernstige schade zou berokkenen.
HOOFDSTUK VII
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 30
Overgangsbepalingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 6, maakt een uitgevende instelling op haar beurt uiterlijk drie maanden na de in artikel 31, lid 1, bedoelde datum de in het kader van deze kennisgevingen ontvangen informatie openbaar.
Wanneer een uitgevende instelling is gevestigd in een derde land, kan de lidstaat van herkomst deze instelling ontheffen van de verplichting om overeenkomstig artikel 4, lid 3, haar financiële overzichten en overeenkomstig artikel 4, lid 5, haar jaarverslagen op te stellen, doch alleen met betrekking tot de obligaties die vóór 1 januari 2005 tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, en op voorwaarde dat:
de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst officieel verklaart dat de jaarlijkse financiële overzichten die zijn opgesteld door uitgevende instellingen van een dergelijk derde land, een getrouw beeld geven van de activa en passiva, de financiële positie en de resultaten;
het derde land waar de uitgevende instelling is gevestigd de toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet verplicht heeft gesteld; en
de Commissie geen besluit heeft genomen overeenkomstig artikel 23, lid 4, onder ii), over de gelijkwaardigheid tussen de bovengenoemde standaarden voor jaarrekeningen, en
Artikel 31
Omzetting
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 32
Wijzigingen
Met ingang van de in artikel 31, lid 1, genoemde datum wordt Richtlijn 2001/34/EG als volgt gewijzigd:
in artikel 1 worden de punten g) en h) geschrapt;
artikel 4 wordt geschrapt;
in artikel 6 wordt lid 2 geschrapt;
artikel 8, lid 2, wordt vervangen door:
de artikelen 65 tot en met 97 worden geschrapt;
de artikelen 102 en 103 worden geschrapt;
in artikel 107 wordt lid 3, tweede alinea, geschrapt;
artikel 108, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:
in punt a), wordt de zinsnede „en de periodieke informatieverstrekking door vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten” geschrapt;
punt b) wordt geschrapt,
in punt c), wordt punt iii) geschrapt,
punt d), wordt geschrapt.
Verwijzingen naar de ingetrokken bepalingen gelden als verwijzingen naar de bepalingen van deze richtlijn.
Artikel 33
Toetsing
Uiterlijk op 30 juni 2009 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de werking van deze richtlijn waarin tevens aandacht wordt besteed aan de juistheid van het beëindigen van de ontheffing voor bestaande obligaties na de periode van 10 jaar als bepaald in artikel 30, lid 4, alsmede aan de mogelijke gevolgen daarvan voor de Europese financiële markten.
Artikel 34
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 35
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
( 1 ) PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.
( 2 ) PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.
( 3 ) PB L 375 van 31.12.1985, blz. 3. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/39/EG.
( 4 ) PB L 126 van 26.5.2000, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/69/EG van de Commissie (PB L 125 van 28.4.2004, blz. 44).
( 5 ) PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/96/EG van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 81).
( 6 ) PB L 142 van 30.4.2004, blz. 12.
( 7 ) PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16).
( 8 ) PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/51/EG.
( 9 ) Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84)..
( 10 ) PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19.
( 11 ) PB L 177 van 30.6.2006, blz. 201.
( 12 ) PB L 336 van 23.12.2003, blz. 33.
( 13 ) PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.
( 14 ) PB L 156 van 16.6.2012, blz. 1.
( 15 ) PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1. ◄
( 16 ) PB L 294 van 6.11.2013, blz. 13.